Meer vrouwen dan anders op deze
feestvergadering waarop ze werden
verwelkomd op een aperitief.
Na een welkomstwoord en gebed door
de proost, las de secretaresse haar
verslag af waarop men aan de
respectievelijke tafels werd bedacht met het
thema : Jij bent een deel van de
ketting.
Ossetong met madeirasaus en
champions, dampende koffie, men liet het zich
smaken.
Liedjes, sketchen, sport en spel en
het rad van fortuin kwamen ook aan de beurt. (DB, oktober 1976)
1976 Oktober : Gemeenteraadsverkiezingen.
Hombeek, Leest, Heffen, Walem en
Muizen zullen bij Mechelen gevoegd
worden. Op de eerste verkiezingen
voor de grote fusiegemeente Mechelen waren
43 raadsleden verkiesbaar.
Het stadsbestuur was samengesteld
uit CVP en BSP : Jos Vanroy (CVP) burgemeester,
A. Stiers (SP) 1e schepen, J.
Charlier (CVP) 2de schepen, J. Van de
Sande (SP) 3e schepen,
A. Van Stappen (CVP) 4eschepen, Ch. Van de Plas (SP)
5de schepen, A. Ribbens
(CVP) 6de schepen, H. Vanderaerschot (SP) 7de schepen
en K. Michiels (CVP) 8e
schepen.(KH)
De Band
over deze gemeenteraadsverkiezingen :
De maand december 1976 is van historische
betekenis als men weet dat op 1 januari 1977 onze goede Leestenaren van
gemeentelijke nationaliteit veranderen en deel zullen uitmaken van de grote
sociëteit Mechelen.
Zes jaren terug gaven we de uitslag van de toen
gehouden gemeenteraadsverkiezingen, en we menen aan onze plicht te kort te
zullen doen indien we ook NU geen mededeling ervan zouden geven.
We bepalen ons tot de kandidaten van de
fusiegemeenten, met aanduiding van behaalde voorkeurstemmen per lijst. De
onderscheiden letters achter de naam staan voor respectievelijk : L=Leest, HE =
Heffen, HO= Hombeek, M= Muizen en W=Walem.
C.V.P.Behaalde
voorkeurstemmen
Ribbens Albert 1581
(M)
Emmeregs August1316
(L)
De Potter R.
955 (HO)
Vloebergh Louis
702 (L)
Meuldermans
681 (HO)
Lembrechts R.
678 (HO)
Verbist R.
415 (HO)
Van Aken J.729 (HE)
Lemmens R. 542 (HE)
Lauwers J. 683 (L)
Morrens J. 762 (W)
Tournaye P. 442 (W)
Nuyts M. 297 (W)
B.S.P.
Mevr. Van der Aerschot 611 (M)
Ureel B.
556 (HO)
Vloeberghen J.
251 (L)
Verhoeven H.
250 (L)
P.V.V.
Ceulemans P.
105 (HO)
De Peuter
169 (HO)
V.U.
Jaspers W.1940
(HO)
Fierens A.
525 (HO)
Keuleers E.
456 (HO)
Sneyers A.
152 (L)
Hellemans G.
404 (L)
Mertens K.
212 (L)
Stan Gobien
Leest in Feest 1999 :
Toen bekend werd dat er een fusie van
gemeenten op het getouw stond, hebben de Blekken in 1975 en 1976 pogingen
gedaan om samen met Heffen en Hombeek een landelijke gemeente te vormen.
De pogingen liepen op niets uit. Het zou en moest
één groot Mechelen worden
In tegenstelling tot de andere Mechelse
fusiegemeenten werd er door de Leestse gemeentekas niet zo veel gelden overgedragen
aan het nieuwe Mechelen. Er werd gezorgd dat er geen schuld was, want
zoietswilden de Leestenaars ook niet
Jean Verheyden, de Leestse gemeentesecretaris,
werd het hoofd van de Mechelse Bevolkingsdienst. Veldwachter Vic Van Hoof bleef
tot aan zijn pensioen in Leest de orde handhaven. José Tourné was voor de fusie
gemeentebediende. Op dit ogenblik is zij nog de enige van het vroegere
personeel op het gemeentehuis
1976 3
oktober : Vierde Vevoc Loopcross
Het
parcours doorheen het prachtige panorama van de zennevallei bood de
toeschouwers de gelegenheid om de lopers gedurende de ganse omloop te volgen.
Er waren drie grote tenten opgezet.
De pupillen kregen een afstand voorgeschoteld van 400 m, de miniemen 800 m, de
kadetten 1200 m, de scholieren 1800 m, de veteranen 1600 m en de juniores-seniores 2800 m.
Buiten de bijgevoegde fotos zijn
ons geen details bekend.
Fotos :
-Links : pupillen meisjes met Ilona Van Winghe,
Christel De Merechy en Bea Van Praet. Midden : pupillen jongens met Wilfried
Meiries, Alwin Mertens en Jan Lenaerts. Rechts : miniemen meisjes met Linda
Prenen, Godelieve Saerens en Anne Vranckx.
-Start van de pupillen-jongens.
-Links : miniemen jongens met Raf Wijns, Patrick Van
der Linden en Bruno Van Winghe. Midden : kadetten-meisjes met Anne De Greef,
Hilde Janssens en Rita Wijmans. Rechts : kadetten-jongens met Jean-Pierre De
Muyer, Jan Engels en Eric Bosmans.
1976
Woensdag 8 september : Brass Band optreden te Leest
georganiseerd door de Kon.Fanfare
St.-Cecilia met de Rochdale Band uit
Engeland. Dit met medewerking van
BRT 2 Omroep Antwerpen en het
gemeentebestuur van Leest.
Het concert ging door in het
parochiaal centrum aan de Kouter.
1976 20 september : Stichting Kunstkring VOETSPOOR
Met een zeer actief Davidsfonds,
met de bedrijvige toneelkringRust Roest, met de fanfare Sint-Cecilia, kwam de Leestenaar op cultureel
vlak goed aan zijn trekken.
Op initiatief van de
beroepsschilderes Friede Willems kreeg Leest ook een eigen
kunstkring Voetspoor genaamd.
Friede Willems, woonachtig in de
nieuwe wijk in de Kouter, wilde contacten
leggen met plaatselijke kunstenaars
om op die manier gedachten of ideeën uit
te wisselen.
In Georges Herregods, Flor Meyers
en Karel Soors vond zij medestanders die
bereid waren samen te werken rond
drie belangrijke doelstellingen.
1. Een stimulans zijn voor de leden
van de werkgroep.
2. Tentoonstellingen organiseren
ook buiten de stad- met de bedoeling een
breder publiek vertrouwd te
maken met kunsttentoonstellingen.
3. Organiseren van
werkvergaderingen, studiebijeenkomsten, jeugdateliers
en uitstappen.
Friede Willems wou de kerngroep
bewust beperkt houden om een zo groot
mogelijke beweeglijkheidaan de dag te kunnen leggen. Met een
talrijke
groep was dat volgens haar niet
mogelijk.
Om die reden werd doelbewust
gekozen voor een formule van gasten, die
regelmatig zouden worden
uitgenodigd. Zo kregen ze steeds een andere
stemming op hun activiteiten.
De benaming Voetspoor was
afkomstig van een lees, een karrespoor, daaruit
zou de naam Leest ontstaan zijn :
het eerste voetspoor voor het ontstaan van het
dorp.
De in 1950 geboren kunstenares liep
school in Dendermonde waar ze ook de
academie volgde. Nadien volgde ze
plastische kunst te Jette en zes jaar lang de
leergangen aan de Mechelse Academie
waar ze in 1975 als laureaat eindigde.
In 1973 kreeg ze de 2de
prijs van de jonge Dendermondse kunstenaars voor haar
schilderkunst.
Friede Willems hield van schilderen
met olie en zocht haar onderwerpen
vooral in figuren, portretten en
voor de afwisseling waagde ze zich soms aan
bloemen. Ze had haar atelier boven
het postgebouw, naast het oude gemeentehuis
van Leest.
Op 11 april 1977, tweede paasdag,
stelde de nieuwbakken kunstkring voor het
eerst tentoon in de stedelijke
jongensschool Scheerstraat Leest.
Naast werk van Friede Willems, was
er ook werk te bewonderen van meester
Floriaan Meyers, aalmoezenier Georges
Herregods en Karel Soors.
Het werd meteen een voltreffer.
Zeer veel Leestenaars vonden de weg
naar de tentoonstellingsruimte.
Dit succes zorgde ervoor dat
Voetspoor besliste ieder jaar met een grote
tentoonstelling uit te pakken.
In 1978 werd het een
tentoonstelling rond Het jaar van het Dorp, 1979 Het
jaar van het Kind, vormde de
aanleiding om enkele jeugdatelierdagen te
organiseren waaraan 67 kinderen
deelnamen. De tekeningen en keramiekwerkjes
van deze kinderen werden eveneens
op de jaarlijkse tentoonstelling aan het
publiek voorgesteld.
In 1980 Het jaar van de vrouw
werd naast het werk van de leden ook
keramiekwerk van vier vrouwelijke
keramiekers gebracht.
Datzelfde jaar realiseerde de
werkgroep de versiering naar aanleiding van de
feestelijkheden die Leest op touw
zette ter gelegenheid van de honderdste
verjaardag van Stanne Van den
Broeck.
In 1981 kregen enkele jongeren de
kans hun werk te laten zien en het jaar nadien
betreurde men het overlijden van
één van de leden, Flor Meyers, wat evenwel niet
belette een tentoonstelling op te
zetten met akwarellen van Yvan Van der Haegen
en bloemstukken van Hugo Somers.
In 1983 was de kartoonist Goal
gast-exposant en in 1984 werd een Alfred
Ost-tentoonstelling georganiseerd.
Onder de gast-exposanten onthouden
we de namen van : o.a. Frans Croes,Jan
Hermus, Emiel De Leers, Marijke Van
Kenhove, Jan Casteels, Lutgard Moons,
Yvan Vanderhaegen, Frie en Krista
Leemans, Mieke Selleslagh, Chris Van Praet,
Hugo Somers.
Fotos :
-Achtereenvolgens
werk van Karel Soors, Georges Herregods, Flor Meyers en Friede Willems.
1976 5
augustus : Dit is de datum van een Koninklijk Besluit (verschenen in het BS van
28/9/1976) waarbij het gewestplan
Mechelen definitief werd vastgelegd en waarin
werd gestipuleerd dat de
ZENNEVALLEI in het landschappelijk waardevol
bosgebied ligt.
1976 15
tot 21 augustus : Vevoc ging op Bivak
Bestemming : het Vissershuis te
Geel-Zammel.
Het Vevoc-bivak is een gezinsbivak dat wil zeggen
dat de kinderen zeker niet mogen gezien worden als een beletsel om mee te gaan,
maar eerder als een stimulans. En als je nog een beetje trekkers-, chiro- of
Vevocbloed hebt, dan probeer je natuurlijk het onmogelijke om mee te gaan, is
het niet voor de ganse periode, dan toch voor een gedeelte ervan. Bovendien
betekent het een aanvullende, goedkope vacantie voor ons en onze kinderen, want
ons eigen potje koken, is nog steeds goedkoper dan op restaurant gaan eten. In
augustus zal het kampvuur dus ook voor Vevoc branden in de avondschemering van
onze mooie Kempen en zal het woord bivak voor Vevoc geen herinnering
weergeven maar een uitkijken naar de toekomst.
(De Band,
januari 1976 Jaarverslag)
1976 22
augustus : Brand van een perceel bosgrond
De zogenaamde dreef in de Grote
Heidestraat (Sectie A, nr.99), bestaande
uit licht kreupelhout en
struikgewas stond in lichtelaaie. Een hevige wind
zorgde voor een snelle
verspreiding.
Eerste Schepen Henri Van den
Heuvel, tevens oppasser van deze gronden,
verwittigde de brandweer die het
vuur na enkele uren kon blussen.
De dreef was eigendom van Guilbert
Asselbergs uit Brussel.
(VVH)
1976 25
augustus : Ongeval te Leest met fatale afloop
Op
de Juniorslaan te Leest reden dinsdag twee autos frontaal op elkaar in.
Eén der chauffeurs, Frans Diddens, 67 jaar, Dorpsstraat 17 te Leest,
werd
zeer zwaar gewond en naar het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen
overgebracht
waar hij woensdagnamiddag bezweek.
De tweede chauffeur, Georges Delmotte, Fonteinweg 6 Heffen, werd slechts
licht gewond.(GvM-27-8-1976)
Frans Louis Diddens was te Leest
geboren op 17 juni 1909 en gehuwd met Maria Mathilde Vloeberghen.
Hij was oudstrijder van 1940-45 en
Erelid van VV Leest.
Niemand
weet wat de dag brengt.
Je staat op
goedgeluimd
boordevol plannen :
ik moet nog dit, ik moet nog dat
-véél meer dan één dag gevuld kan zijn
En plots
één seconde is voldoende :
een ongeluk, zegt de volksmens
verwikkelingen, zegt de medicijnman
de eeuwige ontmoeting
Alles stort ineen
alles
valt stil
alles moet worden herdacht
God, de stilte van de dood
die
overledene aan overlevende bindt
breekt Gij open.
Bemint
elkaar
is
voortaan de nieuwe naam
waarmee je hem moogt noemen
waarin we samen verder gaan. (uit zijn gedachtenisprentje)
1976 27
augustus : Bestuursvergadering Vevoc
Verwelkoming van twee nieuwe
bestuursleden : Alfons Huysmans en Frans De Decker. Water Lefever was
ontslagnemend.
1976 1
september : Jan Piet Leveugle werd de nieuwe dirigent van de Kon.Fanf.
St.-Cecilia.
Onmiddellijk
werd van start gegaan met een 30-tal jeugdige mensen om als
trommelaars op te leiden en tegelijkertijd de leer van de volksmuziek
(notenleer) tot in de puntjes in te studeren.
Na nauwelijks een kleine twee maanden
noeste arbeid was de dirigent bereid
mede te dingen aan het Provinciaal toernooi van Fedekam Antwerpen, dat
ingericht werd te Mechelen. Dit gebeurde op 24 oktober 1976.
Resultaat was de titel : Kampioen van de provincie Antwerpen in 3de
afdeling.
(G.v.M., 12 oktober 1979)
Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle
dirigent van de fanfare St.-Cecilia.
Hij had ondertussen bewezen wat hij waard was als
slagwerkinstructeur, als leraar notenleer en als dirigent. Hij kreeg direct het
volle vertrouwen van het bestuur, van Rik De Bruyn en de muzikanten. De nieuwe
dirigent kreeg nog een belangrijk ander voordeel. Veeleer om psychologische
redenen dan om muzikale mocht hij met de fanfare in de derde afdeling beginnen.
Omdat er ondertussen jonge muzikanten waren bijgekomen, was dat in deze
omstandigheden waarschijnlijk de beste oplossing. Op de eerste repetities van
Jan-Piet Leveugle werd in t bijzonder aandacht besteed aan de
ademhalingstechniek, het gelijktijdig aanzetten van de verschillende
instrumentengroepen en aan de toonjuistheid. Amper na twee maanden trad de
fanfare op in een provinciale wedstrijd te Mechelen. Hier werd de provinciale
titel behaald in derde afdeling. Een half jaar later werd meegedaan aan het
provinciaal kampioenschap in de tweede afdeling en hier werd de titel behaald
met lof van de jury. Dankzij deze voor de meeste muzikanten vrij makkelijke
wedstrijden ontstond er een goede sfeer. Door het enthousiasme en de bezieling
van de groep was er een basis om de volgende jaren wat meer inspanningen te
vragen aan de muzikanten.
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Jan-Piet
Leveugle werd in 1943 te Nossegem geboren en kreeg reeds op zesjarige leeftijd
zijn eerste muzieklessen van zijn vader Paul Leveugle, bij de fanfare
St.-Cecilia Nossegem, die daar dirigent was.
In 1950 was
hij al muzikant in deze vereniging en kreeg verdere lessen voor slagwerk aan de
Muziekacademie te Etterbeek. Op veertienjarige leeftijd behaalde hij een eerste
prijs notenleer en slagwerk aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. In
1969 behaalde hij een eerste prijs voor kamermuziek bij Jef Alpaerts. Verder
studeerde hij orkestdirectie bij Fernand Terby te Antwerpen en harmonie bij
Peter Cabus en André Laporte te Brussel. Hij behaalde een eerste prijs in 1978.
Van 1957
tot 1970 was hij achtereenvolgens verbonden aan het Nationaal Orkest van
België, het Groot Symfonisch Orkest van de BRT en de Philharmonie van
Antwerpen.
Als leraar
slagwerk werkte hij aan de Muziekacademie Willebroek, het Stedelijk
Conservatorium Mechelen en de Kunsthumaniora van het Koninklijk Conservatorium
te Brussel.
Als
dirigent was hij verbonden vanaf 1975 aan de Brass Band Midden-Brabant, de
Koninklijke Fanfare Moed en Volharding, Heist-op-den-Berg, de Socialistische
Harmonie Arbeid Adelt Puurs en vanaf 76 St.-Cecilia Leest.
Met de
Brass Band Midden-Brabant werd hij meerdere malen Belgisch kampioen en was ook
meerdere malen vertegenwoordiger van ons land bij de Europese Brassband
Kampioenschappen, toen nog in de Royal Albert Hall in Londen.
Met de
Leestse fanfare zou hij provinciale titels behalen en Belgisch Kampioen worden.
Op 2 juli 1978 was hij met de K.Fanfare St.-Cecilia Leest op het 8ste
Wereld Muziek Concours te Kerkrade (NL) en behaalde in de 3de
afdeling 311 punten, goed voor een 1ste prijs. Met dezelfde fanfare
trad hij in 1981 op tijdens het 9de Wereld Muziek Concours te
Kerkrade, dit keer in de 2de afdeling en behaalde 324 punten, goed
voor een 1ste prijs met lof van de jury. Beide malen werd
St.-Cecilia Leest Wereldkampioen in deze afdelingen en in de sectie fanfare.
Erg
belangrijke overwinningen werden daarnaast behaald op het Nationaal Tornooi van
de stad Brussel in 1982 en op de Grote Prijs van de Lions Club in 1983.
Jan-Piet Leveugle nam ontslag als dirigent van St.-Cecilia Leest op 12 maart
1985 omwille van perikelen rond de deelname aan het Wereld Muziek Concours te
Kerkrade in de hoogste afdeling voor fanfares.
Samen met
zijn vrouw Ghislaine Poedts richtte hij te Willebroek een muziekhandel op, die
aanvankelijk de naam Muziek-Center Willebroek droeg en later veranderd werd
in Traxon Music en uiteindelijk vertrok naar Brussel. Intussen werd deze
muziekhandel Traxon Music Brussels door de volgende generatie gedreven.
(Wikipedia
en Leest in Feest)
Fotos :
-Henri Van den Heuvel. Deze historische foto werd
genomen in het gemeentehuis in 1971 toen de Blekken de stem van Heinke van
Tien nodig hadden in de gemeenteraad voor o.a. de benoeming van Stan Gobien
tot schoolhoofd. Heinke was gehospitaliseerd en werd toen met bed en al naar
het gemeentehuis gebracht.
Gijlie komt juist op het uur dat ik gewoonlijk
met mijn vrouw Arlette het aperitief neem. Een whisky soda of met ijs ? Das
mannendrank.
Zelfs geen plat water voor ons. Ijs graag,
zeiden we. Hij schonk de glazen vol. En dan maar keuvelen nadat zijn vrouw naar
keuze één of meer ijsblokjes in het glas liet rinkelen.
Nog een whisky ? Wij bedankten.
Kom, op één been kunt ge niet blijven staan. Hij
lachte breeduit.
Tiens, als ik het over één been heb, kan ik
moeilijk mijn lachlust bedwingen. Want dan peins ik altijd aan mijne houten
poot. En met de vlakke hand sloeg hij lachend op zijn kunstbeen.
Onze gezichten verstrakten. Je ontmoet de man voor
t eerst in je leven. Je zit met hem al een kwartier te praten en je hebt van
die jammerlijke handicap geen snars opgemerkt. Welke houding moet je in een dergelijke
situatie aannemen ? Meelachen ? Of wat ? Wat doet men tegen zulke ontwapenende
openhartigheid, gekruid met een dergelijke humor ? Zo verliep onze eerste
kennismaking met de vijftiger Jan Peutermans en zijn veel jongere vrouw
Arlette.
Sinds mei van dit jaar wonen zij te Leest aan de
Biest in het kasteeltje van Lamot zoals het landgoed in de omgeving bekend
staat met zijn circa 5 ha grond eromheen, omzeggens totaal ommuurd.
We hadden, ingevolge onze bijdrage over de
Mechelse dierenbescherming van voor enkele weken, een tip gekregen i.v.m.
hondenpensions. En het schromelijk tekort eraan.
Moet je eens met die man gaan kennismaken.
En wij trokken erheen, samen met Philippe Van de
Velde, voorzitter van de Mechelse Dierenbescherming, die midderwijl plaatjes
zou schieten.
Wij zaten knus in de gemakkelijke zetels in de
heel ruime en smaakvol ingerichte zitkamer van de Peutermans te luisteren.
Jan Peutermans is een geboren Antwerpenaar. En meer dan onderhoudend en tevens
boeiend. Rookt daarbij als een Turk.
Is met wat hijzelf heet een honden-hotel
begonnen in de jaren 1956-1957. Op heel kleine schaal. Vandaag weet Jan
Peutermans op stuk van hondenpensions heel goed waar Abraham de mosterd haalt.
En niet alleen op dit terrein.
Hij zat jaren met een hondenpension in het
Antwerpse. Kwam zich door toevallige omstandigheden in een uitgesproken
landbouwzone vestigen, speciaal met het oog op zijn bedrijvigheid, een
bedrijvigheid, welke zich spreidt zowat over het ganse jaar.
Doch met de vacantiemaanden uiteraard als pieken.
