1952 12 Oktober -
Dag van de Gemeenteraadsverkiezing. Incident
in de Kerk
Emiel Polfliet vertelde in 1977 :
Ik
herinner het mij als was het gisteren. Het was in de mis van halfzeven
en
pastoor Coosemans stond op de preekstoel. Plots begon hij over de
verkiezing te praten en vroeg tamelijk rechtstreeks niet voor de
Blekken
te
stemmen. Toen is mijn grootmoeder (Colette Van Praet-De Prins)
verontwaardigd rechtgesprongen en heeft letterlijk gevraagd : Mijnheer
Pastoor, zijn wij dan geen kristelijke mensen ?
Waarop de pastoor het antwoord schuldig bleef en hij verliet de kansel
en zette
de
mis verder alsof er niets was gebeurd.
Nog
even was er spanning in de kerk toen mijn grootmoeder ter communie
ging. Heel de kerk keek ademloos toe, maar de pastoor behandelde haar
net zoals
de
andere communicerenden en legde de H. Hostie op haar tong.
Onmiddellijk na die mis staken enkele Blekken spontaan de koppen bij
elkaar
en
verzamelden in een mum van tijd enkele tientallen muzikanten van hun fanfare
St.-Cecilia. Die zijn dan dezelfde dag uit dankbaarheid bij mijn
grootmoeder
thuis, in de Alemstraat, een serenade
gaan spelen.
(Noot : meer over dit incident onder Sussen en Blekken,
jaar 1899)
De gemeenteraadsverkiezingen
van 1952 waren bikkelhard.
Sussen
en Blekken spaarden niets of niemand.
De
Blekken hadden lijst nr. 1 gekregen, de Sussen lijst nr. 2.
Hun
kandidaten :
Lijst
1 (Blekken) Lijst 2
(Sussen)
1.
De Prins Pieter1.Van der
Hasselt J.F.
2.Busschot
Prosper2.
De Win M.E.
3.
Verwerft Frans3. Muysoms J.F.
4.
Geens Jules4.
Buelens C.K.
5.
Verbeeck Pieter5. Mertens P.A.Th.
6.
De Prins Ferinand6. Van den Brande A.
7.
Maes Jan7.
Voet R.M.J.
8.
Polspoel Benedikt8. De Hondt Pauline LC.
9.
Verschueren Emiel9. Wuyts K.L.M.
De
Blekken viseerden vooral de tweede op de lijst van hun tegenstrevers, Ernest De
Win, in hun folders om precessen te
vermijden steevast Nestje De Windt genoemd.
Bij
deSussen had Frans Verwerft het
verkorven. Deze ingeweken Kempenaar was technisch leraar in de SITO en
oud-muzikant van de Sussen.
De Blekken propaganda in 1952 :
DE WARE
LEESTENAAR , uitgegeven door de Koninklijke Fanfare St. Cecilia Leest
KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST,
De kiesstrijd loopt ten einde. Toch kunnen we niet
nalaten enkele punten recht te zetten.
Nestje, ge verklaart dat er in Leest nooit een C.V.P.
tot stand gekomen is. Was het dan een VALSE
C.V.P. die voor zes jaar in Leest de kiezing trachtte te winnen ?
Of was het slechts een middel om de mensen van Leest
zand in de ogen te strooien en een uiterste middel om de blekken er onder te
krijgen.
Spijtig genoeg voor de Sussen, waren er enkele leden
van St. Cecilia die klaar zagen en de scheuring, die de anderen in onze
Maatschappij wilden verrichten konden verhinderen. Ze wilden zich niet lenen om
De Laet en Co terug aan het bewind te helpen.
Van zwart gesproken. Nestje herinnert ge U nog waar ge die nieuwe
zwarte fiets gratis cadeau hebt gekregen. Was dat niet bij Van Goidsenhoven uit
Hombeek om zijn zwarte zaken uit de voeten te doen ?
De Sussen hebben de klacht tegen de veldwachter niet
ingediend. Wie dan wel Nestje ?
Als de Sussen de kwestie van die 100.000 ondertekenen
dan zullen ze wel gauw afgehaald worden. Zulk een som beloven op iemands anders
kap is gemakkelijk.
Schermen met NAASTENLIEFDE
is gemakkelijk Mr. DE WIND. Ze
toepassen dat is wat anders. Zouden er in Leest veel mensen te vinden zijn die
kunnen meepraten over
Uwe
Naastenliefde; Moet men U soms even de zaak herinneren van de erfenis
SPRUYT ? Daar hebben de erfgenamen zeker een staaltje
gekregen van uw naastenliefde. Daar hebt u blijk gegeven van uw DRANG OM GOED TE DOEN.
Ingevolge die eigenschappen zitten die mensen nu met
een erfpacht van 30 jaar op hun eigendom. Spijtig genoeg was hier het goed maar
gedaan aan een enkeling. Hoeveel vuile zaakjes door u uit de voeten gedaan
moeten er zo nog opgesomd worden ?
Mensen van Leest, hebt u soms een zaak af te handelen,
geef ze in volle vertrouwen in handen van Nestje. Hij zal ze afhandelen in een
geest van naastenliefde en drang om goed te doen en tot uw, en ZEKER TOT ZIJN profijt.
Wat de opmeting van de straten betreft, sussen, deze
werd ons opgelegd door een Ministeriele omzendbrief van 5-3-1950. Dat die
opmeting niet overbodig was blijft uit het feit dat hierdoor jaarlijks 160.000
fr. in de gemeentekas komt. Hadt U soms dit vergeten toe te voegen aan uw
lasterlijke aantijgingen ? Hadt die snuffelaar goed gezien dan zou hij wel
geweten hebben dat die 27.000 fr werden betaald aan een heel ander heerschap.
Waarlijk de Sussen hebben de heiligheid in pacht.
Wordt allen volgelingen van Wuyts en Pee. Zij zullen U de weg wel wijzen.
Leestenaars gaat in Hombeek vragen hoe blij men daar is de Wuyts kwijt te zijn.
