Na zijn overlijden publiceerde De Band
in september 1981 een In Memoriam :
Hij
was soms streng in de klas, omdat hij van de kinderen hield. Hij wilde immers
dat ze konden en wisten wat nodig was voor t later leven. Hoeveel keer bleef
hij niet na de uren in de klas om een paar leerlingen bij te werken ?
Meester
Meyers was lid van Voetspoor, de Kunstkring van Leest. Langs de jaarlijkse
tentoonstellingen leerden we het werk van de meester kennen. Landschapjes en
portretten waren zijn geliefkoosde onderwerpen. Hij bracht ons fijn en verzorgd
werk, ongecompliceerd, steeds even sfeervol en eenvoudig. Reeds in Mechelen,
waar hij destijds avondlessen volgde bij Gustaaf Van de Woestijne, was hij
bekend om zijn fijn werk. Zijn schilderijen waren zijn geesteskinderen en hij
kon er moeilijk afscheid van nemen. Na een tentoonstelling was hij pas gerust
wanneer hij zijn werkjes weer veilig en wel bij zich thuis had.
Hij
was steeds bereid om mee te werken, maar ook steeds bezorgd om wat er leefde en
roerde tussen de mensen.
Al was hij van geboorte niet van hier, met hem verdwijnt een graaggeziene echte
Leestenaar.
De Band.
Toeters en Trompetten, jaargang 1 nr.6
:
Op 7 september ll. overleed Meester Meyers.
Lid en gewezen secretaris van onze vereniging. Hij was 79 jaar. Voor onze
vereniging betekende hij heel wat !
Na
de tweede wereldoorlog hielp hij samen met o.a. Rik De Bruyn het korps terug
van de grond. Hij is steeds een goed en trouw lid geweest die zoveel mogelijk
aanwezig was op ons teerfeest en op onze organisaties. Altijd heeft hij zich
geïnteresseerd voor onze vereniging.
Op
school hebben heel wat jongens bij hem leren lezen en rekenen.
De
afscheidsrede namens onze vereniging werd in de kerk uitgesproken door zijn
wijkverantwoordelijke Hubert De Borger.
Wij
zullen Meester Meyers in de toekomst missen
De tekst van zijndoodsprentje is ook vermeldenswaard :
...Hij
werd geboren te Kortenaken op 16 november 1902, maar bracht zijn jeugd door te
Orsmaal-Gussenhoven.
Na
de normaalschool te Tienen kwam hij in 1923 als onderwijzer naar Leest.
Gedurende
41 jaren hielp hij de Leestse kinderen de weg te vinden naar de
grote-mensenwereld.
Ongeveer 600 jongens zijn aan hem voorbijgegaan. Ook na de uren hielp hij hen,
zodat niemand ooit van bij hem wegging zonder te kunnen lezen.
De
school was zijn leven, want hij hield van de jeugd.
Dat
zag men ook aan de vele kinderkoppen die hij schilderde in zijn vrije uren.
Want Flor Meyers was ook kunstenaar en zondagschilder.
Met
de fijngevoeligheid die hem eigen was schilderde hij mensen en sfeervolle
landschappen in uitgezuiverde kleuren en delikate contouren.
Hij
stond tussen de mensen. Dat maakte hem vele vrienden.
Ze
waardeerden vooral in hem zijn bescheidenheid, want ook dat was een
karaktertrek van hem.
Meester Meyers vond zijn vreugde vooral in zijn gezin. Hij was een trouwe en
attentievolle echtgenoot voorJeanne,
een echte vader voor zijn kinderen Godelieve en Edgard, een goeie grootvader
voor zijn drie kleinkinderen Johan, Peter en Patricia.
Tamelijk
snel is hij van ons heengegaan, bij het morgengrauwen van 7 september 1981 in
het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen, waar hij de avond voordien was
heengebracht.
Bij
het leed dat we voelen om de lege plaats in ons midden beseffen wij meer dan
ooit met dankbaarheid welk goed mens hij was.
Zijn
oprecht geloof en zijn manier van leven blijve ons een licht op onze
levensweg.
(zie ook 20 oktober 1923)
1981 -Zaterdag 12 september : Huldeconcert voor J.P.Leveugle door de Kon.
Fanfare Sint Cecilia, in de zaal
Sinte Cecilia vanaf 20 uur.
Met medewerking van de Drumband van
St.-Cecilia, het slagwerkensemble olv
Marc Snackaert, het koperensemble
Enterpe olv Roland Van Buggenhout en
uiteraard de plaatselijke fanfare
St.Cecilia.
Te
Leest werd zaterdag Jan P. Leveugle gevierd bij zijn vijfjarig dirigentschap
bij de K. Fanfare St.-Cecilia. Dit gebeurde vanzelfsprekend op muzikale wijze.
Twee gastorkesten, het slagwerkorkest o.l.v. Mark Snackaert en het
koperensemble Enterpe o.l.v. Roland Van Buggenhout boden muzikale gelukwensen
aan.
Ook
Sint-Cecilia zelf beklom het podium waarbij de gevierde zijn eigen huldestuk
dirigeerde.
J.P.
Leveugle zakte in 1976 naar Leest af en reeds enkele maanden later leidde hij
de fanfare naar een eerste succes : priovinciaal kampioen in derde afdeling.
Nog geen jaar later werd Sint-Cecilia provinciaal kampioen in tweede afdeling
om nogmaals een jaar later het wereldkampioenschap in Kerkrade in de klasse
uitmuntendheid op haar naam te schrijven.
Vorig
jaar blonk Sint-Cecilia uit in het Belgisch kampioenschap uitmuntendheiden zoals verwacht schreef men in juli jl. in
de ere-afdeling het wereldkampioenschap op de Leestse naam.
De
successen zijn grotendeels te danken aan de inzet van Leveugle en het hoeft dan
ook geen verwondering te wekken dat hij zaterdag in de bloemen werd gezet.
Attenties waren er ook namens het muziekverbond van België en het CISPM dat de
gouden medaille meebracht.
Elke
muzikant en bestuurslid kreeg een verkleind model van het diploma van het
wereldmuziekconcours in Kerkrade als aandenken aangeboden. (GvM,15/9/1981)
Ook het blad van St.-Cecilia bracht een
kort verslag uit :
Het
begon met een receptie voor de ere-genodigden, de afgevaardigden van de
muziekkorpsen uit het Mechelse, de muzikanten en hun echtgenote. Er was veel
volk in het zaaltje bij mevr. Piessens, maar we hadden toch meer volk
verwacht.
Om
19u30 trok het hele gezelschap naar de zaal bij Emiel Van Steen. Vanaf 20 u
werden er concertenaangeboden door
orkesten die op een of andere manier wat te maken hadden met onze dirigent. En
er was geen inkomgeld ! De aanwezigen kregen er zelfs een bloemetje bij zodat
alles nog meer feestelijk werd.
Het
slagwerkensemble M. Snackaert gaf ons nogmaals het bewijs dat met
slagwerkinstrumenten ritmische en melodische muziek kan gemaakt worden. Het
koperensemble Euterpe o.l.v. Roland Van Buggenhout heeft heel wat vooruitgang
gemaakt op een korte tijd en het wordt in de toekomst waarschijnlijk een heel
goed korps.
Na
de pauze trad onze drumband op o.l.v. Walter Van de Venne. Het bleek dat onze
meisjes en jongens ook met de trommelstokken overweg kunnen. Daarna was er de
retrospectieve Jan-Piet Leveugle 5 jaar dirigent te Leest. We hebben
vernomen dat alle aanwezigen ten zeerste hebben genoten van het gebrachte
programma.
De
dirigent en zijn vrouw Ghislaine (die verklaarde dat ze wat ambetant was)
kregen vanwege onze vereniging bloemen en een tinnen schotel aangeboden. Op
deze tinnen schotel stond vermeld : Aan J.P. Leveugle uit erkentelijkheid
vanwege de K.F. St.-Cecilia Mechelen-Leest : 1978 wereldkampioen uitmuntendheid
1981 wereldkampioen ere-afdeling.
Er
waren ook nog bloemen en geschenken van VEVOC Leest en van het koperensemble
Euterpe. Mille Van Steen, onze lokaalhouder, gaf ook nog bloemen maar hij
deed dat achter de schermen. De heer Martin De Rijck, afgevaardigde van het
Muziekverbond van België en van de C.I.S.P.M. (wereldorganisatie van de
muziekbonden) loofde in een opgemerkte toespraak het werk van het bestuur, de
dirigent en de muzikanten. Hij overhandigde het ere-plakket van het
Muziekverbond van België.
Onze dirigent was uiterst tevreden en misschien ook wel zijn Ghislaine.
Wij
als vereniging- hebben maar weer eens ondervonden dat wanneen men aan de top
staat, men daar meestal alleen en eenzaam staat. Op de receptie waren er niet
zoveel afgevaardigden van de Mechelse korpsen. Wij hebben nu heel wat werk
geleverd in ons eigen korps en waar we konden hebben we de korpsen uit de buurt
geholpen en toch Ondank is s werelds loon en niemand is sant in eigen
land zegt men wel eens en stilaan moeten we gaan geloven dat het zo is !
Gelukkig
zijn er nog uitzonderingen en zijn er nog heel veel mensen die onze dirigent
dankbaar zijn, vooral dan de mensen van onze eigen vereniging ! Wij danken hen
en U om die dankbaarheid !
s Anderendaags trad de Leestse fanfare
samen met haar drumband (deze keer o.l.v. Eddy Van Asch) op te Mechelen, ter
gelegenheid van de Groenten- en Bloemencorso. En weer kregen ze bloemen.
Ditmaal van de SP-afdeling van Leest, voor het behalen van de wereldtitel.
Foto :
-Meester
Meyers, tekening van Georges Herregods.
-Sint-Cecilia
huldigde haar dirigent. (foto : GvM,
15/9/81)
En
uithet Informatieblad van de
Stedelijke Lagere School (nr.1, 2de jaargang)
Het
schooljaar 1980-81 en het schooljaar 1981-82
Tijdens
het voorbije schooljaar 1980-1981 hebben we de leerlingen meer vrijheid gegeven
dan in de doorsnee of gemiddelde scholen het geval is. Het had beslist zijn
goede kanten : de leerlingen waren creatiever, meer zelfbewust, ze kregen meer
zin voor verantwoordelijkheid.. maar anderzijds werden ze ook onvoorzichtiger
en hadden sommige leerkrachten, vooral dan de bijzondere leermeesters, heel wat
last om alles in de juiste banen te leiden.
Daarom
hebben we besloten om gedurende dit schooljaar wat van die vrijheid terug te
nemen, niet om de voordelen ervan teniet te doen maar om het ganse schoolleven
nog meer harmonisch te laten verlopen.