De klandizie van Jan Peutermans is alles behalve
van de onderste laag. En bij ons bezoek, dat meer gold als een eerste kennismaking,
stond die telefoon niet stil. Aanvragen tot opname van honden beantwoordt hij
in t Engels, Frans, Duits en vloeiend. Krijgt de meest verscheidene opdrachten :
op Zaventem een hond afhalen en voor 14 dagen bij zich houden, een hond per
vliegtuig naar Tokio sturen, naar New York, Parijs, Berlijn.
Is in zijn specialiteit gekend in de hogere
kringen en bij de NATO-officieren. Ontvangt telefoontjes uit gans Europa
waarbij door dames wordt navraag gedaan hoe het met haar honden staat.
Prima, antwoordt Jan Peutermans, hij voelde
zich van de eerste dag al thuis...is dik in orde.
Jeugdgeschiedenis
Van zijn jongelingenjaren zou Jan Peutermans een
boeiende novelle kunnen schrijven.
Zoon uit een Antwerpse doktersfamilie, verbleef
hij tijdens de oorlogsjaren met zijn mama in Biarritz.
Op bijna 17-jarige leeftijd wou hij naar Spanje
vluchten. Het spergebied lag vol landmijnen. Liep een duinhelling af. Precies
dit hellend vlak is zijn geluk geweest.
Een landmijn, zegt Jan Peutermans, vertoont aan de
bovenzijde drie pinnetjes. Ik raakte een pinnetje, een ontploffing volgde
waardoor de mijn 60 a 70 cm hoog vloog en op deze hoogte ontplofte. Honderden
schrapnels stoven als zaden in alle richtingen. Door de eerste ontploffing werd
een deel van mijn been afgeslagen, de rest verbrand. Ge begrijpt, precies omdat
ik een helling afliep, kreeg ik de volle lading niet. Anders was het met me
gedaan geweest. Gewond over heel mijn lijf ben ik vier uren lang met mijn
beenstomp in mijn handen, op mijn achterste en mijn ander been weggekropen.
Natuurlijk werd dat een alles behalve propere
affaire.De Duitsers ziet ge. Maar dat moet ik zeggen : de Duitsers hebben mij
prima verzorgd. Duwden me in een lazaret, stuurden mij daarna naar
Fontainebleau, Parijs en Waterloo. Gaven mij een prothese, leerden mij opnieuw
lopen. En goed. Zodanig dat ik enkele jaren later zelfs kon gaan dansen. Ik had
toen regelmatig een oliepotje bij. Waren toen houten kunstbenen met ijzeren
scharniertjes. En bij t dansen gebeurde het dat de scharniertjes begonnen te
piepen. Ik gauw naar het toilet, scharniertje oliën en t was weerom in orde.
Niemand kan merken dat ik een kunstbeen heb. Zelfs
mijn tweede vrouw wist het niet. Van die landmijnhistorie krijg ik als Franse
invaliede een pensioen.
Globetrotter
Na de oorlog geraakte ik in Antwerpen en kreeg als
taalman een job bij de Amerikaanse M.P.s. Die kerels nodigden me uit om naar Amerika
te komen. Als ex-GI heb ik dat gedaan. Jaren lang in Amerika geweest. IJsland,
Mexico en zelfs zes maanden in Zuid-Amerika. Als assistent-purser op een
vliegtuig ben ik zowat overal geweest.
Tot ik dan in Antwerpen mijn eerste vrouw leerde
kennen.
Een handel in luxe-modekleren voor dames hield ze
erop na. En precies daar werd de eerste steen gelegd van mijn honden-hotel.
13 kostgangers
Zijn eerste vrouw bezat een boxer, een goeie
loebas van eerste gehalte.
Als vader-boxer kreeg hij een tamelijk uitgebreid
kroost. Tijdens de vacantiemaanden werd hem gevraagd de boxer van een kennis
voor enkele weken bij te houden.
En zo rijpte het plan om een honden-hotel op te
zetten.
(...)
Op een moment zat ik met 13 honden thuis. In die
tijd zette ik de honden apart van t ogenblik dat ze maar tegen mekaar grolden.
In elke kamer, in elke plaats zat een hond. Dat kon zo niet blijven duren.
Daarom ging ik me in Kalmthout installeren en bouwde een der grootste, zoniet
het grootste honden-hotel op van België.
Iets voelen
In Antwerpen, vertelt Jan Peutermans, kende ik
verscheidene veeartsen. Dank zij die boxer. Toen één van hen vernam dat ik een
hondenpension zou openen zei hij :
Koop op den buiten een stuk grond, zet daar uw
honden op en ga zelf in een caravan wonen, heel ver vandaan, of ander wordt ge
zot.
Welnu, zei Jan Peutermans, die vent had overschot
van gelijk. Want één ding staat vast : als ge geen echte dierenvriend zijt,
houdt ge het eenvoudig niet vol. En het toeval wil dat mijn tweede vrouw
Arlette er even goed mee over de baan kan.
(...)
Ik durf zeggen dat 90 a 95% van mijn cliënteel
tevreden is. Ik werf tijdens de top-periode werkstudenten aan. Moet ik wel.
Maar dag en nacht sta ik erbij. Die honden krijgen van mij vlees dat voor
mensen bestemd is. (wij mochten zelfs proeven van het hondenvoer...)
Regelmatig komt een veearts, ik ontsmet, houd een
oog in t zeil. Kortom : ik verzorg de dieren precies alsof ze van mij zijn. En
mijn cliënten weten dat.
Bassen en janken
(...)
Neem nu mijn geval, zegt Jan Peutermans. Ik zit
hier midden een landbouwzone, op een terrein van 5 ha. Ik heb slechts 3 buren.
Aan de overkant van de weg staan koeien in de wei.
En toch moet ik van het gemeentebestuur een
commodo en incommodo- aanvragen, en noteer : ik heb slechts drie buren. Waar
moet men een hondenpension opzetten ?
Ik zou menen dat een landbouwzone het meest
geschikt is.
Nu vraag ik u : kunt gij honden doen ophouden met
bassen of janken ?
Want als er ene begint vallen ze allemaal in koor.
Maakt gij nu maar een hond wijs dat hij slechts voor 8 of 14 dagen op logies
is. Ge moet een kat een kat noemen.
Dus : wat is het resultaat ? Die honden bassen.
Niets eenvoudiger dan dat.
Ge kunt toch hun muil niet dichtplakken met een
kleefpleister ?
Kom, zegt Jan Peutermans, ik ben reeds 12 kg
afgevallen en mijn vrouw 8, sinds wij hier wonen. Goed het is topseizoen, zal
wel beteren.
Nog een whisky terwijl mijn vrouw een
mondvullertje klaarmaakt.
De telefoon rinkelt. Arlette, de vrouw van Jan
Peutermans, voerde een heel gesprek in het Engels, om te zeggen dat Bobby het
echt heel goed stelt...
Piet Langenus
Deze
reportage in Gazet van Mechelen bleef niet zonder gevolg.
De redactie
ontving een boze brief van omwonenden waarin de situatie werd aangeklaagd en
stuurde opnieuw een journalist op pad, (een andere ?) ditmaal om te kijken hoe
de vork in de steel zat. Zijn bevindingen verschenenin de krant van 24 augustus 1976 :
Niet
iedereen is gelukkig met hondenhotel te Leest
(...)
Het hondenhotel van de h. Peutermans is gevestigd
op het domein de Mot, zowat 5 ha groot en omgeven door bomen en een twee
meter hoge muur.
Die afsluitingen kunnen echter niet verhinderen
dat bestendig, zowel tijdens de dag als gedurende de nacht, een op de duur
enerverend geblaf van de meest diverse viervoeters welke in het hotel zijn
opgenomen, in de lucht hangt.
Toeval wil dat in de onmiddellijke omgeving van het Leests hondenhotel enkele
jonge gezinnen wonen met studerende kinderen. Van studeren, laat staan van zich
te concentreren, aldus de klagende buren komt niets in huis.
Onze kinderen zijn verplicht op school volledig
gebruik te maken van de studietijd om daar hun huiswerk te maken en hun lessen
te leren.
Mileustorend
Maar dat is nog lang niet alles. De bewoners in de
omgeving en we konden ons persoonlijk overtuigen van de keerzijde van de
medaille- zitten geplaagd met een haast onuitstaanbare geur van
ontsmettingsmiddelen en vliegenzwermen die dieren nu eenmaal met zich
meebrengen. Een avondje TV kijken is meestal niet mogelijk. Elke klank wordt
overstemd door het aanhoudend geblaf van zenuwachtige honden.
Het meest dramatische van de ganse zaak is het
feit dat honden geen benul hebben van tijd. Eens de duisternis gevallen is en
de omwonenden van het hondenhotel bedwaarts willen, worden ze wakker gehouden
door (andermaal) het geblaf van de honden.
Enkele buren brachten, omdat geen andere oplossing
voorhanden was, hun kinderen onder bij familie.
Mijnheer, vertelde ons één der mistevredenen
omwoners, ge wordt hier zot van dat geblaf. Dag en nacht horen we niets anders
dan hondengeblaf en gejank.
Zonder toelating
We vernamen dat de h. Peutermans die de
opmerkingen van zijn buren in de wind slaat- sedert mei ll. zich te Leest kwam
vestigen.
En toen mijnheer, begon voor ons de hel. We zijn
naar de gemeentebestuurders geweest. Daar antwoordde men ons dat tot de
exploitatie van het hondenhotel geen toelating was gegeven, maar dat men niets
kon doen...
Tot voor enkele tijd baatte de familie Peutermans
een soortgelijk hondenhotel uit te Kalmthout. Na er tien jaar te hebben
verbleven zonder toestemming, belandde het hondenhotel te Leest.
Ook te Leest werd ongunstig advies gegeven voor de uitbating van het
hondenhotel, maar de h. Peutermans stoort er zich niet aan. Ook zonder
bouwvergunning trok hij in het domein enkele plaatsen op waar de honden worden
in ondergebracht.
Een afgevaardigde van het ministerie van
Volksgezondheid kwam reeds ter plaatse en stelde een negatief verslag op.
Maar intussen blijft men in het hondenhotel
ongestoord zijn gang gaan en zitten de omwoners nog steeds aan de klaagmuur.
Mijn vrouw, mijnheer,aldus een andere buur, lag
voor enkele dagen met 40 graden koorts in bed. Het aanhoudende geblaf van, in
het topseizoen wel 250 honden, werd haar te veel. Akkoord we hebben niets tegen
hondenhotels en hondenasielen, maar zulke instellingen dienen ingeplant te
worden in een omgeving waar ze niet milieuverstorend werken. Ten slotte zijn
wij allen werkende mensen die na een harde dagtaak wel graag enkele ogenblikken
rust zouden kennen...
De klachten
van de buren bleven ogenschijnlijk zonder gevolg want drie jaar later werdhet honden-hotel nog altijd geëxploiteerd,
het kwam voor een laatste keer in de belangstelling toen het kasteeltje
volledig in de as werd gelegd door een brand. (zie juli 1979)
De
geschiedenis van het kasteel De Mot werd bewerkt onder het jaartal 1845 en in
Toponiemen van Leest. (volgt op de Kronieken)
Fotos :
-Jan Peutermans bij één van zijn gasten.
-Peutermans samen met zijn vrouw en enkele van
zijn werknemers.
1976
Zondag 4 juli : Tienjarige deelnemer wint Leestse fietsrally van Vevoc
132 deelnemers hebben verleden zondag de tropische
hitte getrotseerd om deel te nemen aan de 2de fietsrally,
georganiseerd door Vevoc, te Leest.
Het vrij vertrek mocht genomen worden tussen 11 en
14 uur en de aankomst was uiterlijk gepland om 17u30. Per minuut dat de
vertrekkers te laat kwamen kregen ze één strafpunt. Op deze tijd hebben ze
kunnen genieten van de warmte, alsook van het prachtige natuurschoon in Leest
en omliggende gemeenten.
Tijdens de prijsuitreiking bedankte de voorzitter,
de heer Louis Vloebergh, alle deelnemers alsook alle medewerkers, die zich
gedurende een ganse tijd met hart en ziel hebben ingezet voor het welslagen van
deze rally.
Iedere deelnemer werd bedacht met een prijs. Ook
de ongelukkigste deelneemster, Emerance Van den Heuvel, kreeg een speciale
prijs, omdat zij zich tijdens deze rally gekwetst had. Ook de mannen met de
speciale tweewieler (Karel De Borger) en deze van de driewielers
(Jos-Constant-Louis) kregen een speciale prijs.
Daar er individueel of per gezin mocht gestart
worden, werd er natuurlijk ook een klassement gemaakt voor de gezinnen waarvoor
de familie van Miel Dons eerste werd met 595 punten voor de familie van Staf
Tuyaerts met 588 punten. Als derde kwam de familie Soors met 458 punten voor de
familie Verbruggen met 506 punten. Vervolgens was het de familie van Jean Van
Dam met 499 punten voor de familie Verschueren met 491 punten en de familie De
Borger met 463 punten.
Bij het individueel klassement was het de
10-jarige Leestenaar Bart Hellemans die met 188 punten als laureaat werd
bekroond.
Maria Lamberts werd 2devoor J.P.Potoms, Staf Tuyaerts, Conny Vervack,
Godelieve Verbruggen, Jan Van den Heuvel, Jurgen Tuyaerts, Emiel Dons, Liliane
Alewaeters, Benjamin Jrine, Karel Soors, Frans Spoelders, Stephan Dons, Bart
Soors, Lief Lamberts, Hugo Casteels, Renilde Polfliet, Agnes Lamberts en Lieve
Dons.
(GvM)
1976 5
juli : Distels
Veldwachter Van Hoof, op
dienstronde binnen de gemeente, stelde op een perceel
land op het Hertsveld ((Sectie
A,nr. 406) vast dat er distels in volle bloei stonden.
Een overtreding van de
provinciereglementering in het kader van distelbestrijding.
Eigenaar van de grond : M.
Driessens uit Mechelen.
(VVH)
1976
Vrijdag 16 juli : KVLV-Reis naar Holland
De trip ging naar Ierseke met zijn
oesters- en mosselkwekerijen, naar Goes
met de grootse fruitveiling en
indrukwekkende Grote Markt.
Zierikzee
werd bereikt met een overzetboot. Na Middelburg, Domburg,
Vlissingen, Breskens, Sas Vangent
over Axel naar Sint Niklaas en Leest. (DB, augustus 1976)
1976 Van 21 tot 31 juli : Bivak
Chirojongens te Maasmechelen.
De meisjes gingen naar dezelfde
locatie van 31/7 tot 10 augustus.
De 78 monden op het jongensbivak
verorberden 30 broden en5 emmers
aardappelen per dag.
In De Band van september verscheen
volgend (samengevat) verslag :
Op zoek met Tijl naar Cupidos pijl, zo luidde het themavan het jongensbivak. Het vertrek en aankomst
van fietsers en autocar-reizigers werd waterrijk ingezegend en bovendien
zegenrijk met water besloten.
Daartussen
lagen echter heerlijke dagen vol actie en levenslust om die pijl van Cupido te
vinden.
Met
een totaal van 78 monden werden dan ook ettelijke broden (30 per dag) en patatten
(5 emmers per dag) in de keuken en aan tafel verwerkt en binnengewerkt.
Pelagie
(haar negende bivak) had gelukkig jongere werkkrachten bij zich, nl. Maria Joos
uit Buggenhout-Briel, en vanaf de bezoekzondag met de komst van de kleinste
pagadders : Maria Lamberts Mevr Dons.
Onze
piotten-leiders Patrick, Jan en Kamiel hebben een paar bivakdagen moeten
prijsgeven, kwestie van verlof of voor de inlevering van de kakkie-broek.
Een
zeer ruime bivakplaats (gebouwen en speelruimte) bood een aangenaam en
gemakkelijk werkend bivak.
De
prijs van de ongeluksvogel moest toegekend worden aan Mark Keulemans die bij
het spel gekwetst raakte en bij dokter-kleermaker even diende genaaid te
worden.
Op
de bezoekdag mochten we niettegenstaande de verre afstand (ongeveer 112 km)
heel wat Leestenaars begroeten. Een uurtje volksspelen en koordtrekken, waarbij
enkele wijken van de parochie tegen elkaar werden uitgespeeld, bracht de nodige
sensatie in deze namiddag.
De
dagen vlogen, ge zaagt het aan ons ogen : moe en spijt dat het ging eindigen.
Al vrijdag en de laatste avond. Kampvuur ?! Kampvuur-avond zonder rook. t Was
erg fris en bovendien : Maasmechelen heeft van vuur genoeg. Dan maar binnen
de laatste uurkes flink beleefd met een Eucharistieviering en met aangename
lachnummerkes om elkaar en ook alle mensen te bedanken die ons bivak hebben
mogelijk gemaakt.
Op
zaterdag 31 juli : de aflossing van de wacht. Fietsende meisjes waren al komen
opdagen omstreeks 11u30 (zonder platte banden). Meteen waren de jongens geklopt
in tijd en zonder stukken.
Omstreeks
14u30 arriveerde de autobus met een peleton meisjes en de aanval van de
bivakplaats kon beginnen.
Echt
zomerweer kwam er pas toen de kleinsten kwamen op donderdag 5 augustus.
Gezongen
werd er met de vleet : liedjesteksten, nieuw en veel en bovendien nog actueel,
klonken luid en overal.
De
kooksters Emmerence en Liza moesten soms hun oren stoppen. Josefine van Jang De
Wit kwam met de kleinsten het keukenwerk wat verlichten, want voor zon 85
kwelers is er meer dan werk genoeg.
Met
17 à 18 broden per dag, met anderhalve emmer patatten en de nodige groenten,
met soms 30 liters melk, werd de honger uit de puttekes van de hongerige maag
verdreven.
De
bezoekdag kende echt zomers weer en lokte nog meer volk van Leest naar Maasmechelen
dan bij het jongensbivak.
Het
zeer zeldzame ongeluksvogeltje op het meisjesbivak kwam op diezelfde
zondagavond bij Karine Schillemans terecht. Gelukkig zonder erg, hoewel ook
hier de dokter-kleermaker even diende te naaien.
De
laatste namiddag werd flink genoten van de verwarmde zwemdok te Eisden.
De
avond verliep glansrijk bij het licht van de Olympische toorts. Allen waren
zelf in vlam en vuur zodat er onnodig nog rook moest bij te pas komen. Ook deze
avond werd de Eucharistie in dank gevierd.
In
de late uurkes werd overal en door iedereen gebedeld om hun bivak-aandenken met
tekeningen te versieren, want niemand mocht vergeten worden van dit bivak, dat
voor iedereen de moeite waard was en beleefd werd onder het motto en met
stuwkracht van het bivaklied : gewoon buiten is buitengewoon.
In dezelfde periodiek gaf Miel Peeters
nog meer details van het jongensbivak :
Met
veel moed vertrokken de jongens op bivak. Doch onze aankomst viel in het water,
figuurlijk wel te verstaan. Gewoontegetrouw werd de eerste dag de omgeving eens
duchtig uitgekamd. De rakkers hadden direct al de goede plaats gevonden. Op 8OO
m. van ons kamp vonden ze een meisjesgroep, natuurlijk hadden ze allemaal
direct een lief. (U hebt toch al wel eens over kalverliefde gehoord ?)
Voor
hun leiders werd ook gezorgd. Die kleine kadékes kunnen gemakkelijk een
huwelijksbureau openen.
Ons
eerste avondmaal werd genuttigd : PAP !! Ge weet het misschien nog niet, maar
op een bivak leeft men van pap, stoemp en poepgelei.
De
eerste dag vloog voorbij, maar de eerste nacht !! De Volksfeesten van Leest
kunnen er niet aan rieken. Zoveel lawaai wordt er op geen enkel bal gemaakt.
Maar ja, aan alles komt een eind en om drie uur sliep iedereen, maar om vijf
uur waren ze reeds uit hun veren gesprongen en onze eerste werkelijke bivaksdag
kon beginnen. Het regende, dus zet men dan een bivak in met waterspelen, de
eerste wolkbreuk barstte los en er zouden er nog vele volgen.
De
speelclubleiding had die eerste dagen echter een schoon leven. Vijf dagen
zonder speelclubbers dan kun je je wel eens amuseren en zo werd er naar de
Olympische Spelen op de T.V.gekeken. Die avond volgde de eerste schildertocht
van de kerels. De bedoeling was van iedereen te beschilderen, het resultaat
viel echter anders uit. Ze werden spijtig genoeg betrapt
De
volgende ochtend was het kamp herschapen in een pottenbakkerij. De aspiranten
hadden klei buitgemaakt en vierden hun boetseerkunsten bot op dat spul.
De
volgende nacht was het weeral opgelet geblazen. De aspiranten namen het
initiatief en ontvoerden Eddy De Smet. Ze waren vermomd als makak. Den Eddy
kwam er echter met de schrik vanaf.
Op een bivak is er natuurlijk een bosspel voorzien. Er liepen een paar vieze
mannen in het bos en die moest men daar proberen te pakken of te ontwijken.
s
Avonds kwam er daan dan ook nog een klein Hollanderke en beetje boel zoeken,
maar hij was rap afgekoeld, want een koud bad doet soms wel eens deugd. Hij
heeft dan maar snel de aftocht geblazen.
De
volgende avond verliep rustig. Natuurlijk gewoontegetrouw waren de leiders de
mannen van de nacht. Maar ja, er mag ook wel eens rustig nagekaart worden, bij
een lekker schuimend glaasje Jupiler.
De estafetten verliepen feilloos, ze waren in handen van de aspiranten en het
was echt een knap spel en mon merken dat er voorbereiding aan voorafgegaan was.
Op
bivak past er natuurlijk ook een avondspel en er mag wel eens geknokt worden en
de besten hebben weeral gewonnen.
