Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    31-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – Zondag 11 april : Huldeconcert Rik De Bruyn

    “De Kon. Fanf. St.-Cecilia organiseerde haar jaarlijks muziekconcert. Het zou tevens een huldeconcert worden ter ere van RIK DE BRUYN, 40 jaar dirigent en hulpdirigent.

    Reeds om 19u15 was in de zaal geen enkele zitplaats meer vrij. Van overal bleven de muziekliefhebbers toestromen, zodanig zelfs dat ruim 100 mensen onverrichter zake moesten terugkeren omdat ze doodgewoon niet meer in de zaal binnen konden.

    Om 19u30 werd het concert ingezet. Eerst kwam de fanfare aan bod met uiterst geslaagde uitvoeringen. Daarna begeleide het korps het zangkoor in de ‘Postkoets’. Vlak voor de pauze bracht de jeugdfanfare, die nog geen jaar oud is, nog een paar geslaagde werken.

    Na de pauze speelde de fanfare o.m. ‘Suite’ van J. Segers en begeleidde het zangkoor in de ‘Lustige Weduwe’ van F. Lehar. Het jeugdkorps kwam dan nogmaals aan de beurt.

    Toen het concert op zijn einde liep, werden volgende verdienstelijke mensen in de bloemetjes gezet : Marleen Lauwers voor de presentatie, Rik Lauwens, de leider van het zangkoor en Eduard De Maeyer, de dirigent van de jeugdfanfare.

    Karel De Muyer uit Battel ontving een tinnen schotel omdat hij sedert de 2de wereldoorlog geen enkel muziekconcert te Leest miste. Hij dankte daarop de vereniging, sprak lovende woorden over de dirigent en zei nog het volgende : ‘Leest wordt binnenkort bij Mechelen gevoegd. Misschien bent u  voor of tegen. Een ding staat echter vast : Mechelen krijgt er in ieder geval een goede fanfare erbij !’

    Daarna werd RIK DE BRUYN, de dirigent van de fanfare, gehuldigd door de vereniging zelf om o.m. zijn 40  jaren leiding, het opleiden van jonge muzikanten (ongeveer 300 leerlingen) en de goede geest die hij er steeds wist in te brengen. Het zangkoor en de beide muziekverenigingen uit Tisselt bleven ook niet ten achter. Van de aanwezige toehoorders kreeg hij een daverend applaus en van de muzikanten een daverende ovatie.

    Met de pittige mars ‘Engeland-Vaarders’ van W. Schild werd het concert besloten. Iedereen was tevreden en kon blij en opgewekt naar huis terug.

    Na een periode van moeilijkheden gaat het terug opperbest met de Kon.Fanf. St.-Cecilia. Dit biedt dan weer gunstige perspectieven voor de toekomst. Iedereen kan er gerust over zijn : de Leestse fanfare zal nog lange tijd blijven bestaan !” (DB, mei 1976)

     

    Het jaarlijks concert

    “Het eerste muziekconcert van de fanfare vond plaats in 1945. Tot in ’57 gaf St.-Cecilia haar jaarlijks muziekconcert in de maand februari. Vanaf 1958 kreeg het een vaste plaats op de kalender en werd het georganiseerd op Palmzondag. In februari was het te dikwijls slecht weer, in buurgemeenten werd door bevriende verenigingen op dezelfde dag een concert gegeven en er waren heel wat jonge muzikanten die zich moesten voorbereiden op de examens op school. Door het concert te verplaatsen naar de zondag voor Pasen werden een aantal van deze minder gunstige factoren vermeden. Het Palmzondagconcert wordt beschouwd als de plaatselijke muzikale hoogdag voor de fanfare.

    Vroeger werd deze concertuitvoering voorbereid tijdens de wintermaanden, dit wil zeggen vanaf het ledenfeest in november. Gewoonlijk waren er toen in de wintermaanden niet zoveel festiviteiten en dan kon er rustig maar doelgericht gewerkt worden aan een nieuw programma. In de huidige tijd wordt er niet meer zoveel energie in dat concert geïnvesteerd omdat de uitvoeringen meer gespreid zijn over het hele jaar.

    Het Palmzondagconcert heeft wortels in de vooroorlogse periode. Toen was het een namiddag-, avond- en nachtvullend programma. Het concert begon in die tijd omstreeks 16 u. en er werd afwisselend toneel en muziek gespeeld. Er was een grote pauze omstreeks 19 u. die moest toelaten aan de landbouwers-muzikanten om hun koeien te gaan melken. Een goed uur later werd het programma voortgezet en toen iedereen zijn nummer had ten beste gegeven, volgde als slot een volksbal met een orkest dat werd samengesteld uit muzikanten die het concert hadden gespeeld.

    Na de tweede wereldoorlog werd het programma ingekort. Het volksbal werd naar een andere dag verplaatst. Toneel spelen was er niet meer bij. En toch oordeelden de mensen dat muziek alleen niet genoeg was. Daarom werd op de jaarlijkse muziekconcerten in die tijd een conferencier ingehuurd. Het was een humorist die tussen de muziekstukken door wat grappen vertelde en die het volk probeerde te amuseren. Het blijkt nu dat de fanfare destijds ook al eens een verkeerde keuze maakte en dat sommige humoristen  na hun optreden werden betiteld als ‘flauwe plezanten’.Toch hebben min of meer bekende namen hun medewerking verleend aan het Palmzondagconcert. Ze noemden zich radio-vedetten omdat ze in een of andere bonte avond op een gewestelijke zender ooit een mopje hadden mogen tappen. Vooraan in de jaren zestig waren het zelfs tv-vedetten… Zo traden Jos Kiebooms, Jan en Jean, Kees Brug en Theo Van den Bosch op. Zij hadden succes en daarom zijn ze nog niet vergeten. Ferdos, alias muzikant Ferdinand Meysmans (de ‘Ferre’), was zo iemand. Ferdos kon zijn grappen en moppen beter aanpassen aan de plaatselijke situatie en durfde ook al eens op een prettige manier bestuursleden een veeg uit de pan geven. Maar het bleef beschaafd en het was niet kwetsend zodat de geviseerden er zelf mee konden lachen. In die tijd werd het concert altijd afgesloten met het Vaderlands Lied.

    Later werden geen conferenciers meer ingehuurd. Tot ongeveer 1975 zorgde de fanfare in samenwerking met het zangkoor dikwijls zelf voor een plezante noot door een of ander komisch optreden op het programma te plaatsen.

    Vanaf 1975 was het helemaal gedaan met de komische optredens op het Palmzondagconcert en was het uitsluitend muziek die de boventoon voerde.

    De programma’s ondergingen door de jaren heen grondige wijzigingen. In de jaren vijftig tot zeventig stonden er op het programma doorgaans vier marsen. Elk deel werd met een mars begonnen en geëindigd. Daartussen stonden dan de grote stukken waaraan de muzikanten tijdens de wintermaanden hadden gezwoegd. Het waren echte kleppers : ‘Epaminondas’ van G. De Roeck, ‘De Slag van Waterloo’ van Kessels, ‘1812’, ‘de Slavische Mars’  of ‘Italiaans Capriccio’ van Tsjaikofski, ‘Dichter en Boer’ of ‘Lichte Ruiterij’ van Frans von Suppé, ‘Richard III’ of de ‘Terugkeer naar het Vaderland’ van P. Gilson, ‘Symfonisch Gedicht’ van M. Poot, ‘Moskwa’ van Pieter Leemans. ‘De stelende Ekster’ of de ‘Barbier van Sevilla’ van Rossini…Zelfs de meest onmuzikale mensen konden van deze uitvoeringen genieten indien er vooraf een waarschijnlijk verzonnen verhaal aan verbonden werd.

    Concoursstukken maakten het programma toen extra zwaar. Dit trok vrij veel toehoorders uit andere verenigingen. Zij wilden nagaan of de Leestse Cecilianen dat wel aankonden en misschien ‘vielen ze er wel door’.

    Het gevolg was dat muziekverenigingen tegen elkaar op werkten. ‘Wat die kunnen, dat kunnen wij ook’, was het motto. De muzikanten deden voorstellen aan de dirigent om moeilijke stukken aan te pakken.

    Op een slimme manier werd het programma samengesteld. In het eerste gedeelte werd de zware en ernstige muziek gestopt. Er werd verondersteld dat de muzikanten tijdens het eerste gedeelte nog goed fris zaten en over al hun krachten beschikten om het labeur naar behoren aan te kunnen. Tijdens de pauze kregen ze al commentaar van hun collega-muzikanten uit andere verenigingen, de ene keer al positiever dan de andere keer. Het tweede gedeelte zat vol met korte en ontspannende stukjes of met solo-optredens. Zo bleven de toehoorders langer luisteren en het vergde van hen geen enorme inspanningen net als van de muzikanten. De meeste luisteraars gingen toen met een of ander deuntje neuriënd naar huis. Als dat het resultaat was van de muziekavond, dan was die gelukt…

    De laatste vijfentwintig jaar werd er een meer gevarieerd programma samengesteld. Alle genres komen nu aan de orde. Er wordt een overwicht aan brassbandmuziek gespeeld en toch blijven de Vlaamse componisten niet in de kou staan.

    Omstreeks 1955 was het op muzikaal gebied gedaan met de schlagers, de meezingers en –stampers. De rock ’n roll deed zijn intrede. Later werd er soulmuziek losgelaten op de jeugd. De bestuurders zagen de toekomst van hun fanfares en harmonieën bedreigd want ze hadden schrik dat de jongeren voor gitaarmuziek zouden kiezen.

    In 1962 doet fanfaresecretaris August Lauwers op het Palmzondagconcert  een emotionele oproep om deze ‘muziekverloedering’ te lijf te gaan. Hij zei het volgende : ‘Ik wil hier vandaag een dringende oproep doen op allen om eendrachtig samen te werken, met onze eigen parochiale verenigingen enerzijds, met de besturen van naburige en verder afgelegen muziekverenigingen anderzijds, hand in hand, om tegenbezoeken af te leggen ten einde de volksmuziek en andere culturele organisaties de wellicht verloren standing te doen herwinnen. Vergeet niet dat de muziek, ’t zij fanfare of harmonie of koorzang, de zeden verzacht, daar waar in onze moderne samenleving muziek wordt uitgevoerd en beluisterd omwille van de zo prikkelende en verwilderde inhoud. Ik dring er op aan, opdat de ouders die hier vandaag aanwezig zijn hun kinderen zouden laten muziek leren. Ik kan u verzekeren dat zij door het bijwonen van de herhalingen en de uitvoeringen een zeer degelijke opvoeding zullen genieten. Daar waar velen onzer jongens een andere richting uitgaan, zelfs totaal verloren lopen, kunnen wij door samenwerking en door het beoefenen van echte en goede muziek veel redden.’

    Ofwel hebben de woorden van de toenmalige secretaris succes gehad en heeft de fanfaremuziek niet ingeboet ten opzichte van vroeger ofwel is er zodanig eendrachtig en hard gewerkt dat de volkscultuur haar toen verloren standing heeft weten te herwinnen. Misschien heeft de rock ’n roll niet die verwachte negatieve gevolgen gehad. Maar het kan ook dat de Leestse ouders toen hebben ingezien dat ze er goed aan deden en doen niet alleen hun jongens naar de fanfare te sturen, maar later ook zelfs hun meisjes…”

    (Stan Gobien, ‘Leest in Feest’)

     

    Dat jaar verscheen er ook een interview met Rik De Bruyn (zie ook 1938 en 1963) in De Band, ditmaal met de focus op zijn artistieke kwaliteiten als houtsnijder : “De Band interviewt Rik van ’t Kot”

    Louis XVI stoeltjes, kasten, tafeltjes, Sofas of staande klokken zouden er niet zo degelijk mooi uitzien zonder hun komische gedraaide pootjes. Beelden, schoteltjes, pijperekjes, steeds is de houtsnijder erbij betrokken als een gewaardeerd vakman en zonder hem zou het er niet zo waardevol uitzien.

    Leest heeft zo’n houtsnijder : Rik De Bruyn. Z’n vader was chef van ’t Leests stationneke. In 1909 werd Rik geboren in ‘Ruthuisje (’t Kot), vandaar : Rik van ’t Kot.

    Rik heeft zijn atelier in de Dorpstraat. Hij weet hoe hij de beitel moet houden om ’t hout te snijden en hij heeft het in z’n vingers om een welving of een inkeping een vloeiende lijn te geven. Ge moet zeker eens naar de stukken gaan kijken bij m’n dochter, zegt hij, daar staat alles wat ik gemaakt heb. Dat zijn mijn schoonste werken, neemt daar maar eens een fotootje van.

    -Hoe ben je aan dit vak begonnen ?

    -Al op 14-jarige leeftijd ging ik naar d’academie. Samen met meester Meyers volgde ik de avondlessen. Ik had het voor ’t beeldhouwen. Zoals elke jongen in mijn tijd begon ik als leerling-houtsnijder bij ‘Stevens’ in de Consciencestraat. Na 14 jaar joegen de vliegende bommen me uit dit atelier. Ik kwam dan bij Van Linthoudt in dienst, daar ben ik 22 jaar meestergast gebleven. Daarna werkte ik nog ongeveer 10 jaar bij Jacobs in de Scheerstraat voor ik op m’n eigen begon.

    -Wat beeldhouw je zoal ?

    Alles wat mooi is, bedden, zuilen, tafels, noem maar op. Gelijk wat en alles met evenveel plezier, want ik moet geen hele reeksen van hetzelfde maken. Kijk dit is ’De Wijsheid’ ruw gebeiteld, het beeld moet nu afgewerkt worden. Laatst was ik op een begrafenis en in de kerk boven het hoofdaltaar prijkte een grote adelaar. Verdomme dacht ik, da’s schoon, dieje moet ik onthouden. Thuisgekomen tekende ik hem onmiddellijk na. Nu pronkt hij boven mijn staande klok, één van m’n laatste kunstwerken.

    -En de klanten zijn die er ?

    Er zijn er te veel. Ze vergeten dat ik voor m’n plezier werk en als tijdverdrijf. Ik heb tijd want ik ben op pensioen. Als iemand aan mijn huis komt en zegt : da vind ik mooi, maak dat ook eens voor mij, dan zeg ik : ge moet kunnen wachten ! Ik maak er geen handel van. De schoonste stukken staan in het huis van mijn dochter.

    -Kan alle hout voor houtsnijden gebruikt worden ?

    Zeker, maar ik gebruik meestal oude eik. Ik weet hoe ik eraan kan geraken. De mensen kennen mij. Eik is wel moeilijk te bewerken. Linde is zachter en beter geschikt voor heel fijn werk. Op zekere dag kwam P. Verbeeck hier aan met een eiken balk en zei : ‘met dat stuk eik daar kun je wel iets mee maken. Da stuk stutte de wip aan ’t wiphuis en ’t zat wel 100 jaar in de grond. Ik kon er alleen een grote zuil van maken met druivenrankenmotief. Dien zuil is pikzwart uitgeslagen, schoon om te zien.

    -Hoe ga je eigenlijk te werk ?

    Ik doe het al zolang, dat ik er niet meer bij stilsta. Kijk, de oude eik krijg ik meestal in rechthoekige stukken. Op ’t balkje teken ik de figuur uit. Dan laat ik dat ruim uitzagen, en dan begint het brutte werk van vormen en plooien , het ruwe kap- en beitelwerk. Daarna kan ik de definitieve vorm uitsteken, met verschillende ronde en platte beitels in alle maten. Daarna alleen nog maar even met schuurpapier erover, en het is klaar.

    De kleine motieven moeten ruw en wild blijven, dat is juist het mooie van handwerk.

    -Welke stijl heeft jouw voorkeur ?

    Ik heb geen voorkeur voor stijlen. Ik werk wel veel met Louis XIV. M’n beelden zijn voor Renaissance.

    -Wat doet dat muziekinstrument in uw atelier, Rik ?

    Ik ben lid van de Koninklijke Fanfare ‘St.-Cecilia’. Ik ben al 57 jaar muziekmaker. Dit jaar ben ik 25 jaar muziekmeester. In september geef ik de pijp aan Maarten. Jammer, maar ik ben te oud en ik wil mijn plaats afstaan aan de jonge muzikanten.

    Muziek maken, houtsnijden en er tussendoor op uittrekken met de fiets dat zal ik blijven doen, daar kan ik niet zonder.”  

                 

    Twee maal Rik De Bruyn, tekeningen van Georges Herregods.





    31-07-2012 om 09:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 12 februari – Klein Brabant – Vaartland :

                Voetbal ten voordele van sportverenigingen Ruisbroek en Walem

                “Het bestuur van Heindonk, Heffen, Leest (VV) en Hombeek hebben de handen

                in elkaar geslagen en zondag twee voetbalpartijen laten betwisten ten voordele

                van de getroffen voetbalclubs Ruisbroek en Walem.

                De twee wedstrijden werden door een groot aantal toeschouwers bijgewoond :

                er was iets anders te zien dan anders.”

     

    1976 – 13 februari : Gezinswerking

                Een 25 tal aanwezigen waren komen opdagen op dit initiatief van de KVLV en de

                Landelijke Gilde.

                Onderwerpen : lang haar of niet, meisjes moeten rokken dragen en geen broeken,

                om hoe laat moet mijn kind thuiskomen, roken toelaten of niet, naar de mis gaan

                of niet... (DB, maart 1976)

     

    1976 – 28 februari : Dropping chiro

                18 kerels vertrokken met auto’s naar een onbekende bestemming.

                Op een 10-tal km van het uiteindelijke doel (de Chiro-meisjeslokalen te

                Buggenhout Briel) werden ze rond half tien ’s avonds gedropt.

                De eersten kwamen toe om half twaalf, de laatsten om half twee.

     

    1976 – 6 maart : Bezoek aan Psychiatrische Instelling te Lede

                Op initiatief van de chiro en het oudercomité werd een bezoek georganiseerd

                naar een instelling voor geesteszieken te Lede nabij Gent en toebehorend aan

                de Congregatie van de Zusters Marikollen.

                30 Leestenaars werden hartelijk ontvangen en rondgeleid door de zuster

                directrice.

                Na de rondleiding en een vieruurtje droeg de pater een mis op in de kapel van de

                instelling.

     

    1976 – Zondag 7 maart : KVLV-Vergadering

                met spreekbeurt door Mevrouw Van Beersel over “Zin in het materiële en

                streven naar geluk”.

                Dit jaar zal de 50ste Lourdesbedevaart van Leest plaats hebben. De gelukkige

                winnaars : de dames Teughels en Van Aken. (plaatsvervangster was Mevr. Verbruggen)

     

    1976 – Vrijdag 19 maart : Filmavond Landelijke Verenigingen

                In de Parochiezaal werd om 19u30 “El Cid” gedraaid met in de hoofdrollen

                Sofia Loren en Charlton Heston. Het betrof een initiatief van de Leestse Landelijke
                Verenigingen.

                Inkom : 40 frank.

     

    1976 – april : Nieuwe lokaalhouders voor St.-Cecilia

    Na het overlijden van Jeanne De Bruyn (°Bornem 29/09/1906, +Bonheiden 23/04/1976) werden haar zoon Pol Huybrechts en schoondochter Maria Buggenhout lokaalhouders.

    Tot dan toe hadden ze hun hele leven al geholpen in de zaak en wisten ze hoe zwaar het was om van ’s voormiddags tot ’s nachts, soms tot het bijna terug dag was, ter beschikking te staan van iedereen en nog wat.

    Nu alles op hun schouders viel, besloten ze te zoeken naar iemand die de zaak wou overnemen, echter in het belang van de fanfare. In augustus 1976 was het zover. 

    De nieuwe lokaalhouders werden Emiel ‘Mille’ Van Steen en Marcella De Jonghe.

    Mille Van Steen was te Leest geboren in 1933. Hij ging er altijd prat op dat hij geen Ceciliabloed in zijn aderen had stromen, maar bloed van ‘Arbeid Adelt’ van de Sussen. Sommige Blekken namen daar aanstoot aan, maar voor de meesten was toen al de dorpspolitiek afgelopen. Leest werd gefusioneerd met Mechelen een paar maanden nadat de nieuwe lokaalhouders hun intrede deden. Mille en Marcella hebben zich trouwens altijd ingezet opdat de fanfare het goed zou hebben in het lokaal.

    Ze hebben er de goede tijden nog meegemaakt toen het dikwijls feest was in Leest. Na de deelname van de fanfare aan een muziekwedstrijd werd er uitbundig gevierd in het fanfarelokaal.

    (Stan Gobien ‘Leest in Feest’)

     

    Foto’s :

    -Benefietmatchen op VV Leest. De thuisploeg versloeg SK Heffen met 3-2.

    -Maria ‘van Pol van Sooike’ Buggenhout.

    -Marcella ‘van Mille van Steen’ De Jonghe.

     







    30-07-2012 om 17:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – GEWESTPLAN

     

    “Ten behoeve van de inwoners werd het definitief goedgekeurde Gewestplan ter inzage gelegd ten gemeentehuize. Het beantwoordt de behandelde punten tijdens de gemeenteraadszitting van 16 december 1974, die we ten documentaire titel willen mededelen. Ten einde evenwel te voorkomen dat klaarheid zou te wensen over laten, geven we eerst de punten besproken in de bedoelde gemeenteraadzitting en daaronder  de beslissing van de Overheid, vervat in het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 september 1976, numer 189.

     

    Gemeenteraadszitting                                                                                            

    Punt 1 : dat de woonzone met landelijk karakter wordt doorgetrokken   over gans de Juniorslaan (tot begin Kl.Heide en O.Tisseltbaan).                          

    Staatsblad : Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen. Gunstig advies echter om de kleine open ruimten op te vullen en het woongebied aan de zuidzijde te begrenzen met de Aabeek.

     

    Punt 2 : de woonzone met landelijk karakter uitbreiden aan beide zijden Blaasveldstraat tot begin grondgebied Heffen.           

    Ongunstig advies. De verspreide bebouwing zou toenemen. Niettemin gunstig advies voor de kleine open ruimte aan de oostzijde

     

    Punt 3 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, hoek Bist, richting Hombeek uitbreiden tot de spoorweg.

    Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen.          

     

    Punt 4 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, Oxdonkstraat Kapelle-o-d-Bos.

    Ongunstig advies. De verspreide bebouwing zou toenemen.

     

    Punt 5 : de woonzone met landelijk karakter aan Tisseltbaan uitbreiden tot Rennekouter.

    Ongunstig advies.

     

    Punt 6 : dat de woningzone achter de bestaande Kouterwijk, Kerkenblokweg zou verminderd worden en slechts zou behouden blijven, wat het hogerliggend gedeelte betreft, terwijl het laagliggend gedeelte  dat tot de Zennevallei behoort zou opgenomen worden in groenzone en beschermd landschap.

    Dit voorstel wordt met 5 stemmen voor en tegen aanvaard. Het voorstel van de minderheid, houdende volledige opname van deze  zone als beschermd landschap en supprimatie van de voorziene woonzone wordt met 5 stemmen tegen en 4 voor verworpen.

    Gunstig advies voor het voorstel van de minderheid indien de gronden niet verkaveld of aangekocht werden door de M.M.H.

    Indien dit laatste het geval is wordt het voorstel van de meerderheid bijgetreden. Het laaggedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.

     

    Punt 7 : dat het beboste gedeelte Kouter (Prinsenlaan richting Hombeek) zou worden opgenomen in groenzone en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter, tot grens Hombeek, alsook overgebleven gedeelte links.

    Ongunstig advies, met dien verstande dat de tekenfout verbeterd wordt namelijk het woongebied ten oosten van de Kouter moet westelijk gesitueerd worden. De gronden ten oosten van de baan dienen als landschappelijk waardevol bosgebied aangeduid  te worden in aansluiting met Hombeek.

     

    Punt 8 : dat het laagliggend gedeelte Mechelbaan in groen zone zou worden opgenomen en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter.

    Gunstig advies. Het laaggelegen gedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.

     

    Punt 9 : dat de vallei van de Zenne en Molenbeek, wat de laagliggende gedeelten betreft in groenzone of beschermd landschap zou worden opgenomen, evenals Dorpenpoelvelden.

    Gunstig advies met dien verstande dat de bestaande bossen aangeduid worden als landschappelijk waardevol bosgebied. De vallei van de Molenbeek ten noorden van de Juniorslaan aanduiden als landschappelijk waardevol natuurgebied.

     

    Punt 10 : de Elleboogstraat aan beide zijden in woonzone met landelijk karakter op te nemen.

    Ongunstig advies om gans de straat op te nemen. Gunstig advies om de goedgekeurde verkaveling en de kleine open ruimte aan de noordzijde op te nemen en eveneens gunstig advies om de kleine open ruimte aan de zuidzijde aan te duiden.

     

    Punt 11 : dat de opvullingszone behouden blijft en eveneens van toepassing zal zijn, zelfs tussen bestaande landbouwbedrijven en aan iedere verharde en uitgeruste weg.

    Gunstig advies met dien verstande dat artikel 23 van het K.B. van 28 december 1972 behouden blijft.

     

    Punt 12 : dat men een ambachtelijke zone van ongeveer 10 Ha zou voorzien worden op een nader te bepalen plaats door de hogere voogdijoverheid.

    Ongunstig advies. In de omgeving zijn voldoende nijverheidsgebieden, geschikt voor K.M.O., aangegeven.” (DB 1976, enkel jaartal gekend)      

     

    1976 – 22 januari : ‘Rust Roest’ bracht ‘Bemoeial’. (Jacc Popplewell)

     

    “Zondag 22 januari speelde de plaatselijke toneelkring ‘Rust Roest’ zijn jaarlijks toneelstuk. De parochiezaal zat barstensvol Leestenaren die een avondje uit in eigen gemeenten niet miskenden.

    Deze keer hadden de Rust-Roesters een blijspel gekozen. (Als reactie op die kritiek in de Band). De komische thriller speelde zich af in het privé-kantoor van Mr Marshall, hoofd van een onderneming.

    Het meubilair was sober zoals dat hoort in een kantoor. De muren waren in ’n pasteltint en de deuren waren lichtblauw. Rechts had men duidelijk een lege hoek gevuld door er ‘nooduitgangsdeur’ op de wand te schilderen.

    Voor de mensen die het stuk niet gezien hebben, even kort resumeren : er is een moord gepleegd in het gebouw waar Mr Marshall’s kantoor zich bevindt. De werkvrouw, Mrs Piper, ontdekt het lijk, maar vergist zich en even later komt de dode weer tot leven. Later blijkt er dan wel iemand vermoord te zijn, maar de vraag naar de dader blijft open tot het laatste moment. Het spannende stuk is verwerkt met heerlijke gags en komische situaties.

    De verjongde ploeg, onder leiding van Guido Hellemans die zijn vader opvolgde als regisseur, deed haar uiterste best om het stuk tot een goed einde te brengen wat niet altijd van beroepsacteurs kan gezegd worden.

    De ervaring die Renild Polfliet als Mrs Piper de werkvrouw, Guy Mollemans als Mr Marshall, Pierre De Wit als rechercheur en Ferdinand Van der Hasselt als commissaris reeds hadden was duidelijk hoorbaar. De nieuwelingen Monique Verschueren (18), Marleen Lauwers, Wim Baarenk en Imelda Van der Hasselt moesten niet voor hen onderdoen. Zij beloven veel voor de toekomst van onze Leestse Toneelvereniging.

    M.V.” (De Band, februari 1976)

     

    1976 – 31 januari : Ledenfeest Vevoc

    Het jaarlijks teerfeest was ditmaal in Far-West-stijl. Er werd om 20u15 gestart met een mis in de kerk speciaal voor Vevoc en om 21 uur werd iedereen verwacht in de Parochiezaal in Far-West-klederdracht.

    Op het menu : steak met peper- of provinciale saus met frites, speciaal rijstdessert met krieken en vervolgens voor iedereen nog kip met currysaus of salede + boerenbroden.

    Prijs : 200 fr. per persoon.

     

    1976 – 6 februari : Start Vevoc Danscursus : de cursus bestond uit 6 lessen.           

    30-07-2012 om 08:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 25 jaar Leest

    De leerlingen van het zesde jaar van de  meisjesschool van Leest deden voor aanvang van de grote vacantie mee aan een prijskamp die door het Ministerie was uitgeschreven. Het kwam er op neer, in samenwerking met heel de klas, een studie te maken over de evolutie van hun dorp de laatste 25 jaar. De meisjes van Leest stuurden hun gemeenschappelijk werk over Leest binnen en behaalden met glans de eerste prijs.

    Dit gezamenlijk werk verscheen in december in De Band.

     

     Inleiding

    Leest is een dorpje in de provincie Antwerpen, nabij de stad Mechelen. Met zijn 931 ha. oppervlakte en een goede 2000 inwoners heeft Leest het uitzicht van een typische plattelandsgemeente. De rivier, de Zenne, zorgt langsheen haar loop voor mooie natuurplekjes. Buiten het kasteel ‘de Mot’ heeft Leest een stemmige kerk uit de 18e eeuw met Romaanse sporen in de toren en in het koor. Hier en daar zijn nog een paar oude boerderijen.  Zoals gelukkige mensen heeft Leest geen geschiedenis. Alles verloopt er zo rustig dat ons dorpje nooit in het T.V.-nieuws komt en ook bijna nooit een krantenkop haalt. Toch mag men hieruit niet afleiden dat de tijd  in Leest stilstaat. Wanneer men na 25 jaar opnieuw in ons dorp zou terugkeren zou men er wel wat veranderd vinden. Maar daarover meer op volgende bladzijden.

     

    Wijziging in het uitzicht

    Natuurlijk ziet ons dorp er niet meer uit zoals 25 jaar geleden. Jaren lang keek slechts de toren van onze dorpskerk uit over het rustige vlakke landschap. In 1964 echter werd aan de Juniorslaan door de P.I.D.P.A. een 44 meter hoge watertoren opgericht. Die zal een zeer belangrijke rol spelen in de waterbedeling van Leest en de omliggende gemeenten. Hoewel er hier en daar nog een waterpomp staat, (meestal is het dan toch een elektrische) zijn toch praktisch alle inwoners van ons dorp aangesloten op het drinkwaternet.

    In de Kouter werd door een dankbare inwoner een Lourdesgrot opgericht in 1961. Aan het kruispunt van Tiendeschuurstraat, Elleboogstraat en Winkelstraat wijdde Monseigneur Suenens in 1955 een Maria-kapel in onder massale belangstelling.
    Niet alleen de devotie maar ook de nood aan gezonde en goedkope woningen veranderde Leest. In 1967-68 verrees in de Kouter een nieuwe wijk van 34 mooie, moderne woningen.

    Later in 1974 zal deze wijk nog uitgebreid worden met 18 woningen. Terwijl tot dan toe Leest hoofdzakelijk bewoond werd door Leestse afstammelingen kwamen er nu een heleboel inwijkelingen.

    Er verdwenen vanzelfsprekend oude typische boerderijen zoals die mooie romantische boerderij op het dorpsplein. De dorpskom is wel het meest veranderd. Buiten die mooie boerderij die plaats maakte voor een basketplein werd heel  de Dorpsplaats geasfalteerd en als parking uitgerust. Ook de kerk kreeg een beurt. De muren werden afgekapt en zijn nu rood. De ingang naar de kerk werd verlaagd en verbreed.

     

    De landbouw

    Zo’n kwarteeuw geleden waren de meeste inwoners van ons dorp landbouwers. Hun inkomsten kwamen voort van rundveeteelt, graan, aardappelen en wat groenten. In 1951 zag men vanzelfsprekend veel mensen, met veel minder materiaal, op het veld. De boer en zijn paard waren ook onafscheidelijk. Maar de boer werd verplicht zich aan te passen. Ofwel ging hij over naar een groot melkveebedrijf met uitgestrekte velden en weiden en rustte hij zich uit met moderne machines ofwel legde hij zich toe op tuinbouw wat wel het meest voorkwam. Op vele plaatsen werden serres opgericht en groenten onder glas gekweekt. De landbouwers en tuinders werden meer en meer welvarend. Spruiten, bloemkolen, prei en witloof zijn wel de bijzonderste groenten die ons dorp zoveel welvaart bezorgen. Men kan nu terecht fier zeggen : ‘ik ben van den buiten, ik ben van de boer.’

     

    In de meisjesschool

    Wie in 1951 eens binnenloerde in de klassen zou er naast twee juffrouwen, vier zusters in echte nonnenkleren, die daardoor alleen al waardigheid uitstraalden, als onderwijzeressen vinden.

    Zuster Annontiata had de eerste kleuterklas, terwijl zuster Gonzaga de strenge hand hield in de tweede kleuterklas. De lieve zuster Alberica zal jarenlang met veel geduld de kinderen de eerste beginselen van de lees-, schrijf- en rekenkunst bijbrengen. Juffrouw De Boeck en Juffrouw Maria werkten verder aan de opvoeding en de vorming van de Leestse vrouwelijke jeugd. De laatste hand werd toch gelegd door de strenge Zuster Virginie. Jarenlang bleven zij de opvoeders van onze moeders tot in 1957 de zieke Juffrouw Rheinhard op rust ging. De één na de andere verliet de school om uit te rusten en jonge krachten namen hun plaats in.

    In 1951 kwamen alle kinderen te voet of per fiets naar school. Nu worden wij afgehaald en weer thuis bezorgd door de autobus. Ook in de manier van onderwijzen veranderde wel wat. Alles gaat nu veel gemoedelijker. Gedaan met de schoolfeesten waaraan maandenlang ernstig geoefend werd.

    Ieder trimester houden we in onze klas een open-deur en nodigen de andere klassen uit op een gezellig feestje met : toneel, muziek en dans. Wij organiseren en verzorgen alles zelf.
    Onze onderwijzeressen komen als toeschouwer en één enkel keertje spelen ze mee.  In 1974 vertrok voor de eerste maal een klas op ski-vacantie. U ziet het…Leest blijft bij !...

     

    In de jongensschool

    Ook in de jongensschool stond de tijd niet stil. In 1951 waren er net als nu vijf meesters die met alle mogelijke middelen orde en tucht afdwongen. Meester De Leers was schoolhoofd en titularis van de 1ste graad. Van hem onthouden we dat eerste-klassertjes reeds alle gebeden konden opzeggen in het Frans.

    In de tweede graad stond meester Selleslagh. Meester Meyers nam de derde graad voor zijn rekening en het opvoedingswerk werd voltooid in de vierde graad door meester Huysmans.

    Zoals overal elders verdween de vierde graad en één na één werd het personeel vervangen. Op dit ogenblik zijn er vier leerkrachten : Juffrouw Monique voor het eerste jaar, meester Teughels voor het 2de jaar, meester Hendrickx voor het 3de en 4de jaar en meester Gobien voor het 5de en 6de jaar en tevens schoolhoofd.

    Vanaf 1975 zitten de jongens in nieuwe ruime lokalen en beschikken over al het mogelijke comfort. Zo te zien een feest om naar school te gaan.

     

    Wijziging op kerkelijk gebied

    Als je op een zondagmorgen het kerkhofpleintje opwandelt zie je voor je een schilderachtige kerk uit de jaren 1776. Vroeger was het er wel wat drukker op zondagmorgen. Om zes uur luidde de klok en riep de mensen naar de mis van half zeven. Langs de linkerkant zag je de veelkleurige hoedjes van de vrouwen, terwijl de rechterkant benomen was door de stoere mannen. Het missaal, vol Latijnse gebeden, was toen nog erg bruikbaar. Met de rug naar de menigte toe prevelde de pastoor Latijnse gebeden en gezangen. De prachtige preekstoel, versierd met houten beelden deed toen werkelijk nog dienst. Twee tot driemaal per jaar trok de processie plechig door de straten.

    De kerkelijke overheid werd gewijzigd. Vele onderpastoors kwamen en gingen en in 1966 werd E.H. Coosemans door E.H. Lornoy opgevolgd. Er is geen echte onder-pastoor meer maar bij de kerkdienst wordt Mijnheer pastoor bijgestaan door Pater Damiaan en legeraalmoezenier Herregods.

     

    Volksleven

    Het verenigings- en volksleven kreeg steeds een grote belangstelling in ons dorp. Toch kende iedere organisatie ook periodes van achteruitgang. De laatste tijd echter is er in bijna alle verenigingen een heropleving. Het ontspanningsleven was nooit zo bloeiend. Is het omdat we ons bedreigd voelen in onze iegen aard maar er is ook een groeiende interesse voor al wat Leest, zijn geschiedenis en zijn eigen volksaard betreft.

    Het Davidsfonds richt op 2de Paasdag een tentoonstelling in, waarop een of ander aspect van het volksleven belicht wordt. Onder de bezielende leiding van aalmoezenier Herregods, die zijn veelzijdig kunstenaarstalent volledig ten dienste stelt, kent deze tentoonstelling ieder jaar een stijgend succes.

     

    Bevolking

    Al zijn er in 1976 slechts 219 inwoners meer dan in 1951, er kwamen toch 106 woningen bij. Het aantal geboortes en overlijdens blijft ongeveer hetzelfde : geboortes in 1951 : 30. Geboortes in 1975 : 27. Overlijdens in 1951 : 13, overlijdens in 1975 : 14.

     

    Jangske Den Bakker

    Een paar jaartjes geleden leefde er in ons dorpje een zeer gekende volksfiguur. Jangske Den Bakker, zo werd hij door de mensen genoemd, was vanaf zijn prille jeugd al een echte Tijl Uilenspiegel. In gekke streken kon hij gemakkelijk een tien halen, want dat deed hij goed. Op een mooie zonnige dag had Jangske Den Bakker geen lust meer om te leren en hij beet een groot stuk uit zijn schoolboeken. De meester stond er streng naar te kijken maar Jan was hem te vlug af en de muizen in de klas moesten het gedaan hebben. Een muizenval stond er vlug maar de muizen waren er ook want de jongens van de hele klas brachten de volgende dag allemaal muizen mee. Ook de muizenval deed erg goed dienst. Maar toen er op een dag een platgereden muisje op de houten lessenaar lag had de meester het spelletje door. Jangske was er niet graag bij want hij kreeg van de stok en dat voelde je een week later nog. Jan werd ouder en ging steeds meer van kinderen houden. Hun iets moois beloven was zijn grote vreugd. Paardjes, koetjes en konijntjes werden allemaal beloofd, maar geen enkel kind heeft ze ooit gekregen want ’t was dan plots gestorven of ’t had maar drie pootjes meer. Jaren en jaren gingen zo voorbij en op een mooie dag ging Jangske met zijn konijntjes, koetjes en paardjes naar de hemel toe. Maar bij de kindertjes blijft hij nog altijd bestaan.

     

    Het dialect

    Zoals overal elders in Vlaanderen beginnen meer en meer mensen  het nut van een verzorgde omgangstaal te beseffen. Sommigen leren daarom hun kinderen vanaf hun jeugd algemeen Nederlands praten. Toch is ons dialect zeer goed bewaard gebleven. Het bleef gespaard van vreemde invloeden. Hier, een lijstje van enkele woorden of uitdrukkingen op zijn Leests : een jeat = een kopje, een taloeër : een bord, een bouche = een schommel, een bees : een snoepje, oep daa : op de heide, diëvan ons : mijn man, een gritsel : een hark, ons soot : onze kinderen, een bijk : een beek…

     

    Wijziging op politiek gebied

    Zoals in elke andere gemeente worden om de zes jaar gemeenteraadsverkiezingen gehouden. In een klein dorpje waar iedereen iedereen kent is zo’n verkiezing de gebeurtenis. Sedert jaren waren er slechts twee belangrijke partijen : ‘de Sussen’ en ‘de Blekken’. Beiden ontstonden uit een fanfare. Hoewel de mensen in ons dorp vredelievend van aard zijn  gingen zij omstreeks de verkiezing op oorlogspad.

    ‘Gemeentebelangen hebben daar op verre na niets mee te maken : alleen de eisen voor eigenbelang van deze persoon, waaraan onze andere mensen niet konden tegemoet komen, hebben hier in een rol gespeeld’.

    ‘Wie draagt de schuld ? De Blekken !’

    ‘Wie heeft dan de rolluiken van het huis van onze muziekbestuurder en het huis van zijn gebuur bevuild ? Waren dat misschien ook mensen van ons ?’

    ‘…zoals ten tijde van de Brugse metten, iedereen die in hun kraam niet past en die op hun vraag : stemt ge 2 of 3, de eerlijkheid aan den dag legt en durft uitkomen voor zijn overtuiging, in dit geval nr 3, zonder meer af te ranselen en buiten te smijten…’

    Er vielen soms harde woorden en men ging ook al eens op de vuist zoals men kan opmaken uit de knipsels van verkiezingspamfletten. Maar de tijden veranderden. Er komen nationale partijen. De strijd speelt zich meer af op papier. Na een half jaar zijn de gemoederen weer bedaard en wordt door gans de gemeente plechtig de burgemeester ingehaald. Ons dorp had slechts drie burgemeesters in de laatste 25 jaar : E. Verschueren, P. De Prins en A. Lauwers die onze laatste burgemeester zal zijn.

     

    Leest geweest

    Zoals zovele andere kleine dorpjes zal Leest vanaf 1977 ophouden te bestaan. Wij hopen dat wij niet verstedelijkt zullen worden. Dat wij onze eigen aard nooit zullen verloochenen. Al behoren wij vanaf 1 januari 1977 bij de 81.000 Mechelaars, in ons hart blijft LEEST toch altijd LEEST.

     

    Dit album werd samengesteld door : Linda Bruggemans, Erica Ceuppens, Christel De Bleser, Gerda De Prins, Katelijne Duysburgh, Karine Fierens, Krista Lefever, Nancy Selleslagh, Ann Solie, Gonda Van den Bergh, Els Verbruggen, Krista Verschuren. Leerlingen van het 6e jaar van de vrije meisjesschool te Leest, Dorp 10.

     

    Bijgevoegd :

    -25 jaar Leest Geweest

    -Jangske Den Bakker, tekening van Georges Herregods.

     





    27-07-2012 om 09:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 –  De Alemstraat te Leest werd verbeterd. Meteen verdwenen de laatste “kinderkopjes” van de Leestse wegen.

     

    1976 – Fusie der Gemeenten

    “Op 23 oktober 1975 heeft men een voornaam persoon voor het TV-scherm kunnen beluisteren die ons wou diets maken dat aangaande de fusies een averechts beeld wordt opgehangen. 

    Dat was nonsens : immers door de samenvoeging van gemeenten zou men tot een grotere communauteit komen, gemeentehuizen blijven, het sociaal en cultureel leven zou daardoor bevorderd worden, nonsens dat men kilometers ver zou moeten gaan om bepaalde zaken te regelen.

    Als men dat alles hoort, dan kan men niet anders dan zich voorstellen dat de nieuwe gemeente als een troetelkind te zullen behandeld worden. Wij hoeven geen verwenningskuur, maar eenvoudig te blijven en te zijn in een eigen gemeente, de onze aan de Zenne.

    …

    Een beslissing is reeds gevallen. De fusie of het terugbrengen van de 2359 bestaande gemeenten tot 589 is daardoor in een beslissende fase getreden. Met de Vox Populi werd eenvoudig geen rekening gehouden, het klonk verloren in de woestijn.

    Men mag het nu draaien of keren lijk men wil, zelfs het doen doorgaan alsof de fusie van gemeenten de ideale oplossing is met al de daaraan verbonden voordelen, het blijft een aanslag op de eigenheid van de gemeenten. Er werd zelfs verklaard dat gemeenten werden  geraadpleegd, m.a.w. niet alle  gemeenten werden om advies gevraagd, wat weer tot nadenken stemt. Inderdaad wat moet men daaruit concluderen ?

    Het zou wel eens van belang kunnen zijn de nadelen opgesomd te zien die ons door de fusie worden aangeboden; en wie vraagt zich niet af, zijn er geen ernstiger zaken die naar een zinvolle oplossing wachten dan zich te amuseren met het pesten van gemeenten ? De stille hoop die nog mocht gekoesterd worden, werd evenwel op korte spanne tijds vernietigd. Immers de fusie der gemeenten is een definitief feit geworden.
    Men kon beter besluiten met de woorden : juicht Belgen juicht, in vreugde vol akkoorden ! Hou vast aan de Inspraak, aan de democratie ! Allen zegden met de gemeentelijke Overheid : Weg met de dwang fusies ! Herhalen wij dit ook voor onze Zennevallei ! Geen verdwijning onder dwang !

