Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    29-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto:  Pieter Albert Beullens. Hij sneuvelde op Sinksendag 12/5/1940 te Lummen.

    Albert diende bij het 36e Linieregiment.

     

    1940 – 10 mei : De radio maakt melding van de Duitse inval in België. Het is oorlog !

                Rond 17 uur wordt Kapelle-op-den-Bos bestookt door Stuka’s. (KH)

                De vaartbruggen worden beschoten.

                Ziekenwagens met gekwetsten rijden naar de Mechelse ziekenhuizen.

                Achttien mensen verliezen het leven, waaronder Frans Jozef Van Linden, geboren

                te Leest op 14/3/1871. (DB-1/5/1958) 

                ’s Avonds worden nog brandbommen afgeworpen op Mechelen. Er is veel schade

                o.m. aan het klooster van Leliëndaal en de cinema Agora in de Bruul. (KH)

     

    1940 – 11 mei : Deze zaterdag werd Frans afweergeschut opgesteld op de

                Hombekerkouter, op de grens met Leest. (KH)

     

    1940 – Op Sinksendag 12 mei 1940 sneuvelde te Lummen  de Leestenaar Pieter Albert

                Beullens. Hij werd geboren op 3 juni 1909 als zoon van Frans (“Sooi”) Beullens en van

                Johanna Marie De Hertog.

                Albert was bij het 36e Linieregiment.  

                Toen Albert gedoopt werd verscheen te Leest een “koets zonder paarden”, een

                opvallend  luxueuze auto waarin de gouverneur van de provincie Antwerpen

                plaatsgenomen had. Deze laatste nam de egards waar voor koning Albert die

                de peterschaprol op zich nam, omdat Albert Beullens het 25ste kind was van Sooi

                 Beullens.

                Sooi zou uiteindelijk, bij twee vrouwen, 27 kinderen verwekken.

     

    1940 – 12 mei : Pinksterzondag. Vluchtelingen, vooral uit de Kempen en Limburg,

                stromen door Hombeek. Belgische soldaten, die van het Albertkanaal

                weggevlucht zijn, kamperen er.

                In een radioboodschap worden alle nog niet gemobiliseerde jongeren tussen

                16 en 35 jaar opgeroepen voor het Belgische leger.

                Ze moeten zich dringend naar het rekruteringscentrum in Ieper begeven.

                Deze maatregel lokt veel droefheid en weerzin op bij de bevolking. (KH)

     

    1940 – 14 mei : Te Kessel-Lo sneuvelt de Leestenaar Jan Bruggemans van de Bereden

                Artillerie.

     

    1940 – 15 mei : Er komt stilaan gebrek aan voedingsmiddelen omdat voedingswinkels,

                bakkers en beenhouwers overal sluiten en wegvluchten. (KH)

     

    1940 – 16 mei : De brug over de Zenne te Leest  werd opgeblazen door Belgische

                geniesoldaten.

                De Duitse bezetter legde een noodbrug aan met pontons die door de Engelsen bij

                hun aftocht op de Schelde te Kruibeke waren achtergelaten.

     

    1940 – Mei : 52 gegijzelden

                Stanne Van den Broeck de populaire eeuweling van Leest vertelde in 1980 :

                “In mei 1940 bij het begin van de tweede grote oorlog was ik er bijna

                geweest. Zatte Duitsers kwamen over de Kouter van Hombeek naar Leest.

                Onder het mom van “burgers hebben op ons geschoten” namen ze

                gijzelaars terwijl ze in de lucht schoten. Nieuwgierig ging ik kijken wat er

                gebeurde en werd met nog éénenvijftig anderen opgepakt en in de school tegen

                de muur gezet.

                Ook naar Hanneke de Zaeger en Fons van Fillekes die op ’t land aan ’t werk

                waren riepen de Duitsers “Mitkommen !”

                Pastoor Beukelaers, Frans Piessens, Fons Verbruggen, Staf Vloebergh,

                Emmanuel en Henri Van de Vondel, Fons Polspoel, Victor van Kolettes,

                den Blokmaker, Staf Pottems, meester De Leers en nog anderen.

                Een Duits officier vroeg : “Waar is de Knip ?”

                Staf van de Metser en ik wisten dat, omdat we met de duiven speelden wisten we

                de Knip, dat nu Juniorslaan heet. We moesten meegaan met twee soldaten die

                het geweer in aanslag hielden. De Duitsers zochten een wei voor hun 120

                paarden. Eerst gingen we naar de wijk de Knip waar de houten molen gestaan

                had. Die wei was te klein. Ze wisten dat bij Piër Prins een grote wei was en

                die was vlug goedgekeurd.

                Ondertussen moesten al de gijzelaars tegen de muur van de school blijven staan

                tot wij terug waren.

                De Duitsers moesten nog stro hebben voor 120 man om die te slapen te leggen.

                Bij Van Praet kregen we twee botten en in “’t Seel” was stro genoeg.

                Stan van Busschot kwam daar juist ook met een kar stro aangereden.

                Alles werd op de kar geladen en toen mochten we naar huis.

                Sommigen van de anderen in ’t dorp zijn tot ’s anderendaags gegijzeld gebleven

                op gevaar van gefusillieerd te worden.

                Pastoor Beukelaers die vooraan stond zei nog tegen Victor van Kolettes :

                “Komde gij ma voor mij staan Vic”. Maar Victor zei : “As ’t tege ga zijn we

                allemaal doeët meneer pastoor.” En hij bleef staan.

                We woonden in dien tijd al in de Scheerstraat.

                De Duitsers hadden in mijnen hof touwen gespannen van de ene perelaar

                naar de andere en daaraan hun paarden vastgebonden.

                Wij bleven voor alle veiligheid maar binnen.”

                (DB,september 1980)    

     

    1940 – 21 mei : “Op 21 mei 1940 rond 10 uur voormiddag is mijn revolver merk

                Browning cal. 7,65 mm afgenomen door Robert Kwertfürt, Betaalmeester der

                Pionniers der Duitsche Weermacht. In het bijzijn van den Heer Jan De Leers,

                schoolhoofd der gemeente Leest.” (Getypte brief van veldwachter Huybrechts)

     

    1940 – 25 mei : Roger De Prins te Duinkerken slachtoffer van de oorlog.

     

    29-02-2012 om 10:05 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    In Sulingen was een groot  transitkamp opgericht, van hieruit werden vrijgekomen gevangenen en arbeiders naar hun respectievelijke landen gezonden.

    Alle mogelijke nationaliteiten zaten hier samen wachtend in barakken, op vervoer naar huis.

    Die uit het westen, Belgen, Hollanders, Fransen konden snel weg, maar Polen, Russen, Joegoslaven moesten langer wachten en velen durfden zelfs niet meer terug.

    Onder deze mensen waren gevaarlijke sujetten, ze waren gewapend met weggegooide Duitse wapens en gingen ’s nachts op rooftocht bij de Duitsers.

    Ze stalen en roofden alles wat in hun handen viel en namen het weinige dat de Duitsers nog hadden, af.

    In Sulingen verbleven ook veel “Zebra”s”, dat waren bevrijde gevangenen uit de kampen, velen uit Bergen-Belsen. Die waren nog gekleed in hun gestreepte pijama.

    Van hen vernamen we gruwelijke verhalen over hun verblijf in die kampen.

    Bij de boeren in Freistatt waren veel vluchtelingen uit het Rijnland en de Roer ondergebracht en die konden nu ook naar huis, terug naar hun gebombardeerde steden.

    De Duitse bevolking moest om 10 uur  van straat en wee degene die een minuut te laat was, die werd onbarmhartig opgepakt en tot de volgende ochtend opgesloten.

    Hierbij werden vele soldaten die over hun militaire kledij een burgerjas hadden getrokken, opgepakt en naar een krijgsgevangenkamp gevoerd.      

     

    Hier letten we vooral op SS-ers, maar we hebben er nooit een kunnen pakken.

    Ons werd dagelijks gewezen op de Duitse weerstand “Weerwolf” doch wij hebben hier nooit iets van gemerkt, de meeste Duitsers hadden hun nederlaag nog niet verteerd, waren nog te zeer ontgoocheld.

    Hun geloof in de fürer was te groot geweest en nu bij het zicht van duizenden en duizenden ordeloze soldaten die zich hadden overgegeven en onder strenge bewaking naar achter werden gevoerd, moesten ze er zich wel bij neerleggen.

    De bevolking zelf leed honger en had gebrek aan alles. In de steden verbleven ze in overgebleven kelders. In de dorpen die overbevolkt waren van gevluchte stedelingen werd ook het voedsel schaars en zoals bij ons onder de bezetting, verkochten hier de boeren ook aan de meestbiedenden.

    Wij hadden een paradijselijk leven,  niet werken, lekker eten, veel geld...

    Als ontspanning werden we ’s avonds naar Bremen, Hannover of Sulingen gevoerd.

    Naar een bierkelder of een filmvertoning en na de film steevast in de houding voor het “God save the King”.

    Met mijn moto verkende ik de ganse omgeving en mijn vele verlofdagen bracht ik door

    in steden als Bremen, Hannover, Dusseldorf en Berlijn.

    Daar zag ik Russische soldaten fietsles krijgen, tot groot en ingetogen plezier van de Duitsers. Komisch en onvergetelijk.

    Hier bestond ook een grote ruilhandel tussen soldaten van verschillende nationaliteiten. De Russen waren verzot op Amerikaanse sigaretten, terwijl de Amerikanen hiervoor polsuurwerken en vodka aannamen. Die uurwerken waren toch afkomstig van de Duitsers, de Russen was toegestaan alles wat hen bruikbaar was als oorlogsbuit mee te nemen. Ik heb Russen gezien met drie, vier horloges aan elke pols.

    Kerstmis 1945 brachten we door bij de Amerikanen in Bremen. Nabij de Dom in de huidige Ratskeller was hun kantine ondergebracht. Onvergetelijke sfeer met bier, wijn a volonté, de vrouwen hadden echter nog geen toegang.

    Als we ons verplaatsten konden we overnachten in Amerikaanse of Engelse transitkampen en hun kantines hadden altijd voldoende stock aan sigaretten, zeep, tandpasta, enz. Betalen met Duitse marken en die hadden we genoeg.

    In het najaar van 1945 werd de omgang met de Duitsers losser, krijgsgevangenen en ook burgers werden in de cantonnementen tewerkgesteld.

    De Duitse tewerkgestelden brachten allerlei voorwerpen mee om te ruilen tegen voedsel, ook smokkelaars doken op. Vooral sigaretten, bonen, koffie en nylonkousen waren zeer gegeerd maar vooral dozen vlees en ander voedsel was in trek.

    De bevolking leed immers honger, meer dan ik ooit in België had gezien.

    De boeren werden door de stadsbevolking nog feller belegerd dan bij ons in het hongerjaar 1941.

    Maar stilaan werd alles min of meer normaal, de bevoorrading geraakte terug op gang,

    in de steden begon men puin te ruimen en ieder toog aan het werk.

    Ook de omgang met burgers werd toegestaan, bals werden ingericht en vluchtelingen kwamen terug naar huis.

    Na Freistatt kwamen we in een aantal kleinere plaatsen terecht tot we in het voorjaar 1946 naar Leese verhuisden.Een kleine provinciestad nabij Hannover.

    Hier werden we ondergebracht in een door Russische slavenarbeiders nieuw gebouwde fabriek. Grote betonnen bunkers, een verdieping ondergronds, een verdieping bovengronds, zwaar en kunstig  gecamoefleerd met sparrenbomen, tot op de daken toe.

    Hier werden onderdelen gemaakt voor de beruchte V-bommen.
    Een aanzienlijk aantal lag nog klaar voor verzending, via een spoorweg die eveneens onzichtbaar was vanuit de lucht met hoogopschietende sparren, waarvan de kruinen hoog boven de sporen aan elkaar waren gebonden.

    De geleerden die vroeger voor de nazi’s hadden gewerkt, werkten verder, thans onder Engels gezag. De heren Professoren, zoals ze door de Duitse werklieden werden genoemd, werden door Engelse officieren van de geheime dienst in burgervoertuigen gebracht en opgehaald. Wat zij daar uitrichtten gebeurde in de grootste geheimhouding. 

    De gewone arbeiders werden bij het verlaten van de fabriek door ons gefouilleerd maar deze heren moesten we ongemoeid laten.

    De bunkers waren uitgerust met de meest moderne machines en de magazijnen staken nog vol met allerlei materiaal.

    Er was strenge kontrole en wij mochten niets aanraken, alles was immers bestemd voor Engeland of de USA..

     

    Half april 1946 was onze taak daar afgelopen en na een treinreis van een dag en een nacht belanden we in Bastenaken.

    Hier kwamen we in een totaal vernielde stad, we waanden ons terug in Duitsland. Platgeschoten huizen, waarvan de bewoners in de kelders verbleven, in de velden nog veel stukgeschoten Duitse en Amerikaanse tanks en ander oorlogsmateriaal.

    We werden ondergebracht in de kazerne die door de Amerikanen voor ons was ontruimd en we hingen opnieuw af van het Belgisch leger : weer oefeningen, dat was maanden geleden, Belgische kost, bouletten, saucissen, slecht en veel te weinig...of er gemord werd.

    We waren van de hemel in de hel terechtgekomen.

    Door een afdeling van onze compagnie werd deelgenomen aan de eerste steenlegging van de mardassonheuvel, een gedenkteken voor de Amerikaanse strijdkrachten.

    Na een verblijf van enkele weken ging het naar Bergen, waar we in een leegstaande school hokten en belast werden met het ophalen en wegbrengen van Duitse krijgsgevangenen die in de koolmijnen moesten werken.

    Gelukkig heeft dit niet lang geduurd, op 23 juni 1946 werden we totaal onverwacht bedankt en met onbepaald verlof naar huis gestuurd.

    Terug burger, dit vergde een enorme aanpassing...”

     

    Foto’s:

    -Berlijn 1945 : Sovjetsoldaten en Amerikanen ruilen horloges om. Deze foto’s werden eigenhandig door Victor genomen.

    -Vic na de fusie, zijn outfit is er op vooruitgegaan. Links van de garde staat Marcella Van Steen. Rechts Wiske Verbruggen geflankeerd door haar baas Marcel Leemans.

     







    29-02-2012 om 07:23 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Duitsland

    Via Antwerpen, Turnhout de Hollandse grens over tot Hengelo. In Holland werd onze trein letterlijk door de bevolking bestormd. Honderden mannen, vrouwen en kinderen liepen met onze trein mee, bedelend om eten.

    Wat wij konden missen werd uit de wagons gegooid : conserven, sigaretten, chocolade...

    Dit waren toestanden die wij in België met de bevrijding niet hadden ervaren, hier werd nog echt honger geleden.

    In Hengelo stapten we over op vrachtwagens, de grens over tot in Mofrika en in Wezel de Rijn over op een pontonbrug die door de Engelsen was aangelegd.

    Over Osnabruck, Diepholz tot Freistatt waar we werden ondergebracht in een oud-mannengesticht. Elk van ons kreeg een apart kamertje, prachtig ingericht met een goed bed en prima sanitair, een verademing na onze tenten en strozakken.

    Hier werden we belast met de bewaking van een groot depot van de Rasc, dat waren frontrantsoenen, sigaretten en kleding van het Engelse leger.

    Italiaanse krijgsgevangenen stonden tot onze beschikking voor het opknappen van allerlei karweien, doch die stalen zoals de raven.

    Die bestolen ons terwijl we er bij stonden, ongelooflijk wat die allemaal flikten, die waren ons in alles te slim af.

    In het begin was het hier voor ons zeer streng, niet ongewapend het cantonnement verlaten, nooit alleen buiten en “no fraternisation”, absoluut geen contact, geen verbroedering  met de Duitsers, op straf van krijgsraad.

    De eerste weken werd dat door ons zelfs niet overwogen, wij benaderden ze met de grootste terughoudendheid. De Duitsers zelf waren opmerkelijk beleefd, onderdanig, ja zelfs kruiperig, ze waren ook gelaten en angstig, gingen voor ons opzij en velen namen hun hoed of pet af als ze ons passeerden.

     

    De Engelse MP’s waren zeer streng en onverbiddelijk zeker zolang de oorlog duurde.

    In Diepholz was een groot Pools kamp, waar die Polen door de Duitsers als slavenarbeiders waren ondergebracht. Nu waren ze vrij en men moet niet over veel verbeeldingskracht beschikken om zich te kunnen voorstellen hoe die zich gedroegen tegenover hun vroegere bazen. Stelen, plunderen, alles wat niet te heet of te zwaar was sleepten ze naar hun barakken.

     

    Foto’s:

    -Zijn “soldier’s pay book”

    -Een mooie herinnering aan 1945.