Gedurende
dit nieuwe schooljaar zullen wij bijzonder goed letten op de volgende punten :
de
BELEEFDHEID : alle leerlingen moeten zich beleefder gedragen t.o.v.
alle leerkrachten en alle mensen waarmee ze in contact komen.
ORDE
en NETHEID : in de schoolbank, in de schooltas, op de speelplaats,
in de schriften. Netjes schrijven is ook een vorm van beleefdheid t.o.v. degene
die het zal lezen. Netheid dient er overal te zijn : schillen en papiertjes
horen niet thuis op de speelplaats maar in de bakken die daartoe bestemd zijn.
TUCHT
: niet te verstaan als dwang. De leerlingen moeten leren wat kan en
wat niet mag. Zij moeten leren inzien dat die tucht er is om hen te helpen. Zo
zullen we erover waken dat er tijdens de middagpauze of tijdens de speeltijden
geen leerlingen meer op de gang of in de klassen zijn zonder toestemming of
zonder ernstige reden.
Voor
leerlingen die s middags naar huis gaan eten, zal de schoolpoort geopend
worden om 12u45.
We
treffen deze maatregel opdat het toezicht zo efficiënt mogelijk zou kunnen
uitgevoerd worden, om de leerlingen te behoeden voor ongevallen en om
beschadigingen aan het materieel te voorkomen.
VRIJHEID toch
nog ! Opdat de leerlingen zich verder individueel of in
groep zouden kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en
verantwoordelijkheidsbewuste mensen.
Het
zal een zware opgave worden en het zal dan ook niet zo van een leien dakje
lopen. Soms zal er wel eens iemand zijn die zo ver van de normen afwijkt, dat
die zal gestraft worden. Dit zal dan ook steeds aan de ouders gemeld worden. De
leerkracht zal in de agenda melden wat er verkeerd ging. Deze werkwijze zal in
de agenda melden wat er verkeerd ging. Deze werkwijze zal u en ons heel wat
moeilijkheden besparen, denken we toch !
We
hopen dat we niet veel in de agenda van de leerlingen moeten schrijven !
1981 4 september Het Laatste Nieuws
: LEEST Inbraak in woning
Onbekendenhebben zich door middel van braak toegang
verschaft tot de woning
van Johanna Verhulst, Vinkstraat te
Leest.
De dieven gingen er met 4.000 frank
vandaar.
In de woningen van Etienne Emmeregs
en Eduard Anthonis, eveneens in de
Vinkstraat, hebben onbekenden
gepoogd in te breken, maar dat mislukte.
De politie van Mechelen stelde een
onderzoek in.
1981 4en 11 september : Dorpskwis van Vevoc, Parochiezaal om 20 uur.
Dorpskwis te Leest
De
jongste uitgave van de dorpskwis was zoals algemeen werd verwacht
een succes. Zowel voor de
inrichters als voor de deelnemende verenigingen.
Niet minder dan 17 verenigingen
namen er aan deel met in totaal 20 ploegen.
De kwis verliep over 2 avonden.
De finale werd dan uiteindelijk
gespeeld met 6 ploegen, deze verliep zeer
spannend en sfeervol. Uiteindelijk
moesten de bijkomende vragen de
overwinnaars aanduiden en het werd
:
1. Davidsfonds 40 punten
2. Rust Roest 38 punten
3. K.V.L.V. 37 punten
4. C.V.P. 34 punten
5. Volksdans 32 punten
6. Landelijke Gilde 30 punten.
Als prijs kreeg elke deelnemende
vereniging een prachtig eigenhandig door
aalmoezenier Herregods gemaakte schotel, als
aandenken.
(De Band oktober 1981)
1981 Zaterdag 5 september : KWB-reis
naar Beloeil, Doornik, Diksmuide.
Vanaf 06u30 werden de deelnemers
afgehaald in de Alemstraat, Bist, Juniorslaan, Dorp en Kouter en ontbeten werd
te Beloeil waarna daar het kasteel kon bezocht worden evenals de tuinen onder
begeleiding van een gids.
In Doornik werd het middagmaal gebruikt
en kon men een bezoek brengen aan de prachtige O.L.V.-kathedraal die begiftigt
is met prachtige kunstschatten en schilderijen, o.a. van Rubens. Of een bezoek
brengen aan het Belfort met een beiaard van 44 klokken.
In de namiddag ging het langs de 14-18
route achtereenvolgens naar Ieper en Diksmuide.
Langs de Kemmelberg en de Rodeberg ging
het naar Dranouter Heuvelland waar de nieuw opgestoken honger gestild werd
met een typisch West-Vlaamse koffietafel.
De terugtocht liep over Menen Kortrijk
en Lokeren waar nog een dancing aangedaan werd.
Deelnameprijs bedroeg 375 fr per persoon
(inbegrepen reis en drinkgeld chauffeur, inkomgeld kasteel Beloeil en inkomgeld
dodengang te Diksmuide)
De koffietafel te Dranouter (125 fr)
werd aan iedereen gratis aangeboden door de KWB.
(DB, juli 81)
Er waren 41 deelnemers.
1981 - Zondag 6 september : Fietstocht
langs Rupel en Broek door Landelijke Gilde
en KVLV.
1981 Zondag 6 september : Chiro
Overgang
De oudsten van elke afdeling zeggen
hun jongere makkers vaarwel.
Op deze dag werden ook alle
kinderen vanaf 6 jaar uitgenodigd om naar de chiro
te komen.
September
is de lente in de herfst. De natuur zit op een keerpunt van groen naar bruin.
De chiro neemt juist nu een nieuwe start. Er zijn nieuwe leid(st)ers, andere
afdelingen, een onbekend jaarthema en vele zondagen in t verschiet om in
boeiende chirobijeenkomsten om te toveren. De chiro houdt van september !
In
september wordt gestart met een nieuw schooljaar, maar ook met een nieuw chiro
werkjaar. Bij ons in Leest werden nieuwe gezichten en oude bekenden op 6
september door Klein Duimpje onthaald op de chirowei. Hij liet ons allemaal
plezante spelletjes doen en later op de dag stond iedereen in een nieuwe
afdeling bij nieuwe of reeds gediplomeerde leid(st)ers. Wanneer Klein Duimpje,
na een groot en tof overgangsspel, ons moest verlatenzag hij dat alles goed was en maakte een
volgende afspraak voor zondag 20 september.
Op
die dag was hij daar weer, maar niet meer alleen. Hij had een heleboel gekke,
kleine mannetjes meegebracht die met hun zeven-mijls-laarzen over het veld
renden. Ze droegen allemaal verschillende letters op hun borst die na enig
zoeken het nieuwe jaarthema vormden : WEER JE ZELF MET MEER.
Een
nieuw jaarthema kan een duwtje in de rug zijn om een nieuw werk- en speeljaar
enthoesiast aan te pakken. Het geeft het chirodoen een nieuwe spirit, een
eigentijdse kleur Het is een stevige uitnodiging om er weer in te vliegen.
Wees
jezelf, met meer ! is een uitdaging om zo chiro te doen dat iedereen er echt
zichzelf wordt, weerbaar in, door en met de groep. Proberen onszelf te
weren n beetje weerbaar worden t Niet direct opgeven. Weer leren
doorbijten. Ook als bijten volgehouden kauwen wordt. En dan ook groep vormen.
Echt groep (DB, september 81)
Practische weetjes van de Vrije Kleuter- en
Basisschool, Dorpsstraat 10 Leest
Inschrijvingen
-Inschrijvingen
konden elke weekdag van de laatste week van augustus van 10 tot 12 uur in de
school.
Begin
-Een
schooldag start te 8u45 en eindigt om 12 uur, herbegint om 13u15 en eindigt om
15u45.
Bewaking
-Vanaf
7 uur is er morgenbewaking. Er is ook naschoolse bewaking voorzien. De uren
dienen afgesproken met de school.
Vervoer
-Voor
wie het verlangt is er vervoer van en naar de school. De diensten van bewaking
en vervoer zijn gratis.
Middagpauze
-Gedurende
de middag kunnen de kinderen op school hun boterhammen opeten en melk, koffie
of thee drinken. Tijdens het speelkwartuurtje van de voormiddag kan men een
betterfoodkoek verkrijgen.
Zwemmen
-Vanaf
het eerste leerjaar kan men om de veertien dagen gaan zwemmen in het
gemeentelijk zwembad te Kapelle-op-den-Bos.
Verkeersopvoeding
-Buiten
de gewone verkeerslessen in de klas krijgen de leerlingen van het 5de
en 6de leerjaar practische lessen in de verkeerstuin van Mechelen.
Rapporten
-Iedere
maand krijgt elke leerling van de basisschool een rapport mede waarop de
behaalde punten van de gespreide proefwerken worden genoteerd en een kwotering
voor gedrag, orde en vlijt op voorkomt.
Voor
de kerst- en zomervakantie hebben er aanvullende peilproeven plaats.
De
proefwerken op het einde van het jaar worden wat de hoofdvakken betreft interdiocesaan
opgesteld, dwz dat ze dezelfde zijn voor alle vrije katholieke scholen van gans
het Vlaamse land. Zo hebt u een objectieve norm wat de uitslagen van uw
kinderen betreft.
Bibliotheek
Een
degelijk jeugdboek is een onmisbaar element als aanvulling op de schoolse
kennis.
Daarom
zorgen we er voor, ieder jaar een fonds van een paar honderd boeken te ontlenen
in de stedelijke bibliotheek. Ieder kind krijgt op woensdag en/of vrijdag een
boek mee naar huis.
Uitstappen
-Voor
de kinderen van de laagste klassen is het verkennen van het eigen milieu zeer
belangrijk. Daarom gaan ze geregeld op bezoek bij een landbouwer, een tuinder,
een bakker, een winkelier, enz. Onze grotere kinderen maken per trimester een
studiereis als aanvulling op hun leerprogramma.
Oudercontact
-In
de loop van het schooljaar gaan er contactavonden door. Vorm en uitwerking
worden later medegedeeld.
Einde
zesde leerjaar, als de resultaten van de interdiocesane proefwerken en de
uitslagen van de testen van de beroepsoriëntering gekend zijn, worden de ouders
van de zesde-klassers uitgenodigd om samen met de leerkracht en een adviseur
van de studie- en beroepsoriëntatiedienst te komen spreken met het oog op het
kiezen van een studierichting in het secundair onderwijs.
Het klooster van Leliëndael naar een aquarel
van De Noter.
Jan
Baptist De Noter (°Walem 30/11/1786, +Mechelen 08/05/1855) tekende en
schilderde tussen 1830 en 1850 in opdracht van de archivaris van het
aartsbisdom Schoeffer 350 aquarellen van Mechelen. Door hun eigen stijl zijn ze
zeer herkenbaar, de tekeningen zijn ingekleurd met grote kleurvlakken in zacht
coloriet. De lucht is bijna steeds lichtblauw met altijd dezelfde drie wolken.
