Het klooster van Leliëndael naar een aquarel
van De Noter.
Jan
Baptist De Noter (°Walem 30/11/1786, +Mechelen 08/05/1855) tekende en
schilderde tussen 1830 en 1850 in opdracht van de archivaris van het
aartsbisdom Schoeffer 350 aquarellen van Mechelen. Door hun eigen stijl zijn ze
zeer herkenbaar, de tekeningen zijn ingekleurd met grote kleurvlakken in zacht
coloriet. De lucht is bijna steeds lichtblauw met altijd dezelfde drie wolken.
Een rookpluim stijgt op uit een gebouw, waarvan hij de monotonie doorbreekt
door er enkele figuurtjes bij te tekenen. De Noter baseerde zich vooral op de
oude stadsplannen van Mechelen en op het werk van J.F. Mandulijn (1751-1843).
(Het Klooster van Leliëndael,
Heemkundekring Hoembeka, 1984)
1981 Septembernummer De Band : Moet er geen zand zijn !
Het
verbreden en versterken van de Zennedijk, het aanvoeren van zavel vanuit de
zandwinning van het Bos van Aa in Zemst, brengt voor onze dorpsmensen heel
wat ongemakken mee. Wanneer ge langs de Dorpsstraat komt krijg je daarvan een sprekend
bewijs. De vrachtvoerders, die per afgeleverde vrachtwagen betaald werden,
razen als gek naar de Zennedijk, stofwolken achter zich latend die alles
bedekken en door kieren en ramen in de huizen dringen.
Voetgangers
en fietsers zijn niet meer veilig voor de aanstormende reuzen. Sommige
chauffeurs weten zich de sterkste en steken dreigend de vinger op naar kinderen
die het zebrapad oversteken of brengen hun vinger aan hun hoofd, kwaad kijkend
naar fietsers die richting Mechelbaan nemen. Zij zijn de baas in Leest en
iedereen moet plaats ruimen voor de zandstormers van de dijk.
Je
merkt zo dat alles vlug moet gaan en ze zijn ondertussen bijna doorgestoten tot
Hombeek.
Het
kapelletje van Leliëndaal dat reeds jaren aan de Zennedijk staat temidden van
uitgestrekte weiden en velden werd vlug verplaatst naar veiliger oorden. Het
staat nu aan het eind van de Laerestraat rechts langs de wandeling naar
Hombeek.
Dat
kapelletje herinnert ons aan het klooster van Leliëndaal, dat in 1233 gebouwd
werd in de uiterste hoek van het toenmalig Neer-Hombeek, langs de oude weg naar
Leest. Dit klooster werd in 1231 gesticht door Lambertus, pastoor van Hombeek
en het waren de zusters Norbertinessen die er zich vestigden. Rond de pastoor
van de Sint Martinusparochie werd een mooie vrome legende verteld : Lambertus
was een natuurminnaar en ging dikwijls wandelen op de linkeroever van de Zenne.
Elke morgen ging hij luisteren naar het vogelconcert langs de Zenneboorden,
toen nog een heldere en visrijke rivier. Zeven dagen na mekaar zaten de vogels
op dezelfde plaats en de dorpsherder telde tot zijn verbazing nooit minder dan
18 heldere zangertjes. Dat moet een teken van de Schepper zijn, dacht hij,
hij roept me om hier een klooster op te richten waar iedere dag van de week
een loflied wordt gezongen tot de Heer. Daarvoor heeft de Heer die nederige
vogeltjes gebruikt om mij een boodschap te brengen. Hijzelf stelde zijn
bezittingen ter beschikking om dat klooster te bouwen. Het ontbrekende geld
werd door de parochianen samengebracht en Wouter Berthout, de grondheer stelde
zijn grond ter beschikking en verleende hulp om dit klooster te bouwen.
Het
klooster van Leliëndaal rees op uit het Zennedal en werd bevolkt door 18 vrome
maagdekens. Norbertus werd hun patroon. Het getal 18 werd steeds streng
geëerbiedigd. Volgens sommige bronnen zouden zelfs de 18 vogeltjes van pastoor
Lambertus de eerste mis in het klooster hebben opgeluisterd met hun gezang. Enkele
keren gebeurde het nochtans toch dat het cijfer 18 werd overschreden en de
legende vertelt dat in dit geval de proost en de priorin van het klooster in
hetzelfde jaar stierven.
Van
O.L.Vr. van Leliendaal zijn te Mechelen nog zeven beelden op de openbare weg
terug te vinden, o.m. in de Bruul (Jezuietenkerkgevel), in de Keizerstraat,
Augustijnenstraat, Arme Klarenstraat, enz. De bekering van St. Norbertus wordt
uitgebeeld op de prachtige preekstoel van de St. Romboutskathedraal.
In
1627 werd begonnen met de bouw van het eerste burenhuys of pastorij te Leest.
Bij het aanbrengen van de fundamenten gebruikte men steengruis afkomstig van
het klooster van Leliëndaal, dat in 1580 door de geuzen volledig werd verwoest.
Oude
boeren in de streek spreken van een doorwaadbare plaats in de Zenne op de
hoogte van de Laerestraat en Stuivenberg. Zou misschien Stuyvenberg niet zijn
ontstaan te danken hebben aan t klooster van Leliëndaal ?
Op
een recente luchtfoto van de Zenne daar werd een donkere strook waargenomen,
die wel eens een verharde doorwaadbare plaats zou kunnen aangeven.
Bij
de afbraak van de oude Hombeekse pastorij werd een kleine zuil ontdekt met het
schild van Leliëndaal. Ze werd opgegraven in het begin van deze eeuw bij het
rechttrekken van de Zenne.
Met
tien ponyruitertjes vertrokken we voor een week naar Pulderbos (Zandhoven). Op
voorhand waren er al 7 tenten geplaatst, bij onze aankomst werd dan alles
uitgeladen en op zijn plaats gebracht. Daarna gingen we met onze pony de
omgeving verkennen, en of dat meeviel ! Dennenbossen en landwegen, wat kan een
ruiter meer wensen ?
We
hebben dan ook 3 dagen gereden dat de stukken er af vlogen. De 4de
dag hebben we dan ook een rustdag genomen.
Woensdagavond,
bezoekavond. Er werd voor de ponyruitertjes haring gebakken en door de ouders
opgegeten.
Zondag
terug naar huis, moe maar tevreden.
Langs
deze weg nog hartelijk dank aan onze vervoerders en schenkers van alle
eetwaren, groenten, enz.
Tijdens
het kamp werd er ook door een BRT-ploeg een filmpje gemaakt over ponys. De
uitzending gaat door op 10,16 en 19 november. (DB,september 81)
1981 Maandag 24 augustus Gazet van
Mechelen : Van Paard gevallen
Tijdens het afgelopen weekeinde is
Gert De Prins, wonende aan de Kleine
Heide 27 te Leest, van zijn paard
gevallen. Bovendien kreeg hij nog een trap.
Het slachtoffer werd naar het
St.-Jozefziekenhuis te Mechelen overgebracht.
Doch gezien de aard van de
opgelopen verwondingenmoest Gert De
Prins
naar het St.-Rafaëlziekenhuis te
Leuven worden overgebracht.
1981 Dinsdag 25 augustus : Reis
Landelijke Gilde
1981 Donderdag 27 augustus : Volksdansoptreden
door een groep uit Quimper (Fr.)
Op de terreinen van VV Leest.
1981 September : V.V.Leest bij de
start van een nieuw voetbalseizoen
1981 27 juli : De Leestenaars kregen
die dag volgende folder van de K.F. St.-Cecilia in hun
bus :
Mogelijkheid
om als lid toe te treden tot de vereniging
Het
is best mogelijk dat u wenst lid te worden van onze vereniging. Misschien bent
U al lid en kent U in uw buurt, bij uw familieleden, vrienden of kennissen
mensen die wensen lid te worden. Dat kan door onderstaand formuliertje in te
vullen. Het kan afgegeven worden bij de bestuursleden of in het lokaal van de
vereniging, St.-Cecilia, Dorpsstraat 6 te Leest.
Opdat
nieuwe leden zouden weten wat er zoal gedaan wordt door de vereniging sommen we
hier de doelstellingen op :
1.
Het maken van muziek in verschillende orkestvormen (drumband, brass band,
fanfareorkest).
2.
De aangesloten muzikanten en drumbandleden de mogelijkheden verschaffen opdat
ze in de meest gunstige omstandigheden kunnen musiceren.
3.
Het deelnemen aan muzikale activiteiten (cocnerten, wedstrijden).
4.
Het opleiden van jongeren eventueel in samenwerking met de erkende
muziekacademieën en conservatoria.
5.
Het organiseren van muzikale activiteiten (wedstrijden, concerten).
6.
Het opluisteren met muziek van activiteiten van officiële aard en ev. van
plaatselijke verenigingen.
7.
Het organiseren en deelnemen aan allerlei socio-culturele en sportieve
activiteiten in groepsverband of individueel.
8.
Zorgen voor ontspannende activiteiten voor alle aangesloten leden en
muzikanten.
Wat
is de taak van het bestuur ?
1.
Ervoor zorgen dat de doelstellingen worden uitgevoerd.
2.
Voorstellen van muzikanten en leden bespreekbaar stellen op de
bestuursvergadering; verslag uitbrengen van die bespreking.
3.
De activiteiten en de werking van de vereniging aan de muzikanten en de leden
kenbaar maken : -schriftelijk, door het fanfareblad mondeling : op de
wekelijkse repetitie.
Wat
is de taak van de muzikanten en de leden ?
1.
Op zoveel mogelijke activiteiten van de vereniging aanwezig zijn.
2.
Actief deelnemen aan het verenigingsleven.
3.
De gestelde doelstellingen helpen verwezenlijken.
Elk
lid betaalt een maandelijks lidgeld. Dit bedraagt op dit ogenblik 30 fr. per
maand.
Als
u dit alles goed vindt, vul dan het onderstaande strookje in en geef het aan
een bestuurslid af ofwel in het lokaal !
We
heten alle nieuwe leden van harte welkom !
Het Bestuur.
1981 31 juli tot 10 augustus : Bivak
Chiromeisjes Grote Brogel
Als
goed-gestemde DO-RE-MIEKES vertrokken we vrijdag, 31 juli naar Grote Brogel op
bivak. De tiptiens en de aspis reden met hun stalen ros, de kwiks en de
tippers werden gevoed met de bus.
We
vertrokken in Leest met prachtig weer en toen we in Grote Brogel aankwamen
vielen de regendruppels uit de lucht tot blijdschap van onze collega-jongens
die met dit weertje afscheid namen van Grote Brogel.
Tien
plezante, boeiende en sfeervolle dagen stonden ons te wachten
Ons bivakthema was : DO RE MI
FA SOL LA SI DO. Uit te leggen als volgt : elke muzieknoot heft een
totaal andere klank. Daarom kunnen we met al deze verschillende klanken tot een
vrolijk liedje komen. Zo is het ook met ons allemaal. Wij zijn allemaal zo heel
verschillend van elkaar, hebben onze eigen talenten en onze eigen tekorten.
Daarom hebben we elkaar echt broodnodig om een fijne leefwereld op te bouwen.
Onze wereld wordt pas echt tof wanneer iedereen eraan meebouwt, zoals een
liedje pas echt mooi is wanneer alle muzieknoten erin voorkomen.
In
dit thema hebben we met 97 jonge mensen geprobeerd een fijne leefwereld op te
bouwen.
Elke
dag was er ook een tip die ons zei waar we die dag eens extra aandacht moesten
aan besteden. Die dagtips luidden als volgt :
-zaterdag
1 augustus : KNAP, ZEG ! Dit was onze eerste volledige bivakdag : we verkennen
de omgeving, we zien al die mooie bossen rondom ons, die mooie bloemekes, de
landelijke wegen en we zeggen : Wat is het hier toch knap, zeg !
-zondag
2 augustus : HART TEGEN HARD. Dit is de dagtip van de sportdag. In groepjes van
ongeveer 7 personen hebben we ons eens extra sportief opgesteld. We deden
hoogspringen, hindernissenkoers, sprint, verspringen, kopstand en wat weet ik
nog meer. Natuurlijk was er ook een prijs aan verbonden. Belangrijk was echter
dat we bij het uitvoeren van al deze activiteiten niet HARD gingen zijn voor
elkaar maar dat we samen speelden met een
HART
: de anderen aanmoedigenen helpen en
écht kansen geven aan elkaar.
-maandag
3 augustus : GEEF ACHT ! WIJ ZIJN AAN DE MACHT ! Oefff ! De leidingsploeg mag
vandaag even uitblazen ! De aspiranten onze oudste afdeling- nemen vandaag de
macht in handen ! Eindelijk eens andere en betere leidsters !?
-dinsdag
4 augustus : NOOTJES VOOR ONZE SAMENZANG. Inderdaad, alle muzieknootjes waren
tot nu toe nog niet aanwezig in Grote Brogel. Maar vandaag, rond 11 uur
ontvangen we onze prutskes en onze speelclub met open armen.
Nu
zijn we voltallig, ons liedje zal nu nog mooier klinken.
-woensdag
5 augustus : HALFWEG ERAAN SLEUTELEN. De grootsten zijn reeds halfweg. En met
zoveel jonge mensen samenop bivak gaan,
dat is wel een hele opdracht. Daarom vonden we het belangrijk om onze gitaar
vandaag eens wat bij te stemmen. We praten
eens
over de voorbije dagen en we zoeken samen naar wat er nog kan verbeteren. We
stemmen onze instrumenten bij om de volgende vijf dagen nog toffer te maken dan
de
vorige
!
-donderdag
6 augustus : DE DENNEN ROEPEN ONS. Met pak en zak en met een strohalm in de
mond gaat iedereen vandaag op trektocht. En t was juist zon snikheet weer. s
Avonds moesten de verbande schouders en billekes goed ingewreven worden
-vrijdag
7 augustus : SAMEN PLOEG(EN). Vandaag spelen we een ganse dag met heel de groep
samen. Een groepsdag stond in het thema van de horoscopen. Per groepje
stonden er zowel kleintjes als groten. In de voormiddag hebben we met al deze
groepjes estafetten gespeeld en in de namiddag was er een groot bosspel.
-zondag
9 augustus : SPETTEREND VUUR. De voorlaatste dag : we laten het chirovuur nog
eens goed branden op deze laatste volledige bivakdag ! En s avonds houden we
een kampvuur als bekroning van het bivak.Wat een spetterend vuur, zeg !
-maandag
10 augustus : JIJ BENT FORMIDABEL ! De laatste dag. We hebben 10 dagen SAMEN
geleefd, gespeeld, gegeten, We hebben elkaar een heel stuk beter leren kennen.
Sommigen en misschien vele mensen hebben we echt ontdekt of herondekt met hun
talenten en hun goede kanten. Bij iedereen is immers iets goeds te ontdekken !
Echt mens, jij bent formidabel ! Hopelijk blijft er van die goede sfeer die er
in elke afdeling op bivak heerste achteraf nog veel bestaan. In ieder geval,
daar doen we ons best voor.
Het
bivak 81 in Grote Brogel zit er weeral op en we mogen zeggen dat het een tof
bivak was. Met frisse moed starten we in september het nieuwe chiro-werkjaar.
Hopelijk wordt het weer fijn !
Samenstelling
van het fanfare-orkest dat optrad op zondag 19 juli 1981 te Kerkrade
Dirigent :
J.P. Leveugle
Edward
De MaeyerBart
Lauwens
Alfons
Van AschRik
Lauwens
Hendrik
VerbeeckLudo
Robbens
Emiel
VerschuerenJozef
Van Asch
Jan
De DeckerMaria Van
Kerkhoven
Lieve
Van KerkhovenMichel
Leveugle
Antoon
LauwensWillem
Lauwens
Hubert
De BorgerLinda
Van Alsenoy
Patrick
LeveugleGünther
Schipman
Stan
GobienRik
De Bruyn
Ghislaine
PoedtsLouis
Verschuren
Nicole
MoortgatWilliam
Blockmans
Jan
De BorgerAndré
Walschaers
Ronny
Van der AuweraLeopold
Huybrechts
Maggy
De BorgerJulien
Lauwers
Johan
De WinLuc
Verschueren
Luc
VertommenFreddy
Walschaers
Jan
Van MedegaelDanny
Robbens
Vera
Van MedegaelJef
Vloeberghen
Christel
De MaeyerEugeen
Vloeberghen
Juul
VloeberghenHans Verschueren
Ingrid
PolspoelAlbert
Robijns
Christa
PolspoelJozef
Aerts
Ann
Van RoyConstant
Van Alsenoy
Ilse
LauwensAlbert
Van Alsenoy
Patrick
HuybrechtsRobert
Leveugle
Walter
Van de VennePaul
Van Roy
Serge
PiessensKamiel
Verschueren
Edy
Van AschAnn
Van den Vondel
Patrick
De HondtHendrik
Verschueren
-Onze
jongste muzikanten : Vera Van Medegael & Ronny Van der Auwera (12 jaar).
-Oudste
muzikant: Eugeen Vloeberghen (79 jaar).
-Gemiddelde
leeftijd van de meisjes (22% van de muzikanten) : 16,5 jaar.
