1976 De Alemstraat te Leest werd verbeterd. Meteen verdwenen de laatste kinderkopjes
van de Leestse wegen.
1976 Fusie der
Gemeenten
Op 23 oktober 1975 heeft men een voornaam persoon
voor het TV-scherm kunnen beluisteren die ons wou diets maken dat aangaande de
fusies een averechts beeld wordt opgehangen.
Dat was nonsens : immers door de samenvoeging van
gemeenten zou men tot een grotere communauteit komen, gemeentehuizen blijven,
het sociaal en cultureel leven zou daardoor bevorderd worden, nonsens dat men
kilometers ver zou moeten gaan om bepaalde zaken te regelen.
Als men dat alles hoort, dan kan men niet anders dan
zich voorstellen dat de nieuwe gemeente als een troetelkind te zullen behandeld
worden. Wij hoeven geen verwenningskuur, maar eenvoudig te blijven en te zijn
in een eigen gemeente, de onze aan de Zenne.
Een beslissing is reeds gevallen. De fusie of het
terugbrengen van de 2359 bestaande gemeenten tot 589 is daardoor in een
beslissende fase getreden. Met de Vox Populi werd eenvoudig geen rekening
gehouden, het klonk verloren in de woestijn.
Men mag het nu draaien of keren lijk men wil, zelfs
het doen doorgaan alsof de fusie van gemeenten de ideale oplossing is met al de
daaraan verbonden voordelen, het blijft een aanslag op de eigenheid van de
gemeenten. Er werd zelfs verklaard dat gemeenten werdengeraadpleegd, m.a.w. niet alle gemeenten werden om advies gevraagd, wat weer
tot nadenken stemt. Inderdaad wat moet men daaruit concluderen ?
Het zou wel eens van belang kunnen zijn de nadelen
opgesomd te zien die ons door de fusie worden aangeboden; en wie vraagt zich
niet af, zijn er geen ernstiger zaken die naar een zinvolle oplossing wachten
dan zich te amuseren met het pesten van gemeenten ? De stille hoop die nog
mocht gekoesterd worden, werd evenwel op korte spanne tijds vernietigd. Immers
de fusie der gemeenten is een definitief feit geworden.
Men kon beter besluiten met de woorden : juicht Belgen juicht, in vreugde vol
akkoorden ! Hou vast aan de Inspraak, aan de democratie ! Allen zegden met de
gemeentelijke Overheid : Weg met de dwang fusies ! Herhalen wij dit ook voor
onze Zennevallei ! Geen verdwijning onder dwang !
Snuffelaar. (DB, 1976- enkel
jaartal gekend)
In een ander nummer
van dat jaar publiceerde Snuffelaar :
We hebben met genoegen mogen vaststellen dat de
regelmatig verschenen bijdragen omtrent de fusie van gemeenten, met aandacht
werden gelezen en bijgetreden.
Een bijeenkomst van gemeentevaderen (te Mechelen
gehouden) voor kennismaking, bracht voor de gewone sterveling geen wijsheid
meer op. Hoe zal men uit de geschapen chaos geraken ?
Hoe onbesuisd gewerkt is geworden, blijkt uit een
verschenen bericht aangaande de fusie te Rijmenam :
Rijmenam na de fusie : de eeuwenoude leefgemeenschap
wordt erg verminkt. Naar Putte gaan ruim 700 inwoners, de overige bijna 4000
gaan naar Bonheiden. Men spreekt ook over de nadelen en die werden aangestipt
door de heer De Keersmaeker uit Eppegem : een grote gemeente zal meer geld
kosten omdat zij relatief meer diensten organiseert, dus verhoging van
belastingen. Het bestaan van verenigingen en hun subsidiëring kan in t gedrang
komen. Sommige wijken kunnen verwaarloosd worden wat onderhoud betreft en
bepaalde gemeentediensten zullen worden afgeschaft, waardoor ouders en andere
personen zich naar de pilootgemeenschap zullen moeten begeven !
Wij hebben ook ons licht gaan opsteken in
West-Vlaanderen en daar kwam de volgende toestand na de fusie tot stand :
De gemeente K , bestaande uit 5 samengesmolten
gemeenten. Daarvoor bestaat slechts één gemeentehuis waar alle dossiers
aanwezig zijn voor het bekomen van inlichtingen. Er is maar voor één zaak
onderscheid gemaakt : de werklozen moeten niet naar de moedergemeente gaan
stempelen, maar wel in de eigen gemeente.
En het systeem van Pontius-Pilatus is reeds aan bod
gekomen. Inderdaad, de enen hebben het precies zo niet gewild, anderen zeggen,
vanaf 1977 willens-nillens te zullen behoren bij de nieuwe gemeente, en
nog anderen zeggen dat er in ieder geval moet overgegaan worden tot het
oprichten van dorps- en wijkraden.
Zal men de voorgeschotelde onduidelijkheden, de burger
voorgehouden, kunnen wegmoffelen om het eigen gezicht niet te schenden.
Men heeft ook belangstelling voor de straatnamen, waarom
geen namen van bloemen gegeven, zoals reeds werd voorgesteld ?
Bij het napluizen van gelijklopende benamingen komen
we tot een viertal straten : Kapellestraat, Molenstraat, Scheerstraat en
Vinkstraat.
Wat aan dat alles ontbreekt is : 1° het ontbreken van
degelijke voorlichting. 2° de verkrachting van het begrip inspraak.
Het spreekt vanzelf dat de bevolking, inzonderheid van
de landelijke gemeenten niet te spreken zijn over deze fusies van gemeenten.
Waarom niet zal men vragen, maar dan van bepaalde zijde ?
Is het nodig nogmaals klaar en duidelijk te zeggen,
dat het een greep is naar meerderheid van de ene of de andere, en niet zoals
men het wil presenteren, ten nutte van de bevolking.
1976 Leest telde 2064 inwoners.
(Wikipedia)
1976 Het Bouwspook Slaap op
beide oren, de Zennevallei is verloren.
Onlangs
wandelden we door de Zennevallei, een stukje natuurschoon in het lieflijk
Leestse dorpje. We kuierden langs het Chiroplein naar de Kerkenblokweg en
verder door t privaat goed van Van den Bergh naar de Bleukens. Mooie streek,
vonden we. Dat is het inderdaad, zei een stem van ergens tussen de hoge
populieren. Ik heb dit gebied met zorg bewaard en nu de prijzen van bouwgrond
zo erg gestegen zijn ligt het hier als een rijpe appel klaar om er de
bulldozers in te zetten. In plaats van distels en brandnetels zullen vlug
tientallen woningen als paddestoelen uit de grond schieten.
-Hm,
zeiden we, je bent zeker het bouwspook.
-Zeker,
zei de stem, maar laten we niet afdwalen. Wat zou jij de dag van vandaag doen
om hier heer en meester te blijven ? Om miljoenen gaat het hier. En die zouden
we zo maar laten voor een hoopje distels ? Kijk, we maken het fijn. Eerst
ruimen we het schijtbos van de Chiro op ; hard(t) nodig of niet. De kinderen
krijgen langsheen en op de kerkhofmuur plaats genoeg om alles kwijt te geraken.
Zo zullen de bewoners verlost zijn van die zware reuk.
-Je
vergeet Ruisbroek, zeiden we.
-Zwijg,
we hebben aan alles gedacht. Gaven we geen vijfentwintig meter grond cadeau
voor een tweede dijk met wandelweg. Uitheemse struiken en heesters maken dan
het uitzicht op de schilderachtige rivier nog veel mooier.
-Maar
die waterzieke gronden, die ongezonde mist in het najaar ? Geen enkel mens wil
hier wonen. De mensen van hoger den de Kerkenblokweg klagen over water in de
kelder, stinkende beerputten en behangselpapieren die lossen van de
vochtigheid.
-Vergeet
niet : - een wijkcomité heeft hier gewerkt voor een speelplein met recreatie.
-Bezwaren
tegen woonwijkuitbreiding werden ingediend bij het Schepencollege, bij de
Ministers en zelfs bij de Koning.
-Daarbij
heeft het Leestse Leefmilieu uitvoerig het ontwerp-gewestplan besproken en de
bezwaren overgemaakt aan de Gouverneur.
-Perfect
! Zo mag ik het horen. Maar niet overdrijven anders ga je spoken zien.
Werd
het plan voor het speelplein niet verwezen naar het kerkhof ? En het behoud van
de Zennevallei werd gekelderd met een pijpekop ; een ontwerpplan voor 43 huizen
in de beemden.
En
Leefmilieu Leest, zag die niet als dank voor haar werk de gemeentesubsidiëring
gehalveerd.
En
toen de makers van t gewestplan ineens zo weinig landelijk natuurschoon zagen
te Leest hebben ze maar vlug een stukje Dorpelpoel groen geschilderd, om je
te sussen.
En
vergeet niet, lachte het bouwspook, vorige maand kocht een bouwmaatschappij de
gronden aan. Een fontein van geld spoot in de zakken van de eigenaar en ik, ik
krijg mijn zin, je zult het zien.
-En
toch laten we de vallei niet los, zeiden we.
De Distel.
(De Band, 1976)
Dezelfde auteur schreef datzelfde jaar :
De Zennevallei : tehuis en jachtgebied
van de TORENVALK.
In
de vorige nummers van De Band vertelden we reeds dat de torenvalk een trouwe
inwoner is van onze Zennevallei. Ons zijn er enkele broedgevallen van de torenvalk
bekend. Enkele leden van de Wielewaal hebben deze zomer verschillende jongen
geringd. Ze vertelden me : de torenvalken bezetten één kunstmatig nestkastje
in de Bleukens. De jonge torenvalken, zes in aantal, waren al zo volgroeid dat
op het ogenblik van het ringen, ze hun heil zochten in de vlucht. Drie anderen
werden geringd.
1976 Afbraak
van de oude herberg In de groene linde
Op de Dorpplaats werd dat jaar het
bouwvallig huisje, op de hoek van de
Scheerstraat (Ten Moortele) en de
Dorpsstraat, afgebroken.
Het was oorspronkelijk een
tweewoonst. In 1723 waren dat de huisjes
van Bertel Vermijlen en Jan Ditens.
Later stond de woning op naam van
het echtpaar Jan Baptist Van Hoof-Serafina
Coeckelbergh. Ze waren te Leest
getrouwd in 1852.
Jan Baptist was te Leest geboren op
21 september 1822 als zoon van Frans en
Elizabet Van Hoof. Hij zou op 4
april 1874 overlijden aan de gevolgen van
typhus. Het echtpaar kreeg 7 kinderen :
5 dochters die allen zeer jong stierven
en 2 zonen : Isidoor Constant (de
latere garde en de grootvader van de allerlaatste
garde van Leest Victor) en Frans
Eduard Sooi (°8/7/1854, +17/10/1929).
Deze laatste bleef in de woning en
baatte er jarenlang met zijn echtgenote Louise
Wiske Huys (°Leest 3/12/1860) de
herberg In de groene linde uit.
Er stond trouwens een mooie linde
voor de deur, evenals een mestput, zoals dat
vroeger algemeen de mode was. Sooi
Van Hoof was immers ook boer.
Het echtpaar Van Hoof-Huys kreeg 12
kinderen. Twee onder hen zouden
overlijden aan de gevolgen van de
eerste wereldoorlog : Theofiel sneuvelde te
Diksmuide in 1917 en Alfons kwam
als invalide terug uit die oorlog, hij was een
slachtoffer van een gasaanval en
zou aan de gevolgen daarvan overlijden in 1921.
Een andere zoon, Jozef Jef, was
medestichter van de toneelkring Rust Roest
en te Leest en omgeving zeer
populair als komisch acteur.
Prosper Goovaerts uit Heffen was de
laatste eigenaar van het huisje.
Fotos :
-De Alemstraat
-De dorpskom zou een heel ander aanzicht krijgen
na de afbraak van de tweewoonst.
Een
paar jaar geleden heb ik met geestdrift geschreven over het Chirofeest.
Het
laatste Chirofeest heeft mij minder enthousiast gemaakt. Het gaf mij een
algemene indruk van slordigheid en banaliteit.
Nochtans was er heel wat waardevols.
Goed
was : de misviering waaraan aandacht werd besteed, de organisatie van het
feest zelf, zodat de gebeurtenissen elkaar vlot opvolgden...
(...)
Deze
keuzeen overzicht is beperkt en
subjectief. Bedoeling is te wijzen op de
manier van overkomen bij de ouders. Weinig gunstige reacties heb ik
gehoord,
wat
niet beduidt dat men blind is voor het goede.
Maar
waarom niet ernstig gewerkt aan het uitbeelden van het jaarthema, of een
choreografisch
nummer, of een poëtische evocatie, of gewoon een mooi lied, enz..
Het
zal een inspanning vragen, maar wellicht zal ook de vreugde groter zijn.
Men
vraagt geen kunstmatig gedoe, maar ook geen brutaliteit.
Ik
vraag mij t volgende af : de chiro zou een buitenschoolse vormingswereld
moeten creëren. Hoe kan een kwetsbare scheut die een prutske of
speelclubber
is,
ongebruskeerd uit dergelijke esbattementen komen ?
Of anders, hoe kan zon kind zijn innerlijke
tere rijkdom ontplooien ?
Mijn
bede is deze : dat gans de leidersploeg van jongens en meisjes zich eens
terdege afvraagt hoe het moet, zonder mij a priori gelijk te geven.
Misschien
als inspiratiebron een uitspraak van de stoere Stijn Streuvels, die men
moeilijk van sentimentaliteit kan verdenken :
Hoe
vreselijk ongelukkig moeten kinderen zijn wiens tere kinderziel door
volwassenen zo brutaal met de voeten wordt getreden...
Ik
wens u goed heil, en volgend jaar een beter (=fijner) chirofeest.
Guido Hellemans
(De Band, December 1975)
Een jaar later kregen ze van hun criticaster
indezelfde periodiek positieve
commentaar. Hij besloot toen met :
...niemand wordt graag berispt, maar de ervaring leert dat men beter in
rechtzinnigheid vaderlijk streng en moederlijk teder (of omgedraaid)
iemand terechtwijst dan vleiende
onbenulligheden te zeggen die men trouwens
toch
niet gelooft. De jonge mensen van de Leestse chiro hebben op een ridddelijke
en
doeltreffende wijze het antwoord gegeven op een aantal onaangename
aanmerkingen. Dat vinden we fijn. (Sommige ouderen bleken er minder
gemakkelijk overheen te kunnen). We hopen dat het zo blijft en verlangen
in die
geest naar volgend jaar...
1975 28 november : Drie percelen bouwland te Leest
Om uit
onverdeeldheid te treden Vrijwillige Openbare Verkoping van
drie
percelen BOUWLAND te Leest.
Notaris Frans Loncin te Puurs zal op navermelde zitdagen, met winst van
verdieren voor de inmijners, openbaar verkopen, volgende onroerende
goederen :
Gemeente
Leest
KOOP
I : een perceel bouwland gelegen ter plaats De Renne Cauter,
gekadastreerd sectie A nr 437/a voor een grootte van 26 a 55 ca. palende
noord-oost : De Borgher-Huysmans Hubert te Leest, zuid-oost : Lienart
Albert te
Aalst, zuid-west : de Jamblinne-de Heux Roland en deelhebbers te
Brussel, noord
Van
de Kerkhove de Sejournet de Rameignies Ghislain de weduwe te Nossegem.
In
huur bij de heer Marcel Somers te Leest.
Koop
I : ingesteld op 42.000 f.
KOOP
II : Een perceel bouwland gelegen ter plaats Het Hertsveld,
gekadastreerd Sektie A nr 388/c/deel groot vlg. Meting 17a 26 ca, palend ten N.
aan Jacobs-De Boey Jan de weduwe en
kinderen te Leest en Verelst Jules de
erven te Zemst; ten O. aan koop III, ten Z. aan de Malingreau dHembise
van
Langenhove de Bouwekerke Christiaan te Antaisnes en ten W. aan dezelfde.
In
huur bij de heer Marcel Geerts te Leest.
Ingesteld 25.000 fr.
KOOP
III : Een perceel bouwland gelegen naast voorgaand, gekadastreerd
Sektie A nr 388/c/deel, groot vlg meting 17 a 82ca,palend ten N aan
Verelst
Jules, de erven voornoemd; en Van Meerbeeck-De Boeck Jean te Leest;
ten
O aan De Wit-Goovaerts Désiré te Leest; ten Z aan de Malingreau
dHembise voornoemd en ten W aan koop II.
In
huur bij de heer Désiré De Wit te Leest.
Ingesteld : 25.000 f.
De
goederen worden verkocht voor vrij en onbelast. Genot en gebruik bij
de
veilvoorwaarden te bepalen.
ZITDAGEN
Instel maandag 24 november 1975, toewijs maandag 1 december 1975 telkens
om 3
u.namiddag, ter herberg Café Liliane
te Leest, Juniorslaan.
Voor
verdere inlichtingen wende men zich ten kantore van de verkoophoudende
notaris Frans Loncin te Puurs, Palingstraat 1.
(Bericht in
onbekende- krant 28/11/1975)
1975 Maandag 29
december : Knipsel van onbekende krant (zie fotos) : Over het ongeval dat zich zaterdagnamiddag voordeed te Leest aan de
onbewaakte spooroverweg leest men op een andere plaats in
ons blad. Hier nog enkele beelden van de ravage die werd aangericht. De
aangereden trein sleurde de vrachtwagen nog driehonderd meter mee vooraleer
deze in een belendende weide tot stilstand kwam. Balans van dit tragisch ongeval : één dode, één zwaar- en één
lichtgewonde.
1975 VEVOC
JAARVERSLAG
Dames, Mijne Heren, Pater of zal ik maar beter zeggen
proost, Vevocers allen hier samen, er werd mij in naam van het ganse bestuur
gevraagd het Vevoc-jaar 1975 bij jullie door woorden terug in beeld te brengen.
Zowaar een niet zo eenvoudige taak, daar jullie
evenzeer weten als ik dat het een uitgebreid en vrij druk jaar geweest is.
Inderdaad na een aarzelende start in de jaren 72 en 73, toen we nog in onze
kinderschoenen stonden en het jaar 74, een jaar van een stilaan toenemende
activiteit, mag het jaar 75 reeds vrij druk genoemd worden.
Het jaar 75 werd ingezet met ons ledenfeest in de
maand januari. In een echte Breughelsfeer en met een enthousiasteeensgezinde Vevoc-familie waren we met 110
leden samengekomen om te dansenen zeg
maar in goed Leests, om een sneeke te eten. Weet je nog, dat we toen bij een
lustig pintje tegen elkaar gefluisterd hebben : Louis of Charel, weet ge het
nog, vriend van toen op bivak. Wat hebben we leute gehad hé, maar ja, men
blijft niet eeuwig achttien jaar, we groeiden wij feitelijk te rap uit onze
korte broek hé jong !