Nu moeten de Sussen zwichten voor dat heerschap.
Weet ge dat er op de Lijst van de Sussen kandidaten
bereid zijn hun bekomen stemmen af te staan aan deze communist. De Sussen
willen hem absoluut op ons gemeentehuis.
Kiezers en
Kiezeressen, om dat te beletten STEMT als een man onder Nr 1 voor St. Cecilia.
(Verantwoordelijke
uitgever : Koninklijke Fanfare St.Cecilia,Leest. Drukkerij R. Lafosse-De Boeck,
Dorp 6 Leest, tel.144.89)
Openbare
Bekentenis !
We moeten ten volle gelijk geven dat we Vrijdag en
Zaterdag-nacht volk genoeg te been zullen brengen om alle VALSHEIDte voorkomen.
Wij staan paraat alle verfborstels en teerpotten te
weren, maar zullen ook niet dulden dat valse briefjes in omloop gebracht
worden.
Wij van onze kant geven nogmaals de verzekering dat AL
ons drukwerk de naam van drukker Lafosse zal vermelden en er ook zal gedrukt
worden.
Kiezers GEDENK
1932 Weg met Klooster en Kerk en Scholen, de laatste steen moet weg van
Leest, door de Sussen toen uitgegeven op onze naam.
Gedenk de doodskoppen.
STEMT onder
nummer 1. Ter zege !
(Drukkerij
Lafosse-De Boeck)
De Ware
Leestenaar Uitgegeven door de Koninklijke Fanfare St.Cecilia
Leest.
KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST,
Nog 48 uren en de kiesstrijd zal gestreden zijn. Gij
moet ons allen verontschuldigen dat we termen moeten gebruiken die we niet
gewoon of zinnens waren te gebruiken. Iedereen
heeft moeten vaststellen dat de
kiescampagne op een eerlijke en deftige wijze door ons werd aangevangen.
U zelf sussen
verplicht ons over te gaan tot meer uitleg over uwe kandidaten. Dat Nestje
De Wind een hele baas is in notariszaken bekkenen wij, sommige families kunnen
daarover meepraten. Inlichtingen
over dit heerschap kunt U verkrijgen bij onze veldwachter en zoveel anderen. We
willen er nog enkele staaltjes bijhalen. Zeg Nestje De Wind : van
vaderlandsliefde gesproken,
herinnert ge u nog de voetbalmatch te Battel waar ge de match deed doorgaan met
zes ondergedokenen, wanneer de Gestapo op ronde was en de scheidsrechter er U
ook aan herinnerde dat het niet vaderlandslievend was.
De scheidsrechter zal wel gezien hebben dat ge een
paar zwarte botten droegt zoals die van uw schoonbroer die in de zwarte brigade
was. Op het Sportcomité te Antwerpen werd U terug die onvaderlandslievende
houding verweten.
En gij Wuuts, waar was in uwe tijd het gemeenthuis,
bij Rozeke van den Taar.
Herinnert ge U nog die tijd, welk een voorbeeld van
een huisvader ! Waarom hebt ge met geweld op de lijst willen staan van de Sussen
en hebben eerlijke mensen de plaats moeten ruimen voor U als communist.
Waar kan men
u vinden te Mechelen, in een communistisch lokaal, zulke mensen
hun plaats is in Moscou. U hebt er toch naartoe willen gaan.
Woorden, vandaag 9 october door Wuuts uitgesproken : zo laf als de Pee zal ik niet zijn, 20
jaar uit de kerk gebleven en verleden zondag als een lijkbidder in de Achturen
Mis.
Van de Pee gesproken,
Sussen pas op, een sluwe vos is in
uw midden opgedoken en heeft als kandidaat de 5de plaats bemachtigd.
Dat heerschap heeft in volle café bevestigd dat er communisten op het
Gemeentehuis moesten komen.
Wie ronselde laatstleden voor een afzonderlijke lijst,
de Wuuts en Pee. Van zuipen en brassen gesproken,
die kunnen daar lessen in geven, over hun gedrag willen we niet verder spreken. Als de vos de passie preekt,
boeren pas op uw kiekens.
Dat Nante zijn geld eerlijk en met hard werken,
niettegenstaande zijn zwaar huishouden, verdiend heeft. Dat hij voor de oorlog,
de meeste belasting en daarmee een grote bedeling vlees kreeg. Daar hij Cyriel
niet gezien heeft bij zijn 1e terugkomst uit Oostenrijk, hij deze
niet kon gefeliciteerd en zeker het V.N.V. niet
nodig had.
Heeft die
lasteraar de moed zich kenbaar te maken ?
Wat de herstellingswerken aan de kerk betreft, toen
kwam Z.E.H Pastoor met een bestek van 450.000 frank voor, in dit geval zou de
Kerkfabriek van Leest tussenkomen voor een bedrag van 150.000 frank. De
gemeente gaf het werk in aanbesteding, toen beloofde de Kerkfabriek 75.000
frank als tussenkomst. De uitslag gaf 242.000 frank, waarvan we 80% toelage
kregen, dus 48.000 frank te betalen door de gemeente. Gezien de kostprijs heel miniem was, verzaakte de Kerkfabriek aan
tussenkomst.
Wat de 27.000 frank aan metingen betreft, deze zijn
naar Ingenieur Celen gegaan en niet naar onze arme bediende.
Is nu al de gal en laster uitgespuwd, anders zullen we
verder gaan met uw ganse lijst in een klaar daglicht te stellen ???
TER
OVERWINNING MET LIJST Nr 1.
De eerlijke lijst van Koninklijke Fanfare St.Cecilia.
1950 Dat jaar
verving Stany De Decker(zie foto) onderpastoor Leo De Schutter te Leest.
Constant Stany De Decker was te
Duffel geboren op 18 oktober 1924 en in
1950 te Mechelen priester gewijd.