Een rookpluim stijgt op uit een gebouw, waarvan hij de monotonie doorbreekt
door er enkele figuurtjes bij te tekenen. De Noter baseerde zich vooral op de
oude stadsplannen van Mechelen en op het werk van J.F. Mandulijn (1751-1843).
(Het Klooster van Leliëndael,
Heemkundekring Hoembeka, 1984)
1981 Septembernummer De Band : Moet er geen zand zijn !
Het
verbreden en versterken van de Zennedijk, het aanvoeren van zavel vanuit de
zandwinning van het Bos van Aa in Zemst, brengt voor onze dorpsmensen heel
wat ongemakken mee. Wanneer ge langs de Dorpsstraat komt krijg je daarvan een sprekend
bewijs. De vrachtvoerders, die per afgeleverde vrachtwagen betaald werden,
razen als gek naar de Zennedijk, stofwolken achter zich latend die alles
bedekken en door kieren en ramen in de huizen dringen.
Voetgangers
en fietsers zijn niet meer veilig voor de aanstormende reuzen. Sommige
chauffeurs weten zich de sterkste en steken dreigend de vinger op naar kinderen
die het zebrapad oversteken of brengen hun vinger aan hun hoofd, kwaad kijkend
naar fietsers die richting Mechelbaan nemen. Zij zijn de baas in Leest en
iedereen moet plaats ruimen voor de zandstormers van de dijk.
Je
merkt zo dat alles vlug moet gaan en ze zijn ondertussen bijna doorgestoten tot
Hombeek.
Het
kapelletje van Leliëndaal dat reeds jaren aan de Zennedijk staat temidden van
uitgestrekte weiden en velden werd vlug verplaatst naar veiliger oorden. Het
staat nu aan het eind van de Laerestraat rechts langs de wandeling naar
Hombeek.
Dat
kapelletje herinnert ons aan het klooster van Leliëndaal, dat in 1233 gebouwd
werd in de uiterste hoek van het toenmalig Neer-Hombeek, langs de oude weg naar
Leest. Dit klooster werd in 1231 gesticht door Lambertus, pastoor van Hombeek
en het waren de zusters Norbertinessen die er zich vestigden. Rond de pastoor
van de Sint Martinusparochie werd een mooie vrome legende verteld : Lambertus
was een natuurminnaar en ging dikwijls wandelen op de linkeroever van de Zenne.
Elke morgen ging hij luisteren naar het vogelconcert langs de Zenneboorden,
toen nog een heldere en visrijke rivier. Zeven dagen na mekaar zaten de vogels
op dezelfde plaats en de dorpsherder telde tot zijn verbazing nooit minder dan
18 heldere zangertjes. Dat moet een teken van de Schepper zijn, dacht hij,
hij roept me om hier een klooster op te richten waar iedere dag van de week
een loflied wordt gezongen tot de Heer. Daarvoor heeft de Heer die nederige
vogeltjes gebruikt om mij een boodschap te brengen. Hijzelf stelde zijn
bezittingen ter beschikking om dat klooster te bouwen. Het ontbrekende geld
werd door de parochianen samengebracht en Wouter Berthout, de grondheer stelde
zijn grond ter beschikking en verleende hulp om dit klooster te bouwen.
Het
klooster van Leliëndaal rees op uit het Zennedal en werd bevolkt door 18 vrome
maagdekens. Norbertus werd hun patroon. Het getal 18 werd steeds streng
geëerbiedigd. Volgens sommige bronnen zouden zelfs de 18 vogeltjes van pastoor
Lambertus de eerste mis in het klooster hebben opgeluisterd met hun gezang. Enkele
keren gebeurde het nochtans toch dat het cijfer 18 werd overschreden en de
legende vertelt dat in dit geval de proost en de priorin van het klooster in
hetzelfde jaar stierven.
Van
O.L.Vr. van Leliendaal zijn te Mechelen nog zeven beelden op de openbare weg
terug te vinden, o.m. in de Bruul (Jezuietenkerkgevel), in de Keizerstraat,
Augustijnenstraat, Arme Klarenstraat, enz. De bekering van St. Norbertus wordt
uitgebeeld op de prachtige preekstoel van de St. Romboutskathedraal.
In
1627 werd begonnen met de bouw van het eerste burenhuys of pastorij te Leest.
Bij het aanbrengen van de fundamenten gebruikte men steengruis afkomstig van
het klooster van Leliëndaal, dat in 1580 door de geuzen volledig werd verwoest.
Oude
boeren in de streek spreken van een doorwaadbare plaats in de Zenne op de
hoogte van de Laerestraat en Stuivenberg. Zou misschien Stuyvenberg niet zijn
ontstaan te danken hebben aan t klooster van Leliëndaal ?
Op
een recente luchtfoto van de Zenne daar werd een donkere strook waargenomen,
die wel eens een verharde doorwaadbare plaats zou kunnen aangeven.
Bij
de afbraak van de oude Hombeekse pastorij werd een kleine zuil ontdekt met het
schild van Leliëndaal. Ze werd opgegraven in het begin van deze eeuw bij het
rechttrekken van de Zenne.
Met
tien ponyruitertjes vertrokken we voor een week naar Pulderbos (Zandhoven). Op
voorhand waren er al 7 tenten geplaatst, bij onze aankomst werd dan alles
uitgeladen en op zijn plaats gebracht. Daarna gingen we met onze pony de
omgeving verkennen, en of dat meeviel ! Dennenbossen en landwegen, wat kan een
ruiter meer wensen ?
We
hebben dan ook 3 dagen gereden dat de stukken er af vlogen. De 4de
dag hebben we dan ook een rustdag genomen.
Woensdagavond,
bezoekavond. Er werd voor de ponyruitertjes haring gebakken en door de ouders
opgegeten.
Zondag
terug naar huis, moe maar tevreden.
Langs
deze weg nog hartelijk dank aan onze vervoerders en schenkers van alle
eetwaren, groenten, enz.
Tijdens
het kamp werd er ook door een BRT-ploeg een filmpje gemaakt over ponys. De
uitzending gaat door op 10,16 en 19 november. (DB,september 81)
1981 Maandag 24 augustus Gazet van
Mechelen : Van Paard gevallen
Tijdens het afgelopen weekeinde is
Gert De Prins, wonende aan de Kleine
Heide 27 te Leest, van zijn paard
gevallen. Bovendien kreeg hij nog een trap.
Het slachtoffer werd naar het
St.-Jozefziekenhuis te Mechelen overgebracht.
Doch gezien de aard van de
opgelopen verwondingenmoest Gert De
Prins
naar het St.-Rafaëlziekenhuis te
Leuven worden overgebracht.
1981 Dinsdag 25 augustus : Reis
Landelijke Gilde
1981 Donderdag 27 augustus : Volksdansoptreden
door een groep uit Quimper (Fr.)
Op de terreinen van VV Leest.
1981 September : V.V.Leest bij de
start van een nieuw voetbalseizoen
1981 27 juli : De Leestenaars kregen
die dag volgende folder van de K.F. St.-Cecilia in hun
bus :
Mogelijkheid
om als lid toe te treden tot de vereniging
Het
is best mogelijk dat u wenst lid te worden van onze vereniging. Misschien bent
U al lid en kent U in uw buurt, bij uw familieleden, vrienden of kennissen
mensen die wensen lid te worden. Dat kan door onderstaand formuliertje in te
vullen. Het kan afgegeven worden bij de bestuursleden of in het lokaal van de
vereniging, St.-Cecilia, Dorpsstraat 6 te Leest.
Opdat
nieuwe leden zouden weten wat er zoal gedaan wordt door de vereniging sommen we
hier de doelstellingen op :
1.
Het maken van muziek in verschillende orkestvormen (drumband, brass band,
fanfareorkest).
2.
De aangesloten muzikanten en drumbandleden de mogelijkheden verschaffen opdat
ze in de meest gunstige omstandigheden kunnen musiceren.
3.
Het deelnemen aan muzikale activiteiten (cocnerten, wedstrijden).
4.
Het opleiden van jongeren eventueel in samenwerking met de erkende
muziekacademieën en conservatoria.
5.
Het organiseren van muzikale activiteiten (wedstrijden, concerten).
6.
Het opluisteren met muziek van activiteiten van officiële aard en ev. van
plaatselijke verenigingen.
7.
Het organiseren en deelnemen aan allerlei socio-culturele en sportieve
activiteiten in groepsverband of individueel.
8.
Zorgen voor ontspannende activiteiten voor alle aangesloten leden en
muzikanten.
Wat
is de taak van het bestuur ?
1.
Ervoor zorgen dat de doelstellingen worden uitgevoerd.
2.
Voorstellen van muzikanten en leden bespreekbaar stellen op de
bestuursvergadering; verslag uitbrengen van die bespreking.
3.
De activiteiten en de werking van de vereniging aan de muzikanten en de leden
kenbaar maken : -schriftelijk, door het fanfareblad mondeling : op de
wekelijkse repetitie.
Wat
is de taak van de muzikanten en de leden ?
1.
Op zoveel mogelijke activiteiten van de vereniging aanwezig zijn.
2.
Actief deelnemen aan het verenigingsleven.
3.
De gestelde doelstellingen helpen verwezenlijken.
Elk
lid betaalt een maandelijks lidgeld. Dit bedraagt op dit ogenblik 30 fr. per
maand.
Als
u dit alles goed vindt, vul dan het onderstaande strookje in en geef het aan
een bestuurslid af ofwel in het lokaal !
We
heten alle nieuwe leden van harte welkom !
Het Bestuur.
1981 31 juli tot 10 augustus : Bivak
Chiromeisjes Grote Brogel
Als
goed-gestemde DO-RE-MIEKES vertrokken we vrijdag, 31 juli naar Grote Brogel op
bivak. De tiptiens en de aspis reden met hun stalen ros, de kwiks en de
tippers werden gevoed met de bus.
We
vertrokken in Leest met prachtig weer en toen we in Grote Brogel aankwamen
vielen de regendruppels uit de lucht tot blijdschap van onze collega-jongens
die met dit weertje afscheid namen van Grote Brogel.
Tien
plezante, boeiende en sfeervolle dagen stonden ons te wachten
Ons bivakthema was : DO RE MI
FA SOL LA SI DO. Uit te leggen als volgt : elke muzieknoot heft een
totaal andere klank. Daarom kunnen we met al deze verschillende klanken tot een
vrolijk liedje komen. Zo is het ook met ons allemaal. Wij zijn allemaal zo heel
verschillend van elkaar, hebben onze eigen talenten en onze eigen tekorten.
Daarom hebben we elkaar echt broodnodig om een fijne leefwereld op te bouwen.
Onze wereld wordt pas echt tof wanneer iedereen eraan meebouwt, zoals een
liedje pas echt mooi is wanneer alle muzieknoten erin voorkomen.
In
dit thema hebben we met 97 jonge mensen geprobeerd een fijne leefwereld op te
bouwen.