-Gemiddelde
leeftijd van de jongens (78% van de muzikanten) : bijna 34 jaar.
-Gemiddelde
leeftijd van het ganse korps : iets meer dan 30 jaar.
Het Bestuur.
Dit
was nog niet de sterkste of volledigste orkestbezetting.
-Franky
Lauwens en zijn vriend Rudy Peeters waren soldaat en kondenniet alle repetities meemaken. Om die reden
speelden ze niet mee en Linda Moons was in blijde verwachting
1981 Van 21 tot 31 juli : Bivak
Chirojongens te Grote Brogel
De dag voor het vertrek deden de
chiro-jongens een omhaling in de gemeente om hun bivak te sponsoren vooral met
groenten en aardappelen. Suiker hadden ze nog voldoende in voorraad. Daarvoor
werd de gemeente in twee gedeeld, de jongens deden de helft van de straten aan,
de meisjes op 30 juli de andere helft.
Op
21 juli was het weer zo ver. De mannen van de chiro vertrokken weer op bivak.
Dit keer werd Grote Brogel, nabij Peer, de uitverkoren kampplaats. Grote Brogel
is zon typisch Limburgs dorpke waar de huizekes aan de kerk kleven en de
boerderijen in de schaduw van de bossen stille getuigen zijn van het harde
labeur dat moet geleverd worden door de boeren om de keiige zandgrond te
bewerken.
In
één van die boerderijen, de Heidehoeve, gingen we 10 dagen samen leven en
spelen onder het thema De droom van een boom. t Was echt tof, t weer viel
mee en de omgeving had ons veel te bieden. En we hebben met volle teugen van
dat alles genoten. Samen hebben we wat geluk proberen te beleven, eenvoudig,
gratis geluk, en toch niet te betalen.
En
dat geluk vonden we in de kleine dingen en elk moment dewelke de dag ons
schonk.
Ik
denk aan de rust. Rust na een reuze dag met springlevende mannen waar pit in
zit. Koffiekannen van vroeger vullen en dampende koffie schenken. Spetterende
spelen bedenken en blauwe bulten krijgen. Dagen dieper lucht insnuiven en
hoge bomen vangen. Wakker worden met de hanen en opstaan met de dag die
openritst. De schouderklop van een vriend die warme vriendschap betekent, en
nog veel meer.
Het
bivak was weer een bevestiging van het feit dat jonge mensen in deze crisistijd
nog zin hebben om er samen iets van te maken, om elkaars talenten te leren
ontdekken en mekaar te waarderen in een sfeer die eigen is aan de chiro.
Vanaf
september starten we dan terug vol enthousiasme met een nieuw jaarthema : WEER
JEZELF MET MEER.
En
dat zullen we dit jaar zeker trachten te doen !
De chiroleiding.
1981 Zondag 26 juli : Georges
Veillez Ridder in de Orde van Leopold II.
Na het plechtig Te Deum ontving
Georges Veillez, tijdens een receptie op het
oud gemeentehuis, de onderscheiding
van Ridder in de Orde van Leopold II.
Jan-Piet
Leveugle die de Leestse fanfare naar een nieuwe wereldtitel leidde.
1981 Zondag 19 juli : Kon.Fanfare
St.-Cecilia WERELDKAMPIOEN
Wereldtitel voor Sint-Cecilia uit Leest.
De
Kon. Fanfare St.-Cecilia uit Leest o.l.v. Jan-Piet Leveugle heeft op het
Wereld Muziek Concours te Kerkrade (Nederland) de wereldtitel gewonnen in de
ere-afdeling voor fanfares.
Dit
Wereld Muziek Concours wordt om de vier jaar georganiseerd door de stichting
WMC.
Deze
vereniging groepeert alle belangrijke verenigingen van Kerkrade en omstreken.
Op
het Wereld Muziek Concours traden dit jaar korpsen uit 29 landen op, tot zelfs
uit de Verenigde Staten van Amerika en Canada, Indonesië en Nieuw-Zeeland.
De
Leestse fanfare nam voor het eerst aan deze wedstrijd deel in 78 in de
uitmuntendheidsafdeling voor fanfares. Deze eerste keer werd al direct de
wereldtitel gewonnen in deze afdeling. Dirigent en muzikanten hadden zich toen
al erg hard moeten inspannen om deze titel te behalen.
In
1976 werd Jan-Piet Leveugle als dirigent aangetrokken nadat hij al een jaar de
drumband van de fanfare onder zijn leiding had staan. Hij zou met de fanfare
terug vanaf de laagste afdeling starten.
Nog
datzelfde jaar werd de vereniging provinciaal kampioen Fedekam in de 3de
afdeling fanfares.
In
1977 werd het korps Belgisch kampioen in de 2de afdeling.
In
1978 werd de 1ste afdeling overgeslagen en trad het korps op in de
uitmuntendheidsafdeling. Na een paar overwinningen in vrije muziekwedstrijden
werd de vereniging wereldkampioen in deze afdeling met 311/360 punten en een
eerste prijs.
In
1979 werden weer een paar vrije wedstrijden gewonnen.
In 1980 werd er weer eens aan een Belgisch kampioenschap meegedaan. Het
fanfarekorps werd weer Belgisch kampioen in de afdeling uitmuntendheid
fanfares bij het Muziekverbond van België.
Ere-Afdeling
Van
4 tot en met 27 juli ll. werd dan weer eens het WMC georganizeerd.
Een aantal vooraanstaande Belgische korpsen schreef in. Sint-Cecilia Leest zou
deelnemen in de ere-afdeling fanfares. Kenners hadden de Kon. Fanfare
St.-Cecilia Mechelen-Leest rekening gehouden met de prestaties van 1978 en met
het peil van de Belgische korpsen in t algemeen- een nipte eerste prijs
toegemeten (288/360 punten).
Ze
werden echter in aangename zin verrast toen dit korps zijn eerste maten had
gespeeld.
Ze
stonden verwonderd van de prachtige sound die dit korps produceerde.
Daarbij
werd er een maand voor de wedstrijd keihard gewerkt door dirigent en
muzikanten. De laatste week voor de wedstrijd was er elke dag een repetitie die
2 à 3 uur duurde.
De
jury gaf aan de K.F. St.-Cecilia uiteindelijk 324/360 punten, een eerste prijs
met felicitaties. Het is de eerste keer dat een fanfare in de ere-afdeling een
zo hoog puntenaantal behalen kon. (GvM, 3/8/1981)
De Leestse fanfare daarover in De
Band van augustus 1981 en in haar ledenblad :
Op
zondag 19 juli ll. namen we met succes deel aan het Wereld Muziek Concours te
Kerkrade in de 2de divisie fanfares. We behaalden een eerste prijs
met onderscheiding of een totaal van 324/360 punten.
Felicitaties
en gelukwensen werden reeds met pakken uitgedeeld en ontvangen. Langs deze weg
houden we er nogmaals aan de dirigent en muzikanten van harte geluk te wensen.
Iedereen
heeft hard gewerkt, zeker de laatste weken. De laatste week is wat betreft onze
vereniging een uniek gebeuren geweest op het gebied van de voorbereiding. Alle
dagen waren er repetities, uitgezonderd één dag ! Nu hebbenwe bewezen dat er dank zij werken en oefenen
heel wat kan bereikt worden. We danken ook de heren Jan Segers en Andreé Van
Driessche voor hun gewaardeerde adviezen bij de voorbereiding van de wedstrijd.
Al die dingen samen hebben geleid tot deze 1ste prijs met
onderscheiding.
Met
dit optreden en met dit resultaat zullen sommigen nu toch een aantal dingen moeten
toegeven :
1.
Onze dirigent, J.P. Leveugle, wordt bij onze noorderburen en bij mensen van
brass bands gerekend tot de topdirigenten. Nu zal hij ook in ons land wel bij
de top gaan gerekend worden. Dat hebben we ondervonden na de uitvoering en
zeker na het bekend maken van de resultaten.
2.
Praktisch alle korpsen zijn aangetreden met beroepsmusici. Wij hadden er ook
één willen meenemen, nl. André Philippe, om de partij van kleine cornet te
spelen. In Alfons Van Asch bezaten we echter iemand die ook naast de cornet
soli deze hoge noten kon blazen op een gewone cornet. Bij ons was er dus geen
enkel beroepsmusicus bij !
Nu
we dat weten, hebben we veel meer deugd aan dit resultaat.
Het
is een succes voor de groep als geheel. Er waren juist 60 deelnemers en onder
hen was er geen enkel beroepsmuzikant.
3.
We behaalden 90% van de punten. In 1978 en in 1974 werd er in deze afdeling
nooit zon hoog puntentotaal gegeven. Het was dus een glansprestatie !
Maar wij
hebben ook naar het programma van Rond de Kiosk geluisterd. En nu moeten we
toch zeggen dat we ons verplicht werk al veel beter hebben gespeeld. Er zijn
nog teveel muzikanten die zoveel faalangst en spanning te verwerken hebben,
voor, tijdens en zelfs na de wedstrijd dat ze er bijna kapot van gaan. Het zijn
natuurlijk de solisten die daarvan het meest te lijden hebben, want met hun
prestatie staat of valt het ganse korps.
Eén
van die solisten, nl. tuba-speler Freddy Walschaers, als muzikant zelfs bekend
in Nederland, kon zich nog het best schikken in die zware verantwoordelijkheid.
Toen die aan zijn solos begon, kregen zelfs de juryleden er het bekende
kippevel van, zo juist en met zon muzikale spanning en draagkracht werden
deze gebracht.
Wij
weten niet hoe het mogelijk is dat buitengewoon goede muzikanten zon schrik
hebben voor een voor hen gewone opdracht. Als die solo-trekjes gespeeld moesten
worden door gewone muzikanten, den mochten deze schrik hebben. En meer dan
waarschijnlijk zouden deze mislukken ook !
Maar
gelukkig is er helemaal niets mislukt en de juryverslagen spreken van
uitstekende vertolkingen van de solisten. Dit bewijst alleen maar dat al deze
muzikanten echte klasse hebben ! Je kon wel als je ze op de repetitie had
horen spelen- ontdekken dat het anders klonk in de Rodahal van Kerkrade.
Als
ze nu eens eindelijk gaan geloven dat ook Vlaamse amateurs wat kunnen en niet
moeten onderdoen voor de buitenlandse solisten, dan zullen zij en ook wij nog
verder staan.
Want
daarop komt het bij ons nog in de meeste gevallen aan : geloven in jezelf dat
je wat kunt en dat je voor de anderen niet moet onderdoen ! Geloven dat wat een
ander kan, ieder van onze muzikanten ook kan !
Ondertussen
is het W.M.C. 1981 volledig klaar met de afwerking van het programma.
Zondag
26/7 trad de laatste fanfare in de 2de divisie op. Het was de
fanfare Concordia uit Horst-Meterik in Nederland. Zij konden niet het
puntentotaal bijeenspelen dat door onze vereniging werd behaald. We zijn dus
voor een tweede keer WERELDKAMPIOEN en nu in de ere-afdeling fanfares !
Dus
nogmaals proficiat aan dirigent en muzikanten omdat ze de besten waren ! Maar
we moeten nog verder ! Met het voorradig talent moeten we in 1985 ook wat
kunnen bereiken in de superieure afdeling fanfares. En wie weet ?
Wij
danken alle supporters. Er waren er veel van onze vereniging van Leest en zelfs
van andere korpsen. Als muzikanten hebben we veel steun gehad aan uw
aanwezigheid ook al zagen we u niet zo dadelijk zitten.
1981 Julinummer De Band : Sprokkelingen uit een gesprek met de
Dijkwerkers
Goed
gelaarsd maken we een wandeling langs de Leestse dijken. Terwijl her en der de
gevelde bomen liggen, steekt men elders het vuur aan hopen stammen, takken en
bladeren.
Het
moet vlug gaan, men moet de oprukkende vrachtwagens met zand voorblijven.
-Waarom
steken jullie dat in brand ? t Is energiecrisis en hier ligt het brandhout zomaar
om te grijpen.
-Zolang
men van onze stapels blijft mag iedereen hout komen halen. Ze moeten wel vlug
zijn, want morgen steken we er vuurwerk (autobanden met benzine overgoten) in.
-Is
dat geen zonde tegen de natuur ?
-Er
is hout genoeg, en canadas zijn niet zoveel waard. De stammen worden vermalen
en verwerkt tot vezelplaat. De dikste pakken zagen we op maat. Een stère hout
krijg je voor 600 frank.
-Moesten
die bomen wel weg ?
-Natuurlijk,
ook al maakt men de dijk driemaal zo breed, een dijkbreuk mag er niet komen.
Het water mag er niet door, wel erover. We zitten hier aan 8 meter hoogte
ongeveer en de dijk wordt niet verhoogd, anders zou Antwerpen overstromen.
Leest en Ruisbroek, dat kan nog, Antwerpen niet. Binnen 20 jaar zijn we hier
terug aan t werk. Ja, die bomen staan in de weg, en moeten allemaal weg.
Wanneer
we verder wandelen over Leliëndael naar Hombeek liggen de pasgevelde reuzen te
zieltogen. Boeren hameren aan nieuwe prikkeldraadafsluitingen ronde de
aangrenzende weiden. Op de Zennedijk kreunt eentonig een freesmachine. Hij
freest het hart van de boomwortel uit. Wie zei daar ook weer : De boomwortels
zijn de zwakke plekken in de dijk, daar krijg je dijkbreuken ! ?
Karel.
En in hetzelfde nummerpubliceerde De Distel :
Eenzame
wachter op de kettingzaag
Van
Leest naar Hombeek zijn ongeveer 625 bomen geveld. De grote twijgen werden
verbrand of wachten nog op het vuur.
Wel
228 Amerikaanse eiken, 33 zomereiken, 256 populieren, 4 essen, 35 zwarte noten,
20 lorken, 27 robinias, 10 platanen, 5 esdoorns en 4 trompetbomen kwamen zo
aan hun einde.
De dijkvegetatie die bestond uit duizenden struiken, bloemen en planten werden
letterlijk van de dijk geveegd.
Als we zien met welk een zwart bitumengoedje men de dijk gedekt heeft in
Heffen, dan kunnen we wel aannemen dat deze plantengroei zich niet vlug zal
herstellen.
Zeldzame
planten als de reuze balsemien, fluitekruid, gele lis, kattestaart, e.a. zullen
voorgoed verdwijnen. Voor diegenen die de groene Bleukenswandeling nog willen
maken is het vijf voor twaalf, halfweg heet ze nu wel dijkwerkenwandeling.
1981 Vrijdag 3 juli :
Guldensporenviering te Leest
Heelwat kijklustigen waren naar het
dorpsplein afgezakt om te genieten van een mooi
spektakel . Onder de aanwezigen was
ook een afvaardiging van de Mechelse
gemeenteraad.
Gust Emmeregs, die als presentator
fungeerde, heette iedereen van harte welkom en
kondigde aan dat dit jaar enkel een
beroep gedaan werd op Leestse verenigingen.
De drumband van de K.Fanfare
St.-Cecilia startte de feestelijkheid met een mars. Hierna was het de beurt aan
de allerkleinste leden van de Leestse volksdansgroep
Korneel met enkele gepaste
volksdansjes.
De kinderzang- en dansgroep De
Leestse kinderen kwam toen op het podium met
enkele Vlaamse liedjes en
vervolgens was het de beurt aan de miniemen van V.V.
Leest om hun kunnen te tonen in een
turndemonstratie.
Na dit alles kwam schepen Van de
Sande op het podium en gaf een beknopte historie
van de feiten gebeurd tijdens de
guldensporenslag.
Na nog enkele optredens van de
senioren van dansgroep Korneel mocht de K. Fanfare
St.-Cecilia de viering afsluiten. (GvM,7/7/1981)
1981 Zaterdag 11 juli : 5de
Grote Prijs voor Nationale Liefhebbers
georganiseerd door de Heidevrienden
van Leest ter gelegenheid van de
Heidekermis.
Deze ereprijs Vloerbekleding Piessens
werd medegeorganiseerd door
de supportersclub van de lokale
renner Jean Geerts met medewerking van Gazet
van Mechelen.
Inschrijvingen in café Duivenlokaal
en uitbetaling in café Sportlokaal.
De uitslag is ons niet bekend.
1981 11 juli : Afdelingsreis
Davidsfonds naar de Champagnestreek.
Eerste halte Mons waar de boterhammen
werden opgepeuzeld, dan in één trip naar Reims waar de bus voor de kathedraal
geposteerd werd en iedereen drie uur vrij kreeg.
Van Reims ging het naar de
champagnekelders van Taittinger waar men alles te weten kwam van bereiding en
stockering van dit vloeibare goud maar proeven zat er niet in.
Op de terugreis werd er even verpoosd
aan het meer van Virelles en halt gehouden in Dinant. (DB, juli 81)
In samenwerking met het Ministerie
van Nationale Opvoeding en Nederlandse
Cultuur, het Provinciebestuur
van Antwerpen, het Stadsbestuur van Mechelen,
de B.R.T., het Muziekverbond van
België en de Vlaamse Brass BandFederatie
organiseerde de K.Fanfare
Sint-Cecilia in het Parochieel Centrum aan de Kouter
te Leest de Ceciliafeesten 81. Op
de terreinen achter dit centrum werd een grote
feesttent opgebouwd. Programma :
Vrijdag 5 juni :
-19 uur : Openingsconcert K.F.