Tot 1955 bleef hij onderpastoor te
Leest waarna hij dezelfde functie waarnam
te Mechelen-Coloma tot 1967. Dat
jaar werd hij pastoor te Elewijt tot 1973
waarna hij Secretaris van het
Aartsbisdom Mechelen-Brussel werd en
Kanunnik tot aan zijn dood op 20
mei 1994. Hij overleed in het Sint-
Norbertusziekenhuis te Duffel.
Als jonge priester te Leest en
Coloma stortte Stany zich volledig in de parochiale
werking. Zieken en jeugd genoten
zijn speciale aandacht.
Stany speelde viool enwas vooral bij de Leestse Chiro zeer
populair.
Zijn populariteit was zo groot dat
de Leestenaars hem in 1968 een gift van 16.145
frank overhandigden als bijdrage
voor herstelling van zijn kerk te Elewijt, hij was
toen reeds vele jaren uit Leest
weg. (DB,nr.8,1968)
Passages uit zijn
gedachtenisprentje :
Stany had een groot hart, zijn hele leven lang. Zijn
hart sprak voor iedereen, zelfs in die mate dat zijn hart het sneller dan
verwacht begeven heeft.
Jezelf geven voor de anderen, dat was de rode draad
in heel zijn leven, steeds het positieve zien in de wereld romdom hem, zijn
eigen lief en leed was voor hem niet de hoofdzaak.
Als jonge priester te Leest en Coloma heeft hij zich
steeds volledig in de parochiale werking gestort. Zieken en jeugd genoten zijn
speciale aandacht.
Zieken konden steeds rekenen op zijn optimisme, zelfs
dat korte praatje gaf hen een andere kijk op het leven.
De jeugdbeweging had een speciale plaats in zijn hart,
meedoen met de jeugd, dat was zijn kenspreuk.
Iedereen herinnert zich nog het feestelijk gebeuren
toen hij als pastoor afscheid nam van zijn geliefde parochie; jaren later
werd hij gevierd naar aanleiding van 25 jaar priester in Elewijt. Deze
gebeurtenissenwaren slechts het topje
van de ijsberg voor de waardering die hij genoot.
Zijn promotie naar een functie met zware
verantwoordelijkheden in het bisdom, gevolgd door zijn benoeming tot kanunnik,
geven aan dat de kerkelijke overheid overtuigd was dat zijn diep menselijke
inzet een waarde had voor de gehele kristelijke gemeenschap van het Aartsbisdom
Mechelen-Brussel.
Bescheidenheid heeft hem hierin steeds gesierd Inzet en
verantwoordelijkheid nemen vond hij het belangrijkste.
1950 16 april :
Plechtige Eremis van E.P. René De Laet, Witte Pater.
Rene De Laet is een zoon van
burgemeester Victor en van Julie Muyldermans.
1950 23 april :
Monseigneur Van Eynde wijdt de drie nieuwe klokken in.
De grote klok weegt 969 kg en geeft
als toon FA. Zij draagt volgend opschrift :
Pace reduce campanis restitutis, Nicolai voce Deo gratulantur cives.
(Nu de vrede teruggekeerd is en de klokken
teruggegeven, danken de burgers
God door de stem van St Niklaas).
Haar naam is : Niklaas.
De kleine klok heeft als naam Jozef
en weegt 325 kg, geeft als toon DO en draagt
volgende opschriften : Sanctus Joseph Patriae principalis Patronu
ac
secunderius paroeciae O.P.N.
-Quotidiano pulsu ad Superna evoacre mihi est
Josepho.-Leest
1950. (Heilige Jozef, voornaamste patroon van het
vaderland en
tweede patroon van onze
parochie, bid voor ons. Het is aan mij, Jozef, gegeven,
dem ensen tot het hogere
op te roepen door mijn dagelijks gelui.Leest 1950)
Peter : burgemeester
Pieter De Prins, meter : Mevr. Julie De Laet-Meuldermans.
Deze twee klokken zijn ter vervanging van de
twee weggenomen tijdens de
Tweede Wereldoorlog en
die hadden een gewicht van 928 en 234 kg.
De middenklok was niet
weggenomen maar gebarsten en stemde door haar toon
niet meer overeen met de
twee nieuwe. Die klok werd hergoten.
Zij draagt de naam van
Maria, weegt 560 kg en heeft als toon LA.
Ze heeft dezelfde
opschriften als de oude : Gij,
christenen, weest toch
eendrachtig, Maria rein zal hierin
uw bijstand zijn. Leest in eendracht nu zal
maken Macht, in vele als goede
zaken.
Peter : Edw. Van
Steenwinckel, voorzitter van de kerkfabriek.
Meter : Mevr. Van den
Brande-Piessens.
In mei 1953 werden deze
klokken volledig afbetaald : 123.776 fr.
(87.000 fr was afkomstig
van het ministerie) (DB-1956)
Op 1 juli 1950 werden de
drie klokken electrisch aangedreven, dit voor de som
van27.000 fr.
1950 13 juni : De gemeenteraad stemde een toelage van 2.000 frank voor het
plaatselijk comiteit der
jubelfeesten.
Reden : gezien in de maand juli 1950 de veldwachter
zal gevierd worden om zijn
25 jaar dienst als secretaris van
de plaatselijke afdeling van de Nationale
Strijdersbond en zijn 25 jaar
dienst als veldwachter der gemeente.
1950 8 augustus : De gemeenteraad stemde voor een heffing ivm afgifte van
identiteitskaarten : 5
fr. voor het eerste paspoort, 5 fr voor een eerste duplicaat en
10 fr voor alle volgende
duplicaten.
Personen die onvermogend
waren dienden niets te betalen.
1950 3 november : Opening van de nieuwe bewaarschool en huishoudschool.
(DB-1956)
1950 17 december : De Bond der Kroostrijke Gezinnen huldigde de moeders
met
tien en meer kinderen.
De viering begon met een
mis en s namiddags vond de feestzitting plaats in
de Rooselaer.
De moeders ontvingen een
prachtige herinneringsmedaille van de Bond.
Die werd hun overhandigd
door de pastoor en de burgemeester.