Elke
dag was er ook een tip die ons zei waar we die dag eens extra aandacht moesten
aan besteden. Die dagtips luidden als volgt :
-zaterdag
1 augustus : KNAP, ZEG ! Dit was onze eerste volledige bivakdag : we verkennen
de omgeving, we zien al die mooie bossen rondom ons, die mooie bloemekes, de
landelijke wegen en we zeggen : Wat is het hier toch knap, zeg !
-zondag
2 augustus : HART TEGEN HARD. Dit is de dagtip van de sportdag. In groepjes van
ongeveer 7 personen hebben we ons eens extra sportief opgesteld. We deden
hoogspringen, hindernissenkoers, sprint, verspringen, kopstand en wat weet ik
nog meer. Natuurlijk was er ook een prijs aan verbonden. Belangrijk was echter
dat we bij het uitvoeren van al deze activiteiten niet HARD gingen zijn voor
elkaar maar dat we samen speelden met een
HART
: de anderen aanmoedigenen helpen en
écht kansen geven aan elkaar.
-maandag
3 augustus : GEEF ACHT ! WIJ ZIJN AAN DE MACHT ! Oefff ! De leidingsploeg mag
vandaag even uitblazen ! De aspiranten onze oudste afdeling- nemen vandaag de
macht in handen ! Eindelijk eens andere en betere leidsters !?
-dinsdag
4 augustus : NOOTJES VOOR ONZE SAMENZANG. Inderdaad, alle muzieknootjes waren
tot nu toe nog niet aanwezig in Grote Brogel. Maar vandaag, rond 11 uur
ontvangen we onze prutskes en onze speelclub met open armen.
Nu
zijn we voltallig, ons liedje zal nu nog mooier klinken.
-woensdag
5 augustus : HALFWEG ERAAN SLEUTELEN. De grootsten zijn reeds halfweg. En met
zoveel jonge mensen samenop bivak gaan,
dat is wel een hele opdracht. Daarom vonden we het belangrijk om onze gitaar
vandaag eens wat bij te stemmen. We praten
eens
over de voorbije dagen en we zoeken samen naar wat er nog kan verbeteren. We
stemmen onze instrumenten bij om de volgende vijf dagen nog toffer te maken dan
de
vorige
!
-donderdag
6 augustus : DE DENNEN ROEPEN ONS. Met pak en zak en met een strohalm in de
mond gaat iedereen vandaag op trektocht. En t was juist zon snikheet weer. s
Avonds moesten de verbande schouders en billekes goed ingewreven worden
-vrijdag
7 augustus : SAMEN PLOEG(EN). Vandaag spelen we een ganse dag met heel de groep
samen. Een groepsdag stond in het thema van de horoscopen. Per groepje
stonden er zowel kleintjes als groten. In de voormiddag hebben we met al deze
groepjes estafetten gespeeld en in de namiddag was er een groot bosspel.
-zondag
9 augustus : SPETTEREND VUUR. De voorlaatste dag : we laten het chirovuur nog
eens goed branden op deze laatste volledige bivakdag ! En s avonds houden we
een kampvuur als bekroning van het bivak.Wat een spetterend vuur, zeg !
-maandag
10 augustus : JIJ BENT FORMIDABEL ! De laatste dag. We hebben 10 dagen SAMEN
geleefd, gespeeld, gegeten, We hebben elkaar een heel stuk beter leren kennen.
Sommigen en misschien vele mensen hebben we echt ontdekt of herondekt met hun
talenten en hun goede kanten. Bij iedereen is immers iets goeds te ontdekken !
Echt mens, jij bent formidabel ! Hopelijk blijft er van die goede sfeer die er
in elke afdeling op bivak heerste achteraf nog veel bestaan. In ieder geval,
daar doen we ons best voor.
Het
bivak 81 in Grote Brogel zit er weeral op en we mogen zeggen dat het een tof
bivak was. Met frisse moed starten we in september het nieuwe chiro-werkjaar.
Hopelijk wordt het weer fijn !
Samenstelling
van het fanfare-orkest dat optrad op zondag 19 juli 1981 te Kerkrade
Dirigent :
J.P. Leveugle
Edward
De MaeyerBart
Lauwens
Alfons
Van AschRik
Lauwens
Hendrik
VerbeeckLudo
Robbens
Emiel
VerschuerenJozef
Van Asch
Jan
De DeckerMaria Van
Kerkhoven
Lieve
Van KerkhovenMichel
Leveugle
Antoon
LauwensWillem
Lauwens
Hubert
De BorgerLinda
Van Alsenoy
Patrick
LeveugleGünther
Schipman
Stan
GobienRik
De Bruyn
Ghislaine
PoedtsLouis
Verschuren
Nicole
MoortgatWilliam
Blockmans
Jan
De BorgerAndré
Walschaers
Ronny
Van der AuweraLeopold
Huybrechts
Maggy
De BorgerJulien
Lauwers
Johan
De WinLuc
Verschueren
Luc
VertommenFreddy
Walschaers
Jan
Van MedegaelDanny
Robbens
Vera
Van MedegaelJef
Vloeberghen
Christel
De MaeyerEugeen
Vloeberghen
Juul
VloeberghenHans Verschueren
Ingrid
PolspoelAlbert
Robijns
Christa
PolspoelJozef
Aerts
Ann
Van RoyConstant
Van Alsenoy
Ilse
LauwensAlbert
Van Alsenoy
Patrick
HuybrechtsRobert
Leveugle
Walter
Van de VennePaul
Van Roy
Serge
PiessensKamiel
Verschueren
Edy
Van AschAnn
Van den Vondel
Patrick
De HondtHendrik
Verschueren
-Onze
jongste muzikanten : Vera Van Medegael & Ronny Van der Auwera (12 jaar).
-Oudste
muzikant: Eugeen Vloeberghen (79 jaar).
-Gemiddelde
leeftijd van de meisjes (22% van de muzikanten) : 16,5 jaar.
-Gemiddelde
leeftijd van de jongens (78% van de muzikanten) : bijna 34 jaar.
-Gemiddelde
leeftijd van het ganse korps : iets meer dan 30 jaar.
Het Bestuur.
Dit
was nog niet de sterkste of volledigste orkestbezetting.
-Franky
Lauwens en zijn vriend Rudy Peeters waren soldaat en kondenniet alle repetities meemaken. Om die reden
speelden ze niet mee en Linda Moons was in blijde verwachting
1981 Van 21 tot 31 juli : Bivak
Chirojongens te Grote Brogel
De dag voor het vertrek deden de
chiro-jongens een omhaling in de gemeente om hun bivak te sponsoren vooral met
groenten en aardappelen. Suiker hadden ze nog voldoende in voorraad. Daarvoor
werd de gemeente in twee gedeeld, de jongens deden de helft van de straten aan,
de meisjes op 30 juli de andere helft.
Op
21 juli was het weer zo ver. De mannen van de chiro vertrokken weer op bivak.
Dit keer werd Grote Brogel, nabij Peer, de uitverkoren kampplaats. Grote Brogel
is zon typisch Limburgs dorpke waar de huizekes aan de kerk kleven en de
boerderijen in de schaduw van de bossen stille getuigen zijn van het harde
labeur dat moet geleverd worden door de boeren om de keiige zandgrond te
bewerken.
In
één van die boerderijen, de Heidehoeve, gingen we 10 dagen samen leven en
spelen onder het thema De droom van een boom. t Was echt tof, t weer viel
mee en de omgeving had ons veel te bieden. En we hebben met volle teugen van
dat alles genoten. Samen hebben we wat geluk proberen te beleven, eenvoudig,
gratis geluk, en toch niet te betalen.
En
dat geluk vonden we in de kleine dingen en elk moment dewelke de dag ons
schonk.
Ik
denk aan de rust. Rust na een reuze dag met springlevende mannen waar pit in
zit. Koffiekannen van vroeger vullen en dampende koffie schenken. Spetterende
spelen bedenken en blauwe bulten krijgen. Dagen dieper lucht insnuiven en
hoge bomen vangen. Wakker worden met de hanen en opstaan met de dag die
openritst. De schouderklop van een vriend die warme vriendschap betekent, en
nog veel meer.
Het
bivak was weer een bevestiging van het feit dat jonge mensen in deze crisistijd
nog zin hebben om er samen iets van te maken, om elkaars talenten te leren
ontdekken en mekaar te waarderen in een sfeer die eigen is aan de chiro.
Vanaf
september starten we dan terug vol enthousiasme met een nieuw jaarthema : WEER
JEZELF MET MEER.
En
dat zullen we dit jaar zeker trachten te doen !
De chiroleiding.
1981 Zondag 26 juli : Georges
Veillez Ridder in de Orde van Leopold II.
Na het plechtig Te Deum ontving
Georges Veillez, tijdens een receptie op het
oud gemeentehuis, de onderscheiding
van Ridder in de Orde van Leopold II.
Jan-Piet
Leveugle die de Leestse fanfare naar een nieuwe wereldtitel leidde.
1981 Zondag 19 juli : Kon.Fanfare
St.-Cecilia WERELDKAMPIOEN
Wereldtitel voor Sint-Cecilia uit Leest.
De
Kon. Fanfare St.-Cecilia uit Leest o.l.v. Jan-Piet Leveugle heeft op het
Wereld Muziek Concours te Kerkrade (Nederland) de wereldtitel gewonnen in de
ere-afdeling voor fanfares.
Dit
Wereld Muziek Concours wordt om de vier jaar georganiseerd door de stichting
WMC.
Deze
vereniging groepeert alle belangrijke verenigingen van Kerkrade en omstreken.
Op
het Wereld Muziek Concours traden dit jaar korpsen uit 29 landen op, tot zelfs
uit de Verenigde Staten van Amerika en Canada, Indonesië en Nieuw-Zeeland.
De
Leestse fanfare nam voor het eerst aan deze wedstrijd deel in 78 in de
uitmuntendheidsafdeling voor fanfares. Deze eerste keer werd al direct de
wereldtitel gewonnen in deze afdeling. Dirigent en muzikanten hadden zich toen
al erg hard moeten inspannen om deze titel te behalen.
In
1976 werd Jan-Piet Leveugle als dirigent aangetrokken nadat hij al een jaar de
drumband van de fanfare onder zijn leiding had staan. Hij zou met de fanfare
terug vanaf de laagste afdeling starten.
Nog
datzelfde jaar werd de vereniging provinciaal kampioen Fedekam in de 3de
afdeling fanfares.
In
1977 werd het korps Belgisch kampioen in de 2de afdeling.
In
1978 werd de 1ste afdeling overgeslagen en trad het korps op in de
uitmuntendheidsafdeling. Na een paar overwinningen in vrije muziekwedstrijden
werd de vereniging wereldkampioen in deze afdeling met 311/360 punten en een
eerste prijs.
In
1979 werden weer een paar vrije wedstrijden gewonnen.