St.-Cecilia Leest en drumband
-20 uur : Grote Kaartwedstrijd met
een prijzenpot van 25.000 frank en als eerste
prijs een fiets.
Zaterdag 6 juni :
-16 uur : Muziekconcerten.
-20u30 : Oberbayernbal met de
Emiz-Blaaskapelle en Gust Lancier en brass bands.
Zondag 7 juni :
-14u30 : Internationale
Muziekwedstrijd voor harmonieën, fanfares en brass bands.
Maandag 8 juni :
-13u30 :Internationale Muziekwedstrijd voor
harmonieën,fanfares en brass bands.
-19 uur : Proclamatie en
prijsuitreiking n.a.v. de internationale muziekwedstrijd.
Tijdens de Ceciliafeesten was er
ook een tentoonstelling van instrumenten en
muziekbenodigdheden door Muziek
Center van Willebroek.
Eén teleurstelling dit jaar was dat
er slechts 15 korpsen deelnamen aan de
muziekwedstrijd, 6
muziekverenigingen hadden hun inschrijving ingetrokken.
Teleurstellend
is te moeten vaststellen dat steeds minder korpsen bereid gevonden worden om
deel te nemen aan zulke wedstrijden. Te Leest waren er dit jaar slechts 15
deelnemende korpsen, en nog 6 muziekverenigingen die hun inschrijving
introkken. Spijts alle inspanningen van de Leestse fanfare om de korpsen
financieel te steunen. Tijdens de prijsuitreiking werd iedereen dank gezegd.
Naast heel wat muziekliefhebbers was ook burgemeester Vanroy aanwezig. De jury,
bestond uit voorzitter Jan Segers en de leden André Waignein en André Van
Driessche.
In
de afdeling Harmonieën trad alleen het Harmonieorkest uit Edegem op. Ze
behaalden 548 punten op 600 of een eerste prijs met lof van de jury.
In
de afdeling fanfares traden 5 korpsen op : de Kon. Fanf. De Vreugdegalm uit
Heffen behaalde 564 punten op 600 of een eerste prijs met felicitaties van de
jury.
De
Kon.Fanf. Moed en Volharding uit Heist-op-den-Berg kreeg 536 punten op 600,
een eerste prijs met onderscheiding. De Kon.Fanf. St.-Cecilia uit Belsele
behaalde 489 punten, en eerste prijs en de Kon. Fanfare St.-Cecilia uit
Hombeek kreeg met 504 punten ook een eerste prijs. De Nederlandse R.K.
Muziekvereniging St.-Jan uit St.Jansteen behaalde met 469 punten een tweede
prijs.
In
de afdeling Brass Bands traden drie korpsen op : de Brass Band Union uit
Buizingen behaalde 558 punten of een eerste prijs met felicitaties van de jury,
de Brass Band St.-Cecilia uit Heffen behaalde 493 punten of een eerste prijs
en de Christelijke Jeugdbrass Band Pro Rege uit Heerenveel (Nederland)
behaalde 522 punten of een eerste prijs met onderscheiding.
Het
Harmonieorkest uit Edegem kreeg de beker van de stad Mechelen als winnaar van
de reeks harmonieën. De beker van de organisatoren was ook voor hen voor de
uitvoering van de Belgische compositie (276/300) voor het werk Coast
Impressions van A. Waignein.
De
K.F. De Vreugdegalm uit Heffen mocht de beker van de stad Mechelen in
ontvangst nemen als winnaar in de reeks fanfares en kreeg eveneens de beker van
de organisatoren voor de beste uitvoering van Belgisch werk.
Winnaar
in de reeks Brass Bands was brass band Union uit Buizingen. Hiervoor kregen
ze de beker van de stad Mechelen. Aangezien in deze reeks geen Belgisch werk
gespeeld werd, kon de beker van de organisatoren niet uitgereikt worden. Deze
beker werd dan toegekend aan de jeugdbrass band Pro Rege als speciale
aanmoedigingsprijs.
De
winnaars van elke afdeling mochten uit de handen van J.P. Leveugle nog een
waardevol instrument in ontvangst nemen : de klarinet ging naar Edegem, de
trompet verhuisde naar Heffen en de hoorn naar de brass band uit Buizingen.
Deze laatste band kreeg ook de beker van mevrouw staatssecretaris R. De
Backer-Van Ocken toegekend, aan de tweede gerangschikte in de ganse wedstrijd.
De
algemene winnaar van de wedstrijd, de K.F. De Vreugdegalm uit Heffen mocht
dan nog de medaille van Z.M. de Koning in ontvangst nemen.
Na
de prijsuitreiking werd er nog een receptie aangeboden voor een delegatie van
elke deelnemende muziekvereniging.
De
Ceciliafeesten 1981 behoren reeds tot het verleden, doch men zal nog dikwijls
hieraan terugdenken als muzikale feesten op een hoogstaand peil.
De
organiserende fanfare uit Leest draagt nog steeds de titel van
Wereldkampioen, behaald op het WMC te Kerkrade in 1978 in de afdeling
uitmuntendheid fanfares, een wedstrijd waaraan ze ook dit jaar zullen
deelnemen. (GvM,11/6/1981)
1981 6, 7 en 8 juni : Pinksteren
Voetbaltornooi SK-Leest
Acht verenigingen van Leest namen
deel : SK Leest, Chiro, KWB,
Vevoc (met twee ploegen), SP,
Sint-Cecilia en KLJ.
In de finale haalde KWB het in de
verlengingen van SP met 3-1.
Aangezien dit de derde zege op rij
was ging de beker Jean Van Dam definitief
naar de KWB.
De beker van de fair-play ging naar
de Chiro en Walter Van Praet werd
uitgeroepen tot sportiefste speler
waarna ook hij een beker mocht in ontvangst
nemen.
1981 13 juni : Viering 100 jaar J.
Huyghebaert met medewerking van de Fanfare St.-Cecilia
De Leestse fanfare gaf twee
concertoptredens in het stadscentrum van Mechelen.
(Leest in Feest, Stan Gobien)
1981 15 juni : KVLV-Algemene
Vergadering
Het gezin op de strafbank.
Voor de eerste maal een Algemene
Vergadering op een weekdag.
1981 16 juni : Vertrek bedevaart
naar Lourdes met de Christelijke Bond Gepensioneerden
Er deden 15 Leestenaars mee.
1981 Zondag 28 juni : 7de
Fietszoektocht van Vevoc
De tocht was zo opgevat dat er
gemakkelijk met kinderen kon aan deelgenomen
worden. Vertrek in de parochiezaal
aan de Kouter.
Deelnameprijs : 50 frank per
persoonen 100 frank per gezin.
De afstand bedroeg ongeveer 20 km
en op de controleposten was er drank voorzien.
De prijzentafel bestond uit prijzen
in natura voor een totale waarde van 15.000 frank.
Ondanks het slechte weer was de
opkomst bevredigend. Niet minder dan 9 gezinnen
en een 100-tal individuelen maakten
de zoektocht mee.
Bij de gezinnen won het gezin
Tuyaerts voor de familie Soors.
In het individuele klassement was
de overwinning voor Luc De Rooster voor Jan
Verbruggen, Vera Bruynseels, Ria De
Rooster en Monique Van de Sande.
Steven De Wit, nog niet ten volle 6
jaar oud, kreeg nog een speciale prijs als
jongste deelnemer. Het was reeds voor
de derde maal dat de kleine Steven met zijn
1981 Juni De Band : Slachtoffers bij de dijkwerken
Twee jaar geleden schreven we reeds
over de ransuilen. Nu weten we ook de
nestplaats van deze prooivogels.
Bij de dijkwerken aan de Zenne
sneuvelde met Pinksteren een dikke es die
helemaal in de klimop zat.
Erna van Teughels (noot : echtgenote van meester Jan Teughels uit de
Pastoor De
Heuckstraat) had het eentonig kiew, kiew gehoord van de jonge uilen en was
overtuigd dat in de es jonge
ransuilen zaten.
Tweede Pinksterdag kreeg ze gelijk.
Bij het verzagen van de es tot brandhout,
vond den Apers het eerste jonge
ransuiltje en even later werd er een tweede met een
vangnet gepakt. De jonge
ransuiltjes bliezen als n kat en spreidden in dreighouding
hun vleugels. De donzige jonge
vogels werden in een andere boom geplaatst, om zo
de jonge dieren niet uit hun
omgeving weg te halen.
Erna beloofde een oogje in t zeil
te houden om te zien of de ransuilen hun jongen
niet in de steek lieten. Anders zou
er een andere oplossing moeten gevonden worden
om de beschermde vogels groot te
krijgen.
Later op de avond vonden we nog een
derde exemplaar, die zn plaats kreeg in de
boom bij de twee anderen.
De ransuilen huizen reeds lang in
de Zennevallei.
Ze hebben de gestalte van een kauw,
doch het breed uitstaand gevederte en de dikke
kop verlenen het dier een heel
plompe verschijning. De oorveertjes steken drie cm.
boven de kop uit en ze hebben gele
ogen.
Als de kinderen slapen en de
ouderen kijken TV, gaat de ransuil op uilentoer.
Tegen de lichte avondhemel zie je
hen rechtopzitten op een tak of weidepaal.
De opvallend lange oorpluimen
hebben niets met oren te maken. De ooropeningen
liggen lager om de prooi beter te
kunnen situeren. Zijn vlucht is geruisloos met
veruitslaande vleugels.
Voor twee jaar werd in de tuin van
de pastorij een vergiftigde ransuil gevonden.
Vergiftigd met vertraging heet dat.
Dat zit zo : net als alle prooidieren zit de uil op
t eind van de voedselketen.
Precies die laatste schakels hebben het meeste last
van het gif dat de mensen zo
kwistig rondstrooien en zo ondoordacht spuiten,
denk maar aan de onkruid- en
insectenverdelgers, die doden niet enkel onkruid
en schadelijke insecten. Ook de
onschadelijke gaan voor de bijl.
Sommigen sterven direct en andere
sterven maanden later, want via hun voedsel
krijgen planten- en insecteneters
een deel gif in hun vetweefsels.
Als nu de ransuil insecten en
muizen naar binnenspeelt, slikt hij ook het gif mee
naar binnen. In een voedselarme
periode, wanneer het reservevet wordt
aangesproken worden de
gifconcentraties te groot en sterft hij een langzame dood.
Nu, we mogen blij zijn dat we nog
enkele unieke mooie ransuilen bezitten in Leest.
Door het toedoen van al die
natuurminnende mensen werden misschien drie
uilenjongen gered.
Laat ons hopen dat nog lang het kieuw
! kieuw ! van de ransuilen te horen blijft
in de Zennevallei.
Karel Soors.
In hetzelfde nummer schreef De Distel
:
Hoge
bomen vangen veel wind.
We
hadden een kort gesprek met de mannen die de bomen vellen op en aan de
Zennedijk. Eén voor één worden nu de hoge populieren geveld met motorzaag en
omvergeduwd met skidder. De dikke takken worden als brandhout verzameld en de
dikke stammen worden met de skidder de beemden ingeduwd. Het werk vlot,
ongeveer 10 bomen worden zo per dag verwerkt.
-Vlot
werk ?
-Gaat
wel ! Het hout van de canadas is van slechte kwaliteit. De bomen werden niet
met zorg gesnoeid. Het hout is bijna waardeloos.
-Zo
zonder bomen, mooi is anders !
-Mooi
zicht geeft het niet, maar de dijkwerken gaan voor. Ze zullen nieuwe bomen
aanplanten hier langs deze dijk. Van Heffen naar Leest stonden geen bomen, daar
komen dus geen aanplantingen. Dat mooie water is ook niet alles (knijpt de neus
dicht). Gaan ze hier geen zuiveringsstation bouwen ?
-Zijn
er al zuiveringsstations die al dat Brussels vuil kunnen verwerken ?
-Ik
denk het niet. Zie je hier niet een dode Brusselaar voorbij drijven ? Ja, ons
geld willen ze wel, maar wij krijgen er stank voor in de plaats.
-Hebben
jullie die jonge uilen gezien ?
-Zaten
er dan toch uilen ? Vrijdagavond velden we die dikke es en er vloog een uil op.
We dachten aan een uilennest, maar konden niets vinden. Dan hebben die beesten
daar tot zondag zonder eten gezeten. Waar zijn ze nu ? Toch niet dood ?
-Drie
jonge ransuilen hebben we uit de nest gehaald. Ze waren bijna volgroeid. We
hebben ze in een andere boom gezet in de omgeving. Ze worden regelmatig s
nachts gevoederd door de andere vogels. Nog enkele dagen, dan kunnen ze op
eigen pootjes staan.
-Wat
n geluk, want we hebben wel wat te stellen met de vogels. Enige tijd geleden
moesten we een sparrenbos rooien en de één na de andere bleken er vogelnesten
in te zitten.
Vooral
de maanden mei en juni zijn tragisch voor de vogels. In de staatsbossen mag men
geen bomen vellen in die periode. Je moest eens weten hoeveel nesten van
fazanten, uilen, eenden, e.a. hier verloren gingen. We zouden de nesten kunnen
verplaatsen, maar je weet een nest dat aangeroerd wordt, wordt niet verder
bebroed. Spijtig, maar ons werk moet voortgaan.
-Zie
je ginds die alleenstaande boom, daar heeft de Wielewaal een nestkast in
geplaatst. Daar zitten jonge torenvalken in.
-Toch
niet waar zeker, en die moet er ook aan.
-Als
je die nog een tiental dagen laat staan, dan zijn de jonge vogels gevlogen.
-OK,
die laten we voorlopig staan.
Met
een laatste blik op de kale Zennedijk en de gevelde populieren die in
stervensnood hun zaad aan de wind prijsgeven, nemen we afscheid van t
slagveld.
1981 5 juni : Wafel- en
Pannekoekenfestijn en Volksdans door Aspis en Aspiranten
1981 12 mei : C.V.P.-Voorzitter Leo
Tindemans te Leest
In de parochiezaal te Leest kwam
CVP-Voorzitter Leo Tindemans op uitnodiging
van de plaatselijke CVP-afdeling
spreken over de actuele politieke toestand.
Velen hebben er tot op het
laatste ogenblik aan getwijfeld of we het wel zouden
aankunnen zo een man naar Leest te
krijgen. Maar Tindemans kwam.
Hij hield een gloedvol betoog over
de toestand in de wereld en in ons land.
Na zijn rede bleef hij nog hangen
in de zaal en tussen pot en pint werd nog over
tal van onderwerpen o.a. San
Salvador met de aanwezigen gesproken.
Verder hadden wij ons jaarlijks
teerfeest. Nog nooit namen er zoveel leden aan deel,
en de nieuwe formules kenden een
groot succes : voor het bal van Mieke en groot
orkest liep de parochiezaal
stampvol....
(Periodiek CVP-Info, afdeling Mechelen, sektie Leest, december 1981.)
Leo Tindemans werd op 16 april 1922
te Zwijndrecht geboren. Hij was eerste minister
van twee regeringen en behaalde het
grootste aantal voorkeurstemmen in de
Belgische geschiedenis ooit. Dit
gebeurde bij de Europese verkiezingen van 1979.
Thans is hij Minister van Staat.
1981 Donderdag 14 mei : Kaas- en
Wijnavond van SVV
Om 20 uur ging de kaas- en
wijnavond van de S.V.V.afdeling Leest door in de
zaal St.-Cecilia. Alle liefhebbers
konden gratis proeven van Belgische kazen en
wijnen.
1981 14 mei Gazet van Mechelen :
Het
rooilijn- en onteigeningsplan Molenstraat te Leest
Bij
besluit van het Mechels schepenkollege dd. 20 oktober 1980 werd het voorgeschreven
openbaar onderzoek ingesteld lopend van 1 tot 30 november 1980 m.b.t. de
definitieve vaststelling van het ontwerp van het rooilijn- en onteigeningsplan
van de Molenstraat te Leest.
Tijdens
het onderzoek werden 7 mondelinge en 2 schriftelijke bewaren door bewoners van
deze straat ingediend.
Voorgesteld
werd het door het aangeduide studiebureau opgemaakte plan definitief vast te
stellen, mits verwerping van een aantal nominatieve bezwaren.
CVP-raadslid
August Emmeregs betreurde dat zoveel bezwaarschriften zijn binnengekomen welke
de uitvoering van de werken zouden kunnen in de weg staan.
Hij
hoopte evenwel dat het plan zal worden goedgekeurd.
Wat
na de bespreking ook gebeurde.
Schepen
voor openbare werken Albert Stiers zei dat achter deze werken spoed zal worden
gezet. Hoe dan ook, voor 31 december van dit jaar moet de openbare aanbesteding
doorgaan. Anders loopt de stad het gevaar geen subsidies voor deze werken te
krijgen of een groot gedeelte ervan te verspelen.
(...)
1981 22 mei : Schoolreis naar eiland
Walcheren.