    29-02-2012 om 07:12 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof.

     

    Het Fort van Breendonk

     

    Met mijn vriend Jan Baetens stapte ik naar Willebroek, we gingen ons melden in het Fort van Breendonk om de aangehouden zwarten te bewaken.

    Ook tientallen Duitse krijgsgevangenen werden daar binnengebracht en opgesloten.

    Nu moesten wij hun fouilleren.

    Alles wat ze niet in gevangenschap nodig hadden werd hun afgenomen.

    Wat een contrast : kruiperige onderdanigheid was in de plaats gekomen van hun vroegere arrogantie.

    Ik herinner me nog die Duitse officier die zich enkel door een andere officier wilde laten ontwapenen en aftasten. Dat gebeurde ook, een Belgische officier nam de egards waar, maar ’s nachts alleen in zijn cel kreeg hij een speciale behandeling en schoot er van zijn waardigheid niet veel meer over.

    De collaborateurs die werden aangevoerd kregen ook een speciale behandeling, zij werden vooraan de straat afgezet en moesten tussen een driedubbele haag losgelaten gepeupel lopen. Hierbij werden ze geslagen, gestampt, beschimpt, met de haren getrokken...ze haasten zich naar de min of meer veilige gang van het fort...

    Daar werden ze opgesloten in de kamers van de vroegere kampbewoners.

    Tijdens de dag werden ze met allerlei karweien belast en ook bij nacht werden ze niet gespaard, althans die eerste dagen niet.

    Na enkele dagen werden wij belast met het bewaken van de zennebrug te Leest.

    We hadden ons wachtlokaal op het gemeentehuis. Bewapend met een geweer, een tricolore band om onze arm en een Duitse gordel om het lichaam waaraan een koppel Duitse handgranaten, zo deden we in ploegen van twee dienst op de brug.

    Alle vreemdelingen werden gecontroleerd en door onze ploeg werden twee in burger geklede Duitsers aangehouden en aan de Engelsen uitgeleverd.

    Voedsel werd bereid in Willebroek en per vrachtwagen aangevoerd, het was goed en overvloedig.

    Na enkele weken werd alles stilaan normaal en de meesten gingen terug aan het werk.

    Ik kon mijn oude job weer opnemen in de garage  bij De Baere doch het werk aldaar bestond hoofdzakelijk uit puin ruimen, wat mij minder beviel.

    Ik besloot nog even de kat uit de boom te kijken.

     

    Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof

     

    Ik vernam dat ze oorlogsvrijwilligers vroegen en ik heb me gemeld in Antwerpen. Dat was op 23 oktober 1944, op de Rubenslei nr. 22.

    Toen ik daar volledig uitgekleed in een hokje stond te wachten sloeg er in de onmiddellijke omgeving een bom in. Kalk viel van muren en plafond, doch de keuring ging ongestoord verder. 

    Ik werd goedgekeurd en opgeroepen naar de Panquinkazerne te Tervuren.

    Na een zestal weken tamelijk zware opleiding werd ik Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof Victor bij het 8ste bataljon fuseliers 3de compagnie met stamnummer F8/479 en met specialisatie chauffeur motocyclist. Volledig uitgerust met Engels materiaal, de platte Engelse helm incluis.

    Te Joli-bois, bij Waterloo, werden we ondergebracht in een danszaal en stonden in voor de bewaking van Engelse benzine- en munitiedepots, die talrijk verspreid lagen in de weiden rond de Leeuw van Waterloo.

     

    Ook te Bosvoorde, aan de paardenrenbaan, had ik munitie te bewaken en te Koningslo Vilvoorde stonden we in voor de bewaking van een groot Duits krijgsgevangenenkamp, dit samen met de Engelsen.

    Het kamp bevond zich op een open veld en was omringd door hoge wachttorens.

    De gevangenen sliepen in tenten, ik heb altijd gehoord dat er zo’n 110.000 bij elkaar zaten. Whermacht soldaten, SS-ers, Vlaamse SS-ers, Zeemacht..alles zat er door elkaar.

    Sommige Vlaamse SS-ers lachten ons uit en verweten ons voor “Bleukens”.

    Wij maakten ons beklag daarover bij onze officieren die dat doorspeelden aan hun Engelse collegas  maar die begrepen niets van onze situatie en zij traden niet op, voor hen waren alle gevangenen Duitsers.

    Voor de afzondering en de ondervraging van de SS-ers moesten speciale eenheden komen. Wel was er een detensionbarak, waar de meest arrogante en weerspannige elementen werden in ondergebracht. Die werden daar door Engelse MP’s aan een speciale training onderworpen, een training die niet onderdeed voor wat zij destijds met velen van ons hadden gedaan.

    Hier bleven we tot april 1945 en dan de trein op naar Duitsland.

     

    29-02-2012 om 07:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  Henri Van den Heuvel bij wie Vic mocht onderduiken.

     

    Ondergedoken

     

    Toen ben ik ondergedoken.

    Landbouwer Henri Van Den Heuvel uit de Hertstraat, de latere schepene van de “Blekken”, stak zijn nek uit en bood me onderdak.

    Op zijn hooizolder richtte ik mijn logement in, in het hooi had ik een gang gemaakt om er in geval van nood diep in weg te kruipen.

    Hier heb ik vertoefd tot en met de bevrijding op 3 september 1944.

    Mijn moeder bezorgde mij eten en soms ook moeder Van den Heuvel.

    Tijdens de dag sleet ik de tijd met boeken lezen en ’s nachts wandelde ik het Hertsveld op of ging al eens slapen bij mijn vriend Jan Baetens, waar ik zonder het medeweten van zijn ouders langs een zoldervenstertje binnensloop.Doch voor het licht werd moest ik terug zijn op mijn hooizolder. Avontuurlijk was dat wel maar ook vaak angstaanjagend en ik was steeds op mijn hoede. Elke auto die men hoorde kon van de Gestapo zijn, elke vreemde persoon werd gewantrouwd.

    Na enkele weken sloeg de verveling toe en nam ik meer en meer risico’s.

    Overdag liep ik soms de velden en het Zuurbos in en durfde ik al eens naar huis te gaan.

    Daar groef ik van in het ovenhuis een onderaardse gang die uitliep achter de haag van onze tuin en uitkwam in de aanpalende gracht. Vele malen heb ik die vluchtweg ingeoefend, gelukkig heb ik hem nooit hoeven gebruiken.

    Nadien heb ik pas beseft hoeveel risico en gevaar Henri Van den Heuvel gelopen heeft door mij onderdak te bezorgen. Ik ben hem er altijd zeer dankbaar voor gebleven.

    Intussen kropen de dagen voorbij en de geallieerden naderden.

    Ik sliep nog steeds op mijn hooizolder en sporadisch bij Jan Baetens.

    Daar was ik toen ik op een nacht begin september op de Juniorslaan  in de richting Leest-dorp een tamelijk grote groep Duitsers met door paarden getrokken wagens, zag voorbijtrekken. Heel stil en zonder orde trokken ze af.

    De dag nadien, op een zondag, ik keek toe vanuit het Zuurbos, zag ik zenuwachtige Duitsers in de “Heilige Hoek”, ze waren bezig paarden op te eisen voor hun terugtocht.

    ’s Anderendaags ’s morgens was het zover ! Onbeschrijfelijke vreugde ! De Engelsen waren er. De Blaasveldstraat stak  vol met oprukkende Engelse soldaten, camions vol met lachende, sigaretten en chocola uitdelende soldaten.

    Men kan zich voorstellen welke opluchting de bevrijding bracht en hoe geestdriftig we onze bevrijders hebben onthaald. Schrik, honger en alle miserie was vergeten.

     

    29-02-2012 om 07:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : links Vic in 1943. Om toen te kunnen fietsen moest je creatief zijn. Rchts zijn onafscheidelijke vriend Jan Baetens van de Juniorslaan.

     

    Het Hongerjaar 1941

     

    Het jaar 1940 liep min of meer normaal ten einde, maar 1941 zou een nog nooit meegemaakt hongerjaar worden.

    De Blaasveldstraat zag zwart van het volk. Mensen van Blaasveld en Willebroek liepen huis in en huis uit, bedelend om voedsel.

    De boeren verkochten enkel aan degenen die konden betalen en dan meestal ’s nachts want de buren mochten dit niet zien.

    De smokkelaars deden gouden zaken : 40 fr voor een kilo tarwe, 35 fr voor een slecht roggebrood. Het rantsoenbrood zelf was ook zeer slecht, de deeg plakte aan het broodmes en het rantsoen bedroeg 225 gram.

    Ook vlees, vetten, suiker en bijna alles was gerantsoeneerd. Vele stadsmensen stierven letterlijk van honger, terwijl de meeste boeren en smokkelaars zich verrijkten. Ook degenen die de kant van de Duitsers hadden gekozen kregen dubbel rantsoen en hadden niets te kort.

    Ik verplaatste me nog dagelijks per fiets naar de Leuvensesteenweg maar dat werd steeds problematischer omdat ook fietsbanden op rantsoen waren, evenals schoeisel.

    Om aan een fietsband te geraken moest je een bewijs hebben dat je minstens 5 km van je werk woonde, anders kreeg je geen bon.

    Als je er al een bezat, had je veel geluk nodig om er twee keer mee naar Mechelen te kunnen rijden want die erzatsrubber barste en sprong in stukken.

    Bijna dagelijks moest ik aan mijn banden werken. Soms reed ik met twee buitenbanden over elkaar. Mijn meest efficiënt experiment : van de binnenband van een auto een fiets buitenband fabriceren. Dat  resulteerde in enkele maanden probleemloos rijden, maar door de toenemende schaarste kwam ook daar een einde aan en einde 1942 nam ik de trein voor mijn verplaatsingen.

    Wij zelf konden bij onze buren, boeren, niets kopen, omdat ze de hoogste prijs niet durfden vragen, ze verkochten veel liever aan de smokkelaars. Die kwamen hun waar tijdens de nacht ophalen.

    Ik ben vele malen na mijn werk per fiets naar Londerzeel gereden om een slecht roggebrood van 35 fr dat ik daar bij een smokkelbakker kon kopen.

    Onderweg moest men op zijn hoede zijn voor controle van Belgische gendarmen en kontroleurs van de ravitaillering, want meermaals is het gebeurd dat dit werd afgepakt.

    Ook ben ik ooit eens met mijn vader naar Stekene-Koewacht, ook per fiets, gereden.

    Naar we hadden vernomen was de tarwe en het koren daar goedkoop omwille van de smokkel met Holland. We kochten daar 20 kg tarwe. Elk 10 kg op onze fiets, ook sacharine hadden we daar gekocht, en hiermee naar huis. Overal op onze hoede voor kontrole maar we zijn er toch heelhuids mee thuis geraakt.

    Zo gingen de dagen voorbij vol kopzorgen over eten en hoe er aangeraakt.

     

     

     

    De Schele Duitser

     

    In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten.

    Al de inzittenden werden hierbij gedood.

    Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets, een eind in het veld.

    Zoals zovele souvenirjagers ging ook  ik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.

    Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag opvallend scheel, begon iedereen  af te tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten vallen.

    Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht. Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zo’n  slag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder adem zat.

    Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig krijgsgevangenkamp aangetroffen.

     

    Ontspanning

     

    Vermaak bestond in hoofdzaak op zondag naar de cinema, soms tweemaal, van 5 tot 8 naar de ene en van 8 tot 10u30 naar een andere en altijd te Willebroek.

    Wat later kwamen dan de bals op en mocht er terug bal gegeven worden.

    Bier was nog slechter dan het huidige tafelbier, gekleurd water, doch in de meeste café’s

    konden de klanten bier krijgen van onder den toog...

    Dat was iets beter, was zogezegd smokkelbier, doch zijn geld niet waard.
    De bals floreerden, alle zondagen volle bak.

    Wij gingen te voet naar Leest (dorp), Blaasveld, meestal in groep en wegens de totale verduistering was dit zeer plezant.
    Op de bals werd er soms ook controle gedaan door de Gestapo, alle uitgangen werden afgezet en één voor één naar buiten. Identiteitscontrole.

    Degene die niet in regel was, of die op hun lijsten voorkwam, werd apart gezet, streng bewaakt en meegenomen.

     

    Het Arsenaal gebombardeerd

     

    Vele malen was het ook alarm op de Leuvensesteenweg dit tot vreugde van de mannen van het Arsenaal, die liepen dan weg van hun werk tot op de vaart en dienden een tijd niet te werken.

    Wij bleven op ons werk.
    In het Arsenaal stond Duits afweergeschut en telkens er vliegtuigen overkwamen werd er vandaar op geschoten.

    Tot bij een bombardement het afweergeschut met toren en al naar beneden donderde.

    De Leuvensesteenweg werd zwaar geteisterd, vele doden en haast alle huizen getroffen.

     

    De Wapenfabrieken van Herstal

     

    In 1944, ik was pas enkele weken 18 geworden, kreeg ik van de Werbestelle de oproep om mij ’s woensdags te Mechelen in de Leopoldstraat aan te bieden.Ik werd er door een Duitse dokter gekeurd en de vrijdag daarop reeds diende ik mij aan te bieden in de FN fabrieken van Herstal bij Luik in die tijd Deutse Waffen und Munitionsfabriken genoemd.

    Inderhaast een valies gekocht, het was een rieten dat herinner ik mij nog, en die vrijdag vanuit station Mechelen afreis richting Luik.

    Een speciale trein met werkvolk, mannen en vrouwen, die in Duitsland tewerkgesteld waren. De trein stopte enkel te Leuven  en dan te Luik, Guillemin statie.

    Met nog een zestal personen stapte ik uit en we werden al dadelijk gecontroleerd door Feldgendarmen.

    Nazicht papieren, bestemming Waffenfabriken ? Geen probleem, we mochten door.

    Dan met de tram naar Herstal en ons aanmelden in de fabriek.

    We werden onthaald door iemand die goed Nederlands sprak.

    Eten konden we in de fabriek, logies was er in een leegstaande school op een tiental minuten gaans, maar uit zijn verdere uitleg konden we opmaken dat we eerder in een gevangenis dan in een fabriek terechtgekomen waren.

    En of dit waar was. Controles overal en op alle momenten van de dag, meestal op de onverwachtste, schutsels tussen de werkbanken.

    In de fabriek fabriceerde men wapens en munitie en dat was te merken.

    Bij het verlaten van de gebouwen werd men van boven tot onder afgetast en dienden we speciale apparatuur te passeren die ontworpen was om zelfs het allerkleinste vijsje te detecteren.

    Ik werd in een ploeg ingedeeld, kreeg een werkbank en een plan van een door mij te maken stuk, doch ik had geen vakschool gelopen en kon geen plan lezen.

    Mijn identiteitskaart gaf als beroep mecanieker aan en dat verwarden ze met paswerker.

    De eerste dag diende ik ook in het magazijn mijn persoonlijk gereedschap af te halen, een stel vijlen, een hamer en allerlei fijn meetgereedschap.

    Hier had ik al een eerste nare ervaring.

    Nietsvermoedend stapte ik de openstaande deur van het magazijn binnen, flater !

    Ik had mij moeten wenden tot de balie ernaast. De Duitse magazijnier kwam brullend op me af en gaf me zo’n doodsschop dat ik metersver door de lucht gekatapulteerd werd.

    Gelukkig kreeg ik voor dat plan hulp van een Limburgse collega en zo kon ik mij wat bezig houden, maar mijn rendabiliteit lag de gehele periode die ik daar verbleef spectaculair laag.

    De dagen duurden daar oneindig lang en vaak trachtte ik naar het luchtalarm.

    Wanneer dit afging liet men vallen wat viel en vluchtte iedereen naar de schuilkelders tot einde alarm. Soms vijf zesmaal per dag. Daar werden wij met Duitse discipline ingedreven, opeengepakt als haringen, maar ik was wat blij enkele minuten van mijn plan weg te zijn.

    Bommen heb ik er nooit weten vallen.

    Het eten was op zijn Duits,’s middags soep met worst en soms al wat groenten in en meestal een beetje aardappelen met choucroute of ook zure witte koolsoep en zwart brood, maar steeds veel te weinig.

    Gelukkig had ik van thuis wat mee om aan te vullen, anders was het honger lijden.

    Na de werkuren waren we vrij en dan wandelden we wat door Herstal en omgeving of we namen de tram naar Luik.

    Na daar een tiental dagen te hebben “gewerkt” kreeg ik er genoeg van.

    In mijn logement prepareerde ik een speciale sigaret : een weinig tabak en veel zout.

    Toen ik die de volgende morgen opstak en een paar maal inhaleerde, werd ik draaierig en viel flauw. Men bracht mij naar de infirmerie en daar schreef de Duitse arts me acht dagen rust voor.