Het jaar 75 was een jaar van ontspanningsavonden en
sport. Vooreerst werd door onze voetbalploeg het Pinkstervoetbaltornooi van FC
Telstar in een echte cupsfeer gewonnen. Niemand had het voor mogelijk gehouden,
maar iedereen had het toch stilletjes gehoopt. Onze tweede Vevoc-ploeg deed het
met een zesde plaats ook verre van slecht.
Vevoc speelde 17 matchen, won er daarvan 10, speelde 3
maal gelijk en verloor 4 keer. In totaal maakte men 45 doelpunten en kreeg men
er 13 tegen.
Onze volgende stap naar sportief succes werd door onze
volleybalploeg gezet, die erin slaagde haar eigen volleybaltornooi te winnen op
25 mei door de deelnemende ploegen KWB, SVK Heverlee, Fanfare St.-Cecilia,
Telstar en Chiro de baas te blijven. Nochtans kon onze volleybalploeg in het
tornooi te Heverlee niet bevestigen. Een gebrek aan training en vooral aan
speelgelegenheid zijn hier zeker de oorzaken van.
Vervolgens werd op 20 september te Kapelle-op-den-Bos
nog eens aangetoond dat Vevoc kan voetballen, want daar werd voor de tweede
maal een voetbaltornooi gewonnen, waarbij we als enige niet-Kapelse vereniging
onder de deelnemers, met de beker huiswaarts konden keren.
Vevoc haalde in 75 ook verscheidene malen de
krantenkoppen. Een eerste maal gebeurde dit bij onze fietsenrally die doorging
op 29 juni. Niettegenstaande er voor die dag niet al te veel reclame gemaakt
werd, kwamen er toch twee kranten, nl. Gazet van Mechelen en Het Volk opdagen
om deze fietsrally te verslaan, die tevens een succes mag worden genoemd, niet
alleen om zijn 250 deelnemers, maar ook om zijn organisatie.
De tweede maal dat we gunstig in het nieuws kwamen was
met onze derde uitgave van de jeugdcross op 5 oktober. Reeds van maanden te
voren waren grote inspanningen gedaan om deze veldloop in de beste voorwaarden
te doen verlopen. De beloning was des te groter. Niet minder dan 800 deelnemers
werden opgetekend.
In dezelfde maand oktober schrijft Gazet van Mechelen
dat Vevoc het nu maar eens over een andere boeg gooit en met woorden gaat
spelen. Inderdaad op 31 oktober kwamen niemand minder dan Nand Baert naar Leest
om onze plaatselijke verenigingen Wachtwoord te spelen. Vooreerst was er op
onze ontspanningsavond van 13 juni, waar we onze overwinningen van voetbal- en
volleybaltornooien met een hartig etentje kruidden, een schifting tussen 32
Vevoc-ers nodig om Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael als besten naar
voor te doen komen. Op een nieuwe voorselectie op 12 september moesten
jongensschool, FC Telstar en Davidsfonds afvallen. Op de avond van Wachtwoord
toonde onze plaatselijke meisjesschool zich sterker dan Leefmilieu, Rust Roest,
St-Cecilia, KLJ-meisjes, KVLV, Chirojongens en meisjes en Vevoc.
Inmiddels kunnen we jullie ook vertellen dat het
Vevoc-bal een kassucces is geweest en Vevoc in 76 geen al te grote financiële
moeilijkheden zal kennen. De kassier mag gerust zijn dat we dit jaar niet in
debet zullen komen.
Nationaal was 75 het jaar van de vrouw. Ondanks het
feit dat onze Vevoc-vrouwen, verloofden of juffrouwen telkens sterk op komen
bij elke activiteit, vragen we ons toch af, of het niet mogelijk is een typisch
vrouwelijke activiteit te creeëren. Tips kunnen steeds bij het bestuur gegeven
worden.
Als bestuur willen we ook grote dank zeggen aan Mr
Pastoor, met wie we het ganse jaar een goede verstandhouding gehad hebben wat
betreft ons parochiecentrum. Evenzo willen we nogmaals de aandacht vestigen op
de grote steun van ons gemeentebestuur. Niet zozeer omwille van de subsidie,
maar wel om het schenken van prachtige trofeeën voor ons voetbaltornooi en
jeugdveldloop.
Ook een welgemeend woord van dank aan ons trouwste
Vevoc-lid en proost, pater Damiaan, want ik geloof dat hij nog geen enkele
vergadering gemist heeft. Maar onze grootste dank gaat naar alle Vevoc-leden
die door hun grote aanwezigheid op alle activiteiten het bestuur het moreel
geven om alsmaar verder te doen.
Ook verzocht bestuurslid Jef Van den Heuvel ons te
willen meedelen dat er tussen een groepje Vevoc-ers ergens de idee gerijpt is
om in de maand juni (1976) deel te nemen aan de Mars van het leger, beter
bekend onder de naam Mars van de Vriendschap. Deze mars gaat door in het
prachtig landschap van de Ardennen in de omgeving van Vielsalm.
We hopen ook, dat ons nieuw vaandel, dat vandaag
ingewijd werd in onze parochiekerk, nog vele jaren alle winden mag trotseren (De Band, januari 1976)
1975 31 oktober : WACHTWOORD
met TV-presentator Nand Baert
In de parochiezaal
werd het populaire spel Wachtwoord gespeeld. Dit spel werd op deskundige
wijze geleid door de televisiepresentator Nand Baert en was georganiseerd door
Vevoc.
In een nokvolle zaal
met een prachtig decor hield de voorzitter van de organiserende vereniging
Louis Vloebergh een toespraak. Hij verwelkomde alle aanwezigen en vond het
spijtig dat er op de voorselectie van 12 september 4 verenigingen moesten
afvallen.
Hierna nam Nand
Baert het woord : ik vind het steeds een hele belevenis als ik ergens
Wachtwoord mag leiden en dan alle aanwezigen in de ogen kijken. Dat is nog
nooit het geval geweest in de zes jaren, die ik het spel op TV leidde. Daar kon
ik alleen maar in de lens kijken.
De jury bestond uit
Alfons Huysmans, Karel Duysburg, Godelieve Van de Herdt en Stan Gobien terwijl
de klank verzorgd werd door George Meysken.
De deelnemende
ploegen :
Chiro jongens : Emiel
Peeters en Paul Lefever
Leefmilieu : Chris
Bauwens en Vik Casteels
Fanfare St.-Cecilia
: Monique Verschueren en Willy Lauwers.
Meisjesschool :
Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen
K.V.L.V. : Paul
Bradt en Hilda Silverans
Vevoc : Mariette
Verbeeck en Marcel Van Medegael
V.V. Leest : Silvain
Teughels en Ferdinand Van der Hasselt
Chiro meisjes : Ann
Verbeeck en Nelly Verbeeck
Rust Roest : Renilda
Polfliet en Willy Lauwers
K.L.J. Meisjes :
Maria Daelemans en Lilian Van Praet.
Vooraleer aan de
finale te beginnen dankte Louis Vloebergh alle aanwezigen, alle werkers, de
juryleden, de pastoor en in het biezonder Nand Baert voor de medewerking en
liet het woord aan de kwismaster.
In die finale kwamen
Meisjesschool en Leefmilieu tegen elkaar uit en na een spannende eindstrijd
trokken Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen aan het langste eind.
Alle deelnemers
werden vervolgens bedacht met herinnerinswimpels, fonoplaten en vele boeken
Nand Baert dankte op
zijn beurt iedereen : jullie waren een prima publiek, schitterende, schattige
mensen. Ik ben een gelukkig tuinkaboutertje (De Band- december 1975, Gazet van Mechelen, Het Laatste Nieuws)
Ferdinand Nand
Baert(°Gent 16/2/1932, +Gent 28/4/1985)
was een gewaardeerd Vlaams radio- en televisiepresentator. Tijdens Expo 58 was
hiij samen met o.a. Pros Verbruggen één van de stemmen die voor de Belgische
radio vanuit de paviljoenen voor sfeer en intervieuws zorgde. Hij werd bekend
als één van de Nederlandstalige djs bij Radio Luxemburg en in 56 verzorgde
hij de allereerste Vlaamse commentaren voor het Eurovisiesongfestival. Op de
Nederlandse televisie was hij bij de AVRO van 1963 tot 1967 de eerste
presentator van Wie van de drie. Van 1969 presenteerde hij op de Belgische
televisie Wachtwoord, een quiz gebaseerd op een eenvoudig woordspelletje. Van
1977 tot zijn overlijden was hij de presentator van de populaire televisiequiz
Van pool tot evenaar, die door de BRT werd uitgezonden.
1975 Zondag 2
november : Verbroederingsconcert van Sint-Cecilia
Weer eens een echte muziekdag in onze gemeente.
Inderdaad, op deze dag organiseerde de Kon.Fanfare St.-Cecilia een
verbroederingsconcert met een viertal bekende muziekkorpsen.
Om 18 uur stipt werd het concert geopend door de
inrichtende vereniging olv de heer Frans Dierickx. Ze brachten een paar marsen
en de nieuw ingestudeerde stukken Scherzo van J. Jourquin en een selectie uit
de Lustige Weduwe van Lehar in een bewerking van Mellema. Als derde werk werd
Espana Cani van Marquina uitgevoerd. Al bij al een prachtige uitvoering.
Hierna was het de beurt aan de harmonie Concordia
uit Kalfort-Puurs olv de heer Jozef Aerts. Wat direct opviel is de andere stijl
en tonaliteit van een harmonie t.o.v. een fanfare. De harmonie is volgens de
meesten minder krachtig dan een fanfare maar aan de andere kant heeft het meer
technische mogelijkheden.
De harmonie Concordia kreeg een verdiend applaus
voor o.m Passe-Partout en Huldelied, beide composities van de dirigent.
Een van de blikvangers van de avond werd ongetwijfeld
de Kon.Fanfare Concordia uit Tisselt, olv de heer Jan Segers,
dirigent-componist-muziekregisseur. Wat betreft de stemming en het balanceren
van de verschillende partijen benadert dit korps de perfectie, zonder meer. Ze
brachten verschillende solo-stukken voor trompet en tuba samen met het bekende
wedstrijdstuk the Explorers van Peter Yorke. Van de dirigent werden twee
marsen gespeeld, nl. Mozes en Cowboy Parade. Het optreden van dit korps was
gewoon fantastisch.
Een groot gedeelte van de bijzonder talrijke
aanwezigen was gekomen om de jeugdfanfareSt.-Cecilia Leest aan t werk te horen. Dit jeugdkorps werd in
september opgericht om de muzikanten-leerlingen de kans te geven in een
samenspeelgroep te musiceren. In het korps zijn alleen muzikanten beneden de 30
jaar toegelaten. Dit betekent niet dat er geen ouderen bijzitten, zo o.a.
Eugeen Vloeberghen, de oudste muzikant van St.-Cecilia die de tuba-partij
speelt.
Zenuwen of plankenkoorts zullen er de oorzaak van
geweest zijn dat de eerste maten van de openingsmars nogal verward klonken,
maar daarna ging alles uitstekend. Eveneens ging het met Ik zie een ster, het
Eurovisielied 1974 van Hans van Hemert, Instant Concert en Prager
Muzikanten, dat laatste van R. Beck.
De jeugdfanfaredirigent, de heer Edward De Maeyer, en
zijn jonge muzikanten kregen telkens een daverend en verdiend applaus.
Ter gelegenheid van dit eerste optreden werd aan de
muzikanten een zakje suikerbonen overhandigd door Mw. Verschueren en
Mw.Dierickx. Daarmee is de jeugdfanfare dan ook weer gedoopt !
Na de jeugdigen was het dan de beurt aan de meer
geperfectioneerde brass band St.-Cecilia uit Nossegem, deelnemers aan het
Europees Kampioenschap voor Brass Bands 75. Deze band staat onder leiding van
J.P.Leveugle.
Hun optreden was uiterst geslaagd met alle genres
muziek, zowel klassiek als Latijns-Amerikaans als modern. Daarbij waren de
solos voor cornet, alto en euphonium echt om van te snoepen. Meer dan
waarschijnlijk is dit korps een van de beste ensembles van het land, dankzij hun
stuk voor stuk individuele kwaliteiten.
Tenslotte kregen we dan nog de Kon. Fanfare
St.-Ceciliaolv de heer Alfons Van
Eeckhoudt. Na die brass band muziek een stuk fanfaremuziek om te eindigen.
Werken van J.P.Sousa, de bekende Amerikaanse
marsencomponist met de Slavische Rhapsodie nr. 1 van Friedemann en het moderne
Jezus Superstar werden nog steeds uitgevoerd voor een nokvolle zaal waar het
ondertussen reeds 11 uur was geworden. Alzo werd deze avond op passende wijze
besloten.
Dit verbroederingsconcert was er in de eerste plaats
eentje met parels van goede muziek. Het geheel werd keurig gepresenteerd door
Mej. Marleen Lauwers en het personeel zorgde voor een fijne service.
Er was een bijzonder talrijk en aandachtig publiek en dat bewees dat de
volksmuziek te Leest nog bijlange niet dood is ! (De Band- oktober 1975)
11 uur : Ontvangst op het
gemeentehuis en receptie
15 uur : Poppentheater Wonderlans
in het Parochiehuis met gratis kleurwedstrijd.
20 uur : Avondfeest met het Leestse
zangkoor. De feestrede werd
uitgesproken door Herman Mertens uit Tisselt betekenis van het Davidsfonds nu. Optreden van Rust
Roest met de eenakter De winkel van Simpel eenlyrische fantasie van Tenessee Williams , in
een vertaling van Niek van den Boezem.
Vijftig jaar viering Davidsfonds Leest
Met een plechtige Eucharistieviering in de Sint
Niklaaskerk begon Davidsfonds een dag om nooit te vergeten. Diegenen die
beweren dat Davidsfonds alleen papieren leden kent, werden lelijk bij de neus
genomen.
Anderen die beweren dat Davidsfonds het alleen omwille
van de centen doet, hebben het eveneens mis. Wie dit feest heeft meegemaakt zal
dat ten volle toegeven : 19 oktober was een dag voor al de kleine en grote
mensen van Leest. En daar hebben niet alleen de Davidsfonds-bestuursleden voor
gezorgd Dank u wel daarom Het gemengd zangkoor van Leest, Rust Roest,
Davidsfondsleden, de Parochiegemeenschap, het Gemeentebestuur
Bij de ontvangst op het gemeentehuis moest voorzitter
Verbruggen vlakaf toegeven dat hij nooit zoveel volk had verwacht. Het werd dan
ook een gezellig samenzijn.Schepene
Polspoel en voorzitter Verbruggen hadden het beiden over Conscience en
Meester Hellemans. Ze hadden zeker bij elkaar afgekeken bij het opstellen van
hun feestrede. Meester Hellemans zat er bij te stralen en het ereteken dat
traditiegetrouw steeds in Leest te laat aankomt kon hij gerust missen hij had
al zoveel medailles
Wij hadden allen spijt dat het onderonsje voorbij was.
s Namiddags om 15 uur stormden 270 kinderen met
glunderende gezichtjes de parochiezaal binnen. Het was een bezetting van
jewelste. Ze deden het parochiehuis daveren, totdat eindelijk Fikske en Rikske
werden vrijgelaten. Oef : een kerkhof van chipszakjes en colaflesjes was alles
wat er overbleef toen de tijd verstreken was.
s Avonds volgde het hoogtepunt van de 50-jarige
viering. Op het knap uitgebouwd en tot in de puntjes verzorgd programma stond
naast een toespraak van de heer Herman Mertens een evocatie van 50 jaar
Davidsfonds, het optreden van de toneelvereniging Rust Roest en het gemengd
zangkoor Leest. Voorzitter Verbruggen sprak het welkomwoord en de feestrede.
Hij had het vooral over de bijdrage die meester Hellemans geleverd heeft bij 50
jaar extra werking in Leest. Daarvoor werd de meester dan ook samen met zijn
vrouw in de bloemen gezet. Ook de heer Crauwels uit Duffel, die voor de
Leestenaars geen onbekende is, kwam namens het hoofdbestuur meester Hellemans
danken voor zoveel werklust. Ontroerd maar gelukkig nam de gevierde zijn
geschenken in ontvangst en dankte voor zoveel eerbewijzen.
Ook de Vlaamse strijdrede van Herman Mertens viel op.
Hij eiste dat de Vlamingen in Brussel met open armen zouden worden ontvangen en
dat in het jaar van de verzoening het stilaan tijd wordt dat er amnestie wordt
verleend aan alle politieke gevangenen en anderen bij wie de oorlog thans nog
wrange littekens naliet.
De avond sloot dan ook met een overtuigde Vlaamse
Leeuw.
(De Band november
1975)
De erkentelijkheid
van het Davidsfonds voor meester Hellemans kwam dat jaar ook tot uiting in
volgende publicatie in De Band :
Hij leerde zijn volk
Ieder onder u kent meester Hellemans, maar misschien
beseffen we toch onvoldoende wat hij voor Leest, speciaal voor het culturele
leven, in onze gemeente betekende en nog steeds betekent.
Hij werd geboren op 28 juli 1901. Zijn geboortehuis
staat er verlaten bij op de Dorpsplaats en wacht op een koper (of sloper).
Naast zijn diploma van onderwijzer verwierf hij er ook
een van opvoedkundige studies en van bibliothecaris. Met Eerwaarde Heer De
Groef stichtte hij in 1921 de studiekring Volksboekerij en datzelfde jaar de
toneelkring Rust Roest. Hij was er tegelijkertijd secretaris, acteur en
regisseur van.
Vijftig jaar geleden, in 1925, stichtte hij onder impuls
van de toenmalige onderpastoor J. Cleeren en J. Verhavert
(Davidsfonds-propagandist voor het gewest Mechelen) de afdeling Davidsfonds te
Leest.
Als eerste bestuursleden had men : voorzitter Alfons
Hellemans, penningmeester Lod. Verbruggen, secretaresse Maria Rheinhard en als
bestuursleden Victor Selleslagh, Flor Meyers, August Verlinden en Victor De
Laet.
Oorspronkelijk waren de aangeslotenen inwoners van
Leest en Hombeek, tot enkele jaren nadien ook in Hombeek een afdeling van het
Davidsfonds werd gesticht.
Onder de kenspreuk Voor godsdienst, taal en
vaderland werkte dit eerste bestuur zeer hard. Het richtte voordrachten in,
11-julistoeten met medewerking van beide muziekmaatschappijen, gevolgd door
spreekbeurten in open lucht of in één van de dorpszalen, opstel- en
voordrachtwedstrijden voor de leerlingen van de lagere scholen,
Boerenkrijgherdenkingen te Leest en te Mechelen, goochelavonden, zangavonden,
bedevaarten naar de IJzer, ballonwedstrijd (1933), enz..
