Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    04-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – Woensdag 8 september : Brass Band optreden te Leest

                georganiseerd door de Kon.Fanfare St.-Cecilia met de Rochdale Band uit

                Engeland. Dit met medewerking van BRT 2 Omroep Antwerpen en het

                gemeentebestuur van Leest.

                Het concert ging door in het parochiaal centrum aan de Kouter.

     

    1976 – 20 september : Stichting Kunstkring VOETSPOOR

                Met een zeer actief Davidsfonds, met de bedrijvige toneelkring“Rust Roest”, met de
                fanfare Sint-Cecilia, 
    kwam de Leestenaar op cultureel vlak goed aan zijn trekken.

                Op initiatief van de beroepsschilderes Friede Willems kreeg Leest ook een eigen

                kunstkring “Voetspoor” genaamd.

                Friede Willems, woonachtig in de nieuwe wijk in de Kouter, wilde contacten

                leggen met plaatselijke kunstenaars om op die manier gedachten of ideeën uit

                te wisselen.

                In Georges Herregods, Flor Meyers en Karel Soors vond zij medestanders die

                bereid waren samen te werken rond drie belangrijke doelstellingen.

                1. Een stimulans zijn voor de leden van de werkgroep.

                2. Tentoonstellingen organiseren –ook buiten de stad- met de bedoeling een

                breder publiek vertrouwd te maken met kunsttentoonstellingen.

                3. Organiseren van werkvergaderingen, studiebijeenkomsten, jeugdateliers

                en uitstappen.

                Friede Willems wou de kerngroep bewust beperkt houden om een zo groot

                mogelijke beweeglijkheid  aan de dag te kunnen leggen. Met een talrijke  

                groep was dat volgens haar niet mogelijk.

                Om die reden werd doelbewust gekozen voor een formule van “gasten”, die

                regelmatig zouden worden uitgenodigd. Zo kregen ze steeds een andere

                stemming op hun activiteiten.

                De benaming “Voetspoor” was afkomstig van een “lees”, een karrespoor, daaruit

                zou de naam Leest ontstaan zijn : “het eerste voetspoor voor het ontstaan van het

                dorp”.

     

                De in 1950 geboren kunstenares liep school in Dendermonde waar ze ook de

                academie volgde. Nadien volgde ze plastische kunst te Jette en zes jaar lang de

                leergangen aan de Mechelse Academie waar ze in 1975 als laureaat eindigde.

                In 1973 kreeg ze de 2de prijs van de jonge Dendermondse kunstenaars voor haar

                schilderkunst.

                Friede Willems hield van schilderen met olie en zocht haar onderwerpen

                vooral in figuren, portretten en voor de afwisseling waagde ze zich soms aan

                bloemen. Ze had haar atelier boven het postgebouw, naast het oude gemeentehuis

                van Leest.

     

                Op 11 april 1977, tweede paasdag, stelde de nieuwbakken kunstkring voor het

                eerst tentoon in de stedelijke jongensschool Scheerstraat Leest.           

                Naast werk van Friede Willems, was er ook werk te bewonderen van meester

                Floriaan Meyers, aalmoezenier Georges Herregods en Karel Soors.

                Het werd meteen een voltreffer.

                Zeer veel Leestenaars vonden de weg naar de tentoonstellingsruimte.

                Dit succes zorgde ervoor dat “Voetspoor” besliste ieder jaar met een grote

                tentoonstelling uit te pakken.

                In 1978 werd het een tentoonstelling rond “Het jaar van het Dorp”, 1979 “Het

                jaar van het Kind”, vormde de aanleiding om enkele jeugdatelierdagen te

                organiseren waaraan 67 kinderen deelnamen. De tekeningen en keramiekwerkjes

                van deze kinderen werden eveneens op de jaarlijkse tentoonstelling aan het

                publiek voorgesteld.

                In 1980 “Het jaar van de vrouw” werd naast het werk van de leden ook

                keramiekwerk van vier vrouwelijke keramiekers gebracht.

                Datzelfde jaar realiseerde de werkgroep de versiering naar aanleiding van de

                feestelijkheden die Leest op touw zette ter gelegenheid van de honderdste

                verjaardag van Stanne Van den Broeck.

                In 1981 kregen enkele jongeren de kans hun werk te laten zien en het jaar nadien

                betreurde men het overlijden van één van de leden, Flor Meyers, wat evenwel niet

                belette een tentoonstelling op te zetten met akwarellen van Yvan Van der Haegen

                en bloemstukken van Hugo Somers.

                In 1983 was de kartoonist Goal gast-exposant en in 1984 werd een Alfred

                Ost-tentoonstelling georganiseerd.

                Onder de gast-exposanten onthouden we de namen van : o.a. Frans Croes,   Jan

                Hermus, Emiel De Leers, Marijke Van Kenhove, Jan Casteels, Lutgard Moons,

                Yvan Vanderhaegen, Frie en Krista Leemans, Mieke Selleslagh, Chris Van Praet,

                Hugo Somers.

     

    Foto’s :

    -Achtereenvolgens werk van Karel Soors, Georges Herregods, Flor Meyers en Friede Willems.

     









    04-09-2012 om 11:33 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 5 augustus : Dit is de datum van een Koninklijk Besluit (verschenen in het BS van

                28/9/1976) waarbij het gewestplan Mechelen definitief werd vastgelegd en waarin

                werd gestipuleerd dat de ZENNEVALLEI in het landschappelijk waardevol

                bosgebied ligt.

     

    1976 – 15 tot 21 augustus : Vevoc ging op Bivak

                Bestemming : het ‘Vissershuis’ te Geel-Zammel.

     

    “Het Vevoc-bivak is een gezinsbivak dat wil zeggen dat de kinderen zeker niet mogen gezien worden als een beletsel om mee te gaan, maar eerder als een stimulans. En als je nog een beetje trekkers-, chiro- of Vevocbloed hebt, dan probeer je natuurlijk het onmogelijke om mee te gaan, is het niet voor de ganse periode, dan toch voor een gedeelte ervan. Bovendien betekent het een aanvullende, goedkope vacantie voor ons en onze kinderen, want ons eigen potje koken, is nog steeds goedkoper dan op restaurant gaan eten. In augustus zal het kampvuur dus ook voor Vevoc branden in de avondschemering van onze mooie Kempen en zal het woord ‘bivak’ voor Vevoc geen herinnering weergeven maar een uitkijken naar de toekomst.”

    (De Band, januari 1976 ‘Jaarverslag’)

     

    1976 – 22 augustus : Brand van een perceel bosgrond

                De zogenaamde “dreef” in de Grote Heidestraat (Sectie A, nr.99), bestaande

                uit licht kreupelhout en struikgewas stond in lichtelaaie. Een hevige wind

                zorgde voor een snelle verspreiding.

                Eerste Schepen Henri Van den Heuvel, tevens oppasser van deze gronden,

                verwittigde de brandweer die het vuur na enkele uren kon blussen.

                De dreef was eigendom van Guilbert Asselbergs uit Brussel.

                (VVH)

     

    1976 – 25 augustus : Ongeval te Leest met fatale afloop

                “Op de Juniorslaan te Leest reden dinsdag twee auto’s frontaal op elkaar in.

                Eén der chauffeurs, Frans Diddens, 67 jaar, Dorpsstraat 17 te Leest, werd

                zeer zwaar gewond en naar het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen overgebracht

                waar hij woensdagnamiddag bezweek.

                De tweede chauffeur, Georges Delmotte, Fonteinweg 6 Heffen, werd slechts

                licht gewond.”  (GvM-27-8-1976)

     

                Frans Louis Diddens was te Leest geboren op 17 juni 1909 en gehuwd met Maria
                Mathilde Vloeberghen.

                Hij was oudstrijder van 1940-45 en Erelid van VV Leest.

                ‘Niemand weet wat de dag brengt.

                Je staat op

                goedgeluimd

                boordevol plannen :

                ‘ik moet nog dit, ik moet nog dat’

                -véél meer dan één dag gevuld kan zijn…

                En plots

                één seconde is voldoende :

                een ongeluk, zegt de volksmens

                verwikkelingen, zegt de medicijnman

                de eeuwige ontmoeting…

                Alles stort ineen

                alles valt stil

                alles moet worden herdacht…

                God, de stilte van de dood

                die overledene aan overlevende bindt

                breekt Gij open.

                ‘Bemint elkaar’

                is voortaan de nieuwe naam

                waarmee je hem moogt noemen

                waarin we samen verder gaan.’   (uit zijn gedachtenisprentje) 

     

    1976 – 27 augustus : Bestuursvergadering Vevoc

                Verwelkoming van twee nieuwe bestuursleden : Alfons Huysmans en Frans De Decker.
                 Water Lefever was ontslagnemend.

     

    1976 – 1 september : Jan Piet Leveugle werd de nieuwe dirigent van de Kon.Fanf.

                St.-Cecilia.

                “Onmiddellijk werd van start gegaan met een 30-tal jeugdige mensen om als

                trommelaars op te leiden en tegelijkertijd de leer van de volksmuziek

                (notenleer) tot in de puntjes in te studeren.

                Na nauwelijks een kleine twee maanden noeste arbeid was de dirigent bereid

                mede te dingen aan het Provinciaal toernooi van Fedekam – Antwerpen, dat

                ingericht werd te Mechelen. Dit gebeurde op 24 oktober 1976.

                Resultaat was de titel : “Kampioen van de provincie Antwerpen in 3de

                afdeling”.

                (G.v.M., 12 oktober 1979)

     

    “Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle dirigent van de fanfare St.-Cecilia.

    Hij had ondertussen bewezen wat hij waard was als slagwerkinstructeur, als leraar notenleer en als dirigent. Hij kreeg direct het volle vertrouwen van het bestuur, van Rik De Bruyn en de muzikanten. De nieuwe dirigent kreeg nog een belangrijk ander voordeel. Veeleer om psychologische redenen dan om muzikale mocht hij met de fanfare in de derde afdeling beginnen. Omdat er ondertussen jonge muzikanten waren bijgekomen, was dat in deze omstandigheden waarschijnlijk de beste oplossing. Op de eerste repetities van Jan-Piet Leveugle werd in ’t bijzonder aandacht besteed aan de ademhalingstechniek, het gelijktijdig aanzetten van de verschillende instrumentengroepen en aan de toonjuistheid. Amper na twee maanden trad de fanfare op in een provinciale wedstrijd te Mechelen. Hier werd de provinciale titel behaald in derde afdeling. Een half jaar later werd meegedaan aan het provinciaal kampioenschap in de tweede afdeling en hier werd de titel behaald met lof van de jury. Dankzij deze voor de meeste muzikanten vrij makkelijke wedstrijden ontstond er een goede sfeer. Door het enthousiasme en de bezieling van de groep was er een basis om de volgende jaren wat meer inspanningen te vragen aan de muzikanten.”

    (Stan Gobien, ‘Leest in Feest)

     

    Jan-Piet Leveugle werd in 1943 te Nossegem geboren en kreeg reeds op zesjarige leeftijd zijn eerste muzieklessen van zijn vader Paul Leveugle, bij de fanfare ‘St.-Cecilia”’ Nossegem, die daar dirigent was.

    In 1950 was hij al muzikant in deze vereniging en kreeg verdere lessen voor slagwerk aan de Muziekacademie te Etterbeek. Op veertienjarige leeftijd behaalde hij een eerste prijs notenleer en slagwerk aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. In 1969 behaalde hij een eerste prijs voor kamermuziek bij Jef Alpaerts. Verder studeerde hij orkestdirectie bij Fernand Terby te Antwerpen en harmonie bij Peter Cabus en André Laporte te Brussel. Hij behaalde een eerste prijs in 1978.

    Van 1957 tot 1970 was hij achtereenvolgens verbonden aan het Nationaal Orkest van België, het Groot Symfonisch Orkest van de BRT en de Philharmonie van Antwerpen.

    Als leraar slagwerk werkte hij aan de Muziekacademie Willebroek, het Stedelijk Conservatorium Mechelen en de Kunsthumaniora van het Koninklijk Conservatorium te Brussel.

    Als dirigent was hij verbonden vanaf 1975 aan de Brass Band Midden-Brabant, de Koninklijke Fanfare ‘Moed en Volharding’, Heist-op-den-Berg, de Socialistische Harmonie ‘Arbeid Adelt’ Puurs en vanaf ’76 St.-Cecilia Leest.

    Met de Brass Band Midden-Brabant werd hij meerdere malen Belgisch kampioen en was ook meerdere malen vertegenwoordiger van ons land bij de Europese Brassband Kampioenschappen, toen nog in de Royal Albert Hall in Londen.

    Met de Leestse fanfare zou hij provinciale titels behalen en Belgisch Kampioen worden. Op 2 juli 1978 was hij met de K.Fanfare St.-Cecilia Leest op het 8ste Wereld Muziek Concours te Kerkrade (NL) en behaalde in de 3de afdeling 311 punten, goed voor een 1ste prijs. Met dezelfde fanfare trad hij in 1981 op tijdens het 9de Wereld Muziek Concours te Kerkrade, dit keer in de 2de afdeling en behaalde 324 punten, goed voor een 1ste prijs met lof van de jury. Beide malen werd St.-Cecilia Leest Wereldkampioen in deze afdelingen en in de sectie fanfare.

    Erg belangrijke overwinningen werden daarnaast behaald op het Nationaal Tornooi van de stad Brussel in 1982 en op de Grote Prijs van de Lions Club in 1983.
    Jan-Piet Leveugle nam ontslag als dirigent van St.-Cecilia Leest op 12 maart 1985 omwille van perikelen rond de deelname aan het Wereld Muziek Concours te Kerkrade in de hoogste afdeling voor fanfares.

    Samen met zijn vrouw Ghislaine Poedts richtte hij te Willebroek een muziekhandel op, die aanvankelijk de naam ‘Muziek-Center Willebroek’ droeg en later veranderd werd in ‘Traxon Music’ en uiteindelijk vertrok naar Brussel. Intussen werd deze muziekhandel ‘Traxon Music Brussels’ door de volgende generatie gedreven.

    (Wikipedia en ‘Leest in Feest’)

     

    Foto’s :

    -Henri Van den Heuvel. Deze historische foto werd genomen in het gemeentehuis in 1971 toen de Blekken de stem van ‘Heinke van Tien’ nodig hadden in de gemeenteraad voor o.a. de benoeming van Stan Gobien tot schoolhoofd. Heinke was gehospitaliseerd en werd toen met bed en al naar het gemeentehuis gebracht.

    -Jan-Piet Leveugle





    13-08-2012 om 08:33 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 5 augustus – Gazet van Mechelen :

     

                “Honden-Hotel van Jan Peutermans in Leest

    “ “Gijlie komt juist op het uur dat ik gewoonlijk met mijn vrouw Arlette het aperitief neem. Een whisky soda of met ijs ? Da’s mannendrank.”

    “Zelfs geen plat water voor ons. Ijs graag”, zeiden we. Hij schonk de glazen vol. En dan maar keuvelen nadat zijn vrouw naar keuze één of meer ijsblokjes in het glas liet rinkelen.

    “Nog een whisky ?” Wij bedankten.

    “Kom, op één been kunt ge niet blijven staan.” Hij lachte breeduit.

    “Tiens, als ik het over één been heb, kan ik moeilijk mijn lachlust bedwingen. Want dan peins ik altijd aan mijne houten poot.” En met de vlakke hand sloeg hij lachend op zijn kunstbeen.

    Onze gezichten verstrakten. Je ontmoet de man voor ’t eerst in je leven. Je zit met hem al een kwartier te praten en je hebt van die jammerlijke handicap geen snars opgemerkt. Welke houding moet je in een dergelijke situatie aannemen ? Meelachen ? Of wat ? Wat doet men tegen zulke ontwapenende openhartigheid, gekruid met een dergelijke humor ? Zo verliep onze eerste kennismaking met de vijftiger Jan Peutermans en zijn veel jongere vrouw Arlette.

    Sinds mei van dit jaar wonen zij te Leest aan de Biest in “het kasteeltje van Lamot” zoals het landgoed in de omgeving bekend staat met zijn circa 5 ha grond eromheen, omzeggens totaal ommuurd.

    We hadden, ingevolge onze bijdrage over de Mechelse dierenbescherming van voor enkele weken, een tip gekregen i.v.m. hondenpensions. En het schromelijk tekort eraan.

    “Moet je eens met die man gaan kennismaken.”

    En wij trokken erheen, samen met Philippe Van de Velde, voorzitter van de Mechelse Dierenbescherming, die midderwijl plaatjes zou schieten.

    Wij zaten knus in de gemakkelijke zetels in de heel ruime en smaakvol ingerichte zitkamer van de Peutermans’ te luisteren. Jan Peutermans is een geboren Antwerpenaar. En meer dan onderhoudend en tevens boeiend. Rookt daarbij als een Turk.

    Is met wat hijzelf heet een “honden-hotel” begonnen in de jaren 1956-1957. Op heel kleine schaal. Vandaag weet Jan Peutermans op stuk van hondenpensions heel goed waar Abraham de mosterd haalt. En niet alleen op dit terrein.

    Hij zat jaren met een hondenpension in het Antwerpse. Kwam zich door toevallige omstandigheden in een uitgesproken landbouwzone vestigen, speciaal met het oog op zijn bedrijvigheid, een bedrijvigheid, welke zich spreidt zowat over het ganse jaar.

    Doch met de vacantiemaanden uiteraard als pieken.

    De klandizie van Jan Peutermans is alles behalve van de onderste laag. En bij ons bezoek, dat meer gold als een eerste kennismaking, stond die telefoon niet stil. Aanvragen tot opname van honden beantwoordt hij in ’t Engels, Frans, Duits  en vloeiend. Krijgt de meest verscheidene opdrachten : op Zaventem een hond afhalen en voor 14 dagen bij zich houden, een hond per vliegtuig naar Tokio sturen, naar New York, Parijs, Berlijn.

    Is in zijn specialiteit gekend in de hogere kringen en bij de NATO-officieren. Ontvangt telefoontjes uit gans Europa waarbij door dames wordt navraag gedaan hoe het met haar honden staat.

    “Prima,” antwoordt Jan Peutermans, “hij voelde zich van de eerste dag al thuis...is dik in orde.”

     

    Jeugdgeschiedenis

    Van zijn jongelingenjaren zou Jan Peutermans een boeiende novelle kunnen schrijven.

    Zoon uit een Antwerpse doktersfamilie, verbleef hij tijdens de oorlogsjaren met zijn mama in Biarritz.

    Op bijna 17-jarige leeftijd wou hij naar Spanje vluchten. Het spergebied lag vol landmijnen. Liep een duinhelling af. Precies dit hellend vlak is zijn “geluk” geweest.

    Een landmijn, zegt Jan Peutermans, vertoont aan de bovenzijde drie pinnetjes. Ik raakte een pinnetje, een ontploffing volgde waardoor de mijn 60 a 70 cm hoog vloog en op deze hoogte ontplofte. Honderden schrapnels stoven als zaden in alle richtingen. Door de eerste ontploffing werd een deel van mijn been afgeslagen, de rest verbrand. Ge begrijpt, precies omdat ik een helling afliep, kreeg ik de volle lading niet. Anders was het met me gedaan geweest. Gewond over heel mijn lijf ben ik vier uren lang met mijn beenstomp in mijn handen, op mijn achterste en mijn ander been weggekropen.

    Natuurlijk werd dat een alles behalve “propere affaire”.De Duitsers ziet ge. Maar dat moet ik zeggen : de Duitsers hebben mij prima verzorgd. Duwden me in een lazaret, stuurden mij daarna naar Fontainebleau, Parijs en Waterloo. Gaven mij een prothese, leerden mij opnieuw lopen. En goed. Zodanig dat ik enkele jaren later zelfs kon gaan dansen. Ik had toen regelmatig een oliepotje bij. Waren toen houten kunstbenen met ijzeren scharniertjes. En bij ’t dansen gebeurde het dat de scharniertjes begonnen te piepen. Ik gauw naar het toilet, scharniertje oliën en ’t was weerom in orde.

    Niemand kan merken dat ik een kunstbeen heb. Zelfs mijn tweede vrouw wist het niet. Van die landmijn–historie krijg ik als Franse invaliede een pensioen.

    Globetrotter

    Na de oorlog geraakte ik in Antwerpen en kreeg als taalman een job bij de Amerikaanse M.P.’s. Die kerels nodigden me uit om naar Amerika te komen. Als ex-GI heb ik dat gedaan. Jaren lang in Amerika geweest. IJsland, Mexico en zelfs zes maanden in Zuid-Amerika. Als assistent-purser op een vliegtuig ben ik zowat overal geweest.

    Tot ik dan in Antwerpen mijn eerste vrouw leerde kennen.

    Een handel in luxe-modekleren voor dames hield ze erop na. En precies daar werd de eerste steen gelegd van mijn honden-hotel.

    13 kostgangers

    Zijn eerste vrouw bezat een boxer, een goeie loebas van eerste gehalte.

    Als vader-boxer kreeg hij een tamelijk uitgebreid kroost. Tijdens de vacantiemaanden werd hem gevraagd de boxer van een kennis voor enkele weken “bij te houden”.

    En zo rijpte het plan om een honden-hotel op te zetten.

    (...)

    Op een moment zat ik met 13 honden thuis. In die tijd zette ik de honden apart van ’t ogenblik dat ze maar tegen mekaar grolden. In elke kamer, in elke plaats zat een hond. Dat kon zo niet blijven duren. Daarom ging ik me in Kalmthout installeren en bouwde een der grootste, zoniet het grootste honden-hotel op van België.

    Iets voelen

    In Antwerpen, vertelt Jan Peutermans, kende ik verscheidene veeartsen. Dank zij die boxer. Toen één van hen vernam dat ik een hondenpension zou openen zei hij :

    “Koop op den buiten een stuk grond, zet daar uw honden op en ga zelf in een caravan wonen, heel ver vandaan, of ander wordt ge zot.”

    Welnu, zei Jan Peutermans, die vent had overschot van gelijk. Want één ding staat vast : als ge geen echte dierenvriend zijt, houdt ge het eenvoudig niet vol. En het toeval wil dat mijn tweede vrouw Arlette er even goed mee over de baan kan.

    (...)

    Ik durf zeggen dat 90 a 95% van mijn cliënteel tevreden is. Ik werf tijdens de top-periode werkstudenten aan. Moet ik wel. Maar dag en nacht sta ik erbij. Die honden krijgen van mij vlees dat voor mensen bestemd is. (wij mochten zelfs proeven van het hondenvoer...)

    Regelmatig komt een veearts, ik ontsmet, houd een oog in ’t zeil. Kortom : ik verzorg de dieren precies alsof ze van mij zijn. En mijn cliënten weten dat.

    Bassen en janken

    (...)

    Neem nu mijn geval, zegt Jan Peutermans. Ik zit hier midden een landbouwzone, op een terrein van 5 ha. Ik heb slechts 3 buren. Aan de overkant van de weg staan koeien in de wei.