De leerlingen van het derde, vierde,
vijfde en zesde leerjaar van de Vrije Kleuter- en Basisschool maakten een tocht
op het eiland Walcheren in Nederland. Het weer was barslecht maar de reis was
mooi. (schoolkrant)
1981 Zaterdag 23 mei : Eerste Grote
Prijs Jef Vloeberghen
De Leestse Sportvrienden SP
richtten de Eerste Grote Prijs Jef Vloeberghen in,
een wielerwedstrijd voor nationale
amateurs.
(Voor Allen,8/5/81)
1981 Zondag 24 mei : Jaarlijks
Vevoc Volleybaltoernooi
In de Leestse meisjesschool namen
12 ploegen deel aan het jaarlijks volleybaltoernooi
van Vevoc.
ABB-Mandarijn en DNA uit
Kapelle-o/d-Bos speelden de finale.
De ploeg De Blokkers eveneens uit
Kapelle maakte met een derde plaats het
Kapelse succes nog groter.
De Fillosuit Londerzeel behaalden
de vierde plaats voor de Old Amigos uit
Heffen, voor de plaatselijke
A-ploeg, de ploeg t Schuur uit Breendonk, de
Dennenvrienden uit Willebroek,
ploeg 2 van Leest, Juno Kapelle-op-den-Bos,
de KWB van Kapelle-op-den-Bos en
Milac eveneens uit Kapelle-op-den-Bos.
(GvM, 27/5/1981)
1981 24 mei : Zwemnamiddag te
Mechelen van Chiro-jongens
1981 25 mei : De kleuters van de de
Vrije Kleuter- en Basisschooltrokken er
op uit naar de kinderboerderij en de speeltuin te Bornem. (schoolkrant)
1981 Zondag 12 april : Palmzondagconcert
te Leest
De
Kon. Fanfare St.-Cecilia uit Leest kende verleden zondag heel wat succes bij
het organiseren van haar jaarlijkse palmzondagconcert. De zaal St.-Cecilia was
weer heel wat te klein om de bezoekers goed en comfortabel te herbergen. Aan
dit concert nam, buiten de fanfare ook nog de drumband o.l.v. Walter van de
Venne deel, terwijl de algemene leiding in handen rustte van J.P. Leveugle.
Het
concert werd ingezet door de fanfare.
Rik
De Bruyn (Rik van t kot) en Louis Verschueren (de Witte van den Do) zijn
beiden reeds meer dan 60 jaar muzikant. Zij hebben ieder een kleinzoon die ook
in de fanfare speelt. Als dank voor al wat ze voor hun kleinzoons gedaan hebben
op muziekgebied speelden beide kleinzoons, nl. Johan De Win en Luc Vertommen,
drie duetten, die door het talrijk opgekomen publiek verdiend geaplaudisseerd
werden.
De
presentatie van deze avond was in handen van mej. Lucia Van Roy.
Jef
Lauwers dankte iedereen en vooral de muzikanten die voor meer dan 86% aanwezig
zijn op de herhalingen en het publiek kreeg nog een applaus van de muzikanten
voor hun aandachtig meevolgen.
Er
waren lentebloemen voor Lucia Van Roy en voor de dirigenten Walter van de
Ven,Edward De Maeyer en J.P. Leveugle,
de laatste die steeds hoger en verder wil met de muziekmaatschappij uit Leest.
Als
slot van dit geslaagd concert waren er ook nog bloemen voor Adrienne, de moeder
van de jeugdige muzikanten genaamd. Zij is steeds bereid tot hulp om het de
jeugdigen steeds naar hun zin te maken.
(GvM, 14/4/1981)
1981 15 tot 25 april : Tentoonstelling
en Verkoop Kunst uit Bali
Dans en demonstratie houtsnijwerk
door de Balinezen Kardi en Ida Bagus
Sumartha, dit alles in de
Parochiale Feestzaal, Kouter Leest.
De opbrengst ging naar de missionarissen
van Leest : pater René De Laet,
en de zusters Dominika De Wit,
Marieke Verbruggen en Jeanne De Boeck.
De 57-jarige pater René De Laet was
sinds januari belast met een nieuwe
opdracht in de missie van het voormalige
Kilo-Moto.
De 70-jarige zuster Dominika De Wit
was werkzaam bij de melaatsen te
Mbandaka, de 58-jarige zuster
Marieke Verbruggen sinds 1952 in Zaïre en
de 52-jarige Jeanne De Boeck in
Chili-Conception.
De toegang was gratis.
Op Pasen en Paasmaandag stelde de
kunstkring Voetspoor tentoon in de
Stedelijke Basisschool,
Scheerstraat Leest. Dit met medewerking van het
stadsbestuur en de generale staf
van de landmacht die tentoonstellingspanelen
ter beschikking stelde en tevens
een expo hield voor de humanitaire actie
Fonds Generaal P. Roman.
Tony Baarendse, Friede Willems,
Karel Soors en Georges Herregods toonden
een 65-tal eigen creaties.
Volgende leerlingen toonden hun
keraiekwerkjes :
Ilse Diddens, Goedele Duran,
Ingeborg Duran, Lisbeth Hellemans, Griet en Jan
Soors, Karin Van Sweevelt en Marc
Ceulemans.
Isle Verbruggen toonde haar
glasraampjes.
1981 23 april: Jean Geerts in goeden doen.
De
Leestse amateur Jean Geerts heeft reeds vroeg de goede vorm te pakken. Dat
onderstreepte hij overduidelijk tijdens de wedstrijden van de voorbije
weekeinden. In de laatste vier wedstrijden kon hij zich telkens in de
beslissende ontsnapping mengen en beslag leggen op een eervolle plaats. Jean is
uiteraard best tevreden met deze gang van zaken :
Ik
heb enorm veel geoefend en het is wellicht daardoor veel beter dan vorig jaar
in deze periode. Alleen in de eindspurt moet ik nog enkele snellere benen laten
voorgaan. Maar in het koersverloop kan ik even goed mijn man staan als alle
anderen.Indien deze vorm blijft aanhouden kan een overwinning niet lang meer op
zich laten wachten. Dan moet ik in staat zijn alleen weg te komen of
spurtwinnaar van een kleinere kopgroep te worden. In de komende weken komen er
steeds meer en meer koersen zodat ook het aantal deelnemers per koers
vermindert en er met minder zegekandidaten moet rekening gehouden worden.
Alhoewel ik zeker niet de gemakkelijkste koersen uitkies is dit toch een
belangrijk voordeel. Nu met soms meer dan 200 deelnemers moet men van bij de
start attent zijn om niet verrast te worden. (GvM, 23/4/1981)
1981 Zaterdag 24 april : Oud-Papier-Inzameling
Chiro
1981 3 mei : Naar het Mechels
Miniatuur Theater met het Davidsfonds
1981 Zaterdag 4 en zondag 5 april : Rust
Roest met het Slangennest in zaal
St.-Cecilia.
Voor
de tweede maal bracht Rust Roest een werk van Frans Cools voor het voetlicht.
Na In geweten niet belast enkele jaren geleden, vertolkten zij dit jaar Het
Slangennest.
Norbert
Elslander (Werner De Nijn) gaat hertrouwen. Het stuk begint met het
verlovingsfeest. Zijn schoonzuster (Paula Haeck alias Renild Polfliet) zuster
van zijn overleden vrouw woont bij hem. Het stuk is een aaneenschakeling van
dialogen en geheimzinnige toestanden. Is Flora Haeck een natuurlijke dood
gestorven ? Vanwaar komen de geschenken en brieven van haar hand ? Wat komt
John Sanders (Marcel Verwerft) daar doen, door haar uitgenodigd en in de
puntjes met het huis bekend ? Flora Haeck zelf is uiteraard niet te zien
vermits ze dood is, maar in feite domineert haar persoon het hele stuk. Volgt
intrige op intrige. Men weet niet meer wie wat is. Deze macabere grap krijgt
haar ontknoping op het einde : Sanders is in feite politieinspecteur, gevraagd
door Paula die Norbert en zijn secretaresse Eveline er van verdacht haar zuster
vermoord te hebben. Wat is feite ook gebleken is.
Luc
Verschueren, die pas zijn moeder verloor, liet zich vervangen door regisseur
Guido Hellemans in de rol van Alexander de huisknecht.
Nicole
Van Ginderen speelde het dienstmeisje Nicole.
Mensen
die naar de opvoering gingen kijken om eens lekker kippevel te krijgen, kwamen
echter niet aan hun trekken. Het was eerder, zoals steeds bij Cools, een
verwikkeling van psychologische intriges en situaties. Een stuk waar de
vertolker zich volop in het karakter van zijn personage kon inleven.
Rust
Roest viert in de maand november van dit jaar zijn 60 jarig lustrum. Een hele
term.
(D.B. in De Band van april 1981.)
In
de zaal St.-Cecilia aan de Dorpsstraat te Leest, voerde de toneelkring Rust
Roest het toneelstuk Het Slangennest door Frans Cools op.
Deze
zwarte komedie, een dramatisch gegeven, wordt doorweven met kolder en humor.
Door
regisseur Guido Hellemans werden, eens te meer, de rollen aan de juiste
personages toevertrouwd. Vooreerst Flora Haeck in de rol van het levend lijk,
die voor heel wat emoties en dolle situaties zorgt.
De
zakenman Norbert Elslander, echtgenoot van Flora, werd sterk getypeerd door
Werner De Nijn.
Rita Boon speelde op knappe manier de rol van Eveline Martens, secretaresse en
verloofde van Norbert. Ook Renilde Polfliet vond in de rol van Paula Haeck een
kluifje naar haar hand.
Nicole
Van Gindertaelen speelde uitstekend de rol van dienstmeisje Conny.
De
regisseur zelf vertolkte als invaller voor Luc Verschueren de rol van de
huisknecht Alexander.
De
alles behalve gemakkelijke rol van de ongenode gast John Sanders was in goede
handen van Marcel Verwerft.
Jan Emmeregs fungeerde als voorzegger, de grime was in handen van Jean Albert.
Karel Mertens stond in voor het klankbeeld en Fik Diddens voor belichting en
techniek.
Tony Baarendse, Fik Diddens, Toni Peeter en Marcel Spoelders zorgden voor een
podium in de zaal. Miloe Van Stijvoort zorgde voor de kostuums.
Zondag werd de tweede voorstelling gegeven voor heel wat meer toneelliefhebbers
dan zaterdag het geval was.
De Leestse toneelkring brengt Het Slangennest op donderdag 9 april e.k. te
19u30 voor het voetlicht in het St.-Norbertusziekenhuis te Duffel.
(GvM, 8 april 1981)
1981 Vrijdag 10 april : Avondje uit
met DE SNAAR.
Georganiseerd door Vevoc en Chiro
in de parochiezaal om 20u30.
De
Snaar startte in 1970 als vijfmansformatie , sinds 1973 zijn ze met zn
drieën. De groep bespeelt volgende
instrumenten : accordeon, flageolet,
hobo, viool en gitaar.
Zij brengen vooralvolksliederen, zeemans- en meiliederen en
eigen nummers.
Alles in een vlotte presentatie met
veel humor. (Advertentie De Band,
maart 1981)
Uit deze Snaar groeide in 1982 De
Nieuwe Snaar waaraan Hugo Matthysen een belangrijke bijdrage leverde aan het
repertoire. De groep bestond uit de broers Jan en Kris De Smet, Geert Vermeulen
en Walter Poppeliers.
Op 3 maart 2011 kondigden de groepsleden
het einde van hun gezelschap aan. Hun afscheidstournee duurt tot 2014 en dan
valt definitief het doek over De Nieuwe Snaar.
Christine
De Laet, zuster Melanie, tekening van Georges Herregods.
Vervolg Christine De Laet
- mensen
van Leest, ik kan soms vanop mijn heuvel van Heverlee monkelend in mijn handen
wrijven als ik aan U denk en k zeg dan wel eens in mijn eigen Jabbedabbedie,
ons mannen ginder zijn geen knudde : ze weren zich. Merci De Band, dat alles
weet ik door U. Maar, we gaan naar Kerstmis en Nieuwjaar toe. Dus, rap nu maar
op de proppen met mijn wenskoek voor die dagen. Geven ze te Leest nog, lijk in
mijn jonge tijd, pontkoeken gegarneerd met krakende zoetigheid en
suikerfiguurtjes erop ? Soms kwam Mie-sjef uit de Alemstraat dan naar ons en
tapisseerde ons hele huis eerst met hagelblanke lakens waarop ze dan straks een
blinkende sprookjeswereld van pontkoeken toverde, die maar al te spoedig
echter op tournee gingen naar al de peters en pijten (zo noemden we de
meters) van de doopkinderen. Die pontkoekweelde in ons huis : dat was een
pracht van een paradijs om er een leven lang van te dromen
Men vierde dit jaar (noot 1975) mijn
diamanten, zegge diamanten ! jubilee. Dat was hier nogal eens een daver en
een tralala, want stel U voor- we met met 28 gouden en twee diamanten
jubilarissen. En een maand later kwam daar nog een zwik van een 20-tal zilveren
bij. .. Ik heb me nog van heel mijn leven geen minuut verveeld : er is altijd
te veel te bidden en te werken en te plezieren, ook al eens een uurtje tijd te
verprutsen. Maar buiten dat wordt er hier hard gewerkt, van vijf verdiepingen
hoog tot in t lang en breed al de kelderdomeinen.
Qua
bevolking is ons huis een Leest int dik en dubbel. De schoolbevolking was in
1975 zoiets als 3.840, maar de demografische explosie gaat natuurlijk nog
crescendo naar een piek, als men daarbij al de zusters en leerkrachten en
bedienden en werkvolk en vliegende brigade bijtelt
Af
en toe wordt er voor de nodige ontspanning gezorgd. En wie eens een portieke
plezier wil beleven aan een film, heeft daar wel kans toe : gevoelige zielen kunnen
dan eens naar een tranentrekker gaan of naar een thriller die op een siebot het
bloed in of uit de kaken kan jagen of zuigen. Soms is het cultureel wat
zinvoller : onze Retorica speelde Molières Zeer geleerde Dames, Julien
Schoenaerts trad op met Socrates en deze week trad een Engelse toneelgroep
op. Af en toe is er ook een muziekavond met al de zangkoren van de gemeente
Heverlee. Het verleden Kerstconcert waren daar 250 uitvoerders bij met
instrumenten.
En
dit jaar gingen natuurlijk, of reden of vlogen sommigen naar Rome. Een andere
categorie roetsjte voor enige dagen naar Wenen tijdens de vakantie, enz..(4/12/1975)
-Uit Bladzijden uit een Familiekroniek(1978):
We
hadden het thuis niet breed, en onze ouders waren nogal streng, maar ongelukkig
waren we niet, integendeel. Een onbezorgde jeugd heeft geen van ons gekend.
Ieder moest van jongs af aan het werk.
Zo
hebben we harde jaren gekend, toen de melk naar Mechelen moest. Doorgaans
Melanie (soms Soo) bracht dan de melk naar het Heike, voor de vroege trein; dat
betekent ook in de winter als het nog donker was, door alle weer en wind. Als
enige beschutting hadden we dan een oliejekker aan, en het ging per hondenkar
!
Dan
hadden Soo en Melanie reeds de stal gedaan. Soo steeds de eerste op, ook s
winters in de kou. Later werd de melk afgehaald aan de steenweg nabij ons huis,
voor de melkerij van Blaasveld. Dan konden ook de oudsten wat langer slapen.
Zonder
electriciteit zoals destijds alles moest gaan, was het leven corvee. Nu wordt
in een mum van tijd, simpel met een knop induwen, heel wat werk verzet. Toen
was alles met de hand te doen : wassen, bakken, melken, de schoonmaak (geen
plastic toen, maar met zware ijzeren emmers sleuren, enz.) en bovendien het
onderhoud van de kachel, lampen en lantarens en noem maar op. En dan nog niet
over de veldarbeid gesproken. Destijds nog niets van de moderne techniek en
automatisatie !...O jéékes, het eiste allemaal zeer veel van ons. En nooit eens
een dagje vrijaf om wat op adem te komen, behalve zondags en dan nog
Maar
al moesten we hard werken, er kwam ook leute bij te pas en hetzij bij plezier
of ruzie, we maakten nogal eens leven en trammelant. Vader moest dan wel eens
tussenkomen : kinderen spreekt toch wat stilder : t is of ge tegen een bos
zijt grootgebracht ! En we woonden toen naast een bos, of omtrent dan toch !
t Bos is thans verdwenen.
Bij
speciale uitzonderingen, kwam er tussendoor toch een stukje kermis. Als de
aardappelen uit waren bv. we trachtten daarmee klaar te zijn tegen 20 september,
verjaardag van mijn jongste broer- vierden we feest s avonds. Soms werd daar
iemand van buitenshuis bij uitgenodigd, of iemand die bij t werkgeholpen had. Dan verschenen er pannenkoeken
en haalden we ons hart op aan vermakelijkheden, zoals zaklopen wedstrijd in
de maneschijn. Of we gingen, lollig verkleed, met kabaal en tralala, allerlei
spokerijen uithalen bij de buren.
Uniek
kostelijk !