    Ik was in de hoogste hemel, vlug naar het logement, alles inpakken en wegwezen met de vaste overtuiging nooit meer terug te komen.

    Tegen niemand iets gezegd van mijn voornemen, want wie kon je vertrouwen ?

    Met de tram naar het station, de onvermijdelijke controle, alles uitladen voor de feldgendarmerie, grondige fouillering en de trein op naar Brussel.

    Op die trein idem dito,reiskoffier uitladen, aftasten...

    Toen de trein Leuven naderde werd de stad geteisterd door een hevig bombardement.

    Ik ben het station uitgevlucht en heb de tram genomen over Brussel, richting Mechelen.

    Tussen Leuven en Brussel, in volle veld, werd de tram tot staan gebracht door Gestapo en Feldgendarmen voor een nieuwe controle. Zelfde stramien : afgetast worden en valies uitladen. Enkele passagiers werden apart genomen en moesten onder strenge bewaking achterblijven.

    Vanuit Brussel per trein tot voorbij het station van Vilvoorde, dat ook gebombardeerd was, trein op naar Mechelen en van daar te voet naar Leest.

    Niet slecht voor een zieke.

    Thuis gekomen heb ik intens genoten van mijn acht dagen en toen die om waren kreeg ik een dreigbrief van Luik dat ik terug moest komen werken.

    Eeen inschikkelijke Duitse dokter in de Stassartstraat te Mechelen gaf me nog acht dagen bij, toen ik klaagde over steeds terugkerende draaienissen, maar geen haar op mijn hoofd had ook maar enige intentie om terug te keren.

     

    29-02-2012 om 06:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : de ouderlijke woonst in de Blaasveldstraat in 1978. Tijdens de oorlog ook herberg “In den Nieuwen Buiten”.

     

    De Vlucht

     

    Die woensdagmorgen vertrokken we, te voet naast onze zwaar beladen fietsen, want tante Melle kon geen fiets rijden..

    Op de Juniorslaan gekomen sloten we aan bij de massa, een nooit geziene aaneengesloten  mensenzee met alle mogelijke vervoermiddelen, te voet, per fiets, stootkar, kruiwagen, wagens getrokken door paarden, allen zwaar beladen...richting Tisselt.

    Voor ons uit stapte een soldaat met een geit aan een ketting.

    We volgden de mensenzee in de richting Kapelle op/den Bos.

    Daar zagen we de eerste sporen van de bombardementen : kapotte huizen.

    Aan de brug stonden zeer nerveuze Belgische soldaten, we begrepen snel waarom, want toen we even voorbij de kerk waren hoorden we achter ons een harde knal. Ze hadden de brug in de lucht laten vliegen.

    Ik heb me nadien steeds blijven afvragen hoe men daar in hemelsnaam in geslaagd was, met die immense onafzienbare rij vluchtelingen.

    We vervolgden onze weg langs Ramsdonk, Londerzeel. In Steenhuffel moesten we schuilen, we werden overvlogen door Duitse vliegtuigen die door Belgisch afweergeschut werden bestookt. We schuilden in de hangar van een plaatselijke brouwerij en hoorden de stukken schrapnels op het dak inslaan. Angstaanjagend !

    Gelukkig werd daar niemand gekwetst.

    Langs binnenwegen ging het dan richting Merchtem Heikant. Het was ondertussen avond geworden en we moesten uitzien naar een slaapgelegenheid.

    De meeste huizen, door hun oorspronkelijke bewoners verlaten, staken reeds boordevol.

    Tot we op een boerderij kwamen, hier mochten we in de stal achter de koeien op stro slapen. Dat vonden we nog plezierig ook, ik heb er voortreffelijk geslapen.

    De oudere mensen begonnen intussen na te denken en zagen de miserie en de risico’s van de vlucht in.

    ’s Anderendaags rond negen uur, toen we aanstalten maakten om verder te trekken, werden we plots verrast door een vijftal Duitsers te paard met hun geweer op ons gericht.

    Een gebrul in het Duits : we moesten gaan staan met onze handen in de lucht.

    Ze vroegen of er geen Belgische soldaten bij ons waren. Na een ontkennend antwoord lieten die ons verder met rust en reden weg.

    Dat we geschrokken waren hoeft niet gezegd, enkele minuten voordien waren daar nog twee Belgische soldaten per motorfiets met side-car aangekomen en naar ik later vernam, hadden die zich bij de boer omgekleed, hun militaire kledingsstukken omgeruild voor burgerkleren, en zich tussen ons vluchtelingen gemengd.

    Daar het geen nut had om nog verder te vluchten, besloten we huiswaarts te keren.

    Langs een binnenweg terug naar Londerzeel

    Daar werden we plots brutaal aangesproken door een Belgisch officier. Mijn vader en nonkel Fons moesten zich identificeren. Toen hij zag dat wij vluchtelingen waren, vroeg hij waar de Duitsers zich bevonden. Toen we vertelden dat die reeds lang voorbij waren, trok hij zich terug in een korenveld. Daar zaten nog vele soldaten verborgen. Naderhand vernamen we dat die allen werden krijgsgevangen genomen.

    In Ramsdonk lagen in de living van een woning waarvan de deur openstond, vele gekwetste  Belgische soldaten, ze waren verzorgd door Duitse verplegers.
    Op de straat nabij de kerk lagen de lichamen van een zevental dode soldaten in alle mogelijke houdingen.

    Van de pastoor, een ex-onderpastoor van Leest, vernamen we dat deze soldaten in dronken toestand op de Duitsers hadden geschoten.

    In Kapelle o/d Bos moesten we, omwille van de opgeblazen brug, via het sas de vaart oversteken. Om hun paarden en kanonnen over de vaart te leiden hadden de Duitsers een primitieve brug  van bomen en balken gecontrueerd.

    Het was geen makkie onze zwaar bepakte fietsen daarover te krijgen, hierbij werden we bereidwillig geholpen door Duitse soldaten.

    In de namiddag kwamen we thuis, alles was gelukkig nog zoals bij ons vertrek.

     

    Generaal Paulus

     

    We waren nog niet lang thuis toen er Duitsers passeerden. In dichte rijen, te voet en met paarden trokken ze richting Blaasveld.

    ’s Avonds hield er een gans regiment ruiterij halt op de weide van Leemans tegenover ons café.

    Duitsers, met paarden, wagens, kanonnen, gans de straat vol, overal waar men zag, Duitsers!

    Ze trokken tenten op, maakten hun paarden vast aan de draadomheining, zetten wachtposten uit.
    Ik meen dat wij een van de eersten terug thuis waren..

    De Duitsers liepen bij ons in en uit, deden of het allemaal van hun was.

    De radio werd aangezet, dat was toevallig een “Telefunken” en dat viel duidelijk in hun smaak.

    Op de Leuvense stoof maakten ze wijn warm en maar drinken en dansen. Dat deden ze onder elkaar en velen raakten bedronken.

    Plots werd alles muisstil. Er waren twee Feldgendarmen binnengevallen. Ze begonnen meteen alles te doorzoeken.

    Ons moeder moest mee naar boven, ik wou ze volgen maar één van die Duitsers zette zijn voet op mijn borst en duwde mij naar beneden.

    De mannen met de metalen keten en plaat om hun hals hadden ook  het plezier van de andere Duitsers vergald want die dropen stil één na één af.

    Boven hebben die feldgendarmen alles overhoop gehaald, vermoedelijk op zoek naar Belgische soldaten of wapens. Er werd echter niets gevonden en ze lieten ons verder met rust.

    ’s Anderendaags ging ik de straat op en keek mijn ogen uit naar dit machtige leger.

    Op de weide van Stanne Gobien was het grote vergadering van hoge officieren, herkenbaar aan de rode strepen op hun rijbroek en kepi. In één van deze officieren, een grote magere man, meen ik stellig de latere beroemde generaal Paulus te hebben herkend. Doch lang mocht ik daar niet slenteren, want door een wachtpost werd ik toegesnauwd dat ik moest verder gaan.
    In de voormiddag vertrokken ze richting Blaasveld.
    Gans de straat en de wei van Leemans lag vol met lege wijnflessen, duizenden, oorlogsbuit, allemaal gestolen uit leegstaande huizen.

    De daaropvolgende dagen en weken heerste er een enorme drukte in onze straat : oprukkende Duitsers, terugkerende vluchtelingen, afgevoerde Belgische krijgsgevangenen.

    Stilaan hernam het leven zijn gewone gang, de meeste mensen waren terug thuis, enkele bleven weg, sommigen in krijgsgevangenschap.

    Ons café was terug open en we deden goede zaken aan die vluchtelingen. Ik moest bijna dagelijks met een triporteur met twee honden in, naar Mechelen, naar brouwerij Lamot om bier en ijs aan te halen.

    Ik begon terug te werken op mijn oude post.

    Mijn baas was ook teruggekeerd en al het materiaal dat we hadden verstopt lag nog op zijn plaats. Doch aan auto’s was weinig werk, slechts enkele kregen een vergunning om te rijden, er werden nog allerlei beperkingen ingevoerd en er kwam een strenge rantsoenering.Een gouden tijd voor smokkelaars brak aan.

    Enkel voertuigen die dienden voor bevoorrading kregen benzine.

    Daarom werkten wij veel aan de vernieuwing en vergroting van de garage. Onze baas had een toekomstvisie, maar al wat wij opbouwden zou in 1943 en 44 worden platgebombardeerd, ditmaal door de Engelsen.

    Toen de benzine nog schaarser werd, specialiseerde mijn baas zich in het plaatsen van gazogénes, dit waren kolenketels die gestookt werden om gas op te wekken, als surrogaat voor benzine. Doch weinigen haalden een bevredigend resultaat.

    Men moest ’s morgens minstens een half uur uittrekken vooraleer men kon vertrekken : het vuur aansteken, dan trachten om met benzine te starten en wanneer men gas had, overschakelen op kolen. Na enkele ritten waren de leidingen binnenin aangekoold en dienden gereinigd te worden.

    Uiteindelijk werden de ketels in de meeste gevallen gebruikt om er allerlei smokkelwaar in te vervoeren.

    Dat was soms vlees maar veelal tarwe waarmee vnl. Waalse groentenhandelaars de garage kwamen ingereden. Ze losten hun waar en vertrokken op hun beurt met benzine.

    Vele Belgische vervoerders die voor de Duitsers o.a. op de vliegvelden reden, kwamen in de garage een deel van hun benzine verkopen of ruilen voor tarwe of andere schaarse producten.

    Dat was poort toe, benzine lossen en vertrekken met een lading tarwe.

    Onze baas heeft vele malen Breendonk geriskeerd en wij die van die handel op de hoogte waren, moesten zwijgen als een graf..

     

    29-02-2012 om 06:35 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  De 16-jarige Victor Van Hoof kijkt toe hoe zijn vriend Jan Baetens raak schiet.

     

    De oorlogsbelevenissen van Veldwachter Victor Van Hoof:

     

    De Eerste Dagen

     

    “10 mei 1940. Ik was haast veertien en een half jaar oud en werkte  enkele weken bij  De Baere, op de Leuvensesteenweg te Mechelen, de garage die later door de familie Zwaan werd overgenomen en omgevormd tot de Hanswijk – Renault garage.

    Naar goede gewoonte zou ik om 8 uur beginnen.

    De dag voordien had mijn moeder me gevraagd om de ijzeren poort, naast ons huis in de Blaasveldstraat, te schilderen. Ik stond omstreeks 05u30 op met de intentie dit te doen en vatte de schilderwerken aan.

    Terwijl ik hier mee bezig was hoorde ik in de verte doffe knallen, herhaalde malen, tamelijk zwaar zoals kanongebulder.

    Wat later zag ik een groot, mij totaal vreemd vliegtuig, laagvliegend uit de richting Tisselt, voorbij de woning Diddens, richting Mechelen vliegen.

    Op de staart bemerkte ik duidelijk een groot hakenkruis.

    Ik snelde ons huis binnen, zette de radio aan en toen vernamen we dat de Duitsers ons land waren binnengevallen en tijdens de vroege morgen vele steden hadden gebombardeerd.

    Ik heb mijn poortje verder afgeschilderd en ben op mijn gewoon uur naar Mechelen gefietst.

    Onderweg stonden de mensen in groepjes bijeen, militaire voertuigen reden af en aan.

    Op de Leuvensesteenweg was het een nog nooit geziene drukte, nerveuze militairen, sommigen  verplaatsten zich  in de richting Leuven, burgers troepten samen..

    Van werken in de garage kwam niet veel in huis, wel werd er opvallend veel benzine verkocht.

    Van een groentenhandelaar vanuit de streek van Diest, vernam ik dat in de vroege morgen het vliegplein  van Schaffen fel was gebombardeerd en dat er vele doden waren gevallen.

    De meest alarmerende en onzinnige geruchten deden de ronde, parachutisten waren overal opgemerkt. De Duitsers waren doorgebroken, dan waren ze weer teruggeslagen, overal waren reeds spionnen opgepakt.

    De eerste vluchtelingen, afkomstig uit de grensstreek en de streek rond het Albertkanaal,  kwamen in de namiddag reeds per auto aangereden en smeekten om benzine die er bijna niet meer was. Ze hadden verschrikkelijke verhalen bij, over hevige beschietingen en gevechten, bombardementen, spionnen en parachutisten.

    De paniekstemming onder de bevolking ging crescendo.

    In de fabrieken Rateau, even voorbij de garage was een noodhospitaal opgericht.

    Tijdens mijn middagpauze ben ik tot daar gegaan en zag er een rodekruistrein toekomen.

    Vele  gekwetste soldaten, sommigen hevig bloedend, werden op draagberries bij Rateau binnengedragen.

    Gans de dag had ik mijn handen vol met benzine tanken, voornamelijk aan militairen en vluchtelingen. ’s Avonds was de put leeg.

    Toen ik om vijf uur huiswaarts keerde, kwam er vanuit Battel, aan het kruispunt met de Koningin Astridlaan een gans regiment Franse soldaten Mechelen binnengewandeld.

    De Fransen werden door de bevolking op luid gejuich onthaald, mensen liepen er naartoe met flessen en glazen bier, ze werden omhelsd. Hartverwarmende taferelen speelden zich af. Vol bewondering onthaalden we deze prachtig uitgeruste en fier stappende helpers van ons vaderland : zij zouden met de Duitsers wel korte metten maken, de moed zat er weer in.

     

     Thuis gekomen werd er over niets anders gesproken dan over bombardementen, spionnen, parachutisten... Elke vreemdeling was een  potentiële  spion.

    ’s Avonds rond 7 uur  zagen we vanuit de Blaasveldstraat een groep Duitse vliegtuigen boven Kapelle o/d Bos hangen. We hoorden afweergeschut en zagen een Duits toestel naar beneden storten. De piloot zagen we aan zijn parachute hangen en traag naar beneden komen. Het afweergeschut was afkomstig van een Engelse boot die in het sas lag. We hoorden dat de brug gebombardeerd was. Hierbij werden verschillende burgers, die naar gewoonte een praatje maakten aan de brug, gedood

    (Nvdr : achttien mensen kwamen daarbij om.)

    Er was ook veel schade aan woningen. Bommen waren gevallen tot in de Kapellebaan te Leest, hierbij werd het huis van Jan Van Riet erg beschadigd.

    Die eerste avond van de Duitse inval waren we van de radio niet weg te slaan.

    Soldaten werden opgeroepen en namen met een bang hart afscheid van hun familie.

    De volgende dag reed ik gewoon naar mijn werk.

    Tijdens de nacht waren er brandbommen afgeworpen op Mechelen.

    In de O.L. Vrouwstraat waren een paar huizen uitgebrand.

    Ik zag de eerste Mechelaars van de Leuvensesteenweg op de vlucht vertrekken.

    Mijn baas, mijnheer De Baere, diende twee vrachtwagens in te leveren voor het leger en raakte twee van zijn gasten kwijt omdat ze werden opgeroepen.

    Ik ben nog enkele dagen gaan werken. Dat werk bestond voornamelijk uit het wegbergen van olie en het leeghalen van het magazijn. De olie werd verborgen onder de grond

    en de stukken van het magazijn werden in de smeerput gestopt. Deze werd met balken en ijzeren platen afgedekt en daarop werd een laag beton gegoten. Hard en sterk, dat zou ik later ondervinden toen ik het moest openkappen. Niettegenstaande er in de garage vele vluchtelingen, soldaten en later ook Duitsers hadden verbleven, was er niets verdwenen.

    Na dit alles vertrok mijn baas Mijnheer De Baere, samen met zijn vrouw en schoonmoeder, met hun auto, op de vlucht, naar Frankrijk.

    Bij ons thuis waren vluchtelingen uit Mechelen gekomen, inwoners van de Battelsesteenweg en ook verschillende  familieleden woonachtig in de buurt van de brug van Heffen, die terecht vreesden voor bombardementen.