Op
een bivak moet natuurlijk ook een slot komen. Gewoontegetrouw vieren we de laatste
avond met een kampvuur maar dat is niet doorgegaan, we hebben een
binnenkampvuur moeten houden
1976 27,
28, 29 en 30 mei : Leestse Volksfeesten
Programma:
Donderdag 27 mei : Freddy Breck en
ensemble.
Vrijdag 28 mei : Kinderprogramma
met Poppenkast Kabouter Slim en grote
ballonwedstrijd.
Zaterdag 29 mei : Oberbayernbal met
Jos van Beeck en animator Rikske Samyn.
Zondag 30 mei : Hollandse vedetten
Spooky en Sue en orkest The Sunbeats.
Gedurende al deze dagen : de tweede
grote Handelsfoor.
1976 1
juni : Gemeenteraad van Leest kwam nog eens samen
Na
een periode van bijna vier maanden rust kwam de Leestse gemeenteraad in
vergadering bijeen. Vooraleer het eerste punt besproken werd merkte
oppositielid
Emmeregs op, het weinig sportief te vinden dat de gemeenteraadsleden
daags
na de Volksfeesten bij elkaar geroepen worden, na een periode van bijna
4
maanden.
Als eerse punt op de dagorde stond het proces-verbaal van het kasnazicht
van de
COO voor het 4de kwartaal van 1975. Dit geeft een batig saldo
van 96.435 fr. Oppositielid Duysburgh
(evenals de andere 3 oppositieleden) stemde tegen omdat
inmiddels ook al 6 maanden verlopen zijn.
Het kasnazicht van dezelfde COO voor het 1ste kwartaal van
1976 levert een batig
saldo op van 72.726 fr. Het kasnazicht van de gemeente voor het 4de
kwartaal
(de oppositieleden stemden om dezelfde reden tegen) vertoont een saldo
van
12.822.765 fr., en voor het eerste kwartaal van 1976 : 13.109.951 frank.
Leest gaat de oude schoolbanken verkopen tegen 100 fr/stuk. De gemeente
beschikt over 36 in goede staat zijnde schoolbanken.
Een gedeelte van de circa 100.000 kasseien van de Alemstraat zal
verkocht
worden tegen de prijs van 2 fr/stuk.
Voor de 2de fase van het rooi- en onteigeningsplan van de
Alemstraat en een
gedeelte van de Bist en de Kleine Heide (de fefinitieve goedkeuring)
ging
iedereen akkoord.
Voor de princiepsbeslissing van de aanvaarding voor de gratis
grondafstand
door de COO van Mechelen van een strook bouwgrond gelegen aan de
Alemstraat (sectie A, deel van nr. 214 b) met een oppervlakte van 424
m2, en een
strook grond, afgestaan door Ridder de Fontaine, gelegen aan de Kouter
(sectie
B, nr.448 y) met een oppervlakte van 394 m2, was geen oppositie.
Dit laatste stuk wordt de toegangsweg tot het gemeentelijk speelterrein.
De rekening van de Kerkfabriek vertoont een batig saldo van 373 frank.
Het advies voor de verkoop door de Kerkfabriek
van de woningen, gelegen aan de
Dorpplaats nrs.20 en 22, werd eveneens goedgekeurd.
Als laatste punt in de openbare zitting kwam de verkaveling van
Daelemans in de
Vinkstraat aan de beurt. Hiervoor werd eveneens de goedkeuring gevraagd
van
het tracé der ontworpen straten.
Op dit punt werd wel even over en weer gepraat tussen oppositielid
Duysburg en
de burgemeester. Het plan is volledig volgens het BPA opgemaakt.
Men is er reeds gedurende ruim 4 jaar mee bezig.
De Vinkstraat moet verbreed worden. Er komt een riolering en
wegbedekking.
Voor dit laatste punt stemde de CVP eveneens tegen.
(GvM)
1976
Vrijdag 25 tot zondag 27 juni : 4de
Sint-Ceciliafeesten
Organisatie van de Koninklijke
Fanfare Sint Cecilia, in samenwerking met het
Ministerie van Nederlandse Cultuur,
het Provinciebestuur van Antwerpen, het
gemeentebestuur van Leest, de
Belgische Muziekverbonden, BRT-2 Omroep
Antwerpen en de ASLK.
Programma :
Vrijdag 25 juni : bal- en showavond
met De Nacht van het Vlaamse Lied.
Presentatie door de radiocoryfee
Jos Baudewijn en begeleid door The Romanos
traden o.a. op zangeres Ingriani,
de lolbroeken de Sinjoren, Chris Edwards, de
lead-zanger van de Spoetniks die op
solotoer was, Eddy Romy en de gezusters
Beeckman, beter bekend als de
Lollipops.
Op zaterdag 26 juni was er dan de
Nacht van het Levenslied. Die dag trad de
Nederlandse Zangeres Zonder Naam op
voor een bomvolle tent.
Op zondag 27 stond het Europees
Kampioenschap voor Harmonies en Fanfares
1976 op het programma.
Van de 13 ingeschreven korpsen
waren er slechts 8 komen opdagen.
Voor t eerst in de fanfaregeschiedenis werden de
Ceciliafeesten niet georganiseerd op Ons-Heer-Hemelvaart en de daaropvolgende
dagen, maar werd er gekozen voor het laatste weekeinde van juni. Op
vrijdagavond 25 juni werd de Nacht van het Vlaamse lied georganiseerd met een
aantal Vlaamse vedetten uit de amusementswereld. Zij deden de feesttent deze
keer niet leeglopen, maar geen van hen heeft het jaren in de showbizz kunnen
volhouden.
Op zaterdag 26 juni kwam het de Nacht van het
Levenslied. Dit is op dit gebied de meest succesrijke organisatie van
St.-Cecilia geweest. Voor de Zangeres zonder Naam waren bijna drieduizend
liefhebbers van het levenslied naar de feesttent aan de Kouter gekomen. Er was
zelfs een secretaris-generaal van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
bij, waaruit blijkt dat niet alleen gewone stervelingen van levensliederen
houden.
Op zondag 27 juni werd het Europees Kampioenschap
voor harmonieën en fanfares georganiseerd. De beste Belgische verenigingen
waren present en ook erg goede Nederlandse, Deense en Noorse
muziekverenigingen, tot zelfs een Tsjecho-Slowaakse harmonie toe. De wedstrijd
werd deze keer opgenomen door BRT 3. Deze zender kon er echter niet de
uitstraling aan geven zoals dat in 1974 het geval was met de
brassbanduitzendingen door BRT 2 Antwerpen.
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Gazet van
Mechelen (16 juli 1976) over de Ceciliafeesten : Leestse St.-Ceciliafeesten op hoogstaand
peil
De Koninklijke Fanfare St.-Cecilia van Leest
heeft steeds succes gehad met haar organisaties. In 1948 werd een eerste
muziekwedstrijd georganiseerd waaraan 38 deelnemers deel namen. In 1960 werden 44
korpsen ingeschreven. Hierna volgde een tijd van rust, en als voorbereiding op
het 75-jarig bestaan werd opnieuw schuchter gestart in 1972 met een
stapmarsenwedstrijd met 12 verenigingen.
In 1974 werd het eerste Europees kampioenschap
ingericht met 45 deelnemers gekozen uit 117 kandidaten. Deze viering van het
75-jarig bestaan werd een enorm succes.
Nog groter werd het muzikaal gebeuren in 1975 toen
het Europees Kampioenschap voor Brass Bands ingericht werd.
Het was toen voor de eerste maal dat zoveel Britse
korpsen op dezelfde plaats tegelijk optraden op het vasteland. BRT-2 Antwerpen
nam toen deze wedstrijd op en ze werd uitgezonden in een 4-tal andere landen.
En dat jaar kwamen 8 van de 13 ingeschreven harmonieën en fanfares in
competitie uit om te dingen naar de titel van Europees Kampioen 1976.
BRT-2 Antwerpen zorgde weer voor een primeur door
voor het eerst in België een wedstrijd voor amateurskorpsen in stereo op te
nemen.
Volgende buitenlandse zenders namen deze wedstrijd
ook over : BBC 1 en 3, NCRV en VARA uit Nederland, ORTF Frankrijk, Radio
Luxemburg, Radio Kopenhagen, de Noorse
Radio, de studios Zurich, Bern en Lugano uit
Zwitserland, de Tsjechische Radio en twee Duitse
radio-omroepen.
(...)
De bekers werden als volgt verdeeld : de beker
voor de beste uitvoering van het opgelegde werk ging naar het Kolbotn
Ungdomskorps uit Kolbotn (Noorwegen), dat eveneens een medaille ontving van
het Ministerie van Ned.Cultuur.De Kon.Harmonie Nut en Vermaak uit Bornem werd
algemeen Europees Kampioen 1976 alsook Europees Kampioen voor Harmonieën 1976.
(...)
Fotos :
-Freddy Breck vormde de hoofdbrok van de Leestse
Volksfeesten van 1976.
-Voor Mary Servaes, beter bekend als de Zangeres
Zonder Naam die decennia lang het Nederlandse levenslied vertolkte, waren
duizenden naar de Ceciliafeesten gekomen.
1976
Maandag 19 april : Tweede Paasdag : Fototentoonstelling Davidsfonds
LEEST GEWEEST, Leest en zijn mensen
in oude prenten.
Davidsfonds
Leest houdt op tweede paasdag een fototentoonstelling Leest Geweest. Een
honderdtal fotos uit Leest vanaf 1900. Een wonderlijk groepsportret, arbeid, vroomheid, ontspanning zijn de
themas voor dit boeiend verhaal in woord en beeld.
De tentoonstelling wordt een ontdekkingstocht voor de mensen van nu die
kijken naar de mensen van vroeger.Iedereen welkom.
(Advertentie De Band)
1976
Zondag 9 mei : Leestenaar Rudy Van Hoof won juniores koers te Heffen. (zie
fotos)
In de voorlaatste ronde werd Rudi
door drie achtervolgers ingelopen :
zijn dorpsgenoot Marc Van Dam, Jean
Beimans en de Tisseltenaar Vik
Van Moer. Op het laatste raakte
Rudy Van Hoof toch nog weg en
behaalde zijn eerste palm van het
seizoen. (GvM)
1976 9 mei : Chirobedevaart
Scherpenheuvel
De
laaste nachtelijke autos vlogen om 3.30 uur door het dorp. Om kwart voor vier,
nog donker en menselijke geketter op de dorpsplaats. Zalige slapers die ervan
wakker werden, dachten natuurlijk aan de allerlaatste café-zitters. En op dat
ogenblik licht in de kerk ?!? Dat was de vertrekplaats van 29
chiroleden-jongens en meisjes van de oudste afdelingen die klaar en wakker
stonden om de bedetocht aan te vatten.
Zonder
veel tam-tam was dat verlangen : eens naar Scherpenheuvel te trekken,
voorbereid en geregeld de zondag voordien, onder de kundige leiding van
bedevaartlid uit Tisselt : de Cisse (Cooreman).
s
Maandags werd de tocht met de nodige voorraad- en rustkapellekes uitgetest.
De tocht kon beginnen. Vier uur in de morgen. Even een groet en een bede voor
het Mariabeeld voor een goed verloop van de tocht want zomaar op de baan in
groep. Om 4u10 de eerste stappen, voorafgebold door de auto van de Verschuerens
(voorraadwagen) en de groep gevolgd door de bezemwagen van J. De Smet. Autos
waren voorzien van driehoek met uitroepingsteken en vermelding : voetgangers.
In
de Battelse bergen kweelden de eerste vogelkes voor de moedige trekkers : de
dag kwam in de lucht.
In
Bonheiden onze eerste halte, goedwillige mensen wilden ons ontvangen om 6 u
voor een korte rustpauze.
t
Ging een warme dag worden, dat was reeds te vermoeden. Daarom in de frisse
morgenuren maar vlug en vrolijk doorgestapt naar Tremelo : onze eerste grote
afspraak met de knapzak. Wat denkt ge wel, zo maar eventjes een half uur op het
tijdschema voorop lopen.Gelukkig stond de koffie toch klaar. Alles ging fijn in
groep : daarvoor hadden we de nodige begeleiding van het paternostergebed, cassette-marsmuziek
en vooral onze eigen trekkersliederen. Stilaan werd Aarschot bereikt met een
felle brandende zon in t gezicht. Voor alle veiligheid verlieten we de
groepsvorm en de straat, om langs de voetpaden de rustplaats ons huis te
bereiken. En het bleef op een voorsprongtijd van 30 minuten.
Nu
nog Aarschot-Scherpenheuvel : golvend land, de kilometers die begonnen door te
wegen, en de voeten met blaren. We moesten wat meer op de tanden gaan bijten,
want we wilden er komen, temeer omdat al een paar autos van Leest langs de weg
opdaagden. De middag werd gebruikt te Rillaar in het zicht van de
basiliek-koepel. We gingen er dus geraken. Een drietal werd best tot
Scherpenheuvel gevoerd : een stramme spier, pijnijke knieën en lastige voetzolen.
EN Scherpenheuvel werd bereikt om 14 uur zowel met flinke stappers en hinkende
pootjes, vermoeid of bebladerd.
Stop
aan het Wit Huis, waar de Leest-bedevaarders gekend zijn, en waar we lekker
getrakteerd werden. Met de nodige zorgen en om er wat fatsoenlijk voor te
komen, sommigen genoten er de zachte of pijnlijke verzorging van het Rode
Kruis dat bij de basiliek stond opgesteld. Trouw aan de voorgenomen en
geschreven plannen, sloten wij ons aan bij de geleide Rozenkrans om 15 u. Het
werd een Kruisweg voor onze kilometers-lange stappen. Gelukkig konden wij
nadien in de Mariahal de Eucharistieviering wel-gezeten bijwonen, een
jeugdzangkoor van Vliermaal heeft ons tussen de vele aanwezigen wakker
gehouden. Onze proost was er de celebrant.
Om
17 uur kon eenieder zijn eigen vrije bedegang gaan, allen waren gelukkig de
autocar te zien opdagen om 18u20 en er werd stil gefluisterd : terug te voet
naar huis zou niet meer gaan, zelfs morgen niet.
En
om er volgend jaar opnieuw aan te beginnen : daar wilden we eerst eens over
slapen.
Geslapen
hebben wij, de een al wat meer dan de ander. En naar gelang de dagen die op de
bedevaart volgen, kwamen de stemmen los, en alles waaraan we deugd hadden
beleefd : wel ja, het volgend jaar opnieuw, het is de moeite waard, maar daarom
hadden en HEBBEN WIJ ELKAAR HARD (t) NODIG.
(De Band, Juni 1976)
1976 16 mei : Derde
Vevoc-Volleybaltornooi.
Fotos :
-Juniores
te Heffen : Marc Van Dam leidt de kopgroep voor zijn clubmaat Vik Van Moer uit
Tisselt, Jean Beimans en dorpsgenoot Rudi Van Hoof.
-Rudi
Van Hoof liet zijn medevluchters in de steek en haalde zijn eerste palm van
het seizoen binnen.
1976
Zondag 11 april : Huldeconcert Rik De Bruyn
De Kon. Fanf. St.-Cecilia organiseerde haar
jaarlijks muziekconcert. Het zou tevens een huldeconcert worden ter ere van RIK
DE BRUYN, 40 jaar dirigent en hulpdirigent.
Reeds om 19u15 was in de zaal geen enkele
zitplaats meer vrij. Van overal bleven de muziekliefhebbers toestromen, zodanig
zelfs dat ruim 100 mensen onverrichter zake moesten terugkeren omdat ze
doodgewoon niet meer in de zaal binnen konden.
Om 19u30 werd het concert ingezet. Eerst kwam de
fanfare aan bod met uiterst geslaagde uitvoeringen. Daarna begeleide het korps
het zangkoor in de Postkoets. Vlak voor de pauze bracht de jeugdfanfare, die
nog geen jaar oud is, nog een paar geslaagde werken.
Na de pauze speelde de fanfare o.m. Suite van J.
Segers en begeleidde het zangkoor in de Lustige Weduwe van F. Lehar. Het
jeugdkorps kwam dan nogmaals aan de beurt.
Toen het concert op zijn einde liep, werden
volgende verdienstelijke mensen in de bloemetjes gezet : Marleen Lauwers voor
de presentatie, Rik Lauwens, de leider van het zangkoor en Eduard De Maeyer, de
dirigent van de jeugdfanfare.
Karel De Muyer uit Battel ontving een tinnen
schotel omdat hij sedert de 2de wereldoorlog geen enkel
muziekconcert te Leest miste. Hij dankte daarop de vereniging, sprak lovende
woorden over de dirigent en zei nog het volgende : Leest wordt binnenkort bij
Mechelen gevoegd. Misschien bent u voor
of tegen. Een ding staat echter vast : Mechelen krijgt er in ieder geval een
goede fanfare erbij !
Daarna werd RIK DE BRUYN, de dirigent van de
fanfare, gehuldigd door de vereniging zelf om o.m. zijn 40jaren leiding, het opleiden van jonge
muzikanten (ongeveer 300 leerlingen) en de goede geest die hij er steeds wist
in te brengen. Het zangkoor en de beide muziekverenigingen uit Tisselt bleven
ook niet ten achter. Van de aanwezige toehoorders kreeg hij een daverend
applaus en van de muzikanten een daverende ovatie.
Met de pittige mars Engeland-Vaarders van W.
Schild werd het concert besloten. Iedereen was tevreden en kon blij en opgewekt
naar huis terug.
Na een periode van moeilijkheden gaat het terug
opperbest met de Kon.Fanf. St.-Cecilia. Dit biedt dan weer gunstige
perspectieven voor de toekomst. Iedereen kan er gerust over zijn : de Leestse
fanfare zal nog lange tijd blijven bestaan ! (DB, mei 1976)
Het jaarlijks concert
Het eerste muziekconcert van de fanfare vond
plaats in 1945. Tot in 57 gaf St.-Cecilia haar jaarlijks muziekconcert in de
maand februari. Vanaf 1958 kreeg het een vaste plaats op de kalender en werd
het georganiseerd op Palmzondag. In februari was het te dikwijls slecht weer,
in buurgemeenten werd door bevriende verenigingen op dezelfde dag een concert
gegeven en er waren heel wat jonge muzikanten die zich moesten voorbereiden op
de examens op school. Door het concert te verplaatsen naar de zondag voor Pasen
werden een aantal van deze minder gunstige factoren vermeden. Het
Palmzondagconcert wordt beschouwd als de plaatselijke muzikale hoogdag voor de
fanfare.
Vroeger werd deze concertuitvoering voorbereid
tijdens de wintermaanden, dit wil zeggen vanaf het ledenfeest in november.
Gewoonlijk waren er toen in de wintermaanden niet zoveel festiviteiten en dan
kon er rustig maar doelgericht gewerkt worden aan een nieuw programma. In de
huidige tijd wordt er niet meer zoveel energie in dat concert geïnvesteerd
omdat de uitvoeringen meer gespreid zijn over het hele jaar.
Het Palmzondagconcert heeft wortels in de
vooroorlogse periode. Toen was het een namiddag-, avond- en nachtvullend
programma. Het concert begon in die tijd omstreeks 16 u. en er werd afwisselend
toneel en muziek gespeeld. Er was een grote pauze omstreeks 19 u. die moest
toelaten aan de landbouwers-muzikanten om hun koeien te gaan melken. Een goed uur
later werd het programma voortgezet en toen iedereen zijn nummer had ten beste
gegeven, volgde als slot een volksbal met een orkest dat werd samengesteld uit
muzikanten die het concert hadden gespeeld.
Na de tweede wereldoorlog werd het programma
ingekort. Het volksbal werd naar een andere dag verplaatst. Toneel spelen was
er niet meer bij. En toch oordeelden de mensen dat muziek alleen niet genoeg
was. Daarom werd op de jaarlijkse muziekconcerten in die tijd een conferencier
ingehuurd. Het was een humorist die tussen de muziekstukken door wat grappen
vertelde en die het volk probeerde te amuseren. Het blijkt nu dat de fanfare
destijds ook al eens een verkeerde keuze maakte en dat sommige humoristenna hun optreden werden betiteld als flauwe
plezanten.Toch hebben min of meer bekende namen hun medewerking verleend aan
het Palmzondagconcert. Ze noemden zich radio-vedetten omdat ze in een of andere
bonte avond op een gewestelijke zender ooit een mopje hadden mogen tappen.
Vooraan in de jaren zestig waren het zelfs tv-vedetten Zo traden Jos Kiebooms,
Jan en Jean, Kees Brug en Theo Van den Bosch op. Zij hadden succes en daarom
zijn ze nog niet vergeten. Ferdos, alias muzikant Ferdinand Meysmans (de
Ferre), was zo iemand. Ferdos kon zijn grappen en moppen beter aanpassen aan
de plaatselijke situatie en durfde ook al eens op een prettige manier
bestuursleden een veeg uit de pan geven. Maar het bleef beschaafd en het was
niet kwetsend zodat de geviseerden er zelf mee konden lachen. In die tijd werd
het concert altijd afgesloten met het Vaderlands Lied.
Later werden geen conferenciers meer ingehuurd.
Tot ongeveer 1975 zorgde de fanfare in samenwerking met het zangkoor dikwijls
zelf voor een plezante noot door een of ander komisch optreden op het programma
te plaatsen.
Vanaf 1975 was het helemaal gedaan met de komische
optredens op het Palmzondagconcert en was het uitsluitend muziek die de
boventoon voerde.
De programmas ondergingen door de jaren heen
grondige wijzigingen. In de jaren vijftig tot zeventig stonden er op het
programma doorgaans vier marsen. Elk deel werd met een mars begonnen en
geëindigd. Daartussen stonden dan de grote stukken waaraan de muzikanten
tijdens de wintermaanden hadden gezwoegd. Het waren echte kleppers : Epaminondas
van G. De Roeck, De Slag van Waterloo van Kessels, 1812, de Slavische Marsof Italiaans Capriccio van Tsjaikofski, Dichter
en Boer of Lichte Ruiterij van Frans von Suppé, Richard III of de Terugkeer
naar het Vaderland van P. Gilson, Symfonisch Gedicht van M. Poot, Moskwa
van Pieter Leemans. De stelende Ekster of de Barbier van Sevilla van
Rossini Zelfs de meest onmuzikale mensen konden van deze uitvoeringen genieten
indien er vooraf een waarschijnlijk verzonnen verhaal aan verbonden werd.