Nam
het werk een zeer belangrijke plaats in thuis, een ruim zo essentiële plaats
was ook aan het gebed toegewezen. Het was schering en inslag van elke avond en
zelfs een deel van de dag. Elke avond het mocht zijn wat het wilde- werd het
rozenhoedje gebeden en dit met voor elke Weesgegroet, een vers ter verwijzing
naar een deel van het mysterie. Dit werd zo trouw gedaan dat ik, na 70 jaar die
150 citaten nog uit het hoofd ken.
Moeder
leefde geheel voor God en haar kinderen. Ze kon wel streng zijn, ze eiste
gehoorzaamheid, maar ze was zo, zo goed !Als ze te wille van haar handicap niet gaan kon en ze geen bijwerkje te
doen had, bad ze steeds haar rozenkrans of las in haar Navolging.
s
Zondags bad ze de misgebeden in een kerkboek (want radio en TV waren er nog
niet), dan mocht niemand haar storen. Biecht en communie alle eerste vrijdagen.
Dan werd ons Heer aan huis gebracht en werd het huis versierd.
Als
we voor een stille bezigheid bijeen waren in huis, bij regenweer, baden we
nogal eens luidop ook, Soo vlocht manden of deed een ander werk, wij stopten
kousen of breiden, we schilden aardappelen, of moesten patatten kesen,
scheuten afdoen. Het gebeurde weleens dat er in de stal, onder t melken en ook
op t veld onder het wieden, gebeden werd, behalve als er in dit laatste geval,
een helper van buitenshuis bij was. De vastengebeden, voorgeschreven voor ontslag
van de vasten, werden samen gebeden, en de toch reeds lange avondgebeden,
werden dan nog een stuk langer. Wie voorbarig indutte onder het gebed, werd
maar niet immer- wakker gesprenkend. Ja, zo was het : dat bidden altijd en
overal, hing me als kind meer dan eens de keel uit. Ik had liever met mijn pop
gespeeld of mij op enigerwijze anders geamuseerd. Als kind besefte ik niet de
zin en de waarde van dit alles.
Thuis
trachtte men mij soms in de week naar de kerk te laten gaan. Dat gebeurde wel
af en toe, in de zomer, maar veelvuldig ging ik niet. Ik moest soms al werken.
Bovendien met dat verplicht nuchter zijn voor de Communie was dat moeilijk. De
mis was vroeg : te 6 u. en te 6.30 u. in de zomer, te 6 u.30 en 7 u. in de
winter. We woonden een eind van de kerk en we moesten er te voet naartoe : de
jongsten hadden immers geen fiets
Bij
het afsterven van moeder had ik weer eens aan den lijve ervaren wie en wat Soo
voor ons betekende. Zoals hij zich toonde in die omstandigheden, was hij over
heel de lijn.
Toen
ik twaalf jaar oud was en vroeg om te mogen voortstuderen, stond het gezin voor
een moeilijke vraag : het impliceerde immers een werker minder, nieuwe
financiële uitgaven en dit in omstandigheden die zorgwekkend waren : keer op
keer tegenspoed in de stal, daarbij een zieke moeder, een oude vader, al
gebroken door reuma Toch mocht ik op pensionaat. Voor ik vertrok wilde men mij
echter met paardenkracht iets op het hart drukken. Ik kreeg een hele oremus te
incasseren : dat ik nu niet de juffrouw moest gaan spelen, die haar fijne
handjes naar geen werk meer zou willen uitsteken, die de grote jan zou
uithangen en bovendien mocht ik ook nog een hele slimslam van een zedenpreek
aanhoren over goed gedrag men kon immers nooit weten !
De
brieven die ik in Heverlee ontving, doorgaans van Melanie, waren meer dan
nieuws- of praatbrieven : immer was er een stichtend en goed woordje bij.
Vooral als Soo schreef, stuurde hij wat langere, schone brieven roerend van
directheid. t Waren brieven die, zou men zeggen, vleugelvaardigheid wekten !
Ze waren in hun simpelheid, rijk aan geestelijke inhoud, echte documenten,
gedragen door verantwoordelijkheidsbesef.
Soo
was nogal hevig van temperament, maar hij was edelmoedig, hij was in zijn
geheel een edel mens. We hebben, vooral naderhand, ingezien op welk zeldzaam
hoog niveau die oudere broer van ons stond. Moeder werd gaandeweg
sukkelachtiger. Soo droeg haar s avonds na het gezamelijke gebed waarbij ze
toch wilde aanwezig zijn- in zijn armen nar bed, heel voorzichtigjes, om haar
toch maar geen zeer te doen !
Toen
ik vroeg naar t klooster te gaan, was het weer vanzelfsprekend dat Soo geen
stokken in de wielen zo steken, al zou het leven dubbel zwaar worden voortaan.
Hoe zou trouwens die oorlog aflopen ? Dat viel ook nog af te wachten !
Hoe
het kwam dat ik op zulke jeugdige leeftijd naar t klooster ging :
-er
was de lagere school van Leest die bepaald gunstig geweest is, t.w. eerst de
invloed van juf Mathilde Hellemans, dan die van Caroline Nees vooral, die toen
we al groter werden, ons steunde tot gebloofdbezinning en beleving.
-Er
was de hele atmosfeer waarin ik thuis van kleinsaf aan, gedrenkt was geweest.
-Er
was dichterbij, het voorbeeld van jongste broer.
-Er
was mijn klastitularis van Heverlee, Zr. Paula, een ingoed, edelmoedig,
opgeruimd mens, die iedereen graag zag en liefde tot O.L.Heer uitstraalde. Ze
sprak ons niet over roeping, maar heel haar zijn was aanstekelijk. In het
moederhuis en in de bijhuizen, dankten haar verscheidene zusters hun roeping
voor Heverlee; ik was de eerste van twaalf.
Melanie
had moeder beloofd toen deze op haar sterfbed lag, dat ze mij zouden laten
gaan, wanneer ik oud genoeg zou zijn. Nu gelden mogelijk andere normen.
Maar zijn die beter ?
Geeft
men zich ooit te vroeg aan O.L.Heer ?
Soo
heeft misschien te veel geëist van zijn gestel. Er was wel die fameuze griep
van 1918 die talloze slachtoffers maakte in een tijd toen er nog geen
penicilline en andere middelen waren om de koorts dadelijk af te remmen. t Is
echter een feit dat Soo zich nooit ontzag. Hij werkte en zwoegde, hielp bij
gelegenheid nog bij buren in nood, sloofde zich af, zijn inzet kende geen maat.
Maar een mens is tenslotte niet van ijzer. Waarom had hij af en toe klieren aan
de
hals
? Moest men hem dwingen naar de dokter te gaan ervoor ? Hij kloeg nooit. Is het
niet roerend hoe hij, na zijn jongste broer te hebben afgestaan, ook nu zijn
kleinste zus aan de Heer schonk en zich nadien offerde als bemiddelaar voor de
roeping van grote zus ? En dan, betrouwend op de Voorzienigheid, nam hij bij
zijn huwelijk, ook vader onder zijn bescherming.
De
Heer vroeg hem nog een ultiem offer. Hij zou sterven zonder broer en zussen
hier op aarde nog eens weer te zien. Maar, zoals het bij ons luidde wanneer er
een supplementje offer gevraagd werd : Dat kan er nog bij.
O.L.Heer
zou vader niet alleen achterlaten. Tien dagen later nam hij, na Soo, genadig
ook vader op zijn Hemelwoon.
Soo
was een van die vele stille groten die geen koppen halen in de kranten.
-Dit
jaar weerom een zware tol gevraagd aan mijn relaties : mijn broer Fr. Romain
(Karel De Laet) heb ik niet meer teruggezien. Canada eiste hem op als haar
eigen zoon waar hij Christus in trouwe dienst gedurende 55 jaar heeft gediend.
Om het stukje grond te Huberdeau, waar hij begraven ligt thans, blijft dit land
mij dierbaar en zal ook Leest hem ook niet vergeten. Ik ben er blij om, dat hij
ginder heeft willen sterven : op het eigen veld van zijn apostolaat, nog een
geloofsgetuigenis tot het einde ! (december
1978)
-1941
: Feest van het Goddelijk Moederschap van O.L.Vrouw. Mevrouw Van Aken (Marie
Van den Brande) uit de Bist, brengt haar Marcella naar t klooster van het H.
Hart Heverlee.Ik weet niet wie, op die zaterdag 11 oktober, God het aangenaamst
moet geweest zijn : of het kind dat zich zo totaal en onherroepelijk aan Hem
geeft, of de moeder, die in algeheel zelfvergeten, Hem dit kind terugschenkt :
want die moeder brengt haar enig kind en ze is weduwe.
Haar
echtgenoot, Kamiel Van Aken, werd haar vroegtijdig door de dood ontrukt. Twee
harer kinderen ontvielen haar : Maria, een wichtje nog, daarna en vooral de
veertienjarige Julia, een meisje van veel verwachting. Na het afsteren van haar
zuster Monika, nam Mevrouw Van Akenhet
verweesd achterblijvend neefje, Albert Denys, bij zich op. Ze zwoegde en wroete
op de hoeve voor de kinderen en voor haar bejaarde ouders, tot deze laatsten
tot de eeuwige vergelding werden geroepen. Uitgeput van de haar krachten te
boven gaande arbeid, en onder de klamp van reumatisme, stortte moeder zelf
ineen en werd voor weken aan een ziekbed gekluisterd, terwijl Marcella en Albert
deden wat ze konden. Ook familie en geburen sprongen behulpzaam bij. Zodra
moeder echter passabel hersteld is, staat ze alweer koen aan haar taak.
Maanden
verliepen nu. Albert had inmiddels kennis aangeknoopt met een Leuvens meisje
dat reeds een vaste positie had : hij scheen dus spoedig aan tantes zorgen te
kunnen ontgroeien.
Marcella,
op de Normaalschool te Heverlee, was een spiegel voor haar gezellinnen en een
klepper ook : steeds primus van de klas. Wat beleefde moeder een vreugde aan
dat kind. Nog een paar jaartjes en Marcella zou in t onderwijs staan, terwijl
moeder rustig op de hoeve haar dagen zou slijten. Moeder droomt haar schone
droom tot plots in dit volmaakt huiselijk geluk, als een voltreffer de vraag
klinkt : moeder, mag ik naar t klooster gaan ?
Mevrouw
Van Aken staat als verwezen aan de grond genageld. Wie die het niet heeft
ondervonden, bevroedt er, wat in zulke omstandigheden een moederhart lijden
kan Wat moet er van haar geworden ?...
1941
: Wat zal het verder verloop zijn van de wereldramp ? Honderden jongens worden
dagelijks naar Duitsland gevoerd. Morgen zou ook Albert volgen En Marcella ook
nog zo jong ampertjes zestien jaar : ze had immers nog tijd genoeg voor een
beslissing. Maar toch zon ernst boven haar jaren in dit kind Moeder zegt niet
neen : ze wacht, ze onderzoekt, ze bidt ze verlangt, wat ook van haar gevraagd
worde, in offergave en overgave, vaardig te staan voor Gods wil.
Een
half jaar verder. Op een avond komen ze met hun beitjes, moeder en Albert, hier
dapper aanzeilen om de schikkingen mee te delen : Albert zal huwen en bij t
gezin van zijn vrouw komen inwonen. Moeder, uit liefde tot haar aangenomen
kind, dat ze met al haar zorgen en toewijding wil omringen zolang ze kan, komt
mee. Zij die met al de vezels van haar wezen had wortel geschoten in de goede
boerendoening te Leest, wordt nu, zo oud ze reeds is, naar de stad verplant :
een veldbloem onder een stolp gebracht, een boom van te lande, die niets liever
doet dan weelderig groeien in de gezonde buitenlucht, waar hij onbelemmerd vrij
naar oost en west zijn forse armen kan uitslaan, nu ingemuurd en als de adem
afgesneden
De
hoeve wordt verkocht Realiseren we, wat dit feit betekende in 1941 ? Verhuizen
naar de stad waar iedereen uit wegvluchtte toen, wijl elkeen er verhongerde.
..De boerderij te Leest, het ouderlijk erfstuk, dat heilig pand waar alle
dierbare herinneringen mee verbonden zijn, en waar het hart als het ware, zich
met al zijn grijpvermogen wil blijven aan vastklampen, wordt afgestaan.
Roekeloosheid en hoogste wijsheid. Moeder spreekt haar fiat uit over haar
ganse toekomst. Ze geeft haar kind, en in een elan van Godsvertrouwen, waagt ze
de sprong in het duistere onbekende. Het is hard doch heerlijk met volle
overgave in het leven te staan, met Newmans bede op de lippen : Heer, ik
vraag U niet de verre weg te zien, ik vraag U slechts licht voor één stap.
Moeder
zette haar zwoegen voort. Bonnemama zaliger, vergde op het einde veel zorgen,
en hoe teder mild ontving ze die. Er is een oude oom, er zijn de kinderen
vooral : Godelieve, Magda, Elly komen achtereenvolgens het gezin vergroten.
Tante en Pekke is in de weer, zonder verpozen, van s morgens tot s
avonds, voor elk en elkeen. Ze is waarschijnlijk de ziel van het gezin. Het
moge weer zijn of geen, te 6u. s morgens ziet men haar schaduw langs de huizen
glijden, en verdwijnen in de kloosterkapel van de Sint-Martensstraat. De
dagelijke H.Mis en communie zijn de kern en krachtcentrale van moeders leven,
het geheim van haar onverstoorbaar christelijk optimisme. En voor en na,
schuiven de kralen van haar paternoster door de knoestige werkvingers, voor
levenden en overledenen, voor al de belangen van Gods kerk.
Nacht
11-12 mei 1944 : een vreselijk bombardement zaait dood en vernieling over de
weerloze stad. Bij dageraad komen hier de vluchtelingen toe : bleke bange
mensjes, met holle verdwaasde blik. En daar is plots moeder ook : zulk weerzien
na zulk een nacht !
Een
van-kelder-voorziene klas wordt in een bijgebouw klaargemaakt. Het huisraad
wordt overgebracht. Moeder en gezin blijven, met vele anderen, enkele maanden
te gast bij ons, tot de achteruitrukkende Duitse legers, op de voet gevolgd door
de Engelsen, hier binnenvallen met tweeduizend bedden en t commando : alles
leeg en weg, voor de inrichting van een algemeen hospitaal. De vluchtelingen
sukkelen terug naar huis. Moeder gaat heen, als gisteren, als immer, met
moedig, eerbiedafdwingend betrouwen de heilige en heiligende wil van God
aanklevend. Het leven kent geen ontgoochelingen voor grote zielen.
Mevrouw
Van Aken leeft stellig intens van geesteswaarden. Van cinema en al dat modern
(en dikwijls aangebrand) goedje, vermoedt ze ternauwernood het bestaan. In
augustus, als de anderen naar zee of elders uitvliegen, neemt ze haar
ontspanning : dan komt ze nog eens weer naar de lieve heimat te Leest, naar de
oude trouwe geburen van voorheen, en nog een scheutje verden dan ook, naar
Kapelle, naar Louise, haar zus, en Georges en zijn gezin, en brengt ze
eventueel mee naar Heverlee, want driemaal s jaars op onze bezoekdag, komt ze
naar hier. De deur gaat open. Moeder, telkens wat ouder, wat strammer, wat
gehavender door de last der jaren, doch gewaarmerkt met de vredige glimlach van
een edele ongebogen ziel. Verzusterd als ik ben met zuster Albert Marie, haar
geliefd kind, in eenzelfde roeping en religieuze gemeenschap, is ze werkelijk
onze moeder geworden. Haar warme greep omklemt ons beider hand in één impuls
van hartelijkheid. En dan gaat moedertje aan t vertellen, met de rake
pittigheid en sappige kleurigheid van de malse Leestse volkstaal. Mevrouw Van
Aken heeft een radde tong : een andersdenkende zou er deerlijk bij van zijn
pluimen laten, want ze heeft, in dienst harer christelijke overtuiging, een
verbluffend combatieve durf en vaardigheid. Ons dierbaar Leest leeft
sprankelend in haar voort. Een woord van paus Pius XI wordt in haar schone
werkelijkheid ook afgeslagen stukken gouderts bevatten goud. (DB, nr.3 1955)
De lans die ze hier brak was voor de
moeder van Marcella Van Aken (°05/03/1925, +13/08/2006) die ze meestal moeder
of Mevrouw Van Aken noemde. Vooraan in dit artikel gaf ze haar meisjesnaam
mee : Marie Van den Brande. In een brief naar De Band van 1974 noemde ze de
moeder van haar vriendin Marie Alewaters : ik
lees nog veel, de wijze raad indachtig : dat houdt de mot uit de benen. Die
pittige spreuk is van iemand van jullie, die vol volkse geestigheid zat tot in haar
tenen : Marie Alewaters : we zeiden Marie Van Aken. (ik heb jaren geleden eens
een artikel over haar geschreven voor De Band, weet je
nog
?). Ze is de moeder van onze zuster Albert-Marie, Marcella Van Aken, uit de
Bist, die in de zomer ook wel eens even
naar Leest komt doorgaans. Ze is schoolhoofd in ons bijhuis te Hamme-Mille, en
al geef ik dit hier als een achteraanbengelend berichtje, ze doet het ginds
prima. Petje af voor Marcella, ze is een hele piet!