In 1980 werd er weer eens aan een Belgisch kampioenschap meegedaan. Het
fanfarekorps werd weer Belgisch kampioen in de afdeling uitmuntendheid
fanfares bij het Muziekverbond van België.
Ere-Afdeling
Van
4 tot en met 27 juli ll. werd dan weer eens het WMC georganizeerd.
Een aantal vooraanstaande Belgische korpsen schreef in. Sint-Cecilia Leest zou
deelnemen in de ere-afdeling fanfares. Kenners hadden de Kon. Fanfare
St.-Cecilia Mechelen-Leest rekening gehouden met de prestaties van 1978 en met
het peil van de Belgische korpsen in t algemeen- een nipte eerste prijs
toegemeten (288/360 punten).
Ze
werden echter in aangename zin verrast toen dit korps zijn eerste maten had
gespeeld.
Ze
stonden verwonderd van de prachtige sound die dit korps produceerde.
Daarbij
werd er een maand voor de wedstrijd keihard gewerkt door dirigent en
muzikanten. De laatste week voor de wedstrijd was er elke dag een repetitie die
2 à 3 uur duurde.
De
jury gaf aan de K.F. St.-Cecilia uiteindelijk 324/360 punten, een eerste prijs
met felicitaties. Het is de eerste keer dat een fanfare in de ere-afdeling een
zo hoog puntenaantal behalen kon. (GvM, 3/8/1981)
De Leestse fanfare daarover in De
Band van augustus 1981 en in haar ledenblad :
Op
zondag 19 juli ll. namen we met succes deel aan het Wereld Muziek Concours te
Kerkrade in de 2de divisie fanfares. We behaalden een eerste prijs
met onderscheiding of een totaal van 324/360 punten.
Felicitaties
en gelukwensen werden reeds met pakken uitgedeeld en ontvangen. Langs deze weg
houden we er nogmaals aan de dirigent en muzikanten van harte geluk te wensen.
Iedereen
heeft hard gewerkt, zeker de laatste weken. De laatste week is wat betreft onze
vereniging een uniek gebeuren geweest op het gebied van de voorbereiding. Alle
dagen waren er repetities, uitgezonderd één dag ! Nu hebbenwe bewezen dat er dank zij werken en oefenen
heel wat kan bereikt worden. We danken ook de heren Jan Segers en Andreé Van
Driessche voor hun gewaardeerde adviezen bij de voorbereiding van de wedstrijd.
Al die dingen samen hebben geleid tot deze 1ste prijs met
onderscheiding.
Met
dit optreden en met dit resultaat zullen sommigen nu toch een aantal dingen moeten
toegeven :
1.
Onze dirigent, J.P. Leveugle, wordt bij onze noorderburen en bij mensen van
brass bands gerekend tot de topdirigenten. Nu zal hij ook in ons land wel bij
de top gaan gerekend worden. Dat hebben we ondervonden na de uitvoering en
zeker na het bekend maken van de resultaten.
2.
Praktisch alle korpsen zijn aangetreden met beroepsmusici. Wij hadden er ook
één willen meenemen, nl. André Philippe, om de partij van kleine cornet te
spelen. In Alfons Van Asch bezaten we echter iemand die ook naast de cornet
soli deze hoge noten kon blazen op een gewone cornet. Bij ons was er dus geen
enkel beroepsmusicus bij !
Nu
we dat weten, hebben we veel meer deugd aan dit resultaat.
Het
is een succes voor de groep als geheel. Er waren juist 60 deelnemers en onder
hen was er geen enkel beroepsmuzikant.
3.
We behaalden 90% van de punten. In 1978 en in 1974 werd er in deze afdeling
nooit zon hoog puntentotaal gegeven. Het was dus een glansprestatie !
Maar wij
hebben ook naar het programma van Rond de Kiosk geluisterd. En nu moeten we
toch zeggen dat we ons verplicht werk al veel beter hebben gespeeld. Er zijn
nog teveel muzikanten die zoveel faalangst en spanning te verwerken hebben,
voor, tijdens en zelfs na de wedstrijd dat ze er bijna kapot van gaan. Het zijn
natuurlijk de solisten die daarvan het meest te lijden hebben, want met hun
prestatie staat of valt het ganse korps.
Eén
van die solisten, nl. tuba-speler Freddy Walschaers, als muzikant zelfs bekend
in Nederland, kon zich nog het best schikken in die zware verantwoordelijkheid.
Toen die aan zijn solos begon, kregen zelfs de juryleden er het bekende
kippevel van, zo juist en met zon muzikale spanning en draagkracht werden
deze gebracht.
Wij
weten niet hoe het mogelijk is dat buitengewoon goede muzikanten zon schrik
hebben voor een voor hen gewone opdracht. Als die solo-trekjes gespeeld moesten
worden door gewone muzikanten, den mochten deze schrik hebben. En meer dan
waarschijnlijk zouden deze mislukken ook !
Maar
gelukkig is er helemaal niets mislukt en de juryverslagen spreken van
uitstekende vertolkingen van de solisten. Dit bewijst alleen maar dat al deze
muzikanten echte klasse hebben ! Je kon wel als je ze op de repetitie had
horen spelen- ontdekken dat het anders klonk in de Rodahal van Kerkrade.
Als
ze nu eens eindelijk gaan geloven dat ook Vlaamse amateurs wat kunnen en niet
moeten onderdoen voor de buitenlandse solisten, dan zullen zij en ook wij nog
verder staan.
Want
daarop komt het bij ons nog in de meeste gevallen aan : geloven in jezelf dat
je wat kunt en dat je voor de anderen niet moet onderdoen ! Geloven dat wat een
ander kan, ieder van onze muzikanten ook kan !
Ondertussen
is het W.M.C. 1981 volledig klaar met de afwerking van het programma.
Zondag
26/7 trad de laatste fanfare in de 2de divisie op. Het was de
fanfare Concordia uit Horst-Meterik in Nederland. Zij konden niet het
puntentotaal bijeenspelen dat door onze vereniging werd behaald. We zijn dus
voor een tweede keer WERELDKAMPIOEN en nu in de ere-afdeling fanfares !
Dus
nogmaals proficiat aan dirigent en muzikanten omdat ze de besten waren ! Maar
we moeten nog verder ! Met het voorradig talent moeten we in 1985 ook wat
kunnen bereiken in de superieure afdeling fanfares. En wie weet ?
Wij
danken alle supporters. Er waren er veel van onze vereniging van Leest en zelfs
van andere korpsen. Als muzikanten hebben we veel steun gehad aan uw
aanwezigheid ook al zagen we u niet zo dadelijk zitten.
1981 Julinummer De Band : Sprokkelingen uit een gesprek met de
Dijkwerkers
Goed
gelaarsd maken we een wandeling langs de Leestse dijken. Terwijl her en der de
gevelde bomen liggen, steekt men elders het vuur aan hopen stammen, takken en
bladeren.
Het
moet vlug gaan, men moet de oprukkende vrachtwagens met zand voorblijven.
-Waarom
steken jullie dat in brand ? t Is energiecrisis en hier ligt het brandhout zomaar
om te grijpen.
-Zolang
men van onze stapels blijft mag iedereen hout komen halen. Ze moeten wel vlug
zijn, want morgen steken we er vuurwerk (autobanden met benzine overgoten) in.
-Is
dat geen zonde tegen de natuur ?
-Er
is hout genoeg, en canadas zijn niet zoveel waard. De stammen worden vermalen
en verwerkt tot vezelplaat. De dikste pakken zagen we op maat. Een stère hout
krijg je voor 600 frank.
-Moesten
die bomen wel weg ?
-Natuurlijk,
ook al maakt men de dijk driemaal zo breed, een dijkbreuk mag er niet komen.
Het water mag er niet door, wel erover. We zitten hier aan 8 meter hoogte
ongeveer en de dijk wordt niet verhoogd, anders zou Antwerpen overstromen.
Leest en Ruisbroek, dat kan nog, Antwerpen niet. Binnen 20 jaar zijn we hier
terug aan t werk. Ja, die bomen staan in de weg, en moeten allemaal weg.
Wanneer
we verder wandelen over Leliëndael naar Hombeek liggen de pasgevelde reuzen te
zieltogen. Boeren hameren aan nieuwe prikkeldraadafsluitingen ronde de
aangrenzende weiden. Op de Zennedijk kreunt eentonig een freesmachine. Hij
freest het hart van de boomwortel uit. Wie zei daar ook weer : De boomwortels
zijn de zwakke plekken in de dijk, daar krijg je dijkbreuken ! ?
Karel.
En in hetzelfde nummerpubliceerde De Distel :
Eenzame
wachter op de kettingzaag
Van
Leest naar Hombeek zijn ongeveer 625 bomen geveld. De grote twijgen werden
verbrand of wachten nog op het vuur.
Wel
228 Amerikaanse eiken, 33 zomereiken, 256 populieren, 4 essen, 35 zwarte noten,
20 lorken, 27 robinias, 10 platanen, 5 esdoorns en 4 trompetbomen kwamen zo
aan hun einde.
De dijkvegetatie die bestond uit duizenden struiken, bloemen en planten werden
letterlijk van de dijk geveegd.
Als we zien met welk een zwart bitumengoedje men de dijk gedekt heeft in
Heffen, dan kunnen we wel aannemen dat deze plantengroei zich niet vlug zal
herstellen.
Zeldzame
planten als de reuze balsemien, fluitekruid, gele lis, kattestaart, e.a. zullen
voorgoed verdwijnen. Voor diegenen die de groene Bleukenswandeling nog willen
maken is het vijf voor twaalf, halfweg heet ze nu wel dijkwerkenwandeling.
1981 Vrijdag 3 juli :
Guldensporenviering te Leest
Heelwat kijklustigen waren naar het
dorpsplein afgezakt om te genieten van een mooi
spektakel . Onder de aanwezigen was
ook een afvaardiging van de Mechelse
gemeenteraad.
Gust Emmeregs, die als presentator
fungeerde, heette iedereen van harte welkom en
kondigde aan dat dit jaar enkel een
beroep gedaan werd op Leestse verenigingen.
De drumband van de K.Fanfare
St.-Cecilia startte de feestelijkheid met een mars. Hierna was het de beurt aan
de allerkleinste leden van de Leestse volksdansgroep
Korneel met enkele gepaste
volksdansjes.
De kinderzang- en dansgroep De
Leestse kinderen kwam toen op het podium met
enkele Vlaamse liedjes en
vervolgens was het de beurt aan de miniemen van V.V.
Leest om hun kunnen te tonen in een
turndemonstratie.
Na dit alles kwam schepen Van de
Sande op het podium en gaf een beknopte historie
van de feiten gebeurd tijdens de
guldensporenslag.
Na nog enkele optredens van de
senioren van dansgroep Korneel mocht de K. Fanfare
St.-Cecilia de viering afsluiten. (GvM,7/7/1981)
1981 Zaterdag 11 juli : 5de
Grote Prijs voor Nationale Liefhebbers
georganiseerd door de Heidevrienden
van Leest ter gelegenheid van de
Heidekermis.