         Snuffelaar.” (DB, 1976- enkel jaartal gekend)

     

    In een ander nummer van dat jaar publiceerde Snuffelaar :

    “We hebben met genoegen mogen vaststellen dat de regelmatig verschenen bijdragen omtrent de fusie van gemeenten, met aandacht werden gelezen en bijgetreden.

    Een bijeenkomst van gemeentevaderen (te Mechelen gehouden) voor kennismaking, bracht voor de gewone sterveling geen wijsheid meer op. Hoe zal men uit de geschapen chaos geraken ?

    Hoe onbesuisd gewerkt is geworden, blijkt uit een verschenen bericht aangaande de fusie te Rijmenam :

    ‘Rijmenam na de fusie : de eeuwenoude leefgemeenschap wordt erg verminkt. Naar Putte gaan ruim 700 inwoners, de overige bijna 4000 gaan naar Bonheiden.’ Men spreekt ook over de nadelen en die werden aangestipt door de heer De Keersmaeker uit Eppegem : ‘een grote gemeente zal meer geld kosten omdat zij relatief meer diensten organiseert, dus verhoging van belastingen. Het bestaan van verenigingen en hun subsidiëring kan in ’t gedrang komen. Sommige wijken kunnen verwaarloosd worden wat onderhoud betreft en bepaalde gemeentediensten zullen worden afgeschaft, waardoor ouders en andere personen zich naar de pilootgemeenschap zullen moeten begeven !’

    Wij hebben ook ons licht gaan opsteken in West-Vlaanderen en daar kwam de volgende toestand na de fusie tot stand :

    ‘De gemeente K…, bestaande uit 5 samengesmolten gemeenten. Daarvoor bestaat slechts één gemeentehuis waar alle dossiers aanwezig zijn voor het bekomen van inlichtingen. Er is maar voor één zaak onderscheid gemaakt : de werklozen moeten niet naar de moedergemeente gaan stempelen, maar wel in de eigen gemeente.’

    En…het systeem van Pontius-Pilatus is reeds aan bod gekomen. Inderdaad, de enen hebben het precies zo niet gewild, anderen zeggen, vanaf 1977 willens-nillens te zullen behoren bij de nieuwe gemeente, en nog anderen zeggen dat er in ieder geval moet overgegaan worden tot het oprichten van dorps- en wijkraden.

    Zal men de voorgeschotelde onduidelijkheden, de burger voorgehouden, kunnen wegmoffelen om het eigen gezicht niet te schenden.

    Men heeft ook belangstelling voor de straatnamen, waarom geen namen van bloemen gegeven, zoals reeds werd voorgesteld ?

    Bij het napluizen van gelijklopende benamingen komen we tot een viertal straten : Kapellestraat, Molenstraat, Scheerstraat en Vinkstraat.

    Wat aan dat alles ontbreekt is : 1° het ontbreken van degelijke voorlichting. 2° de verkrachting van het begrip ‘inspraak’.

    Het spreekt vanzelf dat de bevolking, inzonderheid van de landelijke gemeenten niet te spreken zijn over deze fusies van gemeenten. Waarom niet zal men vragen, maar dan van bepaalde zijde ?

    Is het nodig nogmaals klaar en duidelijk te zeggen, dat het een greep is naar meerderheid van de ene of de andere, en niet zoals men het wil presenteren, ten nutte van de bevolking.’ 

                                                                                     

    1976 – Leest telde 2064 inwoners. (Wikipedia)      

     

    1976 – Het Bouwspook – “Slaap op beide oren, de Zennevallei is verloren”.

    Onlangs wandelden we door de Zennevallei, een stukje natuurschoon in het lieflijk Leestse dorpje. We kuierden langs het Chiroplein naar de Kerkenblokweg en verder door ’t privaat goed van Van den Bergh naar de Bleukens. Mooie streek, vonden we. Dat is het inderdaad, zei een stem van ergens tussen de hoge populieren. Ik heb dit gebied met zorg bewaard en nu de prijzen van bouwgrond zo erg gestegen zijn ligt het hier als een rijpe appel klaar om er de bulldozers in te zetten. In plaats van distels en brandnetels zullen vlug tientallen woningen als paddestoelen uit de grond schieten.

    -Hm, zeiden we, je bent zeker het bouwspook.

    -Zeker, zei de stem, maar laten we niet afdwalen. Wat zou jij de dag van vandaag doen om hier heer en meester te blijven ? Om miljoenen gaat het hier. En die zouden we zo maar laten voor een hoopje distels ? Kijk, we maken het fijn. Eerst ruimen we het schijtbos van de Chiro op ; hard(t) nodig of niet. De kinderen krijgen langsheen en op de kerkhofmuur plaats genoeg om alles kwijt te geraken. Zo zullen de bewoners verlost zijn van die zware reuk.

    -Je vergeet Ruisbroek, zeiden we.

    -Zwijg, we hebben aan alles gedacht. Gaven we geen vijfentwintig meter grond cadeau voor een tweede dijk met wandelweg. Uitheemse struiken en heesters maken dan het uitzicht op de schilderachtige rivier nog veel mooier.

    -Maar die waterzieke gronden, die ongezonde mist in het najaar ? Geen enkel mens wil hier wonen. De mensen van hoger den de Kerkenblokweg klagen over water in de kelder, stinkende beerputten en behangselpapieren die lossen van de vochtigheid.

    -Vergeet niet : - een wijkcomité heeft hier gewerkt voor een speelplein met recreatie.

    -Bezwaren tegen woonwijkuitbreiding werden ingediend bij het Schepencollege, bij de Ministers en zelfs bij de Koning.

    -Daarbij heeft het Leestse Leefmilieu uitvoerig het ontwerp-gewestplan besproken en de bezwaren overgemaakt aan de Gouverneur.

    -Perfect ! Zo mag ik het horen. Maar niet overdrijven anders ga je spoken zien.

    Werd het plan voor het speelplein niet verwezen naar het kerkhof ? En het behoud van de Zennevallei werd gekelderd met een pijpekop ; een ontwerpplan voor 43 huizen in de beemden.

    En Leefmilieu Leest, zag die niet als dank voor haar werk de gemeentesubsidiëring gehalveerd.

    En toen de makers van ’t gewestplan ineens zo weinig landelijk natuurschoon zagen te Leest hebben ze maar vlug een stukje ‘Dorpelpoel’ groen geschilderd, om je te sussen.

    En vergeet niet, lachte het bouwspook, vorige maand kocht een bouwmaatschappij de gronden aan. Een fontein van geld spoot in de zakken van de eigenaar en ik, ik krijg mijn zin, je zult het zien.

    -En toch laten we de vallei niet los, zeiden we.

        De Distel”.

    (De Band, 1976)

    Dezelfde auteur schreef datzelfde jaar : De Zennevallei : tehuis en jachtgebied van de TORENVALK.

    In de vorige nummers van De Band vertelden we reeds dat de torenvalk een trouwe inwoner is van onze Zennevallei. Ons zijn er enkele broedgevallen van de torenvalk bekend. Enkele leden van de Wielewaal hebben deze zomer verschillende jongen geringd. Ze vertelden me : ‘de torenvalken bezetten één kunstmatig nestkastje in de Bleukens. De jonge torenvalken, zes in aantal, waren al zo volgroeid dat op het ogenblik van het ringen, ze hun heil zochten in de vlucht. Drie anderen werden geringd.’

     

    1976 – Afbraak van de oude herberg “In de groene linde”

                Op de Dorpplaats werd dat jaar het bouwvallig huisje, op de hoek van de

                Scheerstraat (Ten Moortele) en de Dorpsstraat, afgebroken.

                Het was oorspronkelijk een tweewoonst.
                In 1723 waren dat de huisjes van Bertel Vermijlen en Jan Ditens.

                Later stond de woning op naam van het echtpaar Jan Baptist Van Hoof-Serafina

                Coeckelbergh. Ze waren te Leest getrouwd in 1852.

                Jan Baptist was te Leest geboren op 21 september 1822 als zoon van Frans en

                Elizabet Van Hoof. Hij zou op 4 april 1874 overlijden aan de gevolgen van

                typhus. Het echtpaar kreeg 7 kinderen : 5 dochters die allen zeer jong stierven

                en 2 zonen : Isidoor Constant (de latere garde en de grootvader van de allerlaatste

                garde van Leest Victor) en Frans Eduard “Sooi” (°8/7/1854, +17/10/1929).

                Deze laatste bleef in de woning en baatte er jarenlang met zijn echtgenote Louise

                “Wiske” Huys (°Leest 3/12/1860) de herberg “In de groene linde” uit.

                Er stond trouwens een mooie linde voor de deur, evenals een mestput, zoals dat

                vroeger algemeen de mode was. Sooi Van Hoof was immers ook boer.

                Het echtpaar Van Hoof-Huys kreeg 12 kinderen. Twee onder hen zouden

                overlijden aan de gevolgen van de eerste wereldoorlog : Theofiel sneuvelde te

                Diksmuide in 1917 en Alfons kwam als invalide terug uit die oorlog, hij was een

                slachtoffer van een gasaanval en zou aan de gevolgen daarvan overlijden in 1921.

                Een andere zoon, Jozef “Jef”, was medestichter van de toneelkring “Rust Roest”

                en te Leest en omgeving zeer populair als komisch acteur.

                Prosper Goovaerts uit Heffen was de laatste eigenaar van het huisje.   

         

    Foto’s :

    -De Alemstraat

    -De dorpskom zou een heel ander aanzicht krijgen na de afbraak van de tweewoonst.





    26-07-2012 om 18:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto’s :

    -Treinongeval te Leest. (bezit : Eddy Apers)

     

     

    1975 – 16 november : Chirofeest

                “Een paar jaar geleden heb ik met geestdrift geschreven over het Chirofeest.

                Het laatste Chirofeest heeft mij minder enthousiast gemaakt. Het gaf mij een

                algemene indruk van slordigheid en banaliteit.

                Nochtans was er heel wat waardevols.

                Goed was : de misviering waaraan aandacht werd besteed, de organisatie van het

                feest zelf, zodat de gebeurtenissen elkaar vlot opvolgden...

                (...)

                Deze keuze  en overzicht is beperkt en subjectief. Bedoeling is te wijzen op de

                manier van overkomen bij de ouders. Weinig gunstige reacties heb ik gehoord,

                wat niet beduidt dat men blind is voor het goede.

                Maar waarom niet ernstig gewerkt aan het uitbeelden van het jaarthema, of een

                choreografisch nummer, of een poëtische evocatie, of gewoon een mooi lied, enz..

                Het zal een inspanning vragen, maar wellicht zal ook de vreugde groter zijn.

                Men vraagt geen kunstmatig gedoe, maar ook geen brutaliteit.

                Ik vraag mij ’t volgende af : de chiro zou een buitenschoolse vormingswereld

                moeten creëren. Hoe kan een kwetsbare scheut –die een prutske of speelclubber

                is, ongebruskeerd uit dergelijke esbattementen komen ?

                Of anders, hoe kan zo’n kind zijn innerlijke tere rijkdom ontplooien ?

                Mijn bede is deze : dat gans de leidersploeg van jongens en meisjes zich eens

                terdege afvraagt hoe het moet, zonder mij a priori gelijk te geven.

                Misschien als inspiratiebron een uitspraak van de stoere Stijn Streuvels, die men

                moeilijk van sentimentaliteit kan verdenken :

                “Hoe vreselijk ongelukkig moeten kinderen zijn wiens tere kinderziel door

                volwassenen zo brutaal met de voeten wordt getreden...”

                Ik wens u goed heil, en volgend jaar een beter (=fijner) chirofeest.

                                Guido Hellemans”

                (De Band, December 1975)  

     

                Een jaar later kregen ze van hun criticaster in  dezelfde periodiek positieve

                commentaar. Hij besloot toen met :

                “...niemand wordt graag berispt, maar de ervaring leert dat men beter in

                rechtzinnigheid “vaderlijk streng en moederlijk teder” (of omgedraaid)

                iemand terechtwijst dan vleiende onbenulligheden te zeggen die men trouwens

                toch niet gelooft. De jonge mensen van de Leestse chiro hebben op een ridddelijke

                en doeltreffende wijze het antwoord gegeven op een aantal onaangename

                aanmerkingen. Dat vinden we fijn. (Sommige ouderen bleken er minder

                gemakkelijk overheen te kunnen). We hopen dat het zo blijft en verlangen in die

                geest naar volgend jaar...”    

     

    1975 – 28 november : Drie percelen bouwland te Leest

                “Om uit onverdeeldheid te treden – Vrijwillige Openbare Verkoping van

                drie percelen BOUWLAND te Leest.

                Notaris Frans Loncin te Puurs zal op navermelde zitdagen, met winst van

                verdieren voor de inmijners, openbaar verkopen, volgende onroerende goederen :

                Gemeente Leest

                KOOP I : een perceel bouwland gelegen ter plaats “De Renne Cauter”,

                gekadastreerd sectie A nr 437/a voor een grootte van 26 a 55 ca. palende

                noord-oost : De Borgher-Huysmans Hubert te Leest, zuid-oost : Lienart Albert te

                Aalst, zuid-west : de Jamblinne-de Heux Roland en deelhebbers te Brussel, noord

                Van de Kerkhove de Sejournet de Rameignies Ghislain de weduwe te Nossegem.

                In huur bij de heer Marcel Somers te Leest.

                Koop I : ingesteld op 42.000 f.

     

                KOOP II : Een perceel bouwland gelegen ter plaats “Het Hertsveld”,

                gekadastreerd Sektie A nr 388/c/deel groot vlg. Meting 17a 26 ca, palend ten N.

                aan Jacobs-De Boey Jan de weduwe en kinderen te Leest en Verelst Jules de

                erven te Zemst; ten O. aan koop III, ten Z. aan de Malingreau d’Hembise van

                Langenhove de Bouwekerke Christiaan te Antaisnes en ten W. aan dezelfde.

                In huur bij de heer Marcel Geerts te Leest.

                Ingesteld 25.000 fr.

     

                KOOP III : Een perceel bouwland gelegen naast voorgaand, gekadastreerd

                Sektie A nr 388/c/deel, groot vlg meting 17 a 82ca,palend ten N aan Verelst

                Jules, de erven voornoemd; en Van Meerbeeck-De Boeck Jean te Leest;

                ten O aan De Wit-Goovaerts Désiré te Leest; ten Z aan de Malingreau

                d’Hembise voornoemd en ten W aan koop II.

                In huur bij de heer Désiré De Wit te Leest.

                Ingesteld : 25.000 f.

     

                De goederen worden verkocht voor vrij en onbelast. Genot en gebruik bij

                de veilvoorwaarden te bepalen.

                ZITDAGEN

                Instel maandag 24 november 1975, toewijs maandag 1 december 1975 telkens

                om 3 u.  namiddag, ter herberg “Café Liliane” te Leest, Juniorslaan.

                Voor verdere inlichtingen wende men zich ten kantore van de verkoophoudende

                notaris Frans Loncin te Puurs, Palingstraat 1.”

                (Bericht in –onbekende- krant 28/11/1975)   

     

    1975 – Maandag 29 december : Knipsel van onbekende krant (zie foto’s) : “Over het ongeval dat zich zaterdagnamiddag voordeed te Leest aan de onbewaakte spooroverweg leest men op een andere plaats in ons blad. Hier nog enkele beelden van de ravage die werd aangericht. De aangereden trein sleurde de vrachtwagen nog driehonderd meter mee vooraleer deze in een belendende weide tot stilstand kwam. Balans van dit tragisch ongeval : één dode, één zwaar- en één lichtgewonde.”  

     

    1975 – VEVOC JAARVERSLAG

     

    “Dames, Mijne Heren, Pater of zal ik maar beter zeggen proost, Vevocers allen hier samen, er werd mij in naam van het ganse bestuur gevraagd het Vevoc-jaar 1975 bij jullie door woorden terug in beeld te brengen.

    Zowaar een niet zo eenvoudige taak, daar jullie evenzeer weten als ik dat het een uitgebreid en vrij druk jaar geweest is. Inderdaad na een aarzelende start in de jaren ’72 en ’73, toen we nog in onze kinderschoenen stonden en het jaar ’74, een jaar van een stilaan toenemende activiteit, mag het jaar ’75 reeds vrij druk genoemd worden.

    Het jaar ’75 werd ingezet met ons ledenfeest in de maand januari. In een echte ‘Breughelsfeer’ en met een enthousiaste  eensgezinde Vevoc-familie waren we met 110 leden samengekomen om te dansen  en zeg maar in goed Leests, om een ‘sneeke’ te eten. Weet je nog, dat we toen bij een lustig pintje tegen elkaar gefluisterd hebben : ‘Louis of Charel, weet ge het nog, vriend van toen op bivak. Wat hebben we leute gehad hé, maar ja, men blijft niet eeuwig achttien jaar, we groeiden wij feitelijk te rap uit onze korte broek hé jong !’

    Het jaar ’75 was een jaar van ontspanningsavonden en sport. Vooreerst werd door onze voetbalploeg het Pinkstervoetbaltornooi van FC Telstar in een echte cupsfeer gewonnen. Niemand had het voor mogelijk gehouden, maar iedereen had het toch stilletjes gehoopt. Onze tweede Vevoc-ploeg deed het met een zesde plaats ook verre van slecht.

    Vevoc speelde 17 matchen, won er daarvan 10, speelde 3 maal gelijk en verloor 4 keer. In totaal maakte men 45 doelpunten en kreeg men er 13 tegen.

    Onze volgende stap naar sportief succes werd door onze volleybalploeg gezet, die erin slaagde haar eigen volleybaltornooi te winnen op 25 mei door de deelnemende ploegen KWB, SVK Heverlee, Fanfare St.-Cecilia, Telstar en Chiro de baas te blijven. Nochtans kon onze volleybalploeg in het tornooi te Heverlee niet bevestigen. Een gebrek aan training en vooral aan speelgelegenheid zijn hier zeker de oorzaken van.

    Vervolgens werd op 20 september te Kapelle-op-den-Bos nog eens aangetoond dat Vevoc kan voetballen, want daar werd voor de tweede maal een voetbaltornooi gewonnen, waarbij we als enige niet-Kapelse vereniging onder de deelnemers, met de beker huiswaarts konden keren.

    Vevoc haalde in ’75 ook verscheidene malen de krantenkoppen. Een eerste maal gebeurde dit bij onze fietsenrally die doorging op 29 juni. Niettegenstaande er voor die dag niet al te veel reclame gemaakt werd, kwamen er toch twee kranten, nl. Gazet van Mechelen en Het Volk opdagen om deze fietsrally te verslaan, die tevens een succes mag worden genoemd, niet alleen om zijn 250 deelnemers, maar ook om zijn organisatie.

    De tweede maal dat we gunstig in het nieuws kwamen was met onze derde uitgave van de jeugdcross op 5 oktober. Reeds van maanden te voren waren grote inspanningen gedaan om deze veldloop in de beste voorwaarden te doen verlopen. De beloning was des te groter. Niet minder dan 800 deelnemers werden opgetekend.

    In dezelfde maand oktober schrijft Gazet van Mechelen dat Vevoc het nu maar eens over een andere boeg gooit en met woorden gaat spelen. Inderdaad op 31 oktober kwamen niemand minder dan Nand Baert naar Leest om onze plaatselijke verenigingen ‘Wachtwoord’ te spelen. Vooreerst was er op onze ontspanningsavond van 13 juni, waar we onze overwinningen van voetbal- en volleybaltornooien met een hartig etentje kruidden, een schifting tussen 32 Vevoc-ers nodig om Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael als besten naar voor te doen komen. Op een nieuwe voorselectie op 12 september moesten jongensschool, FC Telstar en Davidsfonds afvallen. Op de avond van ‘Wachtwoord’ toonde onze plaatselijke meisjesschool zich sterker dan Leefmilieu, Rust Roest, St-Cecilia, KLJ-meisjes, KVLV, Chirojongens en meisjes en Vevoc.

    Inmiddels kunnen we jullie ook vertellen dat het Vevoc-bal een kassucces is geweest en Vevoc in ’76 geen al te grote financiële moeilijkheden zal kennen. De kassier mag gerust zijn dat we dit jaar niet in debet zullen komen.

    Nationaal was ’75 het jaar van de vrouw. Ondanks het feit dat onze Vevoc-vrouwen, verloofden of juffrouwen telkens sterk op komen bij elke activiteit, vragen we ons toch af, of het niet mogelijk is een typisch vrouwelijke activiteit te creeëren. Tips kunnen steeds bij het bestuur gegeven worden.

    Als bestuur willen we ook grote dank zeggen aan Mr Pastoor, met wie we het ganse jaar een goede verstandhouding gehad hebben wat betreft ons parochiecentrum. Evenzo willen we nogmaals de aandacht vestigen op de grote steun van ons gemeentebestuur. Niet zozeer omwille van de subsidie, maar wel om het schenken van prachtige trofeeën voor ons voetbaltornooi en jeugdveldloop.

    Ook een welgemeend woord van dank aan ons trouwste Vevoc-lid en proost, pater Damiaan, want ik geloof dat hij nog geen enkele vergadering gemist heeft. Maar onze grootste dank gaat naar alle Vevoc-leden die door hun grote aanwezigheid op alle activiteiten het bestuur het moreel geven om alsmaar verder te doen.

    …

    Ook verzocht bestuurslid Jef Van den Heuvel ons te willen meedelen dat er tussen een groepje Vevoc-ers ergens de idee gerijpt is om in de maand juni (1976) deel te nemen aan de ‘Mars van het leger’, beter bekend onder de naam ‘Mars van de Vriendschap’. Deze mars gaat door in het prachtig landschap van de Ardennen in de omgeving van Vielsalm.