Marcella Van Aken was verre familie van
de familie De Laet. Zij trad binnen bij de zusters annuntiaten te Heverlee in
1941 en legde haar geloften af in 1943 en 1946.
Ondertussen was ze er onderwijzeres
gediplomeerd (Franse taalrol, 1945 met daarbij het getuigschrift van grondige
kennis van het Nederlands). Van dan af gaf ze les in Franstalige scholen van de
congregatie. Zo in Schaarbeek (1945-1952), Nodebais en Hamme-Mille (1956-1986)
waar ze bovendien chef décole (of schoolhoofd) was. Tussen haar twee
verblijven in Nodebais in, werkte ze ook een poos in Heverlee.
Na haar pensioen was ze nog werkzaam in
Woluwé-Saint-Pierre en verbleef (sinds 1998) in huize Bethanië te Heverlee.
Ze overleed te Heverlee op 13 augustus
2006 en is aldaar begraven.
(De Sint-Niklaasparochie in Leest,
2009 - Wilfried Hellemans)
1981 2 april : Overlijden van
Christine De Laet, zuster Melanie
Ze
was te Leest geboren op 12 mei 1901. Af en toe kregen we van zuster Melanie een
artikeltje voor De Band. Ze was zelf een trouwe lezeres van ons blad.
Naar het klooster getrokken, meer dan 50 jaar geleden, bleef zij vol interesse
voor haar dorp en dorpsgenoten. Zij was zeer fijnbegaafd.
Ze
glimlacht en opeens begrijp ik hoe zelfs in het midden van de winter rozen met
diepwarme kleuren kunnen bloeien : zuster Melanie.
Hard
heb je gewerkt zoals mensen als jij dat konden : taai en vastberaden als bomen
met heel diepe wortels, die aan de Kern hun kracht en levensmoed putten.
Zuster
L.R. (DB, april 81)
Deze
zus van broeder Romain en van Melanie, eveneens kloosterzuster, trad erg jong
in bij de annuntiaten te Heverlee (1915) en werd zuster Melanie.
Daar
ook legde ze haar tijdelijke (1918) en haar eeuwige geloften af (1922).
Christine
behaalde aan de normaalschool haar diploma als onderwijzeres (1920) en werd dr.
In de wijsbegeerte en letteren (Germaanse filologie, K.U.L. 1924). Zo was ze te
Leuven een van de allereerste vrouwelijke gediplomeerden. Daar voegde ze nog
twee diplomas aan toe m.b.t. de Engelse taal (Brussel, 1947 en 1949). En zo
onderwees ze aan de normalisten in Heverlee Nederlands en Engels.
In
1976 vierden de zusters er haar diamanten jubileum. Als gepensioneerde verbleef
ze in huize Rozenberg. Ze verzette nog flink wat werk in het kloosterarchief
en als mederedactrice van het jaarboek Ancilla Domini van de
oud-leerlingenbond.
Geregeld
ook schreef ze naar De Band.
Op
2 april 1981 overleed ze te Heverlee waar ze begraven werd.
(De Sint-Niklaasparochie in Leest
2009 van Wilfried Hellemans)
In de reeks Uit eigen Haard
(schoolboeken voor het Middelbaar onderwijs) verschenen o.m. van haar hand
Regenboog (Leuven 1935) en Jong Leven (Turnhout 1945). (DB, augustus 1957)
De ouders van Christine, Victor De Laet
(1850-1918) en Adelia Selleslagh (°Leest 30/06/1857, +Leest 03/07/1914) hadden
nog drie andere kinderen : Frans (Soo), geboren in 1887 en gehuwd met Sidonie
Diddens, hij werd in 1918 slachtoffer van de griepepidemie. Tien dagen later
zou zijn vader overlijden. Melanie (1891-1968), zij kwam in het klooster bij de
Annunciaden als zuster Victoria in 1917 en bleef missionaris in Kongo van 1931
tot 1957.
Karel (1896-1978), alias Broeder
Romain was vijfenvijftig jaar lang missionaris in Canada.
(zie foto)
Het gezin woonde in het Wiphuis op de
Rennekouter, de vroegere Jezuïetenhoeve.
(zie Toponiemen)
Passages uit haar briefwisseling naar
De Band :
-t
Begin van de eerste oorlog en de vlucht heb ik nog meegemaakt. Vader heeft na
de doortocht van de eerste patrouilles een reuzefiets-motocyclette
splinternieuw uitgehaald van onder de mesthoop. Maar de Belgische soldaten
hebben ons twee dagen later dat merkwaardige ding als trofee ontnomen. Zeer
interessant volgens mij was na de vlucht de koeienhistorie. De Belgen hadden
alle koeien eerst weggehaald. t Leger had die te Antwerpen in hangars
ondergebracht en geraakte er niet mee weg. De Duitsers sloegen die aan.Na de vlucht waren er geen koeibeesten meer
tenzij hier en daar één die in t wild liep, en gauw een eigenaar had. Mijn
zuster zei : ik moet een koe hebben, ze hebben onze koeien afgepakt, ik ga
naar Antwerpen naar de Duitsers een koe halen. Ze schuift aan in de rij om een
bewijsschrift te bekomen en toelating om met haar koe naar Leest te mogen.
Overrompeld als die kommandant was door die grote menigte, schrijft hij een
bewijs. En zus ging met dat papierke naar die hangars, waar de controleur
vraagt : welke is uw koe ?
Zuster
Viktoria kiest er de beste en schoonste uit en roept : die meneer ! De kerel
laat begaan. Ze huurt een beestenwagen, en s avonds te kwart voor tien komt ze
daarmee in Leest binnen in triomf en alle mensen kwamen zien naar dat fenomeen.
In
1913 was hier in Heverlee de eerste grote Boerinnendag. Leest was present en
ons Melanie was er ook bij. s Avonds kwamen die van Leest in autos t dorp
binnengereden al zingend en al vertellend. t Gevolg : ik mocht 23 september
naar Heverlee komen tot 1 augustus 1914 : de oorlog en de vlucht.
Ik
had moeten wachten tot ik 14 jaar was om in het klooster te komen. Op 24 mei
was ons Melanie naar Heverlee komen horen, en op 29 mei trad ik binnen in t
noviciaat in Heverlee en ik ben nooit buiten Heverlee in functie geweest. Eén
keer heb ik Leest teruggezien : in 1931, bij t vertrek van zuster Viktoria
naar de missies. Met Pinksteren gingen we natuurlijk allen mee in de processie.
Wij waren ijveraarsters van Averbodes Weekblad en bezorgden het elke week
thuis. Jaarlijks ging zus mee te voet naar Scherpenheuvel. Ons Soo reed mee
naar de paardenomgang te Hakendover.
t
Rozenhoedje werd dagelijks gebeden in familie en waar een lijk was ging men s
avonds t rozenhoedje bidden. (DB,
nr. 1, 1955)
In1957 zou Christine totaal onverwacht Leest terugzien : wat
een krieuweling van blijdschap er door mij heen huppelde, toen onze Overste mij
meldde dat ik mee naar huis mocht met zuster Victoria
Zaterdagavond
22 september zijn we aangeland. Op afstand verwelkomde ons reeds de goedige
kerktoren, waar een veel groter stuk van uw ziel aan vastzit. Dadelijk worden
we te Leest opgenomen in een sfeer van warme innigheid : het Dorp. Van daaruit
vinden we gemakkelijk weer de vertrouwde straten : de Kouter, de
Scheerstraat We herkennen nog uithangborden uit vroeger dagen. Maar daarnaast
ook, wat al verandering ! Prachtige autostraden als die van de Juniorslaan,
nieuwe huizen en kapellen, wijzen op de groeiende welvaart doch ook op de gaaf
gebleven godsdienstzin onzer vriendelijke dorpsgenotenn wier dialect we in zijn
kleurige sappigheid met genoegen beluisteren. Woorden, sedert jaren en dagen
spoorloos uit ons geheugen verdwenen, duiken lustig weer op : karlees,
schramoeillie en een ogenblik struikelt onze strubbelige tong over al die
schatten schoonheid (DB, nr.2,
1957)
Vervolgt
Fotos :
-Familie
De Laet. Van links naar rechts : Karel (broeder Romain), Frans (Soo), vader
Victor De Laet, moeder Adelia Selleslagh, Melanie (zuster Victoria) en
Christine (zuster Melanie).
1981 Zaterdag 14 maart : Recollectie
KWB en uitslag Kaartkampioenschap
Na twaalf avonden van sportieve
strijd mochten de kaartliefhebbers
hun prijs in ontvangst nemen.
Traditiegetrouw ging deze prijsuitreiking door
tijdens de jaarlijkse recollectie.
Voor meer dan 80 deelnemers hield
pastoor Coosemans een korte bezinning
en Walter Tourné een toespraak.
Volgde het etentje en de dansavond.
Tussendoor werd de uitslag van het
kaartkampioenschap 1980-1981 afgeroepen.
Winnaar werd Jozef Vloeberghen voor
Maurits De Grijse en Eduard Diddens.
Er waren 66 deelnemers.
1981 Zaterdag 14 maart : Ken uw
stad...wees er fier op.
In het kader van bovenstaande
spreuk en ook als bestuurslid van de plaatselijke
Sp-afdeling nodigde dezelfde Jozef
Vloeberghen de Leestenaars uit voor een
gezamelijk bezoek aan de
St.Katelijnekerk en de St.Romboutskathedraal te Mechelen.
Vertrek om 14u15 op de Dorpsplaats.
1981 24 maart Het Laatste Nieuws :
(zie foto)
PAS GETOUWD !
Deze
foto namen we te Leest. Het pas gehuwd koppeltje zal wel verbaasdhebben opgekeken toen de grap van enkele
vrienden duidelijk werd. Opmerkelijkis
dat de nachtelijke lolbroeken in plaats van juist getrouwdjuist getouwd hebben geschreven.
Misschien
slaat die zogenaamde fout op de echtverbintenis of op de touwenconstructie
die
de olijkerds aan de gevel aanbrachten. (L.D.N.)
1981 25 maart : Overlijden van Juul
Teughels (foto)
Amper
55 jaar overleed hij in het Academisch Ziekenhuis van Jette.
Geboren
en getogen Leestenaar (broer van onze medewerker Frans), was hij een gekende en
geliefde figuur in Kapelle-op-den-Bos. Als onderwijzer en later als schoolhoofd
heeft hij jarenlang de Kapelse jeugd gevormd. Opvoeden was zijn levensroeping.
Rechtschapen als hij was, moet hij de laatste jaren erg geleden hebben onder
het onrecht hem door kleinzielige politiek aangedaan. (DB, april 81)
Juul Forentijn Teughels was te Leest
geboren op 22 januari 1925.
Een
goed en edel mens is van ons heengegaan. Opgegroeid in een gezin van bekommerd
zijn voor anderen heeft hij deze eigenschap gans zijn leven in daden omgezet.
In het hart van zijn vrouw Jeanne, met wie hij wel en wee van dit leven deelde,
zal hij verder leven als een goede echtgenoot; zijn kinderen zullen het beeld
in zich dragen van een liefdevolle en zorgzame vader; zijn vele vrienden zullen
het hoofd schudden en niet begrijpen
Opvoeden
was zijn levenstaak en levensroeping. Als toegewijd meester stelde hij niet
alleen belang in schoolresultaten, maar probeerde hij ook zich het leefmilieu
van zijn jongens eigen te maken om hen des te beter kunnen helpen om schone
mensen te worden. Daarom ging zijn aandacht naar niet-schoolse activiteiten.
Toewijding,
zachtheid en rechtschapenheid sierden het leven van Juul en maakte hem tot
vriend van velen in hetverenigingsleven.
Omwille
van die fijngevoeligheid was hij ook kwetsbaarder : hij leed sterk onder
onrechtvaardigheden ;zij bezorgden Juul
een diepe woede en in die woede groeide de dood.
Meer
dan lofwoorden of wat ook kunnen zeggen, zal hij verder leven in de herinnering
van hen met wie hij in liefde verbonden leefde, zal hij vereremerkt verder
leven in de harten van de vele jongens die hem gekend hebben en zich aan zijn
levensvoorbeeld spiegelen.
Juul
heeft de levensstrijd gestreden, het geloof bewaard, nu is de kroon der
gerechtigheid zijn deel. (warme
woorden uit zijn doodsprentje)
1981 1 maart : Vanaf deze dag begon de
volkstelling te Leest.
(GvM,6/12/80)
1981 Zondag 1 maart : Breugheliaanse
eetdag door KLJ in de parochiezaal
(DB, februari 81)
1981 4 maart : Dirk Van Dam :
bevredigende start
Voor
de Leestse amateur Dirk Van Dam is de kennismaking met de categorie van de
amateurs naar wens verlopen : Wegens een begrafenisplechtigheid in de familie
kon ik zaterdag wel niet zoals gepland was starten in de openingsrit te
Malderen. Daardoor kon ik wel te Hombeek van start gaan. Gelukkig raakte ik
niet betrokken bij de valpartij die de wedstrijd een beslissende wending gaf,
maar hierdoor waren de koplopers vertrokken. In de achtervolgende groep heb ik
naar het einde toe nog actief kunnen zijn zodat ik uiteindelijk op een 25ste
plaats kon beslag leggen. Voor een eerste rit met meer dan honderd deelnemers
vind ik dat een behoorlijk resultaat. Daar ik voorlopig geen twee opeenvolgende
dagen aan competitie mag deelnemen probeer ik, in zo verre mijn taak dit
toelaat, ook in een midweekwedstrijd aan te zetten. Hierdoor hoop ik vlugger
aan het competitieritme te wennen.
Jan
Geerts : pech.
Voor
de andere Leestse amateur Jean Geerts verliep de seizoenstart niet zo naar
wens. In Brussel-Opwijk had hij halverwege de rit af te rekenen met bandenpech.
De rest van de kilometers werd wel afgelegd maar meer als oefening opgenomen,
omdat met zoveel vertrekkers de prijzenpot al lang verdeeld was.
(GvM,4/3/1981)
1981 Donderdag 5 maart : MMT te
Leest
Het Mechels Miniatuur Theater
bracht in de zaal St.-Cecilia het gekende
stuk Het Machtig Reservoirmet in
de hoofdrollen Mandus De Vos en
René Verreth.
Toegangsprijs : 100 frank.
1981 8 maart : K.V.L.V.-vergadering
Thema : werken : moeten of mogen.
Er werden tevens twee Lourdesreizen
verloot.
1981 9 maart : Bedevaart naar
Sint-Jozef Leuven
Vertrek aan de kerk om 08u50.
1981 14 maart : Overlijden van
Gerard Somers (zie fotos)
Op
14 maart 1981 overleed te Mechelen in het Sint-Jozefsziekenhuis Gerad Somers.
Hij was alhier geboren op 16 mei 1898.
Gerard van Heinke Somers was door iedereen gekend en geliefd. Eenvoudig en
volks als hij was, bleef hij zichzelf en de goeie ouwe tijd getrouw. Als oudste
cafébaas uit de omtrek bestond zijn cliënteel de laatste jaren uit de Leestse
jongeren die zich bij hem thuis voelden. Zijn laatste maanden als banneling
zullen hem zwaar hebben gewogen. (DB,april
81)
In 1979 (enkel jaartal gekend)
publiceerde Gazet van Mechelen :
Mechelens
oudste cafébaas woont in Leest.
Als
men vanuit Mechelen naar Leest rijdt, ziet men op de hoek van de Molenstraat en
de Mechelbaan (noot : thans Pastoor
De Heuckstraat) een oud cafeetje staan :
Op t Hoekske
(noot : thans Drij Gapers).
Deze
drankgelegenheid wordt uitgebaat door Gerard Somers, ook wel Gerard van Nanke
Somers of Gerard van Tiste Moors (zijn grootvader noemde Tist De Maeyer
genoemd, hij werd te Leest geboren op de Rennekouter). Gerard werd te Leest
geboren op 16 mei 1898 als tweede oudste van tien kinderen. Zijn oudste broer
wisselde het tijdelijke met het eeuwige toen hij slechts twee jaar oud was en
zijn jongste zuster stierf toen ze amper elf maanden oud was.
In
1902 kreeg de familie Somers een tweeling. Biezonder is wel dat Tor geboren
werd op 1 augustus (23u45) en Pauline op 2 augustus om OOu10 te voorschijn
kwam.
Toen
Gerard nog een Gerardske was noemde zijn vader hem steeds Pierke en de rest
van de familie noemde hem steeds Jef. Waarom dit gebeurde is voor Gerard nog
steeds een raadsel.
Vanaf
Pasen (toen hij elf jaar oud was) moest hij thuisblijven uit de school, om
thuis op de kinderen te passen als zijn ouders naar het veld waren. Doch
stilaan werd hij ingeschakeld in het landbouwbedrijf en moest hij vanaf zn 12de
met het paard rijden, om alzo drie jaar later volledig ingeschakeld te zijn in
het familiebedrijf. Tijdens de oorlogsjaren volgde Gerard s avonds nog
landbouwlessen om de stiel onder de knie te krijgen.
