Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    25-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1919 – Begin februari ontving de gemeente, via het station van Hombeek, 90 ton

                 steenkolen.

                De kolen werden verkocht aan 85 fr de 1000 kg.

                De bestelling gebeurde op initiatief van het gemeentebestuur.

     

    1919 – Op 5 februari overleed te Leest schepene Victor Diddens.

     

    1919 – 7 februari : In het ziekenhuis Saint Meën te Rennes, Frankrijk, overleed Frans

                Jozef De Borger aan de gevolgen van zijn kwetsuren. Hij werd drie dagen later

                ter plaatse begraven.

                Frans De Borger was te Leest geboren op 18 december 1894 als zoon van Pieter

                Frans en van Maria Elizabet De Mayer.

                Hij  nam deel aan de oorlog als soldaat bij het 4de Regiment Jagers te voet.

     

    1919 – Op 27 februari richtte burgemeester Bernaerts een vraag tot de Kommissie van

                Recuperatie voor weghaling van :

                - 3 geladen obussen, aan de beekbrug nabij de Wip (Juniorslaan).

                - 2 geladen obussen, nabij de Kleinheidestraat, tegen de woning van Keulemans.

                Eerstgenoemde obussen lagen in het water, de anderen waren bedolven met aarde.

                - 9 geweren, af te halen ten huize van de burgemeester.

     

    1919 – 2 maart :

                “...Op heden zondag 2 maart rond 7-1/2 ure ’s morgens, is den genaamden Emiel

                Verschueren, herbergier en winkelier, wonende te Leest dorp nr. 27, ten mijnen

                huize gekomen, afgevende eenen lijst met namen betrekkelijk de leden der

                muziekmaatschappij Ste Cecilia, zonder mij uitleg te geven waarvoor dit stuk

                dienen moest noch te willen zeggen vanwaar dit kwam.

                Ik heb hem doen aanmerken dat er daar nooit toestemming zou gegeven worden

                tot het houden van bal gedurende de vastenavonddagen ;

                dat ik toestemming tot bal gegeven had voor 8 dagen vroeger.

                In het uitgaan der deur, heeft Verschueren mij drijmaal de smaadwoorden

                gezegd: “Gij ouden leelijken boek”, waarop ik hem drie maal geantwoord heb :

                “Ik dank u mijnheer Verschueren”.

                Van welke kwetsende beleedigende woorden ik tegenwoordig proces-verbaal

                heb opgemaakt, hetwelk door mij genaamteekend is, om verzonden te worden

                aan den heer Procureur des Konings tot vervolging.”

                Was getekend : den burgemeester van Leest, J. Bernaerts.

                Afloop onbekend , wel een typische “Sussen-Blekken” confrontatie.

     

    1919 – 18 maart : De aangiften, gedaan door landbouwers van hunne aardappelvoorraad

                bedroeg 28.900 kg.”

                Verkoopprijs : 15 tot 16 frank de 100 kg. (GA)

     

    1919 – 27 maart : Uit een brief van de burgemeester gericht aan de gouverneur :

                “...dat het onderwijzend personeel der gemeente zich wel van hunne

                vaderlandsche plichten gekweten heeft tijdens de vier oorlogsjaren, en dat

                er dus ook geene tuchtstraffen dienden opgelegd te worden...”

     

    1919 – 3 april : De gemeente Leest maakte een lijst op met alle bestaande huizen in de

                gemeente :

                -het Dorp : 27

                -de Mechelbaan : 5

                -de Kouter : 17

                -de Molenstraat :  6

                -de Laerestraat : 3

                -de Scheerstraat : 12

                -de Koeistraat : 26

                -de Winkelstraat en Tiendeschuurstraat : 32

                -de Kapellebaan : 19

                -de Tisseltbaan : 50

                -de Blaasveldstraat en de Hertstrat : 25

                -de Groteheidestraat :  18

                -de Kleinheidestraat en de Kapellestraat :  24

                -de Biest : 14

                -de Alemstraat : 13

                -de Rennekauter : 7

                 

                Totaal : 298 huizen.

     

    1919 – 5 april : De gemeente ging opnieuw een lening aan met de “Spaar- en Leengilde

                der gemeente Leest”.

                Het betrof een som van 20.000 fr aan 4% terugbetaalbaar twee jaar na het sluiten

                van de vrede.

                De reden was “tot het doen van voorschot aan het plaatselijk Hulp- en

                Voedingskomiteit, betalen der gemandateerde bijdragen in de kosten van dit

                Komiteit en het kwijten der gestemde weddeverhogingen, duurtetoelagen en tot

                betaling der wedden van het 2de kwartaal 1919.” (GR)

                Het was de derde lening die de gemeente aanging “tot bestrijden van de

                bijzondere uitgaven tengevolgen den oorlog”.

                De vorige leningen bedroegen 2.000 en 39.875 fr.

                (GA-24/7/1919)

     

    1919 – 10 april : Jozef Vloeberghen benoemd tot schatbewaarder van de kerkfabriek ter

                vervanging van Pieter Eduard Vloeberghen.

                Theophiel Verschueren benoemd tot Eerste Schepen en Jan Baptist Verbergt

                tot Tweede Schepen, ter vervanging van Victor Diddens en Lodewijk Wauters.

                (GR)

     

    1919 – 10 mei : Irma Ackermans benoemd tot tijdelijke onderwijzeres in de gemengde

                gemeenteschool. Ze verving de wegens ziekte afwezige Caroline Nees.

     

    1919 – 15 mei : Het gemeentebestuur ging een lening aan van 5.000 fr. (GR)

     

    1919 – 25 mei : Aanvang van de herstellingswerken aan de defecte steenwegen van

                Leest.  

     

    1919 – 17 juni : Burgemeester Bernaerts verzocht de Krijgsgouverneur der provincie om

                2 (Browning) pistolen voor de plaatselijke politie. (GA)

     

    1919 – 22 juni : Stichting Boerengilde

                Op 22 juni werd in het “Brughuis” bij Jozef Apers de plaatselijke Boerengilde

                geboren. Dit gebeurde onder impuls van Victor De Laet, die in 1915 reeds een

                Raiffeisenkas had gesticht.

                (De handtekeningen van de andere bestuursleden : F. Van der Hasselt, Fr. Van

                Loo, Ch. De Borger, J. Selleslagh, E. Van Boxem, L. Selleslagh, Jan Spruyt,

                Jos Verlinden)

                De stichting ondervond aanvankelijk veel tegenstand vanwege de boerinnen, die

                dachten dat de vergaderingen van de gilde niets anders waren dan een

                gelegenheid van de mannen om uit de bol te gaan.

                Uiteindelijk draaiden zij bij en de meeste Leestse boeren sloten zich aan.

                Door samenaankoop van veevoeders, meststoffen en zaaigoed via de zaakvoerder

                Apers, kregen de leden deze grondstoffen goedkoper.

                Om de boeren een betere technische scholing te geven werden er ’s zondags en op

                winteravonden voordrachten en leergangen gegeven over bemesting, veevoeding,

                teelttechnieken en mechanizering.

                Andere initiatieven waren gericht op verbetering van de veestapel : melkkontrole,

                stierenhouderij, veeziektebestrijding, enz...

                In 1954 zag het bestuur er als volgt uit :

                St. De Decker was proost, Victor De Laet voorzitter.

                Ondervoorzitter was Petrus De Prins, J. Apers was schrijver-zaakvoerder en

                bestuursleden waren Louis Selleslagh, Jan Verbruggen, Fons Van den Brande,

                Karel Van Linden en Jef Van Beersel.

                De Leestse Boerengilde telde toen zo’n 110 leden.

                Victor De Laet bleef voorzitter gedurende meer dan 40 jaar.

                Alfons Van den Brande nam het roer over in 1962.  

                Zijn grote bekommernis was de rationalizatie en modernizering van de

                Leestse landbouwbedrijven. Zijn voornaamste verwezenlijking was het

                ontwateren door drainering van honderd ha Leestse landbouwgrond.

                In 1963 kreeg de Boerengilde een eigen maandblad “Gildeleven”met een

                zeer gevarieerde inhoud : praatjes over landbouw, verslagen over de

                gildevergaderingen en allerhande practische wenken.

                In 1978 telde de “Landelijke” gilde 135 leden.

                Jos De Smet werd voorzitter in 1973.

                In “De Band” nr. 1 van 1955 verduidelijkte Viktor De Laet de rol van de

                Boerengilde :

                “Iets over onze BOERENGILDE

    De Boerengilde is geen vondeling ! Zij is de moederorganisatie die verschillende afdelingen bindt. Noemen we : de Boerinnenbond, Boerenjeugdbond (B.J.B.), met ruitersport en toneel, de Boerinnenjeugdbond (B.J.B.-meisjes), de Raiffeisenkas, Aan- en Verkoopvennootschap, Onderlinge Kas voor Gezinsvergoedingen, de verzekering tegen brand en ongevallen, Veebond, Tuberculosebestrijding, zuivere melkwinning.

    Het DOEL van de organisatie is : het vormen van een ontwikkelde, welvarende en kristelijke boerenstand.

    Om dit doel te verwezenlijken heeft ze veel middelen ter harer beschikking.

    Noemen we er enkele van : allerlei verslagen, zakalmanakken, wandkalenders, allerlei technische uitgaven, “Bij den Haard”, “de Zonnebloem”, “de Boer”, “Ploeg en Kruis”, “De Gids”, maandelijkse voordrachten, film, aanleggen van proefvelden, voorlichting in tuinbouw, grond- en bodemonderzoek, enz...

    Verder beschikt de Boerenbond over een kosteloze advokatendienst, een welingerichte dienst voor belastingsaangelegenheden en pensioenswetten,  inrichten van “praatavonden”, voordrachten, studiedagen, leergangen, retraites, recollecties, werking van onze leden soldaten, technische dienst voor drainering, melkmachienen, electrische weideafsluitingen, waterleidingen, bouwplannen, enz..

    U ziet aan al deze diensten en verwezenlijkingen dat de Boerenbond een machtige organisatie is in ons land, benijd door de andere landen !

    Hoevelen van onze boeren hebben niet reeds een bezoek gebracht aan de reusachtige burelen van het hoofdbestuur van de Belgische Boerenbond le Leuven, om hen te helpen in één of andere aangelegenheid ?

    Steeds vonden ze de meest-bereidwillige en toegewijde en bekwame mensen ter hunner beschikking.
    Wie kent niet de reusachtige bloemmolens te Merksem, de grootste van Europa ?

    Alles staat ten dienste van de leden. De leuze van de Boerengilde immers luidt :

    “Allen voor ieder, ieder voor allen.”

     

                In de jaren 70 werden de boerengilden opgesplitst in landelijke gilden en

                bedrijfsgilden.

                Samen met deze opsplitsing veranderde ook het werkgebied van deze twee

                groepen. Zo bleef de landelijke gilde de plaatselijke vereniging, die zich meer

                zou uitdiepen om christelijke- sportieve- culturele-  en algemene vorming 

                te stimuleren en waar zowel de actieve land- en tuinbouwer als de loontrekkende

                zich kon thuisvoelen.

                (Voorzitter Jos De Smet in DB, februari 1985 n.a.v.  briljanten jubileum)           

     

    1919 – 26 juni :

                “...De Raad, gehoord lezing van den brief van het Komiteit van Nationale Politiek

                welke afvaardiging ten doel heeft bij de Vredesconferentie te Parijs, in naam der

                aansluitende gemeentens, onze aanspraken te doen gelden in ’s lands voordeel.

                Besluit : de leden des gemeenteraads van Leest, provincie Antwerpen, verklaren

                het Komiteit voor Nationale Politiek bij te treden, wiens programma behelst :

                vrije beschikking over de Schelde, de Midden-Maas en de waterwegen van

                Antwerpen tot den Rijn, de teruggave door Duitschland van Malmedy en de

                kantons, nauwkeurige verbinding met het Groothertogdom Luxemburg, ruime

                deelneming aan den invloed der verbonden Machten in het Rijngebied en

                redelijke uitbreiding van het koloniaal domein van België.”   

     

    1919 – 2 augustus : brief van het gemeentebestuur aan de “Ontvanger van de

                Rechtstreeksche Belastingen Mechelen” ivm de Huishuren :

     

                “Tot gevolg aan uw schrijven nr. 8757, geven wij u hieronder de gevraagde

                inlichtingen, betrekkelijk tien huizen in deze gehuurd, namelijk :

                Huis Dorp numero 17 in huur bij Selleslagh kinderen mits 24 fr per maand.

                Huis Dorp nr. 6, in huur bij Wwe Coeckelbergh P.J., mits 14 fr per maand.

                Huis Dorp nr.24, in huur bij Lauwens Jan K.Louis,mits 13 fr per maand.

                Huis Scheerstraat nr.4,in huur bij De Backer Henri,mits 10 fr per maand.

                Huis Thisseltbaan nr.15, in huur bij Jan Siebens, mits 11 fr per maand.

                Huis Thisseltbaan nr.32, in huur bij Roggen Leon, mits 9 fr per maand.

                Huis Kleinheidestr nr.10, in huur bij Fierens Constant mits 8,50fr per maand.

                Huis Kapellebaan nr.13, in huur bij Van den Houte Jan mits 9,5 fr per maand.

                Huis Winkelstraat n.7, in huur bij Van Neste Cyriel mits 12,50 fr per maand.

                Huis Tiendeschuurstr. nr.8 in huur bij De Muyer Frans mits 10 fr per maand.