    Ook zij vertelden op hun beurt de meest paniekerige verhalen zodat mijn ouders besloten om ook te vluchten. Waarheen dat zouden we wel zien, als we de oprukkende Duitsers maar konden ontlopen.

     

    29-02-2012 om 06:30 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Afbeelding : Het “Entlassungsschein” of vrijlatingsbewijs uit het krijgsgevangenkamp.

    Als Vlaming mocht Albert Huysmans reeds op 22 augustus 1940 naar huis. De Walen moesten blijven tot na de oorlog. (1945)

     

    1940 -  24 januari : Jan Frans Piessens verkozen tot lid van de “Commissie van

                Openbaren Onderstand” in vervanging van de overleden Karel Diddens.

     

    1940 – Eind april : Soldaat Jacob Albert Huysmans met verlof te Leest :

                “...Ik vind het Leestse dorp in paniekstemming. Terwijl boven Mechelen

                koortsachtig aan ’n linie bunkers wordt gezwoegd, werden alle bewaakte

                bruggen over de Zenne reeds ondermijnd, en op alle wegen maakt het leger

                jacht op ’n vijfde kolonne. Daarstraks hadden soldaten, onze gebuur Jan

                Vloebergh, na een familiebezoek per fiets, in de Hertstraat opgepakt en naar

                het gemeentehuis gebracht om hem eindelijk als Belg te aanvaarden...”

                (“Pinksteren Soldaatjes”, DB september 1982)

     

    1940 – “Eben-Emael, 10 mei.

                Om halfzeven die vrijdagochtend kwam het radiobericht : “Duitse troepen zijn

                België binnengevallen”.

                Eben-Emael, het modernste Belgische fort, cruciaal voor de verdediging, was

                aangevallen door Duitse parachutisten.

                Het onneembaar geachte fort in de Provincie Luik was al een dag later in handen

                van de Duitse troepen.

                Daarmee kwam een einde aan de drôle de guerre die Europa sinds maart 1939

                in zijn greep hield.

                Duitse troepen hadden op dat ogenblik Tsjecho-Slovakije, de helft van Polen en

                heel Denemarken in handen en vochten in Noorwegen.

                De Sovjet-Unie, die een niet-aanvalspact met nazi-Duitsland ondertekend had,

                bezette de andere helft van Polen en vocht in Finland.

                België had in september 1939 zeshonderdduizend man onder de wapens geroepen

                waardoor het economische leven nagenoeg werd lamgelegd.

                Ondanks talrijke waarschuwingen dat een Duitse aanval ophanden was, werd op

                9 mei 1940 het normale verlofstelsel voor de soldaten ingevoerd.

                De dag erna vielen Duitse troepen België, het groothertogdom Luxemburg en

                Nederland binnen.

                Franse en Britse versterkingen trokken België binnen in de hoop de Duitse

                aanval te stuiten, maar slechte organisatie en coördinatie verhinderden een

                succesvolle samenwerking.

                De Duitse aanval en vooral de snelle successen van de Blitzkrieg joegen

                honderdduizenden mensen op de vlucht.

                Naar schatting kwamen twee miljoen vluchtelingen in Frankrijk terecht.

                De vrees voor vermomde spionnen en de arrestatie van enkele duizenden

                “vermoedelijke landverraders” –Vlaams-nationalisten, communisten, rexisten,

                Duitse en Oostenrijkse anti-nazi’s die in België politiek asiel hadden gevraagd –

                lokten bijkomende paniek uit.

                Vluchtelingen en legereenheden liepen elkaar in de weg.

                De chaos werd nog vergroot door het bevel dat alle mannen tussen 16 en 35 jaar

                opgeroepen werden voor het CRAB (Centre de recrutement de l’Armee belge)

                dat zich in het Franse Rouen bevond.

                Op 15 mei capituleerde Nederland waardoor Duitse troepen vrijkwamen voor de

                aanval op België.

                Op 17 mei werd Brussel veroverd, op 18 mei Antwerpen, op 23 mei viel Gent

                in Duitse handen.

                Achttien dagen na de Duitse inval capituleerde koning Leopold III

                onvoorwaardelijk.

                Hij weigerde zijn regering in ballingschap te volgen : het begin van wat de

                Koningskwestie zou worden.”

                (Knack 8/5/2002)   

     

    1940 – Leestenaars en hun herinneringen aan W.O. II.

     

    J.A. Huysmans in “De Band” van november 1980:

    “Augustus 1938 werden ik en mijn twee broers gemobiliseerd door een bezetting van de Duitsers van de Corridor van Dantzig, doch dit werd na 14 dagen door Chamberlain bijgelegd.

    Augustus 1939 bij een inval der Duitsers in Polen, verklaren Frankrijk en Engeland den oorlog aan Duitsland. Mijn twee broers en oonze vrachtauto worden gemobiliseerd.

    Januari 1940 word ik opgeroepen naar Blijtingen aan het Albertkanaal als autogeleider 14e Artillerie Staf 1 Rode Kruis.

    Vrijdag 10 mei 1u30. Alarm !

    Iedereen naar zijn stellingen.

    Om 3u30 in de verte mitrailleurvuur en afweergeschut en hoog aan de licht klarende hemel het geronk van honderden vliegtuigen die plotseling in duikvlucht over heel de streek hun spring- en brandbommen uitstrooien wijl onze artillerie en haar afweergeschut in actie komt.

    Balans die avond : het legerhospitaal bij Tongeren onmogelijk nog meer gewonden te herbergen en bij ons in kelders stervenden en doden. Heel de nacht daverende ontploffingen der Duitse beschieting op het fort van Eben Emaal dat toch nog 15 dagen stand hield. Onderwijl vertrekt bijna heel ons legerkorps naar nieuwe stellingen achter den ijzeren muur, dat waren stalen rolhekken tegen tanks, van Antwerpen het Walenland in.

    Hier en daar in loopgrachten en bunkers werden toch nog duizenden soldaten als laatste verdediging hier gehouden waarbij ook mijn afdeling.

    Zaterdagochtend : nog vanuit Tongeren vers optrekkend Belgisch voetvolk dat deels uitgeroeid moet wijken.

    Uit de overtrekkende golven vliegtuigen voor bombardement in het binnenland, duiken telkens Stukas om met hun schroot hier de laatste weerstand te breken, en dalen op de velden bemande zweefvliegtuigen neer. Alle verbinding is verbroken, wat blijft is ijzig wachten.

    Van in onze loopgracht bij het pesthuis zien we plots uit den draai der baan een rij van een twintigtal Duitsers naderen, die wellicht in paniek of zelfs angst, hier en daar naar een huis granaten werpen, waarna vanaf een antitankkanon door een luidspreker in het Vlaams wordt geroepen :”Belgen, wij vechten niet tegen u, spaar uw eigen leven, en kom nader”.

    We voelden ons verlaten en verloren en sloten ons aan bij de kolonne volgende krijgsgevangen makkers en werden naar de brug van Vroenhoven gedreven, welke ondanks het spervuur uit het fort van Eben Emaal niet begaf, en waar we in stormpas naast de oprukkende Duitsers, de weg naar Maastricht optrokken waar wij onze eerste nacht onder vreemde bewaking doorbrachten.

    Sinksen zondag om 11 uur worden wij in rijen van 6, in de straten bij de steenbogenbrug van de Maas opgesteld, om 12 uur loeien de sirenen en worden wij naar de brug gedreven, deels er over, deels er op en deels, waaronder ook ik, er nog voor. Dat was een tactische zet om de vliegtuigpiloten te misleiden.

    Terwijl drie Engelse straaljagers doorheen het afweergeschut nu naar die brug bommen afwerpen, dat waren de eerste vliegtuigen der bondgenoten die we zagen sedert donderdag.

    Ik ben nog een winkel binnengesprongen en een weinig later nog met anderen van tussen het ingestorte puin gekropen.

    In de straten dode en gekwetste makkers, en wie weet hoeveel er met de vernielde brug in het water zijn gebleven.

    Onze groep op deze oever nog verzamelde gevangenen werd buiten de stad geleid, waar de Duitsers intussen al twee noodbruggen op naast elkaar geklonken boten hadden gelegd en was het verbroken oversteken van hun tanks en bemande voertuigen hernomen.

    Na vier dagen met meer stilstaan dan stappen en slapen in de weiden zijn we dan door de Siegfriedlinie naar Aken gebracht en in gesloten treinwagons naar het kamp Stalag 11 b te Fallinbostel.

    Het kamp was omwald in vakken van 500 x 500 m. afgespannen met prikkeldraad, met elk 4 tot 5 duizend gevangenen.

    In een vak naast het onze bevond zich zulk aantal Spanjaarden uit hun burgeroorlog in 1936 naar hier gebracht, door de strijdende Duitse Luchtmacht aan de zijde van Franco, burgers en krijgsgevangenen.

    Ach zonder lach en, maar daarvan kon men ze zeker meer dan 50 in een mutsaard binden...Die macabere grap leek me het ervaren, van mijn moeder vroeger eens gestelde bedenking, bij een gesprek over zaligmaking, met haar neef, een missiebroeder in Canada, hier toen in verlof. “Waar gaat men die mensen later toch plaatsen ?”

    “O”, zei de neef, “men zet die in mijten, zoals hier te velde met graanbussels en mutsaarden”.

    “Mij goed,” zegt mijn vader, “als ik maar van onder de lek van het dak ben.”

    Dagindeling : ’s morgens voor dageraad aanschuiven voor wat fluitjesmelk en wat later in rijen, de tong uitsteken voor een feldwebel die naar willekeur een zeker aantal verwees naar doktershulp.

    ’s Middags groenwatersoep en 4 ongeschilde halfwarme patatten, om 5 uur 200 gram grijs brood met een schil bloedpens of paté, water zoveel ge wilt, en tussen die menu’s tergende driloefeningen.

    Om 7 uur bij het slapengaan, tellen en hertellen der krijgsgevangenen, en dan gaan dromen van huis in barakken of wat stro der 4 op elkaar gestapelde houten banken.

    Wie geen gamel bezat kon op het belt een conservedoos vinden.

    Ik had op een zelf uitgesneden houten kom gegrift : “Vagevuur, geef ons heden naar uw wil.”

    In augustus was ik thuis, onze Fons uit Luik en Constant uit Frankrijk al eerder.

    Onze Fons werd in 1942 verplicht tewerkgesteld in Hamburg en kwam na de Duitse kapitulatie uit Denemarken weer thuis. Ons vader zei : “laten we het ons aangedane leed vergeten want de goedertieren Heer zou ons nog bij zich kunnen zetten tussen Pinhelm 2 en Adolf met het SS-kruis.”

                Anselmus Jedrie” 

    29-02-2012 om 06:14 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1939 – 22 augustus : Egied Bradt, geboren te Leest op 7 maart 1905 gekozen tot

                gemeentesecretaris met 8 stemmen op de 8.

     

    1939 – 25 augustus :  300 Leestenaars onder de wapens geroepen.

                Bij valavond kwam er op 25 augustus opnieuw een mobilisatiebevel

                voor 300 man van de gemeente Leest. Elke daarop volgende nacht volgden

                oproepingen en opeisingen van rollend materieel.

                (Albert Huysmans, “Pinksteren Soldaatjes,” DB , augustus 1982)

     

     1939 – 25 september : Constant Diddens uit de Molenstraat benoemd tot “bediende voor

                het gewestelijk komiteit afgevaardigde er der gemeente”.(GR)

     

    1939 – 26 oktober : Op vraag van de gouverneur, tot beveiliging der archieven tegen

                luchtaanvallen besloot de gemeenteraad “de noodige kassen tot berging der

                archieven te laten maken bij Th. Teughels, schrijnwerker en deze kassen in

                gereedheid te houden om t’n gepasten tijde geplaatst te worden in de kelder der

                kerk”.

     

    1939 – 26 oktober : “Gezien de benarde tijden die de gezinnen van werkloozen door

                maken gedurende de wintermaanden en in het bijzonder van de werkloozen

                gezinnen waarvan de man weder onder de wapens is geroepen besluit de

                raad een gemeente toelage te verleenen van 3000 fr aan hoogervermelde

                werkloozen of gezinnen voor kolen en brandstof gedurende de wintermaanden en

                deze som in te schrijven in de begrooting 1940.”

                Deze beslissing van de gemeenteraad zou echter door Baron Holvoet, gouverneur

                van de provincie, ongedaan gemaakt worden. (GA-30/12/1939)

     

    1939 – 20 november : Juffrouw Rheinhard zal als interimaris fungeren aan de

                jongensschool daar meester Meyers opgeroepen wordt.

     

    1939 – 4 december – Gemeenteraad :

                De vleeskeuringsrechten worden met ingang van 1 januari 1940 vastgesteld als

                volgt : paarden, ezels, muilezels, stieren, ossen, koeien en vaarzen per dier : 15 fr.

                Varkens, schapen, kalveren en geiten, per dier : 7 fr.

                Lammeren, geiten en speenvarkens, per dier : 3 fr.

                “Paspoortenvergelding – personen die 15 jaar geworden zijn en voor de eerste

                maal een paspoort afhalen, eveneens personen die bij hun huwelijk zich in de

                gemeente komen vestigen, dienen een vergelding van 1 frank te betalen.

                Personen wier paspoort beschadigd is of verloren is geraakt dienen 2 frank te  

                betalen.”

     

    1939 – 12 december – Gemeenteraad :

                Victor De Laet geeft z’n ontslag als voorzitter van de Passieve

                Luchtbescherming. Wordt opgevolgd door Juliaan Geerts die ook “Gemeentelijk

                Directeur der Territoriale Burgerlijke Wacht” is.

     

                Elodie Nuytkens benoemd tot kuisvrouw der schoollokalen, “buiten het reinigen

                zal de benoemde kuischvrouw zonder bijkomende vergelding moeten leveren,

                al de noodige gereedschappen tot het reinigen der lokalen, zoals borstels,

                zeep, enz.

                Bovendien zal ze gedurende de wintermaanden al de kachels moeten aansteken

                en het hout en stroo desaangaande noodig leveren zonder bijzondere vergelding.”

                Elodie Nuytkens ontving daarvoor het totaal der bedragen die voordien werden

                uitbetaald  aan de schoolhoofden, hetzij 250 fr per klas, dus aan 6 klassen

                maakt dat 1500 fr.

                Voor het reinigen der “privaten” 2 x 100fr.

         

                De Raad besloot met 5 stemmen tegen 4 geen tuchtmaatregelen uit te spreken

                tegen meester De Leers.

                De meester had het aan de stok gekregen met de vorige gemeenteraad die een

                lijvig dossier van maar liefst 50 bladzijden tegen hem had aangelegd.

                “...4de punt. Tuchtmaatregelen tegenover de heer De Leers, schoolhoofd.

                De heer De Leers wordt geroepen ten einde zich te verantwoorden op het verslag

                van den heer Troch, hoofdinspecteur van 13.9.1939.

                Wanneer de heer De Leers de vergadering heeft vervoegd, geeft de heer

                 secretaris (E.Bradt) lezing van genoemd verslag dat luidt als volgt :

     

    Ministerie van Openbaar                                                        Mechelen,den 13de september

    Onderwijs,Schooltoezicht                                                       1939.

    Hoofdtoezichtsgebied Mechelen

    Nr 10.133/2                                             Aan den heer Minister van

                                                                  Openbaar Onderwijs te Brussel.

     

     

    Mijnheer de Minister, het gemeentebestuur te Leest heeft mij een onderhoud gevraagd om den moeilijken toestand der gemeentelijke jongensschool te bespreken. Deze vergadering had heden plaats. In aanwezigheid van den heer burgemeester en het schepencollege.

    Het nieuw gemeentebestuur doet er reeds zijn beklag over dat het schoolhoofd de heer De Leers, voortgaat op eigen hand alles te regelen en het gezag van zijn overheid blijft ontkennen.

    Samen met den heer burgemeester ben ik naar de school gegaan en heb den heer De Leers doen opmerken dat hij onder bijzonder toezicht staat en zich moet onderwerpen aan de dienstbevelen van het gemeentebestuur en van de Inspectie.

    Hij heeft geantwoord dat hij dit bijzonder toezicht niet aanvaardt en naar het Departement zal gaan om te protesteren.

    Ik ben van oordeel dat het noodig is gebruik te maken van dit eventueel bezoek, om den heer De Leers erop attent te maken dat de heer Roels Inspecteur-Generaal, met wie ik een onderzoek ter plaatse deed, hem insgelijks heeft aangezet  zich te onderwerpen aan zijn overheden en desnoods maatregelen zouden getroffen worden.