    En toch moet ik van het gemeentebestuur een –commodo en incommodo- aanvragen, en noteer : ik heb slechts drie buren. Waar moet men een hondenpension opzetten ?

    Ik zou menen dat een landbouwzone het meest geschikt is.

    Nu vraag ik u : kunt gij honden doen ophouden met bassen of janken ?

    Want als er ene begint vallen ze allemaal in koor. Maakt gij nu maar een hond wijs dat hij slechts voor 8 of 14 dagen op logies is. Ge moet een kat een kat noemen.

    Dus : wat is het resultaat ? Die honden bassen. Niets eenvoudiger dan dat.

    Ge kunt toch hun muil niet dichtplakken met een kleefpleister ?

    Kom, zegt Jan Peutermans, ik ben reeds 12 kg afgevallen en mijn vrouw 8, sinds wij hier wonen. Goed het is topseizoen, zal wel beteren.

    Nog een whisky terwijl mijn vrouw een mondvullertje klaarmaakt.

    De telefoon rinkelt. Arlette, de vrouw van Jan Peutermans, voerde een heel gesprek in het Engels, om te zeggen dat Bobby het echt heel goed stelt...

              Piet Langenus”

     

    Deze reportage in Gazet van Mechelen bleef niet zonder gevolg.

    De redactie ontving een boze brief van omwonenden waarin de situatie werd aangeklaagd en stuurde opnieuw een journalist op pad, (een andere ?) ditmaal om te kijken hoe de vork in de steel zat. Zijn bevindingen verschenen  in de krant van 24 augustus 1976 :

     

    Niet iedereen is gelukkig met “hondenhotel” te Leest

    (...)

    “Het hondenhotel van de h. Peutermans is gevestigd op het domein “de Mot”, zowat 5 ha groot en omgeven door bomen en een twee meter hoge muur.

    Die afsluitingen kunnen echter niet verhinderen dat bestendig, zowel tijdens de dag als gedurende de nacht, een op de duur enerverend geblaf van de meest diverse viervoeters welke in het hotel zijn opgenomen, in de lucht hangt.
    Toeval wil dat in de onmiddellijke omgeving van het Leests hondenhotel enkele jonge gezinnen wonen met studerende kinderen. Van studeren, laat staan van zich te concentreren, aldus de klagende buren komt niets in huis.

    “Onze kinderen zijn verplicht op school volledig gebruik te maken van de studietijd om daar hun huiswerk te maken en hun lessen te leren.”

    Mileustorend

    Maar dat is nog lang niet alles. De bewoners in de omgeving –en we konden ons persoonlijk overtuigen van de keerzijde van de medaille- zitten geplaagd met een haast onuitstaanbare geur van ontsmettingsmiddelen en vliegenzwermen die dieren nu eenmaal met zich meebrengen. Een avondje TV kijken is meestal niet mogelijk. Elke klank wordt overstemd door het aanhoudend geblaf van zenuwachtige honden.

    Het meest dramatische van de ganse zaak is het feit dat honden geen benul hebben van tijd. Eens de duisternis gevallen is en de omwonenden van het “hondenhotel” bedwaarts willen, worden ze wakker gehouden door (andermaal) het geblaf van de honden.

    Enkele buren brachten, omdat geen andere oplossing voorhanden was, hun kinderen onder bij familie.

    “Mijnheer,” vertelde ons één der mistevredenen omwoners, ge wordt hier zot van dat geblaf. Dag en nacht horen we niets anders dan hondengeblaf en gejank.”

    Zonder toelating

    We vernamen dat de h. Peutermans –die de opmerkingen van zijn buren in de wind slaat- sedert mei ll. zich te Leest kwam vestigen.

    “En toen mijnheer, begon voor ons de hel. We zijn naar de gemeentebestuurders geweest. Daar antwoordde men ons dat tot de exploitatie van het hondenhotel geen toelating was gegeven, maar dat men niets kon doen...”

    Tot voor enkele tijd baatte de familie Peutermans een soortgelijk hondenhotel uit te Kalmthout. Na er tien jaar te hebben verbleven zonder toestemming, belandde het hondenhotel te Leest.
    Ook te Leest werd ongunstig advies gegeven voor de uitbating van het hondenhotel, maar de h. Peutermans stoort er zich niet aan. Ook zonder bouwvergunning trok hij in het domein enkele plaatsen op waar de honden worden in ondergebracht.

    Een afgevaardigde van het ministerie van Volksgezondheid kwam reeds ter plaatse en stelde een negatief verslag op.

    Maar intussen blijft men in het hondenhotel ongestoord zijn gang gaan en zitten de omwoners nog steeds aan de klaagmuur.

    “Mijn vrouw, mijnheer,”aldus een andere buur, “lag voor enkele dagen met 40 graden koorts in bed. Het aanhoudende geblaf van, in het topseizoen wel 250 honden, werd haar te veel. Akkoord we hebben niets tegen hondenhotels en hondenasielen, maar zulke instellingen dienen ingeplant te worden in een omgeving waar ze niet milieuverstorend werken. Ten slotte zijn wij allen werkende mensen die na een harde dagtaak wel graag enkele ogenblikken rust zouden kennen...”

     

    De klachten van de buren bleven ogenschijnlijk zonder gevolg want drie jaar later werd  het honden-hotel nog altijd geëxploiteerd, het kwam voor een laatste keer in de belangstelling toen het kasteeltje volledig in de as werd gelegd door een brand. (zie juli 1979)

    De geschiedenis van het kasteel “De Mot” werd bewerkt onder het jaartal 1845 en in Toponiemen van Leest. (volgt op de Kronieken)

     

    Foto’s :

    -Jan Peutermans bij één van zijn gasten.

    -Peutermans samen met zijn vrouw en enkele van zijn werknemers.

     





    07-08-2012 om 09:17 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1976 – Zondag 4 juli :  Tienjarige deelnemer wint Leestse fietsrally van Vevoc

    132 deelnemers hebben verleden zondag de tropische hitte getrotseerd om deel te nemen aan de 2de fietsrally, georganiseerd door Vevoc, te Leest.

    Het vrij vertrek mocht genomen worden tussen 11 en 14 uur en de aankomst was uiterlijk gepland om 17u30. Per minuut dat de vertrekkers te laat kwamen kregen ze één strafpunt. Op deze tijd hebben ze kunnen genieten van de warmte, alsook van het prachtige natuurschoon in Leest en omliggende gemeenten.

    Tijdens de prijsuitreiking bedankte de voorzitter, de heer Louis Vloebergh, alle deelnemers alsook alle medewerkers, die zich gedurende een ganse tijd met hart en ziel hebben ingezet voor het welslagen van deze rally.

    Iedere deelnemer werd bedacht met een prijs. Ook de ongelukkigste deelneemster, Emerance Van den Heuvel, kreeg een speciale prijs, omdat zij zich tijdens deze rally gekwetst had. Ook de mannen met de speciale tweewieler (Karel De Borger) en deze van de driewielers (Jos-Constant-Louis) kregen een speciale prijs.

    Daar er individueel of per gezin mocht gestart worden, werd er natuurlijk ook een klassement gemaakt voor de gezinnen waarvoor de familie van Miel Dons eerste werd met 595 punten voor de familie van Staf Tuyaerts met 588 punten. Als derde kwam de familie Soors met 458 punten voor de familie Verbruggen met 506 punten. Vervolgens was het de familie van Jean Van Dam met 499 punten voor de familie Verschueren met 491 punten en de familie De Borger met 463 punten.

    Bij het individueel klassement was het de 10-jarige Leestenaar Bart Hellemans die met 188 punten als laureaat werd bekroond.

    Maria Lamberts werd 2de  voor J.P.Potoms, Staf Tuyaerts, Conny Vervack, Godelieve Verbruggen, Jan Van den Heuvel, Jurgen Tuyaerts, Emiel Dons, Liliane Alewaeters, Benjamin Jrine, Karel Soors, Frans Spoelders, Stephan Dons, Bart Soors, Lief Lamberts, Hugo Casteels, Renilde Polfliet, Agnes Lamberts en Lieve Dons.

    (GvM)

     

    1976 – 5 juli : Distels

                Veldwachter Van Hoof, op dienstronde binnen de gemeente, stelde op een perceel

                land op het Hertsveld ((Sectie A,nr. 406) vast dat er distels in volle bloei stonden.

                Een overtreding van de provinciereglementering in het kader van distelbestrijding.

                Eigenaar van de grond : M. Driessens uit Mechelen.

                (VVH)          

     

    1976 – Vrijdag 16 juli : KVLV-Reis naar Holland

                De trip ging naar Ierseke met zijn oesters- en mosselkwekerijen, naar Goes

                met de grootse fruitveiling en indrukwekkende Grote Markt.

                Zierikzee werd bereikt met een overzetboot. Na Middelburg, Domburg,

                Vlissingen, Breskens, Sas Vangent over Axel naar Sint Niklaas en Leest.
                 (DB, augustus 1976)

     

    1976 – Van 21 tot 31 juli : Bivak Chirojongens te Maasmechelen.

                De meisjes gingen naar dezelfde locatie van 31/7 tot 10 augustus.

                De 78 monden op het jongensbivak verorberden 30 broden en  5 emmers

                aardappelen per dag.

     

    In De Band van september verscheen volgend (samengevat) verslag :

    “ ’Op zoek met Tijl naar Cupido’s pijl’, zo luidde het thema  van het jongensbivak. Het vertrek en aankomst van fietsers en autocar-reizigers werd waterrijk ingezegend en bovendien zegenrijk met water besloten.

    Daartussen lagen echter heerlijke dagen vol actie en levenslust om die pijl van Cupido te vinden.

    Met een totaal van 78 monden werden dan ook ettelijke broden (30 per dag) en patatten (5 emmers per dag) in de keuken en aan tafel verwerkt en binnengewerkt.

    Pelagie (haar negende bivak) had gelukkig jongere werkkrachten bij zich, nl. Maria Joos uit Buggenhout-Briel, en vanaf de bezoekzondag met de komst van de kleinste pagadders : Maria Lamberts – Mevr Dons.

    Onze piotten-leiders Patrick, Jan en Kamiel hebben een paar bivakdagen moeten prijsgeven, kwestie van verlof of voor de inlevering van de ‘kakkie’-broek.

    Een zeer ruime bivakplaats (gebouwen en speelruimte) bood een aangenaam en gemakkelijk werkend bivak.

    De prijs van de ongeluksvogel moest toegekend worden aan Mark Keulemans die bij het spel gekwetst raakte en bij ‘dokter-kleermaker’ even diende genaaid te worden.

    Op de bezoekdag mochten we niettegenstaande de verre afstand (ongeveer 112 km) heel wat Leestenaars begroeten. Een uurtje volksspelen en koordtrekken, waarbij enkele wijken van de parochie tegen elkaar werden uitgespeeld, bracht de nodige sensatie in deze namiddag.

    De dagen vlogen, ge zaagt het aan ons ogen : moe en spijt dat het ging eindigen. Al vrijdag en de laatste avond. Kampvuur ?! Kampvuur-avond zonder rook. ’t Was erg fris en bovendien : ‘Maasmechelen heeft van vuur genoeg’. Dan maar binnen de laatste uurkes flink beleefd met een Eucharistieviering en met aangename lachnummerkes om elkaar en ook alle mensen te bedanken die ons bivak hebben mogelijk gemaakt.

    Op zaterdag 31 juli : de aflossing van de wacht. Fietsende meisjes waren al komen opdagen omstreeks 11u30 (zonder platte banden). Meteen waren de jongens geklopt ‘in tijd en zonder stukken’.

    Omstreeks 14u30 arriveerde de autobus met een peleton meisjes en de aanval van de bivakplaats kon beginnen.

    Echt zomerweer kwam er pas toen de kleinsten kwamen op donderdag 5 augustus.

    Gezongen werd er met de vleet : liedjesteksten, nieuw en veel en bovendien nog actueel, klonken luid en overal.

    De kooksters Emmerence en Liza moesten soms hun oren stoppen. Josefine van Jang De Wit kwam met de kleinsten het keukenwerk wat verlichten, want voor zo’n 85 kwelers is er meer dan werk genoeg.

    Met 17 à 18 broden per dag, met anderhalve emmer patatten en de nodige groenten, met soms 30 liters melk, werd de honger uit de puttekes van de hongerige maag verdreven.

    De bezoekdag kende echt zomers weer en lokte nog meer volk van Leest naar Maasmechelen dan bij het jongensbivak.

    Het zeer zeldzame ongeluksvogeltje op het meisjesbivak kwam op diezelfde zondagavond bij Karine Schillemans terecht. Gelukkig zonder erg, hoewel ook hier de ‘dokter-kleermaker’ even diende te naaien.

    De laatste namiddag werd flink genoten van de verwarmde zwemdok te Eisden.

    De avond verliep glansrijk bij het licht van de ‘Olympische toorts’. Allen waren zelf in vlam en vuur zodat er onnodig nog rook moest bij te pas komen. Ook deze avond werd de Eucharistie in dank gevierd.

    In de late uurkes werd overal en door iedereen gebedeld om hun bivak-aandenken met tekeningen te versieren, want niemand mocht vergeten worden van dit bivak, dat voor iedereen de moeite waard was en beleefd werd onder het motto en met stuwkracht van het bivaklied : ‘gewoon buiten is buitengewoon’.”

    In dezelfde periodiek gaf Miel Peeters nog meer details van het jongensbivak :

    “Met veel moed vertrokken de jongens op bivak. Doch onze aankomst viel in het water, figuurlijk wel te verstaan. Gewoontegetrouw werd de eerste dag de omgeving eens duchtig uitgekamd. De rakkers hadden direct al de goede plaats gevonden. Op 8OO m. van ons kamp vonden ze een meisjesgroep, natuurlijk hadden ze allemaal direct een lief. (U hebt toch al wel eens over kalverliefde gehoord ?)

    Voor hun leiders werd ook gezorgd. Die kleine kadékes kunnen gemakkelijk een huwelijksbureau openen.

    Ons eerste avondmaal werd genuttigd : PAP !! Ge weet het misschien nog niet, maar op een bivak leeft men van pap, stoemp en poepgelei.

    De eerste dag vloog voorbij, maar de eerste nacht !! De Volksfeesten van Leest kunnen er niet aan rieken. Zoveel lawaai wordt er op geen enkel bal gemaakt. Maar ja, aan alles komt een eind en om drie uur sliep iedereen, maar om vijf uur waren ze reeds uit hun veren gesprongen en onze eerste werkelijke bivaksdag kon beginnen. Het regende, dus zet men dan een bivak in met waterspelen, de eerste wolkbreuk barstte los en er zouden er nog vele volgen.

    De speelclubleiding had die eerste dagen echter een schoon leven. Vijf dagen zonder speelclubbers dan kun je je wel eens amuseren en zo werd er naar de Olympische Spelen op de T.V.gekeken. Die avond volgde de eerste schildertocht van de kerels. De bedoeling was van iedereen te beschilderen, het resultaat viel echter anders uit. Ze werden spijtig genoeg betrapt…

    De volgende ochtend was het kamp herschapen in een pottenbakkerij. De aspiranten hadden klei buitgemaakt en vierden hun boetseerkunsten bot op dat spul.

    De volgende nacht was het weeral ‘opgelet’ geblazen. De aspiranten namen het initiatief en ontvoerden Eddy De Smet. Ze waren vermomd als makak. Den Eddy kwam er echter met de schrik vanaf.
    Op een bivak is er natuurlijk een bosspel voorzien. Er liepen een paar vieze mannen in het bos en die moest men daar proberen te pakken of te ontwijken.

    ’s Avonds kwam er daan dan ook nog een klein Hollanderke en beetje boel zoeken, maar hij was rap afgekoeld, want een koud bad doet soms wel eens deugd. Hij heeft dan maar snel de aftocht geblazen.

    De volgende avond verliep rustig. Natuurlijk gewoontegetrouw waren de leiders de mannen van de nacht. Maar ja, er mag ook wel eens rustig nagekaart worden, bij een lekker schuimend glaasje Jupiler.
    De estafetten verliepen feilloos, ze waren in handen van de aspiranten en het was echt een knap spel en mon merken dat er voorbereiding aan voorafgegaan was.

    Op bivak past er natuurlijk ook een avondspel en er mag wel eens geknokt worden en de besten hebben weeral gewonnen.

    Op een bivak moet natuurlijk ook een slot komen. Gewoontegetrouw vieren we de laatste avond met een kampvuur maar dat is niet doorgegaan, we hebben een binnenkampvuur moeten houden…”

     

    07-08-2012 om 08:45 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 27, 28, 29 en 30 mei : Leestse Volksfeesten

                Programma:

                Donderdag 27 mei : Freddy Breck en ensemble.

                Vrijdag 28 mei : Kinderprogramma met Poppenkast “Kabouter Slim” en  grote
                ballonwedstrijd.

                Zaterdag 29 mei : Oberbayernbal met Jos van Beeck en animator Rikske Samyn.

                Zondag 30 mei : Hollandse vedetten Spooky en Sue en orkest The Sunbeats.

                Gedurende al deze dagen : de tweede grote Handelsfoor. 

     

    1976 – 1 juni : Gemeenteraad van Leest kwam nog eens samen

                “Na een periode van bijna vier maanden rust kwam de Leestse gemeenteraad in

                vergadering bijeen. Vooraleer het eerste punt besproken werd merkte oppositielid

                Emmeregs op, het weinig sportief te vinden dat de gemeenteraadsleden daags

                na de Volksfeesten bij elkaar geroepen worden, na een periode van bijna 4

                maanden.

                Als eerse punt op de dagorde stond het proces-verbaal van het kasnazicht van de

                COO voor het 4de kwartaal van 1975. Dit geeft een batig saldo van 96.435 fr.
                Oppositielid Duysburgh (evenals de andere 3 oppositieleden) stemde tegen omdat

                inmiddels ook al 6 maanden verlopen zijn.

                Het kasnazicht van dezelfde COO voor het 1ste kwartaal van 1976 levert een batig

                saldo op van 72.726 fr. Het kasnazicht van de gemeente voor het 4de kwartaal

                (de oppositieleden stemden om dezelfde reden tegen) vertoont een saldo van

                12.822.765 fr., en voor het eerste kwartaal van 1976 : 13.109.951 frank.

                Leest gaat de oude schoolbanken verkopen tegen 100 fr/stuk. De gemeente

                beschikt over 36 in goede staat zijnde schoolbanken.

                Een gedeelte van de circa 100.000 kasseien van de Alemstraat zal verkocht

                worden tegen de prijs van 2 fr/stuk.

                Voor de 2de fase van het rooi- en onteigeningsplan van de Alemstraat en een

                gedeelte van de Bist en de Kleine Heide (de fefinitieve goedkeuring) ging

                iedereen akkoord.

                Voor de princiepsbeslissing van de aanvaarding voor de gratis grondafstand

                door de COO van Mechelen van een strook bouwgrond gelegen aan de

                Alemstraat (sectie A, deel van nr. 214 b) met een oppervlakte van 424 m2, en een

                strook grond, afgestaan door Ridder de Fontaine, gelegen aan de Kouter (sectie

                B, nr.448 y) met een oppervlakte van 394 m2, was geen oppositie.

                Dit laatste stuk wordt de toegangsweg tot het gemeentelijk speelterrein.

                De rekening van de Kerkfabriek vertoont een batig saldo van 373 frank.

                Het advies voor de verkoop door de Kerkfabriek van de woningen, gelegen aan de

                Dorpplaats nrs.20 en 22, werd eveneens goedgekeurd.

                Als laatste punt in de openbare zitting kwam de verkaveling van Daelemans in de

                Vinkstraat aan de beurt. Hiervoor werd eveneens de goedkeuring gevraagd van

                het tracé der ontworpen straten.

                Op dit punt werd wel even over en weer gepraat tussen oppositielid Duysburg en

                de burgemeester. Het plan is volledig volgens het BPA opgemaakt.

                Men is er reeds gedurende ruim 4 jaar mee bezig.

                De Vinkstraat moet verbreed worden. Er komt een riolering en wegbedekking.

                Voor dit laatste punt stemde de CVP eveneens tegen.” 

                (GvM) 

     

    1976 – Vrijdag 25 tot zondag 27 juni :  4de Sint-Ceciliafeesten

                Organisatie van de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia, in samenwerking met het

                Ministerie van Nederlandse Cultuur, het Provinciebestuur van Antwerpen, het

                gemeentebestuur van Leest, de Belgische Muziekverbonden, BRT-2 Omroep

                Antwerpen en de ASLK.

                Programma :

                Vrijdag 25 juni : bal- en showavond met “De Nacht van het Vlaamse Lied”.

                Presentatie door de radiocoryfee Jos Baudewijn en begeleid door “The Romanos”

                traden o.a. op zangeres Ingriani, de lolbroeken “de Sinjoren”, Chris Edwards, de

                lead-zanger van de Spoetniks die op solotoer was, Eddy Romy en de gezusters

                Beeckman, beter bekend als de Lollipops.

                Op zaterdag 26 juni was er dan de “Nacht van het Levenslied”. Die dag trad de

                Nederlandse Zangeres Zonder Naam op voor een bomvolle tent.

                Op zondag 27 stond het Europees Kampioenschap voor Harmonies en Fanfares

                1976 op het programma.

                Van de 13 ingeschreven korpsen waren er slechts 8 komen opdagen.

     

    “Voor ’t eerst in de fanfaregeschiedenis werden de Ceciliafeesten niet georganiseerd op Ons-Heer-Hemelvaart en de daaropvolgende dagen, maar werd er gekozen voor het laatste weekeinde van juni. Op vrijdagavond 25 juni werd de ‘Nacht van het Vlaamse lied’ georganiseerd met een aantal Vlaamse vedetten uit de amusementswereld. Zij deden de feesttent deze keer niet leeglopen, maar geen van hen heeft het jaren in de showbizz kunnen volhouden.

    Op zaterdag 26 juni kwam het de ‘Nacht van het Levenslied’. Dit is op dit gebied de meest succesrijke organisatie van St.-Cecilia geweest. Voor de Zangeres zonder Naam waren bijna drieduizend liefhebbers van het levenslied naar de feesttent aan de Kouter gekomen. Er was zelfs een secretaris-generaal van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bij, waaruit blijkt dat niet alleen gewone stervelingen van levensliederen houden.

    Op zondag 27 juni werd het Europees Kampioenschap voor harmonieën en fanfares georganiseerd. De beste Belgische verenigingen waren present en ook erg goede Nederlandse, Deense en Noorse muziekverenigingen, tot zelfs een Tsjecho-Slowaakse harmonie toe. De wedstrijd werd deze keer opgenomen door BRT 3. Deze zender kon er echter niet de uitstraling aan geven zoals dat in 1974 het geval was met de brassbanduitzendingen door BRT 2 Antwerpen.”