    We hopen ook, dat ons nieuw vaandel, dat vandaag ingewijd werd in onze parochiekerk, nog vele jaren alle winden mag trotseren…” (De Band, januari 1976)       

     

     

    25-07-2012 om 08:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 – 31 oktober : ’WACHTWOORD  met TV-presentator Nand Baert

     

    In de parochiezaal werd het populaire spel ‘Wachtwoord’ gespeeld. Dit spel werd op deskundige wijze geleid door de televisiepresentator Nand Baert en was georganiseerd door Vevoc.

    In een nokvolle zaal met een prachtig decor hield de voorzitter van de organiserende vereniging Louis Vloebergh een toespraak. Hij verwelkomde alle aanwezigen en vond het spijtig dat er op de voorselectie van 12 september 4 verenigingen moesten afvallen.

    Hierna nam Nand Baert het woord : ‘ik vind het steeds een hele belevenis als ik ergens ‘Wachtwoord’ mag leiden en dan alle aanwezigen in de ogen kijken. Dat is nog nooit het geval geweest in de zes jaren, die ik het spel op TV leidde. Daar kon ik alleen maar in de lens kijken.’

    De jury bestond uit Alfons Huysmans, Karel Duysburg, Godelieve Van de Herdt en Stan Gobien terwijl de klank verzorgd werd door George Meysken.

    De deelnemende ploegen :

    Chiro jongens : Emiel Peeters en Paul Lefever

    Leefmilieu : Chris Bauwens en Vik Casteels

    Fanfare St.-Cecilia : Monique Verschueren en Willy Lauwers.

    Meisjesschool : Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen

    K.V.L.V. : Paul Bradt en Hilda Silverans

    Vevoc : Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael

    V.V. Leest : Silvain Teughels en Ferdinand Van der Hasselt

    Chiro meisjes : Ann Verbeeck en Nelly Verbeeck

    Rust Roest : Renilda Polfliet en Willy Lauwers

    K.L.J. Meisjes : Maria Daelemans en Lilian Van Praet.

    Vooraleer aan de finale te beginnen dankte Louis Vloebergh alle aanwezigen, alle werkers, de juryleden, de pastoor en in het biezonder Nand Baert voor de medewerking en liet het woord aan de kwismaster.

    In die finale kwamen Meisjesschool en Leefmilieu tegen elkaar uit en na een spannende eindstrijd trokken Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen aan het langste eind.

    Alle deelnemers werden vervolgens bedacht met herinnerinswimpels, fonoplaten en vele boeken…

    Nand Baert dankte op zijn beurt iedereen : ‘jullie waren een prima publiek, schitterende, schattige mensen. Ik ben een gelukkig tuinkaboutertje…’ (De Band- december 1975, Gazet van Mechelen, Het Laatste Nieuws)

     

    Ferdinand ‘Nand’ Baert  (°Gent 16/2/1932, +Gent 28/4/1985) was een gewaardeerd Vlaams radio- en televisiepresentator. Tijdens Expo 58 was hiij samen met o.a. Pros Verbruggen één van de stemmen die voor de Belgische radio vanuit de paviljoenen voor sfeer en intervieuws zorgde. Hij werd bekend als één van de Nederlandstalige dj’s bij Radio Luxemburg en in ’56 verzorgde hij de allereerste Vlaamse commentaren voor het Eurovisiesongfestival. Op de Nederlandse televisie was hij bij de AVRO van 1963 tot 1967 de eerste presentator van ‘Wie van de drie’. Van 1969 presenteerde hij op de Belgische televisie ‘Wachtwoord’, een quiz gebaseerd op een eenvoudig woordspelletje. Van 1977 tot zijn overlijden was hij de presentator van de populaire televisiequiz ‘Van pool tot evenaar’, die door de BRT werd uitgezonden.

     

    1975 – Zondag 2 november : Verbroederingsconcert van Sint-Cecilia

     

    “Weer eens een echte muziekdag in onze gemeente. Inderdaad, op deze dag organiseerde de Kon.Fanfare St.-Cecilia een verbroederingsconcert met een viertal bekende muziekkorpsen.

    Om 18 uur stipt werd het concert geopend door de inrichtende vereniging olv de heer Frans Dierickx. Ze brachten een paar marsen en de nieuw ingestudeerde stukken ‘Scherzo’ van J. Jourquin en een selectie uit de ‘Lustige Weduwe’ van Lehar in een bewerking van Mellema. Als derde werk werd ‘Espana Cani’ van Marquina uitgevoerd. Al bij al een prachtige uitvoering.

    Hierna was het de beurt aan de harmonie ‘Concordia’ uit Kalfort-Puurs olv de heer Jozef Aerts. Wat direct opviel is de andere stijl en tonaliteit van een harmonie t.o.v. een fanfare. De harmonie is volgens de meesten minder krachtig dan een fanfare maar aan de andere kant heeft het meer technische mogelijkheden.

    De harmonie ‘Concordia’ kreeg een verdiend applaus voor o.m Passe-Partout en Huldelied, beide composities van de dirigent.

    Een van de blikvangers van de avond werd ongetwijfeld de Kon.Fanfare ‘Concordia’ uit Tisselt, olv de heer Jan Segers, dirigent-componist-muziekregisseur. Wat betreft de stemming en het balanceren van de verschillende partijen benadert dit korps de perfectie, zonder meer. Ze brachten verschillende solo-stukken voor trompet en tuba samen met het bekende wedstrijdstuk ‘the Explorers’ van Peter Yorke. Van de dirigent werden twee marsen gespeeld, nl. ‘Mozes’ en ‘Cowboy Parade’. Het optreden van dit korps was gewoon fantastisch.

    Een groot gedeelte van de bijzonder talrijke aanwezigen was gekomen om de jeugdfanfare  ‘St.-Cecilia’ Leest aan ’t werk te horen. Dit jeugdkorps werd in september opgericht om de muzikanten-leerlingen de kans te geven in een samenspeelgroep te musiceren. In het korps zijn alleen muzikanten beneden de 30 jaar toegelaten. Dit betekent niet dat er geen ouderen bijzitten, zo o.a. Eugeen Vloeberghen, de oudste muzikant van St.-Cecilia die de tuba-partij speelt.

    Zenuwen of plankenkoorts zullen er de oorzaak van geweest zijn dat de eerste maten van de openingsmars nogal verward klonken, maar daarna ging alles uitstekend. Eveneens ging het met ‘Ik zie een ster’, het Eurovisielied 1974 van Hans van Hemert, ‘Instant Concert’ en ‘Prager Muzikanten’, dat laatste van R. Beck.

    De jeugdfanfaredirigent, de heer Edward De Maeyer, en zijn jonge muzikanten kregen telkens een daverend en verdiend applaus.

    Ter gelegenheid van dit eerste optreden werd aan de muzikanten een zakje suikerbonen overhandigd door Mw. Verschueren en Mw.Dierickx. Daarmee is de jeugdfanfare dan ook weer gedoopt !

    Na de jeugdigen was het dan de beurt aan de meer geperfectioneerde brass band ‘St.-Cecilia’ uit Nossegem, deelnemers aan het Europees Kampioenschap voor Brass Bands ’75. Deze band staat onder leiding van J.P.Leveugle.

    Hun optreden was uiterst geslaagd met alle genres muziek, zowel klassiek als Latijns-Amerikaans als modern. Daarbij waren de solos voor cornet, alto en euphonium echt om van te snoepen. Meer dan waarschijnlijk is dit korps een van de beste ensembles van het land, dankzij hun stuk voor stuk individuele kwaliteiten.

    Tenslotte kregen we dan nog de Kon. Fanfare ‘St.-Cecilia’  olv de heer Alfons Van Eeckhoudt. Na die brass band muziek een stuk fanfaremuziek om te eindigen.

    Werken van J.P.Sousa, de bekende Amerikaanse marsencomponist met de Slavische Rhapsodie nr. 1 van Friedemann en het moderne Jezus Superstar werden nog steeds uitgevoerd voor een nokvolle zaal waar het ondertussen reeds 11 uur was geworden. Alzo werd deze avond op passende wijze besloten.

    Dit verbroederingsconcert was er in de eerste plaats eentje met parels van goede muziek. Het geheel werd keurig gepresenteerd door Mej. Marleen Lauwers en het personeel zorgde voor een fijne service.
    Er was een bijzonder talrijk en aandachtig publiek en dat bewees dat de volksmuziek te Leest nog bijlange niet dood is !”
    (De Band- oktober 1975)   

    25-07-2012 om 06:52 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 -  19 oktober : 50 JAAR DAVIDSFONDS LEEST

                10 uur : Plechtige Eucharistieviering

                11 uur : Ontvangst op het gemeentehuis en receptie

                15 uur : Poppentheater “Wonderlans” in het Parochiehuis met gratis kleurwedstrijd.

                20 uur : Avondfeest met het Leestse zangkoor.
                De feestrede werd uitgesproken door Herman Mertens uit Tisselt ‘betekenis van
                het Davidsfonds nu’.
                
    Optreden van “Rust Roest” met de eenakter “De winkel van Simpel” een  lyrische
                fantasie van Tenessee Williams , in een vertaling van Niek van den Boezem.

     

    Vijftig jaar viering Davidsfonds Leest

    “Met een plechtige Eucharistieviering in de Sint Niklaaskerk begon Davidsfonds een dag om nooit te vergeten. Diegenen die beweren dat Davidsfonds alleen papieren leden kent, werden lelijk bij de neus genomen.

    Anderen die beweren dat Davidsfonds het alleen omwille van de centen doet, hebben het eveneens mis. Wie dit feest heeft meegemaakt zal dat ten volle toegeven : 19 oktober was een dag voor al de kleine en grote mensen van Leest. En daar hebben niet alleen de Davidsfonds-bestuursleden voor gezorgd…Dank u wel daarom…Het gemengd zangkoor van Leest, Rust Roest, Davidsfondsleden, de Parochiegemeenschap, het Gemeentebestuur…

    Bij de ontvangst op het gemeentehuis moest voorzitter Verbruggen vlakaf toegeven dat hij nooit zoveel volk had verwacht. Het werd dan ook een gezellig samenzijn.  Schepene Polspoel en voorzitter Verbruggen hadden het beiden over ‘Conscience’ en ‘Meester Hellemans’. Ze hadden zeker bij elkaar afgekeken bij het opstellen van hun feestrede. Meester Hellemans zat er bij te stralen en het ‘ereteken’ dat traditiegetrouw steeds in Leest te laat aankomt kon hij gerust missen…hij had al zoveel medailles…

    Wij hadden allen spijt dat het onderonsje voorbij was.

    ’s Namiddags om 15 uur stormden 270 kinderen met glunderende gezichtjes de parochiezaal binnen. Het was een bezetting van jewelste. Ze deden het parochiehuis daveren, totdat eindelijk Fikske en Rikske werden vrijgelaten. Oef… : een kerkhof van chipszakjes en colaflesjes was alles wat er overbleef toen de tijd verstreken was.

    ’s Avonds volgde het hoogtepunt van de 50-jarige viering. Op het knap uitgebouwd en tot in de puntjes verzorgd programma stond naast een toespraak van de heer Herman Mertens een evocatie van 50 jaar Davidsfonds, het optreden van de toneelvereniging Rust Roest en het gemengd zangkoor Leest. Voorzitter Verbruggen sprak het welkomwoord en de feestrede. Hij had het vooral over de bijdrage die meester Hellemans geleverd heeft bij 50 jaar extra werking in Leest. Daarvoor werd de meester dan ook samen met zijn vrouw in de bloemen gezet. Ook de heer Crauwels uit Duffel, die voor de Leestenaars geen onbekende is, kwam namens het hoofdbestuur meester Hellemans danken voor zoveel werklust. Ontroerd maar gelukkig nam de gevierde zijn geschenken in ontvangst en dankte voor zoveel eerbewijzen.

    Ook de Vlaamse strijdrede van Herman Mertens viel op. Hij eiste dat de Vlamingen in Brussel met open armen zouden worden ontvangen en dat in het jaar van de verzoening het stilaan tijd wordt dat er amnestie wordt verleend aan alle politieke gevangenen en anderen bij wie de oorlog thans nog wrange littekens naliet.

    De avond sloot dan ook met een overtuigde ‘Vlaamse Leeuw’.”

    (De Band – november 1975)

     

    De erkentelijkheid van het Davidsfonds voor meester Hellemans kwam dat jaar ook tot uiting in volgende publicatie in De Band :

     

    “Hij leerde zijn volk…”

     

    “Ieder onder u kent meester Hellemans, maar misschien beseffen we toch onvoldoende wat hij voor Leest, speciaal voor het culturele leven, in onze gemeente betekende en nog steeds betekent.

    Hij werd geboren op 28 juli 1901. Zijn geboortehuis staat er verlaten bij op de Dorpsplaats en wacht op een koper (of sloper).

    Naast zijn diploma van onderwijzer verwierf hij er ook een van opvoedkundige studies en van bibliothecaris. Met Eerwaarde Heer De Groef stichtte hij in 1921 de studiekring ‘Volksboekerij’ en datzelfde jaar de toneelkring ‘Rust Roest’. Hij was er tegelijkertijd secretaris, acteur en regisseur van.

    Vijftig jaar geleden, in 1925, stichtte hij onder impuls van de toenmalige onderpastoor J. Cleeren en J. Verhavert (Davidsfonds-propagandist voor het gewest Mechelen) de afdeling Davidsfonds te Leest.

    Als eerste bestuursleden had men : voorzitter Alfons Hellemans, penningmeester Lod. Verbruggen, secretaresse Maria Rheinhard en als bestuursleden Victor Selleslagh, Flor Meyers, August Verlinden en Victor De Laet.

    Oorspronkelijk waren de aangeslotenen inwoners van Leest en Hombeek, tot enkele jaren nadien ook in Hombeek een afdeling van het Davidsfonds werd gesticht.

    Onder de kenspreuk ‘Voor godsdienst, taal en vaderland’ werkte dit eerste bestuur zeer hard. Het richtte voordrachten in, 11-julistoeten met medewerking van beide muziekmaatschappijen, gevolgd door spreekbeurten in open lucht of in één van de dorpszalen, opstel- en voordrachtwedstrijden voor de leerlingen van de lagere scholen, Boerenkrijgherdenkingen te Leest en te Mechelen, goochelavonden, zangavonden, bedevaarten naar de IJzer, ballonwedstrijd (1933), enz..

    Gedurende de oorlog lag de D.F.-werking stil en ook tijdens de naoorlogse jaren was het bestuur weinig actief en herleid tot een kleine groep. Buiten de uitdeling der boeken werden weinig initiatieven genomen. Tot in 1956 een nieuw bestuur geboren werd, weerom met Alfons Hellemans als voorzitter. Bestuursleden waren : Alfons Verbruggen, Cyriel Verbruggen, Maria Rheinhard, Albert Van Rompaey, Hugo Stuyck, Frans Van Nick, Hugo Verlinden, Juul De Smet, Mariette De Prins, Madeleine Verbruggen en M. De Boeck…Dit bestuur bracht een lichte opflakkering, avonden werden ingericht en het ledenaantal steeg, maar…de grote jaren kwamen niet terug.

    In 1969 kwam, vooral onder impuls van Toon Lamberts het D.F. weer aan z’n trekken. De beweging scheen terug herboren en zag haar ledenaantal de hoogte in gaan.

    Steeds zien we Alfons Hellemans, thans als ere-voorzitter, trouw de bestuursvergadringen bijwonen. Stil, maar bewogen, volgt hij de discussies. Hij dringt zich nooit op. Alleen als je zijn mening vraagt, geeft hij die duidelijk te verstaan. Met een kritisch oog beschouwt hij de werking van een jonge bestuursgroep. Bij elk optreden, bij elke activiteit is hij de stille aanwezige.

    Dank u wel ! Dat is het oprecht gemeend slotwoord van al de medewerkers en van Davidsfonds Leest.

         Davidsfonds Leest.”

      

    24-07-2012 om 07:57 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – Zaterdag 20 september : Bal van de Burgemeester

                Dansavond ten voordele van de gehandicapten in de zaal Sint Cecilia.

                Deuren 19u30, eerste dans om 20u30.

                Het orkest van Marcel Sterckx zorgde voor de muzikale omlijsting.

     

    1975 – 21 september : Feestvergadering KVLV

     

    “De vergadering was een feestvergadering en om die reden was er geen spreker voorzien, wat anders een verplichting is, waarom mag Joost weten !

    De voorzitster, terug uit Lourdes, opende de bijeenkomst. De Proost handelde over de voorgenomen kinderverzorging, wat heel wat moeite en geloop heeft gekost om daarvoor toelating vanwege het ministerie te bekomen.

    Het etentje (o.m. een halve kip) werd er niet vergeten, dat hoorde trouwens bij een feeststemming.

    Door het aanschaffen van een loterijbriefje kon meegedaan worden aan ‘Wachtwoord’ en of er gelachen werd !

    De meegebrachte geschenken door de Lourdestrippers werden verloot, wat meteen de eigenlijke feestvergadering besloot.” (De Band- oktober 1975)

     

    1975 – 28 september : Diefstal in chalet FC Telstar

                Willy Van Hoof, schatbewaarder van voetbalclub FC Telstar, deed aangifte van

                een diefstal in de verbruikzaal van de vereniging; Uit een geldla  werd naar

                schatting voor 90 frank, in stukken van één frank, gestolen.

                De veldwachter stelde vast dat het grendelslot van de ingangsdeur

                opengewrongen was. 

                Hetzelfde jaar in mei werd op dezelfde manier in dit gebouw ingebroken.

                (VVH)  

     

    1975 – 5 oktober : Derde Grote Vevoc-Cross Wedstrijd

                In samenwerking met de Chiro. De cross ging door op het Chiro-terrein.

                Meisjes en jongens van 8 tot 99 jaar waren welkom en de start was voorzien om

                14 uur. Na de cross werd te tombola getrokken in de parochiezaal.

     

    “Beste Leestenaar,

     

    Op zondag 5 oktober raden we je aan je televisietoestel en je luie zeteltje eens rustig te laten staan om naar de 3de editie van de jeugdveldloop te komen, ingericht door Vevoc in samenwerking met de plaatselijke chirogroepen. De vorige jaren mochten we respectievelijk 500 en 600 deelnemers begroeten. Verleden jaar kregen we dus meer lopers aan de start, maar de publieke belangstelling bleek dezelfde te zijn. Nochtans zijn we ervan overtuigd dat iedere Leestenaar de weg naar de ‘Leestse Kouter’ goed kent. We verwachten dan ook dat ‘Jan Publiek’ voor deze 3de veldloop in nog grotere getale zal opdagen om de plaatselijke jongens en meisjes naar een mogelijke overwinning te schreeuwen. En dat ze kunnen lopen hebben ze de vorige malen al bewezen.

    Het parcours doorheen het prachtige panorama van de zennevallei biedt de toeschouwers trouwens de gelegenheid om de lopers gedurende gans de omloop te volgen. Aan spektakel zal het dus zeker niet ontbreken.

    Bij slecht weer kan je altijd terecht in de kantine’s (2 tenten van 48 m2) die een overzicht geven op de gehele omloop. Dus ‘weer of geen weer’ zoals men in Leest placht te zeggen, op 5 oktober mag je zeker niet ontbreken op deze sportmanifestatie.

    Langs deze weg willen we ook het gemeentebestuur bedanken die haar sportieve steun leende, enerzijds door hun belangstelling en anderzijds door het ter beschikking stellen van talrijke trofeeën. Grote dank ook aan alle handelaars die door hun geldelijke steun in natura deze veldloop hielpen financieren.

    Handelaars van Leest of omliggende kunnen echter nog hun steun verlenen door publiciteit te voeren op de vele reclameborden die op de omloop zullen aangebracht worden of hun giften in natura over te maken aan : Vloebergh Louis, Winkelstraat, en dit voor zaterdag 4 oktober te 10 uur. Tot kijk. (flyer van Vevoc)

     

    Uiteindelijk zouden niet minder dan 800 lopers deelnemen en het aantal toeschouwers werd geschat op ruim 700.

    Opvallend was het aantal deelnemers bij de pupillen jongens, die traden aan met maar liefst 154.

    “Bij al deze atleten toch één ‘Leestse hoop’, namelijk Maggy Van Hoof die beslag legde op een meer dan eervolle 2de plaats. Met meer training en een beetje meer geloof in eigen kunne moet ze volgend jaar bekwaam geacht worden om zegevierend over de streep te komen…”  (Jan Van Den Heuvel in DB, november 1975)

    Uitslagen van dorpsgenoten :

    Pupillen meisjes (78 deelnemers) : 4. Bea Van Praet, 7. Macheld Verbruggen, 8. An Muyssons, 12. Hilde Van Dam.

    Pupillen jongens (154 deelnemers) : 5. Danny Fierens, 12. Chris De Nijn, 16. Aluris Mertens, 17. Koen Verbruggen.

    Miniemen meisjes (40 deelnemers) : 6. An Selleslagh, 7. Karin De Bleser, 13. Els Duysburgh, 15. Gonda Van den Bergh.

    Miniemen jongens (110 deelnemers) : 18. Jan Verschueren, 22. Frans Lamberts.

    Kadetten meisjes (44 deelnemers) : 2. Maggy Van Hoof, 13. Lieve Lamberts, 15. Ingrid Vets.

    Kadetten jongens (146 deelnemers) : 13. Frank De Prins, 20. Marc De Prins, 26. Bart Lauwens.    

    Scholieren meisjes (26 deelnemers) : 13. Van Nobelen, 16. Rita De Smet.

    Scholieren jongens (55 deelnemers) : 16. J.P.Publie, 20. Lefevre Noël.

    Juniors – Seniors Meisjes (17 deelnemers) : 10. Annie Verbeeck

                                  Jongens  (86 deelnemers) : 21. Rudy Van Hoof, 36. Jos Lamberts.

    Veteranen (35 deelnemers) : 16. Jos Spoelders, 22. Jan Tiri.

    (De Band – november 1975)

     

    1975 – 18 oktober : Teerfeest en Nieuw bestuur KWB

                15 mensen stelden zich kandidaat voor een bestuursfunctie.