    Ik meen verder dat het nuttig ware den heer De Leers te doen kennen dat hij zijn opmerkingen langs bestuurlijken weg moet doen, en hij zich niet meer op het Departement moet aanbieden.

    Het dossier De Leers bevat reeds een 50-tal bladzijden die tegen hem pleiten : het wordt tijd dat hieraan een einde komt.

                De Hoofdinspecteur (getekend) Troch.

     

    Daarna vraagt den heer burgemeester aan den heer De Leers wat hij hierop te antwoorden heeft.

    De heer De Leers verklaart er enkel te moeten op antwoorden dat het hier om een misverstand gaat en dat hij dit ten zeerste betreurt.

    Nadat de heeren J.J.De Laet en F. Boonen hem vragen of hij, naar de verklaring van den heer burgemeester, bij den heer hoofdinspecteur Troch is geweest om zijne verontschuldigingen aan te bieden en of hij ook deze aan de vergadering zou willen aanbieden, antwoordt den heer De Leers, dat hij wel een bezoek gebracht heeft bij den heer hoofdinspecteur Troch op aanraden van den heer inspecteur Hammenecker, doch dat dit bezoek alleenlijk ging om het misverstand te herstellen en dat het bezoek heel gemoedelijk was.

    Dat hij bijgevolg geen verontschuldigingen aan den Raad kan aanbieden daar het om geen beschuldiging maar wel om een misverstand ging.

    Daarna doet de heer De Laet nogmaals opmerken dat het allemaal misverstanden zijn zoowel met de inspectie als met het vroeger gemeentebestuur.

    Ten laatste doet de schepen heer De Prins P. uitschijnen dat aan het verslag niet veel belang dient gehecht.

    De voorzitter acht de verklaringen van den heer De Leers voldoende en verzoekt hem de vergadering te verlaten.

    Ten slotte legt de voorzitter de Raad de volgende beslissing ter (geheime) stemming :

    Dient er een tuchtstraf toegepast aan den heer De Leers, schoolhoofd ja of neen ?

    De stemming geeft den volgende uitslag : geldige stembrieven : negen. Vijf neen, vier ja.

    Gezien de volstrekte meerderheid zich heeft uitgesproken om geen tuchtstraf toe te passen, gezien het aandringen van den heer Provinciegouverneur om een beslissing, zal kopy dezer zoo spoedig mogelijk aan den heer provinciegouverneur voor kennisgeving overgemaakt worden.
    Daarna verklaart de voorzitter de zitting gesloten om 8 uur en 10 minuten.

    Bij bevel, de secretaris(getekend)  E.Bradt       de burgemeester (getekend) Verschueren.

     

    De gemeenteraad bestond uit burgemeester T. Verscbueren, de schepenen P. De Prins en P. Busschot, de raadsleden De Laet, F. Boonen, J. Apers, J. Beullens, J. Nuytkens, K. Silverans en secretaris E. Bradt.

     

    In de gemeenteraad van 24 januari 1940 las burgemeester Verschueren een brief voor van hoofdinspecteur Troch, waarin deze laatste het volgende schreef : “...ik acht het nuttig u te doen kennen dat hier geen enkel misverstand bestaat, maar er zijn klare feiten die bewijzen dat schoolhoofd De Leers, het gezag van zijn overheid miskent. Het is waar dat hij op mijn bureel kwam maar niet, zoals hij zegt, om een misverstand recht te zetten, maar wel om zijn verontschuldigingen aan te bieden. U wordt derhalve beleefd verzocht in de eerstkomende vergadering van den gemeenteraad de zaak in haar juist daglicht te stellen...”

    Er werd opnieuw gestemd. De “Sussen” verlieten de zaal en de “Blekken” stemden vijf maal tegen een tuchtstraf.

    Voor een goed begrip : de Blekken veroverden, onder Theophiel Verschueren, de meerderheid in de gemeenteraad met de kiezing van oktober 1939.

           

     

    1939 – 30 december : De Raad “besloot aan den heer Theodoor Teughels, wonende

                alhier Dorpstraat, opdracht te geven tot het maken van twee bibliotheekkassen

                naar het model der bestaande bibliotheek van de vergaderzaal en elke dezer

                van 1,30 m breedte.”

     

     

    1939 – Op 31 december telde Leest 1794 inwoners.

     

    28-02-2012 om 18:52 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1939 – 6 augustus : Te Leuven werd Koenraad M. Emmeregs tot priester gewijd.

                 

                                                      Pater Emmeregs

    Pater Kamiel zoals men hem in het dorp kende was te Leest geboren op 14 april 1913. Na zijn studies te Hoogstraten ging hij bij de Dominikanen waar hij op 6 augustus 1939 priester werd gewijd.

    Hij was werkzaam te Antwerpen, te Genk en te Tienen.

    In gans Vlaanderen was hij gekend als “Sinjoorke”. Onder deze schuilnaam schreef hij meer dan 30 jaar artikels in het parochieblad “Kerk en Leven”. Ruim 1800 verschenen er van zijn hand.

    In deze periodiek schreef A. Menu na zijn overlijden volgende bijdrage :

     

    Gelukkige Dominikaan.  

    De jonge Kamiel Emmeregs begon zijn noviciaat bij de dominicanen te Gent op 23 september 1932. Hij was oud-leerling van het Klein Seminarie van Hoogstraten. Na zijn filosofie- en theologiestudies werd hij op 6 augustus 1939 tot priester gewijd. Hij begon zijn apostolaatsleven in het klooster van Antwerpen, verbleef een jaar te Genk en werd in 1947 geroepen naar Antwerpen-Linkeroever als medewerker van P.B. Janssens aan het Studiecentrum voor Zielzorg en Predikatie. Dat was het begin van zijn lange activiteit aan het parochieblad. In 1959 werd hij overgeplaatst naar Tienen : hij was er overste van 1959 tot 1965.

    Ik lees in de catalogus van de Vlaamse dominicanen, jaar 1973, bij de naam Emmeregs : “Procurator, promotor van de afdeling van de Dominicaanse Lekenorde, Verantwoordelijke voor het Rozenkransapostolaat, Biechtvader voor de studenten van de Normaalschool, Animator van het Centrum voor Godsdienstige bezinning te Tienen, Lid van de redactieploeg van het parochieblad Kerk en Leven, Directeur der Broeders Alexianen te Tienen”.

    De laatste jaren was zijn activiteit wel verminderd om reden van zijn gezondheidstoestand, maar hij was en bleef een mens met hart en ziel bekommerd en gegeven aan de mensen. Een rasechte dominicaan.

    Beste Kamiel, op zondag 6 november, twee uur voor uw dood, hebt gij heel eenvoudig aan uw overste gezegd : “ik ben altijd een gelukkige dominicaan geweest”. Dat was echt zo, Kamiel omdat gij altijd “waar” “echt” zijt geweest. Gij wist als zoon van een gezonde, diepchristelijke landbouwersfamilie, dat gij in alles van God afhankelijk waart”.

    …”

     

    M. Van Helsen :

    “…in feite kende iedereen en niemand u. Iedereen kende Sinjoorke, schrijver van de cursiefjes in het parochieblad onder de titels “Spijkertjes”, “Vliegende Sigaren” en “Vrij Commentaar”.

    Maar praktisch niemand, buiten zijn eigen omgeving, wist dat pater Emmeregs de auteur was en daar kon hij zich heimelijk in verheugen.

    …

    Sinjoorke was voor velen een begrip. Op een volkse manier en met de nodige dosis humor – die hem steeds heeft gekenmerkt- schreef hij over al wat de kerk en mens aangaat.

    …

    In het begin van de vijftiger jaren had hij het regelmatig aan de stok met de linkse pers.

    Tot het einde van de jaren vijftig bleef hij zich actief inzetten voor het parochieblad.. Dan kreeg hij een andere taak toegewezen te Tienen. Maar zijn kroniekje bleef hij schrijven.

    …”

     

    En de hoofdredacteur Felix Dalle :

    Ik heb u vooral gekend als medewerker van Kerk en Leven. Uw leven was getekend door het parochieblad. 32 jaar hebt u onder de schuilnaam Sinjoorke wekelijks, stipt, uw bijdrage geleverd aan ons blad. U hebt er nooit een decoratie voor gekregen, maar u zou die nooit hebben willen dragen op uw witte dominicanerkleed.

    In de laatste algemene redactievergadering van ons blad was uw stoel leeg. We hebben u even piëteitsvol herdacht.Nu zullen vele lezers nog maanden lang uw naam in KERK EN LEVEN zoeken. Dat ze even stil worden, bidden tot de Heer en bezinnen over de vergankelijkheid van het leven. Dat is uw posthume bijdrage en we weten dat u om die korte bezinning blij zou zijn. Voor een paar maanden laten we uw stoel, uw rubriek VRIJ COMMENTAAR open.

    We waren op uw uitvaart. De dominicanerkerk in Tienen, die de uwe was, is voor een goed jaar volkomen uitgebrand. We weten dat ook dit u aan het hart is geslagen en dat het de grote beproeving was die de Heer van u vroeg. Misschien was dit de lanssteek in uw kommervol hart.

    We zullen proberen enkele van uw raadgevingen in plam memoriam op te volgen.

    “Stoor je nooit aan wat ze zeggen, wanneer je je pen in trouw aan de Kerk hebt gebruikt !”

    (Over de velen die u zelf lasterlijk hebben beschuldigd en pijn gedaan).

    “Probeer altijd de armsten te verdedigen !” “Wees klaar in je uitspraken !” “Haal het goede uit het verleden, maar kijk altijd voor je uit !”

    “Geloof dat de Heer je zegent als je oprecht bent in je woord !”

    Toen u reeds overleden was zijn in ons blad nog drie bijdragen van u verschenen : uw laatste drie van de ongeveer achttienhonderd. Uit één van die laatste schrijven we over :

    “van sommige heiligen wordt verhaald dat zij de dood “lachend” tegemoet traden. Wellicht hebben we last om dit te geloven. En misschien, psychologisch gezien lijkt dit ten volle haalbaar en aanvaardbaar voor alwie erin slaagt de cchristelijke opvatting over leven en dood ten volle te doorgronden en te verwerken. Daarom ook is het, dat men in de moderne uitvaartliturgie volop vreugdevolle alleluia’s is gaan zingen.” “

     

    Pater Kamiel overleed in de H. Hartkliniek te Tienen op 6 november 1977.

     

     

    Foto’s :

    -Augustus 1939 : Dominikaan Kamiel Emmeregs geeft zijn eerste priesterzegen aan de uitgang van de parochiekerk in Leest. De mobilisatie was volop in gang. De dag na deze eremis moest hij ook onder de wapens.

    -Signoorke in actie.

    -Kamiel op latere leeftijd.

     







    28-02-2012 om 18:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  secretaris  E. Bradt zoals vele Leestenaars hem gekend hebben.

     

    1939 – 4 januari : Aanstelling van de raad en verkiezing van schepenen.

                Jozef Apers, Jozef Beullens, Prosper Busschot, Frans Boonen, Victor De Laet,

                Pieter De Prins, Joannes Nuytkens, Karel Silverans en Emiel Verschueren,

                leden van de gemeenteraad gekozen op 16 oktober 1938, gingen over tot de

                kiezing van 2 schepenen.

                Pieter De Prins werd gekozen tot eerste schepen met 5 stemmen tegen 4 voor

                Jozef Apers en Prosper Busschot tot tweede schepen, met 5 stemmen tegen 3

                Jozef Apers en 1 voor Jan Baptist De Leers.

     

    1939 – 11 april – Gemeenteraad :

                “Gezien de vraag gedaan door den heer Theofiel Maes, Juniorslaan nr 54 te

                Leest, aangaande het betalen door de gemeente van de dokterskosten die

                Veroorzaakt werden door het zweren van den arm zijner dochter bij gelegenheid

                der pokzetting.

                Gezien deze dokterskosten 50 fr bedroegen, besluit de raad de vijftig franks

                dokterskosten ten laste van de gemeente te nemen.

     

                Arthur August De Troyer uit Willebroek werd verkozen tot gemeentelijk

                vleeskeurder in vervanging van ontslaggever veearts Van Assche.

     

    1939 – 17 mei : Na lange voorafgaandelijke en moeilijke onderhandelingen tussen

                de belanghebbende partijen, is de gemeenteraad akkoord dat er op de

                Juniorslaan een kapel gebouwd wordt.

     

                De Raad stemde een toelage van 1000 fr voor de Oudstrijders die op 16 juli

                hun 20-jarig bestaan zouden vieren en “vaderlandsche feesten” zouden houden.

     

                Guillaume (Egiedt) Bradt werd gekozen tot tijdelijk gemeentesecreatris dit in

                Vervanging van Lodewijk Wuyts die benoemd was als gemeentesecretaris  te

                Hombeek.

                Burgemeester De Laet bracht hulde aan de gewezen secretaris om  “zijnen

                iever, bekwaamheid en onpartijdigheid”.

     

    1939 – 5 juni : Gouden bruiloftviering van Pieter Jan Lauwens en Florentina Buelens.

                (Winkelstraat 1)

     

    1939 – 8 juli : (Motie uit de gemeenteraad – DB-1957)

                “Gezien deze dag (=11 juli) in de vaderlandsche geschiedenis als een der

                roemrijkste uit het verleden is geboekt, ten einde deze dag van 11 juli in het

                geheugen van ons vlaamsche volk op te wekken en te doen herleven, besluit de

                Raad :

                A.- Dat op 11 juli als symbool der overwinning der Vlamingen in de Slag der

                     der Gulden Sporen dat de Leeuwenvlag naast de Belgische zal geheschen

                     worden aan het gemeentehuis.

                B.- Dat aan de leerlingen der gemeenteschool op 11 juli in de voormiddag een

                     les zal gegeven worden over de beteekenis van deze Slag.

                C.-Dat er vrijaf zal zijn in de namidag.” 

     

                8 juli was de eerste gemeenteraadszitting met Emiel Verschueren als

                burgemeester.

     

                “Gezien de aanvraag van het plaatselijke bestuur van het Davidsfonds om een

                toelage te bekomen om het inbeitelen van al de namen onzer duurbare

                gesneuvelden van Leest gedurende de wereldoorlog van 1914-18 in ‘t

                Ijzermonument te Diksmuide.

                Gezien het voor de overheid een eerste plicht is zijn dooden te eeren en dan wel

                bijzonder deze voor het volk gersneuveld acht de raad het als een plicht en besluit

                de raad deze toelage te verlenen tot het inbeitelen in ’t Ijzermonument te

                Diksmuide van al de namen der gesneuvelden van Leest gedurende de

                wereldoorlog 1914-18.

                Zoo zal de raad al hun namen vereeuwigd zien samen met al de gesneuvelden van

                het Vlaamsche land, en ten doel van “nooit meer oorlog”.”

     

    1939 – 24 juli – Gemeenteraad : 

                Th. Pauwels en zonen uit Putte werden voor 2250 fr aangesteld om het

                herstellingswerk aan de kerkklok uit te voeren.

     

                De Raad besloot met zes stemmen tegen drie de maatschappij E.N.B. te gelasten

                om  voor electriciteit te zorgen “voor ver afgelegen hoeven”.

                Prijs : 35.409,50 fr.

     

                Ontslag secretaris Wuyts aanvaard, die tevens “den eeretitel zijner ambt wordt

                Verleend.”

     

                Egied Bradt benoemd als bediende “voor de vleeskeurrechten” ter vervanging

                van L. Wuyts.

                Bezoldiging : 8% der ontvangsten van vleeskeurrechten.

     

    28-02-2012 om 18:26 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : amateur-archeologen tijdens hun opgravingen in 1983. (foto DMW)

     

    1939 –                         OPGRAVINGEN

     

    Dat jaar startte de Mechelse amateur archeoloog J. Uytterhoeven opgravingen aan de Steinemolenhoeve.

    Jan De Decker daarover in De Band van 1958 :

     

    “Aan de heer J. Uytterhoeven uit Mechelen was een overlevering bekend over een “kasteel” dat verzonken lag in een weide te Leest, waar waar de huidige steenweg Hombeek-Kapellen op den Bos onder de spoorbaan doorloopt.

    In de volksmond heette het dat dit kasteel in de grond gezonken was als een straf van God omdat de kasteelheer zwart goed zou hebben gekocht.

    Bij ondervraging van de mensen aldaar, bleek dat het vertelsel van het “verzonken kasteel” nog door sommigen gekend was, doch ook een andere versie werd vernomen : “er zou aldaar een villa gestaan hebben en de bewoner dezer villa kan geen voet verzetten zonder dat de maalder van de Steinemolen (een 200 meter daarvandaan) zijn bewegingen had afgeloerd. De villaheer werd deze toestand te sterk : hij brak de villa af en daar liggen nu nog de stenen ‘rond te rijden’.”