Gedurende de oorlog lag de D.F.-werking stil en ook
tijdens de naoorlogse jaren was het bestuur weinig actief en herleid tot een
kleine groep. Buiten de uitdeling der boeken werden weinig initiatieven
genomen. Tot in 1956 een nieuw bestuur geboren werd, weerom met Alfons
Hellemans als voorzitter. Bestuursleden waren : Alfons Verbruggen, Cyriel
Verbruggen, Maria Rheinhard, Albert Van Rompaey, Hugo Stuyck, Frans Van Nick,
Hugo Verlinden, Juul De Smet, Mariette De Prins, Madeleine Verbruggen en M. De
Boeck Dit bestuur bracht een lichte opflakkering, avonden werden ingericht en
het ledenaantal steeg, maar de grote jaren kwamen niet terug.
In 1969 kwam, vooral onder impuls van Toon Lamberts
het D.F. weer aan zn trekken. De beweging scheen terug herboren en zag haar
ledenaantal de hoogte in gaan.
Steeds zien we Alfons Hellemans, thans als
ere-voorzitter, trouw de bestuursvergadringen bijwonen. Stil, maar bewogen,
volgt hij de discussies. Hij dringt zich nooit op. Alleen als je zijn mening
vraagt, geeft hij die duidelijk te verstaan. Met een kritisch oog beschouwt hij
de werking van een jonge bestuursgroep. Bij elk optreden, bij elke activiteit
is hij de stille aanwezige.
Dank u wel ! Dat is het oprecht gemeend slotwoord van
al de medewerkers en van Davidsfonds Leest.
1975 Zaterdag 20
september : Bal van de Burgemeester
Dansavond ten voordele van de
gehandicapten in de zaal Sint Cecilia.
Deuren 19u30, eerste dans om 20u30.
Het orkest van Marcel Sterckx
zorgde voor de muzikale omlijsting.
1975 21 september
: Feestvergadering KVLV
De vergadering was een feestvergadering en om die
reden was er geen spreker voorzien, wat anders een verplichting is, waarom mag
Joost weten !
De voorzitster, terug uit Lourdes, opende de
bijeenkomst. De Proost handelde over de voorgenomen kinderverzorging, wat heel
wat moeite en geloop heeft gekost om daarvoor toelating vanwege het ministerie
te bekomen.
Het etentje (o.m. een halve kip) werd er niet
vergeten, dat hoorde trouwens bij een feeststemming.
Door het aanschaffen van een loterijbriefje kon
meegedaan worden aan Wachtwoord en of er gelachen werd !
De meegebrachte geschenken door de Lourdestrippers
werden verloot, wat meteen de eigenlijke feestvergadering besloot. (De Band- oktober 1975)
1975 28 september
: Diefstal in chalet FC Telstar
Willy Van Hoof, schatbewaarder van
voetbalclub FC Telstar, deed aangifte van
een diefstal in de verbruikzaal van
de vereniging; Uit een geldlawerd naar
schatting voor 90 frank, in stukken
van één frank, gestolen.
De veldwachter stelde vast dat het
grendelslot van de ingangsdeur
opengewrongen was.
Hetzelfde jaar in mei werd op
dezelfde manier in dit gebouw ingebroken.
(VVH)
1975 5 oktober : Derde
Grote Vevoc-Cross Wedstrijd
In samenwerking met de Chiro. De
cross ging door op het Chiro-terrein.
Meisjes en jongens van 8 tot 99
jaar waren welkom en de start was voorzien om
14 uur. Na de cross werd te tombola
getrokken in de parochiezaal.
Beste Leestenaar,
Op zondag 5 oktober raden we je aan je
televisietoestel en je luie zeteltje eens rustig te laten staan om naar de 3de
editie van de jeugdveldloop te komen, ingericht door Vevoc in samenwerking met
de plaatselijke chirogroepen. De vorige jaren mochten we respectievelijk 500 en
600 deelnemers begroeten. Verleden jaar kregen we dus meer lopers aan de start,
maar de publieke belangstelling bleek dezelfde te zijn. Nochtans zijn we ervan
overtuigd dat iedere Leestenaar de weg naar de Leestse Kouter goed kent. We
verwachten dan ook dat Jan Publiek voor deze 3de veldloop in nog
grotere getale zal opdagen om de plaatselijke jongens en meisjes naar een
mogelijke overwinning te schreeuwen. En dat ze kunnen lopen hebben ze de vorige
malen al bewezen.
Het parcours doorheen het prachtige panorama van de
zennevallei biedt de toeschouwers trouwens de gelegenheid om de lopers
gedurende gans de omloop te volgen. Aan spektakel zal het dus zeker niet
ontbreken.
Bij slecht weer kan je altijd terecht in de kantines
(2 tenten van 48 m2) die een overzicht geven op de gehele omloop. Dus weer of
geen weer zoals men in Leest placht te zeggen, op 5 oktober mag je zeker niet
ontbreken op deze sportmanifestatie.
Langs deze weg willen we ook het gemeentebestuur
bedanken die haar sportieve steun leende, enerzijds door hun belangstelling en
anderzijds door het ter beschikking stellen van talrijke trofeeën. Grote dank
ook aan alle handelaars die door hun geldelijke steun in natura deze veldloop
hielpen financieren.
Handelaars van Leest of omliggende kunnen echter nog
hun steun verlenen door publiciteit te voeren op de vele reclameborden die op
de omloop zullen aangebracht worden of hun giften in natura over te maken aan :
Vloebergh Louis, Winkelstraat, en dit voor zaterdag 4 oktober te 10 uur. Tot
kijk. (flyer van Vevoc)
Uiteindelijk zouden
niet minder dan 800 lopers deelnemen en het aantal toeschouwers werd geschat op
ruim 700.
Opvallend was het
aantal deelnemers bij de pupillen jongens, die traden aan met maar liefst 154.
Bij al deze atleten toch één Leestse hoop, namelijk
Maggy Van Hoof die beslag legde op een meer dan eervolle 2de plaats.
Met meer training en een beetje meer geloof in eigen kunne moet ze volgend jaar
bekwaam geacht worden om zegevierend over de streep te komen (Jan Van Den
Heuvel in DB, november 1975)
Uitslagen van dorpsgenoten
:
Pupillen meisjes (78
deelnemers) : 4. Bea Van Praet, 7. Macheld Verbruggen, 8. An Muyssons, 12.
Hilde Van Dam.
Pupillen jongens
(154 deelnemers) : 5. Danny Fierens, 12. Chris De Nijn, 16. Aluris Mertens, 17.
Koen Verbruggen.
Miniemen meisjes (40
deelnemers) : 6. An Selleslagh, 7. Karin De Bleser, 13. Els Duysburgh, 15.
Gonda Van den Bergh.
Miniemen jongens
(110 deelnemers) : 18. Jan Verschueren, 22. Frans Lamberts.
Kadetten meisjes (44
deelnemers) : 2. Maggy Van Hoof, 13. Lieve Lamberts, 15. Ingrid Vets.
Kadetten jongens
(146 deelnemers) : 13. Frank De Prins, 20. Marc De Prins, 26. Bart Lauwens.
Scholieren meisjes
(26 deelnemers) : 13. Van Nobelen, 16. Rita De Smet.
Tijdens de maandelijkse bijeenkomst
van de Leestse gepensioneerden werd
door mevrouw Diddens een Soloslim
gespeeld.
Haar medekaarters waren de dames
Daelemans, De Prins en Lamberts.
De inzet was 5 fr per persoon.
Ze speelde uit met twaalf ruiten
(uitgezonderd de koning) en de haas van
klaveren.
mevrouw
Diddens is steeds zeer actief geweest in de KVLV en ze was daarvan bestuurslid
van 1929
tot 1974, of 45 lange jaren, wat totnogtoe onachtzaam is voorbijgegaan (DB, september 1975)
1975 24 augustus :
Open deur te Leest
De helft van Leest was weer eens op wandel : drie
interessante boerenbedrijven zetten hun deuren open voor het geacht publiek.
Het eeuwenoude Hof ter Halen, het piepjonge (15 jaar)
glasbedrijf van Juul De Smet en de eveneens oeroude Rendelbeekhoeve.
De presentatie en de ontvangst waren aantrekkelijk
gemaakt, zowel voor boeren als voor leken.
Eerst kwam het Hof ter Halen aan de beurt, bewoond
door de familie Vic Verschueren : een mooie oude schuur, waar enkele jonge
kalveren achter een afsluiting door de bezoekers werden gekeurd.
De schuur was voor de gelegenheid gedeeltelijk
herschapen in een expositiezaal waar met behulp van schilderijen, oude kaarten
en fotos van oude documenten de geschiedenis van de leenhoeve Van Halen werd
uitgebeeld. Aan de uitgang van de schuur trof de bezoeker een openluchtmuseum
aan, volgestouwd met landbouwmateriaal. Op de binnenkoer werd aan volksdansen
gedaan.
Tweede bedrijf : Juul De Smet. s Zomers komkommers,
s winters tomaten...Tentoonstelling van tomaten in categorieën,
sorteermachines en zandpotmachine...
Buiten vendelzwaaiers in volle zwier. Naast het
woonhuis was een gelagzaal geimproviseerd, waar men moest aanschuiven om een
plaatske te bemachtigen.
Zo kwamen we een eindeke verder terecht in de
Rendelbeekhoeve, bewoond door Frans De Prins. Sympathiek gelegen aan het water
maar de vijver stond bijna droog.
Binnen was het minder droog. Het afdak was in een
openluchtcafé herschapen en de tappers hadden hun handen vol. In de ambiance
van de feestelijke lampionnekes werd er gedanst op de binnenkoer met het orkest
geinstalleerd op een groentenwagen. Chiromeisjes zorgden voor reidansen en
duozang.
De grote attractie op de Rendelbeekhoeve was echter
het melksysteem met de vrije loopstal voor 60 koeien en de visgraathistorie.
Vooral op het uur dat er gemolken werd, kon de installatie het volk niet
slikken.
Echt een mooie namiddag die feestelijk uitstierf op de
knallen van de vuurwerkfusees.
(E.K. in De Band,
september 1975)
1975 11 september
: Voorlichtingsvergadering Zennevallei.
In de parochiezaal
van Heffen vond om 20 uur een vergadering plaats van het actiecomité
Zennevallei : stortplaatsen mogen
niet zomaar landschappen stuksnijden of waterlopen verpesten. Er moet gewerkt
worden aan nieuwe en betere methodes om het vuil waarmee we zitten te
vernietigen. Stemmen uit Eppegem, Weerde en Zemst brachten daarna in bandopname
hun indrukken over hun stort. Een greep uit de intervieuws : een stank iets
onbeschrijfelijk ! Meneer, sommige nachten moeten we de ramen sluiten van de
stank en de rook !- zoutzuur men
verpest de hele streek men loost het water in de beek geniepig vroeger
zaten hier visjes, nu is het een stinkende brij om hoofdpijn van te krijgen
wij hebben alles gedaan om de stortplaats te sluiten, toch stort men voort, ook
zonder vergunning.
Deze geslaagde avond sloot met een gesprek met de
eigenaars van het bewuste stort te Eppegem. Uit dit gesprek konden we opmaken
dat deze mensen alleen hun werk doen. Ze zouden er een zuiveringsstation aan
over hebben om in de Zennevallei te storten.
Het landschap zou in zn oorspronkelijke staat
teruggebracht worden. Dat het niveau vijf meter hoger zou liggen dan voordien,
dat zou onvermijdelijk zijn. Op de vraag of het terrein dan niet rijp was voor
industriegrond kwam geen antwoord.
Ons standpunt blijft : een stortplaats voor
industriële afval hoort niet thuis zo dicht bij de dorpskom, in een gebied dat
volgens het geweestplan geklasseerd werd als natuurgebied.
De
Distel. (De Band oktober 1975)
Datzelfde jaar in De
Band (enkel jaartal bekend) wat er aan voorafging :
Tussen Vrijbroek Mechelen en het Broek van
Blaasveld ligt als een natuurlijke schakel de Zennevallei. Bijzonder belangrijk
als natuurgebied, landschappelijke rust en stille recreatie ! Daarom ijveren
actiegroepen er voor natuurbehoud.
Ditmaal is het in Heffen dat de vallei in t nieuws
komt. Een zekere PVBA wil dit natuurgebied verfraaien met een groot stort voor
industriële afval. De stortplaats zou komen tegen de Zennedijk op een 300-tal
meter van de dorpskom, aan de monding van de Stenebeek. Actiecomité Zennevallei
formuleerde in een open brief aan de bevolking van Heffen haar bezwaren tegen
dit stort. Zwarte vlaggen werden gehesen, bezwaarschriften werden aangelegd in
cafés en winkels. Op twee dagen werden meer dan 500 handtekeningen verzameld.
De burgemeester, verrast door zovele reacties, beloofde een negatief advies uit
te brengen met het onderzoek commodo-incommodo, maar het is uiteindelijk de
Bestendige Deputatie die beslist.
Het actiecomité Zennevallei zal het daarbij niet
laten. Ze werkt aan een volksvergadering voorzien in september te Heffen, en
zoekt contact met andere verenigingen uit verscheidene gemeenten om tot een
gezamelijke actie te komen. Wij willen vrijwaren dat dit mooie landschap in een
woonkazerne herschapen wordt of dat een van die schoonste hoekjes, te Heffen
ditmaal, door een stort van 9 Ha teloor zou gaan.
De Distel.
Voor allen die zich actief bezighouden met de
bescherming van het leefmilieu, is een nieuwe fase aangebroken : die van de
daad. Groen- en actiecomités, werkgroepen leefmilieu en plaatselijke
afdelingen van culturele organisatiesstaan dikwijls voor moeilijke opdrachten wanneer ze in hun gemeente een
mooi landschap, een bos of een waardevol gebouw willen beschemen en zinvol
helpen beheren.
Hun streven naar inspraak op gebied van ruimtelijke
ordening wordt meestal niet of slechts sporadisch aangemoedigd.
Toch werden de jongste jaren zinvolle maatregelen
afgedwongen, denk maar aan de ingangspoort tot het kerkhof, het vellen van
bomen op het kerkhof. De vestiging van hinderlijke bedrijven langs het kanaal.
De waterverontreiniging in de Molenbeek. Het verwijderen van autowrakken in het
landschap. Laatst kwam er een actie tot stand om de mooie zennevallei te
beschermen. Dit is in het belang van alle Leestenaars.
De K.V.L.V. kwam op haar vergadering over het
Landelijk milieu tot de vaststelling dat het onoordeelkundig uitbreiden van
woonzones nadelig is voor de eigenheid van de plaatselijke bevolking en het
landschappelijk schoon.
De actie Zennevallei werd een succes. Meer dan 20
culturele verenigingen verspreid over Leest, Heffen en Hombeek hebben in hun
petitie gevraagd dat er niet zou geroerd worden aan de Zennevallei.
Ze moet (in) haar huidige bestemming als beschermend
gebied behouden. Leest zegt NEEN aan de systematische verwoesting van zijn
natuurschoon ; JA aan de bescherming van de landschappelijke waardevolle
gebieden. Die groeiende groep van milieubewuste mensen vragen zich af : wat nu
?
Hierop moet Leest zelf een klaar en haalbaar antwoord
geven. Want de bronnen van ons bestaan staan inderdaad op het spel. Aan de hand
van een weloverwogen milieuprobleem, enkele hoopvolle initiatieven en nieuwe
opdrachten zal worden gepoogd richtinggevend te zijn voor de toekomst.
De zinvolle maatregelen die de jongste jaren werden
afgedwongen, mogen voor de anderen een aansporing zijn. LEEF
MILIEUBEWUST.
Acht ploegen hadden
zich ingeschreven voor dit tornooi dat plaatsvond op de speelplaats van de
meisjesschool. Het plakket van de gemeente werd in de wacht gesleept door Vevoc
2.
Op de tweede plaats
eindigde KWB, gevolgd door Oud-Heverlee, Chiro 2, Fanfare St.-Cecilia, Vevoc 1,
Chiro 1 en FC Telstar dat als laatste eindigde.
1975 30, 31 mei en
1 juni : Lustrum : 5de Leestse Volksfeesten
Programma:
Vrijdag 30 mei : ter gelegenheid
van het lustrum werd een mini-handelsbeurs
40
juniores boden zich aan om van de Bornemse wedstrijd een levendige koers
te
maken.Na
de klassieke vroege pogingen ontstond er half wedstrijd een ontsnapping
van
9 renners. Onder hen plaatselijk renner Willem Thomas en Leestenaar Rudy Van Hoof.
Tijdens de zevende ronde slonk de voorsprong van 35 naar 15 seconden.
Toen iedereen zich aan een spurt met negen
verwachtte kwam Rudy Van Hoof
afgescheiden toe, evenals Willem Thomas die op de tweede plaats
eindigde.
1975 29 juni : Vevoc-Fietsrally
Vertrek vanaf 11 tot 14u.
1975 21 juli : Start
Bivak chirojongenste Langdorp.
Weet je wel, beste mensen, waarom zon Chirojongen
voor niets ter wereld die tien heerlijke dagen bivak zou willen ruilen met een
ganse vacantie in Mallorca, Nice, Pisa of aan de Noordzee ?
Omdat we met gans de chirogroep daar zon heerlijke
momenten vol vreugde, kleur en samenspel kunnen beleven. Zodat we al de zijden
van ons eigen ikske aan al die tintelende bivakkers durven tonen.
Ja, beste mensen, tien reuzedagen leefden we samen met
ons chirovolkje.
Na die woelige, slapeloze nacht fietsten we in de
morgen naar het hoogtepunt van het chirojaar. Met onze keurig in orde gebrachte
fietsen, onze extra gemasseerde spieren en onderweg een stevige hap, kregen we
het voor ons onvergetelijke Langdorp in zicht. In de namiddag zouden dan al die
fietsers : Aspis, Kerels, Toppers hun kleinere chirobroertjes opwachten in ons
kamp De Trekvogel. Na de aankomst van de Rakkers en de kookfamilie, verkenden
we als echte bivakkers de Langdorpse dennebossen. Die eerste avond moesten we
dan al even dat fantastisch chiroenthousiasme kwijt in een zangstonde, waarbij
misschien wel enkele kreten in Leest hoorbaar waren.
De volgende eerste dagen, weliswaar zonder de
allerkleinsten, die toffe Speelclupers, waren buitengewoon ! We leverden
prachtige sportprestaties. We deden een reuze tof bosspel, een keuzeruimte was
ook van de partij. We genoten van de warme zon en vergeten ook niet de
ontelbare plezante activiteiten in onze afdelingen. Op vrijdag kwamen dan die
toffe lolbroeken aan. Met de Speelclub erbij was onze familie volledig. We
telden samen 75 kranige bivakkers.
Dezelfde dag trokken de Aspis, Kerels en Toppers met
pak en zak de natuur in, voor twee dagen.
De Aspiranten verkenden de streek in een grote boog om
ons bivakkamp. Ze sjorden een pracht van een hut om daarin te overnachten en
leerden de padvinderstechnieken kennen.
De Kerels maakten er een kompastocht van. Ze trokken
van het ene coördinaat naar het andere, ze kozen een verlaten hoeve als
onderdak.