Deze ereprijs Vloerbekleding Piessens
werd medegeorganiseerd door
de supportersclub van de lokale
renner Jean Geerts met medewerking van Gazet
van Mechelen.
Inschrijvingen in café Duivenlokaal
en uitbetaling in café Sportlokaal.
De uitslag is ons niet bekend.
1981 11 juli : Afdelingsreis
Davidsfonds naar de Champagnestreek.
Eerste halte Mons waar de boterhammen
werden opgepeuzeld, dan in één trip naar Reims waar de bus voor de kathedraal
geposteerd werd en iedereen drie uur vrij kreeg.
Van Reims ging het naar de
champagnekelders van Taittinger waar men alles te weten kwam van bereiding en
stockering van dit vloeibare goud maar proeven zat er niet in.
Op de terugreis werd er even verpoosd
aan het meer van Virelles en halt gehouden in Dinant. (DB, juli 81)
In samenwerking met het Ministerie
van Nationale Opvoeding en Nederlandse
Cultuur, het Provinciebestuur
van Antwerpen, het Stadsbestuur van Mechelen,
de B.R.T., het Muziekverbond van
België en de Vlaamse Brass BandFederatie
organiseerde de K.Fanfare
Sint-Cecilia in het Parochieel Centrum aan de Kouter
te Leest de Ceciliafeesten 81. Op
de terreinen achter dit centrum werd een grote
feesttent opgebouwd. Programma :
Vrijdag 5 juni :
-19 uur : Openingsconcert K.F.
St.-Cecilia Leest en drumband
-20 uur : Grote Kaartwedstrijd met
een prijzenpot van 25.000 frank en als eerste
prijs een fiets.
Zaterdag 6 juni :
-16 uur : Muziekconcerten.
-20u30 : Oberbayernbal met de
Emiz-Blaaskapelle en Gust Lancier en brass bands.
Zondag 7 juni :
-14u30 : Internationale
Muziekwedstrijd voor harmonieën, fanfares en brass bands.
Maandag 8 juni :
-13u30 :Internationale Muziekwedstrijd voor
harmonieën,fanfares en brass bands.
-19 uur : Proclamatie en
prijsuitreiking n.a.v. de internationale muziekwedstrijd.
Tijdens de Ceciliafeesten was er
ook een tentoonstelling van instrumenten en
muziekbenodigdheden door Muziek
Center van Willebroek.
Eén teleurstelling dit jaar was dat
er slechts 15 korpsen deelnamen aan de
muziekwedstrijd, 6
muziekverenigingen hadden hun inschrijving ingetrokken.
Teleurstellend
is te moeten vaststellen dat steeds minder korpsen bereid gevonden worden om
deel te nemen aan zulke wedstrijden. Te Leest waren er dit jaar slechts 15
deelnemende korpsen, en nog 6 muziekverenigingen die hun inschrijving
introkken. Spijts alle inspanningen van de Leestse fanfare om de korpsen
financieel te steunen. Tijdens de prijsuitreiking werd iedereen dank gezegd.
Naast heel wat muziekliefhebbers was ook burgemeester Vanroy aanwezig. De jury,
bestond uit voorzitter Jan Segers en de leden André Waignein en André Van
Driessche.
In
de afdeling Harmonieën trad alleen het Harmonieorkest uit Edegem op. Ze
behaalden 548 punten op 600 of een eerste prijs met lof van de jury.
In
de afdeling fanfares traden 5 korpsen op : de Kon. Fanf. De Vreugdegalm uit
Heffen behaalde 564 punten op 600 of een eerste prijs met felicitaties van de
jury.
De
Kon.Fanf. Moed en Volharding uit Heist-op-den-Berg kreeg 536 punten op 600,
een eerste prijs met onderscheiding. De Kon.Fanf. St.-Cecilia uit Belsele
behaalde 489 punten, en eerste prijs en de Kon. Fanfare St.-Cecilia uit
Hombeek kreeg met 504 punten ook een eerste prijs. De Nederlandse R.K.
Muziekvereniging St.-Jan uit St.Jansteen behaalde met 469 punten een tweede
prijs.
In
de afdeling Brass Bands traden drie korpsen op : de Brass Band Union uit
Buizingen behaalde 558 punten of een eerste prijs met felicitaties van de jury,
de Brass Band St.-Cecilia uit Heffen behaalde 493 punten of een eerste prijs
en de Christelijke Jeugdbrass Band Pro Rege uit Heerenveel (Nederland)
behaalde 522 punten of een eerste prijs met onderscheiding.
Het
Harmonieorkest uit Edegem kreeg de beker van de stad Mechelen als winnaar van
de reeks harmonieën. De beker van de organisatoren was ook voor hen voor de
uitvoering van de Belgische compositie (276/300) voor het werk Coast
Impressions van A. Waignein.
De
K.F. De Vreugdegalm uit Heffen mocht de beker van de stad Mechelen in
ontvangst nemen als winnaar in de reeks fanfares en kreeg eveneens de beker van
de organisatoren voor de beste uitvoering van Belgisch werk.
Winnaar
in de reeks Brass Bands was brass band Union uit Buizingen. Hiervoor kregen
ze de beker van de stad Mechelen. Aangezien in deze reeks geen Belgisch werk
gespeeld werd, kon de beker van de organisatoren niet uitgereikt worden. Deze
beker werd dan toegekend aan de jeugdbrass band Pro Rege als speciale
aanmoedigingsprijs.
De
winnaars van elke afdeling mochten uit de handen van J.P. Leveugle nog een
waardevol instrument in ontvangst nemen : de klarinet ging naar Edegem, de
trompet verhuisde naar Heffen en de hoorn naar de brass band uit Buizingen.
Deze laatste band kreeg ook de beker van mevrouw staatssecretaris R. De
Backer-Van Ocken toegekend, aan de tweede gerangschikte in de ganse wedstrijd.
De
algemene winnaar van de wedstrijd, de K.F. De Vreugdegalm uit Heffen mocht
dan nog de medaille van Z.M. de Koning in ontvangst nemen.
Na
de prijsuitreiking werd er nog een receptie aangeboden voor een delegatie van
elke deelnemende muziekvereniging.
De
Ceciliafeesten 1981 behoren reeds tot het verleden, doch men zal nog dikwijls
hieraan terugdenken als muzikale feesten op een hoogstaand peil.
De
organiserende fanfare uit Leest draagt nog steeds de titel van
Wereldkampioen, behaald op het WMC te Kerkrade in 1978 in de afdeling
uitmuntendheid fanfares, een wedstrijd waaraan ze ook dit jaar zullen
deelnemen. (GvM,11/6/1981)
1981 6, 7 en 8 juni : Pinksteren
Voetbaltornooi SK-Leest
Acht verenigingen van Leest namen
deel : SK Leest, Chiro, KWB,
Vevoc (met twee ploegen), SP,
Sint-Cecilia en KLJ.
In de finale haalde KWB het in de
verlengingen van SP met 3-1.
Aangezien dit de derde zege op rij
was ging de beker Jean Van Dam definitief
naar de KWB.
De beker van de fair-play ging naar
de Chiro en Walter Van Praet werd
uitgeroepen tot sportiefste speler
waarna ook hij een beker mocht in ontvangst
nemen.
1981 13 juni : Viering 100 jaar J.
Huyghebaert met medewerking van de Fanfare St.-Cecilia
De Leestse fanfare gaf twee
concertoptredens in het stadscentrum van Mechelen.
(Leest in Feest, Stan Gobien)
1981 15 juni : KVLV-Algemene
Vergadering
Het gezin op de strafbank.
Voor de eerste maal een Algemene
Vergadering op een weekdag.
1981 16 juni : Vertrek bedevaart
naar Lourdes met de Christelijke Bond Gepensioneerden
Er deden 15 Leestenaars mee.
1981 Zondag 28 juni : 7de
Fietszoektocht van Vevoc
De tocht was zo opgevat dat er
gemakkelijk met kinderen kon aan deelgenomen
worden. Vertrek in de parochiezaal
aan de Kouter.
Deelnameprijs : 50 frank per
persoonen 100 frank per gezin.
De afstand bedroeg ongeveer 20 km
en op de controleposten was er drank voorzien.
De prijzentafel bestond uit prijzen
in natura voor een totale waarde van 15.000 frank.
Ondanks het slechte weer was de
opkomst bevredigend. Niet minder dan 9 gezinnen
en een 100-tal individuelen maakten
de zoektocht mee.
Bij de gezinnen won het gezin
Tuyaerts voor de familie Soors.
In het individuele klassement was
de overwinning voor Luc De Rooster voor Jan
Verbruggen, Vera Bruynseels, Ria De
Rooster en Monique Van de Sande.
Steven De Wit, nog niet ten volle 6
jaar oud, kreeg nog een speciale prijs als
jongste deelnemer. Het was reeds voor
de derde maal dat de kleine Steven met zijn
1981 Juni De Band : Slachtoffers bij de dijkwerken
Twee jaar geleden schreven we reeds
over de ransuilen. Nu weten we ook de
nestplaats van deze prooivogels.
Bij de dijkwerken aan de Zenne
sneuvelde met Pinksteren een dikke es die
helemaal in de klimop zat.
Erna van Teughels (noot : echtgenote van meester Jan Teughels uit de
Pastoor De
Heuckstraat) had het eentonig kiew, kiew gehoord van de jonge uilen en was
overtuigd dat in de es jonge
ransuilen zaten.
Tweede Pinksterdag kreeg ze gelijk.
Bij het verzagen van de es tot brandhout,
vond den Apers het eerste jonge
ransuiltje en even later werd er een tweede met een
vangnet gepakt. De jonge
ransuiltjes bliezen als n kat en spreidden in dreighouding
hun vleugels. De donzige jonge
vogels werden in een andere boom geplaatst, om zo
de jonge dieren niet uit hun
omgeving weg te halen.
Erna beloofde een oogje in t zeil
te houden om te zien of de ransuilen hun jongen
niet in de steek lieten. Anders zou
er een andere oplossing moeten gevonden worden
om de beschermde vogels groot te
krijgen.
Later op de avond vonden we nog een
derde exemplaar, die zn plaats kreeg in de
boom bij de twee anderen.
De ransuilen huizen reeds lang in
de Zennevallei.
Ze hebben de gestalte van een kauw,
doch het breed uitstaand gevederte en de dikke
kop verlenen het dier een heel
plompe verschijning. De oorveertjes steken drie cm.
boven de kop uit en ze hebben gele
ogen.
Als de kinderen slapen en de
ouderen kijken TV, gaat de ransuil op uilentoer.
Tegen de lichte avondhemel zie je
hen rechtopzitten op een tak of weidepaal.