    (Stan Gobien, ‘Leest in Feest’)

     

    Gazet van Mechelen (16 juli 1976) over de Ceciliafeesten :  Leestse St.-Ceciliafeesten op hoogstaand peil

    “De Koninklijke Fanfare St.-Cecilia van Leest heeft steeds succes gehad met haar organisaties. In 1948 werd een eerste muziekwedstrijd georganiseerd waaraan 38  deelnemers deel namen. In 1960 werden 44 korpsen ingeschreven. Hierna volgde een tijd van rust, en als voorbereiding op het 75-jarig bestaan werd opnieuw schuchter gestart in 1972 met een stapmarsenwedstrijd met 12 verenigingen.

    In 1974 werd het eerste Europees kampioenschap ingericht met 45 deelnemers gekozen uit 117 kandidaten. Deze viering van het 75-jarig bestaan werd een enorm succes.

    Nog groter werd het muzikaal gebeuren in 1975 toen het Europees Kampioenschap voor Brass Bands ingericht werd.

    Het was toen voor de eerste maal dat zoveel Britse korpsen op dezelfde plaats tegelijk optraden op het vasteland. BRT-2 Antwerpen nam toen deze wedstrijd op en ze werd uitgezonden in een 4-tal andere landen. En dat jaar kwamen 8 van de 13 ingeschreven harmonieën en fanfares in competitie uit om te dingen naar de titel van Europees Kampioen 1976.

    BRT-2 Antwerpen zorgde weer voor een primeur door voor het eerst in België een wedstrijd voor amateurskorpsen in stereo op te nemen.

    Volgende buitenlandse zenders namen deze wedstrijd ook over : BBC 1 en 3, NCRV en VARA uit Nederland, ORTF Frankrijk, Radio Luxemburg, Radio  Kopenhagen, de Noorse Radio, de studio’s Zurich, Bern en Lugano uit

    Zwitserland, de Tsjechische Radio en twee Duitse radio-omroepen.

    (...)

    De bekers werden als volgt verdeeld : de beker voor de beste uitvoering van het opgelegde werk ging naar het “Kolbotn Ungdomskorps” uit Kolbotn (Noorwegen), dat eveneens een medaille ontving van het Ministerie van Ned.Cultuur.De Kon.Harmonie “Nut en Vermaak” uit Bornem werd algemeen Europees Kampioen 1976 alsook Europees Kampioen voor Harmonieën 1976.

    (...)”

     

    Foto’s :

    -Freddy Breck vormde de hoofdbrok van de Leestse Volksfeesten van 1976.

    -Voor Mary Servaes, beter bekend als de Zangeres Zonder Naam die decennia lang het Nederlandse levenslied vertolkte, waren duizenden naar de Ceciliafeesten gekomen.

     





    07-08-2012 om 08:26 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – Maandag 19 april : Tweede Paasdag : Fototentoonstelling Davidsfonds

                LEEST GEWEEST, Leest en zijn mensen in oude prenten.

                ‘Davidsfonds Leest houdt op tweede paasdag een fototentoonstelling ‘Leest Geweest’.
                Een honderdtal foto’s uit Leest vanaf 1900.
    Een wonderlijk groepsportret, arbeid,
                vroomheid, ontspanning zijn de thema’s voor dit boeiend verhaal in woord en beeld.

                De tentoonstelling wordt een ontdekkingstocht voor de mensen van nu die kijken naar
                 de mensen van vroeger.
    Iedereen welkom.

                (Advertentie De Band)

     

    1976 – Zondag 9 mei : Leestenaar Rudy Van Hoof won juniores koers te Heffen. (zie foto’s)

                In de voorlaatste ronde werd Rudi door drie achtervolgers ingelopen :

                zijn dorpsgenoot Marc Van Dam, Jean Beimans en de Tisseltenaar Vik

                Van Moer. Op het laatste raakte Rudy Van Hoof toch nog weg en

                behaalde zijn eerste palm van het seizoen. (GvM)

     

    1976 – 9 mei : Chirobedevaart Scherpenheuvel

    “De laaste nachtelijke auto’s vlogen om 3.30 uur door het dorp. Om kwart voor vier, nog donker en menselijke geketter op de dorpsplaats. Zalige slapers die ervan wakker werden, dachten natuurlijk aan de allerlaatste café-zitters. En op dat ogenblik licht in de kerk ?!? Dat was de vertrekplaats van 29 chiroleden-jongens en meisjes van de oudste afdelingen die klaar en wakker stonden om de bedetocht aan te vatten.

    Zonder veel tam-tam was dat verlangen : ‘eens naar Scherpenheuvel te trekken’, voorbereid en geregeld de zondag voordien, onder de kundige leiding van bedevaartlid uit Tisselt : de Cisse (Cooreman).

    ’s Maandags werd de tocht met de nodige ‘voorraad- en rustkapellekes’ uitgetest. De tocht kon beginnen. Vier uur in de morgen. Even een groet en een bede voor het Mariabeeld voor een goed verloop van de tocht…want zomaar op de baan in groep. Om 4u10 de eerste stappen, voorafgebold door de auto van de Verschuerens (voorraadwagen) en de groep gevolgd door de bezemwagen van J. De Smet. Auto’s waren voorzien van driehoek met uitroepingsteken en vermelding : ‘voetgangers’.

    In de Battelse bergen kweelden de eerste vogelkes voor de moedige trekkers : de dag kwam in de lucht.

    In Bonheiden onze eerste halte, goedwillige mensen wilden ons ontvangen om 6 u voor een korte rustpauze.

    ’t Ging een warme dag worden, dat was reeds te vermoeden. Daarom in de frisse morgenuren maar vlug en vrolijk doorgestapt naar Tremelo : onze eerste grote afspraak met de knapzak. Wat denkt ge wel, zo maar eventjes een half uur op het tijdschema voorop lopen.Gelukkig stond de koffie toch klaar. Alles ging fijn in groep : daarvoor hadden we de nodige begeleiding van het paternostergebed, cassette-marsmuziek en vooral onze eigen trekkersliederen. Stilaan werd Aarschot bereikt met een felle brandende zon in ’t gezicht. Voor alle veiligheid verlieten we de groepsvorm en de straat, om langs de voetpaden de rustplaats ‘ons huis’ te bereiken. En het bleef op een voorsprongtijd van 30 minuten.

    Nu nog Aarschot-Scherpenheuvel : golvend land, de kilometers die begonnen door te wegen, en de voeten met blaren. We moesten wat meer op de tanden gaan bijten, want we wilden er komen, temeer omdat al een paar auto’s van Leest langs de weg opdaagden. De middag werd gebruikt te Rillaar in het zicht van de basiliek-koepel. We gingen er dus geraken. Een drietal werd best tot Scherpenheuvel gevoerd : een stramme spier, pijnijke knieën en lastige voetzolen. EN Scherpenheuvel werd bereikt om 14 uur zowel met flinke stappers en hinkende pootjes, vermoeid of ‘bebladerd’.

    Stop aan ‘het Wit Huis’, waar de Leest-bedevaarders gekend zijn, en waar we lekker getrakteerd werden. Met de nodige zorgen en om er wat fatsoenlijk voor te komen, sommigen genoten er de zachte of pijnlijke verzorging van ‘het Rode Kruis’ dat bij de basiliek stond opgesteld. Trouw aan de voorgenomen en geschreven plannen, sloten wij ons aan bij de geleide Rozenkrans om 15 u. Het werd een Kruisweg voor onze kilometers-lange stappen. Gelukkig konden wij nadien in de Mariahal de Eucharistieviering ‘wel-gezeten’ bijwonen, een jeugdzangkoor van Vliermaal heeft ons tussen de vele aanwezigen wakker gehouden. Onze proost was er de celebrant.

    Om 17 uur kon eenieder zijn ‘eigen vrije bedegang’ gaan, allen waren gelukkig de autocar te zien opdagen om 18u20 en er werd stil gefluisterd : ‘terug te voet naar huis zou niet meer gaan, zelfs ‘morgen’ niet.’

    En om er volgend jaar opnieuw aan te beginnen : ‘daar wilden we eerst eens over slapen.’

    Geslapen hebben wij, de een al wat meer dan de ander. En naar gelang de dagen die op de bedevaart volgen, kwamen de stemmen los, en alles waaraan we deugd hadden beleefd : wel ja, het volgend jaar opnieuw, het is de moeite waard, maar daarom hadden en ‘HEBBEN WIJ ELKAAR HARD (t) NODIG’.

    (De Band, Juni 1976)  

     

    1976 – 16 mei : Derde Vevoc-Volleybaltornooi.

     

    Foto’s :

    -Juniores te Heffen : Marc Van Dam leidt de kopgroep voor zijn clubmaat Vik Van Moer uit Tisselt, Jean Beimans en dorpsgenoot Rudi Van Hoof.

    -Rudi Van Hoof liet zijn medevluchters in de steek en haalde zijn eerste palm van het seizoen binnen.

     







    05-08-2012 om 08:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – Zondag 11 april : Huldeconcert Rik De Bruyn

    “De Kon. Fanf. St.-Cecilia organiseerde haar jaarlijks muziekconcert. Het zou tevens een huldeconcert worden ter ere van RIK DE BRUYN, 40 jaar dirigent en hulpdirigent.

    Reeds om 19u15 was in de zaal geen enkele zitplaats meer vrij. Van overal bleven de muziekliefhebbers toestromen, zodanig zelfs dat ruim 100 mensen onverrichter zake moesten terugkeren omdat ze doodgewoon niet meer in de zaal binnen konden.

    Om 19u30 werd het concert ingezet. Eerst kwam de fanfare aan bod met uiterst geslaagde uitvoeringen. Daarna begeleide het korps het zangkoor in de ‘Postkoets’. Vlak voor de pauze bracht de jeugdfanfare, die nog geen jaar oud is, nog een paar geslaagde werken.

    Na de pauze speelde de fanfare o.m. ‘Suite’ van J. Segers en begeleidde het zangkoor in de ‘Lustige Weduwe’ van F. Lehar. Het jeugdkorps kwam dan nogmaals aan de beurt.

    Toen het concert op zijn einde liep, werden volgende verdienstelijke mensen in de bloemetjes gezet : Marleen Lauwers voor de presentatie, Rik Lauwens, de leider van het zangkoor en Eduard De Maeyer, de dirigent van de jeugdfanfare.

    Karel De Muyer uit Battel ontving een tinnen schotel omdat hij sedert de 2de wereldoorlog geen enkel muziekconcert te Leest miste. Hij dankte daarop de vereniging, sprak lovende woorden over de dirigent en zei nog het volgende : ‘Leest wordt binnenkort bij Mechelen gevoegd. Misschien bent u  voor of tegen. Een ding staat echter vast : Mechelen krijgt er in ieder geval een goede fanfare erbij !’

    Daarna werd RIK DE BRUYN, de dirigent van de fanfare, gehuldigd door de vereniging zelf om o.m. zijn 40  jaren leiding, het opleiden van jonge muzikanten (ongeveer 300 leerlingen) en de goede geest die hij er steeds wist in te brengen. Het zangkoor en de beide muziekverenigingen uit Tisselt bleven ook niet ten achter. Van de aanwezige toehoorders kreeg hij een daverend applaus en van de muzikanten een daverende ovatie.

    Met de pittige mars ‘Engeland-Vaarders’ van W. Schild werd het concert besloten. Iedereen was tevreden en kon blij en opgewekt naar huis terug.

    Na een periode van moeilijkheden gaat het terug opperbest met de Kon.Fanf. St.-Cecilia. Dit biedt dan weer gunstige perspectieven voor de toekomst. Iedereen kan er gerust over zijn : de Leestse fanfare zal nog lange tijd blijven bestaan !” (DB, mei 1976)

     

    Het jaarlijks concert

    “Het eerste muziekconcert van de fanfare vond plaats in 1945. Tot in ’57 gaf St.-Cecilia haar jaarlijks muziekconcert in de maand februari. Vanaf 1958 kreeg het een vaste plaats op de kalender en werd het georganiseerd op Palmzondag. In februari was het te dikwijls slecht weer, in buurgemeenten werd door bevriende verenigingen op dezelfde dag een concert gegeven en er waren heel wat jonge muzikanten die zich moesten voorbereiden op de examens op school. Door het concert te verplaatsen naar de zondag voor Pasen werden een aantal van deze minder gunstige factoren vermeden. Het Palmzondagconcert wordt beschouwd als de plaatselijke muzikale hoogdag voor de fanfare.

    Vroeger werd deze concertuitvoering voorbereid tijdens de wintermaanden, dit wil zeggen vanaf het ledenfeest in november. Gewoonlijk waren er toen in de wintermaanden niet zoveel festiviteiten en dan kon er rustig maar doelgericht gewerkt worden aan een nieuw programma. In de huidige tijd wordt er niet meer zoveel energie in dat concert geïnvesteerd omdat de uitvoeringen meer gespreid zijn over het hele jaar.

    Het Palmzondagconcert heeft wortels in de vooroorlogse periode. Toen was het een namiddag-, avond- en nachtvullend programma. Het concert begon in die tijd omstreeks 16 u. en er werd afwisselend toneel en muziek gespeeld. Er was een grote pauze omstreeks 19 u. die moest toelaten aan de landbouwers-muzikanten om hun koeien te gaan melken. Een goed uur later werd het programma voortgezet en toen iedereen zijn nummer had ten beste gegeven, volgde als slot een volksbal met een orkest dat werd samengesteld uit muzikanten die het concert hadden gespeeld.

    Na de tweede wereldoorlog werd het programma ingekort. Het volksbal werd naar een andere dag verplaatst. Toneel spelen was er niet meer bij. En toch oordeelden de mensen dat muziek alleen niet genoeg was. Daarom werd op de jaarlijkse muziekconcerten in die tijd een conferencier ingehuurd. Het was een humorist die tussen de muziekstukken door wat grappen vertelde en die het volk probeerde te amuseren. Het blijkt nu dat de fanfare destijds ook al eens een verkeerde keuze maakte en dat sommige humoristen  na hun optreden werden betiteld als ‘flauwe plezanten’.Toch hebben min of meer bekende namen hun medewerking verleend aan het Palmzondagconcert. Ze noemden zich radio-vedetten omdat ze in een of andere bonte avond op een gewestelijke zender ooit een mopje hadden mogen tappen. Vooraan in de jaren zestig waren het zelfs tv-vedetten… Zo traden Jos Kiebooms, Jan en Jean, Kees Brug en Theo Van den Bosch op. Zij hadden succes en daarom zijn ze nog niet vergeten. Ferdos, alias muzikant Ferdinand Meysmans (de ‘Ferre’), was zo iemand. Ferdos kon zijn grappen en moppen beter aanpassen aan de plaatselijke situatie en durfde ook al eens op een prettige manier bestuursleden een veeg uit de pan geven. Maar het bleef beschaafd en het was niet kwetsend zodat de geviseerden er zelf mee konden lachen. In die tijd werd het concert altijd afgesloten met het Vaderlands Lied.

    Later werden geen conferenciers meer ingehuurd. Tot ongeveer 1975 zorgde de fanfare in samenwerking met het zangkoor dikwijls zelf voor een plezante noot door een of ander komisch optreden op het programma te plaatsen.

    Vanaf 1975 was het helemaal gedaan met de komische optredens op het Palmzondagconcert en was het uitsluitend muziek die de boventoon voerde.

    De programma’s ondergingen door de jaren heen grondige wijzigingen. In de jaren vijftig tot zeventig stonden er op het programma doorgaans vier marsen. Elk deel werd met een mars begonnen en geëindigd. Daartussen stonden dan de grote stukken waaraan de muzikanten tijdens de wintermaanden hadden gezwoegd. Het waren echte kleppers : ‘Epaminondas’ van G. De Roeck, ‘De Slag van Waterloo’ van Kessels, ‘1812’, ‘de Slavische Mars’  of ‘Italiaans Capriccio’ van Tsjaikofski, ‘Dichter en Boer’ of ‘Lichte Ruiterij’ van Frans von Suppé, ‘Richard III’ of de ‘Terugkeer naar het Vaderland’ van P. Gilson, ‘Symfonisch Gedicht’ van M. Poot, ‘Moskwa’ van Pieter Leemans. ‘De stelende Ekster’ of de ‘Barbier van Sevilla’ van Rossini…Zelfs de meest onmuzikale mensen konden van deze uitvoeringen genieten indien er vooraf een waarschijnlijk verzonnen verhaal aan verbonden werd.

    Concoursstukken maakten het programma toen extra zwaar. Dit trok vrij veel toehoorders uit andere verenigingen. Zij wilden nagaan of de Leestse Cecilianen dat wel aankonden en misschien ‘vielen ze er wel door’.

    Het gevolg was dat muziekverenigingen tegen elkaar op werkten. ‘Wat die kunnen, dat kunnen wij ook’, was het motto. De muzikanten deden voorstellen aan de dirigent om moeilijke stukken aan te pakken.

    Op een slimme manier werd het programma samengesteld. In het eerste gedeelte werd de zware en ernstige muziek gestopt. Er werd verondersteld dat de muzikanten tijdens het eerste gedeelte nog goed fris zaten en over al hun krachten beschikten om het labeur naar behoren aan te kunnen. Tijdens de pauze kregen ze al commentaar van hun collega-muzikanten uit andere verenigingen, de ene keer al positiever dan de andere keer. Het tweede gedeelte zat vol met korte en ontspannende stukjes of met solo-optredens. Zo bleven de toehoorders langer luisteren en het vergde van hen geen enorme inspanningen net als van de muzikanten. De meeste luisteraars gingen toen met een of ander deuntje neuriënd naar huis. Als dat het resultaat was van de muziekavond, dan was die gelukt…

    De laatste vijfentwintig jaar werd er een meer gevarieerd programma samengesteld. Alle genres komen nu aan de orde. Er wordt een overwicht aan brassbandmuziek gespeeld en toch blijven de Vlaamse componisten niet in de kou staan.

    Omstreeks 1955 was het op muzikaal gebied gedaan met de schlagers, de meezingers en –stampers. De rock ’n roll deed zijn intrede. Later werd er soulmuziek losgelaten op de jeugd. De bestuurders zagen de toekomst van hun fanfares en harmonieën bedreigd want ze hadden schrik dat de jongeren voor gitaarmuziek zouden kiezen.

    In 1962 doet fanfaresecretaris August Lauwers op het Palmzondagconcert  een emotionele oproep om deze ‘muziekverloedering’ te lijf te gaan. Hij zei het volgende : ‘Ik wil hier vandaag een dringende oproep doen op allen om eendrachtig samen te werken, met onze eigen parochiale verenigingen enerzijds, met de besturen van naburige en verder afgelegen muziekverenigingen anderzijds, hand in hand, om tegenbezoeken af te leggen ten einde de volksmuziek en andere culturele organisaties de wellicht verloren standing te doen herwinnen. Vergeet niet dat de muziek, ’t zij fanfare of harmonie of koorzang, de zeden verzacht, daar waar in onze moderne samenleving muziek wordt uitgevoerd en beluisterd omwille van de zo prikkelende en verwilderde inhoud. Ik dring er op aan, opdat de ouders die hier vandaag aanwezig zijn hun kinderen zouden laten muziek leren. Ik kan u verzekeren dat zij door het bijwonen van de herhalingen en de uitvoeringen een zeer degelijke opvoeding zullen genieten. Daar waar velen onzer jongens een andere richting uitgaan, zelfs totaal verloren lopen, kunnen wij door samenwerking en door het beoefenen van echte en goede muziek veel redden.’

    Ofwel hebben de woorden van de toenmalige secretaris succes gehad en heeft de fanfaremuziek niet ingeboet ten opzichte van vroeger ofwel is er zodanig eendrachtig en hard gewerkt dat de volkscultuur haar toen verloren standing heeft weten te herwinnen. Misschien heeft de rock ’n roll niet die verwachte negatieve gevolgen gehad. Maar het kan ook dat de Leestse ouders toen hebben ingezien dat ze er goed aan deden en doen niet alleen hun jongens naar de fanfare te sturen, maar later ook zelfs hun meisjes…”

    (Stan Gobien, ‘Leest in Feest’)

     

    Dat jaar verscheen er ook een interview met Rik De Bruyn (zie ook 1938 en 1963) in De Band, ditmaal met de focus op zijn artistieke kwaliteiten als houtsnijder : “De Band interviewt Rik van ’t Kot”

    Louis XVI stoeltjes, kasten, tafeltjes, Sofas of staande klokken zouden er niet zo degelijk mooi uitzien zonder hun komische gedraaide pootjes. Beelden, schoteltjes, pijperekjes, steeds is de houtsnijder erbij betrokken als een gewaardeerd vakman en zonder hem zou het er niet zo waardevol uitzien.

    Leest heeft zo’n houtsnijder : Rik De Bruyn. Z’n vader was chef van ’t Leests stationneke. In 1909 werd Rik geboren in ‘Ruthuisje (’t Kot), vandaar : Rik van ’t Kot.

    Rik heeft zijn atelier in de Dorpstraat. Hij weet hoe hij de beitel moet houden om ’t hout te snijden en hij heeft het in z’n vingers om een welving of een inkeping een vloeiende lijn te geven. Ge moet zeker eens naar de stukken gaan kijken bij m’n dochter, zegt hij, daar staat alles wat ik gemaakt heb. Dat zijn mijn schoonste werken, neemt daar maar eens een fotootje van.

    -Hoe ben je aan dit vak begonnen ?

    -Al op 14-jarige leeftijd ging ik naar d’academie. Samen met meester Meyers volgde ik de avondlessen. Ik had het voor ’t beeldhouwen. Zoals elke jongen in mijn tijd begon ik als leerling-houtsnijder bij ‘Stevens’ in de Consciencestraat. Na 14 jaar joegen de vliegende bommen me uit dit atelier. Ik kwam dan bij Van Linthoudt in dienst, daar ben ik 22 jaar meestergast gebleven. Daarna werkte ik nog ongeveer 10 jaar bij Jacobs in de Scheerstraat voor ik op m’n eigen begon.

    -Wat beeldhouw je zoal ?

    Alles wat mooi is, bedden, zuilen, tafels, noem maar op. Gelijk wat en alles met evenveel plezier, want ik moet geen hele reeksen van hetzelfde maken. Kijk dit is ’De Wijsheid’ ruw gebeiteld, het beeld moet nu afgewerkt worden. Laatst was ik op een begrafenis en in de kerk boven het hoofdaltaar prijkte een grote adelaar. Verdomme dacht ik, da’s schoon, dieje moet ik onthouden. Thuisgekomen tekende ik hem onmiddellijk na. Nu pronkt hij boven mijn staande klok, één van m’n laatste kunstwerken.

    -En de klanten zijn die er ?

    Er zijn er te veel. Ze vergeten dat ik voor m’n plezier werk en als tijdverdrijf. Ik heb tijd want ik ben op pensioen. Als iemand aan mijn huis komt en zegt : da vind ik mooi, maak dat ook eens voor mij, dan zeg ik : ge moet kunnen wachten ! Ik maak er geen handel van. De schoonste stukken staan in het huis van mijn dochter.

    -Kan alle hout voor houtsnijden gebruikt worden ?