De Toppers gingen op overlevingstocht. Ze sloegen hun
tenten op aan een klein poeltje. In die omgeving kwamen dan ook al hun
jagerstalenten naar voor.
De Rakkers ondernamen een ééndaagse trektocht naar
Scherpenheuvel, waar ze echte verkoopstechnieken leerden, die hun naklank vonden
in het verkopen van de bovenste étages van de bedden op hun slaapkamer.
Op zaterdag trokken de Speelclub naar het domein de
Vijvers in Averbode, waar ze hun hartje eens dapper ophaalden. Ze stoeiden in
het water, reden op ponys, met een klein treintje, speelden in de speeltuin,
kortom een dag vol variatie.
Die avond waren de tweedaagsen en de trektochten
achter de rug. Heel duidelijk had ieder er een grote honger van gekregen. Het
record frietten eten werd gebroken (tien emmers).
Op de bezoekdag lieten we de aangekomen Leestenaars
(nog nooit tevoren zovelen gezien) van onze afdelingswerking genieten. Het was
een heerlijke dag met als bekroning een tof avondspel.
De daaropvolgende dagen bewezen nogmaals dat er inzet
aan te pas komt. Tussen spel, zandbergen, zandstormen, waterspelen en heerlijke
zwempartijen door zorgden de Aspiranten voor een steengoed estafettespel. We
vergeten ook niet de heerlijke canzonissimaavond van maandag.
Het werd kampvuur zonder dat we het wisten. Na een
laatste groepsmis en een zoveelste bezinningsmoment schaarden we ons allen rond
het gezellige vuur, waar stoere kerels zoals wij een stille traan wegpinkten
tezamen met onze kookfamilie, onze pater die dit jaar zijn tiende bivak achter
de rug had, zongen we stil onze liedjes en voerden we onze stukjes op. Het was
een bewijs dat een kampvuur een mooi maar ook een degelijk einde was voor die
Reuze Tof Bivak.
Stilletjes gingen we slapen, hopend dat het altijd
nacht zou blijven, dromend dat Leest duizenden kilometers verder lag.
Nogmaals dank aan alle Leestenaars die ons geholpen
hebben dit tof bivak te mogen meemaken. We danken ook onze kookploeg, de pater
in het bijzonder, ook de leiding die dank zij hun voorbereiding het bivak tot
een welgeslaagd einde brachten. Ook dank aan alle Chirojongens voor dit tof
samenspel. (De Band september
1975)
1975 Van 7 tot 17
augustus : Bivak Chiromeisjes te St Joris-Weert
Beladen met de zon en ons fietske lieten we op 7
augustus Leest achter ons om de tot dan toe nog rustige Kluis onveilig te
maken.
Na een afmattende verkenningstocht per afdeling kroop
ieder in zijn slaapzak, dit betekende dan ook het einde van onze eerste dag in
ons nieuw tehuis.
De volgende dagen amuseerden we ons reuze, zodat het
veel te vroeg naar onze zin bezoekdag was. Alhoewel de zon niet van de partij
was, waren de chirofans dit wel. Er werd gevolksdanst door de grootsten en de
kleinsten haalden allerlei apentoeren uit.
Maandagmorgen brachten de kleinsten al heel vroeg
leute in onze nog slaperige koppen, het was immers hun eerste bivakdag.
Dinsdag veranderden wij de Kluis in een circus. De
volgende dag trok elke afdeling er op uit. De kleinsten gingen te voet, de
grootsten waagden zich wat verder met de fiets. Ondanks onze vermoeidheid door
de beklimming naar de Leeuw van Waterloo konden wij, aspiranten, toch nog
smullen van het naar gewoonte- lekkere eten.
De laatste dagen vlogen voorbij zodat we, zonder het
goed te beseffen, reeds hout aanhaalden voor onze laatste avond : het kampvuur.
Dank zij de opkomst van talrijke chirosympathisanten en de inzet van ons allen
werd het een zeer toffe en gezellige avond.
Zondagmiddag 17 augustus vertrokken we dan in de
pletssende regen (Sint-Joris-Weert weende immers om ons vertrek) naar Leest.
Deze tien dagen leerden ons weer dat het mogelijk is
om met verschillende leeftijden en uiteenlopende karakters een tof bivak op te
bouwen.
Dank aan allen die zich hiervoor inzetten ! (De Band september 1975)
1975 1 augustus
1975 Klein-Brabant Vaartland : Beroepsrenners te Tisselt : Eddy Van Hoof
werd tweede.
Dit jaar kreeg Eddy
Van Hoof een contract bij het Molteni-team van Eddy Merckx.
Wie onlangs Sporttribune gevolgd heeft, kon maar
alleen concluderen dat het voor vele renners een uitzichtloze toestand geworden
is.
Velen vinden geen plaats meer bij de ene of de andere
groep of merk, anderen beklagen zich over de onderbetaalde te leveren
prestaties, t.t.z. mindere prestaties en het driedubbel als te
betalen vergoeding, en dan nog anderen komen er resoluut voor uit dat allerlei
middeltjes
worden gebruikt om opgepept te worden enz.
Er was dus misnoegen vast te stellen, en er zijn er
dan ook die eenvoudig de fiets aan de haak gehangen hebben, ofwel zinnens zijn
er mee te stoppen.
Het is dan ook verheugend te mogen vaststellen dat
Eddy Van Hoof niet op het gladde ijs is terecht gekomen, maar opgenomen werd in
de ploeg Molteni, met kopman Eddy Merckx.
Wat bewijst zulks : eenvoudig dat diegenen die wel
negatieve kritiek wisten uit te brengen op zijn prestaties ten onrechte
trouwens- de domper op hun neus krijgen, en anderzijds dat zijn
verrichtingen naar waarde werden geschat.
Terloops moge aangestipt, dat reeds verschillende
Leestenaren aan wielrennen hebben gedaan, maar het zware labeur niet hebben
kunnen blijven torsen en stopten.
Het is in feite de eerste Leestse wielrenner die de
respectievelijke categorieën heeft doorlopen, steeds met dezelfde betrachting
volhouden en niet versagen, en die wil wordt thans bekroond. Dit feit zal met zich
brengen dat de esbattementen nu meer naar buitenuit zullen kunnen gevolgd
worden.
Wij sturen langs deze weg aan Eddy Van Hoof onze beste
wensen voor het bereikte resultaat, en daarbij een mooie toekomst.
(De Band enkel
jaartal bekend)
In 1974 reed Eddy voor MIC-Ludo- De Gribaldy,
in 75 voor Molteni (met kopman Eddy Merckx), in 76 voor
Zoppas-Splendor-Sinalco (met als kopman Eric Leman) , in 77 voor
Flandria-Velda, in 78 voor Avia-Groene Leeuw en in 1979 voor Fangio-Iso-Bel.
In 1973 won hij te Welkenraedt de 3de
rit in de Ronde van Luik en eindigde hij tweede in het eindklassement.
Datzelfde jaar werd hij ook tweede in het eindklassement van de Ronde van de
Provincie Namen.
In 75 werd hij 3de in de
Omloop Schelde-Durme en behaalde dezelfde plaats in de Omloop van het Zuidwesten
(Hulste/Ingelmunster). In 1976 werd hij 2de inEkeren en in 1977 zou de Leestse wielrenner
de Grote Prijs van Mechelen op zijn palmares schrijven. Achttien jaar nadat
een andere Mechelaar, Louis Van Huyck, hem dat had voorgedaan.
(Siteducyclisme.net)
Fotos :
-Spurter Rudy Van Hoof kwam te Bornem afgescheiden toe
en veroverde meteen zijn achtste palm.
-Rudy Van Hoof naast streekrenner Thomas temidden van
hun supporters.
-Broer Eddy werd te Tisselt in een millimeterspurt
verslagen door K. Loysch.
Toen schatbewaarder Willy Van Hoof
het chalet van de oudste Leestse
Voetbalvereniging wilde openen
stelde hij vast dat de deur openstond.
Met geweld opengebroken, evenals de
lade van de toog.
Er ontbrak ongeveer 300 frank in muntgeld.
Chips en sigaretten bleven
onaangeroerd.
(VVH)
1975 Zondag 11 mei
: Rust Roest bracht In geweten niet belast. (advertentie uit De Band
bovenaan)
Deze vertoning stond
in het teken van de tiende verjaardag van het overlijden van Staf Bruggen, een
pionier van de Vlaamse toneelkunsten. Het toneelseizoen 1974-75 werd door de
Vlaamse
amateurgezelschappen
het Staf Bruggen-jaar genoemd.
De recensent van De
Band hierover :
Ter herdenking van het 10-jarig jubileum van het
overlijden van Staf Bruggen, één der meest veelzijdige en bekende Vlaamse
acteurs, heeft het Staf Bruggen-comité dit seizoen in het teken gesteld van S.
Bruggen.
Om hieraan gevolg te kunnen geven heeft de
toneelvereniging Rust Roest het passend gevonden om een stuk te kiezen van
een Vlaams schrijver, nl : In geweten niet belast van Frans Cools. De enige
opvoering had plaats op zondag 11 mei in de Parochiezaal te Leest.
We kregen een lichtblauwe huiskamer voor ons met
klassieke meubeltjes die de firma Bel Meubel uit Kapelle-op-den-Bos even voor
hen uitgeleend had. Rechts was er een eethoek die in het 1ste en 2de
bedrijf feestelijk gedekt was en links een salonnetje met kas. Het decor was
uitstekend verzorgd, behalve dan een flesje bier dat achter één van de
tafelpoten vergeten was na de pauze.
Het was een spel in vier bedrijven. Op de vooravond
van Erikas verjaardag, dochter van Sex en Dr. Werner Krauz krijgen ze
onverwacht bezoek van Dr. Frans Neurath, een collega van Dr. Krauz, die tijdens
de oorlog met hem heeft gewerkt in de gevangenkampen, waar zij proeven deden op
Joodse gevangenen. Werner Krauz wil die tijd vergeten, daarom heeft hij er zijn
familie nooit over verteld. Terwijl Dr. Neurath dit onrecht nooit heeft kunnen
vergeten en daardoor aan de drank is geraakt. Ben Fisher, een jooden verloofde van Erika, die ook is
uitgenodigd op het verjaardagsfeest, ziet dat Dr. Krauz iets verborgen houdt.
Dit maakt hem zo nieuwsgierig en hij komt, langs Dr. Neurath, te weten van de
proeven op de weerstand van de mens aan luchtdruk. Krauz wil vermijden dat er
verder nog iets uitlekt over zijn verleden en weet handig een natuurlijke dood
aan Neurath te suggereren. Ben Fisher drijft Dr. Krauz in het nauw zodat deze
moet bekennen.
Hier rijst de verantwoordelijkheid van het individu
tijdens de oorlog. Is men verantwoordelijk voor de daden die men onder dwang
verricht, of is hiervoor eerder een ganse gemeenschap verantwoordelijk ?
Daarom herhaalt Dr. Krauz steeds dat hij in geweten
niet is belast. Deze schijnwaarheid moet hij uiteindelijk afleggen en bekennen
dat hij fout is geweest.
In de hoofdrol van Kreuz zagen we een uitstekende
Guido Hellemans, zijn kunde kennende hoeft hier niets meer aan toegevoegd
worden.
Er kan alvast onderschreven worden dat de medespelers
Renilde Polfliet, zijn vrouw, Mariette Verbeeck en Eddy Moortgat (als hun
dochter en zoon), Pierre De Wit als Dr. Frans Neurath en Wilfried Hellemans als
Ben Fisher, een mooie krachtinspanning hebben geleverd om dit zware stuk tot
een goed einde te brengen, en daarin zijn zij dan ook gelukt.
t Was wel degelijk gewaagd, maar degelijk geslaagd
!
De regie was in handen van Alfons Hellemans, die we
evenzeer prijzen voor zijn werk. In elk geval zal niemand zich die avond
verveeld hebben, want het gevaar schuilde er altijd in, wanneer met liefhebbers
een tragedie gespeeld wordt.
In het volgende
nummer van De Band schreef H.G. daarover onder de titelEven
nakauwen op Rust Roest :
Wij gaan akkoord met V.M. waar zij in het vorige
nummer van De Band proficiat wenst aan de acteurs van In geweten niet belast
(amaai wat een titel) om de krachtinspanning die zij geleverd hebben om het
zware stuk tot een goed einde te brengen. Wij waarderen het trouwens ten volle
dat er nog mensen zijn te Leest die van hun vrije uren wat kunnen afknijpen om
aan toneel te doen en wij verwachten hen nog op de planken.
Toch hadden wij liever een ander stuk gezien, dat
minder kwam aandraven met zware gewetensconflictenen met een thema dat door de werkelijkheid en
de T.V. afgesleten en achterhaald is. Ik betwijfel trouwens of één van de kijkers
uit de zaal in dat gewetensproces werd meegesleept (wat tenslotte de
bedoeling van toneel is, dunkt me). Hun interesse ging veel meer naar de
spelers zelf dan naar de figuur die zij vertolkten.
Daarom hadden wij liever een goeie klucht gezien die ons
op zondagavond eens hartelijk liet lachen en ons voor een paar uren onze wekendaagse
stress en problemen liet vergeten. Een stuk op het niveau van onze volksmensen
en onze spelers.
CECILIAFEESTEN metEuropees
Kampioenschap voor Brass Bands te Leest
De inzet van deze
feesten, die plaatshadden in een reuzentent in de Kouter, werd gegeven op
donderdag 1 mei met de DOLLE NACHT.
De Nederlandse
succesgroep The Rockets trad op samen met Peter West en orkest.
Inkom 100 frank (80
frank in voorverkoop).
Op vrijdag 2 mei
werd er overgestapt naar de GEKKE NACHT . Een avond met vijf vedetten :
het bekende komisch duo Gaston Berghmans-Leo Martin, animator Carlo
Bertels, Ann Desender (bekend als winnares van Ontdek de Ster) met orkest en
de Nederlandse popgroep Bien Servi met Raymond van het Groenewoud.
De daaropvolgende
zaterdag besloot men met de PLEZANTE NACHT ,met de bekende
BRT-presentator Jos Baudewijn, met zangeres Ingriani en haar orkest en als clou van de
avond The Strangers, de vier Antwerpse spuiters.
Stan Gobien schreef
daarover het volgende :
In 1975 kregen de Ceciliafeesten een ander uitzicht.
Omdat de bal- en showavonden zo goed waren meegevallen, werd gehoopt dat de
feesttent de
eerste drie dagen van mei zou vollopen. Een heel pak
vedetten en pseudo-vedetten was geprogrammeerd : The Rockets of het orkest van Peter
Koelewijn, een zekere Peter West, Leo Martin en Gaston
Berghmans, Anneke Desender, Raymond van t Groenewoud, Ingriani en nog eens een
keer De
Strangers. Jos Baudewijn, de bekende BRT2-producer was
een van de presentatoren die tijdens deze ontspanningsavonden optrad.
In een van zijn bekende liedjes zingt Raymond van t
Groenewoud : Ik heb zalen doen vollopen, ik heb zalen doen leeglopen Naar
verluidt heeft de zanger
voor het laatste deel van deze tekstregel voroal
inspiratie opgedaan in de feesttent te Leest in 1975. Maar ruim een jaar later
wordt hij een enorme
publiekstrekker en onbetaalbaar voor St.-Cecilia
Leest
Het allereerste Europees Kampioenschap voor brassband
vond plaats in Leest
Op de Ceciliafeesten 1975 werd het eerste Europees
Kampioenschap voor Brassbands georganiseerd. Omdat deze orkestvorm op het
vasteland, vooral in Nederland en Vlaanderen, ondertussen vrij bekend was
geworden, werd besloten een muziekwedstrijd te organiseren waaraan uitsluitend
brassbands konden deelnemen.
Stan Gobien had in 1974 voldoende internationale
contacten opgebouwd zodat een wedstrijd tot de mogelijkheden behoorde. Het werd
vooral op muzikaal gebied een succes en de brassbandbeweging in Vlaanderen kwam door deze
muziekwedstrijd in een stroomversnelling.
Een paar maanden na afloop van de Ceciliafeesten 75
kon een dertigtal leerling-muzikanten worden ingeschreven. Omdat er met plezier
werd teruggedacht aan de show- en
drumbandwedstrijd van 74 besloot de fanfare te starten
met een trommelkorps. Voor de opleiding van deze jongeren zou niemand minder
dan Jean-Piet Leveugle zorgen.
De meisjes en jongens kregen eveneens lessen notenleer
en velen onder hen zouden later naar de muziekacademie of naar het
conservatorium gaan.
Na ruim twee jaar, op 2 december 1975, liepen de wegen
van dirigent Frans Dierickx en St.-Cecilia Leest uit elkaar. Het ongenoegen bij
sommige bestuursleden was al beginnen groeien na de concertwedstrijd van 11 mei te Tisselt,
waar 85% en een eerste prijs met grote onderscheiding werd behaald. Gezien de
omstandigheden, slechts één week na de organisatie van de Ceciliafeesten, was dit echter niet
zon slecht resultaat. De sfeer werd nadien negatief beïnvloed omdat sommige
Cecilianen langs de neus weg opperden dat de jeugdfanfare beter misiceerde dan de grote
fanfare
Net als bij de vorige dirigentenwisseling had deze
evenzeer consequenties voor de samenstelling van de fanfare. Weer verlieten er
muzikanten St.-Cecilia Leest om het elders te proberen. Het bestuur drong bij Rik De Bruyn aan om
terug de dirigeerstok in handen te nemen. Veeleer met enige tegenzin nam hij de
opdracht aan. Hij besefde dat hij nog nuttig werk kon verrichten door op zijn gekende manier
te werken aan de eensgezindheid bij de muzikanten. Ook deze keer lukte het. De
beroering en de deining na de dirigentenwissel ging stilaan over in rust en vernieuwde eendracht.
Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle dirigent (zie verder 1976 1 september)
In De Band van juni
1975 vonden we ook een definitie van een Brassband :
Brass-Bands zijn volksmuziekverenigingen die noch
fanfare, noch harmonie zijn. De samenstelling bestaat uit een groep
koperblazers met een gewone bezetting van ongeveer 30 muzikanten. Samengesteld
uit 5 eerste cornetten, een repianocornet, een bugel, 2 tweede en 2 derde
cornetten, 3 althoorns, 2 baritonhoorns, 2 tubas, 3 trombonen, 2 es-bassen, 2
bes-bassen en tot 4 slagwerkers. Dit alles geeft een typische klankkleur, de
brass-sound.
Wilfried Hellemans
over Sint-Cornelis (Korneel) en zijn begankenis :
Ook deze heilige is geen parochiepatroon maar al
sinds halfweg de negentiende eeuw is hem in Leest de opmerkelijkste verering
toebedeeld. Hij kreeg er een beeld, een begankenis op Tweede Paasdag en een
altaar in de zuidelijke zijbeuk.
Sint-Cornelis of Korneel (°?, +253), bisschop en
eenentwintigste paus (251-253), stierf in ballingschap te Civita Vecchia
(Italië).