     

                De brief was ondertekend door secretaris Vandenbossche.

    25-02-2012 om 10:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1919 – Stichting van N.S.B-Leest (Nationale Strijdersbond)

     

    De Leestse afdeling van de N.S.B. werd in 1919 gesticht door oudgedienden van de Eerste Wereldoorlog. Onder hen de oorlogsinvalide Pieter Jan(Wannes) Pateet.

    Bedoeling : de nagedachtenis van de gevallenen in ere houden en ook om de belangen van de oudstrijders en gelijkgestelden te verdedigen.

    In 1945 smolt de afdeling samen met de oudstrijders uit de oorlog 1940-45.

    Nationaal maakte Leest deel uit van het gewest Dijle-Rupel-Nete.

    In 1955 telde de N.S.B afdeling Leest 71 leden.

    Frans Lauwers was toen reeds vele jaren voorzitter.

    De eerste gedenksteen voor de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog werd opgericht in 1920 en een tweede voor de gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog in 1946.

    In 1948 werd te Leest het “Werk voor Oudstrijders en Gelijkgestemden” gesticht. Het doel was om zoveel mogelijk steun te verlenen aan zwaar beproefde families van oudstrijders en gelijkgestelden. Steun die zowel moreel, materieel als financieel kon zijn. Lous Lauwers werd afgevaardigde.

    In 1960 werd een nieuw vaandel ingehuldigd en gewijd.

    Andere voorzitters van de Leestse afdeling van de N.S.B. waren : August De Prins, Gerard Lauwaet.

    Het bestuur van 1980 zag er als volgt uit : Ere-Voorzitter Jan Pateet, Voorzitter André Walschaerts, Ondervoorzitter Louis De Croes, Penningmeester Eugeen Van Beersel, Feestbestuurder Gust Nuytkens, Boetmeester Louis Van den Heuvel, Commissaris Jan De Smedt, Vaandeldrager Remy Spoelders en secretaris Georges Veiller.

    En vijf jaar later :

    Voorzitter : Eugeen Van Beersel, Ondervoorzitter Louis Van den Heuvel.

    Secretaris-penningmeester: Georges Veiller.

    Feestbestuurder : Frans De Bruyn.

    Kommmissaris : André Walschaers, August Nuytkens en Albert De Smedt.

    Vaandeldrager : René Spoelders.

    In 1969 werd Georges Veiller(°Elsene, 26/6/1919) secretaris, de zieltogende N.S.B. telde toen slechts 10 leden.

    Onder zijn impuls steeg het ledenaantal het jaar nadien reeds naar 39 om in 1980 de 50 te overschrijden.

    Georges Veiller die in 1966 te Leest was komen wonen, zag dat er voor de oudstrijders van Leest werk aan de winkel was. Hij begon te lopen en te schrijven en reeds in 1970 bekwamen 23 mensen hun strijderskaarten met de eraan verbonden rechten.

    In hetzelfde jaar werden een groot aantal eretekens uitgereikt door de burgemeester.

    Tien jaar later bekwam hij dat er geen oudstrijders meer werden ontgraven en dat de stad Mechelen instond voor het onderhoud van hun graven.

    Tot 1977 bestonden er te Leest twee verenigingen, de oudstrijders waren tot dan zowat ingedeeld volgens dorpspolitieke kleur. Dat jaar ontbonden de “Oud-Soldaten” hun vereniging en bijna al hun leden werden lid van de N.S.B.

     

    Elk jaar op 11 november herdachten de oudstrijders hun gevallen makkers.

    Na de mis hield de secretaris van de afdeling een toespraak aan het monument op het kerkhof en werden bloemen neergelegd.

    (Diverse Folders N.S.B, DB januari 1955, Januari 1980, mei 1984)

     

    1919 – In januari hernam onderwijzeres Henriette Troch haar bediening in de

                gemeenteschool.

                “...Juffer Troch die sedert augustus 1914 het land was uitgevlucht, verklaarde in

                Engeland (Londen) haar taak te hebben waargenomen als onderwijzeres.”

                (GA-4/3/1919)

     

    1919 – Op 25 januari deed burgemeester Bernaerts een aanvraag tot het bekomen van 2

                geweren met patronen ten dienste “van den ambtenaar van politie en van den

                gemeente veldwachter.”

                Hij richtte deze vraag tot generaal Mahieu, krijgsgouverneur te Antwerpen. (GA)

     

    1919 – 30 januari :

                “In de gemeente is er geene haver meer beschikbaar daar een deel ervan is

                opgeeischt door de Duitsers en een deel door de Duitsche legers bij hunne aftocht

                is vervoerd aan hunne  paarden en mede genomen bij hun vertrek zonder

                betaling.” (GA)

     

    1919 – 30 januari : Uit een brief van de burgemeester voor de provinciegouverneur :

                “...Betreffende buurtwegenis oorlogsschade.

                Groote schade, tengevolge oorlogsgebeurtenissen is toegebracht aan :

                Steenweg van Leest dorp naar de limiet van Thisselt, wegen nrs 4, 10 en 28

                van het atlas, op deze lengte is de herstelling der brug over de beek groot

                noodig.

                Steenweg van Leest naar het Heike Hombeek, nrs. 5 en 9 van het atlas.

                Deze twee wegen zijn in zeer slechten toestand.

                Steenwegen van Leest dorp naar Heffen en naar Hombeek dorp, deels

                beschadigd, wegen nrs 3 en 2 van het atlas.

                Steenweg van Capelle op den Bosch naar boschkant Hombeek, weg nr. 5.

                De brug over de St Annabeek limiet met Mechelen, kant langs Leest,

                grootelijks beschadigd.

                Ook de kiezelweg in de Laerestraat is zwaar beschadigd.”

     

    25-02-2012 om 10:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 7 februari 1919 stierf in Rennes (Frankrijk)  Franciscus Jozef De Borger, in het ziekenhuis Saint Meën, aan de gevolgen van zijn kwetsuren.

    Frans Jozef De Borger was te Leest geboren op 18 december 1894 als zoon van Pieter Frans en van Maria Elizabet De Mayer.

    Hij deed de oorlog mee als soldaat bij het 4de Regiment Jagers te voet.

    Drie dagen later werd hij ter plaatse begraven. Een zieledienst werd voor hem opgedragen te Leest op donderdag 27 februari 1919.

     

    Op 15 maart 1921 stierf er nog een Leestenaar ten gevolge van de oorlog.

    Petrus Alfons Van Hoof was te Leest geboren op 6 mei 1894 als zoon van Frans Eduard en van Maria Louise “Wiske” Huys.

    Zijn ouders baatten de herberg “In de Groene Linde” uit op het Dorpsplein.

    Fons diende bij het 14e Linieregiment.

    Nadat bij de familie Van Hoof een bericht was toegekomen dat hun zoon  Theofiel was gesneuveld, werd Fons, die door het oorlogsgas was aangetast, uit een hospitaal naar huis gebracht als invalide.

    “Nog zie ik Fons, bij een hete zomerdag, hijgend zitten, in het lommer van hun lindenboom...” schreef J.A. Huysmans in De Band.

    Petrus Alfons overleed te Leest.

     

     

    1919 – Het aantal  stemgerechtigden voor de wetgevende kiezing bedroeg 458.

    25-02-2012 om 10:31 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Christine De Laet (Zuster Melanie) over de Eerste Wereldoorlog in het eerste nummer van De Band, 1955 :

    “...’t Begin van de eerste oorlog en de vlucht heb ik nog meegemaakt.

    Vader heeft na de doortocht van de eerste patrouilles een reuzefiets-motocyclette splinternieuw uitgehaald van onder de mesthoop.

    Maar de Belgische soldaten hebben ons twee dagen later dat merkwaardig ding als trofee ontnomen.

    Zeer intressant volgens mij was na de vlucht de koeienhistorie.

    De Belgen hadden alle koeien eerst weggehaald.

    ’t Leger had die te Antwerpen in hangars ondergebracht, en geraakte er niet mee weg.

    De Duitsers sloegen die aan.

    Na de vlucht waren er geen koeibeesten meer tenzij hier en daar één die in ’t wild liep, en gauw een “eigenaar” had.

    Zuster Viktoria (haar oudere zuster Melanie De Laet)  zei : “Ik moet een koe hebben, ze hebben onze koeien afgepakt, ik ga naar Antwerpen naar de Duitsers een koe halen !”

    Ze schuift aan in de rij om een bewijsschrift te bekomen en toelating om met “haar koe” naar Leest te mogen.

    Overrompeld als die kommandant was door die grote menigte, schrijft hij een bewijs.

    En zus ging met dat papierke naar die hangars, waar de controleur vraagt :

    “Welke is uw koe ?”

    Zuster Viktoria kiest er de beste en schoonste uit en roept : “Deze meneer !”

    De kerel laat begaan.

    Ze huurt een beestenwagen, en ’s avonds te kwart voor tien komt ze daarmee in Leest binnen in triomf.

    Alle mensen kwamen zien naar dat fenomeen...”  

     

    Christine De Laet werd geboren op 12 mei 1901. Ze ging in 1915 bij de zusters Annunciaden  te Heverlee, als zuster Melanie.

    Haar zuster Melanie De Laet werd geboren op 26 januari 1891. Ze kwam in het klooster bij de Annunciaden als zuster Victoria in 1917. Ze bleef als missionaris in Kongo van 1931 tot 1957. Ze overleed te Heverlee op 1 mei 1968. (LG-blz.332)

     

    Op de foto rechts Christine, links haar zus Melanie De Laet.

    25-02-2012 om 10:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Pieter Jan “Wannes” Pateet –Intervieuw met Karel Soors - De Band november 1976 : “Wannes Pateet en de oorlog”

    “...Jan Pateet werd te Leest geboren op 13 mei 1890.

    Zijn vader Henri en zijn moeder Marie Publie woonden achtereenvolgens op een boerderij op de Kouter en in de Scheerstraat.

    Wannes was de oudste van elf kinderen.

    In 1914 maakte hij kennis met de gruwelen van de oorlog. Het zou voor hem een pijnlijke herinnering blijven.

    Het begon al slecht voor Jan in 1912 toen hij binnen moest.

    In plaats van te mogen loten zoals voordien moesten de mannen van zijn lichting allemaal binnen.

    Men sprak van oorlog, maar dat sloegen onze rekruten niet hoog aan.

    Soldaat Jan werd ingelijfd bij het 7de Linieregiment en gekazerneerd te Antwerpen.

    Wat Jan zich nog herinnert van het oorlogsgebeuren wil hij ons wel vertellen...

     

    De eerste kennismaking met de oorlog !

    We lagen gebivakeerd buiten Namen. Daar zagen we de vijand voor het eerst.

    De Duitsers overspoelden de hele streek, een overmacht die we nauwelijks konden schatten. We trokken ons hals over kop terug. We wisten niet waar we ’t hadden.

    Nu de eerste kogels langs onze oren floten, deden we in ons broek.

     

    En verder...

    We probeerden zover mogelijk van ’t oorlogsgeweld te geraken en terug te groeperen.

    We waren grote sukkelaars : kleren, schoenen, wapens, alles geraakten we kwijt.

    We liepen verloren omdat niemand kaart kon lezen.

    Onze soldaten en officieren waren op zulk een oorlog niet voorbereid.

    Na een afmattende tocht hergroepeerden we ons.

     

    Toen koning Albert op 25 augustus 1914 de Sint Romboutstoren beklom om de opmars van het Duitse leger langs de Leuvense steenweg in ogenschouw te nemen, had je reeds aan de lijve ondervonden wat oorlog was ?

    Zeker, Halen, daarna Aarschot, dat was oorlog !

    Wat een beestigheden daar gebeurd zijn zal ik nooit vergeten !

    Ik moet wel zeggen : langs beide kanten waren er goeie en slechten.

    Terwijl we in Aarschot de Duitsers onophoudend bestookten en ons daarna terugtrokken werd er in de stad een bloedbad aangericht.

    Onder het geroep : “Man had geschossen !” werden brave burgers omgebracht.

    Bij een van die straatgevechten werd adjudant Van Peuvelde zwaar gekwetst.

    Ik dacht dat de man zou sterven ! Ergens in een boerderij haalde ik een paard uit de stal en legde de gewonde daarop. Zo bracht ik hem naar de kazerne. Later verkocht ik het paard nog voor 10 frank aan een andere boer.

     

    Hoe raakten jullie aan de Ijzer ?

    Na een moeizame tocht groepeerden we ons in Zelzate. De verdediging van Antwerpen was ingezet. De Duitsers bestookten de forten rond Antwerpen.

    Niet lang daarna werd de aftocht geblazen. De bruggen werden opgeblazen.

    Op 8 oktober lieten we Antwerpen achter ons en marcheerden tot half oktober.

    Drie maanden waren we op pad geweest.

    De Ijzer zou bijna onze dood worden.

     

    De Ijzer was wel een nachtmerrie ?

    Langs een puzzel van tracees en passerels bereikten we Nieuwpoort. Daar begon de loopgrachtenoorlog. De Duitsers gebruikten gifgas om ons klein te krijgen, daar hadden we hevige schrik van ! Soms blies een gasalarm alleen van schrik.

                het front moest brengen.

     

    In Lombardsijde, het was juist na Allerheiligen en men sprak van wapenstilstand, lagen we wat hoger in stelling. De Duitsers schoten een bal door m’n schouder. Het was op 7 november 1917.