    Dhr. Uytterhoeven begon zijn opzoekingen op een tarweveld van Louis Ceuppens.

    Op 60 cm diepte stuitte hij op een vloer van een romeinse woning, deels gaaf, deels doorheen gehaspeld. De vloer vertoonde constante kenmerken van de goedkoopste betonvloer der gewone romeinse villa’s in ons land : d.i. een steunvlak van ruwe mergelstenen en daarop een 8 cm dikke laag van het zo stevige romeinse beton, gekend als “opus signinum” (naar een te Signia, Italië gedane uitvinding).

    Het is een licht-roze mengeling van kalk en gemalen tichels waarin kleine brokjes van vermillioen-rode tichels verdronken zijn, zelfs tal van kleine rolkeien aan de onderkant.

    Deze mooi uitziende laag werd dan glad gestreken, in de meeste villa’s zelfs gepolijst, zodat de vloer werkelijk het uitzicht had van wat we heden “granito” noemen.

    Verder was deze vloer begrensd door de fundering van een muur in zogenaamd “opus incertum” (mengeling van lichtroze morter met allerlei steenafval), meestal tichels, doch nog al veel blauwe leistenen, waaruit zelfs een geheel gave bakstenen plavei van 22x21x5 cm te voorschijn kwam.

    Peilingen in de omgeving der muurresten gedaan, brachten danig verhakkelde stukken van romeinse tichels en vorsten aan het daglicht, hier en daar wat grote en kleine scherven van grijze, bruine, rode en vaal-gele ceramiek, zelfs een deel van een halfverbrande lijkurn.

    Ook brokjes van geel-bruine verharde leem.

    Volgens Dhr. Uytterhoeven staan we hier niet voor de resten van een eigenlijke romeinse villa, doch veel eerder voor deze van een “mutatio” (wisselplaats voor paarden en muilezels, zoals er gedurende de romeinse overheersing op regelmatige afstanden bestonden langsheen de heirbanen), misschien wel in verband met een “caupona” of zelfs “taberna” waar de reizigers zich tevens van voedsel konden voorzien en logies verkrijgen.

    De gedachte aan een “mutatio” steunt niet zozeer op de aanwezigheid van een heirbaan (de oude Mechelbaan of Kapellebaan is een deel der romeinse heirbaan die vroeger Utrecht met Bavay verbond over Breda, Mechelen, Merchtem, Asse,enz..), dan wel op de afwezigheid van weelde-tekens in het gevondene.

    Meer nog op vinden door de eigenaar  van de Steinemolenhoef van tal van kleine hoefijzers wanneer hij een vijver groef vlak tegenover de vindplaats.

    De vindplaats werd gemakkelijkheidshalve “Steinemolenveld” gedoopt, doch het is best mogelijk dat ze deel uitmaakte van het zogenaamde “Stawerk”, een reeks velden die zich uitstrekten ten noorden der vindplaats.

    In Mechelse schepenakten worden volgende schrijfwijzen gevonden van deze zonderlinge benaming “Stawerk” :

    -in 1351 : pecchiam terrae te leest op Steiwerc

    -in 1429 : bonar. Terre Beatricis de Steynemolen sitam in Leest supra Cleyn Steenwerc inter Sigeri de Steynemolen

    -in 1539 : een stuck lants geh. Steywerck groot sesse dachwant gel. In de prochie van Leest in de Biest.

    -in 1602 : tot Leest opt Sywerck.

    -in 1777 : het Stauwerck (WB), 1778 : het Stauwerck land aen ’s Heerenstraete.

    -in 1877 : het Stawerk. (MB)

    Men is van mening dat de benaming tot een oorspronkelijk “Stein-werk” zou kunnen teruggaan. Voor de w moet die n wegslijten en dan zou de benaming wel een zinspeling kunnen zijn op het “stenen werk” of puin van het belgo-romeins gebouw.”

     

    In april 1983 werd door de Archeologische vereniging “Oud Mechelen” een onderzoek ingesteld naar de bevindingen van J. Uytterhoeven.

    Na enkele weken intense arbeid werden de eerste grondvesten van een Romeinse bewoning blootgelegd.

    De eerste conclusies van 1939 moesten worden herroepen.

    Er werd tot de vaststelling gekomen dat het hier ging om de graanschuur van het geheel, waarvan verschillende paalkuilen konden waargenomen worden.

    De eigenlijke bewoning was van weelderige herkomst daar er brokstukken van diverse muurschilderingen te voorschijn kwamen, alsook fragmenten van hypocausttegels (verwarmingsinstallatie), honderden scherven van imbrex en tegula (dakpannen).

    Deze laatste vertoonden indrukken van dierenpoten, daar ze op de grond in openlucht gedroogd werden.

    De reeds opgegraven gedeelten zijn bevloerd met Romeinse beton (opus signinum).

    Eveneens werden funderingen gevonden van een muur in oostwestelijke richting.

    Bij de vondsten behoren, naast de zeer schaarse aardewerkscherven (waaronder een gedeelte van een amphora), een fragment van een handmolensteen en een bronzen messchede.

    Grondpeilingen wijzen op het bestaan van verschillende gebouwen in de onmiddellijke omgeving.

    Hieruit kan besloten worden dat het een zeer uitgestrekte villa moet zijn geweest.

    De opgravingen stonden onder leiding van de licenciate Archeologie en Kunstgeschiedenis Myrna Peeters en van amateur-archeoloog Jean Willems.

    (DMW-19/5/1983)

    28-02-2012 om 17:16 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto :  In het midden burgemeester Verschueren, links  schepen van Openbare

                            Werken Pieter De Prins en rechts schepen van Onderwijs Prosper Busschot.

                            De foto dateert van 1939. 

     

    1939 – Emiel Verschueren wordt burgemeester en dit tot 1944.

                Later zou hij een tweede termijn vervullen van 1959 tot 1965.

                Emiel Verschueren was een zoon van Theofiel en van Victoria Selleslagh.

                Hij werd te Leest geboren op 31 januari 1889 en huwde er met Maria

                Catharina Lauwers. (°Leest 10/8/1890, +Leest 1/5/1966)

                Beiden woonden eerst in de Dorpsstraat : naast zijn bedrijvigheid als

                boer en kolenhandelaar was Emiel Verschueren beheerder van de zaal

                “Sint-Cecilia” .

                Later, in 1931, werd hij eigenaar en uitbater van het Hof ter Haelen.

                Emiel Verschueren overleed te Leest op 1februari 1975.

     

                “De Band” publiceerde volgend In Memoriam :

     

                “Een goed en geliefd mens ging heen !

                De mars van zijn overlijden op 1 februari l.l., één dag voor zijn geboortedag,

                deed zich als een donderslag gevoelen.

                Daags tevoren, bij de jaarwisseling, bracht hij deze nog door in familiekring,

                om in diezelfde nacht, rustig en kalm, in den Heer te ontslapen.

     

                Een dienstvaardig mens was de gemeente Leest ontvallen.

                Hoevelen hebben geen beroep gedaan op hem,hij stond immer ter beschikking van

                iedereen.

                Hoevelen werden er niet geholpen ?

                Dienstvaardigheid aanzag hij als de grootste plicht !

     

                Het werd een grandioze uitvaart. Een overtalrijke menigte had er aan gehouden

                hem ter kerke te vergezellen.

                Onder treurmarsen, uitgevoerd door de Koninklijke Fanfare St.-Cecilia,waaraan

                hij gans zijn leven had gewijd, trok de droevige stoet langs de Leestse straten ter

                kerke toe waar de schoolkinderen een haag vormden en meewarig toekeken...”    

     

    28-02-2012 om 17:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : Meester De Leers.

     

    1938 – 22 juli – Gemeenteraad :

                De Raad besloot een gunstig advies uit te brengen aan de vraag van Frans Jos. De

                Block uit Hingene “om een rechtmatigen autobuschdienst te mogen uitbaten van

                Mechelen naar Breendonk over Hombeeck, Leest en Tisselt.”

     

    1938 – 16 oktober – Gemeenteverkiezingen.

                De leden van het hoofdbureel ontvingen een zitpenning van 50 fr, de voorzitter

                van het afdelingsbureel 40 fr en de bijzitters en de secretaris van het

                afdelingsbureel  20 fr. (GR-12/10/1938)

     

    1938 – 14 november : 4 stemmen “ja”, 4 stemmen “neen”, teneinde meester De

                Leers een tuchtschorsing van 8 dagen op te leggen, “met berooving van wedde”.

                Hoofdreden : het niet-accepteren van meester Huysmans als titularis van de

                nieuw-opgerichte 4de graad.

                Het besluit werd aan de bevoegde overheid overgemaakt.

     

    Uit de gemeenteraad van 14 november 1938 –

    Tuchtrmaatregelen tegenover hoofdonderwijzer De Leers.

     

    “...15de punt op het agenda :

    Het talrijk publiek wordt verzocht de zaal te verlaten, en de Raad vat in geheime zitting het 15de punt der dagorde aan.

    Zoals het den heer De Leers op 11 november 1938 schriftelijk medegedeeld werd, wordt hem nu mondeling gezegd dat hij zich te verantwoorden heeft over de punten die hem den 22 oktober door den heer Hoofdinspecteur Troch medegedeeld werden en waarover deze hem onderhoord en ondervraagd heeft.

    Om het den heer De Leers gemakkelijk te maken voor zijn verdediging wordt hem verzocht deze punten op te schrijven, wat hij dan ook doet.

    Deze punten zijn, kort samengevat :

    1. Verdeeling der leerlingen – de eersten der klas niet in het 7de en 8ste studiejaar – betere leerlingen die tevens ouders zijn, moeten in het 6de studiejaar blijven.

    2. Uurrooster – den 6 mei overgemaakt voor onmiddellijke toepassing – niet gebeurd.

    3. In het 7de en 8ste studiejaar lesgeven ongeveer gelijk aan deze van het 6de en 5de studiejaar.

    4. Beweert dat er geen vierde graad bestaat en dat hij er geen wil.

    5. Verbiedt boeken mee naar huis te nemen.

    6. Bij geneeskundig toezicht laat de lessen niet regelmatig voortgaan in de klassen waar het geneeskundig toezicht niet gebeurt.

    7. Maakt opmerkingen tegenover onderwijzer 4de graad (Huysmans) die ongepast zijn en op scheldpartijen gelijken – opvoedende rol dezer handelingen.

    8. Tracht onderwijzer 4de graad zoveel mogelijk te vervelen met vooropgezet doel deze klas te doen vallen en den onderwijzer het leven in de klas onhoudbaar te maken, als wraakmiddel omdat hij niet in de 4de graad klas onderwijzer mag ??

    9. Misbruikt het vaandel, eigendom der gemeente, en het schoolhuis om deel te nemen aan politieke gebeurtenissen en om openbaar en openlijk tusschen te komen in de dorpspolitiek.

    Daarna wordt er den heer De Leers medegedeeld dat hij gedurende 30 minuten het woord heeft. Het is op dat ogenblik 21u17.

     

    Samenvattend zegt de heer De Leers, o.a. :

    1. Ik, als schoolbestuurder, en niemand anders, deel de leerlingen in over de verschillende studiejaren. Ik doe dat volgens mijn oordeel. De indeeling die er gedaan werd, is volgens mij de beste.

    “Ik”ben schoolbestuurder en “ik” deel in. Inspecteur Hammenecker is na de indeeling in de school gekomen en heeft mijn indeeling aan de gemeente overgemaakt.

    2. Inspecteur Hammenecker heeft mij geschreven dat ik de uurroosters, die bij zijn schrijven gevoegd waren, moest ophangen om ze toe te passen, - bijgevolg heb ik de uurroosters der gemeente niet toegepast.

    3.De leerlingen van mijn kleine klas heb ik verdeeld over mijn groote klas en over de nieuwe klas.

    “Ik” zeg hoe er moet onderwezen worden en ik heb gezegd dat er zo moet onderwezen worden : dat er leerlingen van het 5de studiejaar nu bi j mij en Huysmans zullen onderwezen worden. Ik zoo wel als Huysmans, dus wij samen gaan de leerlingen zoover brengen dat ze de lessen van den vierden graad zullen kunnen volgen.

    Huysmans kan onmogelijk zoomin als ik het zevende studiejaar onderwijzen.

    4. Ik zeg dat de 4de graad, een groote fiasco is overal en in alle scholen –handel en stelkunde kunnen niet onderwezen worden, dat begrijpen de kinderen niet- er kan hier geen 4de graad opgericht worden.

    5. Het Schepencollege heeft beslist dat de schoolboeken mochten mee naar huis genomen worden, ik wist er niets van.

    Had ik het geweten dan zou ik gezegd hebben dat dit verkeerd was en wel onder oogpunt van “gezondheid”, want die boeken moeten dienen voor latere leerlingen en kunnen thuis besmet worden en alzoo nadeelig worden voor latere leerlingen en tevens onder “economisch” oogpunt, t.t.z. strijdig met spaarzaamheid en bezuiniging, want de boeken verslijten veel gauwer en meer met ze mee te nemen.Ik heb nooit boeken laten meenemen naar huis.

    Ik heb Huysmans gezegd, dat ik niet toelaat dat er boeken mee naar huis genomen worden. Ik heb mij gesteund op een conferentie gegeven te Boom in 1932.

    Huysmans zegt mij dat hij toelating heeft van het schepencollege om boeken mee naar huis te nemen. Ik zeg hem dat hij niets met het schepencollege te maken heeft, dat hij mijn ondergeschikte is en dat ik als schoolhoofd alleen het recht heb met de overheid in aanraking te komen en dat hij een overdrager en bespieder is.

    De brief van den inspecteur Hammenecker ken ik, want de secretaris heeft er mij lezing van gegeven en hem mij laten lezen.

    Ik wist niet dat de onderwijzers de boeken mochten meegeven en er is mij daarover geen order gegeven.

    6. Toen het geneeskundig toezicht gebeurd is, heb ik mijn leerlingen over twee klassen verdeeld en Huysmans is blijven les geven.

    Ik heb meester Meyers, als getrouwde persoon, gelast met het uitkleden der leerlingen. Ik heb dan Huysmans naar de klas van meester Meyers geplaatst bij de leerlingen van meester Meyers. Hier is een verklaring van den dokter dat in mijn school het geneeskundig toezicht regelmatig gebeurt.

    7. Huysmans heeft me gezegd : “gaat ge me gerust laten ?” Dat is opstand tegen mij die hoofdonderwijzer ben. – Nooit is er in mijn mond een scheldwoord, wel bij anderen.

    Ik heb Huysmans wel uitgemaakt voor leugenaar in tegenwoordigheid van hoofdinspecteur Troch en inspecteur Hammenecker, toen wij een onderhoud hadden den 22 oktober1938 samen met de burgemeester en sekretaris. Later heb ik tegen Huysmans gezegd dat ik eerlijk wil behandeld worden en dat hij een leugenaar is omdat hij gezegd heeft dat hij den vierden oktober verlof had met toelating van het schepencollege en dit is niet waar want het is met toelating van den burgemeester.

    Huysmans had wel verlof tot den 8e oktober 1938 doch hij moet zich aan mij presenteren als hij afkomt van het leger. Dit is me trouwens ook opgelegd door inspecteur Hammenecker en dien brief kan ik u toonen.

    8. Hoe zou ik iemand het leven onhoudbaar maken ? Dat vraag ik me af. Ik misdoe niemand iets.Ik zou niet weten hoe ik iemand tracht te vervelen.

    Ik weet wel dat meester Hellemans hier weggegaan is, doch het is uit oorzaak van zijn anti-vaderlandsche gevoelens dat hij bij mij weggegaan is ; ik zeg anti-vaderlandsche gevoelens, want zo is het.

    De brief van den heer Minister dat er met meer takt en eerbied moet omgegaan worden tegenover de medewerkers is niet op mij bedoeld maar wel op Hellemans, want Hellemans heeft mij voor dief beticht. Ik heb tegen Hellemans niets gezegd en ik ben valsch beticht geworden.

    Ik schrijf aanmerkingen in het klasdagboek doch die zijn gezien door inspecteur Hammenecker – ik schrijf regelmatig in alle klasdagboeken.

    Ik heb mijn plicht gedaan en Hammenecker zegt dat ik goed gedaan heb doch Huysmans is en blijft weerspannig.

    9. De vlag heeft op mijn huis gestoken doch ik ben valsch beschuldigd want mijn zoon heeft de vlag gestoken.

    Gij, burgemeester, beschuldigt mij valsch want ik heb de vlag niet gestoken ; mijn zoon Emiel heeft het gedaan en daarom heb ik gezegd dat gij nog met mijn zoon zult af te rekenen hebben.

    Het is nu reeds veertig minuten dat de heer De Leers gesproken heeft.

    Om 21u59 verlaat hij de zaal.