De feestrede werd
gehouden door de heer Slaets, gewestelijk afgevaardigde.
De meisjesschool droeg
stukjes voor waarin de moeder centraal stond en
Jan De Decker las een
fragment voor van Ernest Claes : Oorlogsnovellen :
van een schamel
moederke.
Na een kort woordje van
dhr pastoor en secretaris Alfons Hellemans werden
de aanwezige moeders en vaders op een
koekenfeest vergast.
(DB-1956)
1950 24 december : Vernieuwing van het dak van kerk en pastorij. Bij
openbare
aanbesteding werden de
werken toegewezen aan de heer Clinckart uit Hoboken
voor de som van 243.539
fr maar gedurende de uitvoering werd deze som
verhoogdtot ongeveer 250.000fr. (DB-1956)
1950 Op 31
december 1950 telde Leest 1871 inwoners.
1951 31 maart : De
winter 50-51 heeft een gemiddelde temperatuur van -14°C
gekend. Zelfs scheepvaart op de
Schelde heeft stilgelegen. (KH-GvM)
1951 21 april : De
benoeming Koninklijk van de fanfare De Vrolijke Vrienden uit
Hombeek werd gevierd in de zaal
Alhambra op 22 april.
Deelnemers waren Willen is Kunnen
uit Zemst-Laar, St.-Cecilia uit Leest,
St.-Cecilia uit Hombeek-plein,
Arbeid Adelt uit Leest en St.-Martinus uit
Hombeek-dorp. (KH-GvM)
1951
21 december : Heuglijke dag voor de fanfare St.-Cecilia.
Op deze dag werd door de Koning de
machtiging gegeven aan de vereniging
de naam te dragen van Koninklijke
Fanfare Sint-Cecilia.
(GvM,12/10/79)
1951 Op 31
december telde Leest 1858 inwoners.
1952 De uit
Hombeek afkomstige Edward Fierens werd de nieuwe koster van
Leest. Hij was er geboren op 2
oktober 1930.
Tot 56 zou hij deze functie
blijven uitoefenen. Tijdens zijn verblijf te
Leest huurde hij een kamer bij een
weduwe Virginie.
Nadien werd hij koster te Rijmenam,
waar hij in 1960 trouwde met Lina
Van Cauwenbergh uit Zaventem.
(De kosters van Leest. De
Band-november 1985)
1952 13 februari
ZittingGemeenteraad Leest :
Aanwezig : burgemeester P. De
Prins, schepenen P. Busschot en Th. Maes,
de raadsleden Jan Van Riet, Victor
De Laet, P. Verbeeck, Ferdinand De
Prins en Remi Spoelders en
secretaris Egied Bradt.
Dagorde : periodieke weddeverhoging
van de gemeentewerkman Hendrik
Fierens.
Met ingang van 1 januari 1952 werd
een periodieke weddeverhoging toegestaan
van 1.200 frank. De wedde van
Hendrik Fierens werd op 47.040 frank gebracht.
1947 Pieter De
Prins werd burgemeester en dit tot 1958.
Jan De Decker nam van hem voor De
Band in april 1954 volgend intervieuw
af :
...de
vermoeide ogen van de zeventiger kregen een sterke glans toen hij sprak
over
zijn prilste jeugd en over het leven aan de ouderlijke haard in de landelijke
gemeente Meise, alwaar hij op 30 september 1885 werd geboren als eerste
kind
van
een landbouwersgezin.
Als oudste van negen (vier jongens en vijf
meisjes) moest hij hard werken.
Op
16-jarige leeftijd 10 hectaren oogst mee helpen pikken met de hand is
voorwaar geen kleinigheid, evenmin als stenen bakken voor boerderijen en
huizen.
Toen
hij dit aanstipte tuurde hij door het raam, als met weemoed kijkend naar
zn
zonen die werkten op het erf, terwijl hij met zijn verweerde handen, die
spreken van lange jaren onverpoosde moeizame arbeid, de poes streelde
die
ronkend op zn schoot te slapen lag...
Ja,
allen zijn zonen : fllinke twijgen aan n sterke stam ontsproten. Zo weet hij
het
bedrijf in veilige handen.
Starend door het raam, als zocht hij naar een ver uitzicht over landen
en weiden
en
ruimte en tijd, vertelde de burgemeester ons over de oorlog 1914-18.
In
1914 kocht vader De Prins een hoeve te Ramsdonk. Daarna moest men
vluchten gaan, alles achterlatend, ook de koeien in de stal.
Pieter verbleef gans de oorlog in Frankrijk en diende er de boeren voor
1,25 fr
per
dag. Eindelijk kon hij dan terugkeren en bracht zeven vaarzen en een veulen
mee
: een treinreis van 17 dagen.
Daarna ging hij nog eens terug en kwam te paard af van Cherbourg in 8
dagen.
Pieter De Prins huwde met Cornelia Maria Meskens uit Wolvertem, die er
op
14
februari 1889 werd geboren. (zij
overleedop 23/9/1972)
Dit
huwelijk schonk hen zeven kinderen : Marcel, Frans, Jan, Julia, Maria, Albert
en
Mariette.
In
1921 kocht hij de Rendelbeekhoeve van graaf de Bethune.
In
1944 werd hij tot burgemeester van Leest benoemd, tevoren was hij eerste
schepen...
Een edel mens ging heen !
Het verscheiden van wijlen de heer P. De Prins,
Ere-Burgemeester, viel als een donderslag in de gemeente, het was dan toch nog zo
snel gegaan, nadat iedereen mocht verhopen hem nog lang te mogen behouden.
Het was den ook op vrijdag 8 april j.l. dat onder een
grijze hemel en bij motregen, zijn vrienden hem op de lange tocht vergezelden
en onder treurmuziek ter kerke gingen.
Honderden woonden de kerkelijke dienst bij in de
parochiale kerk van St.-Niklaas, waar het stoffelijk overschot stond opgebaard,
omringd door brandende kaarsen en een enorme bloemenkrans vanwege de K.F.