    Toen we die morgen naar Diksmuide opstapten, zagen we ze plots zitten. Als gieren zaten ze in de bomen en beschoten ons. Vanuit ijzeren kooien richtten ze hun mitrailleuzen op ons. Wat daarna gebeurde werd me achteraf verteld : ik lag in een put, mijn been was afgeschoten. Mijn broer Charel en een korporaal bonden mijn been af, anders was ik doodgebloed.

    Twaalf van mijn maten waren gesneuveld.

    Ze brachten mij naar het hospitaal in Adinkerke, waar ze mijn been hebben afgezet.

    Ik werd achteraf naar Rouen gevoerd.

    Daar ben ik gebleven tot 1921, totdat ik de zekerheid had dat alles ermee in orde was...

     

    De oorlog...wat denk jij over de oorlog ?

    Wat ik er over denk ? Oorlog deugt voor niets !

    Men mag dan zeggen dat een rechtvaardige oorlog er mag zijn, als je oorlog zag zoals ik die zag, zoals ik die meemaakte, dan kan je niet anders zeggen dan dat oorlog pure waanzin is, uitgevonden door enkelen, terwijl velen er voor sterven.

    Ik heb blinden gezien, mensen zonder benen of armen en veel, veel doden, alles door die oorlog !”

     

    Pieter Jan “Wannes” Pateet overleed te Mechelen op 25 juni 1980, hij werd nog negentig.

     

    25-02-2012 om 09:16 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Frans Coeckelbergh -  De Band nr. 7 van 1956 :

    “...Alhoewel het loten reeds tot het verleden behoorde toen Frans werd opgeroepen om het vaderland te dienen waren er toch nog velen die door de mazen van het net konden glijden en zich vrijmaken van legerdienst.

    Maar bij mij was hier geen sprake van zegt Frans want niettegenstaande ik de oudste en mijn moeder weduwe was, moest ik in 1911 optrekken om mijn dienstplicht te vervullen.

    Hij werd binnengeroepen te Berchem bij het 6e Linieregiment, nu mogen de soldaten wel boffen want met 2 maand opleiding komen zij er van af, maar in onzen tijd was dat 6 maand en dan moet ge weten dat voor ons Vlamingen alle bevelen in de Franse taal werden gegeven en als er waren welke deze niet verstonden bracht dat nog een hele boel moeilijkheden mee, aldus Frans.

     

    En hoe is uwen dienst verder verlopen Frans ?

    Die werd gevuld met wachten kloppen, marchen en manoeuvers doen, het ergste van al was, dat wij als onze 15 maanden om waren nog niet mochten afzwaaien want intussentijd was er in de Borinage een wilde staking uitgebroken, die ons nog 4 maanden langer onder de wapens hield zodat ik slechts in mei 1913 afzwaaide.

    Op 28 juli 1914 werd ik terug opgeroepen om ten strijde te trekken tegen onze Duitse vijand.

    We trokken na een viertal dagen de Duitser tegemoet om eerst slag te leveren te Rotselaar waar wij voor de overmacht van de aanvaller moesten wijken naar Haacht, waar we de vijand nogmaals duchtig repliek gaven en waar ik een van de critiekste ogenblikken van de oorlog meemaakte, even verhalen, we moesten ’s nachts een kasteel te Haacht gaan bezetten maar van het ogenblik dat we de poort openduwden werden we verrast door een bel die plots aan ’t bellen sloeg en toen we het kasteel verder wilden onderzoeken ondervonden wij dat we onmogelijk tot de bovenverdiepingen konden toegang krijgen, onze verrassing werd nog groter toen we plots beschoten werden door de Duitsers die zich verscholen hadden op de kamers, en stond ons niets anders te doen dan de wijk te nemen en de artillerie er op af te sturen, deze maakte met kasteel en Duitsers korte metten.

     

    Na elke slag moesten wij terug naar Lier om onze troepen in slagorde te brengen.

    Van daar moesten wij naar Katelijne Waver waar we weerop slag leverden, maar de Duitser beschoot  met zwaar geschut het fort dat wij te verdedigen hadden.

    Hij slaagde er in het poedermagazijn in brand te schieten, zodat vele van onze Belgische soldaten in brandende toortsen werden herschapen en er een gruwelijke dood vonden, niettegenstaande deze tegenslag hielden we nog een volle dag stand om dan tengevolge van de slechte ravitallering te moeten aftrekken naar Lint waar we nogmaals gevechten moesten leveren tegen de Duitse mitrailleurs die zich in de bomen verscholen hadden en ons aldus konden beschieten terwijl we in de grachten verder kropen. Van zodra wij dat in de gaten hadden losten wij salvo’s in de bomen, de Duitsers aldus verplichtend van de wijk te nemen en niet voor lang echter, want spoedig kregen ze versterking en moesten wij aftrekken naar de Redoute van Deurne, waar de Duitsers twee dagen later eveneens aankwamen en na enkele uren bezit namen van de Redoute.

    Met pak en zak zijn wij dan door de brandende stad Antwerpen getrokken, waar zelfs

    de Schelde in vuur en vlam stond.

    Dan maar steeds verder achteruit naar Sint Niklaas waar we op de trein stapten en naar Oostende gevoerd werden.

    U moet nu niet gaan denken dat we deze transport meemaakten in confortabele wagens !

    Neen, op verre na niet, we werden in beestenwagens geduwd en rijden maar om van uit Veurne te voet naar Ramskapelle te trekken, wat ook nog gepaard ging met tal van moeilijkheden o.a. te Nieuwpoort waar de Duitsers in een bietenveld verstopt lagen en ons van daar uit beschoten. Telkenmale er zich een van onze soldaten durfde vertonen werd hij onmeedogend neergekogeld.

    Zo zijn wij dan te Ramskapelle aangekomen waar we voor goed de slag aan de Ijzer hebben begonnen door eerst de reeds over de Ijzer gekomen Duitsers, ten koste van zeer veel mensenlevens, terug te drijven.

    In dat gevecht zijn voor de eerste maal Senegalezen tussen gekomen.

    Senegalezen zijn werkelijk wreedaardige kerels die op sommige ogenblikken geen onderscheid maakten tussen vriend of vijand en die met de dolk tussen de tanden tot de vreselijkste daden in staat waren. Zo heb ik met mijn eigen ogen gezien, nog steeds aldus Frans, dat één van die mannen enkele dagen na deze slag nog steeds met de kop van een Duitser, die hij tijdens het gevecht afgesneden had, in zijn zak rondliep.

    Deze eerste slag aan de Ijzer heeft geweldig veel doden gevergd. Overal waar wij kwamen lagen wel honderden lijken en krengen.

    Wij waren zodanig afgemat dat wij door het Frans leger afgelost werden en veertien dagen mochten gaan uitrusten om van dan af een vaste sector aan de Ijzer toegewezen te krijgen.

    Zo hebben wij vier jaar lang geploeterd en gevochten in water en slijk...”

    25-02-2012 om 09:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Constant “Stanne” Van Den Broeck, de Leestse eeuweling, vertelde me in 1983 :

    “...Ik ben er in geloot, de oorlog was voor ons een verrassing.

    Toen ik werd opgeroepen dacht ik : ’t is maar voor veertien dagen, om weer eens bijeen te zijn...maar ’t was voor vier jaar en half.

    Ik was bij de voorlaatste klas die nog werd opgeroepen.

    Terwijl de anderen in Namen aan het front streden moesten wij pinnekensdraad spannen tegen dat de Duitsers kwamen.

    Toen Antwerpen gevallen was, moesten we weg. Tien dagen mars, te voet, naar Frankrijk. Daar aangekomen werden wij verplicht onze klederen en geweren af te geven, dit om de jonge mannen te kleden die onmiddellijk naar het front trokken.

    Amaai mijn voeten als ik daar nog aan denk, toen we in Ouderlick kwamen.

    Velen van ons hadden onderweg alles wat hen hinderde weggesmeten, zelfs hun geweer.

    Dat was de aftocht !

    De soldaten waren hun eigen baas.

    Ik ben van de klas 1900 en van de jongere klassen maakten ze compagniën om tracees te graven enzo.

    De 5de december 1914 ben ik dan aan ’t front gekomen.

    Daar heb ik afgezien, vooral in ’t begin. Weet ge dat ik zes maand op blokken heb gelopen en zonder kapootjas ? En wij waren ook soldaat.

    Kou geleden jong, kou geleden.

    Jaak De Croes, een andere Leestenaar die ik toevallig aan het front ontmoette, heeft mij toen tenslotte een carabiniersvest bezorgd, alhoewel ik nochtans piot was.

    Aan ’t front heb ik veel meegemaakt, veel leed gezien.

    Omdat ik bij de Travailleurs was heb ik overal gezeten.

    We moesten buiten ’t geschut van de vijand blijven want we hadden geen wapens.

    Dag en nacht werkten we aan de tracees, dat was op strategische en dus gevaarlijke punten, herstellen van wegen, nieuwe banen trekken, bomkraters dichtgooien, bruggen leggen...

    Terwijl schrapnels en obussen insloegen rondom ons, moesten wij voortwerken.

    Soms liep het bloed van mijn handen, doordat ik me steeds moest laten vallen...

    Zo heb ik eens twee kamions lijken moeten helpen lossen, waarin per kamion toch zo’n 30 lijken, sommige daarvan met gaten in van een vuist groot, anderen totaal onherkenbaar.

    Alle dagen zagen wij lijken. Gruwelijk !

    Op zekere dag, de Duitsers hadden de gehele dag geschoten, kregen wij opdracht de gaten van bominsalgen te dichten. Wij op weg van Veurne naar Nieuwpoort.

    Net toen wij één put hadden gevuld kwamen er twee Duitse vliegers boven onze hoofden cirkelen en begonnen ons te bekogelen met hun mitrailleurs, ik dacht dat het te Wulpen was, in elk geval wij hebben ons kunnen redden door onder een brug te kruipen.

    Een andere dag hadden wij te Veurne wacht aan een Frans schip.

    Plots zagen we aan de hemel een bestuurbare ballon van de vijand opduiken maar we mochten er niet naar schieten van onze superieuren. Ineens dropte de ballon bommen naar beneden en één der bommen viel op een huis waas een vrouw werd onthoofd.

    Daarvan was ik getuige. Wreed !

    Of hij veel schrik had geleden ?

    Schrik ? Daar waren er bij met meer schrik, natuurlijk hadden wij momenten met water in ons ogen, vooral als wij aan thuis dachten, maar wij waren wilde mensen...

    Bijvoorbeeld als wij ’s nachts gingen melk halen, iedereen die ons dat zou belet hebben was eraan geweest, ook onze officieren. Wij waren wilde mensen hé.

    Wij hadden ook geen medicijnen. Als je ziek werd of gekwetst aan het front was dat dodelijk. Er waren totaal geen medicijnen.

    Eén keer ben ik licht gekwest geweest.

    In een bepaald dorp moesten wij een baan door het land trekken en ineens werden wij beschoten. Wij vluchtten weg en ik liep op zo’n 300 meter van een inslag en een stuk ijzer van een bom boorde zich in mijn bovenarm.

    Het was echter een lichte kwetsuur.

    Ik stond veel liever op 10 meter van zo’n inslag. Immers die ontploffing vormt een boekee en als je er kort genoeg bij stond had je alleen de beschermende losgerukte aarde. Het ijzer spatte verderweg uit mekaar.

    Toen den Duits terugtrok, werden wij, de mannen van de staat, naar Adinkerke gestuurd.

    Ik herinner me nog goed dat daar een plakkaat aan de muur hing.

    Op dat plakkaat stonden de bevrijde gebieden aangeduid. De mensen uit die gebieden mochten dan naar huis. Behalve wij van de spoorweg.

    Ik heb daar nog maanden moeten werken, ook nog na de wapenstilstand.

    Immers, Duitsland was gestraft en moest locomotieven naar Adinkerke overbrengen.

    Daar ik schilder van beroep was op ’t Arsenaal te Mechelen, werd ik daar weerhouden om mijn werk daar verder te zetten tot februari het jaar nadien.

    Twee dagen minder dan vier jaar en half ben ik van huis weggeweest...”

     

    25-02-2012 om 09:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – “...De oorlogsbuit door de Duitsche legers in de gemeente achtergelaten bestaat

                alleenlijk in gevelde bomen, die zich bevinden op verschillende eigendommen.

                Onder andere in den vloeibeemd aan de zennebrug, in den vloeibeemd “de

                Halsbergen” tegen de Zenne en nabij het kasteel de Mot in de Biest.

                Het betreft allemaal canadabomen.” (GA-2/1/1919)

    Op defoto : Victoria Coosemans (“Toor”), echtgenote van Jan Huysmans met haar drie kinderen in 1918. Onderaan links Albert, hierna aan het woord en vaak aanwezig in deze Kronieken onder de naam Jacob Albert Huysmans  of onder  zijn pseudoniem Anselms Jedrie, rechts Alfons.

    Moeder “Toor” heeft de pasgeboren Constant in haar armen. Deze zou nog drie jaar moeten wachten om zijn vader te zien.                    LEESTENAARS EN DE EERSTE WERELDOORLOG

     

    Jacob Albert Huysmans in De Band van april 1981 onder de titel “Onvergetelijks” :

    “1914 : Na enkele schermutselingen in ons gewest, naar het einde augustus toe, verhogen de Duitsers, in de streek bezuiden Mechelen, Kapelle op den Bos en Londerzeel, hun overmatige druk tot een ware veldslag, en werden de Belgische Linietroepen, door die pletrol overrompeld of uitgeschakeld...