                Tijdens een daartoe speciaal gehouden vergadering op de pastorij werd het

                bestuur op basis van de behaalde stemmen als volgt samengesteld :

                voorzitter : Alfons Geerts,  mede-voorzitter : Theofiel De Prins.

                Secretaris : Jan De Wit, schatbewaarder : Robert Verbruggen, verslaggever :

                Gustaaf Publie en sportafgevaardigde : Maurice De Grijse. (DB)

    24-07-2012 om 07:53 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 – 11 augustus : Soloslim bij Gepensioneerden

                Tijdens de maandelijkse bijeenkomst van de Leestse gepensioneerden werd

                door mevrouw Diddens een “Soloslim” gespeeld.

                Haar medekaarters waren de dames Daelemans, De Prins en Lamberts.

                De inzet was 5 fr per persoon.

                Ze speelde uit met twaalf ruiten (uitgezonderd de koning) en de haas van

                klaveren. 

                “…mevrouw Diddens is steeds zeer actief geweest in de KVLV en ze was
                 daarvan bestuurslid van  1
    929 tot 1974, of 45 lange jaren, wat totnogtoe onachtzaam
                 is voorbijgegaan…”
    (DB, september 1975)           

     

    1975 – 24 augustus : Open deur te Leest

    “De helft van Leest was weer eens op wandel : drie interessante boerenbedrijven zetten hun deuren open voor het geacht publiek.

    Het eeuwenoude Hof ter Halen, het piepjonge (15 jaar) glasbedrijf van Juul De Smet en de eveneens oeroude Rendelbeekhoeve.

    De presentatie en de ontvangst waren aantrekkelijk gemaakt, zowel voor boeren als voor leken.

    Eerst kwam het Hof ter Halen aan de beurt, bewoond door de familie Vic Verschueren : een mooie oude schuur, waar enkele jonge kalveren achter een afsluiting door de bezoekers werden gekeurd.

    De schuur was voor de gelegenheid gedeeltelijk herschapen in een expositiezaal waar met behulp van schilderijen, oude kaarten en foto’s van oude documenten de geschiedenis van de leenhoeve “Van Halen” werd uitgebeeld. Aan de uitgang van de schuur trof de bezoeker een openluchtmuseum aan, volgestouwd met landbouwmateriaal. Op de binnenkoer werd aan volksdansen gedaan.

    Tweede bedrijf : Juul De Smet. ’s Zomers komkommers, ’s winters tomaten...Tentoonstelling van tomaten in categorieën, sorteermachines en zandpotmachine...

    Buiten vendelzwaaiers in volle zwier. Naast het woonhuis was een gelagzaal geimproviseerd, waar men moest aanschuiven om een plaatske te bemachtigen.

    Zo kwamen we een eindeke verder terecht in de Rendelbeekhoeve, bewoond door Frans De Prins. Sympathiek gelegen aan het water maar de vijver stond bijna droog.

    Binnen was het minder droog. Het afdak was in een openluchtcafé herschapen en de tappers hadden hun handen vol. In de ambiance van de feestelijke lampionnekes werd er gedanst op de binnenkoer met het orkest geinstalleerd op een groentenwagen. Chiromeisjes zorgden voor reidansen en duozang.

    De grote attractie op de Rendelbeekhoeve was echter het melksysteem met de vrije loopstal voor 60 koeien en de visgraathistorie. Vooral op het uur dat er gemolken werd, kon de installatie het volk niet slikken.

    Echt een mooie namiddag die feestelijk uitstierf op de knallen van de vuurwerkfusees.”

    (E.K. in De Band, september 1975)

     

    1975 – 11 september : Voorlichtingsvergadering ‘Zennevallei’.

     

    In de parochiezaal van Heffen vond om 20 uur een vergadering plaats van het actiecomité ‘Zennevallei’ : “…stortplaatsen mogen niet zomaar landschappen stuksnijden of waterlopen verpesten. Er moet gewerkt worden aan nieuwe en betere methodes om het vuil waarmee we zitten te vernietigen. Stemmen uit Eppegem, Weerde en Zemst brachten daarna in bandopname hun indrukken over hun stort. Een greep uit de intervieuws : een stank iets onbeschrijfelijk ! –Meneer, sommige nachten moeten we de ramen sluiten van de stank en de rook !  - zoutzuur – men verpest de hele streek – men loost het water in de beek geniepig – vroeger zaten hier visjes, nu is het een stinkende brij om hoofdpijn van te krijgen – wij hebben alles gedaan om de stortplaats te sluiten, toch stort men voort, ook zonder vergunning.

    Deze geslaagde avond sloot met een gesprek met de eigenaars van het bewuste stort te Eppegem. Uit dit gesprek konden we opmaken dat deze mensen alleen hun werk doen. Ze zouden er een zuiveringsstation aan over hebben om in de Zennevallei te storten.

    Het landschap zou in z’n oorspronkelijke staat teruggebracht worden. Dat het niveau vijf meter hoger zou liggen dan voordien, dat zou onvermijdelijk zijn. Op de vraag of het terrein dan niet rijp was voor industriegrond kwam geen antwoord.

    Ons standpunt blijft : een stortplaats voor industriële afval hoort niet thuis zo dicht bij de dorpskom, in een gebied dat volgens het geweestplan geklasseerd werd als natuurgebied.

           De Distel”. (De Band – oktober 1975)

     

    Datzelfde jaar in De Band (enkel jaartal bekend) wat er aan voorafging :

     

    “Tussen ‘Vrijbroek Mechelen’ en ‘het Broek’ van Blaasveld ligt als een natuurlijke schakel de Zennevallei. Bijzonder belangrijk als natuurgebied, landschappelijke rust en stille recreatie ! Daarom ijveren actiegroepen er voor natuurbehoud.

    Ditmaal is het in Heffen dat de vallei in ’t nieuws komt. Een zekere PVBA wil dit natuurgebied verfraaien met een groot stort voor industriële afval. De stortplaats zou komen tegen de Zennedijk op een 300-tal meter van de dorpskom, aan de monding van de Stenebeek. Actiecomité Zennevallei formuleerde in een open brief aan de bevolking van Heffen haar bezwaren tegen dit stort. Zwarte vlaggen werden gehesen, bezwaarschriften werden aangelegd in café’s en winkels. Op twee dagen werden meer dan 500 handtekeningen verzameld. De burgemeester, verrast door zovele reacties, beloofde een negatief advies uit te brengen met het onderzoek commodo-incommodo, maar het is uiteindelijk de ‘Bestendige Deputatie’ die beslist.

    Het actiecomité ‘Zennevallei’ zal het daarbij niet laten. Ze werkt aan een volksvergadering voorzien in september te Heffen, en zoekt contact met andere verenigingen uit verscheidene gemeenten om tot een gezamelijke actie te komen. Wij willen vrijwaren dat dit mooie landschap in een woonkazerne herschapen wordt of dat een van die schoonste hoekjes, te Heffen ditmaal, door een stort van 9 Ha teloor zou gaan.

         De Distel”.

     

    “Voor allen die zich actief bezighouden met de bescherming van het leefmilieu, is een nieuwe fase aangebroken : die van de daad. Groen- en actiecomité’s, werkgroepen leefmilieu en plaatselijke afdelingen van culturele organisaties  staan dikwijls voor moeilijke opdrachten wanneer ze in hun gemeente een mooi landschap, een bos of een waardevol gebouw willen beschemen en zinvol helpen beheren.

    Hun streven naar inspraak op gebied van ruimtelijke ordening wordt meestal niet of slechts sporadisch aangemoedigd.

    Toch werden de jongste jaren zinvolle maatregelen afgedwongen, denk maar aan de ingangspoort tot het kerkhof, het vellen van bomen op het kerkhof. De vestiging van hinderlijke bedrijven langs het kanaal. De waterverontreiniging in de Molenbeek. Het verwijderen van autowrakken in het landschap. Laatst kwam er een actie tot stand om de mooie zennevallei te beschermen. Dit is in het belang van alle Leestenaars.

    De K.V.L.V. kwam op haar vergadering over het Landelijk milieu ‘tot de vaststelling dat het onoordeelkundig uitbreiden van woonzones nadelig is voor de eigenheid van de plaatselijke bevolking en het landschappelijk schoon.

    De actie ‘Zennevallei’ werd een succes. Meer dan 20 culturele verenigingen verspreid over Leest, Heffen en Hombeek hebben in hun petitie gevraagd dat er niet zou geroerd worden aan de Zennevallei.

    Ze moet (in) haar huidige bestemming als beschermend gebied behouden. Leest zegt NEEN aan de systematische verwoesting van zijn natuurschoon ; JA aan de bescherming van de landschappelijke waardevolle gebieden. Die groeiende groep van milieubewuste mensen vragen zich af : wat nu ?

    Hierop moet Leest zelf een klaar en haalbaar antwoord geven. Want de bronnen van ons bestaan staan inderdaad op het spel. Aan de hand van een weloverwogen milieuprobleem, enkele hoopvolle initiatieven en nieuwe opdrachten zal worden gepoogd richtinggevend te zijn voor de toekomst.

    De zinvolle maatregelen die de jongste jaren werden afgedwongen, mogen voor de anderen een aansporing zijn. ‘LEEF MILIEUBEWUST’. 

     

     

    08-07-2012 om 08:40 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – 25 mei : Vevoc Volleybaltornooi

    Acht ploegen hadden zich ingeschreven voor dit tornooi dat plaatsvond op de speelplaats van de meisjesschool. Het plakket van de gemeente werd in de wacht gesleept door Vevoc 2.

    Op de tweede plaats eindigde KWB, gevolgd door Oud-Heverlee, Chiro 2, Fanfare St.-Cecilia, Vevoc 1, Chiro 1 en FC Telstar dat als laatste eindigde.

     

    1975 – 30, 31 mei en 1 juni : Lustrum : 5de Leestse Volksfeesten

                Programma:

                Vrijdag 30 mei : ter gelegenheid van het lustrum werd een mini-handelsbeurs

                gehouden (een 20-tal exposanten vulden zo’n 800 m2).

                ’s Avonds : optreden van Marva.

                Zaterdag 31 mei : voor de eerste maal een programma voor groot en klein met

                “Tante Terry” (Van Ginderen), om 20 uur Oberbayern Bierfeest met de Emiz

                Maeyerhofen Blaas en Danzkapelle.

                Animator en ook zanger : Rikske Samyn.

                Zondag 1 juni : Freddy Breck met orkest Aldila en zangeres Vivi.

     

    1975 – 20 juni 1975 - Klein-Brabant – Vaartland : (zie foto's)

                Wielrijden-Juniores te Bornem

                “40 juniores boden zich aan om van de Bornemse wedstrijd een levendige koers

                te maken. Na de klassieke vroege pogingen ontstond er half wedstrijd een ontsnapping

                van 9 renners. Onder hen plaatselijk renner Willem Thomas en Leestenaar Rudy Van Hoof.

                Tijdens de zevende ronde slonk de voorsprong van 35 naar 15 seconden.

                Toen iedereen zich aan een spurt met negen verwachtte kwam Rudy Van Hoof

                afgescheiden toe, evenals Willem Thomas die op de tweede plaats eindigde.”

     

    1975 – 29 juni : Vevoc-Fietsrally – Vertrek vanaf 11 tot 14u.

     

    1975 – 21 juli : Start Bivak chirojongens  te Langdorp.

               

    “Weet je wel, beste mensen, waarom zo’n Chirojongen voor niets ter wereld die tien heerlijke dagen bivak zou willen ruilen met een ganse vacantie in Mallorca, Nice, Pisa of aan de Noordzee ?

    Omdat we met gans de chirogroep daar zo’n heerlijke momenten vol vreugde, kleur en samenspel kunnen beleven. Zodat we al de zijden van ons eigen ikske aan al die tintelende bivakkers durven tonen.

    Ja, beste mensen, tien reuzedagen leefden we samen met ons chirovolkje.

    Na die woelige, slapeloze nacht fietsten we in de morgen naar het hoogtepunt van het chirojaar. Met onze keurig in orde gebrachte fietsen, onze extra gemasseerde spieren en onderweg een stevige hap, kregen we het voor ons onvergetelijke Langdorp in zicht. In de namiddag zouden dan al die fietsers : Aspis, Kerels, Toppers hun kleinere chirobroertjes opwachten in ons kamp ‘De Trekvogel’. Na de aankomst van de Rakkers en de kookfamilie, verkenden we als echte bivakkers de Langdorpse dennebossen. Die eerste avond moesten we dan al even dat fantastisch chiroenthousiasme kwijt in een zangstonde, waarbij misschien wel enkele kreten in Leest hoorbaar waren.

    De volgende eerste dagen, weliswaar zonder de allerkleinsten, die toffe Speelclupers, waren buitengewoon ! We leverden prachtige sportprestaties. We deden een reuze tof bosspel, een keuzeruimte was ook van de partij. We genoten van de warme zon en vergeten ook niet de ontelbare plezante activiteiten in onze afdelingen. Op vrijdag kwamen dan die toffe lolbroeken aan. Met de Speelclub erbij was onze familie volledig. We telden samen 75 kranige bivakkers.

    Dezelfde dag trokken de Aspis, Kerels en Toppers met pak en zak de natuur in, voor twee dagen.

    De Aspiranten verkenden de streek in een grote boog om ons bivakkamp. Ze sjorden een pracht van een hut om daarin te overnachten en leerden de padvinderstechnieken kennen.

    De Kerels maakten er een kompastocht van. Ze trokken van het ene coördinaat naar het andere, ze kozen een verlaten hoeve als onderdak.

    De Toppers gingen op overlevingstocht. Ze sloegen hun tenten op aan een klein poeltje. In die omgeving kwamen dan ook al hun jagerstalenten naar voor.

    De Rakkers ondernamen een ééndaagse trektocht naar Scherpenheuvel, waar ze echte verkoopstechnieken leerden, die hun naklank vonden in het verkopen van de bovenste étages van de bedden op hun slaapkamer.

    Op zaterdag trokken de Speelclub naar het domein de Vijvers in Averbode, waar ze hun hartje eens dapper ophaalden. Ze stoeiden in het water, reden op pony’s, met een klein treintje, speelden in de speeltuin, kortom een dag vol variatie.

    Die avond waren de tweedaagsen en de trektochten achter de rug. Heel duidelijk had ieder er een grote honger van gekregen. Het record frietten eten werd gebroken (tien emmers).

    Op de bezoekdag lieten we de aangekomen Leestenaars (nog nooit tevoren zovelen gezien) van onze afdelingswerking genieten. Het was een heerlijke dag met als bekroning een tof avondspel.

    De daaropvolgende dagen bewezen nogmaals dat er inzet aan te pas komt. Tussen spel, zandbergen, zandstormen, waterspelen en heerlijke zwempartijen door zorgden de Aspiranten voor een steengoed estafettespel. We vergeten ook niet de heerlijke canzonissimaavond van maandag.

    Het werd kampvuur zonder dat we het wisten. Na een laatste groepsmis en een zoveelste bezinningsmoment schaarden we ons allen rond het gezellige vuur, waar stoere kerels zoals wij een stille traan wegpinkten tezamen met onze kookfamilie, onze pater die dit jaar zijn tiende bivak achter de rug had, zongen we stil onze liedjes en voerden we onze stukjes op. Het was een bewijs dat een kampvuur een mooi maar ook een degelijk einde was voor die Reuze Tof Bivak.

    Stilletjes gingen we slapen, hopend dat het altijd nacht zou blijven, dromend dat Leest duizenden kilometers verder lag.

    Nogmaals dank aan alle Leestenaars die ons geholpen hebben dit tof bivak te mogen meemaken. We danken ook onze kookploeg, de pater in het bijzonder, ook de leiding die dank zij hun voorbereiding het bivak tot een welgeslaagd einde brachten. Ook dank aan alle Chirojongens voor dit tof samenspel.” (De Band – september 1975)   

     

    1975 – Van 7 tot 17 augustus : Bivak Chiromeisjes te St Joris-Weert

     

    “Beladen met de zon en ons fietske lieten we op 7 augustus Leest achter ons om de tot dan toe nog rustige Kluis onveilig te maken.

    Na een afmattende verkenningstocht per afdeling kroop ieder in zijn slaapzak, dit betekende dan ook het einde van onze eerste dag in ons nieuw tehuis.

    De volgende dagen amuseerden we ons reuze, zodat het veel te vroeg naar onze zin bezoekdag was. Alhoewel de zon niet van de partij was, waren de chirofans dit wel. Er werd gevolksdanst door de grootsten en de kleinsten haalden allerlei apentoeren uit.

    Maandagmorgen brachten de kleinsten al heel vroeg leute in onze nog slaperige koppen, het was immers hun eerste bivakdag.

    Dinsdag veranderden wij de Kluis in een circus. De volgende dag trok elke afdeling er op uit. De kleinsten gingen te voet, de grootsten waagden zich wat verder met de fiets. Ondanks onze vermoeidheid door de beklimming naar de Leeuw van Waterloo konden wij, aspiranten, toch nog smullen van het –naar gewoonte- lekkere eten.

    De laatste dagen vlogen voorbij zodat we, zonder het goed te beseffen, reeds hout aanhaalden voor onze laatste avond : het kampvuur. Dank zij de opkomst van talrijke chirosympathisanten en de inzet van ons allen werd het een zeer toffe en gezellige avond.

    Zondagmiddag 17 augustus vertrokken we dan in de pletssende regen (Sint-Joris-Weert weende immers om ons vertrek) naar Leest.

    Deze tien dagen leerden ons weer dat het mogelijk is om met verschillende leeftijden en uiteenlopende karakters een tof bivak op te bouwen.

    Dank aan allen die zich hiervoor inzetten !” (De Band – september 1975)

     

    1975 – 1 augustus 1975 – Klein-Brabant Vaartland : Beroepsrenners te Tisselt : Eddy Van Hoof werd tweede.

    Dit jaar kreeg Eddy Van Hoof een contract bij het Molteni-team van Eddy Merckx.

    “Wie onlangs ‘Sporttribune’ gevolgd heeft, kon maar alleen concluderen dat het voor vele renners een uitzichtloze toestand geworden is.

    Velen vinden geen plaats meer bij de ene of de andere groep of merk, anderen beklagen zich over de onderbetaalde te leveren prestaties, t.t.z. mindere prestaties en het driedubbel als te betalen vergoeding, en dan nog anderen komen er resoluut voor uit dat allerlei middeltjes

    worden gebruikt om opgepept te worden enz.

    Er was dus misnoegen vast te stellen, en er zijn er dan ook die eenvoudig de fiets aan de haak gehangen hebben, ofwel zinnens zijn er mee te stoppen.

    Het is dan ook verheugend te mogen vaststellen dat Eddy Van Hoof niet op het gladde ijs is terecht gekomen, maar opgenomen werd in de ploeg Molteni, met kopman Eddy Merckx.

    Wat bewijst zulks : eenvoudig dat diegenen die wel negatieve kritiek wisten uit te brengen op zijn prestaties –ten onrechte trouwens- de domper  op hun neus krijgen, en anderzijds dat zijn verrichtingen naar waarde werden geschat.

    Terloops moge aangestipt, dat reeds verschillende Leestenaren aan wielrennen hebben gedaan, maar het zware labeur niet hebben kunnen blijven torsen en stopten.

    Het is in feite de eerste Leestse wielrenner die de respectievelijke categorieën heeft doorlopen, steeds met dezelfde betrachting ‘volhouden en niet versagen’, en  die wil wordt thans bekroond. Dit feit zal met zich brengen dat de esbattementen nu meer naar buitenuit zullen kunnen gevolgd worden.

    Wij sturen langs deze weg aan Eddy Van Hoof onze beste wensen voor het bereikte resultaat, en daarbij een mooie toekomst.”

    (De Band – enkel jaartal bekend)

    In 1974 reed Eddy voor MIC-Ludo- De Gribaldy, in ’75 voor Molteni (met kopman Eddy Merckx), in ’76 voor Zoppas-Splendor-Sinalco (met als kopman Eric Leman) , in ’77 voor Flandria-Velda, in ’78 voor Avia-Groene Leeuw en in 1979 voor Fangio-Iso-Bel.

    In 1973 won hij te Welkenraedt de 3de rit in de Ronde van Luik en eindigde hij tweede in het eindklassement. Datzelfde jaar werd hij ook tweede in het eindklassement van de Ronde van de Provincie Namen.

    In ’75 werd hij 3de in de Omloop Schelde-Durme en behaalde dezelfde plaats in de Omloop van het Zuidwesten (Hulste/Ingelmunster). In 1976 werd hij 2de in  Ekeren en in 1977 zou de Leestse wielrenner de ‘Grote Prijs van Mechelen’ op zijn palmares schrijven. Achttien jaar nadat een andere Mechelaar, Louis Van Huyck, hem dat had voorgedaan.

    (Siteducyclisme.net)

     

    Foto’s :

    -Spurter Rudy Van Hoof kwam te Bornem afgescheiden toe en veroverde meteen zijn achtste palm.

    -Rudy Van Hoof naast streekrenner Thomas temidden van hun supporters.

    -Broer Eddy werd te Tisselt in een millimeterspurt verslagen door K. Loysch.

     







    08-07-2012 om 08:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 – 11 mei : Diefstal in chalet F.C. Telstar

                Toen schatbewaarder Willy Van Hoof het chalet van de oudste Leestse

                Voetbalvereniging wilde openen stelde hij vast dat de deur openstond.

                Met geweld opengebroken, evenals de lade van de toog.

                Er ontbrak ongeveer 300 frank in muntgeld.

                Chips en sigaretten bleven onaangeroerd.

                (VVH)

     

    1975 – Zondag 11 mei : Rust Roest bracht ‘In geweten niet belast’. (advertentie uit ‘De Band’ bovenaan)

     

    Deze vertoning stond in het teken van de tiende verjaardag van het overlijden van Staf Bruggen, een pionier van de Vlaamse toneelkunsten. Het toneelseizoen 1974-75 werd door de Vlaamse

    amateurgezelschappen het ‘Staf Bruggen-jaar’ genoemd.

     

    De recensent van ‘De Band’ hierover :

    “Ter herdenking van het 10-jarig jubileum van het overlijden van Staf Bruggen, één der meest veelzijdige en bekende Vlaamse acteurs, heeft het Staf Bruggen-comité dit seizoen in het teken gesteld van S. Bruggen.