Zoals elders werd (en wordt) hij in Leest aanroepen
tegen de stuipen, de vallende ziekte, de lammigheden en geraaktheden of tegen
de stuipen, jichtigheden envallende
ziekten.
In een anoniem negentiende-eeuws brochuurtje wordt
zijn litanie zo aangekondigd : Litanie ter eere van den Heiligen Paus en
Martelaar Cornelius. Bijzonderen Patroon tegen de Stuipen, Jichtigheden en
vallende ziekten; wiens H. Relikwieën met grooten toeloop en devotie geëerd
worden, en wiens bijstand vuriglijk aanroepen wordt in de parochiale kerk van
den H. Nicolaus te Leest.
Zijn in Leest vereerde beeld, gemaakt door de Mechelse
beeldhouwer P.J.Tambuyser en gepolychromeerd door Loos, werd aangekocht in
1840. De heilige draagt boven zijn albe een cingel, een stool en koormantel;
hij wordt voorgesteld als paus met staf in de rechterhand en een tiara op het
hoofd. In zijn linkerhand houdt hij een hoorn.
Het broederschap van de heilige kwam er twintig jaar
later onder pastoor A. Joris.
Tien jaar later, in 1870, werd het nieuwe altaar
geplaatst. Op deze creatie van de gebroeders Vijt uit Niel staan fragmenten uit
het leven van de heilige en ook de zegening met de relikwie wordt er
voorgesteld zoals die in Leest nog steeds gebeurt. Dat dit altaar er dat van
St-Niklaas verstootte zegt veel.
Zijn jaarlijkse begankenis op Tweede Paasdag begon een
honderdvijftig jaar geleden. In 1855 bestond ze zeker : op 13 juni 1855
verleent aartsbisschop Engelbertus kardinaal Sterckx 40 dagen Aflaat aan alle
Christen Geloovigen, die met devotie zullen lezen de ( ) Litanie ter eere van
den voorschreven Heiligen Cornelius. Dat staat te lezen in het eerder genoemde
brochuurtje.
Ca. 1900 en mogelijk al eerder waren de goddelijke
diensten op paasmaandag te 6, 7, 8 en 9 uur. De plechtige Hoogmis was om 10
uur en het lof om 15 uur. Na de Goddelijke diensten vereering der kostbare
relikwie van den H. Cornelius.
Is er sedertdien veel veranderd ? Wel, al meer dan een
halve eeuw verloopt de begankenis naar eigen getuigenis- als volgt.
Van paasmaandag tot Beloken Pasen staat het met
bloemen en kaarsen versierde beeld van de heilige net voor het midden van het
kerkschip binnen een stevige houten afsluiting (met deurtje) op zijn voetstuk.
Op paasmaandag zelf ordende tot voor twintig jaar een houten, hoog en
doorzichtig staketsel voor de kerkpoort het vlot binnen-en buitengaan van de
kerk.
Nog steeds wonen een respectabel aantal bedevaarders
de eucharistie bij. Onder pastoor F. Beuckelaers (1911-1946) waren die te 6, 7,
8, 9 en 10 uur; onder zijn opvolger J.B. Coosemans (1946-1966) om 6, 7, 8, 9 en
10 uur plus de hoogmis om 11 uur. Veel jaren werd die laatste opgedragen door
Leestenaar pater K. Emmeregs, alias Sinjoorke. Een plechtig lof met kinderzegen
was er op paasmaandag en op Beloken Pasen om 15 uur. Dat alles stond én in de
krant én in zwarte en rode inkt op witte affiches. Later verminderde natuurlijk
het aantal vieringen : in 1985 bv. vonden ze plaats om 8, 9, 10 en 11 uur en in
2001 nog om 9, 10 en 11 uur en in 2007 om 10 en 11 uur. Voor de plechtige en
muzikaal goed verzorgde eucharistieviering om 10 uur zat (en zit) de kerk goed
vol. Een plechtig lof met kinderzegen bleef behouden op Tweede paasdag om 15
uur.
Voor en na de eucharistie en het lof staan de
bedevaarders omheen de afsluiting, kussen de relikwie die de rondgaande priester
hun aanbiedt en gooien offergeld op de vloer binnen de omheining. Daarna kan
men driemaal biddend rond het beeld en/of rond de kerk stappen. Wat een
beperkte groep bedevaarders nog altijd doet.
Blijkbaar beeweegden sommige mensen af en toe ook in
de loop van het jaar. Ze gaan op de pastorij vragen welke boete ze moeten
onderhouden. Er wordt dan een boete opgelegd naargelang ieders devotie.
Maar ze zijn nog meer blijken van verering.
Zo liet pastoor Beuckelaers door E. Steyaert in 1924
een glasraam plaatsen op het koor met deze voor Leest belangrijke heilige. Het
werd aangebracht langs de epistelkant tegenover dat van Sint-Niklaas.
Behalve affiches (minstens twee verschillende) bestaan
er ook drie soorten medailles, geslagen op last van de broederschap en/of de
kerkfabriek : de kleinste is een zilveren en de twee andere zijn in nikkel.
Eénmalig werd een prentje uitgegeven : Een steentje
voor het Parochiehuis van Leest met vooraan het beeld van de heilige.
Achteraan stond een gebed en informatie over het broederschap. Het was gedrukt
in bruine inkt en kostte vijf frank.
Het Davidsfonds gaf in 1975 een sepiakleurig vaantje
uit, het eerste en tot nog toe enige. Voor 20 frank ontving men een unieke lino
van kunstenaar G. Herregods.
Vijftien jaar later kon men witte kaarsen kopen met
een Korneeltekening erop van weer G. Herregods met de tekst : 150
j./Begankenis/ h. Cornelius/ 1840 Leest 1990.
Dat het Davidsfonds in 1990 een Korneelbier en het
Posse-Leest-Comité in 2001 een witte vaan met een voorstelling van de heilige
verkocht, mag aanvullend vermeld worden : het bewijst de populariteit van de
heilige in het dorp.
Wat in dit boek uiteraard niet besproken wordt is het
kermis- en jaarmarktgebeuren. Vooral dit laatste is, onder impuls van de VZW
Posse Leest, uitgegroeid tot een fenomeen waar een massa volk op afkomt. Waar
de jaarmarkt tot 1990 rond 13.00 uur afgelopen was en op sterven na dood was,
duurt ze sinds 1992 een volle dag en bestrijkt het hele centrum. Op
paasmaandagen met zonnig en warm weer kwamen de jongste jaren vijfentwintig à
dertigduizend mensen in 2007 sprak men van veertigduizend- naar Leest-Dorp.
Posse Leest haalt dan ook jaarlijks de media, tot en met het regionale
T.V.-station voor Mechelen-Turnhout (RTV).
Het broederschap van de heilige Cornelius (1860)
Oprichter was pastoor Joris (1854-1864). In het
parochiearchief berust een dun schoolschrift waarop geschreven staat
Broederschap van den Heiligen Cornelius in de Parochiale Kerk van den H.
Nocolaus te Leest. De eerste persoon werd erin genoteerd in 1860. Tot voor
kort liet nog haast jaarlijks een enkel iemand zich inschrijven in het
broederschap.
Uiterst zelden werd dit broederschap door de deken
opgeschreven en voor het eerst na meer dan vijftig jaar (1913). Van dan af (tot
1931) wel meer en geregeld met het ledenaantal. Zo telde het in 1918
vijfhonderddertig leden, aantal dat zachtjes steeg tot
vijfhonderdvierennegentig (in 1927).
Op het prentje (zie afbeelding) met het Leestse
Corneliusbeeld, verkocht (in 1950) om de bouw te steunen van de Leestse
parochiezaal, staat :Inschrijving in
de Broederschap van de sakristij. Jaarlijkse bijdrage 5 fr. Talrijke Missen
worden opgedragen tot de inzichten van de leden. En nog een verwijzing naar de
concrete verering van de heilige in Leest.
(De
Sint-Niklaasparochie in Leest, 2009, Wilfried Hellemans)
1975 -31 maart : Tweede Paasdag Het
Davidsfonds pakte uit met een tentoonstelling met als thema Leest. In het
maandblad van Milac was voordien een oproep verschenen om memorabilia :
Misschien had u er totaal niet aan gedacht. Doch, in
de loop van het jaar 1925 werden te Leest de eerste stenen gelegd voor een
plaatselijke Davidsonderafdeling. Ook al zijn de prestaties van deze vereniging
op het ogenblik erg gering, tot voor wereldoorlog twee was Davidsfonds Leest één
der meest bloeiende verenigingen in de gemeente.
Herinneren we gewoon aan de formidabele 11 juli
vieringen die in onze gemeente plaats hadden.
Ondertussen willen we u voorbereiden op de jaarlijkse
tentoonstelling op tweede paasdag, die naar we hopen het reusachtige succes van
verleden jaar nog zal overschrijden. Als onderwerp kreeg deze zesde paasmaandag
tentoonstelling mee : EEN LAATSTE KEER LEEST !!
Inderdaad in de loop van dit jaar of begin volgend
jaar zal Leest als gemeente ophouden te bestaan. Hieraan willen de
bestuursleden van uw Davidsfondsafdeling ruchtbaarheid geven.
Doch, voor de zesde keer, vragen wij u medewerking.
Wij zoeken: fotos, afbeeldingen, platen, oude voorwerpen, kortom van alles dat
met Leest verband houdt.
Wij zoeken merkwaardige feiten, verhaaltjes van Leest
en allerlei merkwaardigheden waaraan wij kunnen bouwen.
Wist u b.v. dat in 1907 Leest 51 cafés kende en nu
nog 10 ?Zou het niet aangenaam zijn van
elk van deze zaken fotos of aandenkens te zien.
Doch, voor de zoveelstemaal moeten wij het herhalen, wij vragen uw
medewerking. Wij zijn ervan overtuigd dat deze oude zaken voor u een grote
waarde hebben en je ze niet graag zou kwijtgeraken bij een tentoonstelling,
daarom garandeert het Davidsfonds u een speciale verzekering voor al wat u in
hun handen, voor 1 dag, geeft.
En, wees niet egoïstisch, iedereen ziet graag zijn
eigen op iets oud eens terug. Mogen wij er dus op rekenen dat u, die bepaalde
merkwaardige zaken over Leest weet, of in uw bezit hebt, contact opneemt met de
bestuursleden van het Davidsfonds.
Wij danken u bij voorbaat en beloven u, met uw hulp,
een beeld van wat Leest voor ons betekende.
Verbruggen
Tom, Soors Karel, Mollemans Martin.
In de 1ste
jaargang van het Vaartland (1975) publiceerde Jos De Keersmaecker Paasmaandag te Leest Volksdevotie tot
de H. Cornelius.
Eén van de populairste heiligen in het Vlaamse land
is wel de H. Cornelius, paus en martelaar. Hij werd afgebeeld met een staf in
de ene en een koehoorn in de andere hand. Hij is één der vier Maarschalken,
beschermheilige en noodpatroon tegen koorts, kinkhoest, draaiïngen in het
hoofd, verlamming, cholera, en het hele gamma van demonische ziekten, zowel van
mens als dier.
H. Cornelius, paus ende martelaer, bidt voor ons,
besondere patroon teghen de stuypen, alle vallende sieckten, draeyinghen van
hoofde en gevaerlyck vaeren en meer andere diergelycke sieckten en plaeghen soo
menschen als van beesten, zegt het bedevaartvaantje van Doel.
K. van Nyen H. Cornelius, een volksheilige in t
Vlaamse land, vermeldt 99 begankenisplaatsen. Het zijn ze echter nog niet
allemaal. Wie bedenkt hoe groot en geducht in vroeger tijden deze kwalen waren
de kindersterften schrikwekkend hoog, toen er nog geen medische wetenschap kon
tegenovergesteld worden- en de dood daarom meestal als fatale afloop had,
verklaart maar al te wel de grote verspreiding van al die devotieplaatsen en
toevluchtsoorden tot Sint Cornelius.
Comt tot Cornelius al met een vast betrouwen
Hier is medecyn voor kinders, mans en vrouwen.
Ook alle soort van vee dat ergens is besmet
Wordt door Cornelis, door kracht van syn gebet
door t hoogste Majesteyt bevrijd ofte genesen.
Hoopt en betrouwt in hem : hy sal u trooster wesen.
Reeds van in de 12e eeuw vindt men ten
onzent sporen van de devotie tot St. Cornelius en dan vnl. te Ninove. Dat
blijkt uit een verklaring van Nicolaus, bisschop van Kamerijk in 1139. De
relieken zijn van uit Rome overgebracht naar Lyon, Compiègne (in 857) en
Cornelimünster op de Inde bij Aken. Deze abdij werd het grote
uitstralingscentrum dezer verering en waar met bijzondere zorg ook de
drinkhoorn van de heilige bewaard werd en waaruit destijds de bedevaarders
gewijd water konden drinken. Volgens Mathias Zender zou Ninove en Ronse het
vertrekpunt van de Corneliusviering in Vlaanderen zijn geweest. Er bestond ook
een Liber Miraculorium S. Cornelii Ninivensis, een mirakelboek. Het is bekend
dat de abdij van Cornelimünster hier in Brabant en Vlaanderen belangrijke
keizerlijke domeinen bezat, o.a. te Nijvel, Puurs en vnl. Ronse. Volgens de
Acta Sanctorum van de Bollandisten schonk zij aan het Kapittel van Ronse een
deel der relikwieën van de H. Cornelius. Het is tijdens de tocht met die
relikwieën voorbij Ninove dat de Norbertijnen aldaar enkele daarvan bekwamen.
Het bezit van relikwieën was de eerste vereiste voor
het ontstaan en de bloei van bedevaarten. Het was ook een lucratieve bron van
inkomsten. Een echte handel werd er gedurende de Middeleeuwen in gedreven
zelfs hardhandige strijd werd er voor geleverd. Relikwieën werden ook
verhuurd. Zo werd het relikwieschrijn van Ninove tot in het land van Waas
processiegewijs gedragen.
Van hieruit verspreidde zich de cultus door heel
Vlaanderen, vooral in de parochies die van de abdij afhingen.
Eigenaardige gebruiken kenmerkten de begankenissen tot
de H. Cornelius : de tempelslaap (incubatio). Zelfs reeds gekend bij de oude
volken. Het opwegen van het eigen lichaamsgewicht in graan, was en vlas, dat
moest bijeengebedeld zijn. Dit berust op de primitieve opvattingen dat aan
gevonden, gebedelde of gestolen voorwerpen, bijzondere kracht wordt
toegeschreven. Soe wat menschen die besmet zijn met Sente Cornelis sieckte, sy
moeten hem lieden weghen ende gheven alzoe vele Coorens als sy swaer weghen met
wasse, vlasse, goud ende seluere. Alzo te Ninove, Lier, Aalter, Adinkerke.
Zoals dit ook nog elders gebeurde te Brugge voor St. Godelieve ; te Geel bij
Sinte Dymfna eveneens was voorgeschreven. De overal voorkomende geplogenheid
ook te LEEST- van het offer van dieren, als konijnen, duiven, kippen, of van
vlas en graan, vindt wel zijn oorsprong in de middeleeuwen, toen de cynzen en
offers in natura betaald of opgedragen werden. Geld was in die tijd schaars
en praktisch niet in omloop bij de gewone man. Het paste in dat agrarisch
domaniale stelsel.Ook het vroegere
volksgeloof dat stuipen en vallende ziekten aan toverij of aan duivelse machten
toeschreef, verklaart het oeroude offer van een Zwarte hen, het gewone
duivelsoffer.
Elders nog kent men de pelgrimshen de geofferde hen
die terug mee naar huis genomen wordt- en de ziekten van het hof zal weren. Men
kent nog verder het levende hert.
In de meeste begankenisplaatsen heerste nog tot voor
korte tijd het volksgebruik en het offeren van dieren.
Devotie en begankenis tot Sint Cornelius te Leest
In Klein-Brabant en het vaartland waren vooral Leest
en Sint Amands bekend als de bijzonderste begankenissen tot Sint Cornelius.
Buiten de seskens waren deze plaatsen in het bijzonder bekend voor vallende
ziekte. Kleine beewegen, maar minder bekend waren ook : Eikevliet, Ruisbroek,
Mechelen, Hellegat.
Evenals te Diegem werd te Leest de H. Cornelius
bijzonder aangeroepen tegen de stuipen en de vallende ziekte. De 2de
Paasdag is de grote begankenisdag. Vanaf 5 uur s morgens stroomde het volk
reeds toe. De Hoogmis is om 10 uur. Eerst gaat men bidden voor het beeld van de
heilige dat bij die gelegenheid midden in de kerk ter verering opgesteld
wordt.
Zoals op vele andere plaatsen deed men hierna drie
maal al biddend de ommegang rond de kerk, dan driemaal rond het kerkhof. Daarna
ging men te zegenen in de kerk. Rond het beeld stond er een ijzeren grille.
Binnenin bevond zich de pastoor en die bood de relikwie ter verering aan. Het
volk werpt de blauwe briefjes binnen in de afsluiting en deed zelfs de
nikkeltjes boven het hoofd van de priester rinkelen.Ex-votos werden niet geofferd, wel levende
kippen en duiven, evenals varkenskoppen en hespen. Gedurende de hoogmis werden
de offergiften achteraan in t gestoelte van de kerkmeesters geplaatst : de
dieren in de houten kevie, die nog te zien is.
Op 2de Paasdag 1935 werden slechts 2
kiekens en een koppel duiven geofferd, vertelt J. Geussens. Na de mis bracht de
koster de geofferde kippen en duiven buiten het kerkportaal en vroeg : Zijn er
nog liefhebbers voor den offer ? Een boer gaf 5 fr., kreeg de kip of de duif
even in de hand en gaf ze terug. Hij offerde op die manier.En vijf boeren offerden op dezelfde wijze
achtereenvolgens dezelfde kip tot dat de boer die ze eerst geofferd had, er 20
fr. voor booden de kip terug mee naar
huis nam, waar ze, zoals hij later vertelde al de andere tegen de kwaal moest
vrijwaren. Al drie jaar offerde hij dezelfde kip.
Een zeer oud en merkwaardig gebruik dat nog in onze
kinderjaren bestond was het volgende. Kreeg een kind de stuipen, dan liep men,
terwijl de kleine in een bad gestoken werd (gewoonlijk de marmit), en zijn
voetjes vol mosterd omwikkeld, vliegensvlug naar een beroepsbedevaardster, die
daarvoor bekend stond. Bij ons was dat o.a. Mie van Leires. Men huurde er langs
de straat of in de dorpsschool negen kleine jongens die de beeweg moestenmeemaken (er waren ook 9 soorten seskens). In
de school zaten er in die tijd soms wel veertig en meer in één klas, daarom was
men wel eens content er van enkele af te zijn, en men merkte dat zo niet. Onder
geleide van het vrouwmens trok de bende op in de zomer gewoonlijk barvoets.