    Daarna worden de verklaringen van den heer De Leers punt voor punt gezamenlijk overloopen. Bij het laatste punt wordt gezegd dat in 1932 bij de gemeenteverkiezing de vlag ook uitgestoken was op het schoolhuis bewoond door meester De Leers.

    Er wordt dan overgegaan bij geheime stemming om op den heer De Leers een schorsing van 8 dagen met berooving van wedde toe te passen.
    De uitslag der stemming geeft drie stemmen ja, drie stemmen neen en één ongeldige stem en een wit briefje. Een nieuwe stemming geeft vier stemmen ja en vier stemmen neen.
    Dit besluit werd aan de bevoegde overheid overgemaakt.

    Daarna werd de zitting gesloten om half elf des avonds.”  

     

                De Raad “gezien de gemeente reeds sedert ongeveer een jaar, twee lokalen der

                Zoogezegde zustersscholen, toebehoorende aan de Vzw “de Parochiale werken

                Der Dekenij Mechelen-Zuid”, in kosteloos gebruik heeft.

                Gezien het bestuurskomiteit hiervoor thans aan de gemeente een kleine huur

                vraagt.

                Gezien deze vraag niet meer dan billijk is daar de gemeente ook huur moet

                betalen voor de klassen der gemeentemeisjesschool in den Kouter, lokalen die

                slechter zijn dan de nieuwe der zusterscholen, besluit :

                vanaf het jaar 1938 1000 fr huur te betalen voor de twee lokalen der zoogezegde

                zustersscholen en dit ieder volgend jaar...”

     

                “De gemeenteraad, gezien de plaatselijke Boerengilde in het Brughuis een

                landbouwavondschool ingericht heeft, gezien het bestuur der boerengilde een

                toelage van 600 fr aanvraagt om de algemeene onkosten te helpen dekken, besluit

                met 5 stemmen tegen 3 en 1 onthouding de gevraagde toelage van 600 fr te

                verleenen.”

     

    1938 – 30 november – Gemeenteraad :

                Een vergoeding van 100 fr werd gestemd voor het reinigen van de schoollokalen.

                (4 lokalen in de jongensschool en 4 in de meisjesschool) dus totaal 400 fr per

                school.

                Voor het reinigen der “privaten” werd 100 fr gestemd.

                Daar de meisjesschool gebruik maakte van 2 “privaten” (een nog steeds in de

                Kouter) deelde men die op in 50 fr voor de school in het Dorp en 50 fr voor die

                in de Kouter.

     

    1938 – Einde 1938 telde Leest 1788 inwoners.

     

    28-02-2012 om 15:22 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1938 – 17 juni : Rond 09u30 kwam er een militair vliegtuig neer in de Tisseltbaan.

                De twee inzittenden (26 en 23 jaar)  kwamen om het leven.

     

    1938 – Het Nieuwsblad zaterdag 18 juni 1938 :

     

                Militair vliegtuig stort te pletter te Leest-Mechelen.

     

    “De twee inzittenden op slag gedood. Het toestel is tegen hoogspanningsdraden aangevlogen en viel een driehonderdtal meter verder neer.-

    De twee verminkte lijken der slachtoffers werden naar het militair gasthuis overgebracht.

     

    Vrijdagmorgen tien minuten na negen uur, heeft zich te Leest een vliegtuigongeval voorgedaan, waarbij twee militairen uit Brussel die een proefvlucht ondernamen, den dood hebben gevonden.

    Zij waren even voor negen uur te Brussel opgestegen, toen het toestel boven het grondgebied van Leest, in de hoogspanningskabels die de stad Mechelen met Aalst verbinden, verward geraakte en van daaruit een driehonderdtal meter verder te pletter stortten.
    Zowel de piloot, luitenant Joie, verbonden aan den vliegdienst van Evere als luitenant Jones, van het 2de regiment Lanciers, werden op slag gedood.

     

    Een ongeval dat groote opschudding verwekte

    Wij hadden vrijdagvoormiddag te Leest gelegenheid verschillende personen te ondervragen die het ongeval zagen gebeuren.

    Zeggen wij vooraf dat het vliegtoestel neerstortte in het korenveld van den h. K. Rottiers, wonende Koeistraat te Leest. De man was niet thuis en familieleden moesten eerst door geburen van het ongeval worden op de hoogte gebracht.

    Een gebuurvrouw, Mevr. Lemmens, bevond zich achteraan het huis, toen zij kort na negen uur een militair vliegtoestel, een honderdtal meter boven den grond zag rondcirkelen. De motor liet enkele knallen hooren en toen het toestel aan de hoogspanningskabels was gekomen zag Mevr. Lemmens dat het toetel erin geraakte. Het schommelde met groote bewegingen naar links en naar rechts en viel te pletter achter hare woning in een korenveld.
    Dadelijk snelde zij ter plaatse en vond het toestel met het voorste gedeelte diep in den
     

    grond geboord.

     

    Menschen leeft gij nog ?

    Mevr. Lemmens kon haar oogen niet gelooven. En in een eerste opwelling riep zij uit : ”Menschen leeft gij nog ?”

    Dan kwam ook de tweede getuige K. Verbeeck, toegesneld.
    Beiden moesten vaststellen dat de twee inzittingen deerlijk verminkt werden en geen teeken van leven meer gaven.

    Van alle zijden kwam nu het volk toegestroomd, onder meer ook soldaten van het 7de Linieregiment van Mechelen, die in de omgeving op een 800 tal meter oefeningen maakten onder leiding van luitenant Gilson.

    Dadelijk werd een ordedienst ingesteld die de nieuwsgierigen die weldra tot honderdtallen aangroeiden , op afstand te houden.

    Dr . Stuyck van Leest werd verwittigd en deze stelde vast dat luitenant Jones, 24 jaar oud, nog licht ademde. Kort daarop was hij echter ook een lijk.

    E.H. De Vits, onderpastoor te Leest, heeft de twee slachtoffers, in extremis, de laatste sacramenten toegediend.

    De twee verminkte lijken waren nog vastgebonden in het toestel, toen men ze ter plaatse ontdekte. Eerst nadat de gendarmen en de soldaten ter plaatse waren, werd de staart van het toestel , dat de lucht instak, neergehaald en werden de twee ongelukkigen uit hun zitting genomen.

    Luitenant Joie, 27 jaar oud, was de schedel verbrijzeld.

    Hersenstof lag in het korenveld rondgespreid. De ongelukkige was ook de vingers van een hand gerukt.

    Luitenant Jones, die als waarnemer in het vliegtoestel had plaatsgenomen, vertoonde een diepe snede  van het oog tot aan den mond. De ongelukkige was daarbij de beenen op verschillende plaatsen gebroken.

    Het toestel.

    Het vliegtoestel was een Fairy Fox 99 Nr AF – 6170 van het centrum van Evere-Brussel.

    Het was gemonteerd met een machinegeweer, zoodat ’t wel een proefvlucht gold. Het toestel zelve was volkomen vernield.

    Terwijl honderden aanwezigen zich op de plaats van het ongeval verdrongen en de nabije aardappelvelden letterlijk overrompeld werden, cirkelden tien militaire vliegtuigen rond en brachten de militairen groet aan hun verongelukte makkers.

     

    Het eerste onderzoek.

    Uit het eerste onderzoek ter plaatse bleek dat de piloot reeds den naphtetoevoer had afgesneden, wat een voorbereiding is voor de landing. Zoo is het ook uit te leggen dat het toestel dat nog 300 liter brandbare stoffen inhield, niet is in brand geschoten en de lijken niet werden verkoold.

    Daar het toestel slechts op een geringe hoogte vloog, hebben de inzittenden geen gebruik kunnen maken van hun valscherm.

    De soldaten van het 7de Linieregiment zagen het toestel boven het dorp cirkelen. De piloot zocht waarschijnlijk een landingsplaats en hij zou waarschijnlijk in dit maneuver zijn geslaagd als het toestel niet tegen de kabels was gevlogen. Twee kabels waren gebroken.

     

    Het parket ter plaatse.

    Omstreeks 11 uur is het militair parket van Evere ter plaatse afgestapt...”

     

    Foto’s :

    Boven:“Te Leest-bij-Mechelen vloog een militair vliegtuig tegen een electrische hoogspanningsdraad, waardoor het neerstortte. De piloot en de waarnemer werden beiden gedood. Hieronder het vernielde vliegtuig, vooraan onder het zeil, beide verongelukten. (Zondagsvriend 23/6/1938)

     

    Midden : “Mevrouw Lemmens een der voornaamste getuigen van het vliegongeval”.

     

    Onder : “Onder grote belangstelling werden de lijken van de twee slachtoffers in den ambulance-wagen geladen”. (Het Nieuwsblad 18/6/1938)

     







    28-02-2012 om 15:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto : Meester Huysmans met enkele van zijn  leerlingen in ’65.

     

    1938 – 18 januari – Gemeenteraad :

                -Georges Maria Jozef Van Assche uit Londerzeel wordt vleeskeurder der

                gemeente Leest benoemd, in vervanging van de overleden veearts Van Passen.

                Voordien was hij reeds “bijgevoegden vleeschkeurder” te Leest.

                -“Met de personen die moeten onteigend worden, op Leest, voor de rechtmaking

                van het nieuwe tracé van de Kapellebaan, werd een overeenkomst gesloten.

                De te onteigenen percelen zullen betaald worden aan 4 frank per vierkante meter,

                de hagen aan 7 frank, dit alles volgens overeenkomst.”

                -Jan Albert Constant Pelagia Huysmans met vijf stemmen op de vijf gekozen tot

                gemeenteonderwijzer voor de 4de graad (7de en 8ste studiejaar).

                Er waren 4 kandidaten.

                Constant Huysmans was de eerste onderwijzer voor de 4de graad in de

                jongensschool.

     

                Stan Gobien in 1996 in de brochure “Reünie van de Leestse vijftigjarigen” over

                Constant Huysmans :

                “...Na het zesde leerjaar moest een belangrijke keuze worden gemaakt. In die tijd

                moest dan al worden gekozen wat men in zijn latere leven zou doen : zo vlug

                mogelijk gaan werken (thuis op de boerderij of naar de fabriek) of verder leren.

                Wie zo vlug mogelijk wou gaan werken, bleef in Leest op school en kwam terecht

                in de vierde graad : de meisjes bij zuster Virginia en de jongens bij meester

                Huysmans. Wie destijds in de vierde graad wilde lesgeven, moest een bijkomend

                diploma hebben. Meester Huysmans had bovendien een diploma van leraar

                technische vakken.

                Ik heb hem later nog als collega leren kennen en waarderen. Ondanks zijn

                strengheid was hij een plichtsbewust onderwijzer die tot zijn laatste jaar in het

                onderwijs wekelijks een drietal lessen schriftelijk voorbereidde.

                Hij had ook een enorme zin voor humor...”

     

    1938 – 4 maart : “De gemeenteraad gezien er beslist werd een steenweg aan te leggen

                van de Bist, over het Hoogveld, de Tinneschuerstraat en zoo rechtstreeks naar

                het dorp...

                Besluit een nieuwe straat, waarvan de uitvoering achteraf zal plaats hebben, zal

                geopend worden vanaf het snijpunt der wegen nrs 25 en 26 naar den weg nr. 2

                Kouter, en wel zoo dat zij weg nr. 2 zal ontmoeten ongeveer daar waar de

                perceelen wijk b nrs 239b en 225/2d aan elkaar grenzen op een dezer twee

                perceelen...”

     

    1938 – 4 maart – Gemeenteraad :

                “...Overwegende dat wij het vorig jaar, ten koste van zware financiele lasten

                overgegaan zijn tot het bouwen van een nieuwe jongensschool, dat de gemeente

                nog steeds bezig is nieuwe schoolmeubelen aan te koopen is van mening :

                dat het voorloopig onmogelijk is nieuwe meisjesscholen te bouwen.

                Besluit : voorloopig twee nieuwe lokalen bij te huren die aan alle vereischten

                van degelijkheid en gezondheid zullen beantwoorden.

     

                De Raad besloot een vergoeding van 500 fr per jaar goed te keuren, teneinde de

                onderwijzeres die kooklessen gaf aan de vierde graad, schadeloos te stellen

                “daar zij zelf en persoonlijk de uitgaven bekostigd heeft die uit dit onderricht

                voortspruiten.”

     

                Verdeling der klassen in de scholen.

                “De hoofdonderwijzer De Leers zal het eerste lokaal in gebruik nemen, het is

                te zeggen het lokaal dat het dichtst bij de uitgangspost gelegen is.

                De nieuw benoemde onderwijzer heer Constant Huysmans zal het vierde lokaal

                in gebruik nemen en het is te zeggen het lokaal dat het verst van de uitgangspoort

                verwijderd is.”

     

    1938 – 2 mei - Gemeenteraad : Schoolhoofd De Leers werd berispt door het

                gemeentebestuur. Er werd hem tevens medegedeeld dat “de lagere

                gemeentescholen door de GEMEENTEN worden bestuurd en dat de heeren

                schoolhoofd en onderwijzer verder goed zullen doen uit te voeren wat door de

                Overheid wordt geboden, willen zij tuchtstraffen vermijden.”

     

                De Raad stelde volgende uurrooster vast voor de nieuwbakken vierdegraadklas

                van de gemeentelijke jongensschool :

     

    Maandag

    08.30 tot 09u00 godsdienst – Catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de st. Oefening rekenen – 8ste jaar : rekenen.

    09u30 tot 10u00 7de : rekenen en 8ste studiejaar : oefening rekenen.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 natuurwetenschappen of gezondheidsleer.

    10u45 tot 11u15 oefening natuurwetenschappen of gezondheidsleer.

    13u30 tot 14u00 7de : oefening Franse taal, 8ste studiejaar : Franse taal.

    14u00 tot 14u30 7de : Franse taal, 8ste : oefening Franse taal.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 voordragen.

    15u15 tot 15u45 schoonschrift.

     

    Dinsdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst gewijde geschiedenis.

    09u00 tot 09u30 7de : stelkunde, 8ste : oefening stelkunde.

    09u30 tot 10u00 7de : oefening stelkunde, 8ste : stelkunde.

    10u00 tot 10u15 speeltijd .

    10u15 tot 10u45 landbouw.

    10u45 tot 11u15 oefening landbouw.

    13u30 tot 14u00 stellen.

    14u00 tot 14u30 oefening stellen.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 documentair tekenen.

    15u15 tot 15u45 turnen.

     

    Woensdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de : oefening spraakleer, 8ste : spraakleer.

    09u30 tot 10u00 7de spraakleer, 8ste : oefening spraakleer.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 vaderlandsche geschiedenis.

    10u45 tot 11u15 oefening vaderlandsche geschiedenis.

    13u30 tot 14u30 handenarbeid.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u45 handenarbeid.

     

    Donderdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst – catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de : spraakleer, 8ste: oefening spraakleer.

    09u30 tot 10u00 7de : oefening spraakleer, 8ste: spraakleer.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 landbouw.

    10u45 tot 11u15 oefening landbouw.

    In de namiddag : verlof.

     

    Vrijdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst gewijde geschiedenis.

    09u00 tot 09u30 7de : oefening rekenen, 8ste: rekenen.

    09u30 tot 10u00 7de : rekenen, 8ste : oefening rekenen.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 aardrijkskunde.

    10u45 tot 11u15 oefening aardrijkskunde.

    13u30 tot 14u30 tekenen.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 Franse taal lezen en voordragen.

    15u15 tot 15u45 turnen.

     

    Zaterdag

    O8u30 tot 09u00 godsdienst catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de : vormleer-meetkunde, 8ste : meetkundig-tekenen.

    09u30 tot 10u00 7de : meetkundig tekenen, 8ste : vormleer-meetkunde.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 7de : moedertaal, 8ste : moedertaal lezen.

    10u45 tot 11u15 7de : oefening moedertaal, 8ste : moedertaal lezen.

    13u30 tot 14u00 handel.

    14u00 tot 14u30 oefening handel.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 zang.

    15u15 tot 15u45 zedelijke opvoeding.

     

    Tot de grote vacantie, in juli 1938, zal woensdagnamiddag verdeeld worden al volgt :

    13u30 tot 14u00 aardrijkskunde.

    14u00 tot 14u30 oefening aardrijkskunde.

    14u45 tot 15u15 voordragen.

    15u15 tot 15u45 zang.

     

    De Raad houdt er aan uitdrukkelijk te bepalen dat de turnlessen van den derden en den vierden graad “niet” gelijktijdig gegeven worden.

    Aanwezig in deze gemeenteraad : Victor Jozef De Laet (burgemeester), Jozef Apers en Frans Boonen, schepenen, Prosper Busschot, Petrus De Prins, Juliaan Geerts, Petrus Mertens, Frans Muysoms, Jan Nuytkens en Alfons Van Dam, raadsleden en Lodewijk Wuyts secretaris.