    Meerdere van deze overspoelde jongens bleven alzo van hun regiment gescheiden achter. Dit bracht voor hen en vele families dramatische problemen...

    Heel de duur der bezetting hing als het ware het zwaard van Damocles dag en nacht over die mensen...

    Van collaborateurs hadden wellicht de Duitsers achterhaalde lijsten van verdachten, en dezen werden thuis meestal ’s nachts onverwachts omsingeld, en van kelder tot zolder uitgekamd.

    Zolang het zomer was zochten sommigen ondergedokenen hun heil in de graanvelden... Doch de oorlog ging verder, en bij het naderen van de winter, werden de Duitsers in de Vlaanderen gestuit, en voor de beide tegenstrevers begon het beslechten daar van ’n vierjarigen loopgrachtenstrijd...

     

    In de zomer 1915 vond ons moeder op ’n morgen een onder de deur geschoven open brief van onze vader, waarin zijn foto als konvooibegeleider aan het front, en een geheel vol geschreven blad, met aanmoedigingen voor ons allen, en de hoop dat alles weer gauw goed zou zijn... Dat was een ontroerende geruststelling voor ons...

    Op een avond, wat daarna, werd er op de achterdeur getokt, en daar komt Gust van den Ossenboer (August Jacobs, zoon van Frans en van Maria Anna Van Loock) binnen, ook een ondergedoken strijder, en zegt : “Toorke, ik ben het die u daar laatst die brief van uwen Jan gebracht heb, als ge soms iets wil terugschrijven zal ik dat morgen komen afhalen. Van af en naar het front worden hier en daar brieven en foto’s van vaders en zonen, langs Holland overgesmokkeld, maar zorg dat gij mij nergens vernoemt. Gij hebt geluk, want al maanden weten wij reeds dat mij broer Louis te Londerzeel is gesneuveld...” (deze sneuvelde op 29/9/1914 bij de eerste schermutselingen)

    Jaren achter dien oorlog, heeft Gust eens aan moeder verteld, dat hij die open brieven door zijn broer Frans en Frans Boonen, ook uit de Kouter, toegespeeld kreeg, langs een geheime inlichtingendienst, en hij herinnerde lachend haar schrijven naar vader : hoe blij zij was te kunnen melden dat hij een zoontje had bijgekregen : Constant !

    En zij ook had gevraagd welke mengeling zij moest bereiden, om zelf limonade te fabriceren !

    Bij het lezen van die brieven, zei Gust, wist ik in mijn schuilplaats mij met de frontmannen en hun thuis wat verbonden.

    Toen wist nog maar één vriend mij levend begraven, grinnikte Gust, mijn zusters en broer vermoedden ’t zelfs niet...Dore van Vleeskens, ’n buur uit onze straat, hovenier op het kasteel Empain te Battel, en onderhoudsman van hun graftombe alhier, die had mij daarvan een deursleutel bezorgd...

    Op een niet heel duistere avond waag ik mij toch uit den grafkelder, om langs den pastorijtuin, door het achterpoortje het veld te bereiken, en eens naar huis te gaan om wat nieuws... Na genoegzaam uitkijkend stap ik buiten, en zag daarginds, toch mij gezien door pastoor Beuckelaers huishoudster, plots buitengekomen uit de sakristie, die even verschrikt stopt, en dan gejaagd naar de pastorij rent...

    Twee dagen nadien bereik ik, nu ongehinderd, den pastorijtuin, en eensklaps roept de spiedende  wat bange juffrouw van achter een heester mij toe : “Och Gust, zijt gij het Gust ?...”

    “Ssst...stiller,” vermaan ik..., en ze fluistert : “Kom jongen onze pastoor is niet thuis, kom iets eten en drinken, och arme.” en de juffrouw vertelde mij haar sakristieavontuur : “Ik was,” zei ze, “in de kerk nog wat bloemen gaan schikken en toen ik buitenkwam, zag ik een man uit dien grafkelder komen, en ik stamelde : “Och God, och God...en herhaalde dit nog binnenshuis, en de pastoor vraagt : “Gij hebt toch zeker geen spook gezien ?” – “Neen, maar daar kwam een man uit de tombe van Empain, echt gezien !”

    - “Emma ! Houd dat voor u, en zwijg er ook stillekens over tegen anderen ! “ zei de pastoor...Maar ik bedacht, ik wil er meer van weten !”

    Alzo, zei Gust, ben ik meermaals daar goed onthaald.”

     

    Viktor De Hondt, ook te boek als ondergedoken krijgsgevangene der Duitsers, woonde in het huisje voor de Rennekouter aan de Tisseltbaan. Die man heeft niet te tellen oorlogsdagen en nachten in hun gereinigde aalput doorgebracht...

    Binnen het kolenhok had hij hun bouwstenen wc afgebroken en vervangen door een te kunnen wegnemen en terug te plaatsen houten model, en de buitenhuistoegang dichtgemetseld...

    Was er verraad, kwam er vreemd of familiebezoek of voelde hij drang naar zekerheid...Viktor dook erin...

    Moeder en kinderen wisten dan enkel : “onze vader is aan het front...”

    Slechts éénmaal heb ik later Viktor eens iets als klacht horen uiten : “Er zijn ook mensen die geen besef hebben wat een opgejaagd dier moet voelen, wanneer het aan klopjachten tracht te ontsnappen...”

     

    In den herft 1918 werden Frans Jacobs en Frans Boonen opgepakt door de Duitsers en verbleven te Mechelen opgesloten, wellicht voor latere deportatie naar Duitse strafkampen, doch zij werden bij den wapenstilstand vrijgelaten...

     

    Na nog ’n tijd van deelname aan de bezetting der Duitse Roergebieden, keerden onze Belgische overlevenden naar hun haardstede terug, en stichtten almeteen een oudstrijdersvereniging. Zij zouden hun eerste verbroederingsfeest geven op 11 november 1919...

     

    Een jongere broer van Viktor De Hondt, Edward is als groot invalide uit den oorlog gekomen...

    Na een Duitse stormloop die door onze jongens was afgeslagen, waarbij aan beide zijden honderden doden en verminkten, werd hij gevonden met een onvermijdelijk, tot bij de knie af te zetten been, en nadien helaas, wellicht bij ontbreken van meerwaardiger materieën, primitief verholpen, met een door riempjes vast te hechten elastische overtrek, waarin een stalen holle stang, met gummi omhulsel, om op te staan en mee te gaan...

    Zo zeilde en zeilde Edward : minzaam ongeknakt moedig...   

    Dagen voor het feest kwam Warre, met zijn goed been de fiets trappend, tot bij ons, om met mij en onze Fons, nog leergasten, maar hij reeds als vroeger muzikant, elk op ’n trompet, onder leiding van onze vader, samen de krijgshymne te repeteren...

    In aanwezigheid van een bijna volle kerk gemeentenaren, begon een dankmis, ter nagedachtenis en als huldebetuiging aan de gesneuvelden...

    Voor de kommuniebank, onder de konsekratie, stonden, ik links, en onze Fons rechts, van den op zijn wandelstok zich dapper rechtende Warre van Jonkers, en bliezen gedrieën het “Te Velde”...onvergeetlijk...

     

    Vanaf den wapenstilstand was het al begonnen : er raasde ’n volkse vreugderoes in crescendo...

    Peer de wagenmaker timmerde een danstent ineen, op zijn woonerf, hoek Tisseltbaan –links Koestraat, met gevolg dat de Leestse kermis in de dorpskom plat ging, en bij Peer, hemelhoog...

    Doch enkele jaren later probeerden de Oudstrijders ten voordele van hun steunfonds, de uitbating van een huurdanstent op de Dorpsplaats en het werd een gouden zaak...

    -“Nieuwe bezems vagen ’t best”, wist en zei Peer, en hij staakte de strijd...

    Onze Oudstrijders van toen weerden zich soms ook, als studentikoze vechtjassen...

    Enkelen opperden eens hardop het plan om bij de komende jaarlijkse ommegang van een toen late Sinksenprocessie, en dan kan het heet zijn ! : dat hun ledengroep, omwille hun aan het front gekregen kaalkop, nu bij mogelijke hitte, het hoofddeksel zouden ophouden...’n hoge raad, bedacht dat zij zulks niet in overweging wenste te nemen, en weerkaatste de bal : dat ieder zoiets zelf in eigen verantwoordelijkheid kon beslissen...

    Na die stunt was het lidmaatschap wat geslonken...

    Edward De Hondt verwierf ondertussen het opengekomen ambt van gemeenteontvanger...

    Toen hij eens, voor die taak, naar het posthuis te Hombeek was geweest, en bij het buitenkomen van den Kouter, moest uitwijken voor een kar, raakte hij met den pedaal van zijn moto een boordsteen aan het smal looppad nevens Meulemans’schuur, en stuikte met het hoofd op de kasseien...en is ervan gestorven.

    Edward liet een vrouw en zeven kinderen achter...

    Oktavie was een meisje uit Aarschot, als vluchtelinge in Engeland beland, en hulpverpleegster in een rustoord voor oorlogsverminkten, en ginds met Warre gehuwd, en beiden vestigden zich na den oorlog, eerst in het oude hoeveke van Verbruggen aan de Tiendeschuurstraat...

    Ik hoor Warre nog zeggen : “-Ons Tavie, is ma vie...”

     

    Seders 1919 wordt na de dankmis, een hulde, aan den voorkant der rechterbeuk van de kerk, bij den gedenksteen met de namen der gesneuvelden, jaarlijks herhaald...

     

    Ik verontschuldig mij, indien soms, in samenhang met voorgaande nog meer “Onvergeetlijk”, tijdens en na die oorlog, zou zijn vergeten...”

    25-02-2012 om 09:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – In oktober-november werd door de Duitsers in de Winkelstraat een vliegplein

                aangelegd. De inwoners werden verplicht daarbij te helpen, “verschillende

                hektaren graan en voeder, gelegen op den Kauter werden daardoor vernield.”

                (GA-8/1/1920)   

     

                Op de foto Gerard Somers met zijn paard Juul. Samen hielpen zij bij de aanleg

                van het vliegveld.

                Gerard Somers :

                “Wij koppelden dit paard in een ossespan : twee ossen met het paard in het

                midden. De Duitsers hebben het niet opgeeist, want ze moesten jongere paarden

                hebben, zo mochten wij het behouden.

                Sommige boeren kenden den truuk : ze stuurden hun vrouwvolk met hun paard

                naar de monstering : de Duitsers monsterden de vrouwen en die kwamen met hun

                paard terug thuis...”

                (LG-blz.261)

     

                J.A.Huysmans in DB 1978 “Een rad als telraam”, over het vliegveld :

                “...de kalender wijst nazomer 1918 aan : de Duitsers besluiten in deze streek

                enkele vliegvelden aan te leggen, om van hieruit versterking aan hun linies te

                geven, om een beslissende wending aan het ijzerfront af te dwingen.

                Te Hombeek, bezuiden het dorp bij de Zemstbaan, en te Heffen aan de Leestse

                baan bij de Molenbeek, op beide elk een klein deel.

                Doch aan de Leestse Kouter, heel de vlakte zeker 2 vierkante km.

                Achter de woonerven bij de Winkelstraat, worden 3 loodsen en enkele tenten

                opgetrokken.

                Duitse kontrole eist in onze herberg, wekelijks een voormiddag, voor een

                verplicht zich aanmelden van alle mannen van 18 tot 30 jaar oud.

                Om 10 uur kwamen de opgeroepenen langs de voordeur binnen.

                Meermaals werd iemand zijn als dwarsdoend vergeten pet van het hoofd geslagen

                door de wachtpost.

                Bij het pasnazicht werd menigeen opgevorderd, zich de volgende morgend aan te

                melden op de kommendatur van het Leestse vliegveld, voorzien van spade of

                kruiwagen, voor 7 dagen arbeid van 7 tot 21 uur, bij donkerte bijgelicht met

                stallantaarns, en met dat nieuws kon elk langs de achterdeur naar huis...

                De kommandant, die wat Hollands sprak, had logies op de hoeve van Eceleirs.

                Oktober loopt naar zijn einde als hier reeds een reeks vliegtuigen zijn geland

                en de piloten hebben al enkele oefenvluchten gewisseld tussen de velden...”

     

                 ’t Ridderke van november 2010 : Oorlog in de lucht

     

    “…Het jaar 1918 was heel bijzonder. Interne tegenstrijd in Duitsland en hoog politiek spel van de legerleiding bespoedigden het breekpunt in de “Groote Oorlog”. De Duitsers konden begin ’18 alle aandacht op het westen richten eens ze het vredesverdrag met Rusland op zak hadden. Om in Frankrijk een militair overwicht te krijgen werd het zogeheten ‘voorjaarsoffensief’ of  Kaiserschlacht ontketend; Dit bestond uit vijf gelijktijdige aanvallen en die veroorzaakten ook verhoogde druk op het Belgische front aan de IJzer. Er was ook luchtsteun. Het vliegveld van Evere bestond reeds maar omdat de vliegradius beperkt was, had men ook vijf vliegvelden in België kort achter de frontlijn. Het geallieerde tegenoffensief was zo hevig dat deze in gevaar kwamen en in allerijl nieuwe vliegvelden moesten aangelegd worden. Die zijn er gekomen in Hombeek en Leest. Men had handen en tijd te kort om veel aandacht te besteden aan een degelijke infrastructuur. De lokale bevolking werd verplicht om mee te helpen bij het aanleggen van de vliegpleinen.