Concoursstukken maakten het programma toen extra
zwaar. Dit trok vrij veel toehoorders uit andere verenigingen. Zij wilden
nagaan of de Leestse Cecilianen dat wel aankonden en misschien vielen ze er
wel door.
Het gevolg was dat muziekverenigingen tegen elkaar
op werkten. Wat die kunnen, dat kunnen wij ook, was het motto. De muzikanten
deden voorstellen aan de dirigent om moeilijke stukken aan te pakken.
Op een slimme manier werd het programma
samengesteld. In het eerste gedeelte werd de zware en ernstige muziek gestopt.
Er werd verondersteld dat de muzikanten tijdens het eerste gedeelte nog goed
fris zaten en over al hun krachten beschikten om het labeur naar behoren aan te
kunnen. Tijdens de pauze kregen ze al commentaar van hun collega-muzikanten uit
andere verenigingen, de ene keer al positiever dan de andere keer. Het tweede
gedeelte zat vol met korte en ontspannende stukjes of met solo-optredens. Zo
bleven de toehoorders langer luisteren en het vergde van hen geen enorme
inspanningen net als van de muzikanten. De meeste luisteraars gingen toen met
een of ander deuntje neuriënd naar huis. Als dat het resultaat was van de
muziekavond, dan was die gelukt
De laatste vijfentwintig jaar werd er een meer
gevarieerd programma samengesteld. Alle genres komen nu aan de orde. Er wordt
een overwicht aan brassbandmuziek gespeeld en toch blijven de Vlaamse
componisten niet in de kou staan.
Omstreeks 1955 was het op muzikaal gebied gedaan
met de schlagers, de meezingers en stampers. De rock n roll deed zijn
intrede. Later werd er soulmuziek losgelaten op de jeugd. De bestuurders zagen
de toekomst van hun fanfares en harmonieën bedreigd want ze hadden schrik dat
de jongeren voor gitaarmuziek zouden kiezen.
In 1962 doet fanfaresecretaris August Lauwers op
het Palmzondagconcerteen emotionele
oproep om deze muziekverloedering te lijf te gaan. Hij zei het volgende : Ik
wil hier vandaag een dringende oproep doen op allen om eendrachtig samen te
werken, met onze eigen parochiale verenigingen enerzijds, met de besturen van
naburige en verder afgelegen muziekverenigingen anderzijds, hand in hand, om
tegenbezoeken af te leggen ten einde de volksmuziek en andere culturele
organisaties de wellicht verloren standing te doen herwinnen. Vergeet niet dat
de muziek, t zij fanfare of harmonie of koorzang, de zeden verzacht, daar waar
in onze moderne samenleving muziek wordt uitgevoerd en beluisterd omwille van
de zo prikkelende en verwilderde inhoud. Ik dring er op aan, opdat de ouders
die hier vandaag aanwezig zijn hun kinderen zouden laten muziek leren. Ik kan u
verzekeren dat zij door het bijwonen van de herhalingen en de uitvoeringen een
zeer degelijke opvoeding zullen genieten. Daar waar velen onzer jongens een
andere richting uitgaan, zelfs totaal verloren lopen, kunnen wij door samenwerking
en door het beoefenen van echte en goede muziek veel redden.
Ofwel hebben de woorden van de toenmalige
secretaris succes gehad en heeft de fanfaremuziek niet ingeboet ten opzichte
van vroeger ofwel is er zodanig eendrachtig en hard gewerkt dat de volkscultuur
haar toen verloren standing heeft weten te herwinnen. Misschien heeft de rock
n roll niet die verwachte negatieve gevolgen gehad. Maar het kan ook dat de
Leestse ouders toen hebben ingezien dat ze er goed aan deden en doen niet
alleen hun jongens naar de fanfare te sturen, maar later ook zelfs hun
meisjes
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Dat jaar
verscheen er ook een interview met Rik De Bruyn (zie ook 1938 en 1963) in De
Band, ditmaal met de focus op zijn artistieke kwaliteiten als houtsnijder : De Band interviewt Rik van t Kot
Louis XVI stoeltjes, kasten, tafeltjes, Sofas of
staande klokken zouden er niet zo degelijk mooi uitzien zonder hun komische
gedraaide pootjes. Beelden, schoteltjes, pijperekjes, steeds is de houtsnijder
erbij betrokken als een gewaardeerd vakman en zonder hem zou het er niet zo
waardevol uitzien.
Leest heeft zon houtsnijder : Rik De Bruyn. Zn
vader was chef van t Leests stationneke. In 1909 werd Rik geboren in
Ruthuisje (t Kot), vandaar : Rik van t Kot.
Rik heeft zijn atelier in de Dorpstraat. Hij weet
hoe hij de beitel moet houden om t hout te snijden en hij heeft het in zn
vingers om een welving of een inkeping een vloeiende lijn te geven. Ge moet
zeker eens naar de stukken gaan kijken bij mn dochter, zegt hij, daar staat
alles wat ik gemaakt heb. Dat zijn mijn schoonste werken, neemt daar maar eens
een fotootje van.
-Hoe ben je aan dit vak begonnen ?
-Al op 14-jarige leeftijd ging ik naar dacademie.
Samen met meester Meyers volgde ik de avondlessen. Ik had het voor t
beeldhouwen. Zoals elke jongen in mijn tijd begon ik als leerling-houtsnijder
bij Stevens in de Consciencestraat. Na 14 jaar joegen de vliegende bommen me
uit dit atelier. Ik kwam dan bij Van Linthoudt in dienst, daar ben ik 22 jaar
meestergast gebleven. Daarna werkte ik nog ongeveer 10 jaar bij Jacobs in de
Scheerstraat voor ik op mn eigen begon.
-Wat beeldhouw je zoal ?
Alles wat mooi is, bedden, zuilen, tafels, noem
maar op. Gelijk wat en alles met evenveel plezier, want ik moet geen hele
reeksen van hetzelfde maken. Kijk dit is De Wijsheid ruw gebeiteld, het beeld
moet nu afgewerkt worden. Laatst was ik op een begrafenis en in de kerk boven
het hoofdaltaar prijkte een grote adelaar. Verdomme dacht ik, das schoon,
dieje moet ik onthouden. Thuisgekomen tekende ik hem onmiddellijk na. Nu pronkt
hij boven mijn staande klok, één van mn laatste kunstwerken.
-En de klanten zijn die er ?
Er zijn er te veel. Ze vergeten dat ik voor mn
plezier werk en als tijdverdrijf. Ik heb tijd want ik ben op pensioen. Als
iemand aan mijn huis komt en zegt : da vind ik mooi, maak dat ook eens voor
mij, dan zeg ik : ge moet kunnen wachten ! Ik maak er geen handel van. De
schoonste stukken staan in het huis van mijn dochter.
-Kan alle hout voor houtsnijden gebruikt worden ?
Zeker, maar ik gebruik meestal oude eik. Ik weet
hoe ik eraan kan geraken. De mensen kennen mij. Eik is wel moeilijk te
bewerken. Linde is zachter en beter geschikt voor heel fijn werk. Op zekere dag
kwam P. Verbeeck hier aan met een eiken balk en zei : met dat stuk eik daar
kun je wel iets mee maken. Da stuk stutte de wip aan t wiphuis en t zat wel
100 jaar in de grond. Ik kon er alleen een grote zuil van maken met
druivenrankenmotief. Dien zuil is pikzwart uitgeslagen, schoon om te zien.
-Hoe ga je eigenlijk te werk ?
Ik doe het al zolang, dat ik er niet meer bij
stilsta. Kijk, de oude eik krijg ik meestal in rechthoekige stukken. Op t
balkje teken ik de figuur uit. Dan laat ik dat ruim uitzagen, en dan begint het
brutte werk van vormen en plooien , het ruwe kap- en beitelwerk. Daarna kan ik
de definitieve vorm uitsteken, met verschillende ronde en platte beitels in
alle maten. Daarna alleen nog maar even met schuurpapier erover, en het is
klaar.
De kleine motieven moeten ruw en wild blijven, dat
is juist het mooie van handwerk.
-Welke stijl heeft jouw voorkeur ?
Ik heb geen voorkeur voor stijlen. Ik werk wel
veel met Louis XIV. Mn beelden zijn voor Renaissance.
-Wat doet dat muziekinstrument in uw atelier, Rik
?
Ik ben lid van de Koninklijke Fanfare
St.-Cecilia. Ik ben al 57 jaar muziekmaker. Dit jaar ben ik 25 jaar
muziekmeester. In september geef ik de pijp aan Maarten. Jammer, maar ik ben te
oud en ik wil mijn plaats afstaan aan de jonge muzikanten.
Muziek maken, houtsnijden en er tussendoor op
uittrekken met de fiets dat zal ik blijven doen, daar kan ik niet zonder.
Twee maal Rik De Bruyn, tekeningen van Georges
Herregods.
Voetbal ten voordele van
sportverenigingen Ruisbroek en Walem
Het
bestuur van Heindonk, Heffen, Leest (VV) en Hombeek hebben de handen
in elkaar geslagen en zondag twee voetbalpartijen laten betwisten ten
voordele
van de getroffen voetbalclubs Ruisbroek en Walem.
De twee wedstrijden werden door een groot aantal toeschouwers bijgewoond
:
er was iets anders te zien dan anders.
1976 13
februari : Gezinswerking
Een 25 tal aanwezigen waren komen
opdagen op dit initiatief van de KVLV en de
Landelijke Gilde.
Onderwerpen : lang haar of niet,
meisjes moeten rokken dragen en geen broeken,
om hoe laat moet mijn kind
thuiskomen, roken toelaten of niet, naar de mis gaan
of niet... (DB, maart 1976)
1976
28 februari : Dropping chiro
18 kerels vertrokken met autos
naar een onbekende bestemming.
Op een 10-tal km van het uiteindelijke doel (de Chiro-meisjeslokalen te
Buggenhout Briel) werden ze rond
half tien s avonds gedropt.
De eersten kwamen toe om half
twaalf, de laatsten om half twee.
1976 6 maart : Bezoek aan
Psychiatrische Instelling te Lede
Op initiatief van de chiro en het
oudercomité werd een bezoek georganiseerd
naar een instelling voor
geesteszieken te Lede nabij Gent en toebehorend aan
de Congregatie van de Zusters
Marikollen.
30 Leestenaars werden hartelijk
ontvangen en rondgeleid door de zuster
directrice.
Na de rondleiding en een vieruurtje
droeg de pater een mis op in de kapel van de
instelling.
1976
Zondag 7 maart : KVLV-Vergadering
met spreekbeurt door Mevrouw Van
Beersel over Zin in het materiële en
streven naar geluk.
Dit jaar zal de 50ste
Lourdesbedevaart van Leest plaats hebben. De gelukkige
winnaars : de dames Teughels en Van
Aken. (plaatsvervangster was Mevr. Verbruggen)
1976
Vrijdag 19 maart : Filmavond Landelijke Verenigingen
In de Parochiezaal werd om 19u30
El Cid gedraaid met in de hoofdrollen
Sofia Loren en Charlton Heston. Het
betrof een initiatief van de Leestse Landelijke Verenigingen.
Inkom : 40 frank.
1976
april : Nieuwe lokaalhouders voor St.-Cecilia
Na het
overlijden van Jeanne De Bruyn (°Bornem 29/09/1906, +Bonheiden 23/04/1976)
werden haar zoon Pol Huybrechts en schoondochter Maria Buggenhout
lokaalhouders.
Tot dan toe
hadden ze hun hele leven al geholpen in de zaak en wisten ze hoe zwaar het was
om van s voormiddags tot s nachts, soms tot het bijna terug dag was, ter
beschikking te staan van iedereen en nog wat.
Nu alles op
hun schouders viel, besloten ze te zoeken naar iemand die de zaak wou
overnemen, echter in het belang van de fanfare. In augustus 1976 was het
zover.
De nieuwe
lokaalhouders werden Emiel Mille Van Steen en Marcella De Jonghe.
Mille Van
Steen was te Leest geboren in 1933. Hij ging er altijd prat op dat hij geen
Ceciliabloed in zijn aderen had stromen, maar bloed van Arbeid Adelt van de
Sussen. Sommige Blekken namen daar aanstoot aan, maar voor de meesten was toen
al de dorpspolitiek afgelopen. Leest werd gefusioneerd met Mechelen een paar
maanden nadat de nieuwe lokaalhouders hun intrede deden. Mille en Marcella
hebben zich trouwens altijd ingezet opdat de fanfare het goed zou hebben in het
lokaal.
Ze hebben
er de goede tijden nog meegemaakt toen het dikwijls feest was in Leest. Na de
deelname van de fanfare aan een muziekwedstrijd werd er uitbundig gevierd in
het fanfarelokaal.
(Stan
Gobien Leest in Feest)
Fotos :
-Benefietmatchen op VV Leest. De thuisploeg
versloeg SK Heffen met 3-2.
Ten
behoeve van de inwoners werd het definitief goedgekeurde Gewestplan ter inzage
gelegd ten gemeentehuize. Het beantwoordt de behandelde punten tijdens de
gemeenteraadszitting van 16 december 1974, die we ten documentaire titel willen
mededelen. Ten einde evenwel te voorkomen dat klaarheid zou te wensen over
laten, geven we eerst de punten besproken in de bedoelde gemeenteraadzitting en
daaronder de beslissing van de Overheid,
vervat in het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, verschenen in het
Belgisch Staatsblad van 28 september 1976, numer 189.
Gemeenteraadszitting
Punt
1 : dat de woonzone met landelijk karakter wordt doorgetrokken over gans de Juniorslaan (tot begin Kl.Heide
en O.Tisseltbaan).
Staatsblad
: Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen. Gunstig advies echter
om de kleine open ruimten op te vullen en het woongebied aan de zuidzijde te
begrenzen met de Aabeek.
Punt
2 : de woonzone met landelijk karakter uitbreiden aan beide zijden
Blaasveldstraat tot begin grondgebied Heffen.
Ongunstig
advies. De verspreide bebouwing zou toenemen. Niettemin gunstig advies voor de
kleine open ruimte aan de oostzijde
Punt
3 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, hoek Bist,
richting Hombeek uitbreiden tot de spoorweg.
Ongunstig
advies. De lintbebouwing zou toenemen.
Punt
4 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, Oxdonkstraat
Kapelle-o-d-Bos.
Ongunstig
advies. De verspreide bebouwing zou toenemen.
Punt
5 : de woonzone met landelijk karakter aan Tisseltbaan uitbreiden tot
Rennekouter.
Ongunstig
advies.
Punt
6 : dat de woningzone achter de bestaande Kouterwijk, Kerkenblokweg zou
verminderd worden en slechts zou behouden blijven, wat het hogerliggend
gedeelte betreft, terwijl het laagliggend gedeeltedat tot de Zennevallei behoort zou opgenomen worden in
groenzone en beschermd landschap.
Dit
voorstel wordt met 5 stemmen voor en tegen aanvaard. Het voorstel van de
minderheid, houdende volledige opname van dezezone als beschermd landschap en supprimatie van de voorziene woonzone
wordt met 5 stemmen tegen en 4 voor verworpen.
Gunstig
advies voor het voorstel van de minderheid indien de gronden niet verkaveld of aangekocht
werden door de M.M.H.
Indien
dit laatste het geval is wordt het voorstel van de meerderheid bijgetreden. Het
laaggedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.
Punt
7 : dat het beboste gedeelte Kouter (Prinsenlaan richting Hombeek) zou worden
opgenomen in groenzone en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met
landelijk karakter, tot grens Hombeek, alsook overgebleven gedeelte links.
Ongunstig
advies, met dien verstande dat de tekenfout verbeterd wordt namelijk het woongebied
ten oosten van de Kouter moet westelijk gesitueerd worden. De gronden ten
oosten van de baan dienen als landschappelijk waardevol bosgebied aangeduidte worden in aansluiting met Hombeek.
Punt
8 : dat het laagliggend gedeelte Mechelbaan in groen zone zou worden opgenomen
en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter.
Gunstig
advies. Het laaggelegen gedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol
bosgebied.
Punt
9 : dat de vallei van de Zenne en Molenbeek, wat de laagliggende gedeelten
betreft in groenzone of beschermd landschap zou worden opgenomen, evenals
Dorpenpoelvelden.
Gunstig
advies met dien verstande dat de bestaande bossen aangeduid worden als
landschappelijk waardevol bosgebied. De vallei van de Molenbeek ten noorden van
de Juniorslaan aanduiden als landschappelijk waardevol natuurgebied.
Punt
10 : de Elleboogstraat aan beide zijden in woonzone met landelijk karakter op
te nemen.
Ongunstig
advies om gans de straat op te nemen. Gunstig advies om de goedgekeurde
verkaveling en de kleine open ruimte aan de noordzijde op te nemen en eveneens
gunstig advies om de kleine open ruimte aan de zuidzijde aan te duiden.
Punt
11 : dat de opvullingszone behouden blijft en eveneens van toepassing zal zijn,
zelfs tussen bestaande landbouwbedrijven en aan iedere verharde en uitgeruste
weg.
Gunstig
advies met dien verstande dat artikel 23 van het K.B. van 28 december 1972
behouden blijft.
Punt
12 : dat men een ambachtelijke zone van ongeveer 10 Hazou voorzien worden op een nader te bepalen plaats door de hogere voogdijoverheid.
Ongunstig
advies. In de omgeving zijn voldoende nijverheidsgebieden, geschikt voor
K.M.O., aangegeven. (DB 1976, enkel
jaartal gekend)
Zondag 22 januari speelde de plaatselijke
toneelkring Rust Roest zijn jaarlijks toneelstuk. De parochiezaal zat
barstensvol Leestenaren die een avondje uit in eigen gemeenten niet miskenden.
Deze keer hadden de Rust-Roesters een blijspel
gekozen. (Als reactie op die kritiek in de Band). De komische thriller speelde
zich af in het privé-kantoor van Mr Marshall, hoofd van een onderneming.
Het meubilair was sober zoals dat hoort in een
kantoor. De muren waren in n pasteltint en de deuren waren lichtblauw. Rechts
had men duidelijk een lege hoek gevuld door er nooduitgangsdeur op de wand te
schilderen.
Voor de mensen die het stuk niet gezien hebben,
even kort resumeren : er is een moord gepleegd in het gebouw waar Mr Marshalls
kantoor zich bevindt. De werkvrouw, Mrs Piper, ontdekt het lijk, maar vergist
zich en even later komt de dode weer tot leven. Later blijkt er dan wel iemand
vermoord te zijn, maar de vraag naar de dader blijft open tot het laatste
moment. Het spannende stuk is verwerkt met heerlijke gags en komische
situaties.
De verjongde ploeg, onder leiding van Guido
Hellemans die zijn vader opvolgde als regisseur, deed haar uiterste best om het
stuk tot een goed einde te brengen wat niet altijd van beroepsacteurs kan
gezegd worden.
De ervaring die Renild Polfliet als Mrs Piper de
werkvrouw, Guy Mollemans als Mr Marshall, Pierre De Wit als rechercheur en
Ferdinand Van der Hasselt als commissaris reeds hadden was duidelijk hoorbaar.
De nieuwelingen Monique Verschueren (18), Marleen Lauwers, Wim Baarenk en
Imelda Van der Hasselt moesten niet voor hen onderdoen. Zij beloven veel voor
de toekomst van onze Leestse Toneelvereniging.
M.V. (De Band, februari 1976)
1976 31
januari : Ledenfeest Vevoc
Het
jaarlijks teerfeest was ditmaal in Far-West-stijl. Er werd om 20u15 gestart met
een mis in de kerk speciaal voor Vevoc en om 21 uur werd iedereen verwacht in
de Parochiezaal in Far-West-klederdracht.
Op het menu
: steak met peper- of provinciale saus met frites, speciaal rijstdessert met
krieken en vervolgens voor iedereen nog kip met currysaus of salede +
boerenbroden.
Prijs : 200
fr. per persoon.
1976 6
februari : Start Vevoc Danscursus : de cursus bestond uit 6 lessen.
De
leerlingen van het zesde jaar van demeisjesschool van Leest deden voor aanvang van de grote vacantie mee aan
een prijskamp die door het Ministerie was uitgeschreven. Het kwam er op neer,
in samenwerking met heel de klas, een studie te maken over de evolutie van hun
dorp de laatste 25 jaar. De meisjes van Leest stuurden hun gemeenschappelijk
werk over Leest binnen en behaalden met glans de eerste prijs.
Dit
gezamenlijk werk verscheen in december in De Band.
Inleiding
Leest is een dorpje in de provincie Antwerpen,
nabij de stad Mechelen. Met zijn 931 ha. oppervlakte en een goede 2000 inwoners
heeft Leest het uitzicht van een typische plattelandsgemeente. De rivier, de
Zenne, zorgt langsheen haar loop voor mooie natuurplekjes. Buiten het kasteel
de Mot heeft Leest een stemmige kerk uit de 18e eeuw met Romaanse
sporen in de toren en in het koor. Hier en daar zijn nog een paar oude
boerderijen. Zoals gelukkige mensen
heeft Leest geen geschiedenis. Alles verloopt er zo rustig dat ons dorpje nooit
in het T.V.-nieuws komt en ook bijna nooit een krantenkop haalt. Toch mag men
hieruit niet afleiden dat de tijdin
Leest stilstaat. Wanneer men na 25 jaar opnieuw in ons dorp zou terugkeren zou
men er wel wat veranderd vinden. Maar daarover meer op volgende bladzijden.