    Om hieraan gevolg te kunnen geven heeft de toneelvereniging ‘Rust Roest’ het passend gevonden om een stuk te kiezen van een Vlaams schrijver, nl : ‘In geweten niet belast’ van Frans Cools. De enige opvoering had plaats op zondag 11 mei in de Parochiezaal te Leest.

    We kregen een lichtblauwe huiskamer voor ons met klassieke meubeltjes die de firma ‘Bel Meubel’ uit Kapelle-op-den-Bos even voor hen uitgeleend had. Rechts was er een eethoek die in het 1ste en 2de bedrijf feestelijk gedekt was en links een salonnetje met kas. Het decor was uitstekend verzorgd, behalve dan een flesje bier dat achter één van de tafelpoten vergeten was na de pauze.

    Het was een spel in vier bedrijven. Op de vooravond van Erika’s verjaardag, dochter van Sex en Dr. Werner Krauz krijgen ze onverwacht bezoek van Dr. Frans Neurath, een collega van Dr. Krauz, die tijdens de oorlog met hem heeft gewerkt in de gevangenkampen, waar zij proeven deden op Joodse gevangenen. Werner Krauz wil die tijd vergeten, daarom heeft hij er zijn familie nooit over verteld. Terwijl Dr. Neurath dit onrecht nooit heeft kunnen vergeten en daardoor aan de drank is geraakt. Ben Fisher, een jood  en verloofde van Erika, die ook is uitgenodigd op het verjaardagsfeest, ziet dat Dr. Krauz iets verborgen houdt. Dit maakt hem zo nieuwsgierig en hij komt, langs Dr. Neurath, te weten van de proeven op de weerstand van de mens aan luchtdruk. Krauz wil vermijden dat er verder nog iets uitlekt over zijn verleden en weet handig een natuurlijke dood aan Neurath te suggereren. Ben Fisher drijft Dr. Krauz in het nauw zodat deze moet bekennen.

    Hier rijst de verantwoordelijkheid van het individu tijdens de oorlog. Is men verantwoordelijk voor de daden die men onder dwang verricht, of is hiervoor eerder een ganse gemeenschap verantwoordelijk ?

    Daarom herhaalt Dr. Krauz steeds dat ‘hij in geweten niet is belast’. Deze schijnwaarheid moet hij uiteindelijk afleggen en bekennen dat hij fout is geweest.

    In de hoofdrol van Kreuz zagen we een uitstekende Guido Hellemans, zijn kunde kennende hoeft hier niets meer aan toegevoegd worden.

    Er kan alvast onderschreven worden dat de medespelers Renilde Polfliet, zijn vrouw, Mariette Verbeeck en Eddy Moortgat (als hun dochter en zoon), Pierre De Wit als Dr. Frans Neurath en Wilfried Hellemans als Ben Fisher, een mooie krachtinspanning hebben geleverd om dit zware stuk tot een goed einde te brengen, en daarin zijn zij dan ook gelukt.

    ‘’t Was wel degelijk gewaagd, maar degelijk geslaagd !’

    De regie was in handen van Alfons Hellemans, die we evenzeer prijzen voor zijn werk. In elk geval zal niemand zich die avond verveeld hebben, want het gevaar schuilde er altijd in, wanneer met liefhebbers een tragedie gespeeld wordt.”

     

    In het volgende nummer van ‘De Band’ schreef H.G. daarover onder de titel  ‘Even nakauwen op Rust Roest’ :

     

    “Wij gaan akkoord met V.M. waar zij in het vorige nummer van De Band proficiat wenst aan de acteurs van ‘In geweten niet belast’ (amaai wat een titel) om de krachtinspanning die zij geleverd hebben om het zware stuk tot een goed einde te brengen. Wij waarderen het trouwens ten volle dat er nog mensen zijn te Leest die van hun vrije uren wat kunnen afknijpen om aan toneel te doen en wij verwachten hen nog op de planken.

    Toch hadden wij liever een ander stuk gezien, dat minder kwam aandraven met zware gewetensconflicten  en met een thema dat door de werkelijkheid en de T.V. afgesleten en achterhaald is. Ik betwijfel trouwens of één van de kijkers uit de zaal in dat gewetensproces werd ‘meegesleept’ (wat tenslotte de bedoeling van toneel is, dunkt me). Hun interesse ging veel meer naar de spelers zelf dan naar de figuur die zij vertolkten.

    Daarom hadden wij liever een goeie klucht gezien die ons op zondagavond eens hartelijk liet lachen en ons voor een paar uren onze wekendaagse stress en problemen liet vergeten. Een stuk op het niveau van onze volksmensen en onze spelers.”

     

    05-07-2012 om 09:38 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – Donderdag 1, vrijdag 2 en zaterdag 3 mei :

    CECILIAFEESTEN met Europees Kampioenschap voor Brass Bands te Leest

    De inzet van deze feesten, die plaatshadden in een reuzentent in de Kouter, werd gegeven op donderdag 1 mei met de DOLLE NACHT.

    De Nederlandse succesgroep ‘The Rockets’ trad op samen met Peter West en orkest.

    Inkom 100 frank (80 frank in voorverkoop).

    Op vrijdag 2 mei werd er overgestapt naar de GEKKE NACHT . Een avond met vijf vedetten : het bekende komisch duo Gaston Berghmans-Leo Martin, animator Carlo Bertels, Ann Desender (bekend als winnares van ‘Ontdek de Ster’) met orkest en de Nederlandse popgroep ‘Bien Servi’ met Raymond van het Groenewoud.

    De daaropvolgende zaterdag besloot men met de PLEZANTE NACHT ,met de bekende BRT-presentator Jos Baudewijn, met zangeres Ingriani en haar orkest en als ‘clou’ van de avond ‘The Strangers’, de vier Antwerpse spuiters.

    Stan Gobien schreef daarover het volgende :

    “In 1975 kregen de Ceciliafeesten een ander uitzicht. Omdat de bal- en showavonden zo goed waren meegevallen, werd gehoopt dat de feesttent de

    eerste drie dagen van mei zou vollopen. Een heel pak vedetten en pseudo-vedetten was geprogrammeerd : The Rockets of het orkest van Peter

    Koelewijn, een zekere Peter West, Leo Martin en Gaston Berghmans, Anneke Desender, Raymond van ’t Groenewoud, Ingriani en nog eens een keer De

    Strangers. Jos Baudewijn, de bekende BRT2-producer was een van de presentatoren die tijdens deze ontspanningsavonden optrad.

    In een van zijn bekende liedjes zingt Raymond van ’t Groenewoud : ‘Ik heb zalen doen vollopen, ik heb zalen doen leeglopen…’ Naar verluidt heeft de zanger

    voor het laatste deel van deze tekstregel voroal inspiratie opgedaan in de feesttent te Leest in 1975. Maar ruim een jaar later wordt hij een enorme

    publiekstrekker en onbetaalbaar voor St.-Cecilia Leest…”

     

    Het allereerste ‘Europees Kampioenschap voor brassband vond plaats in Leest

    “Op de Ceciliafeesten 1975 werd het eerste Europees Kampioenschap voor Brassbands georganiseerd. Omdat deze orkestvorm op het vasteland, vooral in Nederland en Vlaanderen, ondertussen vrij bekend was geworden, werd besloten een muziekwedstrijd te organiseren waaraan uitsluitend brassbands konden deelnemen.

    Stan Gobien had in 1974 voldoende internationale contacten opgebouwd zodat een wedstrijd tot de mogelijkheden behoorde. Het werd vooral op muzikaal gebied een succes en de brassbandbeweging in Vlaanderen kwam door deze muziekwedstrijd in een stroomversnelling.

    Een paar maanden na afloop van de Ceciliafeesten ’75 kon een dertigtal leerling-muzikanten worden ingeschreven. Omdat er met plezier werd teruggedacht aan de show- en

    drumbandwedstrijd van ’74 besloot de fanfare te starten met een trommelkorps. Voor de opleiding van deze jongeren zou niemand minder dan Jean-Piet Leveugle zorgen.

    De meisjes en jongens kregen eveneens lessen notenleer en velen onder hen zouden later naar de muziekacademie of naar het conservatorium gaan.

    Na ruim twee jaar, op 2 december 1975, liepen de wegen van dirigent Frans Dierickx en St.-Cecilia Leest uit elkaar. Het ongenoegen bij sommige bestuursleden was al beginnen groeien na de concertwedstrijd van 11 mei te Tisselt, waar 85% en een eerste prijs met grote onderscheiding werd behaald. Gezien de omstandigheden, slechts één week na de organisatie van de Ceciliafeesten, was dit echter niet zo’n slecht resultaat. De sfeer werd nadien negatief beïnvloed omdat sommige Cecilianen langs de neus weg opperden dat de jeugdfanfare beter misiceerde dan de grote fanfare…

    Net als bij de vorige dirigentenwisseling had deze evenzeer consequenties voor de samenstelling van de fanfare. Weer verlieten er muzikanten St.-Cecilia Leest om het elders te proberen. Het bestuur drong bij Rik De Bruyn aan om terug de dirigeerstok in handen te nemen. Veeleer met enige tegenzin nam hij de opdracht aan. Hij besefde dat hij nog nuttig werk kon verrichten door op zijn gekende manier te werken aan de eensgezindheid bij de muzikanten. Ook deze keer lukte het. De beroering en de deining na de dirigentenwissel ging stilaan over in rust en vernieuwde eendracht.

    Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle dirigent…” (zie verder 1976 – 1 september)

     

    In De Band van juni 1975 vonden we ook een definitie van een Brassband :

    “Brass-Bands zijn volksmuziekverenigingen die noch fanfare, noch harmonie zijn. De samenstelling bestaat uit een groep koperblazers met een gewone bezetting van ongeveer 30 muzikanten. Samengesteld uit 5 eerste cornetten, een repianocornet, een bugel, 2 tweede en 2 derde cornetten, 3 althoorns, 2 baritonhoorns, 2 tuba’s, 3 trombonen, 2 es-bassen, 2 bes-bassen en tot 4 slagwerkers. Dit alles geeft een typische klankkleur, de ‘brass-sound’. “

     

    05-07-2012 om 09:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Wilfried Hellemans over Sint-Cornelis (Korneel) en zijn begankenis :

    “Ook deze heilige is geen parochiepatroon maar al sinds halfweg de negentiende eeuw is hem in Leest de opmerkelijkste verering toebedeeld. Hij kreeg er een beeld, een begankenis op Tweede Paasdag en een altaar in de zuidelijke zijbeuk.

    Sint-Cornelis of Korneel (°?, +253), bisschop en eenentwintigste paus (251-253), stierf in ballingschap te Civita Vecchia (Italië).

    Zoals elders werd (en wordt) hij in Leest aanroepen tegen de ‘stuipen, de vallende ziekte, de lammigheden en geraaktheden’ of tegen de ‘stuipen, jichtigheden en  vallende ziekten’.

    In een anoniem negentiende-eeuws brochuurtje wordt zijn litanie zo aangekondigd : ‘Litanie ter eere van den Heiligen Paus en Martelaar Cornelius. Bijzonderen Patroon tegen de Stuipen, Jichtigheden en vallende ziekten; wiens H. Relikwieën met grooten toeloop en devotie geëerd worden, en wiens bijstand vuriglijk aanroepen wordt in de parochiale kerk van den H. Nicolaus te Leest.’

    Zijn in Leest vereerde beeld, gemaakt door de Mechelse beeldhouwer P.J.Tambuyser en gepolychromeerd door Loos, werd aangekocht in 1840. De heilige draagt boven zijn albe een cingel, een stool en koormantel; hij wordt voorgesteld als paus met staf in de rechterhand en een tiara op het hoofd. In zijn linkerhand houdt hij een hoorn.

    Het broederschap van de heilige kwam er twintig jaar later onder pastoor A. Joris.

    Tien jaar later, in 1870, werd het nieuwe altaar geplaatst. Op deze creatie van de gebroeders Vijt uit Niel staan fragmenten uit het leven van de heilige en ook de zegening met de relikwie wordt er voorgesteld zoals die in Leest nog steeds gebeurt. Dat dit altaar er dat van St-Niklaas ‘verstootte’ zegt veel.

    Zijn jaarlijkse begankenis op Tweede Paasdag begon een honderdvijftig jaar geleden. In 1855 bestond ze zeker : op 13 juni 1855 verleent aartsbisschop Engelbertus kardinaal Sterckx ’40 dagen Aflaat aan alle Christen Geloovigen, die met devotie zullen lezen de (…) Litanie ter eere van den voorschreven Heiligen Cornelius’. Dat staat te lezen in het eerder genoemde brochuurtje.

    …

    Ca. 1900 en mogelijk al eerder waren de ‘goddelijke diensten’ op paasmaandag te 6, 7, 8 en 9 uur. De ‘plechtige Hoogmis’ was om 10 uur en het lof om 15 uur. ‘Na de Goddelijke diensten vereering der kostbare relikwie van den H. Cornelius.’

    Is er sedertdien veel veranderd ? Wel, al meer dan een halve eeuw verloopt de begankenis –naar eigen getuigenis- als volgt.

    Van paasmaandag tot Beloken Pasen staat het met bloemen en kaarsen versierde beeld van de heilige net voor het midden van het kerkschip binnen een stevige houten afsluiting (met deurtje) op zijn voetstuk. Op paasmaandag zelf ordende tot voor twintig jaar een houten, hoog en doorzichtig staketsel voor de kerkpoort het vlot binnen-en buitengaan van de kerk.

    Nog steeds wonen een respectabel aantal bedevaarders de eucharistie bij. Onder pastoor F. Beuckelaers (1911-1946) waren die te 6, 7, 8, 9 en 10 uur; onder zijn opvolger J.B. Coosemans (1946-1966) om 6, 7, 8, 9 en 10 uur plus de hoogmis om 11 uur. Veel jaren werd die laatste opgedragen door Leestenaar pater K. Emmeregs, alias Sinjoorke. Een plechtig lof met kinderzegen was er op paasmaandag en op Beloken Pasen om 15 uur. Dat alles stond én in de krant én in zwarte en rode inkt op witte affiches. Later verminderde natuurlijk het aantal vieringen : in 1985 bv. vonden ze plaats om 8, 9, 10 en 11 uur en in 2001 nog om 9, 10 en 11 uur en in 2007 om 10 en 11 uur. Voor de plechtige en muzikaal goed verzorgde eucharistieviering om 10 uur zat (en zit) de kerk goed vol. Een plechtig ‘lof met kinderzegen’ bleef behouden op Tweede paasdag om 15 uur.

    Voor en na de eucharistie en het lof staan de bedevaarders omheen de afsluiting, kussen de relikwie die de rondgaande priester hun aanbiedt en gooien offergeld op de vloer binnen de omheining. Daarna kan men driemaal biddend rond het beeld en/of rond de kerk stappen. Wat een beperkte groep bedevaarders nog altijd doet.

    …

    Blijkbaar ‘beeweegden’ sommige mensen af en toe ook in de loop van het jaar. Ze ‘gaan op de pastorij vragen welke boete ze moeten onderhouden. Er wordt dan een boete opgelegd naargelang ieders devotie.’

    Maar ze zijn nog meer blijken van verering.

    Zo liet pastoor Beuckelaers door E. Steyaert in 1924 een glasraam plaatsen op het koor met deze voor Leest belangrijke heilige. Het werd aangebracht langs de epistelkant tegenover dat van Sint-Niklaas.

    Behalve affiches (minstens twee verschillende) bestaan er ook drie soorten medailles, geslagen op last van de broederschap en/of de kerkfabriek : de kleinste is een zilveren en de twee andere zijn in nikkel.

    Eénmalig werd een prentje uitgegeven : ‘Een steentje voor het Parochiehuis van Leest’ met vooraan het beeld van de heilige. Achteraan stond een gebed en informatie over het broederschap. Het was gedrukt in bruine inkt en kostte vijf frank.

    Het Davidsfonds gaf in 1975 een sepiakleurig vaantje uit, het eerste en tot nog toe enige. Voor 20 frank ontving men een unieke lino van kunstenaar G. Herregods.

    Vijftien jaar later kon men witte kaarsen kopen met een Korneeltekening erop van weer G. Herregods met de tekst : ‘150 j./Begankenis/ h. Cornelius/ 1840 – Leest 1990’.

    Dat het Davidsfonds in 1990 een Korneelbier en het ‘Posse-Leest-Comité in 2001 een witte vaan met een voorstelling van de heilige verkocht, mag aanvullend vermeld worden : het bewijst de populariteit van de heilige in het dorp.

    Wat in dit boek uiteraard niet besproken wordt is het kermis- en jaarmarktgebeuren. Vooral dit laatste is, onder impuls van de VZW ‘Posse Leest’, uitgegroeid tot een fenomeen waar een massa volk op afkomt. Waar de jaarmarkt tot 1990 rond 13.00 uur afgelopen was en op sterven na dood was, duurt ze sinds 1992 een volle dag en bestrijkt het hele centrum. Op paasmaandagen met zonnig en warm weer kwamen de jongste jaren vijfentwintig à dertigduizend mensen –in 2007 sprak men van veertigduizend- naar Leest-Dorp. ‘Posse Leest’ haalt dan ook jaarlijks de media, tot en met het regionale T.V.-station voor Mechelen-Turnhout (RTV).

     

    Het broederschap van de heilige Cornelius (1860)

    Oprichter was pastoor Joris (1854-1864). In het parochiearchief berust een dun schoolschrift waarop geschreven staat ‘Broederschap van den Heiligen Cornelius in de Parochiale Kerk van den H. Nocolaus te Leest’. De eerste persoon werd erin genoteerd in 1860. Tot voor kort liet nog haast jaarlijks een enkel iemand zich inschrijven in het broederschap.

    Uiterst zelden werd dit broederschap door de deken opgeschreven en voor het eerst na meer dan vijftig jaar (1913). Van dan af (tot 1931) wel meer en geregeld met het ledenaantal. Zo telde het in 1918 vijfhonderddertig leden, aantal dat zachtjes steeg tot vijfhonderdvierennegentig (in 1927).

    Op het prentje (zie afbeelding) met het Leestse Corneliusbeeld, verkocht (in 1950) om de bouw te steunen van de Leestse parochiezaal, staat :  ‘Inschrijving in de Broederschap van de sakristij. Jaarlijkse bijdrage 5 fr. Talrijke Missen worden opgedragen tot de inzichten van de leden’. En nog een verwijzing naar de concrete verering van de heilige in Leest.”

    (‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’, 2009, Wilfried Hellemans) 

     

    Afbeeldingen :

    -De Gotische kevie waarin dieren werden geofferd.

    -Het prentje uit 1950.

     





    04-07-2012 om 07:02 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 -  31 maart : Tweede Paasdag – Het Davidsfonds pakte uit met een tentoonstelling met als thema “Leest.” In het maandblad van Milac was voordien een oproep verschenen om memorabilia :

    “Misschien had u er totaal niet aan gedacht. Doch, in de loop van het jaar 1925 werden te Leest de eerste stenen gelegd voor een plaatselijke Davidsonderafdeling. Ook al zijn de prestaties van deze vereniging op het ogenblik erg gering, tot voor wereldoorlog twee was Davidsfonds Leest één der meest bloeiende verenigingen in de gemeente.

    Herinneren we gewoon aan de formidabele 11 juli vieringen die in onze gemeente plaats hadden.

    …

    Ondertussen willen we u voorbereiden op de jaarlijkse tentoonstelling op tweede paasdag, die naar we hopen het reusachtige succes van verleden jaar nog zal overschrijden. Als onderwerp kreeg deze zesde paasmaandag tentoonstelling mee : ‘EEN LAATSTE KEER LEEST !!’

    Inderdaad in de loop van dit jaar of begin volgend jaar zal Leest als gemeente ophouden te bestaan. Hieraan willen de bestuursleden van uw Davidsfondsafdeling ruchtbaarheid geven.

    Doch, voor de zesde keer, vragen wij u medewerking. Wij zoeken: foto’s, afbeeldingen, platen, oude voorwerpen, kortom van alles dat met Leest verband houdt.

    Wij zoeken merkwaardige feiten, verhaaltjes van Leest en allerlei merkwaardigheden waaraan wij kunnen bouwen.

    Wist u b.v. dat in 1907 Leest 51 café’s kende en nu nog 10 ?  Zou het niet aangenaam zijn van elk van deze zaken foto’s of aandenkens te zien.

    Doch, voor de zoveelste  maal moeten wij het herhalen, wij vragen uw medewerking. Wij zijn ervan overtuigd dat deze oude zaken voor u een grote waarde hebben en je ze niet graag zou kwijtgeraken bij een tentoonstelling, daarom garandeert het Davidsfonds u een speciale verzekering voor al wat u in hun handen, voor 1 dag, geeft.

    En, wees niet egoïstisch, iedereen ziet graag zijn eigen op iets oud eens terug. Mogen wij er dus op rekenen dat u, die bepaalde merkwaardige zaken over Leest weet, of in uw bezit hebt, contact opneemt met de bestuursleden van het Davidsfonds.

    Wij danken u bij voorbaat en beloven u, met uw hulp, een beeld van wat Leest voor ons betekende.

          Verbruggen Tom, Soors Karel, Mollemans Martin.”

     

    In de 1ste jaargang van ‘het Vaartland’ (1975) publiceerde Jos De Keersmaecker “Paasmaandag te Leest – Volksdevotie tot de H. Cornelius.”

     

    “Eén van de populairste heiligen in het Vlaamse land is wel de H. Cornelius, paus en martelaar. Hij werd afgebeeld met een staf in de ene en een koehoorn in de andere hand. Hij is één der vier Maarschalken, beschermheilige en noodpatroon tegen koorts, kinkhoest, draaiïngen in het hoofd, verlamming, cholera, en het hele gamma van demonische ziekten, zowel van mens als dier.

    ‘H. Cornelius, paus ende martelaer, bidt voor ons, besondere patroon teghen de stuypen, alle vallende sieckten, draeyinghen van hoofde en gevaerlyck vaeren en meer andere diergelycke sieckten en plaeghen soo menschen als van beesten’, zegt het bedevaartvaantje van Doel.