    Zeker, maar ik gebruik meestal oude eik. Ik weet hoe ik eraan kan geraken. De mensen kennen mij. Eik is wel moeilijk te bewerken. Linde is zachter en beter geschikt voor heel fijn werk. Op zekere dag kwam P. Verbeeck hier aan met een eiken balk en zei : ‘met dat stuk eik daar kun je wel iets mee maken. Da stuk stutte de wip aan ’t wiphuis en ’t zat wel 100 jaar in de grond. Ik kon er alleen een grote zuil van maken met druivenrankenmotief. Dien zuil is pikzwart uitgeslagen, schoon om te zien.

    -Hoe ga je eigenlijk te werk ?

    Ik doe het al zolang, dat ik er niet meer bij stilsta. Kijk, de oude eik krijg ik meestal in rechthoekige stukken. Op ’t balkje teken ik de figuur uit. Dan laat ik dat ruim uitzagen, en dan begint het brutte werk van vormen en plooien , het ruwe kap- en beitelwerk. Daarna kan ik de definitieve vorm uitsteken, met verschillende ronde en platte beitels in alle maten. Daarna alleen nog maar even met schuurpapier erover, en het is klaar.

    De kleine motieven moeten ruw en wild blijven, dat is juist het mooie van handwerk.

    -Welke stijl heeft jouw voorkeur ?

    Ik heb geen voorkeur voor stijlen. Ik werk wel veel met Louis XIV. M’n beelden zijn voor Renaissance.

    -Wat doet dat muziekinstrument in uw atelier, Rik ?

    Ik ben lid van de Koninklijke Fanfare ‘St.-Cecilia’. Ik ben al 57 jaar muziekmaker. Dit jaar ben ik 25 jaar muziekmeester. In september geef ik de pijp aan Maarten. Jammer, maar ik ben te oud en ik wil mijn plaats afstaan aan de jonge muzikanten.

    Muziek maken, houtsnijden en er tussendoor op uittrekken met de fiets dat zal ik blijven doen, daar kan ik niet zonder.”  

                 

    Twee maal Rik De Bruyn, tekeningen van Georges Herregods.





    31-07-2012 om 09:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 12 februari – Klein Brabant – Vaartland :

                Voetbal ten voordele van sportverenigingen Ruisbroek en Walem

                “Het bestuur van Heindonk, Heffen, Leest (VV) en Hombeek hebben de handen

                in elkaar geslagen en zondag twee voetbalpartijen laten betwisten ten voordele

                van de getroffen voetbalclubs Ruisbroek en Walem.

                De twee wedstrijden werden door een groot aantal toeschouwers bijgewoond :

                er was iets anders te zien dan anders.”

     

    1976 – 13 februari : Gezinswerking

                Een 25 tal aanwezigen waren komen opdagen op dit initiatief van de KVLV en de

                Landelijke Gilde.

                Onderwerpen : lang haar of niet, meisjes moeten rokken dragen en geen broeken,

                om hoe laat moet mijn kind thuiskomen, roken toelaten of niet, naar de mis gaan

                of niet... (DB, maart 1976)

     

    1976 – 28 februari : Dropping chiro

                18 kerels vertrokken met auto’s naar een onbekende bestemming.

                Op een 10-tal km van het uiteindelijke doel (de Chiro-meisjeslokalen te

                Buggenhout Briel) werden ze rond half tien ’s avonds gedropt.

                De eersten kwamen toe om half twaalf, de laatsten om half twee.

     

    1976 – 6 maart : Bezoek aan Psychiatrische Instelling te Lede

                Op initiatief van de chiro en het oudercomité werd een bezoek georganiseerd

                naar een instelling voor geesteszieken te Lede nabij Gent en toebehorend aan

                de Congregatie van de Zusters Marikollen.

                30 Leestenaars werden hartelijk ontvangen en rondgeleid door de zuster

                directrice.

                Na de rondleiding en een vieruurtje droeg de pater een mis op in de kapel van de

                instelling.

     

    1976 – Zondag 7 maart : KVLV-Vergadering

                met spreekbeurt door Mevrouw Van Beersel over “Zin in het materiële en

                streven naar geluk”.

                Dit jaar zal de 50ste Lourdesbedevaart van Leest plaats hebben. De gelukkige

                winnaars : de dames Teughels en Van Aken. (plaatsvervangster was Mevr. Verbruggen)

     

    1976 – Vrijdag 19 maart : Filmavond Landelijke Verenigingen

                In de Parochiezaal werd om 19u30 “El Cid” gedraaid met in de hoofdrollen

                Sofia Loren en Charlton Heston. Het betrof een initiatief van de Leestse Landelijke
                Verenigingen.

                Inkom : 40 frank.

     

    1976 – april : Nieuwe lokaalhouders voor St.-Cecilia

    Na het overlijden van Jeanne De Bruyn (°Bornem 29/09/1906, +Bonheiden 23/04/1976) werden haar zoon Pol Huybrechts en schoondochter Maria Buggenhout lokaalhouders.

    Tot dan toe hadden ze hun hele leven al geholpen in de zaak en wisten ze hoe zwaar het was om van ’s voormiddags tot ’s nachts, soms tot het bijna terug dag was, ter beschikking te staan van iedereen en nog wat.

    Nu alles op hun schouders viel, besloten ze te zoeken naar iemand die de zaak wou overnemen, echter in het belang van de fanfare. In augustus 1976 was het zover. 

    De nieuwe lokaalhouders werden Emiel ‘Mille’ Van Steen en Marcella De Jonghe.

    Mille Van Steen was te Leest geboren in 1933. Hij ging er altijd prat op dat hij geen Ceciliabloed in zijn aderen had stromen, maar bloed van ‘Arbeid Adelt’ van de Sussen. Sommige Blekken namen daar aanstoot aan, maar voor de meesten was toen al de dorpspolitiek afgelopen. Leest werd gefusioneerd met Mechelen een paar maanden nadat de nieuwe lokaalhouders hun intrede deden. Mille en Marcella hebben zich trouwens altijd ingezet opdat de fanfare het goed zou hebben in het lokaal.

    Ze hebben er de goede tijden nog meegemaakt toen het dikwijls feest was in Leest. Na de deelname van de fanfare aan een muziekwedstrijd werd er uitbundig gevierd in het fanfarelokaal.

    (Stan Gobien ‘Leest in Feest’)

     

    Foto’s :

    -Benefietmatchen op VV Leest. De thuisploeg versloeg SK Heffen met 3-2.

    -Maria ‘van Pol van Sooike’ Buggenhout.

    -Marcella ‘van Mille van Steen’ De Jonghe.

     







    30-07-2012 om 17:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – GEWESTPLAN

     

    “Ten behoeve van de inwoners werd het definitief goedgekeurde Gewestplan ter inzage gelegd ten gemeentehuize. Het beantwoordt de behandelde punten tijdens de gemeenteraadszitting van 16 december 1974, die we ten documentaire titel willen mededelen. Ten einde evenwel te voorkomen dat klaarheid zou te wensen over laten, geven we eerst de punten besproken in de bedoelde gemeenteraadzitting en daaronder  de beslissing van de Overheid, vervat in het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 september 1976, numer 189.

     

    Gemeenteraadszitting                                                                                            

    Punt 1 : dat de woonzone met landelijk karakter wordt doorgetrokken   over gans de Juniorslaan (tot begin Kl.Heide en O.Tisseltbaan).                          

    Staatsblad : Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen. Gunstig advies echter om de kleine open ruimten op te vullen en het woongebied aan de zuidzijde te begrenzen met de Aabeek.

     

    Punt 2 : de woonzone met landelijk karakter uitbreiden aan beide zijden Blaasveldstraat tot begin grondgebied Heffen.           

    Ongunstig advies. De verspreide bebouwing zou toenemen. Niettemin gunstig advies voor de kleine open ruimte aan de oostzijde

     

    Punt 3 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, hoek Bist, richting Hombeek uitbreiden tot de spoorweg.

    Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen.          

     

    Punt 4 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, Oxdonkstraat Kapelle-o-d-Bos.

    Ongunstig advies. De verspreide bebouwing zou toenemen.

     

    Punt 5 : de woonzone met landelijk karakter aan Tisseltbaan uitbreiden tot Rennekouter.

    Ongunstig advies.

     

    Punt 6 : dat de woningzone achter de bestaande Kouterwijk, Kerkenblokweg zou verminderd worden en slechts zou behouden blijven, wat het hogerliggend gedeelte betreft, terwijl het laagliggend gedeelte  dat tot de Zennevallei behoort zou opgenomen worden in groenzone en beschermd landschap.

    Dit voorstel wordt met 5 stemmen voor en tegen aanvaard. Het voorstel van de minderheid, houdende volledige opname van deze  zone als beschermd landschap en supprimatie van de voorziene woonzone wordt met 5 stemmen tegen en 4 voor verworpen.

    Gunstig advies voor het voorstel van de minderheid indien de gronden niet verkaveld of aangekocht werden door de M.M.H.

    Indien dit laatste het geval is wordt het voorstel van de meerderheid bijgetreden. Het laaggedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.

     

    Punt 7 : dat het beboste gedeelte Kouter (Prinsenlaan richting Hombeek) zou worden opgenomen in groenzone en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter, tot grens Hombeek, alsook overgebleven gedeelte links.

    Ongunstig advies, met dien verstande dat de tekenfout verbeterd wordt namelijk het woongebied ten oosten van de Kouter moet westelijk gesitueerd worden. De gronden ten oosten van de baan dienen als landschappelijk waardevol bosgebied aangeduid  te worden in aansluiting met Hombeek.

     

    Punt 8 : dat het laagliggend gedeelte Mechelbaan in groen zone zou worden opgenomen en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter.

    Gunstig advies. Het laaggelegen gedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.

     

    Punt 9 : dat de vallei van de Zenne en Molenbeek, wat de laagliggende gedeelten betreft in groenzone of beschermd landschap zou worden opgenomen, evenals Dorpenpoelvelden.

    Gunstig advies met dien verstande dat de bestaande bossen aangeduid worden als landschappelijk waardevol bosgebied. De vallei van de Molenbeek ten noorden van de Juniorslaan aanduiden als landschappelijk waardevol natuurgebied.

     

    Punt 10 : de Elleboogstraat aan beide zijden in woonzone met landelijk karakter op te nemen.

    Ongunstig advies om gans de straat op te nemen. Gunstig advies om de goedgekeurde verkaveling en de kleine open ruimte aan de noordzijde op te nemen en eveneens gunstig advies om de kleine open ruimte aan de zuidzijde aan te duiden.

     

    Punt 11 : dat de opvullingszone behouden blijft en eveneens van toepassing zal zijn, zelfs tussen bestaande landbouwbedrijven en aan iedere verharde en uitgeruste weg.

    Gunstig advies met dien verstande dat artikel 23 van het K.B. van 28 december 1972 behouden blijft.

     

    Punt 12 : dat men een ambachtelijke zone van ongeveer 10 Ha zou voorzien worden op een nader te bepalen plaats door de hogere voogdijoverheid.

    Ongunstig advies. In de omgeving zijn voldoende nijverheidsgebieden, geschikt voor K.M.O., aangegeven.” (DB 1976, enkel jaartal gekend)      

     

    1976 – 22 januari : ‘Rust Roest’ bracht ‘Bemoeial’. (Jacc Popplewell)

     

    “Zondag 22 januari speelde de plaatselijke toneelkring ‘Rust Roest’ zijn jaarlijks toneelstuk. De parochiezaal zat barstensvol Leestenaren die een avondje uit in eigen gemeenten niet miskenden.

    Deze keer hadden de Rust-Roesters een blijspel gekozen. (Als reactie op die kritiek in de Band). De komische thriller speelde zich af in het privé-kantoor van Mr Marshall, hoofd van een onderneming.

    Het meubilair was sober zoals dat hoort in een kantoor. De muren waren in ’n pasteltint en de deuren waren lichtblauw. Rechts had men duidelijk een lege hoek gevuld door er ‘nooduitgangsdeur’ op de wand te schilderen.

    Voor de mensen die het stuk niet gezien hebben, even kort resumeren : er is een moord gepleegd in het gebouw waar Mr Marshall’s kantoor zich bevindt. De werkvrouw, Mrs Piper, ontdekt het lijk, maar vergist zich en even later komt de dode weer tot leven. Later blijkt er dan wel iemand vermoord te zijn, maar de vraag naar de dader blijft open tot het laatste moment. Het spannende stuk is verwerkt met heerlijke gags en komische situaties.

    De verjongde ploeg, onder leiding van Guido Hellemans die zijn vader opvolgde als regisseur, deed haar uiterste best om het stuk tot een goed einde te brengen wat niet altijd van beroepsacteurs kan gezegd worden.

    De ervaring die Renild Polfliet als Mrs Piper de werkvrouw, Guy Mollemans als Mr Marshall, Pierre De Wit als rechercheur en Ferdinand Van der Hasselt als commissaris reeds hadden was duidelijk hoorbaar. De nieuwelingen Monique Verschueren (18), Marleen Lauwers, Wim Baarenk en Imelda Van der Hasselt moesten niet voor hen onderdoen. Zij beloven veel voor de toekomst van onze Leestse Toneelvereniging.

    M.V.” (De Band, februari 1976)

     

    1976 – 31 januari : Ledenfeest Vevoc

    Het jaarlijks teerfeest was ditmaal in Far-West-stijl. Er werd om 20u15 gestart met een mis in de kerk speciaal voor Vevoc en om 21 uur werd iedereen verwacht in de Parochiezaal in Far-West-klederdracht.

    Op het menu : steak met peper- of provinciale saus met frites, speciaal rijstdessert met krieken en vervolgens voor iedereen nog kip met currysaus of salede + boerenbroden.

    Prijs : 200 fr. per persoon.

     

    1976 – 6 februari : Start Vevoc Danscursus : de cursus bestond uit 6 lessen.           

    30-07-2012 om 08:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 – 25 jaar Leest

    De leerlingen van het zesde jaar van de  meisjesschool van Leest deden voor aanvang van de grote vacantie mee aan een prijskamp die door het Ministerie was uitgeschreven. Het kwam er op neer, in samenwerking met heel de klas, een studie te maken over de evolutie van hun dorp de laatste 25 jaar. De meisjes van Leest stuurden hun gemeenschappelijk werk over Leest binnen en behaalden met glans de eerste prijs.

    Dit gezamenlijk werk verscheen in december in De Band.

     

     Inleiding

    Leest is een dorpje in de provincie Antwerpen, nabij de stad Mechelen. Met zijn 931 ha. oppervlakte en een goede 2000 inwoners heeft Leest het uitzicht van een typische plattelandsgemeente. De rivier, de Zenne, zorgt langsheen haar loop voor mooie natuurplekjes. Buiten het kasteel ‘de Mot’ heeft Leest een stemmige kerk uit de 18e eeuw met Romaanse sporen in de toren en in het koor. Hier en daar zijn nog een paar oude boerderijen.  Zoals gelukkige mensen heeft Leest geen geschiedenis. Alles verloopt er zo rustig dat ons dorpje nooit in het T.V.-nieuws komt en ook bijna nooit een krantenkop haalt. Toch mag men hieruit niet afleiden dat de tijd  in Leest stilstaat. Wanneer men na 25 jaar opnieuw in ons dorp zou terugkeren zou men er wel wat veranderd vinden. Maar daarover meer op volgende bladzijden.

     

    Wijziging in het uitzicht

    Natuurlijk ziet ons dorp er niet meer uit zoals 25 jaar geleden. Jaren lang keek slechts de toren van onze dorpskerk uit over het rustige vlakke landschap. In 1964 echter werd aan de Juniorslaan door de P.I.D.P.A. een 44 meter hoge watertoren opgericht. Die zal een zeer belangrijke rol spelen in de waterbedeling van Leest en de omliggende gemeenten. Hoewel er hier en daar nog een waterpomp staat, (meestal is het dan toch een elektrische) zijn toch praktisch alle inwoners van ons dorp aangesloten op het drinkwaternet.

    In de Kouter werd door een dankbare inwoner een Lourdesgrot opgericht in 1961. Aan het kruispunt van Tiendeschuurstraat, Elleboogstraat en Winkelstraat wijdde Monseigneur Suenens in 1955 een Maria-kapel in onder massale belangstelling.
    Niet alleen de devotie maar ook de nood aan gezonde en goedkope woningen veranderde Leest. In 1967-68 verrees in de Kouter een nieuwe wijk van 34 mooie, moderne woningen.

    Later in 1974 zal deze wijk nog uitgebreid worden met 18 woningen. Terwijl tot dan toe Leest hoofdzakelijk bewoond werd door Leestse afstammelingen kwamen er nu een heleboel inwijkelingen.

    Er verdwenen vanzelfsprekend oude typische boerderijen zoals die mooie romantische boerderij op het dorpsplein. De dorpskom is wel het meest veranderd. Buiten die mooie boerderij die plaats maakte voor een basketplein werd heel  de Dorpsplaats geasfalteerd en als parking uitgerust. Ook de kerk kreeg een beurt. De muren werden afgekapt en zijn nu rood. De ingang naar de kerk werd verlaagd en verbreed.

     

    De landbouw

    Zo’n kwarteeuw geleden waren de meeste inwoners van ons dorp landbouwers. Hun inkomsten kwamen voort van rundveeteelt, graan, aardappelen en wat groenten. In 1951 zag men vanzelfsprekend veel mensen, met veel minder materiaal, op het veld. De boer en zijn paard waren ook onafscheidelijk. Maar de boer werd verplicht zich aan te passen. Ofwel ging hij over naar een groot melkveebedrijf met uitgestrekte velden en weiden en rustte hij zich uit met moderne machines ofwel legde hij zich toe op tuinbouw wat wel het meest voorkwam. Op vele plaatsen werden serres opgericht en groenten onder glas gekweekt. De landbouwers en tuinders werden meer en meer welvarend. Spruiten, bloemkolen, prei en witloof zijn wel de bijzonderste groenten die ons dorp zoveel welvaart bezorgen. Men kan nu terecht fier zeggen : ‘ik ben van den buiten, ik ben van de boer.’

     

    In de meisjesschool

    Wie in 1951 eens binnenloerde in de klassen zou er naast twee juffrouwen, vier zusters in echte nonnenkleren, die daardoor alleen al waardigheid uitstraalden, als onderwijzeressen vinden.

    Zuster Annontiata had de eerste kleuterklas, terwijl zuster Gonzaga de strenge hand hield in de tweede kleuterklas. De lieve zuster Alberica zal jarenlang met veel geduld de kinderen de eerste beginselen van de lees-, schrijf- en rekenkunst bijbrengen. Juffrouw De Boeck en Juffrouw Maria werkten verder aan de opvoeding en de vorming van de Leestse vrouwelijke jeugd. De laatste hand werd toch gelegd door de strenge Zuster Virginie. Jarenlang bleven zij de opvoeders van onze moeders tot in 1957 de zieke Juffrouw Rheinhard op rust ging. De één na de andere verliet de school om uit te rusten en jonge krachten namen hun plaats in.

    In 1951 kwamen alle kinderen te voet of per fiets naar school. Nu worden wij afgehaald en weer thuis bezorgd door de autobus. Ook in de manier van onderwijzen veranderde wel wat. Alles gaat nu veel gemoedelijker. Gedaan met de schoolfeesten waaraan maandenlang ernstig geoefend werd.

    Ieder trimester houden we in onze klas een open-deur en nodigen de andere klassen uit op een gezellig feestje met : toneel, muziek en dans. Wij organiseren en verzorgen alles zelf.
    Onze onderwijzeressen komen als toeschouwer en één enkel keertje spelen ze mee.  In 1974 vertrok voor de eerste maal een klas op ski-vacantie. U ziet het…Leest blijft bij !...

     

    In de jongensschool

    Ook in de jongensschool stond de tijd niet stil. In 1951 waren er net als nu vijf meesters die met alle mogelijke middelen orde en tucht afdwongen. Meester De Leers was schoolhoofd en titularis van de 1ste graad. Van hem onthouden we dat eerste-klassertjes reeds alle gebeden konden opzeggen in het Frans.

    In de tweede graad stond meester Selleslagh. Meester Meyers nam de derde graad voor zijn rekening en het opvoedingswerk werd voltooid in de vierde graad door meester Huysmans.

    Zoals overal elders verdween de vierde graad en één na één werd het personeel vervangen. Op dit ogenblik zijn er vier leerkrachten : Juffrouw Monique voor het eerste jaar, meester Teughels voor het 2de jaar, meester Hendrickx voor het 3de en 4de jaar en meester Gobien voor het 5de en 6de jaar en tevens schoolhoofd.

    Vanaf 1975 zitten de jongens in nieuwe ruime lokalen en beschikken over al het mogelijke comfort. Zo te zien een feest om naar school te gaan.

     

    Wijziging op kerkelijk gebied

    Als je op een zondagmorgen het kerkhofpleintje opwandelt zie je voor je een schilderachtige kerk uit de jaren 1776. Vroeger was het er wel wat drukker op zondagmorgen. Om zes uur luidde de klok en riep de mensen naar de mis van half zeven. Langs de linkerkant zag je de veelkleurige hoedjes van de vrouwen, terwijl de rechterkant benomen was door de stoere mannen. Het missaal, vol Latijnse gebeden, was toen nog erg bruikbaar. Met de rug naar de menigte toe prevelde de pastoor Latijnse gebeden en gezangen. De prachtige preekstoel, versierd met houten beelden deed toen werkelijk nog dienst. Twee tot driemaal per jaar trok de processie plechig door de straten.

    De kerkelijke overheid werd gewijzigd. Vele onderpastoors kwamen en gingen en in 1966 werd E.H. Coosemans door E.H. Lornoy opgevolgd. Er is geen echte onder-pastoor meer maar bij de kerkdienst wordt Mijnheer pastoor bijgestaan door Pater Damiaan en legeraalmoezenier Herregods.

     

    Volksleven

    Het verenigings- en volksleven kreeg steeds een grote belangstelling in ons dorp. Toch kende iedere organisatie ook periodes van achteruitgang. De laatste tijd echter is er in bijna alle verenigingen een heropleving. Het ontspanningsleven was nooit zo bloeiend. Is het omdat we ons bedreigd voelen in onze iegen aard maar er is ook een groeiende interesse voor al wat Leest, zijn geschiedenis en zijn eigen volksaard betreft.

    Het Davidsfonds richt op 2de Paasdag een tentoonstelling in, waarop een of ander aspect van het volksleven belicht wordt. Onder de bezielende leiding van aalmoezenier Herregods, die zijn veelzijdig kunstenaarstalent volledig ten dienste stelt, kent deze tentoonstelling ieder jaar een stijgend succes.

     

    Bevolking

    Al zijn er in 1976 slechts 219 inwoners meer dan in 1951, er kwamen toch 106 woningen bij. Het aantal geboortes en overlijdens blijft ongeveer hetzelfde : geboortes in 1951 : 30. Geboortes in 1975 : 27. Overlijdens in 1951 : 13, overlijdens in 1975 : 14.