Wijziging in het uitzicht
Natuurlijk ziet ons dorp er niet meer uit zoals 25
jaar geleden. Jaren lang keek slechts de toren van onze dorpskerk uit over het
rustige vlakke landschap. In 1964 echter werd aan de Juniorslaan door de
P.I.D.P.A. een 44 meter hoge watertoren opgericht. Die zal een zeer belangrijke
rol spelen in de waterbedeling van Leest en de omliggende gemeenten. Hoewel er
hier en daar nog een waterpomp staat, (meestal is het dan toch een elektrische)
zijn toch praktisch alle inwoners van ons dorp aangesloten op het drinkwaternet.
In de Kouter werd door een dankbare inwoner een
Lourdesgrot opgericht in 1961. Aan het kruispunt van Tiendeschuurstraat,
Elleboogstraat en Winkelstraat wijdde Monseigneur Suenens in 1955 een
Maria-kapel in onder massale belangstelling.
Niet alleen de devotie maar ook de nood aan gezonde en goedkope woningen
veranderde Leest. In 1967-68 verrees in de Kouter een nieuwe wijk van 34 mooie,
moderne woningen.
Later in 1974 zal deze wijk nog uitgebreid worden
met 18 woningen. Terwijl tot dan toe Leest hoofdzakelijk bewoond werd door
Leestse afstammelingen kwamen er nu een heleboel inwijkelingen.
Er verdwenen vanzelfsprekend oude typische
boerderijen zoals die mooie romantische boerderij op het dorpsplein. De
dorpskom is wel het meest veranderd. Buiten die mooie boerderij die plaats
maakte voor een basketplein werd heelde
Dorpsplaats geasfalteerd en als parking uitgerust. Ook de kerk kreeg een beurt.
De muren werden afgekapt en zijn nu rood. De ingang naar de kerk werd verlaagd
en verbreed.
De landbouw
Zon kwarteeuw geleden waren de meeste inwoners
van ons dorp landbouwers. Hun inkomsten kwamen voort van rundveeteelt, graan,
aardappelen en wat groenten. In 1951 zag men vanzelfsprekend veel mensen, met
veel minder materiaal, op het veld. De boer en zijn paard waren ook
onafscheidelijk. Maar de boer werd verplicht zich aan te passen. Ofwel ging hij
over naar een groot melkveebedrijf met uitgestrekte velden en weiden en rustte
hij zich uit met moderne machines ofwel legde hij zich toe op tuinbouw wat wel
het meest voorkwam. Op vele plaatsen werden serres opgericht en groenten onder
glas gekweekt. De landbouwers en tuinders werden meer en meer welvarend.
Spruiten, bloemkolen, prei en witloof zijn wel de bijzonderste groenten die ons
dorp zoveel welvaart bezorgen. Men kan nu terecht fier zeggen : ik ben van den
buiten, ik ben van de boer.
In de meisjesschool
Wie in 1951 eens binnenloerde in de klassen zou er
naast twee juffrouwen, vier zusters in echte nonnenkleren, die daardoor alleen
al waardigheid uitstraalden, als onderwijzeressen vinden.
Zuster Annontiata had de eerste kleuterklas,
terwijl zuster Gonzaga de strenge hand hield in de tweede kleuterklas. De lieve
zuster Alberica zal jarenlang met veel geduld de kinderen de eerste beginselen
van de lees-, schrijf- en rekenkunst bijbrengen. Juffrouw De Boeck en Juffrouw
Maria werkten verder aan de opvoeding en de vorming van de Leestse vrouwelijke
jeugd. De laatste hand werd toch gelegd door de strenge Zuster Virginie.
Jarenlang bleven zij de opvoeders van onze moeders tot in 1957 de zieke
Juffrouw Rheinhard op rust ging. De één na de andere verliet de school om uit
te rusten en jonge krachten namen hun plaats in.
In 1951 kwamen alle kinderen te voet of per fiets
naar school. Nu worden wij afgehaald en weer thuis bezorgd door de autobus. Ook
in de manier van onderwijzen veranderde wel wat. Alles gaat nu veel
gemoedelijker. Gedaan met de schoolfeesten waaraan maandenlang ernstig geoefend
werd.
Ieder trimester houden we in onze klas een
open-deur en nodigen de andere klassen uit op een gezellig feestje met :
toneel, muziek en dans. Wij organiseren en verzorgen alles zelf.
Onze onderwijzeressen komen als toeschouwer en één enkel keertje spelen ze
mee.In 1974 vertrok voor de eerste maal
een klas op ski-vacantie. U ziet het Leest blijft bij !...
In de jongensschool
Ook in de jongensschool stond de tijd niet stil.
In 1951 waren er net als nu vijf meesters die met alle mogelijke middelen orde
en tucht afdwongen. Meester De Leers was schoolhoofd en titularis van de 1ste
graad. Van hem onthouden we dat eerste-klassertjes reeds alle gebeden konden
opzeggen in het Frans.
In de tweede graad stond meester Selleslagh.
Meester Meyers nam de derde graad voor zijn rekening en het opvoedingswerk werd
voltooid in de vierde graad door meester Huysmans.
Zoals overal elders verdween de vierde graad en
één na één werd het personeel vervangen. Op dit ogenblik zijn er vier
leerkrachten : Juffrouw Monique voor het eerste jaar, meester Teughels voor het
2de jaar, meester Hendrickx voor het 3de en 4de
jaar en meester Gobien voor het 5de en 6de jaar en tevens
schoolhoofd.
Vanaf 1975 zitten de jongens in nieuwe ruime
lokalen en beschikken over al het mogelijke comfort. Zo te zien een feest om
naar school te gaan.
Wijziging op kerkelijk gebied
Als je op een zondagmorgen het kerkhofpleintje
opwandelt zie je voor je een schilderachtige kerk uit de jaren 1776. Vroeger
was het er wel wat drukker op zondagmorgen. Om zes uur luidde de klok en riep
de mensen naar de mis van half zeven. Langs de linkerkant zag je de
veelkleurige hoedjes van de vrouwen, terwijl de rechterkant benomen was door de
stoere mannen. Het missaal, vol Latijnse gebeden, was toen nog erg bruikbaar.
Met de rug naar de menigte toe prevelde de pastoor Latijnse gebeden en gezangen.
De prachtige preekstoel, versierd met houten beelden deed toen werkelijk nog
dienst. Twee tot driemaal per jaar trok de processie plechig door de straten.
De kerkelijke overheid werd gewijzigd. Vele
onderpastoors kwamen en gingen en in 1966 werd E.H. Coosemans door E.H. Lornoy
opgevolgd. Er is geen echte onder-pastoor meer maar bij de kerkdienst wordt Mijnheer
pastoor bijgestaan door Pater Damiaan en legeraalmoezenier Herregods.
Volksleven
Het verenigings- en volksleven kreeg steeds een
grote belangstelling in ons dorp. Toch kende iedere organisatie ook periodes
van achteruitgang. De laatste tijd echter is er in bijna alle verenigingen een
heropleving. Het ontspanningsleven was nooit zo bloeiend. Is het omdat we ons
bedreigd voelen in onze iegen aard maar er is ook een groeiende interesse voor
al wat Leest, zijn geschiedenis en zijn eigen volksaard betreft.
Het Davidsfonds richt op 2de Paasdag
een tentoonstelling in, waarop een of ander aspect van het volksleven belicht
wordt. Onder de bezielende leiding van aalmoezenier Herregods, die zijn
veelzijdig kunstenaarstalent volledig ten dienste stelt, kent deze
tentoonstelling ieder jaar een stijgend succes.
Bevolking
Al zijn er in 1976 slechts 219 inwoners meer dan
in 1951, er kwamen toch 106 woningen bij. Het aantal geboortes en overlijdens
blijft ongeveer hetzelfde : geboortes in 1951 : 30. Geboortes in 1975 : 27.
Overlijdens in 1951 : 13, overlijdens in 1975 : 14.
Jangske Den Bakker
Een paar jaartjes geleden leefde er in ons dorpje
een zeer gekende volksfiguur. Jangske Den Bakker, zo werd hij door de mensen
genoemd, was vanaf zijn prille jeugd al een echte Tijl Uilenspiegel. In gekke
streken kon hij gemakkelijk een tien halen, want dat deed hij goed. Op een
mooie zonnige dag had Jangske Den Bakker geen lust meer om te leren en hij beet
een groot stuk uit zijn schoolboeken. De meester stond er streng naar te kijken
maar Jan was hem te vlug af en de muizen in de klas moesten het gedaan hebben.
Een muizenval stond er vlug maar de muizen waren er ook want de jongens van de
hele klas brachten de volgende dag allemaal muizen mee. Ook de muizenval deed
erg goed dienst. Maar toen er op een dag een platgereden muisje op de houten
lessenaar lag had de meester het spelletje door. Jangske was er niet graag bij
want hij kreeg van de stok en dat voelde je een week later nog. Jan werd ouder
en ging steeds meer van kinderen houden. Hun iets moois beloven was zijn grote
vreugd. Paardjes, koetjes en konijntjes werden allemaal beloofd, maar geen
enkel kind heeft ze ooit gekregen want t was dan plots gestorven of t had
maar drie pootjes meer. Jaren en jaren gingen zo voorbij en op een mooie dag
ging Jangske met zijn konijntjes, koetjes en paardjes naar de hemel toe. Maar
bij de kindertjes blijft hij nog altijd bestaan.
Het dialect
Zoals overal elders in Vlaanderen beginnen meer en
meer mensenhet nut van een verzorgde
omgangstaal te beseffen. Sommigen leren daarom hun kinderen vanaf hun jeugd
algemeen Nederlands praten. Toch is ons dialect zeer goed bewaard gebleven. Het
bleef gespaard van vreemde invloeden. Hier, een lijstje van enkele woorden of
uitdrukkingen op zijn Leests : een jeat = een kopje, een taloeër : een bord,
een bouche = een schommel, een bees : een snoepje, oep daa : op de heide,
diëvan ons : mijn man, een gritsel : een hark, ons soot : onze kinderen, een
bijk : een beek
Wijziging op politiek gebied
Zoals in elke andere gemeente worden om de zes
jaar gemeenteraadsverkiezingen gehouden. In een klein dorpje waar iedereen
iedereen kent is zon verkiezing de gebeurtenis. Sedert jaren waren er slechts
twee belangrijke partijen : de Sussen en de Blekken. Beiden ontstonden uit
een fanfare. Hoewel de mensen in ons dorp vredelievend van aard zijngingen zij omstreeks de verkiezing op
oorlogspad.
Gemeentebelangen
hebben daar op verre na niets mee te maken : alleen de eisen voor eigenbelang
van deze persoon, waaraan onze andere mensen niet konden tegemoet komen,
hebben hier in een rol gespeeld.
Wie draagt
de schuld ? De Blekken !
Wie heeft
dan de rolluiken van het huis van onze muziekbestuurder en het huis van zijn
gebuur bevuild ? Waren dat misschien ook mensen van ons ?
zoals ten
tijde van de Brugse metten, iedereen die in hun kraam niet past en die op hun
vraag : stemt ge 2 of 3, de eerlijkheid aan den dag legt en durft uitkomen voor
zijn overtuiging, in dit geval nr 3, zonder meer af te ranselen en buiten te
smijten
Er vielen soms harde woorden en men ging ook al
eens op de vuist zoals men kan opmaken uit de knipsels van
verkiezingspamfletten. Maar de tijden veranderden. Er komen nationale partijen.
De strijd speelt zich meer af op papier. Na een half jaar zijn de gemoederen
weer bedaard en wordt door gans de gemeente plechtig de burgemeester ingehaald.
Ons dorp had slechts drie burgemeesters in de laatste 25 jaar : E. Verschueren,
P. De Prins en A. Lauwers die onze laatste burgemeester zal zijn.
Leest geweest
Zoals zovele andere kleine dorpjes zal Leest vanaf
1977 ophouden te bestaan. Wij hopen dat wij niet verstedelijkt zullen worden.
Dat wij onze eigen aard nooit zullen verloochenen. Al behoren wij vanaf 1
januari 1977 bij de 81.000 Mechelaars, in ons hart blijft LEEST toch altijd
LEEST.
Dit album werd samengesteld door : Linda
Bruggemans, Erica Ceuppens, Christel De Bleser, Gerda De Prins, Katelijne
Duysburgh, Karine Fierens, Krista Lefever, Nancy Selleslagh, Ann Solie, Gonda
Van den Bergh, Els Verbruggen, Krista Verschuren. Leerlingen van het 6e
jaar van de vrije meisjesschool te Leest, Dorp 10.
Bijgevoegd
:
-25 jaar Leest Geweest
-Jangske Den Bakker, tekening van Georges
Herregods.
1976 De Alemstraat te Leest werd verbeterd. Meteen verdwenen de laatste kinderkopjes
van de Leestse wegen.
1976 Fusie der
Gemeenten
Op 23 oktober 1975 heeft men een voornaam persoon
voor het TV-scherm kunnen beluisteren die ons wou diets maken dat aangaande de
fusies een averechts beeld wordt opgehangen.
Dat was nonsens : immers door de samenvoeging van
gemeenten zou men tot een grotere communauteit komen, gemeentehuizen blijven,
het sociaal en cultureel leven zou daardoor bevorderd worden, nonsens dat men
kilometers ver zou moeten gaan om bepaalde zaken te regelen.
Als men dat alles hoort, dan kan men niet anders dan
zich voorstellen dat de nieuwe gemeente als een troetelkind te zullen behandeld
worden. Wij hoeven geen verwenningskuur, maar eenvoudig te blijven en te zijn
in een eigen gemeente, de onze aan de Zenne.
Een beslissing is reeds gevallen. De fusie of het
terugbrengen van de 2359 bestaande gemeenten tot 589 is daardoor in een
beslissende fase getreden. Met de Vox Populi werd eenvoudig geen rekening
gehouden, het klonk verloren in de woestijn.
Men mag het nu draaien of keren lijk men wil, zelfs
het doen doorgaan alsof de fusie van gemeenten de ideale oplossing is met al de
daaraan verbonden voordelen, het blijft een aanslag op de eigenheid van de
gemeenten. Er werd zelfs verklaard dat gemeenten werdengeraadpleegd, m.a.w. niet alle gemeenten werden om advies gevraagd, wat weer
tot nadenken stemt. Inderdaad wat moet men daaruit concluderen ?
Het zou wel eens van belang kunnen zijn de nadelen
opgesomd te zien die ons door de fusie worden aangeboden; en wie vraagt zich
niet af, zijn er geen ernstiger zaken die naar een zinvolle oplossing wachten
dan zich te amuseren met het pesten van gemeenten ? De stille hoop die nog
mocht gekoesterd worden, werd evenwel op korte spanne tijds vernietigd. Immers
de fusie der gemeenten is een definitief feit geworden.
Men kon beter besluiten met de woorden : juicht Belgen juicht, in vreugde vol
akkoorden ! Hou vast aan de Inspraak, aan de democratie ! Allen zegden met de
gemeentelijke Overheid : Weg met de dwang fusies ! Herhalen wij dit ook voor
onze Zennevallei ! Geen verdwijning onder dwang !
Snuffelaar. (DB, 1976- enkel
jaartal gekend)
In een ander nummer
van dat jaar publiceerde Snuffelaar :
We hebben met genoegen mogen vaststellen dat de
regelmatig verschenen bijdragen omtrent de fusie van gemeenten, met aandacht
werden gelezen en bijgetreden.
Een bijeenkomst van gemeentevaderen (te Mechelen
gehouden) voor kennismaking, bracht voor de gewone sterveling geen wijsheid
meer op. Hoe zal men uit de geschapen chaos geraken ?
Hoe onbesuisd gewerkt is geworden, blijkt uit een
verschenen bericht aangaande de fusie te Rijmenam :
Rijmenam na de fusie : de eeuwenoude leefgemeenschap
wordt erg verminkt. Naar Putte gaan ruim 700 inwoners, de overige bijna 4000
gaan naar Bonheiden. Men spreekt ook over de nadelen en die werden aangestipt
door de heer De Keersmaeker uit Eppegem : een grote gemeente zal meer geld
kosten omdat zij relatief meer diensten organiseert, dus verhoging van
belastingen. Het bestaan van verenigingen en hun subsidiëring kan in t gedrang
komen. Sommige wijken kunnen verwaarloosd worden wat onderhoud betreft en
bepaalde gemeentediensten zullen worden afgeschaft, waardoor ouders en andere
personen zich naar de pilootgemeenschap zullen moeten begeven !
Wij hebben ook ons licht gaan opsteken in
West-Vlaanderen en daar kwam de volgende toestand na de fusie tot stand :
De gemeente K , bestaande uit 5 samengesmolten
gemeenten. Daarvoor bestaat slechts één gemeentehuis waar alle dossiers
aanwezig zijn voor het bekomen van inlichtingen. Er is maar voor één zaak
onderscheid gemaakt : de werklozen moeten niet naar de moedergemeente gaan
stempelen, maar wel in de eigen gemeente.
En het systeem van Pontius-Pilatus is reeds aan bod
gekomen. Inderdaad, de enen hebben het precies zo niet gewild, anderen zeggen,
vanaf 1977 willens-nillens te zullen behoren bij de nieuwe gemeente, en
nog anderen zeggen dat er in ieder geval moet overgegaan worden tot het
oprichten van dorps- en wijkraden.
Zal men de voorgeschotelde onduidelijkheden, de burger
voorgehouden, kunnen wegmoffelen om het eigen gezicht niet te schenden.
Men heeft ook belangstelling voor de straatnamen, waarom
geen namen van bloemen gegeven, zoals reeds werd voorgesteld ?
Bij het napluizen van gelijklopende benamingen komen
we tot een viertal straten : Kapellestraat, Molenstraat, Scheerstraat en
Vinkstraat.
Wat aan dat alles ontbreekt is : 1° het ontbreken van
degelijke voorlichting. 2° de verkrachting van het begrip inspraak.
Het spreekt vanzelf dat de bevolking, inzonderheid van
de landelijke gemeenten niet te spreken zijn over deze fusies van gemeenten.
Waarom niet zal men vragen, maar dan van bepaalde zijde ?
Is het nodig nogmaals klaar en duidelijk te zeggen,
dat het een greep is naar meerderheid van de ene of de andere, en niet zoals
men het wil presenteren, ten nutte van de bevolking.
1976 Leest telde 2064 inwoners.
(Wikipedia)
1976 Het Bouwspook Slaap op
beide oren, de Zennevallei is verloren.
Onlangs
wandelden we door de Zennevallei, een stukje natuurschoon in het lieflijk
Leestse dorpje. We kuierden langs het Chiroplein naar de Kerkenblokweg en
verder door t privaat goed van Van den Bergh naar de Bleukens. Mooie streek,
vonden we. Dat is het inderdaad, zei een stem van ergens tussen de hoge
populieren. Ik heb dit gebied met zorg bewaard en nu de prijzen van bouwgrond
zo erg gestegen zijn ligt het hier als een rijpe appel klaar om er de
bulldozers in te zetten. In plaats van distels en brandnetels zullen vlug
tientallen woningen als paddestoelen uit de grond schieten.
-Hm,
zeiden we, je bent zeker het bouwspook.
-Zeker,
zei de stem, maar laten we niet afdwalen. Wat zou jij de dag van vandaag doen
om hier heer en meester te blijven ? Om miljoenen gaat het hier. En die zouden
we zo maar laten voor een hoopje distels ? Kijk, we maken het fijn. Eerst
ruimen we het schijtbos van de Chiro op ; hard(t) nodig of niet. De kinderen
krijgen langsheen en op de kerkhofmuur plaats genoeg om alles kwijt te geraken.
Zo zullen de bewoners verlost zijn van die zware reuk.
-Je
vergeet Ruisbroek, zeiden we.
-Zwijg,
we hebben aan alles gedacht. Gaven we geen vijfentwintig meter grond cadeau
voor een tweede dijk met wandelweg. Uitheemse struiken en heesters maken dan
het uitzicht op de schilderachtige rivier nog veel mooier.
-Maar
die waterzieke gronden, die ongezonde mist in het najaar ? Geen enkel mens wil
hier wonen. De mensen van hoger den de Kerkenblokweg klagen over water in de
kelder, stinkende beerputten en behangselpapieren die lossen van de
vochtigheid.
-Vergeet
niet : - een wijkcomité heeft hier gewerkt voor een speelplein met recreatie.
-Bezwaren
tegen woonwijkuitbreiding werden ingediend bij het Schepencollege, bij de
Ministers en zelfs bij de Koning.
-Daarbij
heeft het Leestse Leefmilieu uitvoerig het ontwerp-gewestplan besproken en de
bezwaren overgemaakt aan de Gouverneur.
-Perfect
! Zo mag ik het horen. Maar niet overdrijven anders ga je spoken zien.
Werd
het plan voor het speelplein niet verwezen naar het kerkhof ? En het behoud van
de Zennevallei werd gekelderd met een pijpekop ; een ontwerpplan voor 43 huizen
in de beemden.
En
Leefmilieu Leest, zag die niet als dank voor haar werk de gemeentesubsidiëring
gehalveerd.
En
toen de makers van t gewestplan ineens zo weinig landelijk natuurschoon zagen
te Leest hebben ze maar vlug een stukje Dorpelpoel groen geschilderd, om je
te sussen.
En
vergeet niet, lachte het bouwspook, vorige maand kocht een bouwmaatschappij de
gronden aan. Een fontein van geld spoot in de zakken van de eigenaar en ik, ik
krijg mijn zin, je zult het zien.
-En
toch laten we de vallei niet los, zeiden we.
De Distel.
(De Band, 1976)
Dezelfde auteur schreef datzelfde jaar :
De Zennevallei : tehuis en jachtgebied
van de TORENVALK.
In
de vorige nummers van De Band vertelden we reeds dat de torenvalk een trouwe
inwoner is van onze Zennevallei. Ons zijn er enkele broedgevallen van de torenvalk
bekend. Enkele leden van de Wielewaal hebben deze zomer verschillende jongen
geringd. Ze vertelden me : de torenvalken bezetten één kunstmatig nestkastje
in de Bleukens. De jonge torenvalken, zes in aantal, waren al zo volgroeid dat
op het ogenblik van het ringen, ze hun heil zochten in de vlucht. Drie anderen
werden geringd.