St.-Cecilia ter nagedachtenis en huldeblijk aan hun overleden Ere-Voorzitter.
Een massa volk toog ten offer waaraan geen einde
scheen te komen, om dan bij het zingen van het In Paradisum naar zijn laatste
rustplaats te gaan, aan de zijde van zijn voorganger Voorzitter der Fanfare
wijlen F. Piessens.
Na de laatste gebeden aan het open graf werd
respectievelijk door de heer Emiel Verschueren, burgemeester en de heer August
Lauwers, secretaris van de K.F. St.-Cecilia
een lijkrede uitgesproken, die wij graag in extenso
laten verschijnen, omdat daaruit ten overvloede zal blijken hoezeer hij werd
aangezien door hen, die zijn vrienden waren.
Het was voor beiden een zeer droeve opdracht en plicht
zich voor de laatste maal tot hem te richten, die hun stem hoorde van uit de
Hemel, waar hem reeds de beloning was ten dele gevallen, die gegeven wordt van
hen, waarvan kan getuigd worden : hij was een edel mens !
De heer burgemeester sprak in naam van het
gemeentebestuur, alsmede in naam van de bevolking volgende zeer inslaande rede
uit :
Dames en heren, voor het gemeentebestuur is het een
pijnlijke plicht hier vandaag een onvoorziene hulde te brengen aan degene die
ons voor altijd verlaat, oud-burgemeester Pieter De Prins.
Niettegenstaande zijn wankelbare gezondheidstoestand
van voor enkele maanden, was hij de laatste dagen erg verbeterd, zodat niets
een zo plotseling afstervern liet voorzien.
Maar helaas, de dood daagt op zonder waarschuwen en
slaat onmeedogend toe.
Onze vriend is heengegaan. Nooit meer zullen we zijn
sympathieke stem horen. Zijn bekend figuur is voor altijd verdwenen.
Hij was een eenvoudig en hartelijk mens, vrij en
ongedwongen in zijn gezegden en bedoelingen.
Hij nam zijn publiek-ambt ter harte en volbracht het
met alle toewijding. Hij was energiek trouw aan zijn ideaal, en wist iedereen
door zijn liefde en gulheid over te halen.
Maar hij was bovenal een mens vervuld met humanitaire
gedachten en brede opvattingen. Iedereen onthaalde hij met dezelfde
bezorgdheid, dezelfde voorkomendheid. Zijn opgang dankte hij aan zichzelf, aan
zijn onverpoosd werk.
Dank aan zijn volharding en zijn oprechtheid,
tegenover allen wist hij het te brengen : eerst tot gemeenteraadslid, dan tot
schepen om te besluiten met burgemeester, ambt dat hij gedurende tien jaar met
toewijding heeft vervuld ten bate van de gemeente.
Sinds 1959 genoot hij een welverdiend rustpensioen.
Wij allen hier aanwezig, betreuren ten zeerste dat dit
rustpensioen niet langer heeft mogen duren.
Dat hij evenwel gerustgesteld weze, de
tegenwoordigheid van zovele collegas, dorpsgenoten en vrienden is een bewijs
van menselijke solidariteit, die later haar daadwerkelijke weerklank zal
hebben.
Hij mag in vrede rusten, hij die met zijn hulp zoveel
deed om de welstand onzer medeburgers en dorpsgenoten te verbeteren. Aan ons is
het geboden, zijn werk voort te zetten door te trachten zijn sporen te volgen
op de weg der ware broederlijkheid en naastenliefde.
Na deze rede nam de heer Lauwers, namens de
Koninklijke Fanfare St.-Cecilia het woord, om dezes medevoelen aan de bedroefde
familie te betuigen, en zulks in volgende bewoordingen :
Het is met de grootste aandoening dat ik mij als
secretaris van de K.Fanf. St.-Cecilia en als tolk der gevoelens van al onze
muzikanten en leden eerbiedig nederbuig over het stoffelijk overschot van onze
zeer beminde Ere-Voorzitter Pieter De Prins.
En ik ben er zeker van dat gij ons hier vandaag
verwacht had om u een laatste vaarwel toe te sturen.
Vervuld met de innigste medegevoelens bieden wij aan
zijn ontroostbare echtgenote en naastbestaanden de verzekering van onze
deelneming in hun smart.
(...)
Van onze vriend Pieter De Prins mag gezegd worden dat
hij een groot mens is geweest.
Inderdaad een schoon en edel mens leefde in een ietwat
tengere gestalte.
Eenvoud was zijn adel, tot de eenvoudigsten ging ook
zijn hart.
Aan het hoofd van zijn gezin heeft hij eerlijk en
volhardend de strijd van de voorbeeldige familievader gestreden, daarom dat wij
hulde brengen aan dit werkzaam leven.
Uw ambt van voorzitter dat gij meer dan 25 jaar aan
onze Fanfare hebt vervuld was dit van een begrijpend, plichtsvol en
rechtschapen man. Met hart en gedachten zijt gij steeds onze vereniging trouw
gebleven, zo ook zullen wij uwe gedachtenis in ere houden.
Gij waart ook een goed kristen mens met een
uitgesproken voorliefde voor de zwakken en verdrukten, want ontelbaar zijn de
vrienden die bij u baat en steun hebben gevonden.
Onze vereniging zal U, aan wien we zoveel dank
verschuldigd zijn nooit kunnen vergeten.
Voortaan zal uw lichaam rusten hier op dit oude kerkhof, volgens uw laatste
wilsbeschikking, zij aan zij, van uw goede vriend en trouwe kameraad, waarmee
ge in de schoot van onze Fanfare St.-Cecilia zovele gelukkige dagen hebt
gekend.
Samen zult gij van in den Hemel de voorspraak bij den
Heer afsmeken om heil en zegen over onze vereniging te laten neerkomen.
Beste vriend Pieter, wij danken U een laatste maal,
diep gemeend, voor al het edelmoedige, het goede en het schone dat gij voor
onze maatschappij gepresteerd hebt.