     

    Jangske Den Bakker

    Een paar jaartjes geleden leefde er in ons dorpje een zeer gekende volksfiguur. Jangske Den Bakker, zo werd hij door de mensen genoemd, was vanaf zijn prille jeugd al een echte Tijl Uilenspiegel. In gekke streken kon hij gemakkelijk een tien halen, want dat deed hij goed. Op een mooie zonnige dag had Jangske Den Bakker geen lust meer om te leren en hij beet een groot stuk uit zijn schoolboeken. De meester stond er streng naar te kijken maar Jan was hem te vlug af en de muizen in de klas moesten het gedaan hebben. Een muizenval stond er vlug maar de muizen waren er ook want de jongens van de hele klas brachten de volgende dag allemaal muizen mee. Ook de muizenval deed erg goed dienst. Maar toen er op een dag een platgereden muisje op de houten lessenaar lag had de meester het spelletje door. Jangske was er niet graag bij want hij kreeg van de stok en dat voelde je een week later nog. Jan werd ouder en ging steeds meer van kinderen houden. Hun iets moois beloven was zijn grote vreugd. Paardjes, koetjes en konijntjes werden allemaal beloofd, maar geen enkel kind heeft ze ooit gekregen want ’t was dan plots gestorven of ’t had maar drie pootjes meer. Jaren en jaren gingen zo voorbij en op een mooie dag ging Jangske met zijn konijntjes, koetjes en paardjes naar de hemel toe. Maar bij de kindertjes blijft hij nog altijd bestaan.

     

    Het dialect

    Zoals overal elders in Vlaanderen beginnen meer en meer mensen  het nut van een verzorgde omgangstaal te beseffen. Sommigen leren daarom hun kinderen vanaf hun jeugd algemeen Nederlands praten. Toch is ons dialect zeer goed bewaard gebleven. Het bleef gespaard van vreemde invloeden. Hier, een lijstje van enkele woorden of uitdrukkingen op zijn Leests : een jeat = een kopje, een taloeër : een bord, een bouche = een schommel, een bees : een snoepje, oep daa : op de heide, diëvan ons : mijn man, een gritsel : een hark, ons soot : onze kinderen, een bijk : een beek…

     

    Wijziging op politiek gebied

    Zoals in elke andere gemeente worden om de zes jaar gemeenteraadsverkiezingen gehouden. In een klein dorpje waar iedereen iedereen kent is zo’n verkiezing de gebeurtenis. Sedert jaren waren er slechts twee belangrijke partijen : ‘de Sussen’ en ‘de Blekken’. Beiden ontstonden uit een fanfare. Hoewel de mensen in ons dorp vredelievend van aard zijn  gingen zij omstreeks de verkiezing op oorlogspad.

    ‘Gemeentebelangen hebben daar op verre na niets mee te maken : alleen de eisen voor eigenbelang van deze persoon, waaraan onze andere mensen niet konden tegemoet komen, hebben hier in een rol gespeeld’.

    ‘Wie draagt de schuld ? De Blekken !’

    ‘Wie heeft dan de rolluiken van het huis van onze muziekbestuurder en het huis van zijn gebuur bevuild ? Waren dat misschien ook mensen van ons ?’

    ‘…zoals ten tijde van de Brugse metten, iedereen die in hun kraam niet past en die op hun vraag : stemt ge 2 of 3, de eerlijkheid aan den dag legt en durft uitkomen voor zijn overtuiging, in dit geval nr 3, zonder meer af te ranselen en buiten te smijten…’

    Er vielen soms harde woorden en men ging ook al eens op de vuist zoals men kan opmaken uit de knipsels van verkiezingspamfletten. Maar de tijden veranderden. Er komen nationale partijen. De strijd speelt zich meer af op papier. Na een half jaar zijn de gemoederen weer bedaard en wordt door gans de gemeente plechtig de burgemeester ingehaald. Ons dorp had slechts drie burgemeesters in de laatste 25 jaar : E. Verschueren, P. De Prins en A. Lauwers die onze laatste burgemeester zal zijn.

     

    Leest geweest

    Zoals zovele andere kleine dorpjes zal Leest vanaf 1977 ophouden te bestaan. Wij hopen dat wij niet verstedelijkt zullen worden. Dat wij onze eigen aard nooit zullen verloochenen. Al behoren wij vanaf 1 januari 1977 bij de 81.000 Mechelaars, in ons hart blijft LEEST toch altijd LEEST.

     

    Dit album werd samengesteld door : Linda Bruggemans, Erica Ceuppens, Christel De Bleser, Gerda De Prins, Katelijne Duysburgh, Karine Fierens, Krista Lefever, Nancy Selleslagh, Ann Solie, Gonda Van den Bergh, Els Verbruggen, Krista Verschuren. Leerlingen van het 6e jaar van de vrije meisjesschool te Leest, Dorp 10.

     

    Bijgevoegd :

    -25 jaar Leest Geweest

    -Jangske Den Bakker, tekening van Georges Herregods.

     





    27-07-2012 om 09:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1976 –  De Alemstraat te Leest werd verbeterd. Meteen verdwenen de laatste “kinderkopjes” van de Leestse wegen.

     

    1976 – Fusie der Gemeenten

    “Op 23 oktober 1975 heeft men een voornaam persoon voor het TV-scherm kunnen beluisteren die ons wou diets maken dat aangaande de fusies een averechts beeld wordt opgehangen. 

    Dat was nonsens : immers door de samenvoeging van gemeenten zou men tot een grotere communauteit komen, gemeentehuizen blijven, het sociaal en cultureel leven zou daardoor bevorderd worden, nonsens dat men kilometers ver zou moeten gaan om bepaalde zaken te regelen.

    Als men dat alles hoort, dan kan men niet anders dan zich voorstellen dat de nieuwe gemeente als een troetelkind te zullen behandeld worden. Wij hoeven geen verwenningskuur, maar eenvoudig te blijven en te zijn in een eigen gemeente, de onze aan de Zenne.

    …

    Een beslissing is reeds gevallen. De fusie of het terugbrengen van de 2359 bestaande gemeenten tot 589 is daardoor in een beslissende fase getreden. Met de Vox Populi werd eenvoudig geen rekening gehouden, het klonk verloren in de woestijn.

    Men mag het nu draaien of keren lijk men wil, zelfs het doen doorgaan alsof de fusie van gemeenten de ideale oplossing is met al de daaraan verbonden voordelen, het blijft een aanslag op de eigenheid van de gemeenten. Er werd zelfs verklaard dat gemeenten werden  geraadpleegd, m.a.w. niet alle  gemeenten werden om advies gevraagd, wat weer tot nadenken stemt. Inderdaad wat moet men daaruit concluderen ?

    Het zou wel eens van belang kunnen zijn de nadelen opgesomd te zien die ons door de fusie worden aangeboden; en wie vraagt zich niet af, zijn er geen ernstiger zaken die naar een zinvolle oplossing wachten dan zich te amuseren met het pesten van gemeenten ? De stille hoop die nog mocht gekoesterd worden, werd evenwel op korte spanne tijds vernietigd. Immers de fusie der gemeenten is een definitief feit geworden.
    Men kon beter besluiten met de woorden : juicht Belgen juicht, in vreugde vol akkoorden ! Hou vast aan de Inspraak, aan de democratie ! Allen zegden met de gemeentelijke Overheid : Weg met de dwang fusies ! Herhalen wij dit ook voor onze Zennevallei ! Geen verdwijning onder dwang !

         Snuffelaar.” (DB, 1976- enkel jaartal gekend)

     

    In een ander nummer van dat jaar publiceerde Snuffelaar :

    “We hebben met genoegen mogen vaststellen dat de regelmatig verschenen bijdragen omtrent de fusie van gemeenten, met aandacht werden gelezen en bijgetreden.

    Een bijeenkomst van gemeentevaderen (te Mechelen gehouden) voor kennismaking, bracht voor de gewone sterveling geen wijsheid meer op. Hoe zal men uit de geschapen chaos geraken ?

    Hoe onbesuisd gewerkt is geworden, blijkt uit een verschenen bericht aangaande de fusie te Rijmenam :

    ‘Rijmenam na de fusie : de eeuwenoude leefgemeenschap wordt erg verminkt. Naar Putte gaan ruim 700 inwoners, de overige bijna 4000 gaan naar Bonheiden.’ Men spreekt ook over de nadelen en die werden aangestipt door de heer De Keersmaeker uit Eppegem : ‘een grote gemeente zal meer geld kosten omdat zij relatief meer diensten organiseert, dus verhoging van belastingen. Het bestaan van verenigingen en hun subsidiëring kan in ’t gedrang komen. Sommige wijken kunnen verwaarloosd worden wat onderhoud betreft en bepaalde gemeentediensten zullen worden afgeschaft, waardoor ouders en andere personen zich naar de pilootgemeenschap zullen moeten begeven !’

    Wij hebben ook ons licht gaan opsteken in West-Vlaanderen en daar kwam de volgende toestand na de fusie tot stand :

    ‘De gemeente K…, bestaande uit 5 samengesmolten gemeenten. Daarvoor bestaat slechts één gemeentehuis waar alle dossiers aanwezig zijn voor het bekomen van inlichtingen. Er is maar voor één zaak onderscheid gemaakt : de werklozen moeten niet naar de moedergemeente gaan stempelen, maar wel in de eigen gemeente.’

    En…het systeem van Pontius-Pilatus is reeds aan bod gekomen. Inderdaad, de enen hebben het precies zo niet gewild, anderen zeggen, vanaf 1977 willens-nillens te zullen behoren bij de nieuwe gemeente, en nog anderen zeggen dat er in ieder geval moet overgegaan worden tot het oprichten van dorps- en wijkraden.

    Zal men de voorgeschotelde onduidelijkheden, de burger voorgehouden, kunnen wegmoffelen om het eigen gezicht niet te schenden.

    Men heeft ook belangstelling voor de straatnamen, waarom geen namen van bloemen gegeven, zoals reeds werd voorgesteld ?

    Bij het napluizen van gelijklopende benamingen komen we tot een viertal straten : Kapellestraat, Molenstraat, Scheerstraat en Vinkstraat.

    Wat aan dat alles ontbreekt is : 1° het ontbreken van degelijke voorlichting. 2° de verkrachting van het begrip ‘inspraak’.

    Het spreekt vanzelf dat de bevolking, inzonderheid van de landelijke gemeenten niet te spreken zijn over deze fusies van gemeenten. Waarom niet zal men vragen, maar dan van bepaalde zijde ?

    Is het nodig nogmaals klaar en duidelijk te zeggen, dat het een greep is naar meerderheid van de ene of de andere, en niet zoals men het wil presenteren, ten nutte van de bevolking.’ 

                                                                                     

    1976 – Leest telde 2064 inwoners. (Wikipedia)      

     

    1976 – Het Bouwspook – “Slaap op beide oren, de Zennevallei is verloren”.

    Onlangs wandelden we door de Zennevallei, een stukje natuurschoon in het lieflijk Leestse dorpje. We kuierden langs het Chiroplein naar de Kerkenblokweg en verder door ’t privaat goed van Van den Bergh naar de Bleukens. Mooie streek, vonden we. Dat is het inderdaad, zei een stem van ergens tussen de hoge populieren. Ik heb dit gebied met zorg bewaard en nu de prijzen van bouwgrond zo erg gestegen zijn ligt het hier als een rijpe appel klaar om er de bulldozers in te zetten. In plaats van distels en brandnetels zullen vlug tientallen woningen als paddestoelen uit de grond schieten.

    -Hm, zeiden we, je bent zeker het bouwspook.

    -Zeker, zei de stem, maar laten we niet afdwalen. Wat zou jij de dag van vandaag doen om hier heer en meester te blijven ? Om miljoenen gaat het hier. En die zouden we zo maar laten voor een hoopje distels ? Kijk, we maken het fijn. Eerst ruimen we het schijtbos van de Chiro op ; hard(t) nodig of niet. De kinderen krijgen langsheen en op de kerkhofmuur plaats genoeg om alles kwijt te geraken. Zo zullen de bewoners verlost zijn van die zware reuk.

    -Je vergeet Ruisbroek, zeiden we.

    -Zwijg, we hebben aan alles gedacht. Gaven we geen vijfentwintig meter grond cadeau voor een tweede dijk met wandelweg. Uitheemse struiken en heesters maken dan het uitzicht op de schilderachtige rivier nog veel mooier.

    -Maar die waterzieke gronden, die ongezonde mist in het najaar ? Geen enkel mens wil hier wonen. De mensen van hoger den de Kerkenblokweg klagen over water in de kelder, stinkende beerputten en behangselpapieren die lossen van de vochtigheid.

    -Vergeet niet : - een wijkcomité heeft hier gewerkt voor een speelplein met recreatie.

    -Bezwaren tegen woonwijkuitbreiding werden ingediend bij het Schepencollege, bij de Ministers en zelfs bij de Koning.

    -Daarbij heeft het Leestse Leefmilieu uitvoerig het ontwerp-gewestplan besproken en de bezwaren overgemaakt aan de Gouverneur.

    -Perfect ! Zo mag ik het horen. Maar niet overdrijven anders ga je spoken zien.

    Werd het plan voor het speelplein niet verwezen naar het kerkhof ? En het behoud van de Zennevallei werd gekelderd met een pijpekop ; een ontwerpplan voor 43 huizen in de beemden.

    En Leefmilieu Leest, zag die niet als dank voor haar werk de gemeentesubsidiëring gehalveerd.

    En toen de makers van ’t gewestplan ineens zo weinig landelijk natuurschoon zagen te Leest hebben ze maar vlug een stukje ‘Dorpelpoel’ groen geschilderd, om je te sussen.

    En vergeet niet, lachte het bouwspook, vorige maand kocht een bouwmaatschappij de gronden aan. Een fontein van geld spoot in de zakken van de eigenaar en ik, ik krijg mijn zin, je zult het zien.

    -En toch laten we de vallei niet los, zeiden we.

        De Distel”.

    (De Band, 1976)

    Dezelfde auteur schreef datzelfde jaar : De Zennevallei : tehuis en jachtgebied van de TORENVALK.

    In de vorige nummers van De Band vertelden we reeds dat de torenvalk een trouwe inwoner is van onze Zennevallei. Ons zijn er enkele broedgevallen van de torenvalk bekend. Enkele leden van de Wielewaal hebben deze zomer verschillende jongen geringd. Ze vertelden me : ‘de torenvalken bezetten één kunstmatig nestkastje in de Bleukens. De jonge torenvalken, zes in aantal, waren al zo volgroeid dat op het ogenblik van het ringen, ze hun heil zochten in de vlucht. Drie anderen werden geringd.’

     

    1976 – Afbraak van de oude herberg “In de groene linde”

                Op de Dorpplaats werd dat jaar het bouwvallig huisje, op de hoek van de

                Scheerstraat (Ten Moortele) en de Dorpsstraat, afgebroken.

                Het was oorspronkelijk een tweewoonst.
                In 1723 waren dat de huisjes van Bertel Vermijlen en Jan Ditens.

                Later stond de woning op naam van het echtpaar Jan Baptist Van Hoof-Serafina

                Coeckelbergh. Ze waren te Leest getrouwd in 1852.

                Jan Baptist was te Leest geboren op 21 september 1822 als zoon van Frans en

                Elizabet Van Hoof. Hij zou op 4 april 1874 overlijden aan de gevolgen van

                typhus. Het echtpaar kreeg 7 kinderen : 5 dochters die allen zeer jong stierven

                en 2 zonen : Isidoor Constant (de latere garde en de grootvader van de allerlaatste

                garde van Leest Victor) en Frans Eduard “Sooi” (°8/7/1854, +17/10/1929).

                Deze laatste bleef in de woning en baatte er jarenlang met zijn echtgenote Louise

                “Wiske” Huys (°Leest 3/12/1860) de herberg “In de groene linde” uit.

                Er stond trouwens een mooie linde voor de deur, evenals een mestput, zoals dat

                vroeger algemeen de mode was. Sooi Van Hoof was immers ook boer.

                Het echtpaar Van Hoof-Huys kreeg 12 kinderen. Twee onder hen zouden

                overlijden aan de gevolgen van de eerste wereldoorlog : Theofiel sneuvelde te

                Diksmuide in 1917 en Alfons kwam als invalide terug uit die oorlog, hij was een

                slachtoffer van een gasaanval en zou aan de gevolgen daarvan overlijden in 1921.

                Een andere zoon, Jozef “Jef”, was medestichter van de toneelkring “Rust Roest”

                en te Leest en omgeving zeer populair als komisch acteur.

                Prosper Goovaerts uit Heffen was de laatste eigenaar van het huisje.   

         

    Foto’s :

    -De Alemstraat

    -De dorpskom zou een heel ander aanzicht krijgen na de afbraak van de tweewoonst.





    26-07-2012 om 18:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto’s :

    -Treinongeval te Leest. (bezit : Eddy Apers)

     

     

    1975 – 16 november : Chirofeest

                “Een paar jaar geleden heb ik met geestdrift geschreven over het Chirofeest.

                Het laatste Chirofeest heeft mij minder enthousiast gemaakt. Het gaf mij een

                algemene indruk van slordigheid en banaliteit.

                Nochtans was er heel wat waardevols.

                Goed was : de misviering waaraan aandacht werd besteed, de organisatie van het

                feest zelf, zodat de gebeurtenissen elkaar vlot opvolgden...

                (...)

                Deze keuze  en overzicht is beperkt en subjectief. Bedoeling is te wijzen op de

                manier van overkomen bij de ouders. Weinig gunstige reacties heb ik gehoord,

                wat niet beduidt dat men blind is voor het goede.

                Maar waarom niet ernstig gewerkt aan het uitbeelden van het jaarthema, of een

                choreografisch nummer, of een poëtische evocatie, of gewoon een mooi lied, enz..

                Het zal een inspanning vragen, maar wellicht zal ook de vreugde groter zijn.

                Men vraagt geen kunstmatig gedoe, maar ook geen brutaliteit.

                Ik vraag mij ’t volgende af : de chiro zou een buitenschoolse vormingswereld

                moeten creëren. Hoe kan een kwetsbare scheut –die een prutske of speelclubber

                is, ongebruskeerd uit dergelijke esbattementen komen ?

                Of anders, hoe kan zo’n kind zijn innerlijke tere rijkdom ontplooien ?

                Mijn bede is deze : dat gans de leidersploeg van jongens en meisjes zich eens

                terdege afvraagt hoe het moet, zonder mij a priori gelijk te geven.

                Misschien als inspiratiebron een uitspraak van de stoere Stijn Streuvels, die men

                moeilijk van sentimentaliteit kan verdenken :

                “Hoe vreselijk ongelukkig moeten kinderen zijn wiens tere kinderziel door

                volwassenen zo brutaal met de voeten wordt getreden...”

                Ik wens u goed heil, en volgend jaar een beter (=fijner) chirofeest.

                                Guido Hellemans”

                (De Band, December 1975)  

     

                Een jaar later kregen ze van hun criticaster in  dezelfde periodiek positieve

                commentaar. Hij besloot toen met :

                “...niemand wordt graag berispt, maar de ervaring leert dat men beter in

                rechtzinnigheid “vaderlijk streng en moederlijk teder” (of omgedraaid)

                iemand terechtwijst dan vleiende onbenulligheden te zeggen die men trouwens

                toch niet gelooft. De jonge mensen van de Leestse chiro hebben op een ridddelijke

                en doeltreffende wijze het antwoord gegeven op een aantal onaangename

                aanmerkingen. Dat vinden we fijn. (Sommige ouderen bleken er minder

                gemakkelijk overheen te kunnen). We hopen dat het zo blijft en verlangen in die

                geest naar volgend jaar...”    

     

    1975 – 28 november : Drie percelen bouwland te Leest

                “Om uit onverdeeldheid te treden – Vrijwillige Openbare Verkoping van

                drie percelen BOUWLAND te Leest.

                Notaris Frans Loncin te Puurs zal op navermelde zitdagen, met winst van

                verdieren voor de inmijners, openbaar verkopen, volgende onroerende goederen :

                Gemeente Leest

                KOOP I : een perceel bouwland gelegen ter plaats “De Renne Cauter”,

                gekadastreerd sectie A nr 437/a voor een grootte van 26 a 55 ca. palende

                noord-oost : De Borgher-Huysmans Hubert te Leest, zuid-oost : Lienart Albert te

                Aalst, zuid-west : de Jamblinne-de Heux Roland en deelhebbers te Brussel, noord

                Van de Kerkhove de Sejournet de Rameignies Ghislain de weduwe te Nossegem.

                In huur bij de heer Marcel Somers te Leest.

                Koop I : ingesteld op 42.000 f.

     

                KOOP II : Een perceel bouwland gelegen ter plaats “Het Hertsveld”,

                gekadastreerd Sektie A nr 388/c/deel groot vlg. Meting 17a 26 ca, palend ten N.

                aan Jacobs-De Boey Jan de weduwe en kinderen te Leest en Verelst Jules de

                erven te Zemst; ten O. aan koop III, ten Z. aan de Malingreau d’Hembise van

                Langenhove de Bouwekerke Christiaan te Antaisnes en ten W. aan dezelfde.

                In huur bij de heer Marcel Geerts te Leest.

                Ingesteld 25.000 fr.

     

                KOOP III : Een perceel bouwland gelegen naast voorgaand, gekadastreerd

                Sektie A nr 388/c/deel, groot vlg meting 17 a 82ca,palend ten N aan Verelst

                Jules, de erven voornoemd; en Van Meerbeeck-De Boeck Jean te Leest;

                ten O aan De Wit-Goovaerts Désiré te Leest; ten Z aan de Malingreau

                d’Hembise voornoemd en ten W aan koop II.

                In huur bij de heer Désiré De Wit te Leest.

                Ingesteld : 25.000 f.

     

                De goederen worden verkocht voor vrij en onbelast. Genot en gebruik bij

                de veilvoorwaarden te bepalen.

                ZITDAGEN

                Instel maandag 24 november 1975, toewijs maandag 1 december 1975 telkens

                om 3 u.  namiddag, ter herberg “Café Liliane” te Leest, Juniorslaan.

                Voor verdere inlichtingen wende men zich ten kantore van de verkoophoudende

                notaris Frans Loncin te Puurs, Palingstraat 1.”

                (Bericht in –onbekende- krant 28/11/1975)   

     

    1975 – Maandag 29 december : Knipsel van onbekende krant (zie foto’s) : “Over het ongeval dat zich zaterdagnamiddag voordeed te Leest aan de onbewaakte spooroverweg leest men op een andere plaats in ons blad. Hier nog enkele beelden van de ravage die werd aangericht. De aangereden trein sleurde de vrachtwagen nog driehonderd meter mee vooraleer deze in een belendende weide tot stilstand kwam. Balans van dit tragisch ongeval : één dode, één zwaar- en één lichtgewonde.”  

     

    1975 – VEVOC JAARVERSLAG

     

    “Dames, Mijne Heren, Pater of zal ik maar beter zeggen proost, Vevocers allen hier samen, er werd mij in naam van het ganse bestuur gevraagd het Vevoc-jaar 1975 bij jullie door woorden terug in beeld te brengen.