1976 Afbraak
van de oude herberg In de groene linde
Op de Dorpplaats werd dat jaar het
bouwvallig huisje, op de hoek van de
Scheerstraat (Ten Moortele) en de
Dorpsstraat, afgebroken.
Het was oorspronkelijk een
tweewoonst. In 1723 waren dat de huisjes
van Bertel Vermijlen en Jan Ditens.
Later stond de woning op naam van
het echtpaar Jan Baptist Van Hoof-Serafina
Coeckelbergh. Ze waren te Leest
getrouwd in 1852.
Jan Baptist was te Leest geboren op
21 september 1822 als zoon van Frans en
Elizabet Van Hoof. Hij zou op 4
april 1874 overlijden aan de gevolgen van
typhus. Het echtpaar kreeg 7 kinderen :
5 dochters die allen zeer jong stierven
en 2 zonen : Isidoor Constant (de
latere garde en de grootvader van de allerlaatste
garde van Leest Victor) en Frans
Eduard Sooi (°8/7/1854, +17/10/1929).
Deze laatste bleef in de woning en
baatte er jarenlang met zijn echtgenote Louise
Wiske Huys (°Leest 3/12/1860) de
herberg In de groene linde uit.
Er stond trouwens een mooie linde
voor de deur, evenals een mestput, zoals dat
vroeger algemeen de mode was. Sooi
Van Hoof was immers ook boer.
Het echtpaar Van Hoof-Huys kreeg 12
kinderen. Twee onder hen zouden
overlijden aan de gevolgen van de
eerste wereldoorlog : Theofiel sneuvelde te
Diksmuide in 1917 en Alfons kwam
als invalide terug uit die oorlog, hij was een
slachtoffer van een gasaanval en
zou aan de gevolgen daarvan overlijden in 1921.
Een andere zoon, Jozef Jef, was
medestichter van de toneelkring Rust Roest
en te Leest en omgeving zeer
populair als komisch acteur.
Prosper Goovaerts uit Heffen was de
laatste eigenaar van het huisje.
Fotos :
-De Alemstraat
-De dorpskom zou een heel ander aanzicht krijgen
na de afbraak van de tweewoonst.
Een
paar jaar geleden heb ik met geestdrift geschreven over het Chirofeest.
Het
laatste Chirofeest heeft mij minder enthousiast gemaakt. Het gaf mij een
algemene indruk van slordigheid en banaliteit.
Nochtans was er heel wat waardevols.
Goed
was : de misviering waaraan aandacht werd besteed, de organisatie van het
feest zelf, zodat de gebeurtenissen elkaar vlot opvolgden...
(...)
Deze
keuzeen overzicht is beperkt en
subjectief. Bedoeling is te wijzen op de
manier van overkomen bij de ouders. Weinig gunstige reacties heb ik
gehoord,
wat
niet beduidt dat men blind is voor het goede.
Maar
waarom niet ernstig gewerkt aan het uitbeelden van het jaarthema, of een
choreografisch
nummer, of een poëtische evocatie, of gewoon een mooi lied, enz..
Het
zal een inspanning vragen, maar wellicht zal ook de vreugde groter zijn.
Men
vraagt geen kunstmatig gedoe, maar ook geen brutaliteit.
Ik
vraag mij t volgende af : de chiro zou een buitenschoolse vormingswereld
moeten creëren. Hoe kan een kwetsbare scheut die een prutske of
speelclubber
is,
ongebruskeerd uit dergelijke esbattementen komen ?
Of anders, hoe kan zon kind zijn innerlijke
tere rijkdom ontplooien ?
Mijn
bede is deze : dat gans de leidersploeg van jongens en meisjes zich eens
terdege afvraagt hoe het moet, zonder mij a priori gelijk te geven.
Misschien
als inspiratiebron een uitspraak van de stoere Stijn Streuvels, die men
moeilijk van sentimentaliteit kan verdenken :
Hoe
vreselijk ongelukkig moeten kinderen zijn wiens tere kinderziel door
volwassenen zo brutaal met de voeten wordt getreden...
Ik
wens u goed heil, en volgend jaar een beter (=fijner) chirofeest.
Guido Hellemans
(De Band, December 1975)
Een jaar later kregen ze van hun criticaster
indezelfde periodiek positieve
commentaar. Hij besloot toen met :
...niemand wordt graag berispt, maar de ervaring leert dat men beter in
rechtzinnigheid vaderlijk streng en moederlijk teder (of omgedraaid)
iemand terechtwijst dan vleiende
onbenulligheden te zeggen die men trouwens
toch
niet gelooft. De jonge mensen van de Leestse chiro hebben op een ridddelijke
en
doeltreffende wijze het antwoord gegeven op een aantal onaangename
aanmerkingen. Dat vinden we fijn. (Sommige ouderen bleken er minder
gemakkelijk overheen te kunnen). We hopen dat het zo blijft en verlangen
in die
geest naar volgend jaar...
1975 28 november : Drie percelen bouwland te Leest
Om uit
onverdeeldheid te treden Vrijwillige Openbare Verkoping van
drie
percelen BOUWLAND te Leest.
Notaris Frans Loncin te Puurs zal op navermelde zitdagen, met winst van
verdieren voor de inmijners, openbaar verkopen, volgende onroerende
goederen :
Gemeente
Leest
KOOP
I : een perceel bouwland gelegen ter plaats De Renne Cauter,
gekadastreerd sectie A nr 437/a voor een grootte van 26 a 55 ca. palende
noord-oost : De Borgher-Huysmans Hubert te Leest, zuid-oost : Lienart
Albert te
Aalst, zuid-west : de Jamblinne-de Heux Roland en deelhebbers te
Brussel, noord
Van
de Kerkhove de Sejournet de Rameignies Ghislain de weduwe te Nossegem.
In
huur bij de heer Marcel Somers te Leest.
Koop
I : ingesteld op 42.000 f.
KOOP
II : Een perceel bouwland gelegen ter plaats Het Hertsveld,
gekadastreerd Sektie A nr 388/c/deel groot vlg. Meting 17a 26 ca, palend ten N.
aan Jacobs-De Boey Jan de weduwe en
kinderen te Leest en Verelst Jules de
erven te Zemst; ten O. aan koop III, ten Z. aan de Malingreau dHembise
van
Langenhove de Bouwekerke Christiaan te Antaisnes en ten W. aan dezelfde.
In
huur bij de heer Marcel Geerts te Leest.
Ingesteld 25.000 fr.
KOOP
III : Een perceel bouwland gelegen naast voorgaand, gekadastreerd
Sektie A nr 388/c/deel, groot vlg meting 17 a 82ca,palend ten N aan
Verelst
Jules, de erven voornoemd; en Van Meerbeeck-De Boeck Jean te Leest;
ten
O aan De Wit-Goovaerts Désiré te Leest; ten Z aan de Malingreau
dHembise voornoemd en ten W aan koop II.
In
huur bij de heer Désiré De Wit te Leest.
Ingesteld : 25.000 f.
De
goederen worden verkocht voor vrij en onbelast. Genot en gebruik bij
de
veilvoorwaarden te bepalen.
ZITDAGEN
Instel maandag 24 november 1975, toewijs maandag 1 december 1975 telkens
om 3
u.namiddag, ter herberg Café Liliane
te Leest, Juniorslaan.
Voor
verdere inlichtingen wende men zich ten kantore van de verkoophoudende
notaris Frans Loncin te Puurs, Palingstraat 1.
(Bericht in
onbekende- krant 28/11/1975)
1975 Maandag 29
december : Knipsel van onbekende krant (zie fotos) : Over het ongeval dat zich zaterdagnamiddag voordeed te Leest aan de
onbewaakte spooroverweg leest men op een andere plaats in
ons blad. Hier nog enkele beelden van de ravage die werd aangericht. De
aangereden trein sleurde de vrachtwagen nog driehonderd meter mee vooraleer
deze in een belendende weide tot stilstand kwam. Balans van dit tragisch ongeval : één dode, één zwaar- en één
lichtgewonde.
1975 VEVOC
JAARVERSLAG
Dames, Mijne Heren, Pater of zal ik maar beter zeggen
proost, Vevocers allen hier samen, er werd mij in naam van het ganse bestuur
gevraagd het Vevoc-jaar 1975 bij jullie door woorden terug in beeld te brengen.
Zowaar een niet zo eenvoudige taak, daar jullie
evenzeer weten als ik dat het een uitgebreid en vrij druk jaar geweest is.
Inderdaad na een aarzelende start in de jaren 72 en 73, toen we nog in onze
kinderschoenen stonden en het jaar 74, een jaar van een stilaan toenemende
activiteit, mag het jaar 75 reeds vrij druk genoemd worden.
Het jaar 75 werd ingezet met ons ledenfeest in de
maand januari. In een echte Breughelsfeer en met een enthousiasteeensgezinde Vevoc-familie waren we met 110
leden samengekomen om te dansenen zeg
maar in goed Leests, om een sneeke te eten. Weet je nog, dat we toen bij een
lustig pintje tegen elkaar gefluisterd hebben : Louis of Charel, weet ge het
nog, vriend van toen op bivak. Wat hebben we leute gehad hé, maar ja, men
blijft niet eeuwig achttien jaar, we groeiden wij feitelijk te rap uit onze
korte broek hé jong !
Het jaar 75 was een jaar van ontspanningsavonden en
sport. Vooreerst werd door onze voetbalploeg het Pinkstervoetbaltornooi van FC
Telstar in een echte cupsfeer gewonnen. Niemand had het voor mogelijk gehouden,
maar iedereen had het toch stilletjes gehoopt. Onze tweede Vevoc-ploeg deed het
met een zesde plaats ook verre van slecht.
Vevoc speelde 17 matchen, won er daarvan 10, speelde 3
maal gelijk en verloor 4 keer. In totaal maakte men 45 doelpunten en kreeg men
er 13 tegen.
Onze volgende stap naar sportief succes werd door onze
volleybalploeg gezet, die erin slaagde haar eigen volleybaltornooi te winnen op
25 mei door de deelnemende ploegen KWB, SVK Heverlee, Fanfare St.-Cecilia,
Telstar en Chiro de baas te blijven. Nochtans kon onze volleybalploeg in het
tornooi te Heverlee niet bevestigen. Een gebrek aan training en vooral aan
speelgelegenheid zijn hier zeker de oorzaken van.
Vervolgens werd op 20 september te Kapelle-op-den-Bos
nog eens aangetoond dat Vevoc kan voetballen, want daar werd voor de tweede
maal een voetbaltornooi gewonnen, waarbij we als enige niet-Kapelse vereniging
onder de deelnemers, met de beker huiswaarts konden keren.
Vevoc haalde in 75 ook verscheidene malen de
krantenkoppen. Een eerste maal gebeurde dit bij onze fietsenrally die doorging
op 29 juni. Niettegenstaande er voor die dag niet al te veel reclame gemaakt
werd, kwamen er toch twee kranten, nl. Gazet van Mechelen en Het Volk opdagen
om deze fietsrally te verslaan, die tevens een succes mag worden genoemd, niet
alleen om zijn 250 deelnemers, maar ook om zijn organisatie.
De tweede maal dat we gunstig in het nieuws kwamen was
met onze derde uitgave van de jeugdcross op 5 oktober. Reeds van maanden te
voren waren grote inspanningen gedaan om deze veldloop in de beste voorwaarden
te doen verlopen. De beloning was des te groter. Niet minder dan 800 deelnemers
werden opgetekend.
In dezelfde maand oktober schrijft Gazet van Mechelen
dat Vevoc het nu maar eens over een andere boeg gooit en met woorden gaat
spelen. Inderdaad op 31 oktober kwamen niemand minder dan Nand Baert naar Leest
om onze plaatselijke verenigingen Wachtwoord te spelen. Vooreerst was er op
onze ontspanningsavond van 13 juni, waar we onze overwinningen van voetbal- en
volleybaltornooien met een hartig etentje kruidden, een schifting tussen 32
Vevoc-ers nodig om Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael als besten naar
voor te doen komen. Op een nieuwe voorselectie op 12 september moesten
jongensschool, FC Telstar en Davidsfonds afvallen. Op de avond van Wachtwoord
toonde onze plaatselijke meisjesschool zich sterker dan Leefmilieu, Rust Roest,
St-Cecilia, KLJ-meisjes, KVLV, Chirojongens en meisjes en Vevoc.
Inmiddels kunnen we jullie ook vertellen dat het
Vevoc-bal een kassucces is geweest en Vevoc in 76 geen al te grote financiële
moeilijkheden zal kennen. De kassier mag gerust zijn dat we dit jaar niet in
debet zullen komen.
Nationaal was 75 het jaar van de vrouw. Ondanks het
feit dat onze Vevoc-vrouwen, verloofden of juffrouwen telkens sterk op komen
bij elke activiteit, vragen we ons toch af, of het niet mogelijk is een typisch
vrouwelijke activiteit te creeëren. Tips kunnen steeds bij het bestuur gegeven
worden.
Als bestuur willen we ook grote dank zeggen aan Mr
Pastoor, met wie we het ganse jaar een goede verstandhouding gehad hebben wat
betreft ons parochiecentrum. Evenzo willen we nogmaals de aandacht vestigen op
de grote steun van ons gemeentebestuur. Niet zozeer omwille van de subsidie,
maar wel om het schenken van prachtige trofeeën voor ons voetbaltornooi en
jeugdveldloop.
Ook een welgemeend woord van dank aan ons trouwste
Vevoc-lid en proost, pater Damiaan, want ik geloof dat hij nog geen enkele
vergadering gemist heeft. Maar onze grootste dank gaat naar alle Vevoc-leden
die door hun grote aanwezigheid op alle activiteiten het bestuur het moreel
geven om alsmaar verder te doen.
Ook verzocht bestuurslid Jef Van den Heuvel ons te
willen meedelen dat er tussen een groepje Vevoc-ers ergens de idee gerijpt is
om in de maand juni (1976) deel te nemen aan de Mars van het leger, beter
bekend onder de naam Mars van de Vriendschap. Deze mars gaat door in het
prachtig landschap van de Ardennen in de omgeving van Vielsalm.
We hopen ook, dat ons nieuw vaandel, dat vandaag
ingewijd werd in onze parochiekerk, nog vele jaren alle winden mag trotseren (De Band, januari 1976)
1975 31 oktober : WACHTWOORD
met TV-presentator Nand Baert
In de parochiezaal
werd het populaire spel Wachtwoord gespeeld. Dit spel werd op deskundige
wijze geleid door de televisiepresentator Nand Baert en was georganiseerd door
Vevoc.
In een nokvolle zaal
met een prachtig decor hield de voorzitter van de organiserende vereniging
Louis Vloebergh een toespraak. Hij verwelkomde alle aanwezigen en vond het
spijtig dat er op de voorselectie van 12 september 4 verenigingen moesten
afvallen.
Hierna nam Nand
Baert het woord : ik vind het steeds een hele belevenis als ik ergens
Wachtwoord mag leiden en dan alle aanwezigen in de ogen kijken. Dat is nog
nooit het geval geweest in de zes jaren, die ik het spel op TV leidde. Daar kon
ik alleen maar in de lens kijken.
De jury bestond uit
Alfons Huysmans, Karel Duysburg, Godelieve Van de Herdt en Stan Gobien terwijl
de klank verzorgd werd door George Meysken.
De deelnemende
ploegen :
Chiro jongens : Emiel
Peeters en Paul Lefever
Leefmilieu : Chris
Bauwens en Vik Casteels
Fanfare St.-Cecilia
: Monique Verschueren en Willy Lauwers.
Meisjesschool :
Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen
K.V.L.V. : Paul
Bradt en Hilda Silverans
Vevoc : Mariette
Verbeeck en Marcel Van Medegael
V.V. Leest : Silvain
Teughels en Ferdinand Van der Hasselt
Chiro meisjes : Ann
Verbeeck en Nelly Verbeeck
Rust Roest : Renilda
Polfliet en Willy Lauwers
K.L.J. Meisjes :
Maria Daelemans en Lilian Van Praet.
Vooraleer aan de
finale te beginnen dankte Louis Vloebergh alle aanwezigen, alle werkers, de
juryleden, de pastoor en in het biezonder Nand Baert voor de medewerking en
liet het woord aan de kwismaster.
In die finale kwamen
Meisjesschool en Leefmilieu tegen elkaar uit en na een spannende eindstrijd
trokken Diane Vanmedegael en Bertha Verbruggen aan het langste eind.
Alle deelnemers
werden vervolgens bedacht met herinnerinswimpels, fonoplaten en vele boeken
Nand Baert dankte op
zijn beurt iedereen : jullie waren een prima publiek, schitterende, schattige
mensen. Ik ben een gelukkig tuinkaboutertje (De Band- december 1975, Gazet van Mechelen, Het Laatste Nieuws)
Ferdinand Nand
Baert(°Gent 16/2/1932, +Gent 28/4/1985)
was een gewaardeerd Vlaams radio- en televisiepresentator. Tijdens Expo 58 was
hiij samen met o.a. Pros Verbruggen één van de stemmen die voor de Belgische
radio vanuit de paviljoenen voor sfeer en intervieuws zorgde. Hij werd bekend
als één van de Nederlandstalige djs bij Radio Luxemburg en in 56 verzorgde
hij de allereerste Vlaamse commentaren voor het Eurovisiesongfestival. Op de
Nederlandse televisie was hij bij de AVRO van 1963 tot 1967 de eerste
presentator van Wie van de drie. Van 1969 presenteerde hij op de Belgische
televisie Wachtwoord, een quiz gebaseerd op een eenvoudig woordspelletje. Van
1977 tot zijn overlijden was hij de presentator van de populaire televisiequiz
Van pool tot evenaar, die door de BRT werd uitgezonden.
1975 Zondag 2
november : Verbroederingsconcert van Sint-Cecilia
Weer eens een echte muziekdag in onze gemeente.
Inderdaad, op deze dag organiseerde de Kon.Fanfare St.-Cecilia een
verbroederingsconcert met een viertal bekende muziekkorpsen.
Om 18 uur stipt werd het concert geopend door de
inrichtende vereniging olv de heer Frans Dierickx. Ze brachten een paar marsen
en de nieuw ingestudeerde stukken Scherzo van J. Jourquin en een selectie uit
de Lustige Weduwe van Lehar in een bewerking van Mellema. Als derde werk werd
Espana Cani van Marquina uitgevoerd. Al bij al een prachtige uitvoering.
Hierna was het de beurt aan de harmonie Concordia
uit Kalfort-Puurs olv de heer Jozef Aerts. Wat direct opviel is de andere stijl
en tonaliteit van een harmonie t.o.v. een fanfare. De harmonie is volgens de
meesten minder krachtig dan een fanfare maar aan de andere kant heeft het meer
technische mogelijkheden.
De harmonie Concordia kreeg een verdiend applaus
voor o.m Passe-Partout en Huldelied, beide composities van de dirigent.
Een van de blikvangers van de avond werd ongetwijfeld
de Kon.Fanfare Concordia uit Tisselt, olv de heer Jan Segers,
dirigent-componist-muziekregisseur. Wat betreft de stemming en het balanceren
van de verschillende partijen benadert dit korps de perfectie, zonder meer. Ze
brachten verschillende solo-stukken voor trompet en tuba samen met het bekende
wedstrijdstuk the Explorers van Peter Yorke. Van de dirigent werden twee
marsen gespeeld, nl. Mozes en Cowboy Parade. Het optreden van dit korps was
gewoon fantastisch.
Een groot gedeelte van de bijzonder talrijke
aanwezigen was gekomen om de jeugdfanfareSt.-Cecilia Leest aan t werk te horen. Dit jeugdkorps werd in
september opgericht om de muzikanten-leerlingen de kans te geven in een
samenspeelgroep te musiceren. In het korps zijn alleen muzikanten beneden de 30
jaar toegelaten. Dit betekent niet dat er geen ouderen bijzitten, zo o.a.
Eugeen Vloeberghen, de oudste muzikant van St.-Cecilia die de tuba-partij
speelt.
Zenuwen of plankenkoorts zullen er de oorzaak van
geweest zijn dat de eerste maten van de openingsmars nogal verward klonken,
maar daarna ging alles uitstekend. Eveneens ging het met Ik zie een ster, het
Eurovisielied 1974 van Hans van Hemert, Instant Concert en Prager
Muzikanten, dat laatste van R. Beck.
De jeugdfanfaredirigent, de heer Edward De Maeyer, en
zijn jonge muzikanten kregen telkens een daverend en verdiend applaus.
Ter gelegenheid van dit eerste optreden werd aan de
muzikanten een zakje suikerbonen overhandigd door Mw. Verschueren en
Mw.Dierickx. Daarmee is de jeugdfanfare dan ook weer gedoopt !
Na de jeugdigen was het dan de beurt aan de meer
geperfectioneerde brass band St.-Cecilia uit Nossegem, deelnemers aan het
Europees Kampioenschap voor Brass Bands 75. Deze band staat onder leiding van
J.P.Leveugle.
Hun optreden was uiterst geslaagd met alle genres
muziek, zowel klassiek als Latijns-Amerikaans als modern. Daarbij waren de
solos voor cornet, alto en euphonium echt om van te snoepen. Meer dan
waarschijnlijk is dit korps een van de beste ensembles van het land, dankzij hun
stuk voor stuk individuele kwaliteiten.
Tenslotte kregen we dan nog de Kon. Fanfare
St.-Ceciliaolv de heer Alfons Van
Eeckhoudt. Na die brass band muziek een stuk fanfaremuziek om te eindigen.
Werken van J.P.Sousa, de bekende Amerikaanse
marsencomponist met de Slavische Rhapsodie nr. 1 van Friedemann en het moderne
Jezus Superstar werden nog steeds uitgevoerd voor een nokvolle zaal waar het
ondertussen reeds 11 uur was geworden. Alzo werd deze avond op passende wijze
besloten.