     

    1938 – 12 juni : Aardschokken in ons land.

                “Even voor twaalf uur overal trillingen waargenomen. Op sommige plaatsen

                schade aan huizen toegebracht. Paniek in scholen en cinema’s.

                Ook in Engeland en Frankrijk. Te Mechelen en omliggende werd de aardschok

                vrij sterk opgemerkt. Hier deden zich zelfs instortingen voor.

                Zoo werd onder meer de puntgevel van de mouterij Lamot zoo erg beschadigd

                dat deze naar beneden kwam.

                In de Fr. De Merodestraat ontstond zelfs een kortsluiting en de geleidingen van

                de tram kwamen op de straat terecht...

                Ook uit de omliggende gemeente bereikten ons berichten dat de bevolking door

                een sterke trilling opgeschrokken werd en de straat opsnelde.” (KH-GvM) 

    28-02-2012 om 11:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1938 – Rik De Bruyn werd de nieuwe muziekchef van de fanfare Sint Cecilia.

                Onder zijn leiding werden op 24 wedstrijden uitsluitend eerste prijzen behaald,

                waarvan 13 met lof van de jury.

                In 1965 werd hij opgevolgd door Theo Fierens, na 27 jaar de dirigeerstok te

                hebben gehanteerd.

     

                Stan Gobien  “Leest in Feest” :

     

    “De derde dirigent van St.Cecilia was Rik De Bruyn. Hij was Ceciliaan in hart en nieren en wanneer een dirigent het na hem voor bekeken hield, vervulde hij nog dikwijls de functie van ‘overgangsdirigent’. Het  bestuur kon zo uitkijken naar een opvolger en dat kon een tijdje duren…omdat Rik De Bruyn als geen ander de muzikanten op een gunstige wijze kon beïnvloeden.
    Rik De Bruyn werd ‘Rik van ’t Kot’ genoemd omdat zijn vader omstreeks 1900 chef was van het Leestse station. Het station bevond zich op de kruising tussen de spoorweg Mechelen – St Niklaas en de Juniorslaan.

    Rik werd geboren in 1909 in het ‘ruthuis’, de verplichte woning van de Leestse stationschef. Deze stationswoning stond in de volksmond bekend als ‘t’kot’, vermoedelijk omdat de buitenmuren nogal zwart waren van het roet van voorbijrijdende stoomtreinen.

    Rik De Bruyn ging in 1923, op 14-jarige leeftijd naar het Mechels Conservatorium om er de avondlessen in de beeldhouwklas te volgen. Hij maakte de verplaatsing naar Mechelen met Floriaan Meyers, die intussen in de Leestse gemeenteschool als onderwijzer was aangesteld.

    Meester Meyers volgde er de lessen in de teken- en schilderklas.

    Rik De Bruyn begon direct na de lagere school te werken als leerling-houtsnijder bij de geronommeerde Mechelse meubelfabrikant Stevens, destijds gevestigd aan de Consciencestraat. Vanaf 1940 werd hij meestergast bij Van Linthoudt, een ander bekend Mechels meubelbedrijf. Tweeëntwintig jaar heeft hij daar gewerkt en daarna stapte hij over naar een Leests bedrijf, namelijk het familiebedrijf Jacobs, destijds gevestigd aan de Scheerstraat, nu Ten Moortele.

    Vanaf 1945 werkte hij na zijn  dagtaak in zijn eigen atelier aan de Dorpsstraat, rechtover de Sint-Jozefskapel. Toen hij bij Jacobs werkte, mocht hij de hele dag thuis in zijn atelier werken. Wanneer later het Leestse meubelbedrijf zijn deuren sloot, werd Rik zelfstandig houtsnijder. Hij heeft altijd meer werk gehad dan hij ooit klaar kreeg omdat hij een echte meester in het vak was. Hij beeldhouwde alles wat hij mooi vond en wat de klanten verlangden.

    Toen hij met pensioen ging bleef hij houtsnijwerk maken voor het plezier. Heel wat Leestenaars en vroegere klanten vroegen hem nog dikwijls een of ander beeld te snijden.

    Zo kwam een van zijn beste vrienden Pieter Verbeeck, oud-muzikant van de Leestse fanfare en een van de weinige saxofoonspelers die de vereniging ooit had, hem eens vragen een beeld te snijden uit een oude balk die al meer dan 100 jaar in de grond had gezeten. Deze balk stutte destijds de wip aan ’t wiphuis. Rik kon er alleen een grote zuil met druivenranken van maken, zo hard was hij. Het is een van zijn lievelingsstukken geworden.
    In heel wat Leestse woningen zijn beelden te zien die onderaan het voetstuk de initialen ‘H.D.B.’ dragen of waar voluit ‘Rik De Bruyn’ is vermeld.

    Rik De Bruyn begon als muziekant bij St.Cecilia in 1922. Hij had veel talent en hij was autodidact. In zijn jonge jaren ging hij zelfs ‘bal spelen’ met een gelegenheidsorkestje op kermissen in de buurt. Muziek leerde hij op eigen kracht zodat hij na verloop van tijd ook de basisprincipes van de harmonieleer onder de knie had. Het dirigeren had hij in de praktijk geleerd.

    …

    Onder leiding van Rik De Bruyn behaalde St.Cecilia Leest op 24 muziekwedstrijden uitsluitend eerste prijzen waarvan dertien met lof van de jury.

    Rik De Bruyn bleef muzikant en speelde bariton tot in 1983.
    Hij overleed in 1991.”

     

    Foto’s : tweemaal Rik De Bruyn en uniek houtsnijwerk van zijn hand.







    28-02-2012 om 11:36 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1937 – 3 april : Huwelijk Jan Fierens –Marie Josephine Christiaens

     

                Jan was op 27 maart 1912 te Leest geboren als zoon van Jaak en Elisabeth

                Cuypers.

                Ter gelegenheid van hun huwelijk (het wettelijk vond plaats te Hombeek en het

                kerkelijk  te Zemst-Laar) maakte Joseph Christiaens, de vader van de bruid,

                volgend bestek op :

              

                “Bestek – Mijnheer Christiaens Joseph. Hombeek 1-3-37.

     

                1 Crapaud 620.36 Chr.dec. 51 met rug en oven                  701,00

                1 Koolbak 1477 A Chr. Dec. 51                                             140,80

                1 chr. Keuterhaak                                                                    2,85

                1 g galv. bassin 65                                                                39,15

                1 g galv. bassin 45                                                                 17,60

                1 platte casserol L.T.F. 28                                                     27,30

                1 platte casserol L.T.F. 26                                                     22,80

                1 platte casserole L.T.F. 24                                                   18,75

                1 ketel L.T.F. 26 cm                                                              53,10

                1 moor L.T.F. 24 cm                                                              38,75

                1 koffiepot L.T.F. 12 T.                                                          27,30

                1 teemsch – 24 cm                                                               13,30

                1 g braadpan – 26 cm                                                          12,35

                1 ovaal – 30 cm                                                                    14,50

                1 saucepan – 16 cm                                                               12,20

                1 pollepel – 11 cm                                                                  4,55

                1 vischpan – 14 cm                                                                 4,55

                1 platte koperen koolschup – gepreste                                9,75

                1 koffiering 10 cm                                                                170

     

                                                                                                            -------------

                                                                              frank :                    1162,30”         

     

    1937 – 21 mei : De Raad besloot niet in te gaan op de vraag van meester De Leers om

                tussenkomst in de kosten van schoolreizen door het gemeentebestuur “gezien

                den slechten financieelen toestand van de gemeente.”

     

    1937 – 18 mei – Schepencollege : Frans Verlinden kreeg toelating om een huis te bouwen

                op het perceel wijk B nr. 400.

     

    1937 – 18 mei : “Het College besluit nog eens aan te dringen bij den Nat.

                Gezondheidsdienst te Antwerpen om de ontsmetting der woning van de Weduwe

                Geerts-Ceulemans Alf.Flor. Grote Heide nr.2 te Leest aan te vatten.”

     

    1937 – 10 juni – Zondagdvriend :  J. Moons uit de Tiendeschuurstraat 1 Leest stond

                met zijn foto afgebeeld in het weekblad “Zondagsvriend”, dit naar aanleiding

                van de gratis ongevallenverzekering die gelinkt was aan een abonnement op

                dat blad.

                Hij kreeg 500 frank toebedeeld.

     

    1937 – 17 juli : Benoeming van hoofdonderwijzeres gemeentelijke meisjesschool.

                Zes aanvragen waren bij het gemeentebestuur binnengekomen :

                Alice Buelens uit Steenhuffel, Adeline Schoepen uit Vlimmeren, Victoria De

                Boeck, Rosa Maes en Maria Rheinhard uit Leest en Julienne Vangelder uit

                Tisselt.

                De geheime stemming resulteerde in vier stemmen voor Rosa Maes en evenveel

                voor Adeline Schoepen. Een tweede stemming gaf geen uitsluitsel en daar

                Adeline Schoepen de oudste was, werd zij onmiddellijk tot hoofdonderwijzeres

                van de gemeentelijke meisjesschool benoemd.

                Ze was geboren te Merksem op 8 december 1895 en gaf reeds les te Leest als

                tijdelijke hoofdonderwijzeres.

     

    1937 – 24 september – Gemeenteraad :

                “...Gezien er te Leest nog verschillende hoeven niet aangesloten zijn aan het

                electrisch net omdat deze aansluitingen te groote kosten zou veroorzaken

                aan de gemeente, besluit de gemeente regeringstoelagen aan te vragen aan

                het ministerie van Landbouw, en indien de staatstoelage verleend wordt,

                zal aan ieder bewoner van een afgelegen woning die zijn huis laat aansluiten,

                een toelage verleenen gelijk aan de helft van de totale kosten die er overblijven

                na aftrek der staatstoelage..”

     

                In dezelfde zitting verzocht het gemeentebestuur, omwille van de voorgestelde

                vernieuwing van de Kapellebaan, aan de verschillende instanties, om toelagen

                te bekomen.

                Ook besloot de Raad om aan de gouverneur te vragen zijn technische diensten

                te gelasten met het opmaken van een ontwerp tot vernieuwing van de Mechelbaan

                (buurtweg van groot verkeer nr.1) en aan de stad Mechelen voor tussenkomst

                in de kosten van een nieuwe Zennebrug.

     

    1937 – 26 september : Ruim 200 Leestenaars opgeroepen

                Dat jaar vroeg Duitsland de inlijving van Oostenrijk, doch twee dagen voor

                de stemming werd dat land al door de Duitsers bezet. Eind september was de

                beroering van Sudeten in Slowakije op haar hoogtepunt en Duitsland eiste

                Slowakije op. Engeland en Frankrijk beloofden alle hulp aan Slowakije.

                Haastig werd in alle landen mobilisaties uitgevoerd. Op 23 september werden

                hier enkele specialisten genie en afweergeschut opgeroepen.

                De 26ste september werden ruim 200 mannen onzer gemeente opgeroepen en

                paarden en voertuigen opgeëist.

                Albert Huysmans moest met de bestelauto van zijn vader (van de

                gelijknamige limonadefabriek in Leest-Dorp) naar de 6de Legerafdeling

                Infanterie te velde in Watermael.

                Op 29 september reed hij in het gezelschap van een karavaan auto’s naar

                Heverlee alwaar de kamions vol bommen werden geladen om ze vervolgens

                terug te voeren naar Watermael.

                In de straten van die gemeente stonden ze vertrekkensgereed opgesteld,

                wachtend op de beslissing van Slowakije : overgave of oorlog.

                Op 1 oktober om 2 uur in de ochtend bracht men de tijding dat twee derde

                van Slowakije na overgave werd bezet, met instemming van Engeland en

                Frankrijk.

                ’s Anderendaags werd de demobilisatie van de legers ingezet en op 4 oktober

                keerde Albert Huysmans  terug huiswaarts.

                (“Pinksteren Soldaatjes” J.A.Huysmans in “De Band” augustus 1982)

     

    1937 – 19 november : Maria Joanna Gerarda Rheinhard benoemd tot onderwijzeres

                bij de gemeentelijke meisjesschool. Ze kreeg 5 stemmen tegen 3 voor Victoria

                De Boeck. Er waren 9 kandidaturen.

                Maria Rheinhard was geboren te Mechelen op 22/8/1903 en was reeds

                onderwijzeres in de bewaarschool te Leest.

     

    1937 – Op 31 december 1937 telde Leest 1774 inwoners.

    28-02-2012 om 10:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1937 – Op 1 januari telde Leest 1783 inwoners.

     

    1937 – Propagandaballon te Leest geland op de Dorpsplaats. (foto Zondagsvriend)

     

    1937 – Leestse Leurhandelaars

     

    -Alewaters Maria Elisabeth °3/2/1894, Dorp nr23,

    “Ellegoederen en gemaakt goed van deur tot deur voor eigen rekening”.

    -Huybrechts Catharina, °13/11/1900, Dorp nr.30, idem ellegoederen.

    -Lauwens Maria Paulina, °25/6/1890, Scheerstraat 10, idem ellegoederen.

    -Scheltiens Jan Baptist, °28/7/1896, Dorp 19,

    “Naaigerief, huishoudgerief en allerlei kleingoed”.

    -Piessens Jan Frans, °3/12/1882, Dorp 39, “schoeisel en bijbehoorigheden”.

    -Baudin Emma Eve, °14/2/1893, Hertstraat 1,

    “opneemdoeken, vellen, sponsen, e.a.”

    -Piscador Isidoor, °16/7/1898, Dorp 33, “ijsroom”.

    -Voet Lodewijk, °26/4/1887, Tiendeschuurstraat 11, “vischwaren en visch.”

    -Fierens Hendrik, °23/9/1901, Tisseltbaan 17, “vischwaren”.

    -Van Camp Karel Lodewijk, °4/2/1920, Tisseltbaan 31, “vischwaren”.

    -Bergeman Celina Juliana, °30/3/1887, Tisseltbaan 7, “linnen en ellegoed”.

    -Nuytkens August, °21/5/1910, Dorp nr.9, “ijsroom”.

    Memento der aanvragen naar kaarten en kentekens voor leurhandelaars van de gemeente Leest over periode 1935;1936 en 1937)

     

    1937 – Dat jaar onderging de Zuivelfabriek Sint-Jozef uit Blaasveld een wijziging in

                de statuten van haar vennootschap. In het bestuur vonden we de namen terug

                van twee Leestenaars : de landbouwers Frans Van Roey en Karel Van Linden.

                Ze hadden respectievelijk de functie van toeziener en bestuurslid.

                “Blaasveld en de zuivelfabriek Sint-Jozef” – Karel De Decker.

     

    1937 – 11 maart : De gemeenteraad besloot het college van burgemeester en schepenen

                te machtigen om voor de gemeente met de stad Mechelen een overeenkomst af

                te sluiten betreffend “een intercommunale brandweerkorps, daar Leest een

                gemeente zonder brandweerkorps is, zal de jaarlijkse bijdrage 0,30 fr per

                inwoner bedragen, berekend volgens het laatste bevolkingscijfer in den

                “Moniteur” verschenen.”

     

    1937 – 11 maart : De Raad bracht gunstig advies ujit m.b.t. een gift van 8.000 fr in titels

                van Juffrouw Florence Félicité Empain, rentenierster uit Battel.

                Deze laatste stelde echter enkele voorwaarden : “jaarlijks vijf missen moeten

                worden gezongen tot intentie der familie Empain en dat het praalgraf der familie

                zou onderhouden worden”.

                Pieter Spruyt stond in voor het onderhoud.

     

    1937 – 11 maart : De Raad keurde het lijnrichtingsplan van landmeter J. Van Dyck goed.

                Het betrof hier de wegen nr. 4 en 10 van de steenweg Leest naar Tisselt.

     

    1937 – 30 maart : Schepencollege –

                “Gezien de hoofdonderwijzeres der gemeentelijke meisjesschool haar ontslag zal

                indienen en intusschen gevraagd heeft om tegen 5 april 1937 te vervangen te

                worden door een tussentijdige leerkracht, besluit :

                Schoepen Adeline,onderwijzeres te Vlimmeren zal de tusschentijdige bediening

                van hoofdonderwijzeres aan de gemeentelijke meisjesschool te Leest waarnemen,

                met de daaraan verbonden rechten en verplichtingen.”

     

    1937 – 1 april : Ontslag schoolhoofd Mathilde Hellemans. (GR-22/4/1937)

     

    28-02-2012 om 10:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 25/11-01/12 2024
  • 18/11-24/11 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 04/11-10/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 30/09-06/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 16/09-22/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 02/09-08/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 19/08-25/08 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!