De opvallend lange oorpluimen
hebben niets met oren te maken. De ooropeningen
liggen lager om de prooi beter te
kunnen situeren. Zijn vlucht is geruisloos met
veruitslaande vleugels.
Voor twee jaar werd in de tuin van
de pastorij een vergiftigde ransuil gevonden.
Vergiftigd met vertraging heet dat.
Dat zit zo : net als alle prooidieren zit de uil op
t eind van de voedselketen.
Precies die laatste schakels hebben het meeste last
van het gif dat de mensen zo
kwistig rondstrooien en zo ondoordacht spuiten,
denk maar aan de onkruid- en
insectenverdelgers, die doden niet enkel onkruid
en schadelijke insecten. Ook de
onschadelijke gaan voor de bijl.
Sommigen sterven direct en andere
sterven maanden later, want via hun voedsel
krijgen planten- en insecteneters
een deel gif in hun vetweefsels.
Als nu de ransuil insecten en
muizen naar binnenspeelt, slikt hij ook het gif mee
naar binnen. In een voedselarme
periode, wanneer het reservevet wordt
aangesproken worden de
gifconcentraties te groot en sterft hij een langzame dood.
Nu, we mogen blij zijn dat we nog
enkele unieke mooie ransuilen bezitten in Leest.
Door het toedoen van al die
natuurminnende mensen werden misschien drie
uilenjongen gered.
Laat ons hopen dat nog lang het kieuw
! kieuw ! van de ransuilen te horen blijft
in de Zennevallei.
Karel Soors.
In hetzelfde nummer schreef De Distel
:
Hoge
bomen vangen veel wind.
We
hadden een kort gesprek met de mannen die de bomen vellen op en aan de
Zennedijk. Eén voor één worden nu de hoge populieren geveld met motorzaag en
omvergeduwd met skidder. De dikke takken worden als brandhout verzameld en de
dikke stammen worden met de skidder de beemden ingeduwd. Het werk vlot,
ongeveer 10 bomen worden zo per dag verwerkt.
-Vlot
werk ?
-Gaat
wel ! Het hout van de canadas is van slechte kwaliteit. De bomen werden niet
met zorg gesnoeid. Het hout is bijna waardeloos.
-Zo
zonder bomen, mooi is anders !
-Mooi
zicht geeft het niet, maar de dijkwerken gaan voor. Ze zullen nieuwe bomen
aanplanten hier langs deze dijk. Van Heffen naar Leest stonden geen bomen, daar
komen dus geen aanplantingen. Dat mooie water is ook niet alles (knijpt de neus
dicht). Gaan ze hier geen zuiveringsstation bouwen ?
-Zijn
er al zuiveringsstations die al dat Brussels vuil kunnen verwerken ?
-Ik
denk het niet. Zie je hier niet een dode Brusselaar voorbij drijven ? Ja, ons
geld willen ze wel, maar wij krijgen er stank voor in de plaats.
-Hebben
jullie die jonge uilen gezien ?
-Zaten
er dan toch uilen ? Vrijdagavond velden we die dikke es en er vloog een uil op.
We dachten aan een uilennest, maar konden niets vinden. Dan hebben die beesten
daar tot zondag zonder eten gezeten. Waar zijn ze nu ? Toch niet dood ?
-Drie
jonge ransuilen hebben we uit de nest gehaald. Ze waren bijna volgroeid. We
hebben ze in een andere boom gezet in de omgeving. Ze worden regelmatig s
nachts gevoederd door de andere vogels. Nog enkele dagen, dan kunnen ze op
eigen pootjes staan.
-Wat
n geluk, want we hebben wel wat te stellen met de vogels. Enige tijd geleden
moesten we een sparrenbos rooien en de één na de andere bleken er vogelnesten
in te zitten.
Vooral
de maanden mei en juni zijn tragisch voor de vogels. In de staatsbossen mag men
geen bomen vellen in die periode. Je moest eens weten hoeveel nesten van
fazanten, uilen, eenden, e.a. hier verloren gingen. We zouden de nesten kunnen
verplaatsen, maar je weet een nest dat aangeroerd wordt, wordt niet verder
bebroed. Spijtig, maar ons werk moet voortgaan.
-Zie
je ginds die alleenstaande boom, daar heeft de Wielewaal een nestkast in
geplaatst. Daar zitten jonge torenvalken in.
-Toch
niet waar zeker, en die moet er ook aan.
-Als
je die nog een tiental dagen laat staan, dan zijn de jonge vogels gevlogen.
-OK,
die laten we voorlopig staan.
Met
een laatste blik op de kale Zennedijk en de gevelde populieren die in
stervensnood hun zaad aan de wind prijsgeven, nemen we afscheid van t
slagveld.
1981 5 juni : Wafel- en
Pannekoekenfestijn en Volksdans door Aspis en Aspiranten
1981 12 mei : C.V.P.-Voorzitter Leo
Tindemans te Leest
In de parochiezaal te Leest kwam
CVP-Voorzitter Leo Tindemans op uitnodiging
van de plaatselijke CVP-afdeling
spreken over de actuele politieke toestand.
Velen hebben er tot op het
laatste ogenblik aan getwijfeld of we het wel zouden
aankunnen zo een man naar Leest te
krijgen. Maar Tindemans kwam.
Hij hield een gloedvol betoog over
de toestand in de wereld en in ons land.
Na zijn rede bleef hij nog hangen
in de zaal en tussen pot en pint werd nog over
tal van onderwerpen o.a. San
Salvador met de aanwezigen gesproken.
Verder hadden wij ons jaarlijks
teerfeest. Nog nooit namen er zoveel leden aan deel,
en de nieuwe formules kenden een
groot succes : voor het bal van Mieke en groot
orkest liep de parochiezaal
stampvol....
(Periodiek CVP-Info, afdeling Mechelen, sektie Leest, december 1981.)
Leo Tindemans werd op 16 april 1922
te Zwijndrecht geboren. Hij was eerste minister
van twee regeringen en behaalde het
grootste aantal voorkeurstemmen in de
Belgische geschiedenis ooit. Dit
gebeurde bij de Europese verkiezingen van 1979.
Thans is hij Minister van Staat.
1981 Donderdag 14 mei : Kaas- en
Wijnavond van SVV
Om 20 uur ging de kaas- en
wijnavond van de S.V.V.afdeling Leest door in de
zaal St.-Cecilia. Alle liefhebbers
konden gratis proeven van Belgische kazen en
wijnen.
1981 14 mei Gazet van Mechelen :
Het
rooilijn- en onteigeningsplan Molenstraat te Leest
Bij
besluit van het Mechels schepenkollege dd. 20 oktober 1980 werd het voorgeschreven
openbaar onderzoek ingesteld lopend van 1 tot 30 november 1980 m.b.t. de
definitieve vaststelling van het ontwerp van het rooilijn- en onteigeningsplan
van de Molenstraat te Leest.
Tijdens
het onderzoek werden 7 mondelinge en 2 schriftelijke bewaren door bewoners van
deze straat ingediend.
Voorgesteld
werd het door het aangeduide studiebureau opgemaakte plan definitief vast te
stellen, mits verwerping van een aantal nominatieve bezwaren.
CVP-raadslid
August Emmeregs betreurde dat zoveel bezwaarschriften zijn binnengekomen welke
de uitvoering van de werken zouden kunnen in de weg staan.
Hij
hoopte evenwel dat het plan zal worden goedgekeurd.
Wat
na de bespreking ook gebeurde.
Schepen
voor openbare werken Albert Stiers zei dat achter deze werken spoed zal worden
gezet. Hoe dan ook, voor 31 december van dit jaar moet de openbare aanbesteding
doorgaan. Anders loopt de stad het gevaar geen subsidies voor deze werken te
krijgen of een groot gedeelte ervan te verspelen.
(...)
1981 22 mei : Schoolreis naar eiland
Walcheren.
De leerlingen van het derde, vierde,
vijfde en zesde leerjaar van de Vrije Kleuter- en Basisschool maakten een tocht
op het eiland Walcheren in Nederland. Het weer was barslecht maar de reis was
mooi. (schoolkrant)
1981 Zaterdag 23 mei : Eerste Grote
Prijs Jef Vloeberghen
De Leestse Sportvrienden SP
richtten de Eerste Grote Prijs Jef Vloeberghen in,
een wielerwedstrijd voor nationale
amateurs.
(Voor Allen,8/5/81)
1981 Zondag 24 mei : Jaarlijks
Vevoc Volleybaltoernooi
In de Leestse meisjesschool namen
12 ploegen deel aan het jaarlijks volleybaltoernooi
van Vevoc.
ABB-Mandarijn en DNA uit
Kapelle-o/d-Bos speelden de finale.
De ploeg De Blokkers eveneens uit
Kapelle maakte met een derde plaats het
Kapelse succes nog groter.
De Fillosuit Londerzeel behaalden
de vierde plaats voor de Old Amigos uit
Heffen, voor de plaatselijke
A-ploeg, de ploeg t Schuur uit Breendonk, de
Dennenvrienden uit Willebroek,
ploeg 2 van Leest, Juno Kapelle-op-den-Bos,
de KWB van Kapelle-op-den-Bos en
Milac eveneens uit Kapelle-op-den-Bos.
(GvM, 27/5/1981)
1981 24 mei : Zwemnamiddag te
Mechelen van Chiro-jongens
1981 25 mei : De kleuters van de de
Vrije Kleuter- en Basisschooltrokken er
op uit naar de kinderboerderij en de speeltuin te Bornem. (schoolkrant)
1981 Zondag 12 april : Palmzondagconcert
te Leest
De
Kon. Fanfare St.-Cecilia uit Leest kende verleden zondag heel wat succes bij
het organiseren van haar jaarlijkse palmzondagconcert. De zaal St.-Cecilia was
weer heel wat te klein om de bezoekers goed en comfortabel te herbergen. Aan
dit concert nam, buiten de fanfare ook nog de drumband o.l.v. Walter van de
Venne deel, terwijl de algemene leiding in handen rustte van J.P. Leveugle.
Het
concert werd ingezet door de fanfare.
Rik
De Bruyn (Rik van t kot) en Louis Verschueren (de Witte van den Do) zijn
beiden reeds meer dan 60 jaar muzikant. Zij hebben ieder een kleinzoon die ook
in de fanfare speelt. Als dank voor al wat ze voor hun kleinzoons gedaan hebben
op muziekgebied speelden beide kleinzoons, nl. Johan De Win en Luc Vertommen,
drie duetten, die door het talrijk opgekomen publiek verdiend geaplaudisseerd
werden.
De
presentatie van deze avond was in handen van mej. Lucia Van Roy.
Jef
Lauwers dankte iedereen en vooral de muzikanten die voor meer dan 86% aanwezig
zijn op de herhalingen en het publiek kreeg nog een applaus van de muzikanten
voor hun aandachtig meevolgen.