Wellicht berustte deze geplogenheid op de opvatting dat er van onschuldige
kinderen een grotere heilkracht uitgaat dan van volwassenen. Bij de terugkeer
kregen de kleine mannen dan gewoonlijk een paar koperen centen. Boeten en
beloften doen, behoorden eveneens tot een der geplogenheden. Met Paasmaandag
eveneens begint de novene en kan men speciaal gewijd water bekomen.
Over de oorsprong in de oudheid van de
Cornelius-devotie te Leest hebben we weinig bijzonderheden. Wel vonden we op de
pastorij nog een resterend exemplaar van de Litanie ter eere van den Heiligen
Paus en Martelaar Cornelius, bijzonderen patroon tegen de stuipen, jichtigheden
en vallende ziekte, wiens H. Relikwieën met grooten toeloop en devotie geeërd
worden en wiens bijstand vuriglijk aanroepen wordt in de parochiale kerk van de
H. Nicolaus te Leest.
Tot troost van degene die aan de stuipen zijn
onderworpen en bevangen met lammigheid of vallende ziekte en voor eeneigelijk
om door de voorspraak van den Heiligen Cornelius geholpen en behoed te worden.
Het stuk is van 13 Junius 1855, goedgekeurd en
aanbevolen en met 40 dagen aflaat begunstigd door de Kardinaal-Aartsbisschop
van Mechelen. Het spreekt vanzelf echter dat die devotie en de toeloop heel wat
ouder is. Dat de toeloop tijdens de jaarlijkse begankenis de 2de
Paasdag inderdaad zeer groot was, blijkt uit een brief van 21 maart 1905 van
een jaarlijkse Mechelse bedevaarder. Hij heeft het nl. over die grote toeloop
van gelovigen, die problemen schiep voor het drukke verkeer op de dorpsplaats.
Maar vooral aan de ingang van de kerk, die te nauw was om die massa ineens door
te laten in het begin of bij het eindigen der goddelijke diensten. Er moet daar
telkens zulk onmenschelyk gedrang geheerst hebben, dat er ongelukken moesten
van komen. Het was evenmin stichtend met het geschreeuw der kinderen en gehuil
van groote menschen, ja zelfs grove woorden en verwenschingen, welke niet
stichtend zijn in het portaal eener kerk.
De volksbeewegen met hun begankenissen, met hun
tradities en gebruiken waren eens een stuk kleurrijk en onvervalst volksleven
en een kapitaal element in onze cultuurgeschiedenis. En het volksgeloof dat
wortelt in eeuwenoude tradities een bron om de ware volkspsyche te leren
kennen. Het traditionele volksgeloof is een van de belangrijkste elementen van
de volksmentaliteit en de volksbedevaarten voor ziekten van mens en dier, één
van de meest karakteristieke uitingen van het volksgeloof in ons land, zegt M.
de Meyer.
Vele begankenissen, bedevaarten en beewegen zijn te
niet gegaan omdat het lijdend voorwerp verdwenen is, en het onderwijs de mens
ontwikkeld heeft. Er is een uitgebouwde medische voorziening. Er is ook het
teloorgaan van de algemene godsdienstzin en vele geestelijken hebben geen oog
meer voor deze devote volkspraktijken. De tijden liggen nu anders, besloten
gemeenschappen zowel socio- als religocultureel zijn in volle afbouw. Het past
ook niet meer in het kerkelijk cultus-patroon sinds Vaticanum II, die een
Beeldenstorm heeft teweeggebracht waar de Geuzentijd slechts kinderspel bij
was. Een onvervangbaar cultuurpatrimonium is verkwanseld, soms voor een bord
linzensoep, en jammerlijk teloor gegaan. Zovele kleinodiën van veldkapellekens
die spijts afbraakwoede en rampspoedige tijden nog zo talrijk het sacraal
landschap sieren- en waaromheen eeuwen van rust en vrede wieroken, leiden een
verkommerd en vereenzaamd bestaan.
Doch de impuls tot de bedevaarten, zegt Prof. De
Keyser, komt uit de diepten van de algemene menselijke geest. En zoals het ook
in de aard ligt van het Vlaamse volk en de beewegen niet alleen vergezeld zijn
van boeten, maar ook van feesten en plezier ; nu ook is het toerisme ingeschakeld,
ziet men vele van die vroegere begankenissen herleven. We noemen slechts
Beerse, Edegem, Aalter, enz. Alle St. Corneliusbegankenissen met de aloude
geplogenheid van het dierenoffer, en het openbaar bij opbod verkopen dezer
dieren en andere offeranden.
Het is in die zin dat het Vaartland met enkele
enthousiaste lieden van Leest het initiatief genomen heeft om de gekende St.
Corneliusviering met zijn religo-volksgeplogenheden terug nieuw leven in te
blazen.
Inderdaad op 2de Paasdag gaat Leest weer
zijn Cornelius vieren. De kiekens, duiven en konijnen en varkenskoppen zullen
terug in de oude kevie van de kerk kunnen geofferd worden. Het beeld van de
heilige zal terug al monkelend zijn ereplaats krijgen. Er zal weerom grote
toeloop zijn tijdens de Hoogmis om 10 uur.
Bovendien wordt een tentoonstelling gepland over de
geschiedenis en de iconografie der gemeente een spieghel van Leest in t
verleden, alsmede een uitbeelding van de devotie tot St. Cornelius.
Tot slot wordt een St.-Corneliusbedevaartvaantje
ontworpen, dat zal te verkrijgen zijn.
in 1968 werd een fanfarekostuum aangekocht. Toen
bestuursleden naar het buitenland op verkenning gingen om een eigen wedstrijd
te organiseren en ook bij een deelname aan marswedstrijden werd vastgesteld dat
de toonaangevende verenigingen er beschikten over majorettes en dikwijls over
een trommelkorps. Voor een majorettenkorps was het bestuur niet gewonnen omdat
vermoed werd dat de jongedames na een zekere tijd zouden afhaken en dan moesten
vervangen worden. Als gevolg daarvan zouden weer nieuwe uniformen moeten
aangekocht worden en de kosten zouden te hoog oplopen. Al in de dirigeerperiode
van Theo Fierens werden daarom jonge slagwerkers opgeleid. Later waren er zelfs
heel wat voorstandersom een
trommelkorps, destijds een kliek genoemd, op te richten. Dat trommelkorps zou
ook zonder de fanfare kunnen optreden. Het trommelkorpsproject ging definitief
van start toen Jan-Piet Leveugle in 1975 werd aangetrokken als instructeur
slagwerk. Er werd gehoopt dat de trommelaars later makkelijker zouden
overschakelen naar de fanfare en eventueel een koperblaasinstrument zouden
bespelen. Daarom werden er in de slagwerkklas ook lessen notenleer gegeven. Het
trommelkorps oefende dikwijls op straat en daardoor zagen en hoorden de
Leestenaars dat de fanfare veel buitenkwam.
De leden van het trommelkorps waren Ingrid en Sonja
Alewaeters, Maggy De Borger, Alfons De Hertogh, Patrick De Hondt, Walter De
Kunst, Christel De Maeyer, Carla De Prins, Brigitte De Smedt, Christel
Huysmans, Bart Lauwens, Ilse Lauwens, Marleen Lauwers, Michel Leveugle, Monique
Mees, Carine Peeters, Rudy Peeters, Serge Piessens, Ann Robbens, Yves Robbens,
Karin Schillemans, Louis Thijs, Linda Van Alsenoy, Edy Van Asch, Nancy Van
Camp, Marc Van de Rasieren, de latere drumbandleider Walter Van de Venne, Ann
Van den Vondel, Eric Van den Vondel, Ann Van Roy, Paul Van Roy, Wendy Van
Steen, Danny Vercammen, Pascale Vercammen, Krista Verschuren, Nancy Verschuren
en Liesbeth Voet.
Toen Jan-Piet Leveugle fanfaredirigent werd, stelde
hij alles in het werk om de leden van het trommelkorps zoveel mogelijk om te
scholen tot koperblazers. Er is een periode geweest dat heel wat van deze
jongeren tegelijkertijd lid van de drumband, daarnaast lessen
koperblaasinstrument volgden en zelfs in de fanfare meespeelden. Muzikale
wandelingen werden vanaf dat moment voor deze muzikanten doorgaans een karwei.
Uit noodzaak werd het trommelkorps omgevormd tot een drumband. Geleidelijk aan
ging deze zich specialiseren in het geven van concerten in zalen.
In de eerste afdeling haalde de drumband St.-Cecilia
Leest op 30 september 1984 op het Belgisch kampioenschap in Landen 90%, een
eerste prijs met grote onderscheiding.
Toen Jan-Piet Leveugle het voor bekeken hield om
St.-Cecilia Leest te dirigeren, werd er ook geen moeite meer gedaan om de
drumband in leven te houden en werd deze opgeheven. Er was nog uitsluitend
aandacht voor concertoptredens van de fanfare. De meeste drumbandleden zijn
niet naar de fanfare overgekomen. Ofwel hebben ze de muzikale activiteiten
stopgezet ofwel zijn ze uitgeweken naar andere muziekverenigingen.
(Stan Gobien Leest
in Feest)
1975 Januari : KVLV
Startvergadering
Op de eerste vergadering van ons nieuw werkjaar
mochten we als vormingswerker volksvertegenwoordiger Michel Van Dessel
begroeten. In naam van de plus minus 80 aanwezigen werd hij hartelijk
verwelkomd door mijnheer pastoor die de vergadering inzette met een kort gebed,
om hierna aanstonds het woord te geven aan de spreker.
Bij het onderwerp landelijk milieu werden de verschillende
vormen van levenswijze van 75 jaar geleden tot op heden aangehaald. Hij maakte
ons attent op de snelle evolutie van de laatste jaren. Met tal van voorbeelden
wist hij heel en al de aandacht te boeien, zoals :
-voor 75 jaar liepen slechts de besten school tot 11
jaar, tegenwoordig zit 80% van de jeugd op de schoolbanken.
-vroeger huwden de mensen laat : grote kinderen waren
een bron van inkomsten voor het gezin, nu zijn ze een bron van grote uitgaven.
-toen leefde men in een afgezonderde gemeenschap : er
was weinig relatie tussen stad en dorp. Nu leeft 75% van België verstedelijkt
Het bleef niet alleen bij woorden over het landelijke
: de proost toonde ons een prachtige reeks dias over ons eigen dorp. We
stonden perpleks over al dat mooie in eigen streek. Ook was onze eigen
dorpskerk er op te zien, maar dan geschilderd door een van onze eigen
dorpsgenoten.
In 1975 organiseerde
de KVLV bezoeken aan Brussel, Geel en een reis naar Londen met de Hovercraft.
1975 25 januari : Jaarlijks
teerfeest - Breugelavond Vevoc-Chiro.
In de parochiezaal in de Kouter.
Breugheliaanse avond met pensen, kop, boerenbrood
Prijs : 200 frank per persoon.
Er was gevraagd om zich te kleden
gelijk in den tijd van de Heren van Zichem.
1974 8 december : Rust
Roest bracht Wat doet mijn vrouw van twee tot vijf van Ladislas Fodor.
deze laatste voorstelling van dit blijspel was een
succes omdat de zeer talrijke aanwezigen op de twee voorstellingen tevreden
waren op menig gebied. Hiermee is helemaal niet gezegd dat de voorstelling
feilloos was. De toeschouwers hadden (hopelijk) kritiek, wij ook. We zullen
trachten het aantal fouten te verminderen door onze eigen en uw kritische
opmerkingen (ons tijdens terloopse gesprekken overgemaakt) als opbouwend
element te gebruiken, en door gewetensvol verder te boetseren aan het eigen ik
en de maatschappij langs het geheimzinnige medium, dat toneel heet.
Blijft voorlopig allen die meegewerkt hebben aan deze
voorstelling op welke wijze ook, want de intermenselijke wisselwerking is
raadselachtig-te danken, zeer
erkentelijk te danken. U toeschouwers danken wij, want wij hebben u nodig,
toneel zonder toeschouwers is zinloos. Maar ook u heeft ons nodig, toneel
behoort tot de aangeboren behoeften van de mens. Toneel is een spiegel waardoor
men zichzelf corrigeert of corrigeren kan. (Guido Hellemans in De Band)
1974 15 december :
Gemeenteraad Subsidies voor Leestse organisaties
Toelagen aan Jeugdverenigingen:
197319741975
K.L.J-Jongens1.0001.0001.000
K.L.J.-Meisjes1.0001.0001.000
Chiro Jongens5.000
2.5004.000
Chiro Meisjes3.000
2.5004.000
Boerenfront1.000 1.0001.000
Boerengilde1.000
1.0001.000
Veldwachtersbond1.000
1.0001.000
Toelagen
ontspanningsinstellingen,enz.:
Boerinnegilde1.0001.0001.000
K.W.B1.0003.0001.000
Davidsfonds4.0004.0004.000
Rust Roest1.0004.0004.000
Gepensioneerden5.0005.0005.000
Milac1.0001.0002.000
Vevoc1.0001.0001.000
Fanfare Sint Cecilia7.50020.00010.000
Oud-Soldaten1.0001.0001.000
K.G.B.1.0003.0003.000
Toelagen aan Sportverenigingen:
FC Telstar5.0005.0005.000
De Luchtreiziger1.0001.0001.000
De Snelle Vlucht1.0001.0001.000
Het Vliegend Wiel2.500 2.5002.500
Wipmaatschappij2.0001.0001.000
VV.Leest--1.00010.000
Leefmilieu2.0002.0001.000
In dezelfde gemeenteraad werden ook
de belastingen verhoogd.
Voor de plaatsing van
kermisvermakelijkheden werd de prijs per vierkante meter
vastgesteld op 10 fr. Voorheen was
dat 5 frank.
Een paspoort kostte vanaf nu 25 fr
en voorheen slechts 5 fr.
Een kinderpaspoort : 5 fr zonder en
10 fr met plastiek zakje.
Huisvuilbelasting steeg van 150
naar 300 fr.
De belasting op drankgelegenheden
van 100 naar 1.000 fr en een begrafenis
voor personen van buiten de
gemeente ging van 5.000 naar 10.000 fr.
1974 Op 31
december telde Leest 2046 inwoners, de gemeente was 933 Ha groot,
1974- 12 oktober : Aangetekende
brief naar de Gouverneur
Die dag stuurde de VZW Heemkundige
Kring van het Vaartland met adres
Stationsstraat 3 Willebroek een
aangetekende brief naar de gouverneur van de
provincie Antwerpen ivm het ontwerp
van het gewestplan Mechelen.
...dienen
absoluut als woongebieden met culturele, historische en
esthetische waarden te worden opgenomen in het Gewestplan :
-de
typische dorpskern van Heindonk...
- de
dorpskern van Klein-Willebroek...
Ook
vragen wij met aandrang dat volgende natuurgebieden als landschappelijk
waardevol gebied in het Gewestplan worden opgenomen :
-het
historisch landschap van het natuurpark het Broek...
-de
landschappen van de Abeek-Molenbeek en de Zenne te Hombeek, LEEST en
Heffen. En wel zoals zij in het voorontwerp gewestplan Mechelen 1969
werden
voorzien , namelijk als gebieden die wegens hun landschappelijke waarde
bijzondere zorg behoeven (daarom die bijkomende bepalingen).
(...)
Was ondertekend door J. De
Keersmaecker, voorzitter en L. Schurmans,
secretaris vande Heemkundige Kring van het Vaartland.
1974 Zaterdag 19
oktober : Zilveren Jubileum KWB Leest
De viering van het 25-jarig bestaan
van KWB Leest werd ingezet met een mis
opgedragen door pastoor Lornoy, de
nieuwe proost van de vereniging. Hij werd
bijgestaan door de vroegere
proosten De Schutter, De Decker, Van Dessel en
pater Clementiaan en de mis werd
opgeluisterd door het gemengd zangkoor.
Op het gemeentehuis werden het
bestuur en 8 jubilarissen door de voltallige
gemeenteraad ontvangen.
Met 105 waren ze om in Ons
Parochiehuis de viering verder te zetten.
Meerdere sprekers kwamen aan bod,
allen steeds ingeleid door Fons Geerts.
Eretekens werden uitgereikt aan de
acht jubilarissen : A. Van den Brande, Louis
Solie, Leopold Van den Heuvel,
Frans Lamberts, Jules Geens, August Mollemans,
Gerard De Mesmaecker en posthuum
wijlen Louis Verbruggen.
Het menu bestond uit gebakken
forel, tomatensoep, rosbief-gebraad, vier soorten
groenten + kroketten.
Het feestgebak werd geserveerd met
25 brandende kaarsen.
Er konden friscos bekomen worden
en ook de sigaren ontbraken niet.
Toen was het tijd voor ten dans
en dit liep uit tot ruim 3 uur in de ochtend... (DB, november 1974)
1974 19 oktober : Folklorebal
KVLV
We hadden ze zien zitten in de avondmis, die 19de
oktober. Pittoresk aangekleed en het was fijn. 50 jaar vierden ze nu voor iedereen. Het zou een bal
in de oude trant worden, zo stonder
geschreven en ik kan niet ontkennen, dat onze Leestse KVLV er niet in gelukt zou zijn.
Immers die erbij zijn geweest getuigen hiervan en hun getuigenis is waar en ze
weten dat ze de waarheid spreken. Het was er gezellig en met
spijt in het hart zijn we er weg gegaan. Maar ja schone liedjes duren niet lang. Het hoogtepunt
van de avond was wel, toen moeders en dochters gingen volksdansen. Het moet heel wat moeite gevergd hebben om het zo goed
te doen en ik neem er dan ook mn hoed voor af en geef ze er nog een dikke
pluim ervoor bij. Maar alsof dit alles nog niet genoeg was, kwam er nog
wat bij. Hebt u ze ook gegeten, die mosselen, echt waar, ik wist niet dat onze
vissers zulke smakelijke mosselen konden vangen, en als er
een kok in de zaal was, wel die zal de bereidingswijze wel hebben opgeschreven.
KVLV heeft haar viering erop zitten, men heeft er heel
wat werk voor over gehad en het is voorwaar een feit geworden waar men binnen 50 jaar nog in geuren en kleuren zal over
spreken. Het is een echt gezellig bal geworden waarvan niemand spijt van zal
hebben gehad er heen
te zijn geweest, men kan alleen spijt hebben er niet
bij te zijn geweest.
Een zo actieve vereniging in ons dorp kan alleen maar
een stimulans betekenen voor anderen.En
ze mogen er zeker van zijn, als ze nog wat inrichten, ik kom ook.
Verslaggever ter plaatse. (De Band, november 1974)
1974 26 oktober : Jaarllijks
Groot Bal K.F. Sint-Cecilia
Vanaf 21 uur in zaal Sint-Cecilia
met optreden van het orkest Lelax Music Clan onder leiding van Marcel
Sterckx.