Zoals
iedereen, keek ook Gerard eens naar de meisjes, en de danskunst erfde hij van
zijn vader. Dat dit bij de meisjes indruk maakte, hoeft geen betoog en op
21-jarige leeftijd kreeg Gerard de kans om te huwen. Doch Gerard heeft het toen
(zonder ruzie te maken) afgemaakt. Elf jaar later (op 32-jarige leeftijd) vond
Gerard het echter tijd en op 30 oktober 1930 trouwde hij te Leestmet Sofie Van den Heuvel. Sofie was geboren
in café Belle Vue en kwam ook uit een gezin van tien kinderen. Aangezien
Sofies oudste zuster jong gestorven was, moest Sofie ook vlug de school
verlaten om thuis te helpen.
Haar
oudste broer gaf in de streek van Dilbeek les en alzo moest ook Sofie naar
Dilbeek om voor haar broer te zorgen. Zo werd ze volgens Gerard een reizende
passante. Bij Sofie thuis was er café en daar haar moeder alleen thuis was,
gingen Sofie en Gerard bij haar inwonen.
Sofies
moeder is café blijven houden tot enkele maanden voor haar dood (enkele maanden
voor haar 94ste verjaardag).
Om
te horen dat er iemand binnenkwam, zette men indertijd de koterhaak voor de
deur en deze maakte lawaai genoeg om te verwittigen dat iemand binnenkwam. Deze
koterhaak bestaat nog, doch doet geen dienst meer voor voornoemd gebruik.
Terwijl
Sofies moeder instond voor het café en het huishouden, zorgden Sofie en Gerard
voor de koeien, varkens, groenten, enz.
Toen
beiden een drietal maanden gehuwd waren, trok Gerard op zekere avond het dorp
in en bleef er gewild plakken, dit om zijn kersverse bruid te plagen. Bij
zijn thuiskomst werd er natuurlijk gevraagd vanwaar hij kwam. Gerard zei hierop
van buiten naar binnen, dit is volgens Gerard de enige keer dat zoiets
gebeurde omdat ze beiden steeds water bij de wijn konden doen.
Toen
Sofie op 11 maart 1977 stierf, dacht Gerard er aan zijn café te sluiten, doch
op aanraden van de dokter is hij op zijn stappen teruggekeerd en is hij nu de
oudste cafébaas van de omtrek en misschien wel de oudste cafébaas van de
provincie.
Het
café dat hij bewoont is men in 1900 beginnen te bouwen en drie jaar later was
het af. In de jaren 1938-39 werd de zaal St.-Cecilia omgebouwd tot schuur. De
tapkast en enkele kleine veranderingen gebeurden tot nog toe op t hoekske.
Tegenwoordig verspreidt zich het gerucht dat Gerard zou sluiten. Doch Gerard
weet nog steeds niet wanneer hij zal stoppen.
De
plaatselijke Chirojongens helpen Gerard zoveel ze kunnen, en hiervoor is hij ze
heel dankbaar. Doch Gerard is en blijft een plantrekker. Elke morgen is hij
beneden om 06u30. Na het ontbijt schilt hij zijn patatten voor s middags.
Hierna maakt hij het café in orde (spoelbak reinigen, pinten spoelen, vloer
keren, enz.) zodat alles in orde is tegen dat de verletters komen (de
afgevers zijn dan al gekomen). Zelfs als het café tot 2 uur s nachts
openblijft (wat soms wel eens gebeurd) is hij ook om 06u30 beneden.
Tijdens
zijn vrije tijd overdag, zorgt Gerard nog voor zijn kippen en verzorgd hij ook
nog zijn groenten. Gerard zei ook nog : mijn kiekens kennen mij, en ik ken
mijn kiekens.
Als
gevolg van een operatie krijgt Gerard om de vier weken nog het bezoek van een
dokter, doch Sofie zei vroeger steeds : Gerard is nog van een dor volk. Eten
kan hij nog steeds goed en als hij tien minuten in bed ligt, rijdt hij al heel
ver.
De
klanten van vroeger dronken meer, maar het bier van vroeger was eten en
drinken en dat van nu is poeder.
Een
wekelijkse rustdag heeft Gerard niet nodig. Om terug op asem te komen heeft
hij geen dag nodig, daarvoor is de nacht nog lang genoeg.
Gerard Petrus Frans Somers was te Leest
geboren op 16 mei 1898 en overleed in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen op
14 maart 1981.
Zijn echtgenote Sofia Sofie Constantia
Van den Heuvel was eveneens te Leest geboren op 20 maart 1895 en ze overleed er
op 11 maart 1977.
Bijgevoegd :
-Mandus
De Vos. (Uit het Jubelboek, 35 jaar
MMT).
-Gerard
Somers in 1915 met Juul. Samen hielpen
ze bij de aanleg van het vliegveld dat de Duitsers in de eerste wereldoorlog in
de Winkelstraat aanlegden. Hij was toen 17.
Schepen Carlier reikte prijzen
uit aan laureaten 55ste nationale
tentoonstelling
De Luxeduif
Naar jaarlijkse gewoonte had
zondagnamiddag in het lokaal Antverpia aan de
Graanmarkt te Mechelen, de
plechtige prijsuitreiking plaats aan de laureaten
van de 55ste nationale
tentoonstelling door de Mechelse sierduivenklub
De Luxeduif. De tentoonstelling
was op 20 en 21 december georganiseerd
in de stedelijke feestzaal aan de
Fred. De Merodestraat..
Leestenaar en ere-voorzitter Alfons
Hellemans mocht meehelpen aan de
overhandiging van de prijzen.
1981 Zaterdag 31 januari : Dansavond
Vrije Kleuter- en Basisschool
De Vrije Kleuter- en Basisschool
van Leest nodigde ten dans met D.J. Lion John
inde Parochiezaal, Kouter, vanaf 20 uur.
Toegang : 70 frank. (folder)
1981 Februarinummer De Band: Oproep medewerkers film over Leest
Een
paar mensen hier ter plaatse willen een film maken super acht color over Leest.
Leestenaars die interesse hebben om
aan deze realisatie mede te werken
(samenstellen van film,
voorbespreking, scenario, hulp bij opname, enz.)
Kunnen contact opnemen met : Pierre
De Wit, Molenstraat 14 Leestof met
Robert Verbruggen van De Band.
1981 8 februari : Kindertoneel
Organisatie Davidsfonds Leest :
het Heists Kamertoneel met Boembatjoek
een kindertoneel voor kinderen van
de lagere school.
1981 Zaterdag 14 en zondag 15 februari
: Dag zonder Afwas
De koninklijke fanfare St.-Cecilia
organiseerde haar jaarlijkse dag zonder
koken en zonder afwas in de
gelijknamige zaal.
De opbrengst van dit eetfestijn was
bestemdvoor nieuwe uniformen voor de
leden van fanfare en drumband.
(GvM,12/2/1981)
1981 16 februari : Davidsfonds
gespreksavond
Leven en Geloven met Ward
Bruyninckx.
1981 Zondag 22 februari : VTB-VAB
wandelde te Leest
De VTB-VAB-afdeling Mechelen
organiseerde een 12 km lange wandeling
in Leest.
Vertrek aan de kerk om 14u15. Wandelleider
was Roger Saels.
Deelname was kosteloos.
1981 Vrijdag 27 februari : Jaarlijke
kaartavond voor de leden vande
Landelijke Gilde.
Inzet 50 franken er was een kip per tafel te winnen.
(DB,februari 81)
1981 27 februari : Het Laatste Nieuws
Jean Geerts : gespaard blijven van ziekten
Liefst
drie ingezetenen van de Mechelse deelgemeente Leest zullen tijdens het nieuwe
wielerseizoen trachten hun plaats in de wielerpelotons op te eisen.
Voor
de man van de Heide, Jean Geerts, die in vorige seizoenen reeds bewees in de
liefhebbersrangen zijn man te kunnen staan, is de voornaamste bekommernis : ik
hoop uiteraard gespaard te blijven van ziekten want dat tast het moreel bij mij
te sterk aan en dan kom ik niet tot mijn normaal rendement. Ik hoop een
regelmatiger seizoen te maken dan vorig jaar waarin ik zes bloemtuilen kon
bemachtigen.
Voor
Dirk Van Dam die voor het eerst zal kennismaken met de liefhebbersrangen liggen
de zaken wel anders. Vooral in de eerste weken zal ik nog veel trachten te
leren van de gevestigde waarden. Trouwens mijn trainingsschema, opgesteld door
de heer Willockx, voorziet een eerder trage seizoeninzet.
Geert
De Bruyn uit de Dorpsstraat fietste vorig seizoen reeds enkele maanden bij de
nieuwelingen en maakte daar reeds enkele behoorlijke uitslagen. Normaal
gesproken moet in het nieuwe seizoen daar de bevestiging van komen. Ik heb de
beste vooruitzichten omdat ik op alle domeinen zowat mijn man kan staan. Maar
het afwerken van mijn studies krijgt uiteraard voorrang.
1981 Maart : Johan Vandeputte stelde K.V.G. voor.
1981 werd door een U.N.O.-conferentie
uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Gehandicapten.
In het maart-nummer van De Band maakte
Johan Vandeputte van deze gelegenheid gebruik om K.V.G.-Zennevallei voor te
stellen.
Mag
ik in dit specifieke jaar de K.V.G (Katholieke Vereniging voor Gehandicapten)
even voorstellen :
De
KVG is een vereniging opgericht in 1945 door een groep gehandicapten. Iedereen
is welkom in ons midden. Ons streefdoel is in de eerste plaats de bekommernis
van onze mindervalide zelf; hen ergens mee begeleiden in het economisch,
sociale en culturele leven van onze maatschappij. Het wegwij maken in de
administratieve rompslomp die je vanuit je gehandicapt-zijn kan meemaken. Denk
aan de verschillende ministeries die, de een wat meer, de ander wat minder, te
maken heeft met gehandicaptenzorg. Ook als vereniging moeten wij onze rechten
laten gelden, zij het soms om louter materiële noodzaak.
Anderzijds, maar zeker niet onbelangrijk, is om samen met onze vereniging, de
minder-valide uit onze streek, te helpen naar een eigen zelfstandigheid, en een
volledige integratie in onze gemeente. Integratie is misschien een moedewoord
geworden. Maar in hoeverre zijn minder-validen in onze maatschappij echt
aanvaard en beschouwd als evenwaardige deelnemer ?
Is
het niet in de eerste plaats aan de minder-valide zelf om uit zijn schelp te
komen ? Om zich niet alleen te voelen, in het zetten van de eerste stap, is er
een vereniging als de onze nodig.
Daarom
wil ik duidelijk stellen dat integratie niet is, doen zoals anderen, maar
eerder zich met al zijn mogelijkheden inschakelen in het maatschappelijk (is
ook gemeentelijk) leven, maar goed bewust zijn van onze eigen beperkingen.
Zo,
als minder-valide dit harmonisch evenwicht vinden is niet gemakkelijk de dag
van heden, in een maatschappij waarvan de toekomst maar een somber beeld
aangeeft.
Laat
je me toe even onze eigen K.V.G.-Zennevallei aan u kenbaar te maken.
KVG-Zennevallei
vierde vorig jaar haar 10-jarig bestaan. Deze viering droeg in zich de fierheid
van het gepresteerdemaar zij maakte ons tevens stil voor de grijze haren en
de rimpels die we in ons spiegelbeeld herkenden, het zegt ons je ziet er ouder
uit ! Wat dat spiegelbeeld ons niet vertelde is dat je voor ons mooier was
geworden. Ja onze vereniging groeit en bloeit.
Als
vaste waarden in ons Jaarprogrammahebben wij onze jaarlijkse reis, paasviering, kerstfeest en de laatste
zondag van augustus onze eetdag.
Daar
waar wij kunnen, spelen wij mee in, met activiteiten van andere verenigingen ;
denk aan de dorpskwis, de viering van de honderdjarige Stanne Van den Broeck.
Langs
deze weg willen wij u, de vrienden van de KVG, uitnodigen om in de mate van het
mogelijke deel te nemen aan onze activiteiten.
Voor
1981 staan al volgende activiteiten op het programma :
Zondag
9 augustus onze reis, waarschijnlijk trekken we naar het mooie Limburg.
Onze jaarlijkse eetdag gaat door op zondag 30 augustus in de parochiezaal te
Leest.
Zaterdag
17 oktober een gezellig samenzijn te Leest en op zondag20 december kerstfeest te Hombeek.
Naast
deze activiteiten kan je naar het sociaal dienstbetoon elke vrijdagmiddag
tussen 14 en 15 uur (behalve tijdens de vacantiemaanden) terecht bij Johan Vandeputte, Vinkstraat 44
te Leest. Nieuwe leden zijn steeds welkom.
Moge deze bijdrage u een bredere kijk hebben gegeven over onze vereniging.
Misschien kwamen wij in het verleden te weinig naar buiten, maar laat 1981, het
internationaal jaar van de gehandicapten openstaan voor iedereen. Beschouw de
minder-validen als gelijk-validen. Wie heeft het recht om mensen met een
handicap als minder te aanzien ?
Mag
ik om te besluiten de redactie van De Band te bedanken, om de kans die ons
werd gegeven om dit artikel te schrijven, en het te publiceren voor al de
lezers van dit tijdschrift.
Oprechte groeten namens K.V.G.-Zennevallei.
Voorzitter bleef Jeroom Verbruggen,
Alfons Hellemans bleef ere-voorzitter.
Maria Dons-Lamberts bleef ondervoorzitter, Martin Mollemans secretaris, Aloïs
Hendrickx penningmeester en Marleen De Prins, pastoor Lornoy, Mia Van
Sweevelt-Dewit en Marleen Verschueren actieve bestuursleden. (DB, januari
81)
1981 - Vlaamse raad zitting 1980- 81
bulletin van vragen en antwoorden 3 februari 81
vau 5 januari 1981
van de heer J. SOMERS
Zennedijk te Leest - Verstevigingswerken
Ten gevolge van de recente overstromingen worden momenteel in het
Mechelse practisch alle dijken van rivieren behorend tot het Scheldebekken
versterkt.
Tot onze spijt moeten wij hierbij opmerken dat deze verstevigingswerken
meestal gepaard gaan met onherroepelijke ingrepen in het plaatselijk
leefmilieu. De prachtige oude bomenrijen die meestal de dijken sierden worden
opgeofferd voor asfalt en beton ; de oevers worden glad gemaakt en met keien
bedekt. Alhoewel het allicht moeilijk is een middenweg te vinden tussen
veiligheid enerzijds en natuurbehoud anderzijds, lijkt het mij toch technisch
realiseerbaar op enkele plaatsen de prachtige bomenlanen voor het nageslacht te bewaren. Een van de weinige plaatsen in Vlaanderen waar
dit nog kan is de Zennedijk tussen Leest stroomopwaarts naar Hombeek. Tussen de
Zennebrug te Leest en de Spoorwegbrug te Hombeek alleen al staan 228
Amerikaanse eiken, 33 Zomereiken, 4 Essen, 35 Zwarte noten, 20 Lorken, 6 Veldolmen, 27 Robinias, 10
Platanen, 5 Esdoorns en 1 Spar.
Dienaangaande moge ik aan de geachte Minister vragen welke maatregelen
hij zal treffen om de verbeteringswerken aan de Zennedijk te verzoenen met het behoud
van de natuur, zodat dit uniek en waardevol landschap-toch nog bewaard zou
kunnen worden.
Antwoord
De werken die door het geachte lid worden opgesomd vallen volledig
onder de bevoegdheid van de Minister van Openbare Werken.
Vlaamse Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 4 - 3 februari 1981 59
Zij vormen een onderdeel van het Sigmaplan dat in 1977 werd opgesteld
teneinde de bevolking beter te beschermen tegen watersnood. In de schoot van
het departement van Openbare Werken werd eveneens in 1977 een Ecologische Commissie
opgericht. Ze is belast met het onderzoek van de gevolgen die de
infrastructuurwerken zullen hebben op het leefmilieu. De belangen van het
natuurbehoud zijn er sterk vertegenwoordigd.
1. of de geachte Minister beschikt over gegevens omtrent de
stortplaatsen in België en eventueel op de hoogte is van de ligging van de
stortplaatsen, die een bedreiging voor de gezondheid kunnen betekenen ;
2. of, in negatief geval, de geachte Minister het niet opportuun zou
vinden om dringend initiatieven ter zake te nemen?
Antwoord
Aspecten van het Sigmaplan werden reeds besproken Ik heb de eer aan het
geachte lid het volgende mede te delen. Meer bepaald werd op 21 cecember 1979
de verhoging van de dijken van de Schelde en bijrivieren besproken en grote
aandacht ging naar de beplanting van de dijken. Er werd beweerd dat het behoud
van hoogstammige bomen de dijken kan beschadigen.
( )
1981 9 januari : Bericht aan de
bevolking.
Van
harte bieden wij U allen onze oprechte wensen van geluk en voorspoed voor het
jaar 1981. Het is onze gewoonte U bij deze gelegenheid onze werking en
realisaties van 1980 even in herinnering te brengen en tevens U te informeren
over wat wij in 1981 voor U willen verwezenlijken.