    …

    Emiel Nuytiens :” dat vliegveld (noot : in Hombeek) lag tegen de Kattestraat en liep verder tot tegen de steenweg en tot aan den Dries. Wij moesten onze eigen schop meebrengen. De paarden waren van de boeren. Het veld was al opgezaaid. Dat werd allemaal vernietigd; Er mocht geen beekje in zijn. Het moest zeer gelijk geweld worden. Dat deden we met paard en wel. De 42 vliegers zijn er geland toen we daar nog aan het werk waren.

    …

    Het eten was alleen het rantsoen van thuis. De Duitsers betaalden ons wel uit maar het geld moesten we in Leest gaan halen. In Leest waren er 6 vliegers gestationeerd, maar dat was maar een klein vliegveld. In de school waren de mecaniciens van de Duitsers gevestigd en al hun gereedschap was daar.”In de school waren de mecaniciens van de Duitsers gevestigd en al hun gereedschap was daar.”

     

     

    1918 – “In de kerk werd in november 1918 een strafcompagnie Duitsche soldaten

                ingekwartierd en het zwarte kerkgewaad werd alsdan weggenomen.”

                (GA-8/1/1920)

     

    1918 – Op 2 november overleed te Leest de “Fransche verdrevene” Sophie Sarrazin,

                echtgenote Clovis.

     

    1918 – “Bij den aftocht der Duitschers, in 1918, hadden de inwoners veel te verduren

                van die soldaten. Op vele plaatsen namen zij al wat dienstig was aan veevoeder,

                en verstrooiden geheel nutteloos, groote hoeveelheden stroo, hooi, zelfs stool men

                zwijnen in bijzijn der eigenaars, dewelke men bij het minste verzet, dreigde neer

                te schieten.

                Vele soldaten waren bedronken...” (GA-8/1/1920)

     

    1918 – Op 5, 6, 7, 8 en 9 november hebben “verscheidene Leestenaars reizen gedaan

                voor het Duitsche leger, met paard en kar, voor vervoer van Leest naar Mechelen

                en van Mechelen naar Diest.” (GA)

     

    1918 – 10 november : Op het Middenveld stonden ongeveer een vijftigtal lichte

                verkenningsvliegtuigen opgesteld. (KH-Hombeekse Kronieken)

     

    1918 – Op 11 november 1918 werd een Duits bericht op de muren der stad Mechelen

                aangeplakt. Het meldde dat de wapenstilstand getekend was. (MK)

     

    1918 – 11 november : De hoeveelheid hooi in de gemeente aanwezig beliep 25.000 kg,

                strooi 200.000 kg en rapen 50.000 kg. (GA

     

    1918 – 11 november : Op de dag van de wapenstilstand overleed Constant Hellemans,

                een zoon van koster Louis en van Victoria Teughels.

                Hij was vijftien jaar.

                Hij kroop op de tas om stro naar beneden te gooien voor een koe die door de

                aftrekkende Duitsers was opgeeist. In het halfduister (het was ’s avonds rond

                zes uur) viel hij zelf naar beneden met de eerste bussel.

                Omdat de dokter van Hombeek niet durfde te komen, moest men een beroep doen

                op een Duitse legerdokter uit Heffen.

                Het geval was echter hopeloos : de dokter stelde een schedelbreuk vast.

                Moeder Victoria Teughels kwam deze slag nooit te boven : ze overleed het jaar

                nadien in 1919.

     

    1918 – 12 november : Diefstal bij Willem Jan Dagobert Slachmuylders, landbouwer uit

                de Kapellebaan.

                “1 os, 2 stieren en 1 vaarsken werden gestolen”.

                De dieren werden later teruggevonden bij een slachter te “Oxdonck-Sempst”, die

                verklaarde de beesten gekocht te hebben van Duitse soldaten. (PV)

     

    1918 – 14 november : Ontploffing te Kapelle-op-den-Bos.

                Op 14 november 1918 om halfacht explodeerde munitie in een treinwagon.

                Twintig personen, jong en oud, kwamen om. Velen werden gewond.

                De Nieuwe Gazet van 18 november 1918 daarover :

                “Daar zij al hun buit niet konden meevoeren verkochten de Duitsche soldaten

                den laatsten dag van hun verblijf te Capellen op den Bosch, in het station al

                wat er in de wagons was opgestapeld, tot meubels toe.

                Een talrijke menigte verdrong zich in ’t gebouw toen plotseling, door een

                onbekend gebleven oorzaak, drie munitie-wagons ontploften, waarbij 20

                kinderen die in de nabijheid speelden, werden gedood en 40 werden gewond.”

     

                Onder de getroffen gezinnen was er twee geboren Leestenaars :

                -Pieter Antoon Verbergt (°Leest 19/11/1862, +14/11/1918) zoon van Filip

                Verbergt en Anna Cornelia Bosman, die samen met zijn echtgenote Veronica

                Houwelijks om het leven kwam.

                Het echtpaar woonde te Kapelle-op-den-Bos, Schuttershof 10. Hij was

                fabrieksarbeider, zij huishoudster

                -Angela Virginia Potums (°Leest 23/2/1871, +14/11/1918), dochter van Jan

                Baptist Potoums en Anna Verdickt. Angela V. Potums was weduwe van Frans

                Filip Peeters.

                Ze kwam om samen met haar man Egied Moens. Hij was staatswerkman, zij

                huishoudster. (’t Ridderke nr.3 1999)

     

    1918 – Op 15 november hebben de laatste Duitse soldaten de gemeente verlaten.

                (GA-15/11/1918)

     

    1918 – 18 november : Om 11u30 kwamen de eerste Belgische militairen zegevierend

                Mechelen binnen. (MK)

     

    1918 – 4 december : De herbergiers Pieter Jan Vanden Eede en Frans Lauwens kregen

                verbod van de burgemeester om “op den 8 en 9de december e.k. in hun huis en

                zaal, bal en danspartijen te houden of te laten houden teneinde moeilijkheden

                en ongemakken te doen voorkomen...”

     

    1918 – 13 december : In de gemeente waren er 2 eigenaars van druivenserren : Dhr

                Moyson uit de Kouter en de burgemeester Jaak Bernaerts.

                (uit een brief aan de rechtstreekse belastingen)

     

    1918 – 18 december : Uit een brief van de burgemeester aan de Procureur des konings :

                “...de afdeeling van Volksopbeuring was ingericht in de woning van Pieter Jan

                Van den Eede, herbergier en winkelier alhier, dewelke de uitverkoopen van

                suiker, honig, enz. gedaan heeft, met behulp van Felix Polfliet en Lodewijk Van

                Loo..

                Vrouwe Frans Scheltiens Verschueren is betrapt geweest met boterverkoop

                aan een Duitsche soldaat.

                ...Den genaamden Stoop Henricus, moet in 1918, als geleider bij een

                Ottovrachtwagen, gevoerd door een Duitsche soldaat, door een Duitsch officier

                aangehouden zijn te Blaasveld.

                De wagen moest beladen zijn met omtrent 4.000 kg aardappelen  die versmokkeld

                werden. De vracht werd aangeslagen.

                ...Er zijn door de Duitschers gevankelijk weggevoerd en gevangen gehouden

                geweest :

                Boonen Frans Hendrik, landbouwer Kauter en Jacobs Frans Jan Baptist,

                landbouwer ook uit de Kauter, voor welke daden zij te verantwoorden hadden kan

                ik niet opgeven, evenmin weet ik niet wie de verraders geweest zijn.

                Er zijn ook eenige personen als werkloozen naar Duitsland overgevoerd geweest,

                alhoewel de gemeente noch Komiteit nooit de lijst van werklozen willen afleveren

                heeft, hetgene doet veronderstellen dat de namen der werklozen door eenen

                verrader moeten aangegeven geweest zijn...”

     

    1918 – Bevolkingscijfer op 31 december 1918 : 1682.

    25-02-2012 om 08:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 14 oktober sneuvelde Alfons Hieckeleers.

                De Belgische aanval waarbij  Jan Geerts was gesneuveld, bleef steken aan de

                spoorlijn Oostende – Torhout – Roeselare.

                Op 14 oktober werd een tweede aanval ingezet, om half zes ’s morgens.

                Om 13 uur werden Handzaeme en Roeselare veroverd.

                Diezelfde namiddag valt ook Cortemark in Belgische handen.

                Daar sneuvelde Alfons Hieckeleers. Hij werd ter plaatse begraven.

                Alfons Hieckeleers was te Leest geboren op 15 juni 1885 als zoon van Rosalie

                Hieckeleers.

                Hij was oorlogsvrijwilliger bij het 10e Linieregiment.

                Een zieledienst ging voor hem door te Leest op dinsdag 4 februari 1919.

                Op zijn bidprentje stond o.a. een citaat van Kardinaal Mercier (Herderlijke Brief.

                van 25/12/1914) :

                “...De Heer bekroont de dapperheid van den soldaat, die, zijn lot bewust, zijn

                leven ten beste geeft om de eer van zijn vaderland te verdedigen en de gekrenkte

                rechtvaardigheid te doen eerbiedigen, en de dood – christelijk aanveerd –

                verzekert zijne zielezaligheid !”

                En verder :

                “...Vaartwel, dierbare Moederen geliefde Zusters, die mij zoo innig lief had, zoo

                gaarne ware ik weer gekeerd om voortaan in uw midden te leven, de Heer heeft

                er anders over geschikt, zijn Heilige Wil geschiede.

                Ik stierf jong, maar gelukkig door het vergieten van mijn bloed medegeholpen te

                hebben voor de vrijwording van ons Vaderland. Mijne laatste gedachte was aan

                U, vergeet mij niet in uwe gebeden. Eens zien we elkander weder in den hemel...”

     

    1918 – 15 oktober : De oorlog loopt ten einde. De laatste veertien dagen wordt in

                Hombeek nog een Duits detachement van een bataljon “Minenwerfer” bij

                burgers ondergebracht. Hun opdracht is een noodvliegveld aan te leggen.

                (KH)

     

    1918 – 21 oktober : Aan de gemeente werd 1500 mark boete opgelegd wegens

                nalatigheid van haar landbouwers bij de melklevering. Alle betrokken

                landbouwers betaalden deze boete terug behalve Louis De Rooster uit de

                Blaasveldstraat, die weigerde.

                Zijn deel in de boete bedroeg 64 mark.

     

    25-02-2012 om 08:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – 28 september : Op enkele kilometers van Houthulst, te Klercken,  sneuvelde Jan

                Geerts. De eerste dag van het laatste offensief in de Vlaanders was voor hem

                fataal. De aanval werd die dag op drie punten ingezet : Houthulst, Westrozebeke

                en Passendale.

                Jan Geerts was te Leest geboren op 24 november 1895 als zoon van Karel en

                Melanie Verdickt.

                Hij ging binnen als oorlogsvrijwilliger bij het 20 ste Linieregiment.

                Hij zou te Leest begraven worden op 29 januari 1919.

     

    1918 – 30 september : Een speciale aanvraag “tot het bekomen van steenkolen tot

                verwarming hunner serren voor het winnen van bloemkoolplanten, tomaten,

                enz. werd gedaan door :

                -Joseph Vloeberghen, Koeistraat, 4.000 kg voor serre van 21 m lang en 6 m

                 breed.

                -Henri Verbeeck, Tisseltbaan, 8.000 kg kolen voor 4 serren, 2 van 24m35 lengte

                 op 6 m breedte, 2 van 20 m waarvan 1 op 6 m en 1 op 4 m breedte.

                -Lodewijk De Hondt, 2.000 kg voor 1 serre van 7 m breed op 5 m.

                -Petrus Verbeeck, Koeistraat, 2.000 kg voor een serre van 10 m lang op 6 m

                 breed.”

               

    1918 – Op 1 oktober verzocht Jaak Bernaerts “den Bestuurder der Rechtstreeksche

                belastingen en kadaster te Antwerpen” om vernieuwing van de kadasterkaarten,

                daar de kadastrale plans der gmeente niet meer konden geraadpleegd worden,

                zonder gevaar voor misslagen.

     

    1918 – 10 oktober : Lijst van de schapenhouders der gemeente :

                Weduwe De Laet uit de Kouter : 2 schapen.

                Weduwe Hellemans, Dorp : 2 schapen.

                Weduwe Meulemans, Dorp : 1 schaap.

                Cezar Jacobs, Koeistraat : 1 schaap.

    25-02-2012 om 08:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – 6 september  :

                Te Foverges (Haute-Savoie, Frankrijk) overleed Ivo Fierens.

                Hij was te Leest geboren op 10 augustus 1894 als zoon van Jozef Remi en Maria

                Louisa Jacobs.

                Ivo Fierens diende bij het 12e Linieregiment.

                Op zijn gedenkprentje stond volgende tekst :

                “Met welbehagen zag de Heer op zijnen nederigen dienaar neer die niet op ‘t

                kruis maar op zijne legerstede lijdend uitgestrekt lag.

                Door verduldig zijne pijnen uit te staan deed hij zijne verdiensten ten hemel

                klimmen gelijk geurige wierookswalmen tot uitboeting van ’t zondig menschdom

                en de bevrijding van zijn dierbaar Vaderland.