1974 9 november :
In de zaal Forum te Hombeek organiseerde de supportersclub
van de Leestse wielrenner Gustaaf
Van Cauter een wielerbal met John Horton
en zijn orkest. (KH)
1974 16 november :
Voetbalmatch Vevoc-Familie Lefever
De wedstrijd begon om 15u op het
terrein van VV Leest.
1974 17 november :
Chiro Familiefeest met inhuldiging nieuwe meisjeslokalen
1974 2 december : VevocLeest, 2 december 1974
Beste vrienden,
De langdurige regens hebben de landbouwers hun werk
geweldig achteruit gesteld.
Ook bij Rik Muysoms, één van onze zeer actieve leden
is dat het geval.
Daarom doe ik beroep op vrijwilligers om zaterdag 7
december hem in blok een dagje te gaan helpen. Wij komen samen op het dorp om 7u45, telaatkomers
komen naar de Alemstraat te Leest. Mochten er van onze leden nog zijn die buiten ons
weten met dergelijke moeilijkheden zitten, gelieve mij dan te verwittigen.
Beste groeten en tot zaterdag.
Louis (Vloebergh)
(flyer voor de leden van Vevoc)
1974 15 en 16
september : Tweedaagse bedevaart naar Lourdes van de Parochiale Vrouwengilde.
Opnieuw werd er geopteerd voor het vliegtuig.
1974 15 september
: Hengelkampioenschap 74 K.F.St.-Cecilia
Was Florent De Smet
in augustus nog primus in de eerste reeks te Blaasveld, ditmaal was het de
beurt aan Stan Gobien die er te Humbeek in slaagde 27 vissen boven te halen met een totaal
gewicht van 1.500 gram. Hij werd koningvisser 1974. In de eindstand ging hij
Albert Robijns en Ludo Robbens vooraf. (DB,oktober 1974)
1974 22 september
: Parochiale Vrouwengilde wordt Katholiek Vormingswerk voor Landelijke
Vrouwen (KVLV) (Wilfried Hellemans, De
Sint-Niklaasparochie in Leest, 2009)
1974 28 september
: Vevoc Uitstap naar Bierfeesten
Wieze
Beperkt tot 50 deelnemers. Inschrijvingen bij
Dirk Leemans. Prijs autobus : 100 frank.
1974 6 oktober : Chiro-Vevoc
JEUGDCROSS
Op 6 oktober trappelden 522 jongen en rijpere
crossers bemodderd en bespat (zoals het hoort) door en over de Leestse velden,
beken en Zenneboorden, dapper pogend een trofee of één van de talrijke
waardevolle
prijzen in de wacht te slepen. De organisatoren
Vevoc-Chiro konden zich voor de 2de uitgave van deze jeugdcross vergeleken
bij de toch reeds geslaagde primeur van vorig jaar- verheugen op een groeiende
belangstelling bij publiek en deelnemende groepen. Zij mochten verwelkomen :
Plaatselijke chiro
Leest behaalde 4 klassementen. De Wisselbeker voor de verenigingen van Leest
bij de seniors-juniors, geschonken door Jean VAN DAM, werd gewonnen door
jongens chiro Leest.
Nog even een
dankjewel voor :
-meneer pastoor (ter
beschikking stellen van zaal en toebehoren)
-het gemeentebestuur
voor de wimpels
-de eigenaars van
landen en beemden van het parcours
-het Vliegend Wiel
voor gebruik van de afsluiting, het ter beschikking stellen van materiaal,
podium, tent, enz.
-de schenkers van
prijzen voor lopers en tombola
-de bijzondere
actieve medewerking van chiroleiders- en leidsters, aspis en vevoccers bij
voorbereiding en opruiming. En last butno least voor duiveltjedoetal (pater
Damiaan), proost van chiro en vevoc, aan wie wij hoofdzakelijk de
voortreffelijke samenwerking chiro-vevoc te danken hebben.
Eens te meer is bij
deze sportmanifestatie gebleken dat bij intense samenwerking van verschillende
verenigingenhet succes haast bij
voorbaat verzekerd is. Moge dit voor onze
kleine landelijke gemeente, waar voor 5 jaar terug toch maar weinig
sportactiviteiten te bespeuren vielen, een aansporing zijn om meer en meer aan
sport te doen.
Louis Vloebergh.
(De Band, november 1974)
1974 9 oktober : Overlijden
van Witte pater Albert Jozef Jef Selleslagh
Jef werd geboren in de Bist (nu : Witveld) als tweede
oudste van negen kinderen. Na humaniorastudies in Hoogstraten trad hij in bij
de Witte paters van Afrika te Boechout (1937) waar hij twee jaar filosofie
studeerde.
Zijn noviciaat, één jaar, deed hij in Varsenare en
theologie studeerde hij vier jaar lang te Heverlee. Daar werd hij priester
gewijd op 10 april 1944. Zijn eremis deed hij te Leest op 16 april datzelfde
jaar.Omdat hij door de oorlogsomstandigheden niet wegkon,
studeerde hij één jaar aan de K.U.Leuven psysische aardrijkskunde van Congo
en tandheelkunde (1945).
Datzelfde jaar scheepte hij op 20 juli 1945 te
Antwerpen in als missionaris naar (B)urindi (vicariaat Nogazi) en kwam er aan
op 31 augustus. Drie maanden leerde hij er Kirundi, de inheemse taal, op de
missiepost Busiga. Dan begon zijn missioneringswerk en zijn werk in de
onderwijssector. Achtereenvolgens verbleef hij te Ruganza, te Kitongo, te
Katara en Musigati.
Omwille van een noodzakelijke heelkundige ingreep na
een voetkwetsuur kwam pater Jef in juni 1953 over naar België. Een jaar later
kon hij terug naar Karusi (Burundi).
Van Karusi werd hij overgeplaatst naar Muhanga (1957).
Hij had er hartklachten maar werd niettemin overste te Chibitoke (1959) wat hem
zeer beviel. Even was hij te Gihanga (januari 1960) en keerde omwille van zijn
hart terug naar België. Toch ging hij opnieuw naar Burundi
en werd schoolaalmoezenier, later diocesaan aalmoezenier te Rugari (1961-68).
Op 1 juni 1968 verliet hij Burundi definitief als
missionaris waar hij zoveel had gerealiseerd in de onderwijssector, de
pastoraal, de catechese en de predikatie. Iedere zondag na de mis was hij er
zelfs gelegenheidstandarts.
Terug in België werd hij godsdienstleraar aan de vrije
technische school te Borgerhout en was één jaar tegelijk zondagsonderpastoor te
Kalfort-Puurs.
Getroffen door een hartinfarct stierf hij toch nog
onverwacht in het Sint-Elisabethziekenhuis te Antwerpen op 9 oktober 1974. Zijn
uitvaart vond plaats te Leest op 14 oktober waar hij ook begraven werd. Daar werd zijn grafsteen (in 2002) verwijderd.
(Wilfried Hellemans,
De Sint-Niklaasparochie in Leest 2009)
Enkele weken geleden heeft een blanke niet ver van
mijn missie Karusi een leeuw geschoten. Die was er met een koe van onder getrokken.
De mensen waren dan de blanke gaan halen die het beest met één kogel
neerschoot. Het wijfje was er niet bij, en heeft dan nog enkele dagen
rondgelopen, en heeft op een tiental kilometer van hier nog een oude vrouw
opgesmuld (Brief vanuit Karusi
1956)
Albert Jozef
Selleslagh was te Leest geboren op 8 mei 1917.
Opgegroeid in een diepkristelijk gezin, leerde hij
van jongsaf de veilige weg gaan, die leiden zou naar het priesterschap. Met
liefde en ontzag was hij opgegaan naar het altaar en werd missionaris in
Burundi, naar de inzichten van zijn goddelijke Meester. Zichzelf vergetend, vol
ijver, tot de laatste dag, in en voor zijn Technische School, voor zijn
parochie Kalfort-Puurs, heeft hij gewoekerd met de talenten, die Ons Heer hem
had gegeven. Ontstellend klonk dan ook voor ons het bericht van zijn overwacht heengaan.
.. (woorden uit zijn gedachtenisprentje)
Fotos :
-Het gezin van Lode Selleslagh-Leonie Verbergt.
Bovenaan als derde van links Pater Jef. Vader Selleslagh speelde 60 jaar lang
tuba en trombone bij de fanfare Arbeid Adelt en leerde aan de jongens uit de
Bist een instrument te bespelen. Hij was ook één van de medestichters van de
Landelijke Gilde te Leest. (LG,blz. 305)
-Uitnodiging bijwoning Eremis.
-Albert Jozef Jef Selleslagh tussen zijnvader Louis Lode en moeder Leonie Verbergt.
(foto : LG blz. 322)
Edward De Maeyer dirigeert de tweede jeugdfanfare in
de geschiedenis van St.-Cecilia. Rechts onderaan ouderdomsdeken Eugeen
Vloeberghen. Voor tuba- of basspelers werden geen leeftijdsgrenzen
toegepast. (Foto : Leest in Feest)
1974 8 juni : Bruegelbal
van de Boerenbond
Waarom
Bruegelbal ? Pieter Bruegel de oude, bijgenaamd Boeren-Bruegel (1525-1569) was
in de eerste plaats de schilder van de boeren in hun dagelijks leven,
zowel in landschappen als in binnenhuizen, het paste
dan ook volledig in het teken van de Boerengilde dat zij hun bal Bruegelbal
zouden noemen.
Waar ? Het Hof ter Halen is nog één van de weinige
boerderijen in Leest dat buiten zijn geschiedenis, welke begint in de 14de
eeuw, nog een groot gedeelte van zijn vroeger
uitzicht wist te behouden.
Hoe Bruegelbal ? Het regende die avond oude wijven
toen we uit de kerk kwamen, onwillekeurig dacht ik aan het feit, dat er die
avond weer veel verliefde paartjes niet achter een boom of muur zouden kunnen
gaan staan. We vertrokken met een ietwat lange lip naar de Elleboogstraat. Tot
onze verbazing zagen we dat de parkeerplaats reeds op een overbevoking wees,
wat werd bevestigd toen we de schuur betraden. Een 700 tellende zotte massa
probeerde zich staande te houden, in een schuur die we tot in onze verste
dromen niet zo hadden kunnen voorstellen. Een maand lang hadden de inrichters
eraan gespendeerd om dit resultaat te bereiken. Het was dan ook geweldig :
muren met gildevlaggen getooid, personeel zo verkleed dat ik veronderstelde dat
ze rechtstreeks van een schilderij waren afgestapt, een balkon dat zeer
geheimzinnig leek, een bedwelmende pensengeur en spieren die pijn deden van het
lachen. Een tombola met echte, wat dacht je wel, natuurprijzen, een gezonde
pint, een gezond lied en bovenal gezonde aanwezigen. Later zou dit
waarschijnlijk veranderen, wanneer de laatsten omstreeks 5 uur afscheid namen
van deze geweldige uitgewerktemanifestatie van echt onnagebootst plezier.
De Boerenbond, Oud K.L.J., K.V.L.V. mogen dan ook fier
zijn op het bekomen resultaat, dat dan toch ook voor een groot deel te danken
is aan de familie Verschueren die zo bereidwillig hun schuur ter beschikking
hebben gesteld. We zouden het zo durven te stellen dat het een morele plicht is
deze ingeslagen weg verder door te trekken. Niets negatief kan er van worden
gezegd, alleen misschien : spijtig dat het niet alle dagen kan.
Verslaggever
ter plaatse.(DB)
De volgende dag diende
Jozef De Smet aangifte in van de diefstal van twintig potten cyclamen en
sensiverias, elk met een waarde van 100 frank. De potten waren voorzien om de
tombola te spekken.
1974 24 juni : KVLV
Reis naar de Vlaamse Ardennen.
1974 1 juli : De
Mechelse vereniging voor archeologie deed opgravingen op de
site van het Norbertinessenklooster
Leliëndaal op de grens met Hombeek-Leest.
Het werd in de 16e eeuw
verwoest door de Geuzen en de ruïne werd
verlaten. (KH)
1974 23 juli : Start
Chiro Bivak te Bocholt.
1974 September :Oprichting jeugdfanfare St.-Cecilia. (foto bovenaan)
Nu de Ceciliafeesten achter de rug waren, ging de
aandacht van het bestuur van de Leestse fanfare opnieuw naar het maken van
muziek door de eigen muzikanten.
Alle bestuursleden hadden ingezien dat de muzikanten
niet mochten in de steek gelaten worden en dat ze meer aandacht verdienden.
In september 1974 werd daarom de jeugdfanfare
St.-Cecilia opgericht, zoals dat twintig jaar tevoren het geval was met Jong
St.-Cecilia. Ook deze tweede jeugdfanfare van St.-Cecilia Leest werd opgericht om
de jongste muzikanten de kans te geven in een samenspeelgroep te musiceren en
om de doorstroming naar de grote fanfare gemakkelijker te laten verlopen.
Edward De Maeyer werd de dirigent van de jeugdfanfare.
Deze groep muzikanten was erg enthousiast en wou er wat van maken. Ook
muzikanten uit de grote fanfare die jonger dan dertig jaar waren, speelden mee
en kwamen naar de repetities. Eugeen Vloeberghen, de oudste fanfaremuzikant met
toen 56 jaar dienst en tubaspeler, was zelfs bereid om mee te doen omdat de zware
instrumenten onvoldoende vertegenwoordigd waren. Door zijn toedoen was er meer
evenwicht tussen de verschillende instrumentengroepen.
Al op zondag 2 november 1974 gaf de jeugdfanfare haar
eerste geslaagd concert op een verbroederingsfeest ingericht in de zaal
St.-Cecilia. (Stan Gobien, Leest
in Feest)
Die eerste jeugdfanfare
werd in 1954 gesticht onder impuls van Rik De Bruyn. Eén der eerste leerlingen
was toen Theo Fierens die al een zestal jaren muziekles had gevolgd en in het
Mechels Stedelijk Conservatorium een eerste prijs had behaald en daarbij de
Stadsmedaille had gewonnen met het Concerto
voor trompet van Haydn. Hij werd muziekleider van Jong St.-Cecilia.
De allereerste
muziek avond van Jong St.-Ceclia was een bijzonder groot succes. Stan Gobien
daarover :
Op deze muziekavond trad Ferdos, een humorist, op om
de pauzes tussen de verscheidene stukjes te vullen. Ferdos was niemand minder
dan fanfaremuzikant Ferdinand Meysmans. Op het programma stond De staking van
de muzikanten. De uitvoering van dit stuk heeft in de daaropvolgende dagen
voor beroering gezorgd. De hele jeugdfanfare begon dit stuk te spelen en één na
één verlieten de muzikanten het podium.
Een aantal mensen dacht dat het om een echte staking
ging, onder andere meester De Leers, het toenmalig schoolhoofd van de
Gemeentelijke Jongensschool. De eerste schooldag na het concert werden alle
muzikanten van Jong St.-Cecilia die naar de gemeenteschool gingen op het matje
geroepen en kregen ze een flinke uitbrander. Volgens het schoolhoofd kon het
niet dat jongen mensen en dan nog wel leerlingen van zijn school in staking
gingen. Het ergste vond hij nog dat dit gebeurde op een openbaar concert voor
de ogen van bijna de hele Leestse bevolking en heel wat belangrijke mensen uit
het omliggende. Het bestuur moest later het schoolhoofd uitleggen dat er in feite
geen staking van Jong St.-Cecilia was geweest
De jongenschiro telde op dit moment
96 en de meisjeschiro 92 leden.
1974 5 mei : Volleybaltornooi
Organisatie : Vevoc en KWB. Met de deelname van Chiro (2
ploegen), Telstar, St.-Cecilia, KLJ, Leefmilieu, KWB en Vevoc.
1974 Zondag 12 mei
: Jimping Chiro Leest
...alles
begon heel vroeg, een voltallig leidingskorps hield zich bezig met in de
buik
van ballonnen gas te pompen, metde
laatste hand te leggen aan de
versiering van de wagens voor de optocht, met alles verder te
organiseren voor
het
verloop van deze zonnige meidag.
Om
kwart over tien vertrokken we dan, al zingend op wagens, fietsen en allerlei
voertuigen, 180 jeugdige zingende harten, die door de straten van
Leest hun
bedoeling en hun liedjes achterlieten.
In
de namiddag werd het dorp hermetisch afgesloten, om alles in gereedheid te
zaklopen, trottinettenslalom ... het hoorde er allemaal bij.
De
Leestse jimpingnamiddag werd besloten met zang en dans.
Om
20 uur bracht een kampvuur de aanwezigen (o.a. chirogroepen uit Hombeek,
Kapelle-o-d-Bos, Battel, Heffen) in de juiste stemming.
Er
werd gezongen, wafels gegeten, wat gedronken en aan volksdans gedaan.
De
Chiro Jimping Leest werd afgesloten met een dank- en slotwoord van onze
pater.
(DB-juni 1974)
1974 16, 17, 18 en
19 mei : Leestse Volksfeesten
Dit jaar zag men van in de verte een reuzentent
opgeslagen in de Dorpstraat, waar andermaal de Leestse Volksfeesten zouden
plaats hebben. Een grote parking was voorzien, waardoor geen
problemen waren gesteld om de wagen kwijt te raken.
Donderdag 16 mei : werden de feestelijkheden ingezet. De
toeloop aan belangstellenden was enorm en wanneer de show met Vader Abraham aan
bod kwam was er geen plaatsje meer vrij en moesten de
helft van wat de tent kon herbergen mt 50% aangevuld worden.
Het hoeft wel niet gezegd dar het optreden van Vader
Abraham een buitengewoon succes kende, onverpoosd klonk zijn stem door de
ruimte, t was een mooie avond.
Vrijdag 17 mei : beoogde men een avond van gezelligheid en
sfeer want wie kwam er ? WILL TURA ! Het zal ons niet kwalijk genomen worden
hopen we toch- de belangstelling was minder dan daags tevoren, en de
ambiance was er niet. Men kon zich niet ontdoen van de indruk dat het optreden
minder geapprecieerd werd.
Zaterdag 18 mei : het Oberberger en BIERFEEST : en of er
gedanst, gezwierd en plezier gemaakt werd ! Buitengewoon ensemble. Bij het sluiten en t naar huis gaan kon men het nog
horen en aanvoelen dat velen de bloemetjes hadden buitengezet ! We zijn er sterk van overtuigd dat de tappers en de
obers die avond niet gauw zullen vergeten.
Zondag 19 mei : laatste dag van deze Volksfeesten met
het optreden van NICK MCKENZIE en eigen orkest. Zeer genietend, afwisselend met gebrachte genres,
zeker geen tegenvaller, en men zou er werkelijk van genoten hebben , ware het
niet dat het lawaai te groot was.
De Voorzitter dankte allen die meegeholpen had met het
voorbereidende werk, eveneens de opgekomen scharen, en kondigde aan dat
volgende week de Ceciliafeesten van start gingen, wat wij ten zeerste
appreciëren.
Deze Leestse Volksfeesten moeten zeker niet onderdoen
voor de vorigen. Het is andermaal een prestatie geweest ! Een paar dagen nadien was er niets meer van te
merken het afbreken was afgelopen en weer tot de volgende maal !