Het C.V.P.-bestuur van Leest, ons gemeenteraadslid Gust Emmeregs en ons
O.C.M.W.-lid Louis Vloebergh zullen zich ook in 1981, VOOR IEDEREEN en
onafgezien zijn overtuiging, onverdroten inzetten.
Verkozen
worden of een belangrijke functie waarnemen is in de eerste plaats een
verplichting. Daar zijn wij ons tenvolle van bewust en daarom zullen wij, ook
in 1981 het algemeen belang van Leest en dit van iedere inwoner in het
bijzonder, volledig en naar best vermogen behartigen.
Namens
het C.V.P.-bestuur van Leest !
H. Deneve, secretarisK.Duysburgh, voorzitter.
Algemene
werking CVP-Leest 1980
Tijdens
het jaar 1980 hebben wij te Mechelen de Leestse belangen door dik en dun
verdedigd. Het CVP-bestuur Leest is dikwijls bij Burgemeester en Schepenen
tussengekomen en dit zowel voor persoonlijke als algemene belangen. De
eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat wij bij hen het nodige begrip en steun
kregen die wij wensten. Daarvoor onze dank.
-Ons
bestuurslid Louis Vloebergh, werd in 1980 aangesteld tot lid van het OCMW
Mechelen.
-Bestuursleden
en/of mandatarissen zullen U kortelings bezoeken om uw lidmaatschap te
hernieuwen of om U, volledig vrijblijvend, lid te worden van de CVP en dit voor
slechts 200 fr.
-De
verkoop van fiets- en andere taksplaten zal, ingevolge de herhaalde
tussenkomsten van Gust Emmeregs opnieuw te Leest gebeuren.
-Tussenkomst
i.v.m. utbreiding van aansluiting op aardgas : op dit opgenblik zijn werken in
uitvoering voor aansluiting van Dorp, Dorpstraat, Scheerstraat en Vinkstraat.
Louis
Neefs, ter nagedachtenis (zie
foto)
Louis
Neefs was een jongen van de buiten. Daarom kwam hij ook graag naar Leest. Hij
hield van de natuur en meer nog van de gewone buitenmens. Met zijn warme,diepe stem bezong hij de poëzie van de gewone
alledaagse dingen. Louis bracht schoonheid.
Wij
zullen ons blijven herinneren hoe Louis op de laatste Volksfeesten de vele
zangers voorstelde. Met wat een tact en fijngevoeligheid hij iedereen op het
podium geruststelde en hoe hij nadien voor elke kandidaat ook voor diegenen
die minder goed zongen- nog een woord van waardering over had.
Louis was een schoon mens.
Openbare
werken te Leest
-Wegverzakking
Juniorslaan ter hoogte Molenbeek : volledig hersteld na interpellatie van Gust
Emmeregs.
-De
graskanten werden regelmatig afgemaaid en de grachten onderhouden.
-Vernieuwing
Winkelstraat. De werken werden toegewezen aan de firma Terraco uit Hever voor
de som van 4.330.948 fr.
-Vernieuwing
Elleboogstraat Tiendeschuurstraat Rennekouter. Op ons initiatief werd het
rooilijn- en onteigeningsplan voor deze straten tijdens een publieke
vergadering deskundig en uitvoerig toegelicht.
-Opmaken
rooilijn- en onteigeningsplannen voor Tisseltbaan
-Verbreding
Vinkstraat : er werden 19 bezwaarschriften ingediend
(Samenvatting van de C.V.P.-brochure van
9/1/81)
1981 10 januari : Kindernamiddag
Chiro, Vevoc en Kvlv organiseerden een
Kindernamiddag in de parochiezaal.
Het marionettentheater Houtekop met
steun van het Bestuur voor Jeugdvorming, voerde na een welkomwoordje van Louis
Vloebergh, De Gelaarsde Kat op.
Jongens en meisjes tussen 9 en 11 voerden
De Keizer in zijn Hemd op, werk van Hans Christian Andersen.
Die namiddag werd er ook gedanst en
gezongen onder leiding van Hilda Silverans, er werd gesmuld van pannenkoeken en
iedereen kon meedingen in een kleurwedstrijd.
De namiddag werd belosten met een
dankwoordje van Roza De Smet die ook nog geschenkjes meehad voor alle
toneelspelertjes.
Bijgevoegd :
-Dankbare
herinnering aan een touwe vriend die wij nooit zullen vergeten. (Foto uit de CVP-brochure van 9/1/81)
-Aan
de kindernamiddag was ook een kleurwedstrijd voor de jeugd verbonden.
1980 Zaterdag 6 december :Sint-Niklaasbal van KWB
In de parochiezaal, Kouter met het
orkest The Ribanas.
Deuren 20 uur. Inkom : 70fr, voorverkoop 60 fr.
1980 6 december : Sinterklaas in de
meisjesschool.
Kijk
eens Piet, een brief uit Leest ! Dat dorpje ligt in België, geloof ik. Hm eens
zien wat erin staat. Hm, jaja, zozo.
Wat
is er baas ? vraagt Piet.
Wel
de meisjesschool vraagt of we volgende week vrijdag eens kunnen binnenwippen.
Gaat dat Piet ?
Ja
Sint, we moeten toch die kant op.
Zullen we daar dan eens een kijkje nemen ?
Wel
ja, dat is goed.
Maak
al een zak snoepgoed klaar voor die school en doe er ook een paar boeken bij.
In
de klas van juffrouw Paula zitten de kinderen (zoals altijd) ijverig te werken.
Kinderen,
breekt juf Paula de stilte, Ik moet van Sinterklaas zeggen dat hij morgen
komt.
Jééééé
roept heel de klas. Sinterklaas komt, jippiejee !
Stil,
doe terug voort aan jullie werk. En je moet geen dierengeluiden in de klas meer
maken hoor ! roept de juffrouw uit.
Ja,
ter gelegenheid van Sinterklaas wordt er een feest gehouden. Je kunt
volksdansen, knutselen, koken of poppenkast kijken. Je mag twee dingen kiezen.
Op
de speelplaats wordt natuurlijk over het feest gepraat.
Iedereen
kijkt verlangend naar de feestdag uit. Eindelijk is het dan zover.
De schoolbel luidt. De kinderen gaan gauw in hun rij staan. Ze komen samen in
de klas van juffrouw Rosette. Daar worden de Sinterklaasliedjes gerepeteerd. In
die klas worden we ook in groepjes verdeeld. Nadat dit gebeurd is ga ik mee met
juffrouw Kris en met de andere kinderen van het volksdansgroepje. We doen de
Waterdans.
Water,
water, water, maar wij drinken bier, zingen we. Dat liedje doet juffrouw Kris
wel even opkijken. Er komen ook nog nieuwe dansen bij. Tot onze spijt zijn de
volksdansen vlug gedaan. Nu hebben we vijf minuten pauze.
Tingelingeling,
daar gaat de bel. Ik loop gauw naar de knutselklas en op de tafel zie ik
verschillende knutselideetjes liggen. Ik kies een papieren hartje, knip de vijf
nodige stroken uit
en
ga ermee naar juffrouw Mia. De stroken worden aaneengeniet en het resultaat is
erg mooi. Nu ben ik aan een kerstbol bezig. Zo, nu nog aan elkaar lijmen en t
is klaar. Ik maak het een na het ander. Na afloop van het knutselen ruim ik de
pareltjes op. Ik doe ze in de daarvoor bestemde doos.
De
Sint is er, de Sint is er ! galmt het door de gang. Gauw laat ik de pareltjes
voor wat ze zijn en loop de klas van juffrouw Rosette binnen. Ik zing de
Sinterklaasliedjes mee terwijl Zwarte Piet snoep uitdeelt. Ik zeg beleefd : dank
u, als ik snoep krijg.
Stt Sinterklaas zegt wat over onze juffrouw.
Juffrouw
Paula, ge moogt de kinderen niet zoveel huiswerk geven.
Ja
Sinterklaas, ik zal t niet meer doen, Sint.
Dus
begrepen hé juffrouw, gaat Sinterklaas verder.
Ja
Sinterklaas, zegt de juffrouw, ik heb het begrepen.
We
schieten in de lach om het gekke gezicht dat ze erbij trekt.
De feestdag loopt ten einde. Mooie liedjes duren niet lang, denk ik.
Ik
kijk naar mijn spiegelbeeld in het venster. Wel, zeg ik, vond jij het tof
vandaag ?
Ja!
Wel, ik ook, knipoog ik naar mn spiegelbeeld.
Dag
spiegelbeeld, dag Sint. (Een
leerlinge van de meisjesschool -DB, december 80)
1980 6 december Gazet van Mechelen :
Straatnamen en
huisnummering in nieuwe verkaveling Leest
Tijdens
de jongste gemeenteraadszitting vroeg CVP-raadslid Gust Emmeregs wanneer voor
de nieuwe wijk te Leest straatnamen en huisnummers zullen aangebracht worden.
De postbedeling onder vindt hier heel wat moeilijkheden.
Schepen
Vanstappen antwoordde dat het hele dossier overgemaakt is aan de provinciale
commissievoor straatnamen, het gaat in
casu om de nieuwe verkaveling aan de Vinkstraat.
Hij
vreest evenwel dat de zaak nog een paar maanden zal aanslepen vooraleer deze
commissie haar zegen geeft.
Wat
de huisnummers van de panden aangaat, waar men inderdaad dringend aan toe is,
heeft het college beslist deze door te voeren. Doch gewacht wordt op de
volkstelling welke op 1 maart 1981 aangevangen wordt. Om deze telling niet te
bemoeilijken zal met de hernummering niet worden aangevangen tot na de
volkstelling.
Deze
beslissing werd genomen uit overweging van het feit dat, om slechts bij het
voorbeeld van de identiteitskaarten te blijven, deze identiteitsbewijzen kunnen
opgemaakt worden tegelijkertijd met de definitieve aanduiding van de
straatnamen. Zodoende moeten de betrokkenen zich slechts eenmaal naar het
stadhuis verplaatsen. (GvM,6/12/80)
1980 Zondag 7 december : Duivenmelkers Grote Kampioenenviering
Programma :
-10 uur : opening tentoonstelling met
nadien huldiging der kampioenen voor een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
-Tussen 12 en 13u30 : middagpauze met
gratis belegde broodjes voor iedereen.
-Na de pauze : prijsuitreiking gevolgd
door verkoop der beschonken bons voor
duiven of eieren 1981, en trekking
van de tombola.
Deze Grote
Kampioenendag ging door in zaal Sint Cecilia.
KAMPIOENEN
Snelle Vlucht Leest-Heide
Oude duiven : 1.Teughels Arnold,
2.Peeters Paul, 3. Verbeeck Frans.
Jaarse : 1. Publie Gustaaf en zoon, 2.
Boey-Van den Brande, 3. Verbeeck Frans.
Jonge : 1. Boey-Van den Brande, 2.
Publie Gustaaf en zoon, 3. Van Camp Frans.
1980 13 december : Brief uit Heverlee
van Christine De Laet(zuster Melanie)
Tot De Band (gepubliceerd in
het januariarinummer 1981)
Beste
Leestenaars, mijn dierbare dorpsgenoten van in de tijd,
Van
harte verenig ik mij met de bestuursequipe van DE BAND om U mijn beste wensen
aan te bieden van vroom en vreugdevol Kerstfeest en een genadenrijk en zeer
gelukkig 1981.
DE
BAND is weerom boeiend geweest van a tot z. Daarvoor heeft niet alleen zijn
redactieploeg gezorgd. Daar heeft blijkbaar heel Leest toe bijgedragen : groot
en klein, elkeen en allen saam, getuige o.m. die grandioze inzet voor de
viering van de honderdjarige Stanne, wat een topprestatie was van heel de
goegemeente met samenspel van al haar talenten en schone mogelijkheden. Iets
unieks ! Ons Leest op zijn best !
Dat
had ik, in andere omstandigheden, nog graag willen meemaken.
Via
DE BAND echter beleef ik toch dankbaar een beetje allerlei gebeurtenissen van
Leest mee, zo recente als vroegere en verjong ik er daarbij een poosje telkens,
vooral als hier en daar bepaalde reminiscenties heel de atmosfeer van destijds
weerom oproepen.
Daar
beleef ik dan bijzonder veel deugd aan als in de Leestse figuurkens van
Anselmus Jedrie, waar onder meer smakelijke herinneringen opduiken in verband
met mijn eigen familie. Wat daar gezegd word over Leirke dat blijkt onze
nonkel Fons te zijn, mijn eigen peter nog wel ! en t is alles zo leuk en
lollig verteld over die waterkiekens in t juninummer
DE
BAND vangt eveneens welkome echos op uit het leven van onze Leestenaars ver
van honk en heimat : zijn miliciens, zijn missionarissen. Ze blijven allen,
dank zij hem, in voeling en in vriendschap innig verbonden met elkaar. Door
zijn sympathieke en bemoedigende belangstelling blijft zo DE BAND een echte en
hechte band, een stevige, een doeltreffende en daarwerkelijke steun voo alle
Leestenaars.
Hier
in Heverlee draait de carroussel van ons scholencomplex steeds in volle zwier .
Op
4 oktober ll. oud-leerlingendag, werden diegenen gevierd die in Heverlee
gediplomeerd werden, 25, 50 en 60 jaar geleden. Onder de jubilarissen waren
vier Leestenaars : Mathilde Verbruggen, Madeleine Verbruggen, Mariette De Prins
waren zilver en één was diamant Wie dat was weet u wel : ja, raptim transit :
ik ben reeds bijna op t eind van mijn rolletje Hoe rap toch gaat alles voorbij
!
Ik
hoop intussen toch evenwel dat DE BAND nog lang zijn lezers kleine randvreugden
zal bezorgen die t leven altijd zo veraangenamen, maar dat hij ook, zoals hij
het trouwens doet, voor elkeen gezonde, stevige kost zal blijven geven om de
harde weg van de plicht moedig en rechtlijnig verder te gaan.
Beste
BAND, dierbare dorpsgenoten, mijn hartelijkste groeten aan u allemaal, en zoals
het Vlaamse versje vroom zegt :
Een
zalig einde, een goed begin, dat gunne u God, jaar uit jaar in !
1980 19 december : Poppenfilm De
grote prijs van Smöreberg voor de kinderen van de Vrije Kleuter- en
Basisschool. Tijdens de pauze smulden ze van de overheerlijke pannenkoeken
waarvoor het schoolcomité had gezorgd. (schoolkrant)
1980 26 december Gazet van Mechelen
:
Alle bomen op Zennedijk te Leest
weg ?
Via
een parlementaire tussenkomst bij de minister van Openbare Werken en bij
de minister van de Vlaamse
Gemeenschap vraagt volksvertegenwoordiger Joos
Somers welke maatregelen men zal
treffen om de verbeteringswerken aan de
Zennedijk te verzoenen met het
behoud van de bomen die er bijdragen tot
uitzonderlijk natuurschoon.
Ten gevolge van de recente
overstromingen worden momenteel dijken van de
rivieren behorend tot het
Scheldebekken in het Mechelse verstevigd.
De prachtige bomenrijen die de
dijken sieren zouden plaats moeten ruimen voor
steen en beton.
Kamerlid Joos Somers drukt zijn bezorgdheid
uit over het onherroepelijk
ingrijpen in het plaatselijk
leefmilieu dat door deze verstevigingswerken word tot
stand gebracht. Hij is ervan
overtuigd dat het technisch mogelijk is deze
noodzakelijk uit te voeren werken
te realiseren en daarbij de prachtige
bomenlanen toch te sparen. Tussen
de Zennebrug te Leest en de spoorwegbrug te
Hombeek alleen al staan 228
Amerikaanse eiken, 33 zomereiken, 4 essen, 35
De dijkbreuk te Leest vond ruim een
jaar geleden plaats (november 79) waarna
enkele weken later de Rupeldijk te
Heffen het begaf. Het gevolg : grote materiële
schade.
Intussen was er aan de
dijkversterking in het Mechelse reeds heel wat gedaan.
Volgens ingenieur Wijnants van de
Dienst Zeeschelde Antwerpen was de
verwijdering van de bomen
noodzakelijk. Een voorafgaand maandenlang
studiewerk was formeel. Een
mogelijkheid was om een gans nieuwe dijk achter de
bestaande oude dijk te leggen en de
bomen te laten staan, maar de bomen
stonden hooguit 2 meter van elkaar
met een waaier van takken.
En indien er ooit nog iets zou
gebeuren of er dienden onderhoudswerken
uitgevoerd te worden, dan was het
voor de aannemer een onmogelijke opdracht
om zijn materieel op de kruin van
de dijk te krijgen.
Fotos uit een ons onbekende krant
van 14 januari 1981 :
-Honderden
oude bomen die op de kruin van de Zennedijk stonden moesten gerooid worden.
-Eén
van de vele sluisjes in de dijken, veelal oorzaak van wateroverlast door
verstopping. Ook zij werden verwijderd.
-De
dijken te Leest : vroeger kon men er nauwelijks met een fiets oprijden. Nu is
de dijk op bepaalde plaatsen 8 meter breed en binnenkort krijgt hij een
asfaltbedekking.
-Een
kraanman vult de schanskorven met steenslag op de bouwwerf.
-Arbeiders
maken de schanskorven dicht, in afwachting dat een platboot ze ter bestemming
brengt.