                Als een rookwolk ben ik heengegaan

                In den bloei mijner jaren

                In ’t begin mijner levensbaan

                Kwam het levensbootje op de rots te varen

                Broeders, Zusters, Kameraden, Vrienden

                Droogt uwe bittere tranen af

                Eens zal ik u hier wedervinden

                En opreizen uit mijne kille graf

                Mijne blanke ziel is heengevlogen

                Vaarwel zeggende aan dit aardsche oord

                En met mijne ouders bevind ik me hierboven

                In des Heeren zalig Sionsoord.

    1918 – 7 september : Pieter Jan Van Praet uit de Alemstraat werd door de Zivil

                Kommissaris beboet wegens het niet-inleveren van tabak.

                Hij diende 400 mark boete te betalen.

     

    1918 – 16 september : Jan Bt. Van Crombruggen, bakker te Leest, kreeg het bevel

                “tot het houden van een register aanduidende de zelfverbruikersrantsoenen der

                landbouwers en de rantsoenen der personen welke meel krijgen in plaats van

                brood van het Komiteit, hetwelk door de bakkers verbakken wordt.”

     

    1918 – 25 september : Met toestemming van de Provinzial-Erntekommission en van het

                Oogstbureel werd de graanlevering van de gemeente verschoven naar 25

                september.

                De gemeente diende dan minstens 35.000 kg te leveren.

     

    1918 – 26 september : Wegens niet-leveren van aardappelen, in de week van 16 tot 21

                september, kreeg landbouwer Antoon Stoop een boete opgelegd van 1.000 mark.

     

    25-02-2012 om 08:39 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 22 juli sneuvelde Jan Frans Huys op het veld van eer te Nieuwpoort.

                Hij werd daar de dag nadien begraven op het plaatselijke kerkhof.

                Jan Huys was te Mechelen geboren op 11 april 1893 als zoon van Frans Florent

                en Amelie Peeters.

                Hij diende bij het 4de Regiment Carabiniers.

     

    1918 – 3 augustus : Bij middel van plakschriften werd in de gemeente volgend bericht

                verspreid :

                “Bekendmaking.

                De burgemeester van Leest, maakt op bevel der Duitsche Overheid kenbaar dat

                bij geval van vervolging van krijgsgevangenen, het aan de bevolking streng

                verboden is, den vluchtende te vergezellen of hem behulpzaam te zijn tot

                ontvluchting.

                Het vergezellen van de vluchtende belet de belast zijnde, hunne

                vervolgingszending waar te nemen, te meer stellen de burgers zich alzoo bloot,

                aan het gevaar van doodgeschoten te worden.”

     

    1918 – 20 augustus : De weduwe Apers uit de Herstraat kreeg bevel om haar

                “schurfachtig”  paard aan te bieden te Lier op de Grote Markt.

                Een zellfde bericht kreeg Jan Fierens uit de Bist.

     

    1918 – 21 augustus : Vraag van de burgemeester aan de Zivil Kommissaris om een

                geschreven bevel te bekomen tot aflevering van 51 liter afgeroomde melk,

                te leveren door de melkerij van Blaasveld.

                “...de melk heeft gediend tot voeding der aangekomene Franse vluchtelingen

                in de gemeente.”

     

    1918 – Op 24 augustus werd Remi Kets met zes stemmen op zes verkozen tot

                hoofdonderwijzer. Zijn jaarwedde : 1.700 fr plus 100 fr bestuursvergoeding en het

                genot van een woning met hof. (GR)

     

    25-02-2012 om 08:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1918 – Dat jaar beliepen de kosten aan steen- en andere wegen door het gemeentebestuur

                gedaan 1.263 fr.

     

    1918 – In 1918 werd Jaak Bernaerts gekozen tot ondervoorzitter van “ ’t Provinciaal

                Landbouwcommice”.

     

    1918 – Begin januari verbleven er te Leest nog 61 vluchtelingen.

     

    1918 – 8 janauri : Vlas- en Kloddenvoorraad der gemeente :

               

                Naam                         Aantal kg

                                                    Gezwingeld vlas    Vlas  Klodden Vlaszaad

     

    Van Den Sande Fr.

    Groteheidestraat.                    73                          128        35           32

     

    Geerts Alfons

    Groteheidestraat                      6                                           2           14

     

    Weduwe Van Roosbroeck

    Groteheidestraat                      9                                                        10

     

    1918 – 8 janauri :

                “...Er zijn schoten gelost geweest door de Duitsche wachtsoldaten op ronde in de

                gemeente, ter plaatse Thisseltbaan, op personen die na aanranding wegvluchten.

                Alfons De Vleeschouwer diende klacht in bij de burgemeester, die proces verbaal

                opmaakte en dit verstuurde naar de kommandant der troepenafdeling 3 te

                Mechelen.”

     

    1918 – Dezelfde dag, 8 januari , deed de gemeente opnieuw een aanvraag voor een lening

                “teneinde gedane voorschotten aan te zuiveren”.

                Deze voorschotten dienden tot “inrichting der soepuitbedeling voor de scholen,

                Vluchtelingen en steuningen sedert het begin der maand augustus 1917”.

     

    1918 – “...In de nacht van 11 januari werd Jan Hendrik Constant  De Win uit de

                Winkelstraat opnieuw bestolen.

                Een ruim 100 kg wegend varken van 6-1/2 maand oud werd uit zijn varkenshok

                gehaald. Het varken werd, samen met de deur van het hok, 500 m verder gesleurd

                en aldaar geslacht.” (PV van de veldwachter)

     

    1918 – 22 januari : Er werden verdachte gevallen van schurft waargenomen in de

                paardenstallen van  Corneel Van den Brande uit de Bist, Polycarpus Verhoeven

                uit de Kapellebaan en Lodewijk Van Aken uit de Kleinheidestraat.

     

    1918 – 24 januari : Nieuwe vraag van de gemeente om petroleum en kolen.

                De petroleum was bestemd voor de wacht van de Duitse soldaten op het kasteel

                “de Mot”.

                De kolen voor de weduwe Lauwers, “voor de werking haren stoomgraanmolen.

                De hoeveelheid kolen nodig voor februari wordt begroot op 4 ton, aangezien er

                veel moet gemaald worden voor inwoners van Blaasveld waar geen graanmolen

                bestaat.

                Bij geval dezen voorraad niet kan verkregen worden, dan zal de bevolking van

                Leest en een groot deel van Blaesvelt zonder brood zijn in de komende maandag    

                februari.

                Om het broodgraan te kunnen malen waarmede de weduwe Lauwers belast wordt,

                zou zij maandelijks een kolenvoorraad noodig hebben van 3.500 kg.”

     

    1918 – 26 januari : Vraag van het gemeentebestuur aan “de Bestiering van het Wet- en

                Verordeningsblad” om te willen doen opnemen volgende aankondiging :

                “Gemeente Leest – Tijdelijken onderwijzer voor de gemeenteschool wordt

                gevraagd. Wedde en woonstvergoeding 1.350 franks. Onmiddellijk aan te

                vragen.”

                Deze aankondiging verscheen ook in de “Morgenbode”.

    25-02-2012 om 08:28 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Twee vluchtelingen uit Moorslede :
    Clement Masschelein en zijn dochter Valerie.
    De foto is genomen te Leest door een Duits soldaat.
    (foto : Paul Snoeck)

     

     

     

     

    1917 – Op 5 augustus kwamen er te Leest 79 vluchtelingen toe.
               Bijna allemaal waren ze afkomstig uit Moorslede West-Vlaanderen.
               Ze werden geplaatst bij inwoners der gemeente.

     

    West-Vlaming Paul Snoeck werkt aan een verhandeling over de vluchtelingen uit Moorslede en bezorgde me, naast de afgedrukte foto van de familie Masschelein-Van Biervliet, in 2014 een (voorlopig nog onvolledige) lijst met namen : 

    1.Mylle Gaston uit Moorslede, verbleef bij weduwe Spruyt in de Winkelstraat.

    2.Rosseel Elodie uit Dadizele, verbleef in de Tiendeschuurstraat.

    3.Sioen Leon uit Moorslede, verbleef in de Tiendeschuurstraat.

    4.Van Neste Cyriel uit Meerslede, verbleef in de Winkelstraat nr. 7.

    5.Messiaan Flavia, echtgenote van Van Neste Cyriel.

    6. Van Neste, dochter van nr 4 en 5.

    7.Van Petegem, dochter van…

    8.Masschelein Clement uit Moorslede Koekuit.

    9.Van Biervliet Eulalie uit Moorslede Koekuit, echtgenote nr. 8.

    10.Masschelein Augusta idem, dochter 8 en 9.

    11.Masschelein Martha, idem.

    12.Masschelein Germaine, idem.

    13.Masschelein Valerie, idem.

    14.Masschelein Lucien, idem, zoon van 8 en 9.

    15.Julia Sioen, gedoopt in Leest 27 oktober 1917.

    16. Helena Sioen, moeder (ongehuwd ?) van Julia.

    17.Leona Loyson, was getuige bij doop nr. 15.

    18.Jules Sioen, was getuige bij doop nr. 15.

    19.Renaat Vanwildermeersch, huwde met nr. 20 (woonde in Heffen).

    20.Flavia Sioen, huwde met nr. 19.

    21. Bruno Sioen, vader van Flavia nr. 20.

    22.Fharilde Sioen, moeder van Flavia nr. 20.

    23.Philippe Vanwildermeersch, vader van Renaat nr. 19.

    24.Mathilde Depoorter, moeder van Renaat nr. 19.

    25.Cyrillus Bonduele, getuige op huwelijk nr 20 en 19.

    26.Guilliam Sioen, getuige op huwelijk nr 20 en 19.

    27. Augusta Vanneste, 1918 communie in Leest.

    28.Palmyra Van Peteghem, idem

    29. Blanche Christiaens, idem.

    30.Melanie Van Dam, 1919.

    31. Leona Sioen, getuige doopsel Helena Sioen.

    32.Julius Loyson, idem.

    33.Germaine Loyson, communie in Leest 1918.

    34. Martha Loyson, idem.

    35. Martha Sioen, idem.

    36.Adriana Van Neste, idem.

    37. Maria Van Neste, idem.

    38.Alegdis Van Peteghem, idem.

    39. Maria Van Peteghem, idem.

    40.Palmira Van Peteghem, idem.

    41.Georges Christiaens, idem.

    42.Walter Christiaens, idem.

    43.Marcel Loyson, idem.

    44.Jules Sioen, idem.

    --Lucien Masschelein, idem reeds vermeld bij fam. Masschelein.

    45. Maria Lattrez, communie 20 mei 1919.

    46. Sylvia Lattrez, idem.

     

     

     

     

    25-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 31 januari ontvingen Victor De Laet (zie foto), Mevrouw Frans De Prins en Joseph

                Verlinden uit de Kouter volgend schrijven :

                “Op bevel der Duitsche overheid zijt gij aanzocht en verplicht op den 2 februari

                1918 om 2 ure namiddags (Duitsche tijd) uw ruinpaard aan te bieden te

                Antwerpen, kaai 28, in de nabijheid der noordstatie.

                Het paard moet voorzien zijn van eene halster met goede koord en moet zijnen

                numero aan den kop hebben op zichtbare plaats.”

     

    1918 – 9 februari : In de gemeente werden geschilderde borden uitgehangen waarop de

                verblijfplaats van de Duitse wacht was aangewezen.

                Dit gebeurde in het Dorp, het gehucht de Knip, de Winkelstraat, aan de

                Kauterweg en in de Kapellebaan.

     

    1918 – 18 februari : Remi Karel Lodewijk Kets, geboren te Calcken (Oost-Vl.) op 12 juni

                1888, werd benoemd tot tijdelijk onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool.

                Hij verving Jan Constant Moons die door ziekte onbeschikbaar geworden was.

                Remi Kets ontving 1.200 fr per jaar plus 150 fr vestingsvergoeding.

                (GR-11/4/1918)

     

    1918 – 19 februari : Het aantal bewoners der gemeente beliep 1682.

                Het getal vluchtelingen 60.

     

    1918 – 20 februari : Een vermoedelijk geval van schurft deed zich voor bij het paard van

                Pieter Jan Diddens uit de Blaasveldstraat.

     

    1918 – 21 februari : De volgende personen kregen van de Duitsers het bevel om hun

                merriepaard op 27/2 e.k. naar Antwerpen over te brengen :

                -de kinderen Buelens, Tiendeschuurstraat.

                -Polycarpus Verhoeven, Kapellebaan.

                -Karel Verbeeck, Tisseltbaan.

     

    1918 – 12 maart : Polycarp Verhoeven en Pieter Jan Diddens kregen bevel om op 25

                maart, om 10 u, hunne van schurft verdachte paarden aan te bieden ter keuring

                te Lier, op de Grote Markt.

     

    1918 – 14 maart : Elodie Rosseel, geboren te Dadizeele op 26/2/1892 en vluchtelinge uit

                Moorslede, werd naar het “Gasthuis” overgebracht met typhuskoorts.

                Ze was geplaatst in de Tiendeschuurstraat.

                De gemeente Leest droeg de kosten van de verpleging.

     

    1918 – Op 19 maart deed landbouwer Karel Lodewijk Van Aken uit de Kleinheidestraat

                een aanvraag om 105 kg zaaihaver te bekomen, dit omdat hij 150 kg haver had

                moeten inleveren.

     

    1918 – Op 25 maart verliet Leon Sioen, een vluchteling uit Moorslede, de gemeente om

                vrijwillig in Duitsland te gaan werken.

                Sioen verbleef in de Tiendeschuurstraat.