Rust zacht in vrede, en tot weerzien in den Hemel !
Foto : Vader Frans Polspoel verdween voor zes
maand zonder dat iemand wist waar hij zich
bevond. Moeder Stefanie van
Zillekes met zoontjesEdmond en Alfons.
1945 Leestenaars en de tweede wereldoorlog
Frans Polspoel, op zijn paspoort
stond Marie Francois Polspoel, uit de Vinkstraat,
was krijgsgevangene genomen en
verdween voor zes maand uit circulatie.
Niemand wist waar hij uithing.
Als landbouwer werd hij heel die
tijd in Duitsland en ook een tijdlang in
Tsjechoslowakije op boerderijen tewerkgesteld.
Daar leerde hij noedels eten.
Frans was in 1934 gehuwd met Maria
Stephanie Maes.
Het echtpaar kreeg vier kinderen :
Alfons,gehuwd met Lisette Fierens uit de
Winkelstraat.
Edmond, zijn officiele naam was
Edmund, hij huwde met Melanie
Selleslagh en werd schepene in het
laatste gemeentebestuur van het autonome
Leest.
Paul, gehuwd met Victoire Maes en
enige en jongste dochter Maria die
gehuwd was met Jan Tirri.
Op 5 oktober 1949
kreeg burgemeester De Laet een schriftelijke melding overhandigd van de
voorwaardelijke invrijheidstelling van A.V. Op briefhoofd van het Ministerie van Justitie, Administratie der
Strafinrichtingen, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de
Staat. Dienst voor wederopvoeding, reclassering en voogdij.: Dossiernummer
55242.
Brussel 28-9-1949
Mijnheer de Voorzitter,
Ik heb de eer u de (voorwaardelijke)
invrijheidstelling op datum van 23-9-1949
mede te delen van V.A. geboren te
Leest, de 17/8/1916, burgerl.staat ongehuwd, beroep tuinbouwkundige, woonplaats
Leest, Elleboogstraat.
Veroordeeld de 11/1/1945 door KH Brussel tot 15 j.
hecht terzake van inbreuk art 113, 117GWB.
Deze invrijheidstelling werd verleend onder volgende
voorwaarden : onder voogdij, met verbod zich met politiek in te laten en met
verplichting zich te onthoudenvan
omgang met andere vrijgestelden.
Mag ik U verzoeken de persoon aan te duiden, die
volgens U het meest geschikt blijkt om de voogdij over boven vernoemde
invrijheidgestelde waar te nemen, en die zou aanvaarden er zich mede te
gelasten.
Om Uw taak te vergemakkelijken, voeg ik bij die
schrijven een formulier voor het antwoord (Model B) dat U enkel dient in te
vullen en mij zo spoedig mogelijk terug over te maken.
De voogd gelieve onmiddellijk contact op te nemen met
zijn (haar) pupil(le) en de voogdij waar te nemen in overeenstemming met de
richtlijnen van mijn dienst. Zodra hij volledig ingelicht is over de toestand,
de gesteldheid en het gedrag van de invrijheidgestelde, zal de voogd een eerste
omstandig verslag opstellen, en door Uw bemiddeling aan de Voogdijdienst,
Ministerie van Justitie te Brussel, laten geworden. Vervolgens zal hij om de
drie maand, op dezelfde wijze, beknopte maar volledige verslagen, overmaken.
Nochtans, indien de voogd bij zijn eerste contactname
met zijn pupil, in kennis zou gesteld worden van ernstige moeilijkheden die
zich in de reclassering van betrokkene zouden voordoen, zal hij onmiddellijk,
door een bondig verslag, de dienst hiervan op de hoogte brengen.
Indien bij de uitoefening van de voogdij moeilijkheden
oprijzen zal de voogd U hieromtrent verslag uitbrengen ; U gelieve mij hiervan
onmiddellijk in te lichten opdat ik met volledige kennis van zaken, de nodige
maatregelen zou kunnen nemen.
Ingeval het niet mogelijk blijkt, binnen de veertien
dagen een geschikte voogd te vinden, houd ik er aan dat de hierbijgevoegde
stukken mij dadelijk zouden teruggezonden worden.
Met de meeste hoogachting.
Voor de Minister :
Voor de Gemachtigde Directeur :
K.Potoms
Overgemaakt aan de heer BurgemeesterDe Laet te Leest op 5/10/1949
Voogd : burgemeester De Laet.
Bij deze
schriftelijke melding was een bijvoegsel (formulier 11) van de gevangenis van Mechelen
:
Gevangenis Mechelen
Voorwaardelijke invrijheidstelling.
Naam en voornamen : V.A. C. J. T.
Plaats en dag van geboorte : Leest den 17-8-1916
Burgerlijke stand : ongehuwd
Uiteenzetting der
feiten van V. A.
Feiten gepleegd: te Graz of elders in Duitsland.
Veroordeelde is de zoon van de V.N.V.burgemeester van
Leest. Hij zelf is overtuigd van de triomf der Duitse legers, en zeker van alle
straffeloosheid tijdens hun heerschappij ten lande, stelt zich kordaat aan als
pro-Nazi en voert door woord en daad propaganda voor het Oostfront.
Na als gemeentesecretaris tot in 1941, in diens geest
te hebben gefungeerd wordt hij adjunct-marktafgevaardigde te Mechelen en te
Tongeren, en lijft zich alsdan, in maart 1942, bij het Vlaams Legioen in.
Hij beweert dat, gelet op zijn gezondheidstoestand,
hij daar een ondergeschikten geneeskunditgen dienst vervulde, bij de
burgerlijke bevolking
In augustus 1943 maakt hij deel uit der gelederen der
SS brigade Langemark doch hier ook zou hij in de burelen werkzaam zijngeweest, en zou hij onwetens een verbintenis
hebben getekend voor vier jaar, eindelijk verminderd op twee jaar, derwijze dat
hij in maart 1944 ontslag nemen kon.