(De Band, Juni 1974)
Ook in 1974 richtte
het bestuur van de Leestse Volksfeesten een reis in. Die ging dit jaar naar
Amsterdam en Volendam. Een honderdtal reislustigen namen deel.
1974 18 tot 26 mei
: Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan en mede door het succes van voorgaande Ceciliafeesten, ging de Leestse
fanfare over tot de inrichting van de 4de Internationale Stapmars- en
Showwedstrijden.
In 1974 stonden de Ceciliafeesten in het teken van
het 75-jarig bestaan van de fanfare. Het hoogtepunt van de viering was de 4de
Internationale Marsen- en Showwedstrijd voor
amateurkorpsen. De belangstelling voor deze wedstrijd
was bijzonder groot. Er waren 117 kandidaat-deelnemers.Nog nooit waren er in Vlaanderen zoveel
inschrijvingen
geweest voor een vrije wedstrijd. Het feestcomité
moest uit dit enorme aantal een keuze maken en wou om organisatorische redenen
eerst niet meer dan 40 verenigingen aanvaarden. Na aandringen van het Ministerie van
Nederlandse Cultuur werd het deelnemersaantal uitgebreid tot 45 groepen.
Op de deelnemerslijst stonden naast Belgische
verenigingen ook Nederlandse en Engelse deelnemers. Buiten wedstrijd traden
daarbij nog eens 16 muziekverenigingen uit het omliggende op.
De Ceciliafeesten 74 vonden plaats in het dorpscentrum,
in het parochiehuis en op de omliggende terreinen.
Op zaterdag 18 mei 1974 overhandigde burgemeester
Lauwers op het gemeentehuis de schaal van de gemeente Leest aan
fanfarevoorzitter Vic Verschueren. Deze schaal zou worden
geschonken aan de show- en drumband met het hoogste
puntentotaal. De burgemeester mocht eveneens de medaille van Z.M. Koning
Boudewijn en de medailles van de Minister van
Nederlandse Cultuur en de Provinciegouverneur
overhandigen. Al deze ereprijzen werden na afloop van de wedstrijd geschonken
aan de deelnemende verenigingen.
Op zondag 29 mei werd een plechtige eucharistieviering
opgedragen in de St.-Niklaaskerk te Leest. Onder een stralend blauwe hemel
stapte de fanfare naar de kerk. Daar werden aan de pastoor twee sierplanten overhandigd
als aandenken aan deze viering. Na de mis was er een receptie in de zaal
St.-Cecilia voor alle muzikanten, oud-muzikanten en ereleden.
Om de vergoedingen aan de deelnemende
muziekverenigingen te kunnen betalen kon de fanfare vooral rekenen op de
subsidies van het Ministerie van Nederlandse Cultuur. Dit was echter helemaal niet voldoende. Daarom werden
in de feesttent twee bal- en showavonden georganiseerd, één met Willy Sommers
en één met Walter Capiau en De Strangers.
Het hoogtepunt lag echter bij de internationale show-
en marsenwedstrijd. Op donderdag 23 mei moest een gedeelte van de showwedstrijd
omwille van een aanhoudend onweer in de feesttent worden gehouden. Op zondag 26 mei was
het terug een stralend weer en toen kon de hele wedstrijd in de openlucht
plaatsvinden.
Bij de show- en drumbands wonnen de Derby Serenaders
uit Derby (GB) voor de Showdrumband Lyra uit Lier. In de lagere afdeling harmonieën won St.-Cecilia uit
Westmalle voor St.-Cecilia Heestert en voor De Werker uit Kapelle-op-den-Bos. In de hogere afdeling ging de overwinning naar
Concordia Tisselt.
De Ceciliafeesten 1974 waren op alle terreinen een
uitzonderlijk succes geweest. Niet minder dan 2.400 muzikanten traden op, er
waren ongeveer 7.000 toeschouwers geweest voor de wedstrijd en de beide bal- en showavonden
hadden nog eens gezorgd voor 2.400 betalende aanwezigen. Met alle
nevenactiviteiten erbij kon de penningmeester een flinke reserve aanleggen voor de volgende internationale
muziekwedstrijd. (Stan Gobien, Leest
in Feest)
Fotos :
-Optocht naar de kerk voor de viering n.a.v. het
75-jarig bestaan van de Kon.Fanf. St.-Cecilia. Op de achtergrond de twee
verdwenen woningen links van het gemeentehuis, rechts van het gemeentehuis de
vroegere gebouwen van de gemeenteschool (foto
: Leest in Feest).
-De Engelse winnaars van de show- en drumbandwedstrijd
: de Derby Serenader Band aan het Brughuis. (Foto : Cesar Apers)
-Emerance Van den Heuvel en Ida Mertens voor de
tapkast in de feesttent op de terreinen achter het parochiehuis.
“Internationale Jongeren Contacten VZW onder bescherming van het Ministerie van Nationale Opvoeding en het Commussariaat-Generaal voor Toerisme
Brussel 21 juni 1976,
Mevrouw de Directrice Vrije Meisjesschool, Dorp 10 2931 Leest. Mevrouw de Directrice,
Dit jaar heeft uw klas deelgenomen aan de wedstrijd ’25 jaar regering van Koning Boudewijn’. Het is ons een groot genoegen u te mogen meedelen dat uw album door de jury werd verkozen. Een aankoopbon voor boeken, ten bedrage van 3.000,-F wordt u aangeboden door het Ministerie van Nationale Opvoeding, het Commissariaat-Generaal voor Toerisme en de Internationale Jongeren Contacten.
Teneinde deze prijs u zo vlug mogelijk te laten geworden, gelieve ons de naam en het adres van de gewenste boekhandel te laten kennen.
Een speciale prijs zal u nog worden toegekend door het Gemeentekrediet van België.
Wij feliciteren u van harte alsook alle leerlingen welke aan dit album hebben meegewerkt en tekenen,
Hoogachtend Voor Inter-J, J.P.Gilson, Directeur.”
“Naar aanleiding van ’s lands feest werd er een wedstrijd ‘internationale ontmoetingen tussen jongeren’ uitgeschreven voor het 6de jaar van het lager onderwijs. De leerlingen van de vrije meisjesschool uit Leest, o.l.v. Mw. Verbruggen-Bradt, wonnen de eerste prijs met geschreven teksten, foto’s, tekeningen en plakwerk over de evolutie van de gemeente sinds 1951. De prijs, uitgereikt door het ministerie van Nationale Opvoeding, was een boekenbon ter waarde van 3.000 fr.”
Victor Van Hoof krijgt felicitaties van burgemeester Lauwers.
1974 11 april
Gazet van Mechelen : Victor Van Hoof 20 jaar veldwachter te Leest.
Te Leest handhaaft Victor Van Hoof reeds 20 jaar orde
en rust. Dat was de aanleiding tot een hulde en een ontvangst door het schepencollege.
Namens het gemeentebestuur
overhandigde burgemeester Lauwers een geschenk.(GvM)
1974 Van zaterdag
13 tot maandag 15 april :Paastornooi
F.C. Telstar
Negen ploegen namen er aan deel. Op
tweede paasdag was er een incident.
De match voor de 6de en 7de
plaats tussen Vevoc (Oud) en B.S.P. kon niet
doorgaan omdat laatstgenoemde ploeg
weigerde te spelen op tweede paasdag.
(een beslissing van het
B.S.P.-bestuur)
1974 Eddy Van
Hoof won de Paaskoers te Leest
bij het gebeuren op de paasdagen hadden we ook te
Leest een paaskoers voor liefhebbers, gebeurtenis die heel wat volk op de been
bracht.
Voor de Leestenaars ging het er vooral om de
plaatselijke renner Eddy Van Hoof aan het werk te zien, want we schreven reeds
vroeger dat er heel wat ongezonde en onrechtvaardige kritiek aan zijn adres was
geweest.
Meestal komt dan de kritiek van mensen die het op en
af gaan, het minder goed draaien van een renner, steeds van tijdelijke of
voorbijgaande aard, niet willen of kunnen begrijpen.
De afstand die tijdens deze paaskoers moest afgelegd
worden bedroeg 120 km, waaraan 44 renners ingeschreven waren en vertrokken.
De afstand werd afgelegd in 2 u 45 met als
eindoverwinnaar Eddy Van Hoof, wat als een klinkend antwoord mag gezien worden
voor de nefaste beoordeling.
Er werd wel eens opgeworpen, dat rond zijn persoon
vanuit de supportersclub te weinig propaganda wordt gedaan en het meer gelijkt
op een familiale aangelegenheid, t.t.z. niet genoeg naar buitenuit te komen.
Deze bewering kunnen we niet controleren, maar het zou
best kunnen dat de bescheidenheid, toch een kenmerk van deze wielrenner,
daarvan de oorzaak zou kunnen zijn.
Wat er ook van is, vertrouwen door deze geleverde
prestatie zal zeker aangescherpt zijn, en we wensen dat deze zege een spoorslag
moge zijn verder de moed en wilskracht op te brengen om nog meer succes te
oogsten.
Proficiat ! Het was een prachtig paasgeschenk !
Wat evenwel een eer is voor onze gemeente, dat Eddy
Van Hoof geselecteerd is geworden deel te nemen aan de VREDESKOERS, die zal
gereden worden van 6 tot 22 mei e.k. en dat iedereen met belangstelling uitziet
naar de prestaties. (DB, mei 1974)
De Vredeskoers was
een wielerkoers die jaarlijks werd verreden in Polen, Tsechoslowakije en Oost-Duitsland.
De wedstrijd werd in 1948 voor het eerst georganiseerd en was tijdens de Koude
Oorlog de oostblok-tegenhanger van de Ronde van Frankrijk.
De wedstrijd, die
traditioneel de drie hoofdsteden Praag, Warchau en Oost-Berlijn aandeed, was de
belangrijkste wedstrijd voor amateurs, voor wie ze alleen toegankelijk was.
Meestal werd ze gewonnen door Oostblokrenners. Marcel Maes was de enige
Belgische winnaar.
De laatste jaren was
de wedstrijd ook voor profs toegankelijk. Bekende winnaars waren Olaf Ludwig,
Uwe Ampler, Jan Svorada, Steffen Wesemann, Jens Voigt en Michele Scarponi.
In 1974 bedroef de
totale afstand van de Vredeskoers 1806 km waarvan 612 km op Pools, 501 km op
Tsjechisch en 693 km op DDR grondgebied. Winnaar dat jaar was Stanizlav Szozda.
1974 15 april
Paasmaandag : VOLKSMARKT
Chiro en Davidsfonds
organiseerden een VOLKSMARKT in en om het parochiehuis op tweede paasdag.
De Brugse
folkloristische groep Cactus gaf demonstraties weven, spinnen en kantklossen.
Verder was er een tentoonstelling met verkoop van allerhande dieren, waaronder
pluimvee. Aan Leestenaars was verzocht omhun dieren tentoon te stellen of een kunstambacht uit te oefenen. De
Chiro richtte bij deze gelegenheid een boem,la,la in, een café met pot en
pint en voornoemde vereniging voorzag s avonds in een T.Dandant met D.J. à
la Breugheliaans.
In De Band van mei 1974 verscheen volgend
verslag :
EEN SUCCES OF EEN SISSER ?
Vanaf het begin leek het ernaar de de dierenmarkt op
een sisser zou uitlopen. Het was een groots opzet met grootse plannen maar te
verwerken met weinige bestuursleden op enkele weken tijd. Het groots opzet buiten de parochiezaal had geen
bijval. De biologische pannenkoeken vielen in t water. De leeuw werd bij de
manen getrokken en vervangen door een ezel, sic. De mannen van de Vogelenmarkt bleven bij hun leest.
Toch werd de Volksmarkt een succes. Ondanks de
broedtijd brachten Wilfried De Bondt en Buelens hun vogels in de zaal. In de
bolieres van de club tierelierden honderden zangers.
Vooral de toekan was een echte blikvanger. Ondanks
zijn ene oog lonkte hij voortdurend naar de duizenden bezoekers.
De groep Tierelantijne nog vlug uit het Mechels
museum gehaald weefde en spinde voor een Leest publiek. Daarbij mogen we de
groep Cactus uit Brugge niet vergeten en de medewerking van verschillende
kunstenaars.
Een groot terrarium van Dirk Dormaels was het
pechmannetje van de zaal. De zachtaardige kameleons werden als duistere
monsters bekeken. Enkele Leestenaars kwamen de bestuursleden aan de mouw
trekken. Dat ze toch aub het deurtje zouden sluiten want dat
anders die menseneters zouden kunnen ontsnappen.
De groep Leefmilieu Leest deed een poging om de
speelruimte in de Kouterwijk aan de mensen voor te stellen. Dat het
gemeentebestuur daar zal op inhaken dat zal Joost weten.
Uit de Kouterwijk kwamen konijnen, guinese biggetjes,
hamsters, duiven, goud- en andere vissen, een rivierkreeft niet uit de Zenne
maar uit een viswinkel.
Davidsfonds dankt voor de medewerking van de Leestenaars,
voor al diegenen die van de Volksmarkt hun tentoonstelling hebben gemaakt.
Het succes was op tweede paasdag voor de beesten !
1974 mei : Mei-Vergadering
KLJ-Meisjes
De mei-vergadering startte onder leiding van het duo
Maria Daelemans en Maria De Prins.
De gevierde van de avond was Maria LEFEVER die in het
huwelijk treedt met Jules Selleslagh.
Dus in de Maria-maand speelden de Marias een grote
rol.
Vooreerst na een welkomswoord van de proost speelde
men een partijtje trefbal. Ook de volksdans kwam aan trek en de traditionele pateekens trokken de snoepers voor
de tafels.Er werd duchtig gezongen,
gans het klj-repertorium kreeg zijn beurt.
Een belangrijk moment was het Lourdes-gedeelte :
herinneringen van de gelukkige winnaars van vorig jaar, zin en betekenis en reglementering.
Verbelen Monique en Verstrepen Christiane werden
uitgeloot. Afschied van Maria Lefever. Veel geluk en zegen !
(De Band, juni 1974)
1974 Mei-Feest
Gepensioneerden
Mei is de maand van het nieuwe leven, de vogeltjes
leggen hun ei, broeden het uit, de bomen staan weer stilaan in volle bladertooi
en het weer zou warmer en warmer moeten worden.
De gepensioneerden voelen ook dat het nieuwe leven in
hen bruist en zij zijn blij dat de koude donkere wintermaanden voorbij zijn. Daarom
vieren wij ieder jaar op hun maandelijkse
bijeenkomsten de komst van de nieuwe zomer.
Dit jaar werd algemeen aanvaard door het bestuur dat
zij gezien de hoge kosten van traiteurs, zij zelf de feestdis zouden klaarmaken
en het werd een smakelijk feest.
Juffrouw De Brouwer kwam de gepensioneerden uitleg verschaffen
over de diensten die ter hunner beschiiking staan :
Dienst voor bejaardenzorg
Al wie gepensioneerd is en zijn dagelijks werk wegens
ziekte of een andere handicap niet kan doen, kan er van genieten. Zo is het goed iemand te vragen in geval van griep om
een handje te komen toesteken, want griep kan bij oudere mensen reeds een lange
herstelperiode vergen.
Natuurlijk kan men niet voor altijd rekenen op de hulp
van deze dienst, eens de zieke hersteld moet de bejaarde weer zelf aan de slag
gaan.
Wat mogen de bejaarden ? De bejaardenhelpsters
commanderen ?
Soms wordt ten onrecht gezegd : zij mogen niet kuisen,
niet wassen Al wat een bejaarde doet in de loop van een week mag door de
bejaardenhelpster gedaan worden : kuisen, koken, boodschappen doen, klederen
herstellen, een wekelijks wasje doen.
Natuurlijk dienen de bejaardenhelpsters niet om de
grote kuis te doen.
Wie zal hen betalen ?
De dienst van de bejaardenhelpsters wordt
gesubsidieerd door het Ministerie van Volksgezondheid, een gedeelte door de
gemeente en ook de mutualiteit komt tussen en ten slotte zal ook de betrokkene
een geringe bijdrage leveren al naargelang de grootte van het pensioen. (ongeveer 12 frank per
uur).
Hoeveel bejaardenhelpsters staan er gereed ?
Voor de stad Mechelen en omstreken, waaronder ook
Leest, zijn er 32 bejaardenhelpsters ter beschikking. Deze krijgen een flinke
vorming gedurende enkele maanden, krijgen kennis over hygiëne van de bejaarden,
de psychologie van de oudere mensen, de wetgeving in verband met ouderdomsproblemen enz.
Daarbij moeten zij 400 uren stage doen in bejaardentehuizen. Gezien het gering
aantal bejaardenhelpsters en de grote vraag naar huishoudelijke hulp voor
sukkelachtige oudjes zou het niet slecht zijn dat er in iedere gemeente enkele kuisvrouwen zouden
ter beschikking staan van de oudjes van de gemeente die voorlopig zich alleen
niet kunnen verhelpen.
Wit-Geel Kruis
Al wie lid is van de kristelijke mutualiteit is tevens
lid van het Wit-Geel kruis en kan van deze dienst genieten. Wanneer een zieke
gedurende een tijd verpleegd werd na een operatie in een kliniek dan kan hij
beter en vlugger opknappen in zijn eigen vertrouwde omgeving thuis. Daar mag hij eten als hij honger
voelt, zelfs op tijden buiten de maaltijden, daar kan hij eens klagen en zijn
hart uitstorten, daar is zij of hij niet langer bij vreemden. Maar dikwijls zal medische hulp nog wel vereist zijn
voor injecties, om wonden te verbinden, om zich te laten wassen. Wie geen lid
is van de kristelijke mutualiteit kan toch lid worden van het Wit-Geel kruis
mits betaling van een gering bedrag per jaar.
Solival
Heel wat zieken en oudere mensen missen de nodige
instrumenten om zich te behelpen zoals bv een ziekenbed, een speciale
toilet-emmer, eettafeltje, rolstoel, kaartenstandje, enz.. Solival beschikt
over 300 verschillende hulpmiddelen en leent deze gratis uit. Waarom sukkelen of dure toestellen aanschaffen bij de
verzorging van de zieken als u ze gratis kunt lenen.
Ook Senator Stan De Clercq kwam de gepensioneerden van
Leest begroeten en sprak over het levensminimum ten bedrage van 100.000 fr voor
een gezin en 80.000 voor alleenstaanden. Dit inkomen zou onbelast worden.
Een goede opmerking van juffrouw De Brouwer : met al
deze diensten voor bejaarden mogen wij de liefdevolle toewijding van de
kinderen voor hun ouders niet wegschakelen.
Er bestaat een wet dat de ouders verplicht zijn om
voor hun kinderen te zorgen; wanneer gaat men een wet stemmen die de kinderen
verplicht vol toewijding en dankbaarheid te zorgen voor hun bejaarde ouders ? (De Band, juni 1974)