     

    1918 – 11 april : De dokters De Becker uit Tisselt en Van Assche uit Hombeek ontvingen

                volgend schrijven :

                “Op bevel der Duitsche Overheid doen ik u kennen dat alle gevallen van

                aanstekende ziekten door de geneesheren onmiddellijk aan de Duitsche Overheid

                moeten gemeld worden met de Meldekaarten.

                De Meldekaarten zijn verkrijgbaar bij den garnizoenarts te Mechelen.”

                Was ondertekend : de burgemeester van Leest.

     

    1918 – Op 2 mei kreeg pastoor Beuckelaers via het gemeentebestuur volgende brief

                besteld :

                Keizerl.Gerecht                                             Mechelen 26-4-1918

                des Kreises Mechelen

                Dagboek nr. 960 III

     

                                 Aan het gemeentebestuur Leest

                                t.h. van den heer Burgemeester

     

                Ik heb rede erop te verwijzen, dat over ’t uitgaan van Precessien eene aanmelding

                derzelve niet voldoende is, maar dat daarvoor mijne toelating noodig is, dat de

                dees betrekkelijke aanvragen ten laatste 5 dagen voor ’t plaats grijpen der

                Precessien bij mij moeten ingekomen zijn.

                De burgemeesters moeten de Geestelijken hunner gemeente van dees schrijven in

                kennis stellen.

                Ingeval hier nog brieven inkomen, dewelke aan deze bepalingen niet voldoen, zoo

                zal  ik mijne toelating voor ’t uitgaan der Processien niet meer verleenen.”

                Handtekening is onleesbaar.

     

    1918 – 6 mei : Melkhandelaar Lodewijk Frans Polfliet uit de Tisseltbaan werd

                geverbaliseerd door de politiekommissaris van Koekelbergh omwille van de

                verkoop van vervalste melk. Er was water bijgevoegd. (PV)

                Lodewijk Frans Polfliet : (19/12/19)

                “...Ik heb mijne melk dien dag te huis nagezien voor mijn vertrek en al de

                kruiken hadden voldoende gehalte. Ik moet mijne kruiken op den trein in den

                bagagewagen plaatsen en kan dus niet weten of er soms, bij het vervoer, in

                mijne afwezigheid, geene mengeling gedaan is.”

                Zijn kleinzoon Jan Van Rompaey wist te vertellen dat de PV van zijn grootvader
                zonder gevolg werd gelaten omdat hij de Duitse kommandant een haasje kado
                had gedaan...

     

    1918 – “...In den nacht van 18 op 19 mei, zijn op het land van vrouwe Frans Lauwers,

                Bist te Leest, uit de putten gestolen, de plantaardappelen op eene oppervlakte van

                8 aren 40 centiaren, ter plaatse Boschveld.”

     

    1918 – Op 27 mei kreeg weduwe Bonifacius Lauwers verbod van de Duitsers om

                peulvruchten (erwten, bonen, paardenbonen) te malen.

                Indien zij daarmee betrapt zou worden, zou haar molen onherroepelijk worden

                gesloten.  

     

    1918 – 4 juni : Teneinde het stelen en beschadigen bij nacht van aardappelen en andere

                beplantingen te beletten werd een wacht in het leven geroepen.

                41 dorpelingen gaven zich op om deze nachtwacht te verzekeren.

     

    1918 – 4 juni : Uit een brief van de burgemeester tot de kontroleur der rechtstreekse

                belastingen :

                “...bij deze doen ik u kennen dat er tijdens den oorlogsduur geene feesten van

                kermissen noch jaarmarkten in de gemeente gehouden geweest zijn.”

     

    1918 – 7 juni : Op een verkoopdag te Heffen werden drie Leestenaars betrapt “bij het

                opbieden en kopen van hooi zonder machtiging”.

                Jaak Troch, Lodewijk Frans Polfliet en Joannes Siebens.

                De gezamelijke aankoop werd op bevel van de Duitsers in beslag genomen.

     

    1918 – 13 juni : Bij Henri Van Eecke uit het Dorp werd het “tabaksnijmachien”

                verzegeld door de burgemeester, dit op bevel van de Duitsers.

     

    1918 – 19 juni : Verdachte gevallen van schurft bij de paarden van Jan Fierens uit de

                Bist en weduwe Apers uit de Hertstraat.

     

    1918 – 21 juni : Overlijden van Jan Constant Moons, de hoofdonderwijzer van de

                gemeentelijke jongensschool.

                Jan Moons was te Leest geboren op 19 november 1878.

     

    1918 – “...In den nacht van 24 op 25 juni zijn er ter plaatse Kauter, nabij de Winkelstraat

                op het land van Jan Lauwens, aardappelen uitgesteken door 2 dieven, die verrast

                werden door de patrouillerende nachtwacht en de gestelen aardappelen, 35 kg,

                moesten achterlaten.

                Een der dieven is herkend, het betreft de vluchteling Cyriel Van Neste, alhier

                verblijvende met zijn gezin, Winkelstraat nr. 7.”

                Burgemeester Bernaerts verzocht de Ortskommandant te Mechelen om dergelijke

                diefstallen te bestraffen, daar hij zelf niet bij machte was om dit te doen en het

                Belgische gerecht onwerkzaam was.

     

    1918 – 1 juli :

                “...De hengsten in de gemeente bestaande, zijn besneden op bevel der Duitse

                overheid, behalve het hengstje (pony) van vrouwe August De Prins uit de

                Alemstraat.”

     

    1918 – 4 juli :

                “...De genaamden Coppens Pieter uit Vilvoorde werd heden op heterdaad betrapt

                bij het stelen van aardappelen.”

     

    1918 – 6 juli :  Vraag van de burgemeester aan de Duitsers om levering van 1.000 kg

                carbuur, “voor de verlichting van de gemeente, waaronder huizen, gemeentehuis,

                kerk, scholen, enz..”

     

    25-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1917 – 3 november : Een spionagenetwerk werd opgezet door de Hombekenaar Louis

                Nuytiens en de Leestenaar  Frans Jacobs. Het bestond er in de legertrafieken  over

                het spoor te noteren. Ze deden dit werk in de herberg “De Leeuw van

                Vlaanderen” te Hombeek, die zeer gunstig gelegen was tegenover de bareel en

                het station. De dochter Trees Stroobants (zie foto) bood hun haar diensten aan.

                Op 8 mei 1918 zou zij echter gearresteerd worden als spionne en op 20 september

                veroordeelde het krijgsgerecht te Antwerpen haar ter dood.

                De familie schakelde relaties in om haar te redden en met de hulp van de gravin

                de Merode kwam ze op 11 november op vrije voeten. (KH)

                Tot de  Leestse tak van dit spionagenetwerk hoorde buiten Frans Jocobs ook

                diens broer Gust Jacobs en Frans Hendrik Boonen, allen landbouwers uit de

                Kouter..

                Gust had een deursleutel van de grafkelder van de Empains op het Leestse

                kerkhof  en hij gebruikte deze locatie als schuilplaats.

                De Leestenaars smokkelden ook brieven naar het front en terug.

                Frans Hendrik Boonen en Frans Jan Baptist Jacobs werden in de lente van 1918

                aangehouden en als spionnen opgesloten in de gevangenis van Antwerpen.

                Eerstgenoemde werd al na enkele weken vrijgelaten wegens ziekte,

                laatstgenoemde kreeg enkele dagen voor de wapenstilstand de doodstraf, maar

                die werd gelukkig nooit uitgevoerd.          

     

    1917 – 13 november : Lijnzaadvoorraad in de gemeente :

                Frans Vanden Sande 32 kg

                Pieter Van Roosbroeck 12 kg

                Alfons Geerts 12 kg.

     

    1917 – 27 november :

                “...Op het gemeentehuis werden neergelegd door de gendarmeriepost van

                Hombeek, omtrent 20 kg rogge (graan) en 2 pakjes gedroogde tabaksbladeren,

                dewelke volgens hun verklaring in beslag genomen werden bij een vluchteling

                verblijvende in de gemeente, in de Molenstraat.”

     

    1917 – 30 november :

                “...De personen hier onder aangewezen worden bericht dat zij op den 30

                november 1917, om 2-1/2 ure namiddag (Duitsche tijd) te Antwerpen, kaai nr.

                28 (nabij de Noordstatie) aan de Duitsche Overheid moeten aanbieden, hunne

                paarden waarvan de nrs hieronder zijn aangewezen.

                De paarden moeten een goed halster aanhebben, waaraan eene 2 meters lange

                sterke touw gehecht, den numero van het paard moet aan het halster gehecht

                zijn.

                Nr. van het paard :

                7 – ruin ; vaal van Spruyt Jan Baptist, Laerestraat.

                23 – merrie; bruin van Scheers Joseph, Tinneschuurstraat.

                26 – merrie; witgrijs van kinderen Buelens.

                75 – ruin, bruin, poney van Verbruggen Eugeen, Thisseltbaan.

                69 – merrie, bruin van Verbeeck Karel.

                223 – ruin, blauwgrijs, van Verhoeven Polycarpus, Capellebaan.

                            Leest, den 28 november 1917.”

     

    1917 – 3 december : De kolenvoorraad van de weduwe Alfons Maes was geheel uitgeput.

                De weduwe deed een dringende vraag aan burgemeester Bernaerts die ze doorgaf

                aan de Zivil Kommissaris te Mechelen.

                De kolen moesten dienen tot werking van hare graanmolen.

     

    1917 – 3 december :

                “...de woningen in deze gemeente tijdens den oorlog in 1914 afgebrand of

                beschadigd zijn hersteld en in gebruik genomen, ter uitzondering van 2 woningen,

                staande Molenstraat, nrs 2 en 3, waarvan deels de muren nog rechtstaan.

                Deze zijn eigendom van Jan J. Vloeberghen, landbouwer te Leest en

                rechthebbenden...” (GA-3/12/1917)

     

    1917 – 6 december : Jozef Selleslagh werd aangesteld als opvolger van de overleden

                Lodewijk Wauters, als nieuwe patentzetter.

     

    1917 – 7 december : De wacht van de Duitse soldaten, bestaande uit 13 manschappen en

                gevestigd in Steinemolen, zat zonder kolen.

                Daar ook de gemeente in kolengebrek verkeerde, vroeg de burgemeester de

                Duitsers om levering van 1.000 kg, om 10 zakken hout en 5 liters petroleum.

     

    1917 – 8 december : Burgemeester Bernaerts verzocht de Zivil Kommissaris om levering

                van “kussens teekeningen en ander gerief”, voor vijf kantwerksters uit Moorslede,

                die zich het kantwerken kunnen herbeginnen waardoor ze meer loon zouden

                bekomen en ook de aankomende vrouwelijke jeugd het kantwerken kunnen

                aanleren.”

     

    1917 – Op 17 december werd Frans De Muyer, “ontsmetter uit Mechelen”, door het

                gemeentebestuur gecontacteerd om het huis van Alfons Apers te komen

                ontsmetten. In dat gezin was een kind overleden aan kroep.

     

    1917 – 18 december : Frans Selleslagh, koopman uit de Kapellebaan, kreeg een

                uitnodiging van het gemeentebestuur om op woensdag 19 december

                “Om 9-1/2 ure (torenuur), aankomst van den stoomtram aan de katelijne poort

                te Mechelen, zijn schurfachtig paard tot onderzoek aan te bieden aan Mr

                Colette opziener veearts d.d. provincie Antwerpen.”

     

    1917 – 21 december :

                “...8 schriftelijke reklamen zijn ingediend tegen de gedane schattingen op

                tabaksbeplantingen.

                Alle andere tabakplanters der gemeente hebben mondeling gereklameerd

                tegen de schatting van de opbrengst hunner tabakplantingen.

               De plantingen zouden te laattijdig gedaan zijn en de gronden niet erg geschikt

                om opbrengst te leveren, ook zijn vele plantingen niet volwassen geworden en

                door de wind stukgeslagen.” (GA-21/12/1917)

     

    1917 – Op 31 december werd Emiel Meulemans, bankbeambte te Leest, benoemd tot

                ontvanger van het plaatselijk Weldadigheidsbureel met 120 fr jaarwedde.

                Frans Joseph De Maeyer volgde Lodewijk Wauters op als gewoon lid.

     

    1917 – Einde dat jaar ging de gemeente een lening aan bij de “Spaar- en Leengilde”,

                teneinde verschillende oorlogsonkosten te kunnen vereffenen :

                6.500 fr voor onkosten in de soepbedeling aan schoolkinderen en vluchtelingen.

                1.725 fr voor aankoop van  suiker.

                1.700 fr voor aankoop van geleien en marmeladen.

                2.500 fr voor onderhoud van het wachthuis der Duitse soldaten op ’t kasteel

                          “de Mot.”

                2.600 fr voor wedden en lonen van de gemeentebeambten en onderwijzend

                          personeel.   

                (GA-31/12/1917)

     

    1917 – De onderhoudskosten gedaan door de gemeente aan steen- en andere wegen

                beliepen voor het jaar 1917  608 fr. (GA-16/3/1919)

     

    24-02-2012 om 17:54 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1917 – Op 15 oktober 1917 sneuvelde te Diksmuide aan de Ijzer de Leestenaar Theofiel

                Ferdinand Albert Van Hoof.

                Hij werd geboren te Leest op 11 januari 1892 als zoon van Frans Edward “Sooi”,

                de waard uit “de Groene Linde” op de Dorpsplaats en Marie Louise “Wiske”

                Huys.

                Theophiel was vrijwilliger bij het 6e Linieregiment en werd begraven te Oeren, nu

                Alveringem West-Vlaanderen.