Eens huiswaarts gekeerd hernam hij dienst in de
hoofdgroepering Vlees en Veeproducten in Mechelen en Yperen.
Hier zij vermeld dat de vader van veroordeelde een
groot landbouwbedrijf uitbaatte, doch aan het hoofd stond van een talrijk gezin
en dat de aanverwingscontracten voor de SS mannen, het bekomen van een boerderij
voorzagen van 25 à 30 hectaren in Oekraïne voor de verbintenissen van een
termijn van 4 jaar.
V. was fier op zijn uniform. Hij had minachting voor
de goede Belgen, trotseerde de rijkswacht, dewelke hij de militaire groet wilde
afdwingen daar hij in Rusland de graad van SS Langemark onderofficier had
veroverd.
Hij droeg zilveren epouletten, een kepi en wapens.
Overigens had hij veel reklaam gemaakt bij zijn
vertrek naar Stratz, waar hij zijn militaire opleiding ontvangen zou. Wanneer
hij eigenlijk naar het front vertrok, zes maanden later, gaf zijn vader op het
gemeentehuis een groot gelegenheidsfeestwaarop alle vooraanstaande V.N.V van de omtrek werden verzocht,
politieke redevoeringen werden gehouden, gelukwensen geuit, enz
V. heeft een ganse roman verzonnen om te doen geloven
dat hij buiten het weten zijner familie vertrokken was om de bolchevisten te
gaan bevechten.
De werkelijkheid is gans anders, want de familie was
V.N.V., steunde de Oostfrontstrijders en bevoordeeligde op alle wijzen hun
echtgenoten en kinderen van de omtrek.
Zijn gedrag was vroeger onberispelijk. Hij had een
goede faam en stond gunstig bekend. Gafzich nooit over aan dronkenschap, ongebondenheid of ontucht.
Stond in goede betrekkingen met zijn familie. Op
zedelijk gebied was zijn gedrag en houding onverbeterlijk.
Bevindingen van het
personeel : V. A. C. die wat romantisch
is aangelegd, heeft zich laten verleiden en trad toe tot de Oostfrontstrijders.
Heel snel zag hij zijn fout in en kon hij in maart 1944 reeds ontslagen worden.
In de gevangenis heeft hij verder door zijn
gedragingen, werkijver en geest van uitboeting getoond dat hij werkelijk spijt
heeft en is zijn morele gesteltenis gerangschikt als zeer goed.
Ontwerp van
reclassering : Oudste zoon van een landbouwersgezin van 8
kinderen, keert hij in dit gezond familiaal milieu terug en levert zijn
reklassering niet de minste moeilijkheid op.
Plaats waar de
belanghebbende het voornemen heeft zich te vestigen : Leest Elleboogstraat.
Uitgaansfonds : 1419,80 fr.
Datum van
voorwaardelijke invrijheiddstelling : 23-9-49
Defenitieve
invrijheidstelling : 8-9-69.
1945 4 juni
Gemeenteraad :
...5e
punt. Motie De Leers over te maken aan den Krijgsraad.
De
Raad, gezien het verzoek van den heer Provinciegouverneur om bij den heer
Krijgsauditeur aan te dringen tot bespoediging van de zaak De Leers,
schoolhoofd te Leest; gezien den heer De Leers groot oorlogsinvalide is
van
1914-1918. Gezien zijn uitwendige verwondingen ten gevolge van gemelden
oorlog. Gezien den treurigen toestand van zijn gezin;
overwegende dat de feiten die hem ten laste worden gelegd naar ons
bescheiden
hem
maar voor een klein deel kunnen toegeschreven worden, ingevolge zijn
geesteszwakte ; gezien den toestand zich jarenlang heeft vertoond min of
meer
abnormaal te zijn, zoowel in zijn privaat en openbaar leven als in zijn
beroepsbetrekkingen; besluit éénparig :
aan
den Krijgsraad te vragen deze motie in aanmerking te willen nemen zoowel
bij
de bespoediging als bij de uitspraak van het vonnis.
Daarna wordt de zitting gesloten verklaard om 22 uur en 10 minuten.
1945 4 en 5 juni
1945 Belgisch Staatsblad 155-156 :
Ministerie van Binnenlandse
Zaken.Leest.Burgemeester ontzet.
Bij
besluit van den Regent dd. 17 Mei 1945 is de heer V. Jan-Emiel,
uit
zijn ambt van burgemeester der gemeente Leest ontzet.
1943 Nacht 22/23
juni : Een Engelse Halifax-bommenwerper werd neergeschoten en
kwam
neer in de Tiendeschuurstraat kort bij de hoeve van Scheers: 7 slachtoffers.
t Ridderke november 2010 : Oorlog
in de lucht
Een
vliegtuigcrash in juni 43 op de grens van Hombeek en Leest
Bijzonderheden
over deze raid
Datum : 22/23 juni
1943
Vertrekbasis :
Lissett, Yorkshire, UK.
Eenheid : eskadron
158
Inzet : 557
vliegtuigen
Target : de stad
Mülheim
Verliezen :35 vliegtuigen en 198 manschappen
Bijzonderheid : de
Halifaxbommenwerper JD259 werd door een jager afgeschoten en stort hier neer.
De zeven bemanningsleden komen om.
Getroffen door :
Oblt Willehm Telge.
Het neergeschoten
vliegtuig betrof de Halifax JD259 van het 158ste eskadron en het
werd ingezet op Mülheim aan de Ruhr. Volgens gegevens van de RAF was het de
avond van 22 juni 1943 vertrokken om 23.09 uur van de basis Lisset
(Yorkshire,Engeland) met zeven jonge bemanningsleden : zes Engelsen van de RAF
en één Australiër van de RAAF.
Dat waren :
Flight Sergeant Leonard Ernest Cavanagh
(kapitein-piloot),20 jaar, RAAF 415377.