Dit verbroederingsconcert was er in de eerste plaats
eentje met parels van goede muziek. Het geheel werd keurig gepresenteerd door
Mej. Marleen Lauwers en het personeel zorgde voor een fijne service.
Er was een bijzonder talrijk en aandachtig publiek en dat bewees dat de
volksmuziek te Leest nog bijlange niet dood is ! (De Band- oktober 1975)
11 uur : Ontvangst op het
gemeentehuis en receptie
15 uur : Poppentheater Wonderlans
in het Parochiehuis met gratis kleurwedstrijd.
20 uur : Avondfeest met het Leestse
zangkoor. De feestrede werd
uitgesproken door Herman Mertens uit Tisselt betekenis van het Davidsfonds nu. Optreden van Rust
Roest met de eenakter De winkel van Simpel eenlyrische fantasie van Tenessee Williams , in
een vertaling van Niek van den Boezem.
Vijftig jaar viering Davidsfonds Leest
Met een plechtige Eucharistieviering in de Sint
Niklaaskerk begon Davidsfonds een dag om nooit te vergeten. Diegenen die
beweren dat Davidsfonds alleen papieren leden kent, werden lelijk bij de neus
genomen.
Anderen die beweren dat Davidsfonds het alleen omwille
van de centen doet, hebben het eveneens mis. Wie dit feest heeft meegemaakt zal
dat ten volle toegeven : 19 oktober was een dag voor al de kleine en grote
mensen van Leest. En daar hebben niet alleen de Davidsfonds-bestuursleden voor
gezorgd Dank u wel daarom Het gemengd zangkoor van Leest, Rust Roest,
Davidsfondsleden, de Parochiegemeenschap, het Gemeentebestuur
Bij de ontvangst op het gemeentehuis moest voorzitter
Verbruggen vlakaf toegeven dat hij nooit zoveel volk had verwacht. Het werd dan
ook een gezellig samenzijn.Schepene
Polspoel en voorzitter Verbruggen hadden het beiden over Conscience en
Meester Hellemans. Ze hadden zeker bij elkaar afgekeken bij het opstellen van
hun feestrede. Meester Hellemans zat er bij te stralen en het ereteken dat
traditiegetrouw steeds in Leest te laat aankomt kon hij gerust missen hij had
al zoveel medailles
Wij hadden allen spijt dat het onderonsje voorbij was.
s Namiddags om 15 uur stormden 270 kinderen met
glunderende gezichtjes de parochiezaal binnen. Het was een bezetting van
jewelste. Ze deden het parochiehuis daveren, totdat eindelijk Fikske en Rikske
werden vrijgelaten. Oef : een kerkhof van chipszakjes en colaflesjes was alles
wat er overbleef toen de tijd verstreken was.
s Avonds volgde het hoogtepunt van de 50-jarige
viering. Op het knap uitgebouwd en tot in de puntjes verzorgd programma stond
naast een toespraak van de heer Herman Mertens een evocatie van 50 jaar
Davidsfonds, het optreden van de toneelvereniging Rust Roest en het gemengd
zangkoor Leest. Voorzitter Verbruggen sprak het welkomwoord en de feestrede.
Hij had het vooral over de bijdrage die meester Hellemans geleverd heeft bij 50
jaar extra werking in Leest. Daarvoor werd de meester dan ook samen met zijn
vrouw in de bloemen gezet. Ook de heer Crauwels uit Duffel, die voor de
Leestenaars geen onbekende is, kwam namens het hoofdbestuur meester Hellemans
danken voor zoveel werklust. Ontroerd maar gelukkig nam de gevierde zijn
geschenken in ontvangst en dankte voor zoveel eerbewijzen.
Ook de Vlaamse strijdrede van Herman Mertens viel op.
Hij eiste dat de Vlamingen in Brussel met open armen zouden worden ontvangen en
dat in het jaar van de verzoening het stilaan tijd wordt dat er amnestie wordt
verleend aan alle politieke gevangenen en anderen bij wie de oorlog thans nog
wrange littekens naliet.
De avond sloot dan ook met een overtuigde Vlaamse
Leeuw.
(De Band november
1975)
De erkentelijkheid
van het Davidsfonds voor meester Hellemans kwam dat jaar ook tot uiting in
volgende publicatie in De Band :
Hij leerde zijn volk
Ieder onder u kent meester Hellemans, maar misschien
beseffen we toch onvoldoende wat hij voor Leest, speciaal voor het culturele
leven, in onze gemeente betekende en nog steeds betekent.
Hij werd geboren op 28 juli 1901. Zijn geboortehuis
staat er verlaten bij op de Dorpsplaats en wacht op een koper (of sloper).
Naast zijn diploma van onderwijzer verwierf hij er ook
een van opvoedkundige studies en van bibliothecaris. Met Eerwaarde Heer De
Groef stichtte hij in 1921 de studiekring Volksboekerij en datzelfde jaar de
toneelkring Rust Roest. Hij was er tegelijkertijd secretaris, acteur en
regisseur van.
Vijftig jaar geleden, in 1925, stichtte hij onder impuls
van de toenmalige onderpastoor J. Cleeren en J. Verhavert
(Davidsfonds-propagandist voor het gewest Mechelen) de afdeling Davidsfonds te
Leest.
Als eerste bestuursleden had men : voorzitter Alfons
Hellemans, penningmeester Lod. Verbruggen, secretaresse Maria Rheinhard en als
bestuursleden Victor Selleslagh, Flor Meyers, August Verlinden en Victor De
Laet.
Oorspronkelijk waren de aangeslotenen inwoners van
Leest en Hombeek, tot enkele jaren nadien ook in Hombeek een afdeling van het
Davidsfonds werd gesticht.
Onder de kenspreuk Voor godsdienst, taal en
vaderland werkte dit eerste bestuur zeer hard. Het richtte voordrachten in,
11-julistoeten met medewerking van beide muziekmaatschappijen, gevolgd door
spreekbeurten in open lucht of in één van de dorpszalen, opstel- en
voordrachtwedstrijden voor de leerlingen van de lagere scholen,
Boerenkrijgherdenkingen te Leest en te Mechelen, goochelavonden, zangavonden,
bedevaarten naar de IJzer, ballonwedstrijd (1933), enz..
Gedurende de oorlog lag de D.F.-werking stil en ook
tijdens de naoorlogse jaren was het bestuur weinig actief en herleid tot een
kleine groep. Buiten de uitdeling der boeken werden weinig initiatieven
genomen. Tot in 1956 een nieuw bestuur geboren werd, weerom met Alfons
Hellemans als voorzitter. Bestuursleden waren : Alfons Verbruggen, Cyriel
Verbruggen, Maria Rheinhard, Albert Van Rompaey, Hugo Stuyck, Frans Van Nick,
Hugo Verlinden, Juul De Smet, Mariette De Prins, Madeleine Verbruggen en M. De
Boeck Dit bestuur bracht een lichte opflakkering, avonden werden ingericht en
het ledenaantal steeg, maar de grote jaren kwamen niet terug.
In 1969 kwam, vooral onder impuls van Toon Lamberts
het D.F. weer aan zn trekken. De beweging scheen terug herboren en zag haar
ledenaantal de hoogte in gaan.
Steeds zien we Alfons Hellemans, thans als
ere-voorzitter, trouw de bestuursvergadringen bijwonen. Stil, maar bewogen,
volgt hij de discussies. Hij dringt zich nooit op. Alleen als je zijn mening
vraagt, geeft hij die duidelijk te verstaan. Met een kritisch oog beschouwt hij
de werking van een jonge bestuursgroep. Bij elk optreden, bij elke activiteit
is hij de stille aanwezige.
Dank u wel ! Dat is het oprecht gemeend slotwoord van
al de medewerkers en van Davidsfonds Leest.
1975 Zaterdag 20
september : Bal van de Burgemeester
Dansavond ten voordele van de
gehandicapten in de zaal Sint Cecilia.
Deuren 19u30, eerste dans om 20u30.
Het orkest van Marcel Sterckx
zorgde voor de muzikale omlijsting.
1975 21 september
: Feestvergadering KVLV
De vergadering was een feestvergadering en om die
reden was er geen spreker voorzien, wat anders een verplichting is, waarom mag
Joost weten !
De voorzitster, terug uit Lourdes, opende de
bijeenkomst. De Proost handelde over de voorgenomen kinderverzorging, wat heel
wat moeite en geloop heeft gekost om daarvoor toelating vanwege het ministerie
te bekomen.
Het etentje (o.m. een halve kip) werd er niet
vergeten, dat hoorde trouwens bij een feeststemming.
Door het aanschaffen van een loterijbriefje kon
meegedaan worden aan Wachtwoord en of er gelachen werd !
De meegebrachte geschenken door de Lourdestrippers
werden verloot, wat meteen de eigenlijke feestvergadering besloot. (De Band- oktober 1975)
1975 28 september
: Diefstal in chalet FC Telstar
Willy Van Hoof, schatbewaarder van
voetbalclub FC Telstar, deed aangifte van
een diefstal in de verbruikzaal van
de vereniging; Uit een geldlawerd naar
schatting voor 90 frank, in stukken
van één frank, gestolen.
De veldwachter stelde vast dat het
grendelslot van de ingangsdeur
opengewrongen was.
Hetzelfde jaar in mei werd op
dezelfde manier in dit gebouw ingebroken.
(VVH)
1975 5 oktober : Derde
Grote Vevoc-Cross Wedstrijd
In samenwerking met de Chiro. De
cross ging door op het Chiro-terrein.
Meisjes en jongens van 8 tot 99
jaar waren welkom en de start was voorzien om
14 uur. Na de cross werd te tombola
getrokken in de parochiezaal.
Beste Leestenaar,
Op zondag 5 oktober raden we je aan je
televisietoestel en je luie zeteltje eens rustig te laten staan om naar de 3de
editie van de jeugdveldloop te komen, ingericht door Vevoc in samenwerking met
de plaatselijke chirogroepen. De vorige jaren mochten we respectievelijk 500 en
600 deelnemers begroeten. Verleden jaar kregen we dus meer lopers aan de start,
maar de publieke belangstelling bleek dezelfde te zijn. Nochtans zijn we ervan
overtuigd dat iedere Leestenaar de weg naar de Leestse Kouter goed kent. We
verwachten dan ook dat Jan Publiek voor deze 3de veldloop in nog
grotere getale zal opdagen om de plaatselijke jongens en meisjes naar een
mogelijke overwinning te schreeuwen. En dat ze kunnen lopen hebben ze de vorige
malen al bewezen.
Het parcours doorheen het prachtige panorama van de
zennevallei biedt de toeschouwers trouwens de gelegenheid om de lopers
gedurende gans de omloop te volgen. Aan spektakel zal het dus zeker niet
ontbreken.
Bij slecht weer kan je altijd terecht in de kantines
(2 tenten van 48 m2) die een overzicht geven op de gehele omloop. Dus weer of
geen weer zoals men in Leest placht te zeggen, op 5 oktober mag je zeker niet
ontbreken op deze sportmanifestatie.
Langs deze weg willen we ook het gemeentebestuur
bedanken die haar sportieve steun leende, enerzijds door hun belangstelling en
anderzijds door het ter beschikking stellen van talrijke trofeeën. Grote dank
ook aan alle handelaars die door hun geldelijke steun in natura deze veldloop
hielpen financieren.
Handelaars van Leest of omliggende kunnen echter nog
hun steun verlenen door publiciteit te voeren op de vele reclameborden die op
de omloop zullen aangebracht worden of hun giften in natura over te maken aan :
Vloebergh Louis, Winkelstraat, en dit voor zaterdag 4 oktober te 10 uur. Tot
kijk. (flyer van Vevoc)
Uiteindelijk zouden
niet minder dan 800 lopers deelnemen en het aantal toeschouwers werd geschat op
ruim 700.
Opvallend was het
aantal deelnemers bij de pupillen jongens, die traden aan met maar liefst 154.
Bij al deze atleten toch één Leestse hoop, namelijk
Maggy Van Hoof die beslag legde op een meer dan eervolle 2de plaats.
Met meer training en een beetje meer geloof in eigen kunne moet ze volgend jaar
bekwaam geacht worden om zegevierend over de streep te komen (Jan Van Den
Heuvel in DB, november 1975)
Uitslagen van dorpsgenoten
:
Pupillen meisjes (78
deelnemers) : 4. Bea Van Praet, 7. Macheld Verbruggen, 8. An Muyssons, 12.
Hilde Van Dam.
Pupillen jongens
(154 deelnemers) : 5. Danny Fierens, 12. Chris De Nijn, 16. Aluris Mertens, 17.
Koen Verbruggen.
Miniemen meisjes (40
deelnemers) : 6. An Selleslagh, 7. Karin De Bleser, 13. Els Duysburgh, 15.
Gonda Van den Bergh.
Miniemen jongens
(110 deelnemers) : 18. Jan Verschueren, 22. Frans Lamberts.
Kadetten meisjes (44
deelnemers) : 2. Maggy Van Hoof, 13. Lieve Lamberts, 15. Ingrid Vets.
Kadetten jongens
(146 deelnemers) : 13. Frank De Prins, 20. Marc De Prins, 26. Bart Lauwens.
Scholieren meisjes
(26 deelnemers) : 13. Van Nobelen, 16. Rita De Smet.
Tijdens de maandelijkse bijeenkomst
van de Leestse gepensioneerden werd
door mevrouw Diddens een Soloslim
gespeeld.
Haar medekaarters waren de dames
Daelemans, De Prins en Lamberts.
De inzet was 5 fr per persoon.
Ze speelde uit met twaalf ruiten
(uitgezonderd de koning) en de haas van
klaveren.
mevrouw
Diddens is steeds zeer actief geweest in de KVLV en ze was daarvan bestuurslid
van 1929
tot 1974, of 45 lange jaren, wat totnogtoe onachtzaam is voorbijgegaan (DB, september 1975)
1975 24 augustus :
Open deur te Leest
De helft van Leest was weer eens op wandel : drie
interessante boerenbedrijven zetten hun deuren open voor het geacht publiek.
Het eeuwenoude Hof ter Halen, het piepjonge (15 jaar)
glasbedrijf van Juul De Smet en de eveneens oeroude Rendelbeekhoeve.
De presentatie en de ontvangst waren aantrekkelijk
gemaakt, zowel voor boeren als voor leken.
Eerst kwam het Hof ter Halen aan de beurt, bewoond
door de familie Vic Verschueren : een mooie oude schuur, waar enkele jonge
kalveren achter een afsluiting door de bezoekers werden gekeurd.
De schuur was voor de gelegenheid gedeeltelijk
herschapen in een expositiezaal waar met behulp van schilderijen, oude kaarten
en fotos van oude documenten de geschiedenis van de leenhoeve Van Halen werd
uitgebeeld. Aan de uitgang van de schuur trof de bezoeker een openluchtmuseum
aan, volgestouwd met landbouwmateriaal. Op de binnenkoer werd aan volksdansen
gedaan.
Tweede bedrijf : Juul De Smet. s Zomers komkommers,
s winters tomaten...Tentoonstelling van tomaten in categorieën,
sorteermachines en zandpotmachine...
Buiten vendelzwaaiers in volle zwier. Naast het
woonhuis was een gelagzaal geimproviseerd, waar men moest aanschuiven om een
plaatske te bemachtigen.
Zo kwamen we een eindeke verder terecht in de
Rendelbeekhoeve, bewoond door Frans De Prins. Sympathiek gelegen aan het water
maar de vijver stond bijna droog.
Binnen was het minder droog. Het afdak was in een
openluchtcafé herschapen en de tappers hadden hun handen vol. In de ambiance
van de feestelijke lampionnekes werd er gedanst op de binnenkoer met het orkest
geinstalleerd op een groentenwagen. Chiromeisjes zorgden voor reidansen en
duozang.
De grote attractie op de Rendelbeekhoeve was echter
het melksysteem met de vrije loopstal voor 60 koeien en de visgraathistorie.
Vooral op het uur dat er gemolken werd, kon de installatie het volk niet
slikken.
Echt een mooie namiddag die feestelijk uitstierf op de
knallen van de vuurwerkfusees.
(E.K. in De Band,
september 1975)
1975 11 september
: Voorlichtingsvergadering Zennevallei.
In de parochiezaal
van Heffen vond om 20 uur een vergadering plaats van het actiecomité
Zennevallei : stortplaatsen mogen
niet zomaar landschappen stuksnijden of waterlopen verpesten. Er moet gewerkt
worden aan nieuwe en betere methodes om het vuil waarmee we zitten te
vernietigen. Stemmen uit Eppegem, Weerde en Zemst brachten daarna in bandopname
hun indrukken over hun stort. Een greep uit de intervieuws : een stank iets
onbeschrijfelijk ! Meneer, sommige nachten moeten we de ramen sluiten van de
stank en de rook !- zoutzuur men
verpest de hele streek men loost het water in de beek geniepig vroeger
zaten hier visjes, nu is het een stinkende brij om hoofdpijn van te krijgen
wij hebben alles gedaan om de stortplaats te sluiten, toch stort men voort, ook
zonder vergunning.
Deze geslaagde avond sloot met een gesprek met de
eigenaars van het bewuste stort te Eppegem. Uit dit gesprek konden we opmaken
dat deze mensen alleen hun werk doen. Ze zouden er een zuiveringsstation aan
over hebben om in de Zennevallei te storten.
Het landschap zou in zn oorspronkelijke staat
teruggebracht worden. Dat het niveau vijf meter hoger zou liggen dan voordien,
dat zou onvermijdelijk zijn. Op de vraag of het terrein dan niet rijp was voor
industriegrond kwam geen antwoord.
Ons standpunt blijft : een stortplaats voor
industriële afval hoort niet thuis zo dicht bij de dorpskom, in een gebied dat
volgens het geweestplan geklasseerd werd als natuurgebied.
De
Distel. (De Band oktober 1975)
Datzelfde jaar in De
Band (enkel jaartal bekend) wat er aan voorafging :
Tussen Vrijbroek Mechelen en het Broek van
Blaasveld ligt als een natuurlijke schakel de Zennevallei. Bijzonder belangrijk
als natuurgebied, landschappelijke rust en stille recreatie ! Daarom ijveren
actiegroepen er voor natuurbehoud.
Ditmaal is het in Heffen dat de vallei in t nieuws
komt. Een zekere PVBA wil dit natuurgebied verfraaien met een groot stort voor
industriële afval. De stortplaats zou komen tegen de Zennedijk op een 300-tal
meter van de dorpskom, aan de monding van de Stenebeek. Actiecomité Zennevallei
formuleerde in een open brief aan de bevolking van Heffen haar bezwaren tegen
dit stort. Zwarte vlaggen werden gehesen, bezwaarschriften werden aangelegd in
cafés en winkels. Op twee dagen werden meer dan 500 handtekeningen verzameld.
De burgemeester, verrast door zovele reacties, beloofde een negatief advies uit
te brengen met het onderzoek commodo-incommodo, maar het is uiteindelijk de
Bestendige Deputatie die beslist.
Het actiecomité Zennevallei zal het daarbij niet
laten. Ze werkt aan een volksvergadering voorzien in september te Heffen, en
zoekt contact met andere verenigingen uit verscheidene gemeenten om tot een
gezamelijke actie te komen. Wij willen vrijwaren dat dit mooie landschap in een
woonkazerne herschapen wordt of dat een van die schoonste hoekjes, te Heffen
ditmaal, door een stort van 9 Ha teloor zou gaan.
De Distel.
Voor allen die zich actief bezighouden met de
bescherming van het leefmilieu, is een nieuwe fase aangebroken : die van de
daad. Groen- en actiecomités, werkgroepen leefmilieu en plaatselijke
afdelingen van culturele organisatiesstaan dikwijls voor moeilijke opdrachten wanneer ze in hun gemeente een
mooi landschap, een bos of een waardevol gebouw willen beschemen en zinvol
helpen beheren.
Hun streven naar inspraak op gebied van ruimtelijke
ordening wordt meestal niet of slechts sporadisch aangemoedigd.
Toch werden de jongste jaren zinvolle maatregelen
afgedwongen, denk maar aan de ingangspoort tot het kerkhof, het vellen van
bomen op het kerkhof. De vestiging van hinderlijke bedrijven langs het kanaal.
De waterverontreiniging in de Molenbeek. Het verwijderen van autowrakken in het
landschap. Laatst kwam er een actie tot stand om de mooie zennevallei te
beschermen. Dit is in het belang van alle Leestenaars.
De K.V.L.V. kwam op haar vergadering over het
Landelijk milieu tot de vaststelling dat het onoordeelkundig uitbreiden van
woonzones nadelig is voor de eigenheid van de plaatselijke bevolking en het
landschappelijk schoon.
De actie Zennevallei werd een succes. Meer dan 20
culturele verenigingen verspreid over Leest, Heffen en Hombeek hebben in hun
petitie gevraagd dat er niet zou geroerd worden aan de Zennevallei.
Ze moet (in) haar huidige bestemming als beschermend
gebied behouden. Leest zegt NEEN aan de systematische verwoesting van zijn
natuurschoon ; JA aan de bescherming van de landschappelijke waardevolle
gebieden. Die groeiende groep van milieubewuste mensen vragen zich af : wat nu
?
Hierop moet Leest zelf een klaar en haalbaar antwoord
geven. Want de bronnen van ons bestaan staan inderdaad op het spel. Aan de hand
van een weloverwogen milieuprobleem, enkele hoopvolle initiatieven en nieuwe
opdrachten zal worden gepoogd richtinggevend te zijn voor de toekomst.
De zinvolle maatregelen die de jongste jaren werden
afgedwongen, mogen voor de anderen een aansporing zijn. LEEF
MILIEUBEWUST.