    K. van Nyen ‘H. Cornelius, een volksheilige in ’t Vlaamse land’, vermeldt 99 begankenisplaatsen. Het zijn ze echter nog niet allemaal. Wie bedenkt hoe groot en geducht in vroeger tijden deze kwalen waren –de kindersterften schrikwekkend hoog, toen er nog geen medische wetenschap kon tegenovergesteld worden- en de dood daarom meestal als fatale afloop had, verklaart maar al te wel de grote verspreiding van al die devotieplaatsen en toevluchtsoorden tot Sint Cornelius.

    ‘Comt tot Cornelius al met een vast betrouwen

    Hier is medecyn voor kinders, mans en vrouwen.

    Ook alle soort van vee dat ergens is besmet

    Wordt door Cornelis, door kracht van syn gebet

    door ’t hoogste Majesteyt bevrijd ofte genesen.

    Hoopt en betrouwt in hem : hy sal u trooster wesen.’

    Reeds van in de 12e eeuw vindt men ten onzent sporen van de devotie tot St. Cornelius en dan vnl. te Ninove. Dat blijkt uit een verklaring van Nicolaus, bisschop van Kamerijk in 1139. De relieken zijn van uit Rome overgebracht naar Lyon, Compiègne (in 857) en Cornelimünster op de Inde bij Aken. Deze abdij werd het grote uitstralingscentrum dezer verering en waar met bijzondere zorg ook de drinkhoorn van de heilige bewaard werd en waaruit destijds de bedevaarders gewijd water konden drinken. Volgens Mathias Zender zou Ninove en Ronse het vertrekpunt van de Corneliusviering in Vlaanderen zijn geweest. Er bestond ook een Liber Miraculorium S. Cornelii Ninivensis, een mirakelboek. Het is bekend dat de abdij van Cornelimünster hier in Brabant en Vlaanderen belangrijke keizerlijke domeinen bezat, o.a. te Nijvel, Puurs en vnl. Ronse. Volgens de Acta Sanctorum van de Bollandisten schonk zij aan het Kapittel van Ronse een deel der relikwieën van de H. Cornelius. Het is tijdens de tocht met die relikwieën voorbij Ninove dat de Norbertijnen aldaar enkele daarvan bekwamen.

    Het bezit van relikwieën was de eerste vereiste voor het ontstaan en de bloei van bedevaarten. Het was ook een lucratieve bron van inkomsten. Een echte handel werd er gedurende de Middeleeuwen in gedreven –zelfs hardhandige strijd werd er voor geleverd. Relikwieën werden ook verhuurd. Zo werd het relikwieschrijn van Ninove tot in het land van Waas processiegewijs gedragen.

    Van hieruit verspreidde zich de cultus door heel Vlaanderen, vooral in de parochies die van de abdij afhingen.

    Eigenaardige gebruiken kenmerkten de begankenissen tot de H. Cornelius : de tempelslaap (incubatio). Zelfs reeds gekend bij de oude volken. Het opwegen van het eigen lichaamsgewicht in graan, was en vlas, dat moest bijeengebedeld zijn. Dit berust op de primitieve opvattingen dat aan gevonden, gebedelde of gestolen voorwerpen, bijzondere kracht wordt toegeschreven. ‘Soe wat menschen die besmet zijn met Sente Cornelis sieckte, sy moeten hem lieden weghen ende gheven alzoe vele Coorens als sy swaer weghen met wasse, vlasse, goud ende seluere’. Alzo te Ninove, Lier, Aalter, Adinkerke. Zoals dit ook nog elders gebeurde te Brugge voor St. Godelieve ; te Geel bij Sinte Dymfna eveneens was voorgeschreven. De overal voorkomende geplogenheid –ook te LEEST- van het offer van dieren, als konijnen, duiven, kippen, of van vlas en graan, vindt wel zijn oorsprong in de middeleeuwen, toen de cynzen en offers in ‘natura’ betaald of opgedragen werden. Geld was in die tijd schaars en praktisch niet in omloop bij de gewone man. Het paste in dat agrarisch domaniale stelsel.  Ook het vroegere volksgeloof dat stuipen en vallende ziekten aan toverij of aan duivelse machten toeschreef, verklaart het oeroude offer van een ‘Zwarte hen’, het gewone duivelsoffer.

    Elders nog kent men de ‘pelgrimshen’ –de geofferde hen die terug mee naar huis genomen wordt- en de ziekten van het hof zal weren. Men kent nog verder ‘het levende hert’.

    In de meeste begankenisplaatsen heerste nog tot voor korte tijd het volksgebruik en het offeren van dieren.

     

    Devotie en begankenis tot Sint Cornelius te Leest

    In Klein-Brabant en het vaartland waren vooral Leest en Sint Amands bekend als de bijzonderste begankenissen tot Sint Cornelius. Buiten de ‘seskens’ waren deze plaatsen in het bijzonder bekend voor ‘vallende ziekte’. Kleine beewegen, maar minder bekend waren ook : Eikevliet, Ruisbroek, Mechelen, Hellegat.

    Evenals te Diegem werd te Leest de H. Cornelius bijzonder aangeroepen tegen de stuipen en de vallende ziekte. De 2de Paasdag is de grote begankenisdag. Vanaf 5 uur ’s morgens stroomde het volk reeds toe. De Hoogmis is om 10 uur. Eerst gaat men bidden voor het beeld van de heilige – dat bij die gelegenheid midden in de kerk ter verering opgesteld wordt.

    Zoals op vele andere plaatsen deed men hierna drie maal al biddend de ommegang rond de kerk, dan driemaal rond het kerkhof. Daarna ging men te zegenen in de kerk. Rond het beeld stond er een ijzeren grille. Binnenin bevond zich de pastoor en die bood de relikwie ter verering aan. Het volk werpt de blauwe briefjes binnen in de afsluiting en deed zelfs de nikkeltjes boven het hoofd van de priester rinkelen.  Ex-voto’s werden niet geofferd, wel levende kippen en duiven, evenals varkenskoppen en hespen. Gedurende de hoogmis werden de offergiften achteraan in ’t gestoelte van de kerkmeesters geplaatst : de dieren in de houten kevie, die nog te zien is.

    Op 2de Paasdag 1935 werden slechts 2 kiekens en een koppel duiven geofferd, vertelt J. Geussens. Na de mis bracht de koster de geofferde kippen en duiven buiten het kerkportaal en vroeg : ‘Zijn er nog liefhebbers voor den offer ?’ Een boer gaf 5 fr., kreeg de kip of de duif even in de hand en gaf ze terug. Hij offerde op die manier.  En vijf boeren offerden op dezelfde wijze achtereenvolgens dezelfde kip tot dat de boer die ze eerst geofferd had, er 20 fr. voor bood  en de kip terug mee naar huis nam, waar ze, zoals hij later vertelde al de andere tegen de kwaal moest vrijwaren. Al drie jaar offerde hij dezelfde kip.

    Een zeer oud en merkwaardig gebruik dat nog in onze kinderjaren bestond was het volgende. Kreeg een kind de stuipen, dan liep men, terwijl de kleine in een bad gestoken werd (gewoonlijk de marmit), en zijn voetjes vol mosterd omwikkeld, vliegensvlug naar een beroepsbedevaardster, die daarvoor bekend stond. Bij ons was dat o.a. Mie van Leires. Men huurde er langs de straat of in de dorpsschool negen kleine jongens die de beeweg moesten  meemaken (er waren ook 9 soorten seskens). In de school zaten er in die tijd soms wel veertig en meer in één klas, daarom was men wel eens content er van enkele af te zijn, en men merkte dat zo niet. Onder geleide van het vrouwmens trok de bende op –in de zomer gewoonlijk barvoets. Wellicht berustte deze geplogenheid op de opvatting dat er van onschuldige kinderen een grotere heilkracht uitgaat dan van volwassenen. Bij de terugkeer kregen de kleine mannen dan gewoonlijk een paar koperen centen. Boeten en beloften doen, behoorden eveneens tot een der geplogenheden. Met Paasmaandag eveneens begint de novene en kan men speciaal gewijd water bekomen.

    Over de oorsprong in de oudheid van de Cornelius-devotie te Leest hebben we weinig bijzonderheden. Wel vonden we op de pastorij nog een resterend exemplaar van de ‘Litanie ter eere van den Heiligen Paus en Martelaar Cornelius, bijzonderen patroon tegen de stuipen, jichtigheden en vallende ziekte, wiens H. Relikwieën met grooten toeloop en devotie geeërd worden en wiens bijstand vuriglijk aanroepen wordt in de parochiale kerk van de H. Nicolaus te Leest.’

    ‘Tot troost van degene die aan de stuipen zijn onderworpen en bevangen met lammigheid of vallende ziekte en voor eeneigelijk om door de voorspraak van den Heiligen Cornelius geholpen en behoed te worden.’

    Het stuk is van 13 Junius 1855, goedgekeurd en aanbevolen en met 40 dagen aflaat begunstigd door de Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen. Het spreekt vanzelf echter dat die devotie en de toeloop heel wat ouder is. Dat de toeloop tijdens de jaarlijkse begankenis de 2de Paasdag inderdaad zeer groot was, blijkt uit een brief van 21 maart 1905 van een jaarlijkse Mechelse bedevaarder. Hij heeft het nl. over die grote toeloop van gelovigen, die problemen schiep voor het drukke verkeer op de dorpsplaats. Maar vooral aan de ingang van de kerk, die te nauw was om die massa ineens door te laten in het begin of bij het eindigen der goddelijke diensten. Er moet daar telkens zulk ‘onmenschelyk’ gedrang geheerst hebben, dat er ongelukken moesten van komen. Het was evenmin stichtend met het ‘geschreeuw der kinderen en gehuil van groote menschen, ja zelfs grove woorden en verwenschingen, welke niet stichtend zijn in het portaal eener kerk’.

     

    De volksbeewegen met hun begankenissen, met hun tradities en gebruiken waren eens een stuk kleurrijk en onvervalst volksleven en een kapitaal element in onze cultuurgeschiedenis. En het volksgeloof dat wortelt in eeuwenoude tradities –een bron om de ware volkspsyche te leren kennen. Het traditionele volksgeloof is een van de belangrijkste elementen van de volksmentaliteit en de volksbedevaarten voor ziekten van mens en dier, één van de meest karakteristieke uitingen van het volksgeloof in ons land, zegt M. de Meyer.

    Vele begankenissen, bedevaarten en beewegen zijn te niet gegaan omdat ‘het lijdend voorwerp verdwenen is, en het onderwijs de mens ontwikkeld heeft’. Er is een uitgebouwde medische voorziening. Er is ook het teloorgaan van de algemene godsdienstzin en vele geestelijken hebben geen oog meer voor deze devote volkspraktijken. De tijden liggen nu anders, besloten gemeenschappen –zowel socio- als religocultureel zijn in volle afbouw. Het past ook niet meer in het kerkelijk cultus-patroon sinds Vaticanum II, die een Beeldenstorm heeft teweeggebracht waar de Geuzentijd slechts kinderspel bij was. Een onvervangbaar cultuurpatrimonium is verkwanseld, soms voor een bord linzensoep, en jammerlijk teloor gegaan. Zovele kleinodiën van veldkapellekens –die spijts afbraakwoede en rampspoedige tijden nog zo talrijk het sacraal landschap sieren- en waaromheen eeuwen van rust en vrede wieroken, leiden een verkommerd en vereenzaamd bestaan.

    Doch de impuls tot de bedevaarten, zegt Prof. De Keyser, komt uit de diepten van de algemene menselijke geest. En zoals het ook in de aard ligt van het Vlaamse volk en de beewegen niet alleen vergezeld zijn van boeten, maar ook van feesten en plezier ; nu ook is het toerisme ingeschakeld, ziet men vele van die vroegere begankenissen herleven. We noemen slechts Beerse, Edegem, Aalter, enz. Alle St. Corneliusbegankenissen met de aloude geplogenheid van het dierenoffer, en het openbaar bij opbod verkopen dezer dieren en andere offeranden.

    Het is in die zin dat het Vaartland met enkele enthousiaste lieden van Leest het initiatief genomen heeft om de gekende St. Corneliusviering met zijn religo-volksgeplogenheden terug nieuw leven in te blazen.

    Inderdaad op 2de Paasdag gaat Leest weer zijn Cornelius vieren. De kiekens, duiven en konijnen en varkenskoppen zullen terug in de oude kevie van de kerk kunnen geofferd worden. Het beeld van de heilige zal terug al monkelend zijn ereplaats krijgen. Er zal weerom grote toeloop zijn tijdens de Hoogmis om 10 uur.

    Bovendien wordt een tentoonstelling gepland over de geschiedenis en de iconografie der gemeente ‘een spieghel van Leest in ’t verleden’, alsmede een uitbeelding van de devotie tot St. Cornelius.

    Tot slot wordt een St.-Corneliusbedevaartvaantje ontworpen, dat zal te verkrijgen zijn.”

     

    Afbeeldingen :

    -Ongedateerde affiche van ‘Posse Leest’.

    -De Heilige Cornelius.  





    04-07-2012 om 06:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – 1 februari 1975 : Overlijden van oud-burgemeester Miel Verschueren.

                “De Band” publiceerde in maart een “In Memoriam” :

                “Een goed en geliefd mens ging heen !

                De mare van zijn overlijden op 1 februari l.l., één dag voor zijn geboortedag,

                deed zich als een donderslag gevoelen.

                Daags tevoren bracht hij nog door in familiekring, om in dezelfde nacht, rustig en

                kalm, in den Heer te ontslapen.

                Een dienstvaardig mens was de gemeente Leest ontvallen.

                Hoevelen hebben geen beroep gedaan op hem ; immers stond hij volledig ter

                beschikking van iedereen, en hoevelen werden er niet geholpen ?

                Dienstvaardigheid aanzag hij als de grootste plicht !

                Het werd een grandioze uitvaart , een overtalrijke menigte had er aan gehouden

                hem ter kerke te vergezellen.

                Onder treurmarsen, uitgevoerd door de Koninklijke Fanfare St.-Cecilia, waaraan

                hij gans zijn leven had gewijd, trok de droevige stoet langs de Leestse straten ter

                kerke toe waar de schoolkinderen een haag vormden en meewarig toekeken.

                Bij de intrede van de Sint Nikolaaskerk werd door het zangkoor de Intredezang

                aangeheven...(...)

                Alvorens het huis Gods te verlaten werd door de heer Polspoel, eerste schepen,

                namens de gemeente, en door een afgevaardigde van de Kon.Fanfare St.-Cecilia

                een afscheidswoord gesproken waarin de mens, van wijlen Emiel Verschueren,

                werd belicht. Dit gebeurde mits de toestemming van Z.E.H.Pastoor.

                Bij het verlaten van de kerk werd het TEN PARADIJZE gezongen.

                Op de dodenakker namen de muzikanten en omstaanders afscheid.

                EEN GOED EN GELIEFD MENS GING HEEN!”

     

    1975 – 4 februari : Herbergierster bedreigt

                In de late avond van 4 februari werd Anny Bruylants, Dorpstraat 1, in haar

                herberg bedreigt door een man uit Kapellen-op-den-Bos die zij kende als

                zekere C. Op een bepaald  ogenblik toonde de man een pistool in zijn

                binnenzak. Uit schrik voor gebeurlijke wraaknemingen weigerde ze aangifte

                te doen. Veldwachter Van Hoof kwam er achter dat de man in zijn woonplaats

                zeer ongunstig bekend stond en in staat geacht werd het pistool te gebruiken.

                De garde verwittigde de B.O.B. van Vilvoorde. (VVH)

              

    1975 – 22 maart : Voetbal – Vevoc tegen Pluto op terrein vv leest

                23 maart : idem wedstrijd tegen KLJ Liezele

                29 maart veteranen vevoc tegen veteranen vv leestc

     

    1975 – 11 maart : KVLV – Reisje naar Brussel

                46 KVLV-vrouwen van Leest, Hombeek en Heffen bezochten onze hoofdstad.

     

    1975 – Zaterdag 22 maart : Rudy Van Hoof won nieuwelingenwedstrijd te Leest

    Een kille regen maakte de wedstrijd hard en onder de 44 deelnemers waren er twee Leestenaars : Jan Geerts en Rudy Van Hoof.

    Voor Van Hoof was het zijn laatste wedstrijd bij de nieuwelingen. Uiteindelijk klopte hij zijn drie medevluchters in de spurt.

    Jan Geerts werd vijfde.

    Rudy Van Hoof is de jongste zoon van Louis en Elodie Selleslagh en de broer van Eddy die in ’75 een contract zou ondertekenen bij Eddy Merckx.

    Zoals zijn broer zou ook Rudy de overwinningen bij de jeugdcategorieën aaneenrijgen.           

     

    Foto ‘s :

    -Ere-Burgemeester Miel Verschueren

    -Rouwbrief van Miel Verschueren.

    -Annie Bruylants in 1980.

    -Advertentie in het Leestse Milac-blad.

    -Rudy Van Hoof na één van zijn overwinningen tussen familie en supporters.











    27-06-2012 om 10:50 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    De drumband van de Kon. Fanfare St.-Cecilia in 1980  (foto ‘Leest in Feest’ van Stan Gobien)

     

    1975 – De Bleukens in de Zennevallei

                In 1975 publiceerde Leefmilieu Leest in De Band enkele gegevens over de

                Leestse “Bleukens” : (n.a.v. de potentiele woonwijkuitbreiding)

                “Het landschap dat u vanuit de Kouter kan bewonderen, was vroeger een geheel

                van vloeibeemden die ’s winters gans onder water stonden. Vandaar typische

                plantengroei en aangepaste vogels.

                Planten: zeldzame en uiterst zeldzame planten : gele lis, engelwortel,

                vlasleeuwebek, wespenorchie, bereklauw, fluitekruid en dagboekoeksbloem,

                pinksterbloem en vele andere.

                Dieren: rijk aan vogels : de blauwe reiger, groene specht, kievit, torenvalk,

                waterhoen, blokeend, steenuil kun je er dagelijks zien. Zeldzame doortrekkers of

                broeders : kiekendief, sperwer, velduil, buizerd, houtsnip, rietzanger.

                Werden er nog gezien : boomvalk, koekoek, karekiet.

                De laatste visarend werd 20 jaar geleden hier neergehaald. De jager kreeg een

                foto in de krant. Gelukkig zijn de tijden veranderd en worden deze vogels

                beschermd.

                Zoogdieren: haas, konijn, egel, muskusrat, hermelijn, bunzing, wezel.

                Dit landschap wordt bedreigd door een woonwijkuitbreiding te Leest en door een

                stort te Heffen !

                U kunt wel denken dat deze mooie rustige natuur er weldra aangaat ondanks

                protesten van “groencomitees en actiegroepen”.   

     

    1975 – Oprichting Trommelkorps K.Fanfare St.-Cecilia

     

    “…in 1968 werd een fanfarekostuum aangekocht. Toen bestuursleden naar het buitenland op verkenning gingen om een eigen wedstrijd te organiseren en ook bij een deelname aan marswedstrijden werd vastgesteld dat de toonaangevende verenigingen er beschikten over majorettes en dikwijls over een trommelkorps. Voor een majorettenkorps was het bestuur niet gewonnen omdat vermoed werd dat de jongedames na een zekere tijd zouden afhaken en dan moesten vervangen worden. Als gevolg daarvan zouden weer nieuwe uniformen moeten aangekocht worden en de kosten zouden te hoog oplopen. Al in de dirigeerperiode van Theo Fierens werden daarom jonge slagwerkers opgeleid. Later waren er zelfs heel wat voorstanders  om een trommelkorps, destijds een ‘kliek’ genoemd, op te richten. Dat trommelkorps zou ook zonder de fanfare kunnen optreden. Het trommelkorpsproject ging definitief van start toen Jan-Piet Leveugle in 1975 werd aangetrokken als instructeur slagwerk. Er werd gehoopt dat de trommelaars later makkelijker zouden overschakelen naar de fanfare en eventueel een koperblaasinstrument zouden bespelen. Daarom werden er in de slagwerkklas ook lessen notenleer gegeven. Het trommelkorps oefende dikwijls op straat en daardoor zagen en hoorden de Leestenaars dat de fanfare veel ‘buitenkwam’.

    De leden van het trommelkorps waren Ingrid en Sonja Alewaeters, Maggy De Borger, Alfons De Hertogh, Patrick De Hondt, Walter De Kunst, Christel De Maeyer, Carla De Prins, Brigitte De Smedt, Christel Huysmans, Bart Lauwens, Ilse Lauwens, Marleen Lauwers, Michel Leveugle, Monique Mees, Carine Peeters, Rudy Peeters, Serge Piessens, Ann Robbens, Yves Robbens, Karin Schillemans, Louis Thijs, Linda Van Alsenoy, Edy Van Asch, Nancy Van Camp, Marc Van de Rasieren, de latere drumbandleider Walter Van de Venne, Ann Van den Vondel, Eric Van den Vondel, Ann Van Roy, Paul Van Roy, Wendy Van Steen, Danny Vercammen, Pascale Vercammen, Krista Verschuren, Nancy Verschuren en Liesbeth Voet.

    Toen Jan-Piet Leveugle fanfaredirigent werd, stelde hij alles in het werk om de leden van het trommelkorps zoveel mogelijk om te scholen tot koperblazers. Er is een periode geweest dat heel wat van deze jongeren tegelijkertijd lid van de drumband, daarnaast lessen koperblaasinstrument volgden en zelfs in de fanfare meespeelden. Muzikale wandelingen werden vanaf dat moment voor deze muzikanten doorgaans een karwei. Uit noodzaak werd het trommelkorps omgevormd tot een drumband. Geleidelijk aan ging deze zich specialiseren in het geven van concerten in zalen.

    In de eerste afdeling haalde de drumband ‘St.-Cecilia’ Leest op 30 september 1984 op het Belgisch kampioenschap in Landen 90%, een eerste prijs met grote onderscheiding.