    Zowaar een niet zo eenvoudige taak, daar jullie evenzeer weten als ik dat het een uitgebreid en vrij druk jaar geweest is. Inderdaad na een aarzelende start in de jaren ’72 en ’73, toen we nog in onze kinderschoenen stonden en het jaar ’74, een jaar van een stilaan toenemende activiteit, mag het jaar ’75 reeds vrij druk genoemd worden.

    Het jaar ’75 werd ingezet met ons ledenfeest in de maand januari. In een echte ‘Breughelsfeer’ en met een enthousiaste  eensgezinde Vevoc-familie waren we met 110 leden samengekomen om te dansen  en zeg maar in goed Leests, om een ‘sneeke’ te eten. Weet je nog, dat we toen bij een lustig pintje tegen elkaar gefluisterd hebben : ‘Louis of Charel, weet ge het nog, vriend van toen op bivak. Wat hebben we leute gehad hé, maar ja, men blijft niet eeuwig achttien jaar, we groeiden wij feitelijk te rap uit onze korte broek hé jong !’

    Het jaar ’75 was een jaar van ontspanningsavonden en sport. Vooreerst werd door onze voetbalploeg het Pinkstervoetbaltornooi van FC Telstar in een echte cupsfeer gewonnen. Niemand had het voor mogelijk gehouden, maar iedereen had het toch stilletjes gehoopt. Onze tweede Vevoc-ploeg deed het met een zesde plaats ook verre van slecht.

    Vevoc speelde 17 matchen, won er daarvan 10, speelde 3 maal gelijk en verloor 4 keer. In totaal maakte men 45 doelpunten en kreeg men er 13 tegen.

    Onze volgende stap naar sportief succes werd door onze volleybalploeg gezet, die erin slaagde haar eigen volleybaltornooi te winnen op 25 mei door de deelnemende ploegen KWB, SVK Heverlee, Fanfare St.-Cecilia, Telstar en Chiro de baas te blijven. Nochtans kon onze volleybalploeg in het tornooi te Heverlee niet bevestigen. Een gebrek aan training en vooral aan speelgelegenheid zijn hier zeker de oorzaken van.

    Vervolgens werd op 20 september te Kapelle-op-den-Bos nog eens aangetoond dat Vevoc kan voetballen, want daar werd voor de tweede maal een voetbaltornooi gewonnen, waarbij we als enige niet-Kapelse vereniging onder de deelnemers, met de beker huiswaarts konden keren.

    Vevoc haalde in ’75 ook verscheidene malen de krantenkoppen. Een eerste maal gebeurde dit bij onze fietsenrally die doorging op 29 juni. Niettegenstaande er voor die dag niet al te veel reclame gemaakt werd, kwamen er toch twee kranten, nl. Gazet van Mechelen en Het Volk opdagen om deze fietsrally te verslaan, die tevens een succes mag worden genoemd, niet alleen om zijn 250 deelnemers, maar ook om zijn organisatie.

    De tweede maal dat we gunstig in het nieuws kwamen was met onze derde uitgave van de jeugdcross op 5 oktober. Reeds van maanden te voren waren grote inspanningen gedaan om deze veldloop in de beste voorwaarden te doen verlopen. De beloning was des te groter. Niet minder dan 800 deelnemers werden opgetekend.

    In dezelfde maand oktober schrijft Gazet van Mechelen dat Vevoc het nu maar eens over een andere boeg gooit en met woorden gaat spelen. Inderdaad op 31 oktober kwamen niemand minder dan Nand Baert naar Leest om onze plaatselijke verenigingen ‘Wachtwoord’ te spelen. Vooreerst was er op onze ontspanningsavond van 13 juni, waar we onze overwinningen van voetbal- en volleybaltornooien met een hartig etentje kruidden, een schifting tussen 32 Vevoc-ers nodig om Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael als besten naar voor te doen komen. Op een nieuwe voorselectie op 12 september moesten jongensschool, FC Telstar en Davidsfonds afvallen. Op de avond van ‘Wachtwoord’ toonde onze plaatselijke meisjesschool zich sterker dan Leefmilieu, Rust Roest, St-Cecilia, KLJ-meisjes, KVLV, Chirojongens en meisjes en Vevoc.

    Inmiddels kunnen we jullie ook vertellen dat het Vevoc-bal een kassucces is geweest en Vevoc in ’76 geen al te grote financiële moeilijkheden zal kennen. De kassier mag gerust zijn dat we dit jaar niet in debet zullen komen.

    Nationaal was ’75 het jaar van de vrouw. Ondanks het feit dat onze Vevoc-vrouwen, verloofden of juffrouwen telkens sterk op komen bij elke activiteit, vragen we ons toch af, of het niet mogelijk is een typisch vrouwelijke activiteit te creeëren. Tips kunnen steeds bij het bestuur gegeven worden.

    Als bestuur willen we ook grote dank zeggen aan Mr Pastoor, met wie we het ganse jaar een goede verstandhouding gehad hebben wat betreft ons parochiecentrum. Evenzo willen we nogmaals de aandacht vestigen op de grote steun van ons gemeentebestuur. Niet zozeer omwille van de subsidie, maar wel om het schenken van prachtige trofeeën voor ons voetbaltornooi en jeugdveldloop.

    Ook een welgemeend woord van dank aan ons trouwste Vevoc-lid en proost, pater Damiaan, want ik geloof dat hij nog geen enkele vergadering gemist heeft. Maar onze grootste dank gaat naar alle Vevoc-leden die door hun grote aanwezigheid op alle activiteiten het bestuur het moreel geven om alsmaar verder te doen.

    …

    Ook verzocht bestuurslid Jef Van den Heuvel ons te willen meedelen dat er tussen een groepje Vevoc-ers ergens de idee gerijpt is om in de maand juni (1976) deel te nemen aan de ‘Mars van het leger’, beter bekend onder de naam ‘Mars van de Vriendschap’. Deze mars gaat door in het prachtig landschap van de Ardennen in de omgeving van Vielsalm.

    We hopen ook, dat ons nieuw vaandel, dat vandaag ingewijd werd in onze parochiekerk, nog vele jaren alle winden mag trotseren…” (De Band, januari 1976)       

     

     

    25-07-2012 om 08:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 – 31 oktober : ’WACHTWOORD  met TV-presentator Nand Baert

     

    In de parochiezaal werd het populaire spel ‘Wachtwoord’ gespeeld. Dit spel werd op deskundige wijze geleid door de televisiepresentator Nand Baert en was georganiseerd door Vevoc.

    In een nokvolle zaal met een prachtig decor hield de voorzitter van de organiserende vereniging Louis Vloebergh een toespraak. Hij verwelkomde alle aanwezigen en vond het spijtig dat er op de voorselectie van 12 september 4 verenigingen moesten afvallen.

    Hierna nam Nand Baert het woord : ‘ik vind het steeds een hele belevenis als ik ergens ‘Wachtwoord’ mag leiden en dan alle aanwezigen in de ogen kijken. Dat is nog nooit het geval geweest in de zes jaren, die ik het spel op TV leidde. Daar kon ik alleen maar in de lens kijken.’

    De jury bestond uit Alfons Huysmans, Karel Duysburg, Godelieve Van de Herdt en Stan Gobien terwijl de klank verzorgd werd door George Meysken.

    De deelnemende ploegen :

    Chiro jongens : Emiel Peeters en Paul Lefever

    Leefmilieu : Chris Bauwens en Vik Casteels

    Fanfare St.-Cecilia : Monique Verschueren en Willy Lauwers.

    Meisjesschool : Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen

    K.V.L.V. : Paul Bradt en Hilda Silverans

    Vevoc : Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael

    V.V. Leest : Silvain Teughels en Ferdinand Van der Hasselt

    Chiro meisjes : Ann Verbeeck en Nelly Verbeeck

    Rust Roest : Renilda Polfliet en Willy Lauwers

    K.L.J. Meisjes : Maria Daelemans en Lilian Van Praet.

    Vooraleer aan de finale te beginnen dankte Louis Vloebergh alle aanwezigen, alle werkers, de juryleden, de pastoor en in het biezonder Nand Baert voor de medewerking en liet het woord aan de kwismaster.

    In die finale kwamen Meisjesschool en Leefmilieu tegen elkaar uit en na een spannende eindstrijd trokken Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen aan het langste eind.

    Alle deelnemers werden vervolgens bedacht met herinnerinswimpels, fonoplaten en vele boeken…

    Nand Baert dankte op zijn beurt iedereen : ‘jullie waren een prima publiek, schitterende, schattige mensen. Ik ben een gelukkig tuinkaboutertje…’ (De Band- december 1975, Gazet van Mechelen, Het Laatste Nieuws)

     

    Ferdinand ‘Nand’ Baert  (°Gent 16/2/1932, +Gent 28/4/1985) was een gewaardeerd Vlaams radio- en televisiepresentator. Tijdens Expo 58 was hiij samen met o.a. Pros Verbruggen één van de stemmen die voor de Belgische radio vanuit de paviljoenen voor sfeer en intervieuws zorgde. Hij werd bekend als één van de Nederlandstalige dj’s bij Radio Luxemburg en in ’56 verzorgde hij de allereerste Vlaamse commentaren voor het Eurovisiesongfestival. Op de Nederlandse televisie was hij bij de AVRO van 1963 tot 1967 de eerste presentator van ‘Wie van de drie’. Van 1969 presenteerde hij op de Belgische televisie ‘Wachtwoord’, een quiz gebaseerd op een eenvoudig woordspelletje. Van 1977 tot zijn overlijden was hij de presentator van de populaire televisiequiz ‘Van pool tot evenaar’, die door de BRT werd uitgezonden.

     

    1975 – Zondag 2 november : Verbroederingsconcert van Sint-Cecilia

     

    “Weer eens een echte muziekdag in onze gemeente. Inderdaad, op deze dag organiseerde de Kon.Fanfare St.-Cecilia een verbroederingsconcert met een viertal bekende muziekkorpsen.

    Om 18 uur stipt werd het concert geopend door de inrichtende vereniging olv de heer Frans Dierickx. Ze brachten een paar marsen en de nieuw ingestudeerde stukken ‘Scherzo’ van J. Jourquin en een selectie uit de ‘Lustige Weduwe’ van Lehar in een bewerking van Mellema. Als derde werk werd ‘Espana Cani’ van Marquina uitgevoerd. Al bij al een prachtige uitvoering.

    Hierna was het de beurt aan de harmonie ‘Concordia’ uit Kalfort-Puurs olv de heer Jozef Aerts. Wat direct opviel is de andere stijl en tonaliteit van een harmonie t.o.v. een fanfare. De harmonie is volgens de meesten minder krachtig dan een fanfare maar aan de andere kant heeft het meer technische mogelijkheden.

    De harmonie ‘Concordia’ kreeg een verdiend applaus voor o.m Passe-Partout en Huldelied, beide composities van de dirigent.

    Een van de blikvangers van de avond werd ongetwijfeld de Kon.Fanfare ‘Concordia’ uit Tisselt, olv de heer Jan Segers, dirigent-componist-muziekregisseur. Wat betreft de stemming en het balanceren van de verschillende partijen benadert dit korps de perfectie, zonder meer. Ze brachten verschillende solo-stukken voor trompet en tuba samen met het bekende wedstrijdstuk ‘the Explorers’ van Peter Yorke. Van de dirigent werden twee marsen gespeeld, nl. ‘Mozes’ en ‘Cowboy Parade’. Het optreden van dit korps was gewoon fantastisch.

    Een groot gedeelte van de bijzonder talrijke aanwezigen was gekomen om de jeugdfanfare  ‘St.-Cecilia’ Leest aan ’t werk te horen. Dit jeugdkorps werd in september opgericht om de muzikanten-leerlingen de kans te geven in een samenspeelgroep te musiceren. In het korps zijn alleen muzikanten beneden de 30 jaar toegelaten. Dit betekent niet dat er geen ouderen bijzitten, zo o.a. Eugeen Vloeberghen, de oudste muzikant van St.-Cecilia die de tuba-partij speelt.

    Zenuwen of plankenkoorts zullen er de oorzaak van geweest zijn dat de eerste maten van de openingsmars nogal verward klonken, maar daarna ging alles uitstekend. Eveneens ging het met ‘Ik zie een ster’, het Eurovisielied 1974 van Hans van Hemert, ‘Instant Concert’ en ‘Prager Muzikanten’, dat laatste van R. Beck.

    De jeugdfanfaredirigent, de heer Edward De Maeyer, en zijn jonge muzikanten kregen telkens een daverend en verdiend applaus.

    Ter gelegenheid van dit eerste optreden werd aan de muzikanten een zakje suikerbonen overhandigd door Mw. Verschueren en Mw.Dierickx. Daarmee is de jeugdfanfare dan ook weer gedoopt !

    Na de jeugdigen was het dan de beurt aan de meer geperfectioneerde brass band ‘St.-Cecilia’ uit Nossegem, deelnemers aan het Europees Kampioenschap voor Brass Bands ’75. Deze band staat onder leiding van J.P.Leveugle.

    Hun optreden was uiterst geslaagd met alle genres muziek, zowel klassiek als Latijns-Amerikaans als modern. Daarbij waren de solos voor cornet, alto en euphonium echt om van te snoepen. Meer dan waarschijnlijk is dit korps een van de beste ensembles van het land, dankzij hun stuk voor stuk individuele kwaliteiten.

    Tenslotte kregen we dan nog de Kon. Fanfare ‘St.-Cecilia’  olv de heer Alfons Van Eeckhoudt. Na die brass band muziek een stuk fanfaremuziek om te eindigen.

    Werken van J.P.Sousa, de bekende Amerikaanse marsencomponist met de Slavische Rhapsodie nr. 1 van Friedemann en het moderne Jezus Superstar werden nog steeds uitgevoerd voor een nokvolle zaal waar het ondertussen reeds 11 uur was geworden. Alzo werd deze avond op passende wijze besloten.

    Dit verbroederingsconcert was er in de eerste plaats eentje met parels van goede muziek. Het geheel werd keurig gepresenteerd door Mej. Marleen Lauwers en het personeel zorgde voor een fijne service.
    Er was een bijzonder talrijk en aandachtig publiek en dat bewees dat de volksmuziek te Leest nog bijlange niet dood is !”
    (De Band- oktober 1975)   

    25-07-2012 om 06:52 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 -  19 oktober : 50 JAAR DAVIDSFONDS LEEST

                10 uur : Plechtige Eucharistieviering

                11 uur : Ontvangst op het gemeentehuis en receptie

                15 uur : Poppentheater “Wonderlans” in het Parochiehuis met gratis kleurwedstrijd.

                20 uur : Avondfeest met het Leestse zangkoor.
                De feestrede werd uitgesproken door Herman Mertens uit Tisselt ‘betekenis van
                het Davidsfonds nu’.
                
    Optreden van “Rust Roest” met de eenakter “De winkel van Simpel” een  lyrische
                fantasie van Tenessee Williams , in een vertaling van Niek van den Boezem.

     

    Vijftig jaar viering Davidsfonds Leest

    “Met een plechtige Eucharistieviering in de Sint Niklaaskerk begon Davidsfonds een dag om nooit te vergeten. Diegenen die beweren dat Davidsfonds alleen papieren leden kent, werden lelijk bij de neus genomen.

    Anderen die beweren dat Davidsfonds het alleen omwille van de centen doet, hebben het eveneens mis. Wie dit feest heeft meegemaakt zal dat ten volle toegeven : 19 oktober was een dag voor al de kleine en grote mensen van Leest. En daar hebben niet alleen de Davidsfonds-bestuursleden voor gezorgd…Dank u wel daarom…Het gemengd zangkoor van Leest, Rust Roest, Davidsfondsleden, de Parochiegemeenschap, het Gemeentebestuur…

    Bij de ontvangst op het gemeentehuis moest voorzitter Verbruggen vlakaf toegeven dat hij nooit zoveel volk had verwacht. Het werd dan ook een gezellig samenzijn.  Schepene Polspoel en voorzitter Verbruggen hadden het beiden over ‘Conscience’ en ‘Meester Hellemans’. Ze hadden zeker bij elkaar afgekeken bij het opstellen van hun feestrede. Meester Hellemans zat er bij te stralen en het ‘ereteken’ dat traditiegetrouw steeds in Leest te laat aankomt kon hij gerust missen…hij had al zoveel medailles…

    Wij hadden allen spijt dat het onderonsje voorbij was.

    ’s Namiddags om 15 uur stormden 270 kinderen met glunderende gezichtjes de parochiezaal binnen. Het was een bezetting van jewelste. Ze deden het parochiehuis daveren, totdat eindelijk Fikske en Rikske werden vrijgelaten. Oef… : een kerkhof van chipszakjes en colaflesjes was alles wat er overbleef toen de tijd verstreken was.

    ’s Avonds volgde het hoogtepunt van de 50-jarige viering. Op het knap uitgebouwd en tot in de puntjes verzorgd programma stond naast een toespraak van de heer Herman Mertens een evocatie van 50 jaar Davidsfonds, het optreden van de toneelvereniging Rust Roest en het gemengd zangkoor Leest. Voorzitter Verbruggen sprak het welkomwoord en de feestrede. Hij had het vooral over de bijdrage die meester Hellemans geleverd heeft bij 50 jaar extra werking in Leest. Daarvoor werd de meester dan ook samen met zijn vrouw in de bloemen gezet. Ook de heer Crauwels uit Duffel, die voor de Leestenaars geen onbekende is, kwam namens het hoofdbestuur meester Hellemans danken voor zoveel werklust. Ontroerd maar gelukkig nam de gevierde zijn geschenken in ontvangst en dankte voor zoveel eerbewijzen.

    Ook de Vlaamse strijdrede van Herman Mertens viel op. Hij eiste dat de Vlamingen in Brussel met open armen zouden worden ontvangen en dat in het jaar van de verzoening het stilaan tijd wordt dat er amnestie wordt verleend aan alle politieke gevangenen en anderen bij wie de oorlog thans nog wrange littekens naliet.

    De avond sloot dan ook met een overtuigde ‘Vlaamse Leeuw’.”

    (De Band – november 1975)

     

    De erkentelijkheid van het Davidsfonds voor meester Hellemans kwam dat jaar ook tot uiting in volgende publicatie in De Band :

     

    “Hij leerde zijn volk…”

     

    “Ieder onder u kent meester Hellemans, maar misschien beseffen we toch onvoldoende wat hij voor Leest, speciaal voor het culturele leven, in onze gemeente betekende en nog steeds betekent.

    Hij werd geboren op 28 juli 1901. Zijn geboortehuis staat er verlaten bij op de Dorpsplaats en wacht op een koper (of sloper).

    Naast zijn diploma van onderwijzer verwierf hij er ook een van opvoedkundige studies en van bibliothecaris. Met Eerwaarde Heer De Groef stichtte hij in 1921 de studiekring ‘Volksboekerij’ en datzelfde jaar de toneelkring ‘Rust Roest’. Hij was er tegelijkertijd secretaris, acteur en regisseur van.

    Vijftig jaar geleden, in 1925, stichtte hij onder impuls van de toenmalige onderpastoor J. Cleeren en J. Verhavert (Davidsfonds-propagandist voor het gewest Mechelen) de afdeling Davidsfonds te Leest.

    Als eerste bestuursleden had men : voorzitter Alfons Hellemans, penningmeester Lod. Verbruggen, secretaresse Maria Rheinhard en als bestuursleden Victor Selleslagh, Flor Meyers, August Verlinden en Victor De Laet.

    Oorspronkelijk waren de aangeslotenen inwoners van Leest en Hombeek, tot enkele jaren nadien ook in Hombeek een afdeling van het Davidsfonds werd gesticht.

    Onder de kenspreuk ‘Voor godsdienst, taal en vaderland’ werkte dit eerste bestuur zeer hard. Het richtte voordrachten in, 11-julistoeten met medewerking van beide muziekmaatschappijen, gevolgd door spreekbeurten in open lucht of in één van de dorpszalen, opstel- en voordrachtwedstrijden voor de leerlingen van de lagere scholen, Boerenkrijgherdenkingen te Leest en te Mechelen, goochelavonden, zangavonden, bedevaarten naar de IJzer, ballonwedstrijd (1933), enz..

    Gedurende de oorlog lag de D.F.-werking stil en ook tijdens de naoorlogse jaren was het bestuur weinig actief en herleid tot een kleine groep. Buiten de uitdeling der boeken werden weinig initiatieven genomen. Tot in 1956 een nieuw bestuur geboren werd, weerom met Alfons Hellemans als voorzitter. Bestuursleden waren : Alfons Verbruggen, Cyriel Verbruggen, Maria Rheinhard, Albert Van Rompaey, Hugo Stuyck, Frans Van Nick, Hugo Verlinden, Juul De Smet, Mariette De Prins, Madeleine Verbruggen en M. De Boeck…Dit bestuur bracht een lichte opflakkering, avonden werden ingericht en het ledenaantal steeg, maar…de grote jaren kwamen niet terug.

    In 1969 kwam, vooral onder impuls van Toon Lamberts het D.F. weer aan z’n trekken. De beweging scheen terug herboren en zag haar ledenaantal de hoogte in gaan.

    Steeds zien we Alfons Hellemans, thans als ere-voorzitter, trouw de bestuursvergadringen bijwonen. Stil, maar bewogen, volgt hij de discussies. Hij dringt zich nooit op. Alleen als je zijn mening vraagt, geeft hij die duidelijk te verstaan. Met een kritisch oog beschouwt hij de werking van een jonge bestuursgroep. Bij elk optreden, bij elke activiteit is hij de stille aanwezige.

    Dank u wel ! Dat is het oprecht gemeend slotwoord van al de medewerkers en van Davidsfonds Leest.

         Davidsfonds Leest.”

      

    24-07-2012 om 07:57 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – Zaterdag 20 september : Bal van de Burgemeester

                Dansavond ten voordele van de gehandicapten in de zaal Sint Cecilia.

                Deuren 19u30, eerste dans om 20u30.

                Het orkest van Marcel Sterckx zorgde voor de muzikale omlijsting.

     

    1975 – 21 september : Feestvergadering KVLV

     

    “De vergadering was een feestvergadering en om die reden was er geen spreker voorzien, wat anders een verplichting is, waarom mag Joost weten !

    De voorzitster, terug uit Lourdes, opende de bijeenkomst. De Proost handelde over de voorgenomen kinderverzorging, wat heel wat moeite en geloop heeft gekost om daarvoor toelating vanwege het ministerie te bekomen.

    Het etentje (o.m. een halve kip) werd er niet vergeten, dat hoorde trouwens bij een feeststemming.

    Door het aanschaffen van een loterijbriefje kon meegedaan worden aan ‘Wachtwoord’ en of er gelachen werd !

    De meegebrachte geschenken door de Lourdestrippers werden verloot, wat meteen de eigenlijke feestvergadering besloot.” (De Band- oktober 1975)

     

    1975 – 28 september : Diefstal in chalet FC Telstar

                Willy Van Hoof, schatbewaarder van voetbalclub FC Telstar, deed aangifte van

                een diefstal in de verbruikzaal van de vereniging; Uit een geldla  werd naar

                schatting voor 90 frank, in stukken van één frank, gestolen.