Acht ploegen hadden
zich ingeschreven voor dit tornooi dat plaatsvond op de speelplaats van de
meisjesschool. Het plakket van de gemeente werd in de wacht gesleept door Vevoc
2.
Op de tweede plaats
eindigde KWB, gevolgd door Oud-Heverlee, Chiro 2, Fanfare St.-Cecilia, Vevoc 1,
Chiro 1 en FC Telstar dat als laatste eindigde.
1975 30, 31 mei en
1 juni : Lustrum : 5de Leestse Volksfeesten
Programma:
Vrijdag 30 mei : ter gelegenheid
van het lustrum werd een mini-handelsbeurs
40
juniores boden zich aan om van de Bornemse wedstrijd een levendige koers
te
maken.Na
de klassieke vroege pogingen ontstond er half wedstrijd een ontsnapping
van
9 renners. Onder hen plaatselijk renner Willem Thomas en Leestenaar Rudy Van Hoof.
Tijdens de zevende ronde slonk de voorsprong van 35 naar 15 seconden.
Toen iedereen zich aan een spurt met negen
verwachtte kwam Rudy Van Hoof
afgescheiden toe, evenals Willem Thomas die op de tweede plaats
eindigde.
1975 29 juni : Vevoc-Fietsrally
Vertrek vanaf 11 tot 14u.
1975 21 juli : Start
Bivak chirojongenste Langdorp.
Weet je wel, beste mensen, waarom zon Chirojongen
voor niets ter wereld die tien heerlijke dagen bivak zou willen ruilen met een
ganse vacantie in Mallorca, Nice, Pisa of aan de Noordzee ?
Omdat we met gans de chirogroep daar zon heerlijke
momenten vol vreugde, kleur en samenspel kunnen beleven. Zodat we al de zijden
van ons eigen ikske aan al die tintelende bivakkers durven tonen.
Ja, beste mensen, tien reuzedagen leefden we samen met
ons chirovolkje.
Na die woelige, slapeloze nacht fietsten we in de
morgen naar het hoogtepunt van het chirojaar. Met onze keurig in orde gebrachte
fietsen, onze extra gemasseerde spieren en onderweg een stevige hap, kregen we
het voor ons onvergetelijke Langdorp in zicht. In de namiddag zouden dan al die
fietsers : Aspis, Kerels, Toppers hun kleinere chirobroertjes opwachten in ons
kamp De Trekvogel. Na de aankomst van de Rakkers en de kookfamilie, verkenden
we als echte bivakkers de Langdorpse dennebossen. Die eerste avond moesten we
dan al even dat fantastisch chiroenthousiasme kwijt in een zangstonde, waarbij
misschien wel enkele kreten in Leest hoorbaar waren.
De volgende eerste dagen, weliswaar zonder de
allerkleinsten, die toffe Speelclupers, waren buitengewoon ! We leverden
prachtige sportprestaties. We deden een reuze tof bosspel, een keuzeruimte was
ook van de partij. We genoten van de warme zon en vergeten ook niet de
ontelbare plezante activiteiten in onze afdelingen. Op vrijdag kwamen dan die
toffe lolbroeken aan. Met de Speelclub erbij was onze familie volledig. We
telden samen 75 kranige bivakkers.
Dezelfde dag trokken de Aspis, Kerels en Toppers met
pak en zak de natuur in, voor twee dagen.
De Aspiranten verkenden de streek in een grote boog om
ons bivakkamp. Ze sjorden een pracht van een hut om daarin te overnachten en
leerden de padvinderstechnieken kennen.
De Kerels maakten er een kompastocht van. Ze trokken
van het ene coördinaat naar het andere, ze kozen een verlaten hoeve als
onderdak.
De Toppers gingen op overlevingstocht. Ze sloegen hun
tenten op aan een klein poeltje. In die omgeving kwamen dan ook al hun
jagerstalenten naar voor.
De Rakkers ondernamen een ééndaagse trektocht naar
Scherpenheuvel, waar ze echte verkoopstechnieken leerden, die hun naklank vonden
in het verkopen van de bovenste étages van de bedden op hun slaapkamer.
Op zaterdag trokken de Speelclub naar het domein de
Vijvers in Averbode, waar ze hun hartje eens dapper ophaalden. Ze stoeiden in
het water, reden op ponys, met een klein treintje, speelden in de speeltuin,
kortom een dag vol variatie.
Die avond waren de tweedaagsen en de trektochten
achter de rug. Heel duidelijk had ieder er een grote honger van gekregen. Het
record frietten eten werd gebroken (tien emmers).
Op de bezoekdag lieten we de aangekomen Leestenaars
(nog nooit tevoren zovelen gezien) van onze afdelingswerking genieten. Het was
een heerlijke dag met als bekroning een tof avondspel.
De daaropvolgende dagen bewezen nogmaals dat er inzet
aan te pas komt. Tussen spel, zandbergen, zandstormen, waterspelen en heerlijke
zwempartijen door zorgden de Aspiranten voor een steengoed estafettespel. We
vergeten ook niet de heerlijke canzonissimaavond van maandag.
Het werd kampvuur zonder dat we het wisten. Na een
laatste groepsmis en een zoveelste bezinningsmoment schaarden we ons allen rond
het gezellige vuur, waar stoere kerels zoals wij een stille traan wegpinkten
tezamen met onze kookfamilie, onze pater die dit jaar zijn tiende bivak achter
de rug had, zongen we stil onze liedjes en voerden we onze stukjes op. Het was
een bewijs dat een kampvuur een mooi maar ook een degelijk einde was voor die
Reuze Tof Bivak.
Stilletjes gingen we slapen, hopend dat het altijd
nacht zou blijven, dromend dat Leest duizenden kilometers verder lag.
Nogmaals dank aan alle Leestenaars die ons geholpen
hebben dit tof bivak te mogen meemaken. We danken ook onze kookploeg, de pater
in het bijzonder, ook de leiding die dank zij hun voorbereiding het bivak tot
een welgeslaagd einde brachten. Ook dank aan alle Chirojongens voor dit tof
samenspel. (De Band september
1975)
1975 Van 7 tot 17
augustus : Bivak Chiromeisjes te St Joris-Weert
Beladen met de zon en ons fietske lieten we op 7
augustus Leest achter ons om de tot dan toe nog rustige Kluis onveilig te
maken.
Na een afmattende verkenningstocht per afdeling kroop
ieder in zijn slaapzak, dit betekende dan ook het einde van onze eerste dag in
ons nieuw tehuis.
De volgende dagen amuseerden we ons reuze, zodat het
veel te vroeg naar onze zin bezoekdag was. Alhoewel de zon niet van de partij
was, waren de chirofans dit wel. Er werd gevolksdanst door de grootsten en de
kleinsten haalden allerlei apentoeren uit.
Maandagmorgen brachten de kleinsten al heel vroeg
leute in onze nog slaperige koppen, het was immers hun eerste bivakdag.
Dinsdag veranderden wij de Kluis in een circus. De
volgende dag trok elke afdeling er op uit. De kleinsten gingen te voet, de
grootsten waagden zich wat verder met de fiets. Ondanks onze vermoeidheid door
de beklimming naar de Leeuw van Waterloo konden wij, aspiranten, toch nog
smullen van het naar gewoonte- lekkere eten.
De laatste dagen vlogen voorbij zodat we, zonder het
goed te beseffen, reeds hout aanhaalden voor onze laatste avond : het kampvuur.
Dank zij de opkomst van talrijke chirosympathisanten en de inzet van ons allen
werd het een zeer toffe en gezellige avond.
Zondagmiddag 17 augustus vertrokken we dan in de
pletssende regen (Sint-Joris-Weert weende immers om ons vertrek) naar Leest.
Deze tien dagen leerden ons weer dat het mogelijk is
om met verschillende leeftijden en uiteenlopende karakters een tof bivak op te
bouwen.
Dank aan allen die zich hiervoor inzetten ! (De Band september 1975)
1975 1 augustus
1975 Klein-Brabant Vaartland : Beroepsrenners te Tisselt : Eddy Van Hoof
werd tweede.
Dit jaar kreeg Eddy
Van Hoof een contract bij het Molteni-team van Eddy Merckx.
Wie onlangs Sporttribune gevolgd heeft, kon maar
alleen concluderen dat het voor vele renners een uitzichtloze toestand geworden
is.
Velen vinden geen plaats meer bij de ene of de andere
groep of merk, anderen beklagen zich over de onderbetaalde te leveren
prestaties, t.t.z. mindere prestaties en het driedubbel als te
betalen vergoeding, en dan nog anderen komen er resoluut voor uit dat allerlei
middeltjes
worden gebruikt om opgepept te worden enz.
Er was dus misnoegen vast te stellen, en er zijn er
dan ook die eenvoudig de fiets aan de haak gehangen hebben, ofwel zinnens zijn
er mee te stoppen.
Het is dan ook verheugend te mogen vaststellen dat
Eddy Van Hoof niet op het gladde ijs is terecht gekomen, maar opgenomen werd in
de ploeg Molteni, met kopman Eddy Merckx.
Wat bewijst zulks : eenvoudig dat diegenen die wel
negatieve kritiek wisten uit te brengen op zijn prestaties ten onrechte
trouwens- de domper op hun neus krijgen, en anderzijds dat zijn
verrichtingen naar waarde werden geschat.
Terloops moge aangestipt, dat reeds verschillende
Leestenaren aan wielrennen hebben gedaan, maar het zware labeur niet hebben
kunnen blijven torsen en stopten.
Het is in feite de eerste Leestse wielrenner die de
respectievelijke categorieën heeft doorlopen, steeds met dezelfde betrachting
volhouden en niet versagen, en die wil wordt thans bekroond. Dit feit zal met zich
brengen dat de esbattementen nu meer naar buitenuit zullen kunnen gevolgd
worden.
Wij sturen langs deze weg aan Eddy Van Hoof onze beste
wensen voor het bereikte resultaat, en daarbij een mooie toekomst.
(De Band enkel
jaartal bekend)
In 1974 reed Eddy voor MIC-Ludo- De Gribaldy,
in 75 voor Molteni (met kopman Eddy Merckx), in 76 voor
Zoppas-Splendor-Sinalco (met als kopman Eric Leman) , in 77 voor
Flandria-Velda, in 78 voor Avia-Groene Leeuw en in 1979 voor Fangio-Iso-Bel.
In 1973 won hij te Welkenraedt de 3de
rit in de Ronde van Luik en eindigde hij tweede in het eindklassement.
Datzelfde jaar werd hij ook tweede in het eindklassement van de Ronde van de
Provincie Namen.
In 75 werd hij 3de in de
Omloop Schelde-Durme en behaalde dezelfde plaats in de Omloop van het Zuidwesten
(Hulste/Ingelmunster). In 1976 werd hij 2de inEkeren en in 1977 zou de Leestse wielrenner
de Grote Prijs van Mechelen op zijn palmares schrijven. Achttien jaar nadat
een andere Mechelaar, Louis Van Huyck, hem dat had voorgedaan.
(Siteducyclisme.net)
Fotos :
-Spurter Rudy Van Hoof kwam te Bornem afgescheiden toe
en veroverde meteen zijn achtste palm.
-Rudy Van Hoof naast streekrenner Thomas temidden van
hun supporters.
-Broer Eddy werd te Tisselt in een millimeterspurt
verslagen door K. Loysch.
Toen schatbewaarder Willy Van Hoof
het chalet van de oudste Leestse
Voetbalvereniging wilde openen
stelde hij vast dat de deur openstond.
Met geweld opengebroken, evenals de
lade van de toog.
Er ontbrak ongeveer 300 frank in muntgeld.
Chips en sigaretten bleven
onaangeroerd.
(VVH)
1975 Zondag 11 mei
: Rust Roest bracht In geweten niet belast. (advertentie uit De Band
bovenaan)
Deze vertoning stond
in het teken van de tiende verjaardag van het overlijden van Staf Bruggen, een
pionier van de Vlaamse toneelkunsten. Het toneelseizoen 1974-75 werd door de
Vlaamse
amateurgezelschappen
het Staf Bruggen-jaar genoemd.
De recensent van De
Band hierover :
Ter herdenking van het 10-jarig jubileum van het
overlijden van Staf Bruggen, één der meest veelzijdige en bekende Vlaamse
acteurs, heeft het Staf Bruggen-comité dit seizoen in het teken gesteld van S.
Bruggen.
Om hieraan gevolg te kunnen geven heeft de
toneelvereniging Rust Roest het passend gevonden om een stuk te kiezen van
een Vlaams schrijver, nl : In geweten niet belast van Frans Cools. De enige
opvoering had plaats op zondag 11 mei in de Parochiezaal te Leest.
We kregen een lichtblauwe huiskamer voor ons met
klassieke meubeltjes die de firma Bel Meubel uit Kapelle-op-den-Bos even voor
hen uitgeleend had. Rechts was er een eethoek die in het 1ste en 2de
bedrijf feestelijk gedekt was en links een salonnetje met kas. Het decor was
uitstekend verzorgd, behalve dan een flesje bier dat achter één van de
tafelpoten vergeten was na de pauze.
Het was een spel in vier bedrijven. Op de vooravond
van Erikas verjaardag, dochter van Sex en Dr. Werner Krauz krijgen ze
onverwacht bezoek van Dr. Frans Neurath, een collega van Dr. Krauz, die tijdens
de oorlog met hem heeft gewerkt in de gevangenkampen, waar zij proeven deden op
Joodse gevangenen. Werner Krauz wil die tijd vergeten, daarom heeft hij er zijn
familie nooit over verteld. Terwijl Dr. Neurath dit onrecht nooit heeft kunnen
vergeten en daardoor aan de drank is geraakt. Ben Fisher, een jooden verloofde van Erika, die ook is
uitgenodigd op het verjaardagsfeest, ziet dat Dr. Krauz iets verborgen houdt.
Dit maakt hem zo nieuwsgierig en hij komt, langs Dr. Neurath, te weten van de
proeven op de weerstand van de mens aan luchtdruk. Krauz wil vermijden dat er
verder nog iets uitlekt over zijn verleden en weet handig een natuurlijke dood
aan Neurath te suggereren. Ben Fisher drijft Dr. Krauz in het nauw zodat deze
moet bekennen.
Hier rijst de verantwoordelijkheid van het individu
tijdens de oorlog. Is men verantwoordelijk voor de daden die men onder dwang
verricht, of is hiervoor eerder een ganse gemeenschap verantwoordelijk ?
Daarom herhaalt Dr. Krauz steeds dat hij in geweten
niet is belast. Deze schijnwaarheid moet hij uiteindelijk afleggen en bekennen
dat hij fout is geweest.
In de hoofdrol van Kreuz zagen we een uitstekende
Guido Hellemans, zijn kunde kennende hoeft hier niets meer aan toegevoegd
worden.
Er kan alvast onderschreven worden dat de medespelers
Renilde Polfliet, zijn vrouw, Mariette Verbeeck en Eddy Moortgat (als hun
dochter en zoon), Pierre De Wit als Dr. Frans Neurath en Wilfried Hellemans als
Ben Fisher, een mooie krachtinspanning hebben geleverd om dit zware stuk tot
een goed einde te brengen, en daarin zijn zij dan ook gelukt.
t Was wel degelijk gewaagd, maar degelijk geslaagd
!
De regie was in handen van Alfons Hellemans, die we
evenzeer prijzen voor zijn werk. In elk geval zal niemand zich die avond
verveeld hebben, want het gevaar schuilde er altijd in, wanneer met liefhebbers
een tragedie gespeeld wordt.
In het volgende
nummer van De Band schreef H.G. daarover onder de titelEven
nakauwen op Rust Roest :
Wij gaan akkoord met V.M. waar zij in het vorige
nummer van De Band proficiat wenst aan de acteurs van In geweten niet belast
(amaai wat een titel) om de krachtinspanning die zij geleverd hebben om het
zware stuk tot een goed einde te brengen. Wij waarderen het trouwens ten volle
dat er nog mensen zijn te Leest die van hun vrije uren wat kunnen afknijpen om
aan toneel te doen en wij verwachten hen nog op de planken.
Toch hadden wij liever een ander stuk gezien, dat
minder kwam aandraven met zware gewetensconflictenen met een thema dat door de werkelijkheid en
de T.V. afgesleten en achterhaald is. Ik betwijfel trouwens of één van de kijkers
uit de zaal in dat gewetensproces werd meegesleept (wat tenslotte de
bedoeling van toneel is, dunkt me). Hun interesse ging veel meer naar de
spelers zelf dan naar de figuur die zij vertolkten.
Daarom hadden wij liever een goeie klucht gezien die ons
op zondagavond eens hartelijk liet lachen en ons voor een paar uren onze wekendaagse
stress en problemen liet vergeten. Een stuk op het niveau van onze volksmensen
en onze spelers.
CECILIAFEESTEN metEuropees
Kampioenschap voor Brass Bands te Leest
De inzet van deze
feesten, die plaatshadden in een reuzentent in de Kouter, werd gegeven op
donderdag 1 mei met de DOLLE NACHT.
De Nederlandse
succesgroep The Rockets trad op samen met Peter West en orkest.
Inkom 100 frank (80
frank in voorverkoop).
Op vrijdag 2 mei
werd er overgestapt naar de GEKKE NACHT . Een avond met vijf vedetten :
het bekende komisch duo Gaston Berghmans-Leo Martin, animator Carlo
Bertels, Ann Desender (bekend als winnares van Ontdek de Ster) met orkest en
de Nederlandse popgroep Bien Servi met Raymond van het Groenewoud.
De daaropvolgende
zaterdag besloot men met de PLEZANTE NACHT ,met de bekende
BRT-presentator Jos Baudewijn, met zangeres Ingriani en haar orkest en als clou van de
avond The Strangers, de vier Antwerpse spuiters.
Stan Gobien schreef
daarover het volgende :
In 1975 kregen de Ceciliafeesten een ander uitzicht.
Omdat de bal- en showavonden zo goed waren meegevallen, werd gehoopt dat de
feesttent de
eerste drie dagen van mei zou vollopen. Een heel pak
vedetten en pseudo-vedetten was geprogrammeerd : The Rockets of het orkest van Peter
Koelewijn, een zekere Peter West, Leo Martin en Gaston
Berghmans, Anneke Desender, Raymond van t Groenewoud, Ingriani en nog eens een
keer De
Strangers. Jos Baudewijn, de bekende BRT2-producer was
een van de presentatoren die tijdens deze ontspanningsavonden optrad.
In een van zijn bekende liedjes zingt Raymond van t
Groenewoud : Ik heb zalen doen vollopen, ik heb zalen doen leeglopen Naar
verluidt heeft de zanger
voor het laatste deel van deze tekstregel voroal
inspiratie opgedaan in de feesttent te Leest in 1975. Maar ruim een jaar later
wordt hij een enorme
publiekstrekker en onbetaalbaar voor St.-Cecilia
Leest
Het allereerste Europees Kampioenschap voor brassband
vond plaats in Leest
Op de Ceciliafeesten 1975 werd het eerste Europees
Kampioenschap voor Brassbands georganiseerd. Omdat deze orkestvorm op het
vasteland, vooral in Nederland en Vlaanderen, ondertussen vrij bekend was
geworden, werd besloten een muziekwedstrijd te organiseren waaraan uitsluitend
brassbands konden deelnemen.
Stan Gobien had in 1974 voldoende internationale
contacten opgebouwd zodat een wedstrijd tot de mogelijkheden behoorde. Het werd
vooral op muzikaal gebied een succes en de brassbandbeweging in Vlaanderen kwam door deze
muziekwedstrijd in een stroomversnelling.
Een paar maanden na afloop van de Ceciliafeesten 75
kon een dertigtal leerling-muzikanten worden ingeschreven. Omdat er met plezier
werd teruggedacht aan de show- en
drumbandwedstrijd van 74 besloot de fanfare te starten
met een trommelkorps. Voor de opleiding van deze jongeren zou niemand minder
dan Jean-Piet Leveugle zorgen.
De meisjes en jongens kregen eveneens lessen notenleer
en velen onder hen zouden later naar de muziekacademie of naar het
conservatorium gaan.
Na ruim twee jaar, op 2 december 1975, liepen de wegen
van dirigent Frans Dierickx en St.-Cecilia Leest uit elkaar. Het ongenoegen bij
sommige bestuursleden was al beginnen groeien na de concertwedstrijd van 11 mei te Tisselt,
waar 85% en een eerste prijs met grote onderscheiding werd behaald. Gezien de
omstandigheden, slechts één week na de organisatie van de Ceciliafeesten, was dit echter niet
zon slecht resultaat. De sfeer werd nadien negatief beïnvloed omdat sommige
Cecilianen langs de neus weg opperden dat de jeugdfanfare beter misiceerde dan de grote
fanfare
Net als bij de vorige dirigentenwisseling had deze
evenzeer consequenties voor de samenstelling van de fanfare. Weer verlieten er
muzikanten St.-Cecilia Leest om het elders te proberen. Het bestuur drong bij Rik De Bruyn aan om
terug de dirigeerstok in handen te nemen. Veeleer met enige tegenzin nam hij de
opdracht aan. Hij besefde dat hij nog nuttig werk kon verrichten door op zijn gekende manier
te werken aan de eensgezindheid bij de muzikanten. Ook deze keer lukte het. De
beroering en de deining na de dirigentenwissel ging stilaan over in rust en vernieuwde eendracht.
Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle dirigent (zie verder 1976 1 september)
In De Band van juni
1975 vonden we ook een definitie van een Brassband :
Brass-Bands zijn volksmuziekverenigingen die noch
fanfare, noch harmonie zijn. De samenstelling bestaat uit een groep
koperblazers met een gewone bezetting van ongeveer 30 muzikanten. Samengesteld
uit 5 eerste cornetten, een repianocornet, een bugel, 2 tweede en 2 derde
cornetten, 3 althoorns, 2 baritonhoorns, 2 tubas, 3 trombonen, 2 es-bassen, 2
bes-bassen en tot 4 slagwerkers. Dit alles geeft een typische klankkleur, de
brass-sound.