    Toen Jan-Piet Leveugle het voor bekeken hield om St.-Cecilia Leest te dirigeren, werd er ook geen moeite meer gedaan om de drumband in leven te houden en werd deze opgeheven. Er was nog uitsluitend aandacht voor concertoptredens van de fanfare. De meeste drumbandleden zijn niet naar de fanfare overgekomen. Ofwel hebben ze de muzikale activiteiten stopgezet ofwel zijn ze uitgeweken naar andere muziekverenigingen.”

    (Stan Gobien – Leest in Feest)    

     

    1975 – Januari : KVLV Startvergadering

     

    “Op de eerste vergadering van ons nieuw werkjaar mochten we als vormingswerker volksvertegenwoordiger Michel Van Dessel begroeten. In naam van de plus minus 80 aanwezigen werd hij hartelijk verwelkomd door mijnheer pastoor die de vergadering inzette met een kort gebed, om hierna aanstonds het woord te geven aan de spreker.

    Bij het onderwerp ‘landelijk milieu’ werden de verschillende vormen van levenswijze van 75 jaar geleden tot op heden aangehaald. Hij maakte ons attent op de snelle evolutie van de laatste jaren. Met tal van voorbeelden wist hij heel en al de aandacht te boeien, zoals :

    -voor 75 jaar liepen slechts de besten school tot 11 jaar, tegenwoordig zit 80% van de jeugd op de schoolbanken.

    -vroeger huwden de mensen laat : grote kinderen waren een bron van inkomsten voor het gezin, nu zijn ze een bron van grote uitgaven.

    -toen leefde men in een afgezonderde gemeenschap : er was weinig relatie tussen stad en dorp. Nu leeft 75% van België verstedelijkt…

    Het bleef niet alleen bij woorden over het landelijke : de proost toonde ons een prachtige reeks dia’s over ons eigen dorp. We stonden perpleks over al dat mooie in eigen streek. Ook was onze eigen dorpskerk er op te zien, maar dan geschilderd door een van onze eigen dorpsgenoten. …”

    In 1975 organiseerde de KVLV bezoeken aan Brussel, Geel en een reis naar Londen met de Hovercraft.  

     

    1975 – 25 januari : Jaarlijks teerfeest - Breugelavond Vevoc-Chiro. 

                In de parochiezaal in de Kouter. Breugheliaanse avond met pensen, kop, boerenbrood…

                Prijs : 200 frank per persoon.

                Er was gevraagd om zich te kleden ‘gelijk in den tijd van de Heren van Zichem’.

    25-06-2012 om 13:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1974 – 8 december :

    Rust Roest bracht ‘Wat doet mijn vrouw van twee tot vijf’ van Ladislas Fodor.

     

    “deze laatste voorstelling van dit blijspel was een succes omdat de zeer talrijke aanwezigen op de twee voorstellingen tevreden waren op menig gebied. Hiermee is helemaal niet gezegd dat de voorstelling feilloos was. De toeschouwers hadden (hopelijk) kritiek, wij ook. We zullen trachten het aantal fouten te verminderen door onze eigen en uw kritische opmerkingen (ons tijdens terloopse gesprekken overgemaakt) als opbouwend element te gebruiken, en door gewetensvol verder te boetseren aan het eigen ik en de maatschappij langs het geheimzinnige medium, dat toneel heet.

    Blijft voorlopig allen die meegewerkt hebben aan deze voorstelling –op welke wijze ook, want de intermenselijke wisselwerking is raadselachtig-  te danken, zeer erkentelijk te danken. U toeschouwers danken wij, want wij hebben u nodig, toneel zonder toeschouwers is zinloos. Maar ook u heeft ons nodig, toneel behoort tot de aangeboren behoeften van de mens. Toneel is een spiegel waardoor men zichzelf corrigeert of corrigeren kan.” (Guido Hellemans in De Band)

     

    1974 – 15 december : Gemeenteraad – Subsidies voor Leestse organisaties

               

                Toelagen aan Jeugdverenigingen:

                                                                 1973             1974                1975

                K.L.J-Jongens                            1.000             1.000               1.000

                K.L.J.-Meisjes                          1.000            1.000               1.000

                Chiro Jongens                          5.000             2.500              4.000

                Chiro Meisjes                           3.000             2.500              4.000

                Boerenfront                             1.000             1.000              1.000

                Boerengilde                              1.000            1.000              1.000

                Veldwachtersbond                    1.000            1.000              1.000

     

                Toelagen ontspanningsinstellingen,enz.:

                Boerinnegilde                           1.000            1.000               1.000

                K.W.B                                       1.000            3.000               1.000

                Davidsfonds                               4.000            4.000               4.000

                Rust Roest                                 1.000            4.000               4.000

                Gepensioneerden                     5.000            5.000               5.000

                Milac                                         1.000            1.000               2.000

                Vevoc                                       1.000            1.000               1.000

                Fanfare Sint Cecilia                  7.500          20.000            10.000

                Oud-Soldaten                            1.000            1.000               1.000

                K.G.B.                                        1.000            3.000               3.000

     

                Toelagen aan Sportverenigingen:

                FC Telstar                                  5.000            5.000               5.000

                De Luchtreiziger                       1.000            1.000               1.000

                De Snelle Vlucht                       1.000            1.000               1.000

                Het Vliegend Wiel                    2.500            2.500               2.500

                Wipmaatschappij                      2.000            1.000               1.000

                VV.Leest                                       --               1.000             10.000

                Leefmilieu                                 2.000            2.000               1.000

     

                In dezelfde gemeenteraad werden ook de belastingen verhoogd.

                Voor de plaatsing van kermisvermakelijkheden werd de prijs per vierkante meter

                vastgesteld op 10 fr. Voorheen was dat 5 frank.

                Een paspoort kostte vanaf nu 25 fr en voorheen slechts 5 fr.

                Een kinderpaspoort : 5 fr zonder en 10 fr met plastiek zakje.

                Huisvuilbelasting steeg van 150 naar 300 fr.

                De belasting op drankgelegenheden van 100 naar 1.000 fr en een begrafenis

                voor personen van buiten de gemeente ging van 5.000 naar 10.000 fr.

     

    1974 – Op 31 december telde Leest 2046 inwoners, de gemeente was 933 Ha groot,

                er waren 600 woningen en 113 landbouwers.

     

     

     

     

    22-06-2012 om 08:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1974- 12 oktober : Aangetekende brief naar de Gouverneur

                Die dag stuurde de VZW Heemkundige Kring van het Vaartland met adres

                Stationsstraat 3 Willebroek een aangetekende brief naar de gouverneur van de

                provincie Antwerpen ivm het ontwerp van het gewestplan Mechelen.

                “...dienen absoluut als woongebieden met culturele, historische en

                esthetische waarden te worden opgenomen in het Gewestplan :

                -de typische dorpskern van Heindonk...

                - de dorpskern van Klein-Willebroek...

                Ook vragen wij met aandrang dat volgende natuurgebieden als “landschappelijk

                waardevol gebied” in het Gewestplan worden opgenomen :

                -het historisch landschap van het natuurpark het Broek...

                -de landschappen van de Abeek-Molenbeek en de Zenne te Hombeek, LEEST en

                Heffen. En wel zoals zij in het voorontwerp gewestplan Mechelen 1969 werden

                voorzien , namelijk als gebieden die wegens hun landschappelijke waarde

                bijzondere zorg behoeven (daarom die “bijkomende bepalingen”).

                (...)”

                Was ondertekend door J. De Keersmaecker, voorzitter en L. Schurmans,

                secretaris van  de Heemkundige Kring van het Vaartland.

     

    1974 – Zaterdag 19 oktober : Zilveren Jubileum KWB Leest

                De viering van het 25-jarig bestaan van KWB Leest werd ingezet met een mis

                opgedragen door pastoor Lornoy, de nieuwe proost van de vereniging. Hij werd

                bijgestaan door de vroegere proosten De Schutter, De Decker, Van Dessel en

                pater Clementiaan en de mis werd opgeluisterd door het gemengd zangkoor.

                Op het gemeentehuis werden het bestuur en 8 jubilarissen door de voltallige

                gemeenteraad ontvangen.

                Met 105 waren ze om in “Ons Parochiehuis” de viering verder te zetten.

                Meerdere sprekers kwamen aan bod, allen steeds ingeleid door Fons Geerts.

                Eretekens werden uitgereikt aan de acht jubilarissen : A. Van den Brande, Louis

                Solie, Leopold Van den Heuvel, Frans Lamberts, Jules Geens, August Mollemans,

                Gerard De Mesmaecker en posthuum wijlen Louis Verbruggen.

                Het menu bestond uit gebakken forel, tomatensoep, rosbief-gebraad, vier soorten

                groenten + kroketten.

                Het feestgebak werd geserveerd met 25 brandende kaarsen. 

                Er konden frisco’s bekomen worden en ook de sigaren ontbraken niet.

                Toen was het tijd voor “ten dans” en dit liep uit tot ruim 3 uur in de ochtend...
                (DB, november 1974)

     

    1974 – 19 oktober : Folklorebal KVLV

               

    “We hadden ze zien zitten in de avondmis, die 19de oktober. Pittoresk aangekleed en het was fijn. 50 jaar vierden ze nu voor iedereen. Het zou een bal in de ‘oude trant’ worden, zo stond  er geschreven en ik kan niet ontkennen, dat onze Leestse KVLV er niet in gelukt zou zijn. Immers die erbij zijn geweest getuigen hiervan en hun getuigenis is waar en ze weten dat ze de waarheid spreken. Het was er gezellig en met spijt in het hart zijn we er weg gegaan. Maar ja schone liedjes duren niet lang. Het hoogtepunt van de avond was wel, toen moeders en dochters gingen volksdansen. Het moet heel wat moeite gevergd hebben om het zo goed te doen en ik neem er dan ook m’n hoed voor af en geef ze er nog een dikke pluim ervoor bij. Maar alsof dit alles nog niet genoeg was, kwam er nog wat bij. Hebt u ze ook gegeten, die mosselen, echt waar, ik wist niet dat onze vissers zulke smakelijke mosselen konden vangen, en als er een kok in de zaal was, wel die zal de bereidingswijze wel hebben opgeschreven.

    KVLV heeft haar viering erop zitten, men heeft er heel wat werk voor over gehad en het is voorwaar een feit geworden waar men binnen 50 jaar nog in geuren en kleuren zal over spreken. Het is een echt gezellig bal geworden waarvan niemand spijt van zal hebben gehad er heen

    te zijn geweest, men kan alleen spijt hebben er niet bij te zijn geweest.

    Een zo actieve vereniging in ons dorp kan alleen maar een stimulans betekenen voor anderen.  En ze mogen er zeker van zijn, als ze nog wat inrichten, ik kom ook.

    Verslaggever ter plaatse”. (De Band, november 1974)

     

    1974 – 26 oktober : Jaarllijks Groot Bal K.F. Sint-Cecilia

                Vanaf 21 uur in zaal Sint-Cecilia met optreden van het orkest ‘Lelax Music Clan’
                onder leiding van Marcel Sterckx.

     

    1974 – 9 november : In de zaal Forum te Hombeek organiseerde de supportersclub

                van de Leestse wielrenner Gustaaf Van Cauter een wielerbal met John Horton

                en zijn orkest. (KH)   

     

    1974 – 16 november : Voetbalmatch Vevoc-Familie Lefever

                De wedstrijd begon om 15u op het terrein van VV Leest.

     

    1974 – 17 november : Chiro Familiefeest met inhuldiging nieuwe meisjeslokalen

     

    1974 – 2 december :  Vevoc                                Leest, 2 december 1974

     

    Beste vrienden,

     

    De langdurige regens hebben de landbouwers hun werk geweldig achteruit gesteld.

    Ook bij Rik Muysoms, één van onze zeer actieve leden is dat het geval.

    Daarom doe ik beroep op vrijwilligers om zaterdag 7 december hem in blok een dagje te gaan helpen. Wij komen samen op het dorp om 7u45, telaatkomers komen naar de Alemstraat te Leest. Mochten er van onze leden nog zijn die buiten ons weten met dergelijke moeilijkheden zitten, gelieve mij dan te verwittigen.

    Beste groeten en tot zaterdag.

    Louis” (Vloebergh) (flyer voor de leden van Vevoc)

     

    17-06-2012 om 06:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1974 – 15 en 16 september : Tweedaagse bedevaart naar Lourdes van de Parochiale Vrouwengilde. Opnieuw werd er geopteerd voor het vliegtuig.

     

    1974 – 15 september : Hengelkampioenschap ’74 K.F.St.-Cecilia

    Was Florent De Smet in augustus nog primus in de eerste reeks te Blaasveld, ditmaal was het de beurt aan Stan Gobien die er te Humbeek in slaagde 27 vissen boven te halen met een totaal gewicht van 1.500 gram. Hij werd koningvisser 1974. In de eindstand ging hij Albert Robijns en Ludo Robbens vooraf. (DB,oktober 1974)            

     

    1974 – 22 september : Parochiale Vrouwengilde wordt Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen (KVLV) (Wilfried Hellemans, ‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’, 2009)

     

    1974 – 28 september :  Vevoc Uitstap naar Bierfeesten Wieze

                Beperkt tot 50 deelnemers. Inschrijvingen bij Dirk Leemans. Prijs autobus : 100 frank.

    1974 – 6 oktober : Chiro-Vevoc JEUGDCROSS

    “Op 6 oktober trappelden 522 jongen en rijpere crossers bemodderd en bespat (zoals het hoort) door en over de Leestse velden, beken en Zenneboorden, dapper pogend een trofee of één van de talrijke waardevolle

    prijzen in de wacht te slepen. De organisatoren Vevoc-Chiro konden zich voor de 2de uitgave van deze jeugdcross –vergeleken bij de toch reeds geslaagde primeur van vorig jaar- verheugen op een groeiende belangstelling bij publiek en deelnemende groepen. Zij mochten verwelkomen :

    Plaatselijke verenigingen :

    -Jongens- en meisjesschool

    -Telstar en V.V. Leest

    -Jongens- en meisjeschiro (120)

    -Boerenbond en Vevoc

    Uit het omliggende:

    -Chiro Hofstade, Weerde, St.Jan Berchmans, Mechelen, Battel, Londerzeel, Tisselt, Opwijk, Heffen, Hombeek, Kapelle-op-den-Bos.

    Atletiekgroepen :

    -K.V. Mechelen, Racing Mechelen, KAJ Blaasveld, Meerstraat Sportief Londerzeel, St.Ther. College Kapelle-op-den-Bos.

    Meerdere individuelen.

    UITSLAGEN :

    Pupillen – Jongens                 Meisjes

    1.De Win Dirk, Leest.             1.Jennis Kristel

    2.De Laet Hans, chrio Lerest 2.Van Bael Marleen

    3.Bessens Luc, chiro Opwijk  3.Verbeeck Linda, chiro Leest.

     

    Miniemen -  Jongens             Meisjes

    1.Engels Jan, KV Mechelen    1.Somers Erna, chiro Hofstade

    2.Vranckx Marc                     2.Geroms Griet

    3.Julien Gunter, Hombeek     3.Van Hamme Viviane, chiro Londerzeel

    Klassement: chiro Hofstade   Klassement : chiro Leest.

     

    Kadetten -  Jongens                Meisjes

    1.De Keyzer J.P.,KV Mechel.  1.Van Acoleyen Ingrid, Londerzeel

    2.Peeters Herman,S.T.K.        2. Van Hoof Maggy, chiro Leest

    3. Jacobs Herbert,ch. Heffen 3. Van Buggenhout Leo, Londerzeel

    Klassement: chiro Battel        Klassement : Meerstr. Sportief Londerzeel

     

    Scholieren -  Jongens             Meisjes

    1.Behets Marc,ch.Homb.       1. Schaerlaeken, chiro Leest

    2.Verbeeck Hans,ch.Tiss.       2.Moortgat Martine, chiro Leest

    3.Beukelaers Ludo,ch K.Bos   3. Van Hamme Maria

    Klassement: chiro Battel        Klassement : Chiro Kapelle-op-den-Bos

     

    Seniors – Juniors

    1.Van Waeyenbergh              1. Patteet Gina, chiro Leest

    2.Van Win Nicolaas                2.Gijsbrechts Rita

    3.Van Win Willy                     3.De Backer Els, Vevoc Leest

    Klassement : KAJ Blaasv.        Klassement : chiro Leest.

     

    Veteranen :

    1.Van Utterbeeck Herman, chiro Heffen

    2. Govaerts Frans

    3.Verbeeck Johannes

    Klassement : chrio Heffen.

     

    Plaatselijke chiro Leest behaalde 4 klassementen. De Wisselbeker voor de verenigingen van Leest bij de seniors-juniors, geschonken door Jean VAN DAM, werd gewonnen door jongens chiro Leest.

    Nog even een ‘dankjewel’ voor :

    -meneer pastoor (ter beschikking stellen van zaal en toebehoren)

    -het gemeentebestuur voor de wimpels

    -de eigenaars van landen en beemden van het parcours

    -het Vliegend Wiel voor gebruik van de afsluiting, het ter beschikking stellen van materiaal, podium, tent, enz.

    -de schenkers van prijzen voor lopers en tombola

    -de bijzondere actieve medewerking van chiroleiders- en leidsters, aspi’s en vevoccers bij voorbereiding en opruiming. En last but  no least voor duiveltjedoetal (pater Damiaan), proost van chiro en vevoc, aan wie wij hoofdzakelijk de voortreffelijke samenwerking chiro-vevoc te danken hebben.

    Eens te meer is bij deze sportmanifestatie gebleken dat bij intense samenwerking van verschillende verenigingen  het succes haast bij voorbaat verzekerd is. Moge dit voor onze kleine landelijke gemeente, waar voor 5 jaar terug toch maar weinig sportactiviteiten te bespeuren vielen, een aansporing zijn om meer en meer aan sport te doen.

    Louis Vloebergh”. (De Band, november 1974)

     

    1974 – 9 oktober : Overlijden van Witte pater Albert Jozef ‘Jef’ Selleslagh

     

    “Jef werd geboren in de Bist (nu : Witveld) als tweede oudste van negen kinderen. Na humaniorastudies in Hoogstraten trad hij in bij de Witte paters van Afrika te Boechout (1937) waar hij twee jaar filosofie studeerde.

    Zijn noviciaat, één jaar, deed hij in Varsenare en theologie studeerde hij vier jaar lang te Heverlee. Daar werd hij priester gewijd op 10 april 1944. Zijn eremis deed hij te Leest op 16 april datzelfde jaar.  Omdat hij door de oorlogsomstandigheden niet wegkon, studeerde hij één jaar aan de K.U.Leuven ‘psysische aardrijkskunde van Congo’ en…tandheelkunde (1945).

    Datzelfde jaar scheepte hij op 20 juli 1945 te Antwerpen in als missionaris naar (B)urindi (vicariaat Nogazi) en kwam er aan op 31 augustus. Drie maanden leerde hij er Kirundi, de inheemse taal, op de missiepost Busiga. Dan begon zijn missioneringswerk en zijn werk in de onderwijssector. Achtereenvolgens verbleef hij te Ruganza, te Kitongo, te Katara en Musigati.

    Omwille van een noodzakelijke heelkundige ingreep na een voetkwetsuur kwam pater Jef in juni 1953 over naar België. Een jaar later kon hij terug naar Karusi (Burundi).

    Van Karusi werd hij overgeplaatst naar Muhanga (1957). Hij had er hartklachten maar werd niettemin overste te Chibitoke (1959) wat hem zeer beviel. Even was hij te Gihanga (januari 1960) en keerde omwille van zijn hart terug naar België. Toch ging hij opnieuw naar Burundi en werd schoolaalmoezenier, later diocesaan aalmoezenier te Rugari (1961-68).

    Op 1 juni 1968 verliet hij Burundi definitief als missionaris waar hij zoveel had gerealiseerd in de onderwijssector, de pastoraal, de catechese en de predikatie. Iedere zondag na de mis was hij er zelfs…gelegenheidstandarts.

    Terug in België werd hij godsdienstleraar aan de vrije technische school te Borgerhout en was één jaar tegelijk zondagsonderpastoor te Kalfort-Puurs.

    Getroffen door een hartinfarct stierf hij toch nog onverwacht in het Sint-Elisabethziekenhuis te Antwerpen op 9 oktober 1974. Zijn uitvaart vond plaats te Leest op 14 oktober waar hij ook begraven werd. Daar werd zijn grafsteen (in 2002) verwijderd.

    (Wilfried Hellemans, ‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’ – 2009)

     

    “…Enkele weken geleden heeft een blanke niet ver van mijn missie Karusi een leeuw geschoten. Die was er met een koe van onder getrokken. De mensen waren dan de blanke gaan halen die het beest met één kogel neerschoot. Het wijfje was er niet bij, en heeft dan nog enkele dagen rondgelopen, en heeft op een tiental kilometer van hier nog een oude vrouw opgesmuld…” (Brief vanuit Karusi 1956)

     

    Albert Jozef Selleslagh was te Leest geboren op 8 mei 1917.

    “Opgegroeid in een diepkristelijk gezin, leerde hij van jongsaf de veilige weg gaan, die leiden zou naar het priesterschap. Met liefde en ontzag was hij opgegaan naar het altaar en werd missionaris in Burundi, naar de inzichten van zijn goddelijke Meester. Zichzelf vergetend, vol ijver, tot de laatste dag, in en voor zijn Technische School, voor zijn parochie Kalfort-Puurs, heeft hij gewoekerd met de talenten, die Ons Heer hem had gegeven. Ontstellend klonk dan ook voor ons het bericht van zijn overwacht heengaan. ..”  (woorden uit zijn gedachtenisprentje)

     

    Foto’s :

    -Het gezin van Lode Selleslagh-Leonie Verbergt. Bovenaan als derde van links Pater Jef. Vader Selleslagh speelde 60 jaar lang tuba en trombone bij de fanfare ‘Arbeid Adelt’ en leerde aan de jongens uit de Bist een instrument te bespelen. Hij was ook één van de medestichters van de Landelijke Gilde te Leest. (LG,blz. 305)

    -Uitnodiging bijwoning Eremis.

    -Albert Jozef ‘Jef’ Selleslagh tussen zijn  vader Louis ‘Lode’ en moeder Leonie Verbergt. (foto : LG blz. 322)

         







    13-06-2012 om 11:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!