                De veldwachter stelde vast dat het grendelslot van de ingangsdeur

                opengewrongen was. 

                Hetzelfde jaar in mei werd op dezelfde manier in dit gebouw ingebroken.

                (VVH)  

     

    1975 – 5 oktober : Derde Grote Vevoc-Cross Wedstrijd

                In samenwerking met de Chiro. De cross ging door op het Chiro-terrein.

                Meisjes en jongens van 8 tot 99 jaar waren welkom en de start was voorzien om

                14 uur. Na de cross werd te tombola getrokken in de parochiezaal.

     

    “Beste Leestenaar,

     

    Op zondag 5 oktober raden we je aan je televisietoestel en je luie zeteltje eens rustig te laten staan om naar de 3de editie van de jeugdveldloop te komen, ingericht door Vevoc in samenwerking met de plaatselijke chirogroepen. De vorige jaren mochten we respectievelijk 500 en 600 deelnemers begroeten. Verleden jaar kregen we dus meer lopers aan de start, maar de publieke belangstelling bleek dezelfde te zijn. Nochtans zijn we ervan overtuigd dat iedere Leestenaar de weg naar de ‘Leestse Kouter’ goed kent. We verwachten dan ook dat ‘Jan Publiek’ voor deze 3de veldloop in nog grotere getale zal opdagen om de plaatselijke jongens en meisjes naar een mogelijke overwinning te schreeuwen. En dat ze kunnen lopen hebben ze de vorige malen al bewezen.

    Het parcours doorheen het prachtige panorama van de zennevallei biedt de toeschouwers trouwens de gelegenheid om de lopers gedurende gans de omloop te volgen. Aan spektakel zal het dus zeker niet ontbreken.

    Bij slecht weer kan je altijd terecht in de kantine’s (2 tenten van 48 m2) die een overzicht geven op de gehele omloop. Dus ‘weer of geen weer’ zoals men in Leest placht te zeggen, op 5 oktober mag je zeker niet ontbreken op deze sportmanifestatie.

    Langs deze weg willen we ook het gemeentebestuur bedanken die haar sportieve steun leende, enerzijds door hun belangstelling en anderzijds door het ter beschikking stellen van talrijke trofeeën. Grote dank ook aan alle handelaars die door hun geldelijke steun in natura deze veldloop hielpen financieren.

    Handelaars van Leest of omliggende kunnen echter nog hun steun verlenen door publiciteit te voeren op de vele reclameborden die op de omloop zullen aangebracht worden of hun giften in natura over te maken aan : Vloebergh Louis, Winkelstraat, en dit voor zaterdag 4 oktober te 10 uur. Tot kijk. (flyer van Vevoc)

     

    Uiteindelijk zouden niet minder dan 800 lopers deelnemen en het aantal toeschouwers werd geschat op ruim 700.

    Opvallend was het aantal deelnemers bij de pupillen jongens, die traden aan met maar liefst 154.

    “Bij al deze atleten toch één ‘Leestse hoop’, namelijk Maggy Van Hoof die beslag legde op een meer dan eervolle 2de plaats. Met meer training en een beetje meer geloof in eigen kunne moet ze volgend jaar bekwaam geacht worden om zegevierend over de streep te komen…”  (Jan Van Den Heuvel in DB, november 1975)

    Uitslagen van dorpsgenoten :

    Pupillen meisjes (78 deelnemers) : 4. Bea Van Praet, 7. Macheld Verbruggen, 8. An Muyssons, 12. Hilde Van Dam.

    Pupillen jongens (154 deelnemers) : 5. Danny Fierens, 12. Chris De Nijn, 16. Aluris Mertens, 17. Koen Verbruggen.

    Miniemen meisjes (40 deelnemers) : 6. An Selleslagh, 7. Karin De Bleser, 13. Els Duysburgh, 15. Gonda Van den Bergh.

    Miniemen jongens (110 deelnemers) : 18. Jan Verschueren, 22. Frans Lamberts.

    Kadetten meisjes (44 deelnemers) : 2. Maggy Van Hoof, 13. Lieve Lamberts, 15. Ingrid Vets.

    Kadetten jongens (146 deelnemers) : 13. Frank De Prins, 20. Marc De Prins, 26. Bart Lauwens.    

    Scholieren meisjes (26 deelnemers) : 13. Van Nobelen, 16. Rita De Smet.

    Scholieren jongens (55 deelnemers) : 16. J.P.Publie, 20. Lefevre Noël.

    Juniors – Seniors Meisjes (17 deelnemers) : 10. Annie Verbeeck

                                  Jongens  (86 deelnemers) : 21. Rudy Van Hoof, 36. Jos Lamberts.

    Veteranen (35 deelnemers) : 16. Jos Spoelders, 22. Jan Tiri.

    (De Band – november 1975)

     

    1975 – 18 oktober : Teerfeest en Nieuw bestuur KWB

                15 mensen stelden zich kandidaat voor een bestuursfunctie.

                Tijdens een daartoe speciaal gehouden vergadering op de pastorij werd het

                bestuur op basis van de behaalde stemmen als volgt samengesteld :

                voorzitter : Alfons Geerts,  mede-voorzitter : Theofiel De Prins.

                Secretaris : Jan De Wit, schatbewaarder : Robert Verbruggen, verslaggever :

                Gustaaf Publie en sportafgevaardigde : Maurice De Grijse. (DB)

    24-07-2012 om 07:53 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 – 11 augustus : Soloslim bij Gepensioneerden

                Tijdens de maandelijkse bijeenkomst van de Leestse gepensioneerden werd

                door mevrouw Diddens een “Soloslim” gespeeld.

                Haar medekaarters waren de dames Daelemans, De Prins en Lamberts.

                De inzet was 5 fr per persoon.

                Ze speelde uit met twaalf ruiten (uitgezonderd de koning) en de haas van

                klaveren. 

                “…mevrouw Diddens is steeds zeer actief geweest in de KVLV en ze was
                 daarvan bestuurslid van  1
    929 tot 1974, of 45 lange jaren, wat totnogtoe onachtzaam
                 is voorbijgegaan…”
    (DB, september 1975)           

     

    1975 – 24 augustus : Open deur te Leest

    “De helft van Leest was weer eens op wandel : drie interessante boerenbedrijven zetten hun deuren open voor het geacht publiek.

    Het eeuwenoude Hof ter Halen, het piepjonge (15 jaar) glasbedrijf van Juul De Smet en de eveneens oeroude Rendelbeekhoeve.

    De presentatie en de ontvangst waren aantrekkelijk gemaakt, zowel voor boeren als voor leken.

    Eerst kwam het Hof ter Halen aan de beurt, bewoond door de familie Vic Verschueren : een mooie oude schuur, waar enkele jonge kalveren achter een afsluiting door de bezoekers werden gekeurd.

    De schuur was voor de gelegenheid gedeeltelijk herschapen in een expositiezaal waar met behulp van schilderijen, oude kaarten en foto’s van oude documenten de geschiedenis van de leenhoeve “Van Halen” werd uitgebeeld. Aan de uitgang van de schuur trof de bezoeker een openluchtmuseum aan, volgestouwd met landbouwmateriaal. Op de binnenkoer werd aan volksdansen gedaan.

    Tweede bedrijf : Juul De Smet. ’s Zomers komkommers, ’s winters tomaten...Tentoonstelling van tomaten in categorieën, sorteermachines en zandpotmachine...

    Buiten vendelzwaaiers in volle zwier. Naast het woonhuis was een gelagzaal geimproviseerd, waar men moest aanschuiven om een plaatske te bemachtigen.

    Zo kwamen we een eindeke verder terecht in de Rendelbeekhoeve, bewoond door Frans De Prins. Sympathiek gelegen aan het water maar de vijver stond bijna droog.

    Binnen was het minder droog. Het afdak was in een openluchtcafé herschapen en de tappers hadden hun handen vol. In de ambiance van de feestelijke lampionnekes werd er gedanst op de binnenkoer met het orkest geinstalleerd op een groentenwagen. Chiromeisjes zorgden voor reidansen en duozang.

    De grote attractie op de Rendelbeekhoeve was echter het melksysteem met de vrije loopstal voor 60 koeien en de visgraathistorie. Vooral op het uur dat er gemolken werd, kon de installatie het volk niet slikken.

    Echt een mooie namiddag die feestelijk uitstierf op de knallen van de vuurwerkfusees.”

    (E.K. in De Band, september 1975)

     

    1975 – 11 september : Voorlichtingsvergadering ‘Zennevallei’.

     

    In de parochiezaal van Heffen vond om 20 uur een vergadering plaats van het actiecomité ‘Zennevallei’ : “…stortplaatsen mogen niet zomaar landschappen stuksnijden of waterlopen verpesten. Er moet gewerkt worden aan nieuwe en betere methodes om het vuil waarmee we zitten te vernietigen. Stemmen uit Eppegem, Weerde en Zemst brachten daarna in bandopname hun indrukken over hun stort. Een greep uit de intervieuws : een stank iets onbeschrijfelijk ! –Meneer, sommige nachten moeten we de ramen sluiten van de stank en de rook !  - zoutzuur – men verpest de hele streek – men loost het water in de beek geniepig – vroeger zaten hier visjes, nu is het een stinkende brij om hoofdpijn van te krijgen – wij hebben alles gedaan om de stortplaats te sluiten, toch stort men voort, ook zonder vergunning.

    Deze geslaagde avond sloot met een gesprek met de eigenaars van het bewuste stort te Eppegem. Uit dit gesprek konden we opmaken dat deze mensen alleen hun werk doen. Ze zouden er een zuiveringsstation aan over hebben om in de Zennevallei te storten.

    Het landschap zou in z’n oorspronkelijke staat teruggebracht worden. Dat het niveau vijf meter hoger zou liggen dan voordien, dat zou onvermijdelijk zijn. Op de vraag of het terrein dan niet rijp was voor industriegrond kwam geen antwoord.

    Ons standpunt blijft : een stortplaats voor industriële afval hoort niet thuis zo dicht bij de dorpskom, in een gebied dat volgens het geweestplan geklasseerd werd als natuurgebied.

           De Distel”. (De Band – oktober 1975)

     

    Datzelfde jaar in De Band (enkel jaartal bekend) wat er aan voorafging :

     

    “Tussen ‘Vrijbroek Mechelen’ en ‘het Broek’ van Blaasveld ligt als een natuurlijke schakel de Zennevallei. Bijzonder belangrijk als natuurgebied, landschappelijke rust en stille recreatie ! Daarom ijveren actiegroepen er voor natuurbehoud.

    Ditmaal is het in Heffen dat de vallei in ’t nieuws komt. Een zekere PVBA wil dit natuurgebied verfraaien met een groot stort voor industriële afval. De stortplaats zou komen tegen de Zennedijk op een 300-tal meter van de dorpskom, aan de monding van de Stenebeek. Actiecomité Zennevallei formuleerde in een open brief aan de bevolking van Heffen haar bezwaren tegen dit stort. Zwarte vlaggen werden gehesen, bezwaarschriften werden aangelegd in café’s en winkels. Op twee dagen werden meer dan 500 handtekeningen verzameld. De burgemeester, verrast door zovele reacties, beloofde een negatief advies uit te brengen met het onderzoek commodo-incommodo, maar het is uiteindelijk de ‘Bestendige Deputatie’ die beslist.

    Het actiecomité ‘Zennevallei’ zal het daarbij niet laten. Ze werkt aan een volksvergadering voorzien in september te Heffen, en zoekt contact met andere verenigingen uit verscheidene gemeenten om tot een gezamelijke actie te komen. Wij willen vrijwaren dat dit mooie landschap in een woonkazerne herschapen wordt of dat een van die schoonste hoekjes, te Heffen ditmaal, door een stort van 9 Ha teloor zou gaan.

         De Distel”.

     

    “Voor allen die zich actief bezighouden met de bescherming van het leefmilieu, is een nieuwe fase aangebroken : die van de daad. Groen- en actiecomité’s, werkgroepen leefmilieu en plaatselijke afdelingen van culturele organisaties  staan dikwijls voor moeilijke opdrachten wanneer ze in hun gemeente een mooi landschap, een bos of een waardevol gebouw willen beschemen en zinvol helpen beheren.

    Hun streven naar inspraak op gebied van ruimtelijke ordening wordt meestal niet of slechts sporadisch aangemoedigd.

    Toch werden de jongste jaren zinvolle maatregelen afgedwongen, denk maar aan de ingangspoort tot het kerkhof, het vellen van bomen op het kerkhof. De vestiging van hinderlijke bedrijven langs het kanaal. De waterverontreiniging in de Molenbeek. Het verwijderen van autowrakken in het landschap. Laatst kwam er een actie tot stand om de mooie zennevallei te beschermen. Dit is in het belang van alle Leestenaars.

    De K.V.L.V. kwam op haar vergadering over het Landelijk milieu ‘tot de vaststelling dat het onoordeelkundig uitbreiden van woonzones nadelig is voor de eigenheid van de plaatselijke bevolking en het landschappelijk schoon.

    De actie ‘Zennevallei’ werd een succes. Meer dan 20 culturele verenigingen verspreid over Leest, Heffen en Hombeek hebben in hun petitie gevraagd dat er niet zou geroerd worden aan de Zennevallei.

    Ze moet (in) haar huidige bestemming als beschermend gebied behouden. Leest zegt NEEN aan de systematische verwoesting van zijn natuurschoon ; JA aan de bescherming van de landschappelijke waardevolle gebieden. Die groeiende groep van milieubewuste mensen vragen zich af : wat nu ?

    Hierop moet Leest zelf een klaar en haalbaar antwoord geven. Want de bronnen van ons bestaan staan inderdaad op het spel. Aan de hand van een weloverwogen milieuprobleem, enkele hoopvolle initiatieven en nieuwe opdrachten zal worden gepoogd richtinggevend te zijn voor de toekomst.

    De zinvolle maatregelen die de jongste jaren werden afgedwongen, mogen voor de anderen een aansporing zijn. ‘LEEF MILIEUBEWUST’. 

     

     

    08-07-2012 om 08:40 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – 25 mei : Vevoc Volleybaltornooi

    Acht ploegen hadden zich ingeschreven voor dit tornooi dat plaatsvond op de speelplaats van de meisjesschool. Het plakket van de gemeente werd in de wacht gesleept door Vevoc 2.

    Op de tweede plaats eindigde KWB, gevolgd door Oud-Heverlee, Chiro 2, Fanfare St.-Cecilia, Vevoc 1, Chiro 1 en FC Telstar dat als laatste eindigde.

     

    1975 – 30, 31 mei en 1 juni : Lustrum : 5de Leestse Volksfeesten

                Programma:

                Vrijdag 30 mei : ter gelegenheid van het lustrum werd een mini-handelsbeurs

                gehouden (een 20-tal exposanten vulden zo’n 800 m2).

                ’s Avonds : optreden van Marva.

                Zaterdag 31 mei : voor de eerste maal een programma voor groot en klein met

                “Tante Terry” (Van Ginderen), om 20 uur Oberbayern Bierfeest met de Emiz

                Maeyerhofen Blaas en Danzkapelle.

                Animator en ook zanger : Rikske Samyn.

                Zondag 1 juni : Freddy Breck met orkest Aldila en zangeres Vivi.

     

    1975 – 20 juni 1975 - Klein-Brabant – Vaartland : (zie foto's)

                Wielrijden-Juniores te Bornem

                “40 juniores boden zich aan om van de Bornemse wedstrijd een levendige koers

                te maken. Na de klassieke vroege pogingen ontstond er half wedstrijd een ontsnapping

                van 9 renners. Onder hen plaatselijk renner Willem Thomas en Leestenaar Rudy Van Hoof.

                Tijdens de zevende ronde slonk de voorsprong van 35 naar 15 seconden.

                Toen iedereen zich aan een spurt met negen verwachtte kwam Rudy Van Hoof

                afgescheiden toe, evenals Willem Thomas die op de tweede plaats eindigde.”

     

    1975 – 29 juni : Vevoc-Fietsrally – Vertrek vanaf 11 tot 14u.

     

    1975 – 21 juli : Start Bivak chirojongens  te Langdorp.

               

    “Weet je wel, beste mensen, waarom zo’n Chirojongen voor niets ter wereld die tien heerlijke dagen bivak zou willen ruilen met een ganse vacantie in Mallorca, Nice, Pisa of aan de Noordzee ?

    Omdat we met gans de chirogroep daar zo’n heerlijke momenten vol vreugde, kleur en samenspel kunnen beleven. Zodat we al de zijden van ons eigen ikske aan al die tintelende bivakkers durven tonen.

    Ja, beste mensen, tien reuzedagen leefden we samen met ons chirovolkje.

    Na die woelige, slapeloze nacht fietsten we in de morgen naar het hoogtepunt van het chirojaar. Met onze keurig in orde gebrachte fietsen, onze extra gemasseerde spieren en onderweg een stevige hap, kregen we het voor ons onvergetelijke Langdorp in zicht. In de namiddag zouden dan al die fietsers : Aspis, Kerels, Toppers hun kleinere chirobroertjes opwachten in ons kamp ‘De Trekvogel’. Na de aankomst van de Rakkers en de kookfamilie, verkenden we als echte bivakkers de Langdorpse dennebossen. Die eerste avond moesten we dan al even dat fantastisch chiroenthousiasme kwijt in een zangstonde, waarbij misschien wel enkele kreten in Leest hoorbaar waren.

    De volgende eerste dagen, weliswaar zonder de allerkleinsten, die toffe Speelclupers, waren buitengewoon ! We leverden prachtige sportprestaties. We deden een reuze tof bosspel, een keuzeruimte was ook van de partij. We genoten van de warme zon en vergeten ook niet de ontelbare plezante activiteiten in onze afdelingen. Op vrijdag kwamen dan die toffe lolbroeken aan. Met de Speelclub erbij was onze familie volledig. We telden samen 75 kranige bivakkers.

    Dezelfde dag trokken de Aspis, Kerels en Toppers met pak en zak de natuur in, voor twee dagen.

    De Aspiranten verkenden de streek in een grote boog om ons bivakkamp. Ze sjorden een pracht van een hut om daarin te overnachten en leerden de padvinderstechnieken kennen.

    De Kerels maakten er een kompastocht van. Ze trokken van het ene coördinaat naar het andere, ze kozen een verlaten hoeve als onderdak.

    De Toppers gingen op overlevingstocht. Ze sloegen hun tenten op aan een klein poeltje. In die omgeving kwamen dan ook al hun jagerstalenten naar voor.

    De Rakkers ondernamen een ééndaagse trektocht naar Scherpenheuvel, waar ze echte verkoopstechnieken leerden, die hun naklank vonden in het verkopen van de bovenste étages van de bedden op hun slaapkamer.

    Op zaterdag trokken de Speelclub naar het domein de Vijvers in Averbode, waar ze hun hartje eens dapper ophaalden. Ze stoeiden in het water, reden op pony’s, met een klein treintje, speelden in de speeltuin, kortom een dag vol variatie.

    Die avond waren de tweedaagsen en de trektochten achter de rug. Heel duidelijk had ieder er een grote honger van gekregen. Het record frietten eten werd gebroken (tien emmers).

    Op de bezoekdag lieten we de aangekomen Leestenaars (nog nooit tevoren zovelen gezien) van onze afdelingswerking genieten. Het was een heerlijke dag met als bekroning een tof avondspel.

    De daaropvolgende dagen bewezen nogmaals dat er inzet aan te pas komt. Tussen spel, zandbergen, zandstormen, waterspelen en heerlijke zwempartijen door zorgden de Aspiranten voor een steengoed estafettespel. We vergeten ook niet de heerlijke canzonissimaavond van maandag.

    Het werd kampvuur zonder dat we het wisten. Na een laatste groepsmis en een zoveelste bezinningsmoment schaarden we ons allen rond het gezellige vuur, waar stoere kerels zoals wij een stille traan wegpinkten tezamen met onze kookfamilie, onze pater die dit jaar zijn tiende bivak achter de rug had, zongen we stil onze liedjes en voerden we onze stukjes op. Het was een bewijs dat een kampvuur een mooi maar ook een degelijk einde was voor die Reuze Tof Bivak.

    Stilletjes gingen we slapen, hopend dat het altijd nacht zou blijven, dromend dat Leest duizenden kilometers verder lag.

    Nogmaals dank aan alle Leestenaars die ons geholpen hebben dit tof bivak te mogen meemaken. We danken ook onze kookploeg, de pater in het bijzonder, ook de leiding die dank zij hun voorbereiding het bivak tot een welgeslaagd einde brachten. Ook dank aan alle Chirojongens voor dit tof samenspel.” (De Band – september 1975)   

     

    1975 – Van 7 tot 17 augustus : Bivak Chiromeisjes te St Joris-Weert

     

    “Beladen met de zon en ons fietske lieten we op 7 augustus Leest achter ons om de tot dan toe nog rustige Kluis onveilig te maken.

    Na een afmattende verkenningstocht per afdeling kroop ieder in zijn slaapzak, dit betekende dan ook het einde van onze eerste dag in ons nieuw tehuis.

    De volgende dagen amuseerden we ons reuze, zodat het veel te vroeg naar onze zin bezoekdag was. Alhoewel de zon niet van de partij was, waren de chirofans dit wel. Er werd gevolksdanst door de grootsten en de kleinsten haalden allerlei apentoeren uit.

    Maandagmorgen brachten de kleinsten al heel vroeg leute in onze nog slaperige koppen, het was immers hun eerste bivakdag.

    Dinsdag veranderden wij de Kluis in een circus. De volgende dag trok elke afdeling er op uit. De kleinsten gingen te voet, de grootsten waagden zich wat verder met de fiets. Ondanks onze vermoeidheid door de beklimming naar de Leeuw van Waterloo konden wij, aspiranten, toch nog smullen van het –naar gewoonte- lekkere eten.

    De laatste dagen vlogen voorbij zodat we, zonder het goed te beseffen, reeds hout aanhaalden voor onze laatste avond : het kampvuur. Dank zij de opkomst van talrijke chirosympathisanten en de inzet van ons allen werd het een zeer toffe en gezellige avond.

    Zondagmiddag 17 augustus vertrokken we dan in de pletssende regen (Sint-Joris-Weert weende immers om ons vertrek) naar Leest.

    Deze tien dagen leerden ons weer dat het mogelijk is om met verschillende leeftijden en uiteenlopende karakters een tof bivak op te bouwen.

    Dank aan allen die zich hiervoor inzetten !” (De Band – september 1975)

     

    1975 – 1 augustus 1975 – Klein-Brabant Vaartland : Beroepsrenners te Tisselt : Eddy Van Hoof werd tweede.

    Dit jaar kreeg Eddy Van Hoof een contract bij het Molteni-team van Eddy Merckx.