     

    1917 – Op 16 oktober diende het gemeentebestuur een naamlijst in van de plaatselijke

                schapenhouders met aangifte van de wolvoorraad.

                Frans De Laet, Jozef Rheinhard, Cesar Jacobs en de weduwen Meulemans en

                Hellemans waren goed voor 6 schapen en 13-1/2 kg wol.

     

    1917 – 20 oktober : De gemeente Leest kreeg van de Haverzentrale het bevel tot levering

                van 4.000 kg haver.

     

    1917 – 26 oktober :

                “...De Raad, overwegende dat de schaarsheid der huisbrandkolen groot is, besluit

                de gezinnen welke zullen bevonden worden van kolen voorzien te zijn, kunnen bij

                de algemene verdeling van kolen, niets meer genieten, zo lang bij hen voorraad

                zal gevonden worden. Misbruiken zullen bestraft worden.” (GR)

     

    1917 – 30 oktober : Aangifte van vlaswinning, in het oogstjaar 1917, werd gedaan door

                volgende personen :

                Frans Vanden Sande, Groteheidestraat 33 aren 700 kg.

                Alfons Geerts, Groteheidestraat 12 aren 100 kg.

                Piet Lodewijk Van Roosbroeck, Groteheidestraat 9 aren 50 kg.

               Samen 54 aren en 850 kg geschatte opbrengst ruw vlas. (GA)

     

    1917 – Op 31 oktober kwam er nog een vluchteling uit Moorslede toe. Het betrof Gaston

                Mylle, een landbouwwerkman. Hij trok in bij de weduwe Spruyt in de

                Winkelstraat.

     

    24-02-2012 om 17:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 12 mei : Louisa (Wiske) Van Hoof-Huys landbouwster en waardin van “In de Groene Linde”op het Leestse dorpsplein diende bij burgemeesterBernaerts volgende klacht in :

    “...Op 11 mei 1917, omtrentrent 10 uren voormiddag ging mijn zoon Jozef  Van Hoof, landbouwer, naar ons land, en in den Kauter heeft zekeren Edward Coeckelbergh, landbouwer te Leest Dorp, die in den Kauter aan het werk was, zijn zoon toegeroepen, wacht ik moet u spreken. Bij mijn zoon gekomen wilde Coeckelbergh hem doen bekennen dat hij den dader was van de teekeningen en smaad die op de poort van Coeckebergh geschreven stonden.Mijn zoon loochende, en Coeckelbergh heeft verwondingen toegebracht aan mijn zoon zijne hand en aan zijn oor, met een aspergiemes.In de nabijheid waren Frans Boonen, August Spruyt, Jozef Verlinden en Isidoor Vloebergh, allen landbouwers te Leest.”

    Burgemeester Bernaerts stuurde de klacht naar de procureur des konings te Mechelen. De afloop is ons onbekend.  

     

    1917 – “...in den nacht van 16 op 17 mei is uit het kot van Constant De Wit, landbouwer Winkelstraat, een zwijn van 6 maanden oud, wegende omtrent 60 kilos, gestolen.Uit het vooronderzoek bleek dat het kot bij middel van valsche sleutel moet geopend zijn.

    Het dier is op omtrent 600 meters afstand van de woning, in het veld, ingevolge de bevonden overblijfsels, geslacht geworden. Alle gedane zoekingen hebben geenen uitslag van ontdekking gegeven.”
               (Proces-Verbaal van veldwachter Van Hoof)

     

    1917 – “In den nacht van 17 op 18 mei was pachter Ferdinand Van der Hasselt uit de Kapellebaan het slachtoffer, althans zijn stierke van omtrent 7-1/2 maanden oud, werd hem ontstolen.”
               (Proces-Verbaal veldwachter Van Hoof)

     

    1917 – 18 mei : “...de tarwe, circa 40 aren, van landbouwer Karel Verbeeck uit de Tisseltbaan, is bevroren en zal geene opbrengst geven.

    Karel Verbeeck vraagt toelating om die 40 a te mogen beplanten met raapkool.”
               (Brief gemeente)

     

    1917 – 26 mei : De schoolhoofden Moons en Hellemans ontvingen volgend schrijven :

    “...Ingevolge bevel der Duitsche Overheid moeten alle plakschriften door deze Overheid uitgegeven, gedurende 3 maanden aangeplakt blijven.Ik verzoek u dus, van aan de leerlingen uwer school te willen mededeelen, dat

     alle beschadigingen van plakschriften streng zullen gestraft worden.”

     

    1917 – Op 31 mei vroeg de burgemeester aan de Zivil Kommissaris om levering van :

    “ 1750 kg carbure voor de verlichting van woningen en 250 kg carbure voor de verlichting van werkhuizen van schrijnwerkers, klompenmakers, smederijen en handelshuizen, en voor de verlichtingen van rijtuigen van melkhandelaars en andere vervoerders.

    Voor de verlichting van openbare gebouwen zoals burelen van het gemeentehuis,kabinet des burgemeesters, kerkgebouwen en scholen : 125 kg carbure...”

     

    1917 – Juni 1917 : Een Duits bevel over “Wol, matrassen en kussens”, luidde : “...Gij zijt hierbij uitgenodigd de voorwerpen die gij in bezit of in bewaring hebt en die, krachtens de verordening van 23 mei 1917, van den Generaal-Gouverneur en krachtens mijn uitvoeringsbekendmaking van 22 juli 1917 moesten afgeleverd worden, tegen gereed geld al de tot vulsel van matrassen en kussens gebezigde wol, hetzij zuiver of met andere bestanddelen, bv.paardshaar, zeegras vermengd, af te leveren...Wordt aan deze uitnodiging geen gevolg gegeven, dan zullen de af te leveren wol,     matrassen en kussens door dwang afgehaald en de in gebreke zijnde personen gestraft worden.Tot huiszoekingen zal worden overgegaan.”

    De Generaal-Gouverneur van België, Dr von Kohler. (MK)

    Te Leest verschenen in juni 1917 plakschriften om opgave te doen van het aantal matrassen.

    Burgemeester Bernaerts was de enige die hier op inging. Hij gaf zeven matrassen aan -in wol met paardhaar gemengd.

     

    24-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 1 juni : Op bevel van de Duitse Overheid werd Henri De Prins uit de

                Blaasveldstraat verplicht zijn vlas onmiddellijk te bewerken.

                “Ingeval van weigering moet het vlas door het vlasbureau van Lokeren opgekocht

                worden en na de bewerking moet het juiste gewicht ten gemeentehuize

                aangegeven worden...”

     

    1917 – Dezelfde dag 1 juni hernieuwde burgemeester Bernaerts zijn dringende vraag om

                kolen :

                “...de kolen zouden moeten komen van de mijn Strepij-Bracquegnies, en per spoor

                tot in Hombeek-Statie.

                Aangezien den kolenvoorraad van weduwe Bonifacius Lauwers, maalderes,

                geheel uitgeput is, en zij het broodgraan der gemeente-inwoners moet malen

                met haren stoomgraanmolen, vragen wij om toelating tot verzending van 15

                ton kolen...

                Moest de verzending voor 15 juni niet gedaan worden, dan zal het grootste deel

                der bevolking in broodnood zijn...”

     

    1917 – 7 juni : Om 11 uur zou in het gemeentehuis een vergadering plaatsvinden, waarin

                aan alle Leestse handelaars en winkeliers mededeling zou gedaan worden

                “omtrent de modaliteiten van de voortzetting van hunne handel”.

                Niemand kwam echter opdagen.

                Nochtans had de burgemeester bij middel van plakschriften en via afkondiging na

                de  hoogmis de plaatselijke neringdoeners verwittigd dat er “tot voortzetting van

                hunnen handel, aanvraag diende gedaan te worden”.

                Het betrof hier maatregelen om de woekerij in levensmiddelen tegen te gaan.

     

    1917 – Op 9 juni vroeg Corneel De Wit toelating tot het omploegen van 5 are tarwe die

                door de vorst vernietigd was, en deze oppervlakte te herplanten met koolraap.

     

    1917 – 14 juni : Aardappeldiefstallen –

                Op het land van Frans Van Roey, tegen de Winkelstraat aan, werden 2-1/2 are

                oppervlakte aardappelen (Krugers) te velde gestolen en op het land van Pieter Jan

                Gobien ter plaatse Rennekouter, 4 are 60 ca (vroege).

     

    1917 – 30 juni : Brief van het Gemeentebestuur Leest : Philip Jaak CORTEBEECK,

                geboren Leest 11 april 1878 wonende Koeistraat nr. 8 vestigde zich in ‘t

                gesticht De Cuyper te Stabroek.

     

    1917 – In juli werden de landbouwers van Leest verplicht aanmelding te doen

                “wanneer zij beginnen met het dorsen van hun graan...”

     

    1917 – 14 juli : Het gemeentebestuur verkocht 20 kg aangeslagen aardappelen aan 22

                centiemen het kg.

     

    1917 – Op 26 juli werden op het gemeentehuis 55 aangiften van tabakplantingen

                neergelegd.     

     

    1917 – “...Op 1 Oogst 1917 zijn er 669 kilos Soda vervoerd van Willebroek naar Leest.”

     

    1917 – Op 5 augustus kwamen er te Leest 79 vluchtelingen toe.

                Bijna allemaal waren ze afkomstig uit Moorslede West-Vlaanderen.

                Ze werden geplaatst bij inwoners der gemeente.

     

    1917 – Op 8 augustus werden er te Leest verschillende bomen aangeslagen van volgende

                eigenaars : Weduwe Cnops-Wauters, Notaris Van Melckebeke uit Mechelen,

                Baron de Wykersloot Brussel, Alfons Piessens Leest, Weduwe Vloeberghen en

                kinderen Leest, Baron de Vinck Brussel, Benoit Van Ingelgem Mechelen,

                Graaf de Ramaix Antwerpen, Coemans Mechelen, Montens Antwerpen en

                W. Apers Leest.

     

    1917 – 15 augustus : Begin van het zomerverlof  voor de Leestse gemeentescholen en dit

                tot 20 september.

     

    1917 – 16 augustus : De burgemeester stuurde een lijst met 98 aangiften van

                tabakbeplantingen naar de Ontvanger der Rechtstreekse belastingen te Mechelen.

     

    1917 – Op 21 augustus  stelde veearts Van Passen een vermoedelijk geval van schurft

                vast bij “den poney” van  Louis Van Aken.

     

    1917 – 22 augustus :

                “...in de gemeente Leest bestaan er geene lukshonden, wel waak- en trekhonden

                waarop nooit ene belasting is gehouden.”

    1917 – 23 augustus : Bevel van de bezetter :

                “...Afgekeurd vlees van noodslachtingen moet onmiddellijk overgebracht worden

                naar de krengbenuttiging.”

     

    1917 – Eind augustus werden er eindelijk maatregelen getroffen tegen de nachtelijke

                diefstallen op de velden.

                Burgemeester Bernaerts stuurde een lijst met 50 namen van landbouwers naar de

                Zivil-Kommissaris “dewelke aanvraag gedaan hebben om toelating te bekomen

                om bij nachte de velden te bewaken.”

     

    1917 – 12 september  - Aardappelsmokkelaars :

                “...de gemeente Leest heeft heden 400 kg aardappelen aangeslagen.

                200 kg daarvan werden vervoerd door een zekere Jan Frans Verdoodt, wonende

                Pikkerij Hombeek en 200 kg vervoerd door Victor De Boelpaep, wonende te

                Humbeek Dorp.

                Deze aardappelen waren gekocht aan 65 fr de 100 kg.

                Volgens de verklaringen van de smokkelaars hadden zij deze aardappelen gekocht

                bij Petrus Van den Eede uit de Tisseltbaan.”

     

                Daags nadien werden 1150 kg aardappelen aangeslagen.

                500 kg ervan werden vervoerd door een zekere Edward De Boelpaep. Ze waren

                afkomstig van de weduwe Vloeberghen uit de Koeistraat.

                De overige 650 kg werden door de burgemeester aangeslagen bij twee Duitse

                soldaten, die ze vervoerden met een wagen bespannen met twee zwarte paarden.

                De aardappelen waren 25 fr de 100 kg betaald.

     

    1917 – 20 september : De Leestse kolenverkopers werden heden ten gemeentehuize

                geroepen, alwaar hen mededeling werd gedaan van de voorschriften der Duitse

                Overheid.

                De kolenhandelaars in die dagen waren :

                Alfons Apers uit de Tisseltbaan.

                Vrouwe Joseph Apers, Mechelbaan.

                Weduwe Laurent Meulemans, Dorp.

                Pieter Van den Eede, Tisseltbaan.

                Karel Van Praet, Tisseltbaan.

     

    1917 – 30 september : Te Leest verbleven, vluchtelingen inbegrepen, 310 gezinnen.

     

    1917 – Vanaf 1 oktober 1917 werd door het “comiteit” aan de bevolking voedsel

                uitgedeeld : bloem, rijst, vlees en spek uit Amerika “Wilsonspek” genoemd.

                Ook waren er soepbedelingen, deze werden door de gemeente begroot op 20 liter

                per dag en 108 fr per week.

                Om deze onvoorziene onkosten het hoofd te bieden besloot het gemeentebestuur

                een lening van 4.000 fr aan te gaan bij de Spaar- en Leengilde, aan 4% per jaar

                en terug te betalen een jaar na het sluiten van de vrede.

                (GR-26/10/1917)

     

    23-02-2012 om 18:13 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!