Sergeant Robert James Sage
(boordwerktuigkundige),21 jaar, RAF
Sergeant Thomas
Ridley Forster (navigator),21 jaar, RAF
Flying Officer Daniel Valentine Elliott
(bommenrichter), RAF
Sergeant Walter Richard Green (radio-operator en
schutter),22 jaar, RAF
Pilot Officer Ronald
Albert Charles Maund (schutter midden), RAF. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.
Flight Sergeant Oliver William Todd (schutter achter),
RCAF
De lichamen warden
gekist en op een Duitse legerwagen geplaatst. Een aalmoezenier las nog de
gebeden. Dan werden ze afgevoerd.
De ganse crew van
deze Halifax rust nu op het kerkhof Schoonselhof bij Antwerpen.
In de vroege morgen die woensdagochtend warden we
opgeschrikt door ongewone vliegtuiggeluiden. Niemand kan nog getuigen van een
luchtgevecht maar volgens de oorlogsrapporten moet het zich boven ons hebben
afgespeeld. Een Halifax op terugweg uit Mulheim, werd uit koers gedreven en
achtervolgd door een Duitse Messerschmitt. Sommigen zagen nog het rokend
vliegtuig dat in de lucht ontplofte en neerstortte tussen de Kapelseweg en
Tiendeschuurstraat. Vanaf nu ervoeren we luchtoorlog anders, tastbaarder. Voor
onze ogen lagen op bekende velden en akkers de verspreide brokstukken van deze
kolos een vliegend fort maar ook de lichamen, jong, halfverkoold, dood.
Mülheim
Mülheim was die nacht aan de beurt gekomen en
bestookt door 242 Lancaster-, 155 Halifax-, 93 Stirling-, 55 Wellington- en 12
Mosquitovliegtuigen. In dit derde bombardement werd de hele stad vernield in
drie opeenvolgende golven.
De Britten rapporteerden dat de stad voor 65% plat
lag. De brandweer bleef dagen nablussen. 1.630 huizen waren totaal vernield,
2.100 huizen moesten ontruimd worden zodat 40.000 mensen elders hun toevlucht
moesten zoeken. Er waren ook 530 doden.
Het bombardement in Mülheim was om 1.30 uur afgelopen
en één uur later werd de Halifax JD259 getroffen door een Duitse jager die
opgestegen was van het vliegveld Venlo in Nederland op de Duitse grens.
De vliegenier Oblt. Wilhelm Telge van het eskadron
nachtjagers II (NJG 1) schreef het neerhalen van deze Halifax op zijn palmares.
De Duitse jagers schoten diezelfde nacht niet minder
dan 23 vlietguigen af.
Zowel een Duits Bericht als een RAAF-rapport geeft
2.30 uur op als tijdstip dat deze vlieger afgeschoten werd op 5 km ten westen
van Mechelen. De Hombeekse ooggetuigen daarentegen geven een latere tijd. Deze
Halifax is blijkbaar uit de koers van het eskadron gejaagd en nagezeten door de
Duitse jager tot in Mechelen. De plaatselijke getuigen zagen geen luchtgevecht maar
slechts het getroffen en rokend vliegtuig.
Getuigenissen
Brokstukken van de bommenwerper lagen sterk verspreid
op de velden tussen de Kroningerhoeve van de familie Scheers in Leest en het
Hoefijzer van de familie Onghena in Hombeek.
Yvonne
Onghena woonde als jong meisje in de ouderlijke hoeve :
het was zomer en heel goed weer, echt warm. Een
groot stuk van de motor stak dwars door onze stal. We hebben de koeien er met
veel moeite moeten onderuit halen. Een stuk vleugel stak in de weide achter ons
huis. Daar rond en op vele plaatsen was het gras allemaal verschroeid. Eén van
de Engelse piloten werd twee à drie weken later teruggevonden in een
patattenveld van Fierens wat verder. Het lichaam was in ontbinding.
Virginie
Dons-Soli, woonde destijds als twintigjarige bij haar ouders op
het Heike. Daar was die vroege ochtend het hele gezin naar buiten gelopen; ze
vertelde :
Het was ongeveer 5 uur of 5.30 uur. We hoorden het
vreemd geluid van het vliegtuig dat in moeilijkheden scheen te verkeren. Kort
daarop was er een ontploffing. Ik heb met eigen ogen gezien hoe het vliegtuig
in de lucht met een grote knal in een vuurbol veranderde en uiteenspatte. De
brandende delen vielen wat verder neer overal verspreid.
Het grootste deel is kort bij de hoeve van Scheers
neergekomen op een zo wat hoger gelegen weide kort bij de boerderij. In de
voormiddag nog waren de Duitsers er bij en werden de dode piloten afgevoerd.
Victor Van
Hoof, later garde in Leest was er ook snel bij en getuigde :
In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de
hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten. Al de
inzittenden werden hierbij gedood.
Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken
uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets,
een eind in het veld.
Zoals zovele souvenirjagers ging ookik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik
op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik
toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het
hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.
Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag
opvallend scheel, begon iedereenaf te
tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die
een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en
hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om
de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten
vallen.
Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele
kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht.
Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de
voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig
gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zonslag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder
adem zat.
Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in
mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig
krijgsgevangenkamp aangetroffen.
Dat de militaire wacht niemand doorliet kan in de
eerste momenten wel zo geweest zijn. Eens de dode lichamen van de piloten
afgevoerd waren, kon men er volgens andere getuigen toch vrij rondlopen.
Frans Tersago
:
We zijn als jonge gasten gaan kijken naar de
brokstukken van dit vliegtuig. Die lagen ver verspreid over de velden. Een
motor stak door de stal van Onghena. Het grootste wrakstuk lag verder naar
Leest en daar zijn we niet bij geweest. Er waren Duitsers die de wacht hielden.
De lichamen van de gesneuvelde vliegeniers waren in kisten aan de rand van de
weg gebracht. Ze stonden juist voor de spooroverweg aan de Kapellebaan. Toen
wij er waren, werd er een gebed uitgesproken door een Duitse aalmoezenier. Daarna
werden de kisten op wagens afgevoerd.