    “Wie onlangs ‘Sporttribune’ gevolgd heeft, kon maar alleen concluderen dat het voor vele renners een uitzichtloze toestand geworden is.

    Velen vinden geen plaats meer bij de ene of de andere groep of merk, anderen beklagen zich over de onderbetaalde te leveren prestaties, t.t.z. mindere prestaties en het driedubbel als te betalen vergoeding, en dan nog anderen komen er resoluut voor uit dat allerlei middeltjes

    worden gebruikt om opgepept te worden enz.

    Er was dus misnoegen vast te stellen, en er zijn er dan ook die eenvoudig de fiets aan de haak gehangen hebben, ofwel zinnens zijn er mee te stoppen.

    Het is dan ook verheugend te mogen vaststellen dat Eddy Van Hoof niet op het gladde ijs is terecht gekomen, maar opgenomen werd in de ploeg Molteni, met kopman Eddy Merckx.

    Wat bewijst zulks : eenvoudig dat diegenen die wel negatieve kritiek wisten uit te brengen op zijn prestaties –ten onrechte trouwens- de domper  op hun neus krijgen, en anderzijds dat zijn verrichtingen naar waarde werden geschat.

    Terloops moge aangestipt, dat reeds verschillende Leestenaren aan wielrennen hebben gedaan, maar het zware labeur niet hebben kunnen blijven torsen en stopten.

    Het is in feite de eerste Leestse wielrenner die de respectievelijke categorieën heeft doorlopen, steeds met dezelfde betrachting ‘volhouden en niet versagen’, en  die wil wordt thans bekroond. Dit feit zal met zich brengen dat de esbattementen nu meer naar buitenuit zullen kunnen gevolgd worden.

    Wij sturen langs deze weg aan Eddy Van Hoof onze beste wensen voor het bereikte resultaat, en daarbij een mooie toekomst.”

    (De Band – enkel jaartal bekend)

    In 1974 reed Eddy voor MIC-Ludo- De Gribaldy, in ’75 voor Molteni (met kopman Eddy Merckx), in ’76 voor Zoppas-Splendor-Sinalco (met als kopman Eric Leman) , in ’77 voor Flandria-Velda, in ’78 voor Avia-Groene Leeuw en in 1979 voor Fangio-Iso-Bel.

    In 1973 won hij te Welkenraedt de 3de rit in de Ronde van Luik en eindigde hij tweede in het eindklassement. Datzelfde jaar werd hij ook tweede in het eindklassement van de Ronde van de Provincie Namen.

    In ’75 werd hij 3de in de Omloop Schelde-Durme en behaalde dezelfde plaats in de Omloop van het Zuidwesten (Hulste/Ingelmunster). In 1976 werd hij 2de in  Ekeren en in 1977 zou de Leestse wielrenner de ‘Grote Prijs van Mechelen’ op zijn palmares schrijven. Achttien jaar nadat een andere Mechelaar, Louis Van Huyck, hem dat had voorgedaan.

    (Siteducyclisme.net)

     

    Foto’s :

    -Spurter Rudy Van Hoof kwam te Bornem afgescheiden toe en veroverde meteen zijn achtste palm.

    -Rudy Van Hoof naast streekrenner Thomas temidden van hun supporters.

    -Broer Eddy werd te Tisselt in een millimeterspurt verslagen door K. Loysch.

     







    08-07-2012 om 08:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1975 – 11 mei : Diefstal in chalet F.C. Telstar

                Toen schatbewaarder Willy Van Hoof het chalet van de oudste Leestse

                Voetbalvereniging wilde openen stelde hij vast dat de deur openstond.

                Met geweld opengebroken, evenals de lade van de toog.

                Er ontbrak ongeveer 300 frank in muntgeld.

                Chips en sigaretten bleven onaangeroerd.

                (VVH)

     

    1975 – Zondag 11 mei : Rust Roest bracht ‘In geweten niet belast’. (advertentie uit ‘De Band’ bovenaan)

     

    Deze vertoning stond in het teken van de tiende verjaardag van het overlijden van Staf Bruggen, een pionier van de Vlaamse toneelkunsten. Het toneelseizoen 1974-75 werd door de Vlaamse

    amateurgezelschappen het ‘Staf Bruggen-jaar’ genoemd.

     

    De recensent van ‘De Band’ hierover :

    “Ter herdenking van het 10-jarig jubileum van het overlijden van Staf Bruggen, één der meest veelzijdige en bekende Vlaamse acteurs, heeft het Staf Bruggen-comité dit seizoen in het teken gesteld van S. Bruggen.

    Om hieraan gevolg te kunnen geven heeft de toneelvereniging ‘Rust Roest’ het passend gevonden om een stuk te kiezen van een Vlaams schrijver, nl : ‘In geweten niet belast’ van Frans Cools. De enige opvoering had plaats op zondag 11 mei in de Parochiezaal te Leest.

    We kregen een lichtblauwe huiskamer voor ons met klassieke meubeltjes die de firma ‘Bel Meubel’ uit Kapelle-op-den-Bos even voor hen uitgeleend had. Rechts was er een eethoek die in het 1ste en 2de bedrijf feestelijk gedekt was en links een salonnetje met kas. Het decor was uitstekend verzorgd, behalve dan een flesje bier dat achter één van de tafelpoten vergeten was na de pauze.

    Het was een spel in vier bedrijven. Op de vooravond van Erika’s verjaardag, dochter van Sex en Dr. Werner Krauz krijgen ze onverwacht bezoek van Dr. Frans Neurath, een collega van Dr. Krauz, die tijdens de oorlog met hem heeft gewerkt in de gevangenkampen, waar zij proeven deden op Joodse gevangenen. Werner Krauz wil die tijd vergeten, daarom heeft hij er zijn familie nooit over verteld. Terwijl Dr. Neurath dit onrecht nooit heeft kunnen vergeten en daardoor aan de drank is geraakt. Ben Fisher, een jood  en verloofde van Erika, die ook is uitgenodigd op het verjaardagsfeest, ziet dat Dr. Krauz iets verborgen houdt. Dit maakt hem zo nieuwsgierig en hij komt, langs Dr. Neurath, te weten van de proeven op de weerstand van de mens aan luchtdruk. Krauz wil vermijden dat er verder nog iets uitlekt over zijn verleden en weet handig een natuurlijke dood aan Neurath te suggereren. Ben Fisher drijft Dr. Krauz in het nauw zodat deze moet bekennen.

    Hier rijst de verantwoordelijkheid van het individu tijdens de oorlog. Is men verantwoordelijk voor de daden die men onder dwang verricht, of is hiervoor eerder een ganse gemeenschap verantwoordelijk ?

    Daarom herhaalt Dr. Krauz steeds dat ‘hij in geweten niet is belast’. Deze schijnwaarheid moet hij uiteindelijk afleggen en bekennen dat hij fout is geweest.

    In de hoofdrol van Kreuz zagen we een uitstekende Guido Hellemans, zijn kunde kennende hoeft hier niets meer aan toegevoegd worden.

    Er kan alvast onderschreven worden dat de medespelers Renilde Polfliet, zijn vrouw, Mariette Verbeeck en Eddy Moortgat (als hun dochter en zoon), Pierre De Wit als Dr. Frans Neurath en Wilfried Hellemans als Ben Fisher, een mooie krachtinspanning hebben geleverd om dit zware stuk tot een goed einde te brengen, en daarin zijn zij dan ook gelukt.

    ‘’t Was wel degelijk gewaagd, maar degelijk geslaagd !’

    De regie was in handen van Alfons Hellemans, die we evenzeer prijzen voor zijn werk. In elk geval zal niemand zich die avond verveeld hebben, want het gevaar schuilde er altijd in, wanneer met liefhebbers een tragedie gespeeld wordt.”

     

    In het volgende nummer van ‘De Band’ schreef H.G. daarover onder de titel  ‘Even nakauwen op Rust Roest’ :

     

    “Wij gaan akkoord met V.M. waar zij in het vorige nummer van De Band proficiat wenst aan de acteurs van ‘In geweten niet belast’ (amaai wat een titel) om de krachtinspanning die zij geleverd hebben om het zware stuk tot een goed einde te brengen. Wij waarderen het trouwens ten volle dat er nog mensen zijn te Leest die van hun vrije uren wat kunnen afknijpen om aan toneel te doen en wij verwachten hen nog op de planken.

    Toch hadden wij liever een ander stuk gezien, dat minder kwam aandraven met zware gewetensconflicten  en met een thema dat door de werkelijkheid en de T.V. afgesleten en achterhaald is. Ik betwijfel trouwens of één van de kijkers uit de zaal in dat gewetensproces werd ‘meegesleept’ (wat tenslotte de bedoeling van toneel is, dunkt me). Hun interesse ging veel meer naar de spelers zelf dan naar de figuur die zij vertolkten.

    Daarom hadden wij liever een goeie klucht gezien die ons op zondagavond eens hartelijk liet lachen en ons voor een paar uren onze wekendaagse stress en problemen liet vergeten. Een stuk op het niveau van onze volksmensen en onze spelers.”

     

    05-07-2012 om 09:38 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1975 – Donderdag 1, vrijdag 2 en zaterdag 3 mei :

    CECILIAFEESTEN met Europees Kampioenschap voor Brass Bands te Leest

    De inzet van deze feesten, die plaatshadden in een reuzentent in de Kouter, werd gegeven op donderdag 1 mei met de DOLLE NACHT.

    De Nederlandse succesgroep ‘The Rockets’ trad op samen met Peter West en orkest.

    Inkom 100 frank (80 frank in voorverkoop).

    Op vrijdag 2 mei werd er overgestapt naar de GEKKE NACHT . Een avond met vijf vedetten : het bekende komisch duo Gaston Berghmans-Leo Martin, animator Carlo Bertels, Ann Desender (bekend als winnares van ‘Ontdek de Ster’) met orkest en de Nederlandse popgroep ‘Bien Servi’ met Raymond van het Groenewoud.

    De daaropvolgende zaterdag besloot men met de PLEZANTE NACHT ,met de bekende BRT-presentator Jos Baudewijn, met zangeres Ingriani en haar orkest en als ‘clou’ van de avond ‘The Strangers’, de vier Antwerpse spuiters.

    Stan Gobien schreef daarover het volgende :

    “In 1975 kregen de Ceciliafeesten een ander uitzicht. Omdat de bal- en showavonden zo goed waren meegevallen, werd gehoopt dat de feesttent de

    eerste drie dagen van mei zou vollopen. Een heel pak vedetten en pseudo-vedetten was geprogrammeerd : The Rockets of het orkest van Peter

    Koelewijn, een zekere Peter West, Leo Martin en Gaston Berghmans, Anneke Desender, Raymond van ’t Groenewoud, Ingriani en nog eens een keer De

    Strangers. Jos Baudewijn, de bekende BRT2-producer was een van de presentatoren die tijdens deze ontspanningsavonden optrad.

    In een van zijn bekende liedjes zingt Raymond van ’t Groenewoud : ‘Ik heb zalen doen vollopen, ik heb zalen doen leeglopen…’ Naar verluidt heeft de zanger

    voor het laatste deel van deze tekstregel voroal inspiratie opgedaan in de feesttent te Leest in 1975. Maar ruim een jaar later wordt hij een enorme

    publiekstrekker en onbetaalbaar voor St.-Cecilia Leest…”

     

    Het allereerste ‘Europees Kampioenschap voor brassband vond plaats in Leest

    “Op de Ceciliafeesten 1975 werd het eerste Europees Kampioenschap voor Brassbands georganiseerd. Omdat deze orkestvorm op het vasteland, vooral in Nederland en Vlaanderen, ondertussen vrij bekend was geworden, werd besloten een muziekwedstrijd te organiseren waaraan uitsluitend brassbands konden deelnemen.

    Stan Gobien had in 1974 voldoende internationale contacten opgebouwd zodat een wedstrijd tot de mogelijkheden behoorde. Het werd vooral op muzikaal gebied een succes en de brassbandbeweging in Vlaanderen kwam door deze muziekwedstrijd in een stroomversnelling.

    Een paar maanden na afloop van de Ceciliafeesten ’75 kon een dertigtal leerling-muzikanten worden ingeschreven. Omdat er met plezier werd teruggedacht aan de show- en

    drumbandwedstrijd van ’74 besloot de fanfare te starten met een trommelkorps. Voor de opleiding van deze jongeren zou niemand minder dan Jean-Piet Leveugle zorgen.

    De meisjes en jongens kregen eveneens lessen notenleer en velen onder hen zouden later naar de muziekacademie of naar het conservatorium gaan.

    Na ruim twee jaar, op 2 december 1975, liepen de wegen van dirigent Frans Dierickx en St.-Cecilia Leest uit elkaar. Het ongenoegen bij sommige bestuursleden was al beginnen groeien na de concertwedstrijd van 11 mei te Tisselt, waar 85% en een eerste prijs met grote onderscheiding werd behaald. Gezien de omstandigheden, slechts één week na de organisatie van de Ceciliafeesten, was dit echter niet zo’n slecht resultaat. De sfeer werd nadien negatief beïnvloed omdat sommige Cecilianen langs de neus weg opperden dat de jeugdfanfare beter misiceerde dan de grote fanfare…

    Net als bij de vorige dirigentenwisseling had deze evenzeer consequenties voor de samenstelling van de fanfare. Weer verlieten er muzikanten St.-Cecilia Leest om het elders te proberen. Het bestuur drong bij Rik De Bruyn aan om terug de dirigeerstok in handen te nemen. Veeleer met enige tegenzin nam hij de opdracht aan. Hij besefde dat hij nog nuttig werk kon verrichten door op zijn gekende manier te werken aan de eensgezindheid bij de muzikanten. Ook deze keer lukte het. De beroering en de deining na de dirigentenwissel ging stilaan over in rust en vernieuwde eendracht.

    Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle dirigent…” (zie verder 1976 – 1 september)

     

    In De Band van juni 1975 vonden we ook een definitie van een Brassband :

    “Brass-Bands zijn volksmuziekverenigingen die noch fanfare, noch harmonie zijn. De samenstelling bestaat uit een groep koperblazers met een gewone bezetting van ongeveer 30 muzikanten. Samengesteld uit 5 eerste cornetten, een repianocornet, een bugel, 2 tweede en 2 derde cornetten, 3 althoorns, 2 baritonhoorns, 2 tuba’s, 3 trombonen, 2 es-bassen, 2 bes-bassen en tot 4 slagwerkers. Dit alles geeft een typische klankkleur, de ‘brass-sound’. “

     

    05-07-2012 om 09:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Wilfried Hellemans over Sint-Cornelis (Korneel) en zijn begankenis :

    “Ook deze heilige is geen parochiepatroon maar al sinds halfweg de negentiende eeuw is hem in Leest de opmerkelijkste verering toebedeeld. Hij kreeg er een beeld, een begankenis op Tweede Paasdag en een altaar in de zuidelijke zijbeuk.

    Sint-Cornelis of Korneel (°?, +253), bisschop en eenentwintigste paus (251-253), stierf in ballingschap te Civita Vecchia (Italië).

    Zoals elders werd (en wordt) hij in Leest aanroepen tegen de ‘stuipen, de vallende ziekte, de lammigheden en geraaktheden’ of tegen de ‘stuipen, jichtigheden en  vallende ziekten’.

    In een anoniem negentiende-eeuws brochuurtje wordt zijn litanie zo aangekondigd : ‘Litanie ter eere van den Heiligen Paus en Martelaar Cornelius. Bijzonderen Patroon tegen de Stuipen, Jichtigheden en vallende ziekten; wiens H. Relikwieën met grooten toeloop en devotie geëerd worden, en wiens bijstand vuriglijk aanroepen wordt in de parochiale kerk van den H. Nicolaus te Leest.’

    Zijn in Leest vereerde beeld, gemaakt door de Mechelse beeldhouwer P.J.Tambuyser en gepolychromeerd door Loos, werd aangekocht in 1840. De heilige draagt boven zijn albe een cingel, een stool en koormantel; hij wordt voorgesteld als paus met staf in de rechterhand en een tiara op het hoofd. In zijn linkerhand houdt hij een hoorn.

    Het broederschap van de heilige kwam er twintig jaar later onder pastoor A. Joris.

    Tien jaar later, in 1870, werd het nieuwe altaar geplaatst. Op deze creatie van de gebroeders Vijt uit Niel staan fragmenten uit het leven van de heilige en ook de zegening met de relikwie wordt er voorgesteld zoals die in Leest nog steeds gebeurt. Dat dit altaar er dat van St-Niklaas ‘verstootte’ zegt veel.

    Zijn jaarlijkse begankenis op Tweede Paasdag begon een honderdvijftig jaar geleden. In 1855 bestond ze zeker : op 13 juni 1855 verleent aartsbisschop Engelbertus kardinaal Sterckx ’40 dagen Aflaat aan alle Christen Geloovigen, die met devotie zullen lezen de (…) Litanie ter eere van den voorschreven Heiligen Cornelius’. Dat staat te lezen in het eerder genoemde brochuurtje.

    …

    Ca. 1900 en mogelijk al eerder waren de ‘goddelijke diensten’ op paasmaandag te 6, 7, 8 en 9 uur. De ‘plechtige Hoogmis’ was om 10 uur en het lof om 15 uur. ‘Na de Goddelijke diensten vereering der kostbare relikwie van den H. Cornelius.’

    Is er sedertdien veel veranderd ? Wel, al meer dan een halve eeuw verloopt de begankenis –naar eigen getuigenis- als volgt.

    Van paasmaandag tot Beloken Pasen staat het met bloemen en kaarsen versierde beeld van de heilige net voor het midden van het kerkschip binnen een stevige houten afsluiting (met deurtje) op zijn voetstuk. Op paasmaandag zelf ordende tot voor twintig jaar een houten, hoog en doorzichtig staketsel voor de kerkpoort het vlot binnen-en buitengaan van de kerk.

    Nog steeds wonen een respectabel aantal bedevaarders de eucharistie bij. Onder pastoor F. Beuckelaers (1911-1946) waren die te 6, 7, 8, 9 en 10 uur; onder zijn opvolger J.B. Coosemans (1946-1966) om 6, 7, 8, 9 en 10 uur plus de hoogmis om 11 uur. Veel jaren werd die laatste opgedragen door Leestenaar pater K. Emmeregs, alias Sinjoorke. Een plechtig lof met kinderzegen was er op paasmaandag en op Beloken Pasen om 15 uur. Dat alles stond én in de krant én in zwarte en rode inkt op witte affiches. Later verminderde natuurlijk het aantal vieringen : in 1985 bv. vonden ze plaats om 8, 9, 10 en 11 uur en in 2001 nog om 9, 10 en 11 uur en in 2007 om 10 en 11 uur. Voor de plechtige en muzikaal goed verzorgde eucharistieviering om 10 uur zat (en zit) de kerk goed vol. Een plechtig ‘lof met kinderzegen’ bleef behouden op Tweede paasdag om 15 uur.

    Voor en na de eucharistie en het lof staan de bedevaarders omheen de afsluiting, kussen de relikwie die de rondgaande priester hun aanbiedt en gooien offergeld op de vloer binnen de omheining. Daarna kan men driemaal biddend rond het beeld en/of rond de kerk stappen. Wat een beperkte groep bedevaarders nog altijd doet.

    …

    Blijkbaar ‘beeweegden’ sommige mensen af en toe ook in de loop van het jaar. Ze ‘gaan op de pastorij vragen welke boete ze moeten onderhouden. Er wordt dan een boete opgelegd naargelang ieders devotie.’

    Maar ze zijn nog meer blijken van verering.

    Zo liet pastoor Beuckelaers door E. Steyaert in 1924 een glasraam plaatsen op het koor met deze voor Leest belangrijke heilige. Het werd aangebracht langs de epistelkant tegenover dat van Sint-Niklaas.

    Behalve affiches (minstens twee verschillende) bestaan er ook drie soorten medailles, geslagen op last van de broederschap en/of de kerkfabriek : de kleinste is een zilveren en de twee andere zijn in nikkel.

    Eénmalig werd een prentje uitgegeven : ‘Een steentje voor het Parochiehuis van Leest’ met vooraan het beeld van de heilige. Achteraan stond een gebed en informatie over het broederschap. Het was gedrukt in bruine inkt en kostte vijf frank.

    Het Davidsfonds gaf in 1975 een sepiakleurig vaantje uit, het eerste en tot nog toe enige. Voor 20 frank ontving men een unieke lino van kunstenaar G. Herregods.

    Vijftien jaar later kon men witte kaarsen kopen met een Korneeltekening erop van weer G. Herregods met de tekst : ‘150 j./Begankenis/ h. Cornelius/ 1840 – Leest 1990’.

    Dat het Davidsfonds in 1990 een Korneelbier en het ‘Posse-Leest-Comité in 2001 een witte vaan met een voorstelling van de heilige verkocht, mag aanvullend vermeld worden : het bewijst de populariteit van de heilige in het dorp.

    Wat in dit boek uiteraard niet besproken wordt is het kermis- en jaarmarktgebeuren. Vooral dit laatste is, onder impuls van de VZW ‘Posse Leest’, uitgegroeid tot een fenomeen waar een massa volk op afkomt. Waar de jaarmarkt tot 1990 rond 13.00 uur afgelopen was en op sterven na dood was, duurt ze sinds 1992 een volle dag en bestrijkt het hele centrum. Op paasmaandagen met zonnig en warm weer kwamen de jongste jaren vijfentwintig à dertigduizend mensen –in 2007 sprak men van veertigduizend- naar Leest-Dorp. ‘Posse Leest’ haalt dan ook jaarlijks de media, tot en met het regionale T.V.-station voor Mechelen-Turnhout (RTV).

     

    Het broederschap van de heilige Cornelius (1860)

    Oprichter was pastoor Joris (1854-1864). In het parochiearchief berust een dun schoolschrift waarop geschreven staat ‘Broederschap van den Heiligen Cornelius in de Parochiale Kerk van den H. Nocolaus te Leest’. De eerste persoon werd erin genoteerd in 1860. Tot voor kort liet nog haast jaarlijks een enkel iemand zich inschrijven in het broederschap.

    Uiterst zelden werd dit broederschap door de deken opgeschreven en voor het eerst na meer dan vijftig jaar (1913). Van dan af (tot 1931) wel meer en geregeld met het ledenaantal. Zo telde het in 1918 vijfhonderddertig leden, aantal dat zachtjes steeg tot vijfhonderdvierennegentig (in 1927).

    Op het prentje (zie afbeelding) met het Leestse Corneliusbeeld, verkocht (in 1950) om de bouw te steunen van de Leestse parochiezaal, staat :  ‘Inschrijving in de Broederschap van de sakristij. Jaarlijkse bijdrage 5 fr. Talrijke Missen worden opgedragen tot de inzichten van de leden’. En nog een verwijzing naar de concrete verering van de heilige in Leest.”

    (‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’, 2009, Wilfried Hellemans) 

     

    Afbeeldingen :

    -De Gotische kevie waarin dieren werden geofferd.

    -Het prentje uit 1950.

     





    04-07-2012 om 07:02 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!