Er
waren lentebloemen voor Lucia Van Roy en voor de dirigenten Walter van de
Ven,Edward De Maeyer en J.P. Leveugle,
de laatste die steeds hoger en verder wil met de muziekmaatschappij uit Leest.
Als
slot van dit geslaagd concert waren er ook nog bloemen voor Adrienne, de moeder
van de jeugdige muzikanten genaamd. Zij is steeds bereid tot hulp om het de
jeugdigen steeds naar hun zin te maken.
(GvM, 14/4/1981)
1981 15 tot 25 april : Tentoonstelling
en Verkoop Kunst uit Bali
Dans en demonstratie houtsnijwerk
door de Balinezen Kardi en Ida Bagus
Sumartha, dit alles in de
Parochiale Feestzaal, Kouter Leest.
De opbrengst ging naar de missionarissen
van Leest : pater René De Laet,
en de zusters Dominika De Wit,
Marieke Verbruggen en Jeanne De Boeck.
De 57-jarige pater René De Laet was
sinds januari belast met een nieuwe
opdracht in de missie van het voormalige
Kilo-Moto.
De 70-jarige zuster Dominika De Wit
was werkzaam bij de melaatsen te
Mbandaka, de 58-jarige zuster
Marieke Verbruggen sinds 1952 in Zaïre en
de 52-jarige Jeanne De Boeck in
Chili-Conception.
De toegang was gratis.
Op Pasen en Paasmaandag stelde de
kunstkring Voetspoor tentoon in de
Stedelijke Basisschool,
Scheerstraat Leest. Dit met medewerking van het
stadsbestuur en de generale staf
van de landmacht die tentoonstellingspanelen
ter beschikking stelde en tevens
een expo hield voor de humanitaire actie
Fonds Generaal P. Roman.
Tony Baarendse, Friede Willems,
Karel Soors en Georges Herregods toonden
een 65-tal eigen creaties.
Volgende leerlingen toonden hun
keraiekwerkjes :
Ilse Diddens, Goedele Duran,
Ingeborg Duran, Lisbeth Hellemans, Griet en Jan
Soors, Karin Van Sweevelt en Marc
Ceulemans.
Isle Verbruggen toonde haar
glasraampjes.
1981 23 april: Jean Geerts in goeden doen.
De
Leestse amateur Jean Geerts heeft reeds vroeg de goede vorm te pakken. Dat
onderstreepte hij overduidelijk tijdens de wedstrijden van de voorbije
weekeinden. In de laatste vier wedstrijden kon hij zich telkens in de
beslissende ontsnapping mengen en beslag leggen op een eervolle plaats. Jean is
uiteraard best tevreden met deze gang van zaken :
Ik
heb enorm veel geoefend en het is wellicht daardoor veel beter dan vorig jaar
in deze periode. Alleen in de eindspurt moet ik nog enkele snellere benen laten
voorgaan. Maar in het koersverloop kan ik even goed mijn man staan als alle
anderen.Indien deze vorm blijft aanhouden kan een overwinning niet lang meer op
zich laten wachten. Dan moet ik in staat zijn alleen weg te komen of
spurtwinnaar van een kleinere kopgroep te worden. In de komende weken komen er
steeds meer en meer koersen zodat ook het aantal deelnemers per koers
vermindert en er met minder zegekandidaten moet rekening gehouden worden.
Alhoewel ik zeker niet de gemakkelijkste koersen uitkies is dit toch een
belangrijk voordeel. Nu met soms meer dan 200 deelnemers moet men van bij de
start attent zijn om niet verrast te worden. (GvM, 23/4/1981)
1981 Zaterdag 24 april : Oud-Papier-Inzameling
Chiro
1981 3 mei : Naar het Mechels
Miniatuur Theater met het Davidsfonds
1981 Zaterdag 4 en zondag 5 april : Rust
Roest met het Slangennest in zaal
St.-Cecilia.
Voor
de tweede maal bracht Rust Roest een werk van Frans Cools voor het voetlicht.
Na In geweten niet belast enkele jaren geleden, vertolkten zij dit jaar Het
Slangennest.
Norbert
Elslander (Werner De Nijn) gaat hertrouwen. Het stuk begint met het
verlovingsfeest. Zijn schoonzuster (Paula Haeck alias Renild Polfliet) zuster
van zijn overleden vrouw woont bij hem. Het stuk is een aaneenschakeling van
dialogen en geheimzinnige toestanden. Is Flora Haeck een natuurlijke dood
gestorven ? Vanwaar komen de geschenken en brieven van haar hand ? Wat komt
John Sanders (Marcel Verwerft) daar doen, door haar uitgenodigd en in de
puntjes met het huis bekend ? Flora Haeck zelf is uiteraard niet te zien
vermits ze dood is, maar in feite domineert haar persoon het hele stuk. Volgt
intrige op intrige. Men weet niet meer wie wat is. Deze macabere grap krijgt
haar ontknoping op het einde : Sanders is in feite politieinspecteur, gevraagd
door Paula die Norbert en zijn secretaresse Eveline er van verdacht haar zuster
vermoord te hebben. Wat is feite ook gebleken is.
Luc
Verschueren, die pas zijn moeder verloor, liet zich vervangen door regisseur
Guido Hellemans in de rol van Alexander de huisknecht.
Nicole
Van Ginderen speelde het dienstmeisje Nicole.
Mensen
die naar de opvoering gingen kijken om eens lekker kippevel te krijgen, kwamen
echter niet aan hun trekken. Het was eerder, zoals steeds bij Cools, een
verwikkeling van psychologische intriges en situaties. Een stuk waar de
vertolker zich volop in het karakter van zijn personage kon inleven.
Rust
Roest viert in de maand november van dit jaar zijn 60 jarig lustrum. Een hele
term.
(D.B. in De Band van april 1981.)
In
de zaal St.-Cecilia aan de Dorpsstraat te Leest, voerde de toneelkring Rust
Roest het toneelstuk Het Slangennest door Frans Cools op.
Deze
zwarte komedie, een dramatisch gegeven, wordt doorweven met kolder en humor.
Door
regisseur Guido Hellemans werden, eens te meer, de rollen aan de juiste
personages toevertrouwd. Vooreerst Flora Haeck in de rol van het levend lijk,
die voor heel wat emoties en dolle situaties zorgt.
De
zakenman Norbert Elslander, echtgenoot van Flora, werd sterk getypeerd door
Werner De Nijn.
Rita Boon speelde op knappe manier de rol van Eveline Martens, secretaresse en
verloofde van Norbert. Ook Renilde Polfliet vond in de rol van Paula Haeck een
kluifje naar haar hand.
Nicole
Van Gindertaelen speelde uitstekend de rol van dienstmeisje Conny.
De
regisseur zelf vertolkte als invaller voor Luc Verschueren de rol van de
huisknecht Alexander.
De
alles behalve gemakkelijke rol van de ongenode gast John Sanders was in goede
handen van Marcel Verwerft.
Jan Emmeregs fungeerde als voorzegger, de grime was in handen van Jean Albert.
Karel Mertens stond in voor het klankbeeld en Fik Diddens voor belichting en
techniek.
Tony Baarendse, Fik Diddens, Toni Peeter en Marcel Spoelders zorgden voor een
podium in de zaal. Miloe Van Stijvoort zorgde voor de kostuums.
Zondag werd de tweede voorstelling gegeven voor heel wat meer toneelliefhebbers
dan zaterdag het geval was.
De Leestse toneelkring brengt Het Slangennest op donderdag 9 april e.k. te
19u30 voor het voetlicht in het St.-Norbertusziekenhuis te Duffel.
(GvM, 8 april 1981)
1981 Vrijdag 10 april : Avondje uit
met DE SNAAR.
Georganiseerd door Vevoc en Chiro
in de parochiezaal om 20u30.
De
Snaar startte in 1970 als vijfmansformatie , sinds 1973 zijn ze met zn
drieën. De groep bespeelt volgende
instrumenten : accordeon, flageolet,
hobo, viool en gitaar.
Zij brengen vooralvolksliederen, zeemans- en meiliederen en
eigen nummers.
Alles in een vlotte presentatie met
veel humor. (Advertentie De Band,
maart 1981)
Uit deze Snaar groeide in 1982 De
Nieuwe Snaar waaraan Hugo Matthysen een belangrijke bijdrage leverde aan het
repertoire. De groep bestond uit de broers Jan en Kris De Smet, Geert Vermeulen
en Walter Poppeliers.
Op 3 maart 2011 kondigden de groepsleden
het einde van hun gezelschap aan. Hun afscheidstournee duurt tot 2014 en dan
valt definitief het doek over De Nieuwe Snaar.
Christine
De Laet, zuster Melanie, tekening van Georges Herregods.
Vervolg Christine De Laet
- mensen
van Leest, ik kan soms vanop mijn heuvel van Heverlee monkelend in mijn handen
wrijven als ik aan U denk en k zeg dan wel eens in mijn eigen Jabbedabbedie,
ons mannen ginder zijn geen knudde : ze weren zich. Merci De Band, dat alles
weet ik door U. Maar, we gaan naar Kerstmis en Nieuwjaar toe. Dus, rap nu maar
op de proppen met mijn wenskoek voor die dagen. Geven ze te Leest nog, lijk in
mijn jonge tijd, pontkoeken gegarneerd met krakende zoetigheid en
suikerfiguurtjes erop ? Soms kwam Mie-sjef uit de Alemstraat dan naar ons en
tapisseerde ons hele huis eerst met hagelblanke lakens waarop ze dan straks een
blinkende sprookjeswereld van pontkoeken toverde, die maar al te spoedig
echter op tournee gingen naar al de peters en pijten (zo noemden we de
meters) van de doopkinderen. Die pontkoekweelde in ons huis : dat was een
pracht van een paradijs om er een leven lang van te dromen
Men vierde dit jaar (noot 1975) mijn
diamanten, zegge diamanten ! jubilee. Dat was hier nogal eens een daver en
een tralala, want stel U voor- we met met 28 gouden en twee diamanten
jubilarissen. En een maand later kwam daar nog een zwik van een 20-tal zilveren
bij. .. Ik heb me nog van heel mijn leven geen minuut verveeld : er is altijd
te veel te bidden en te werken en te plezieren, ook al eens een uurtje tijd te
verprutsen. Maar buiten dat wordt er hier hard gewerkt, van vijf verdiepingen
hoog tot in t lang en breed al de kelderdomeinen.
Qua
bevolking is ons huis een Leest int dik en dubbel. De schoolbevolking was in
1975 zoiets als 3.840, maar de demografische explosie gaat natuurlijk nog
crescendo naar een piek, als men daarbij al de zusters en leerkrachten en
bedienden en werkvolk en vliegende brigade bijtelt
Af
en toe wordt er voor de nodige ontspanning gezorgd. En wie eens een portieke
plezier wil beleven aan een film, heeft daar wel kans toe : gevoelige zielen kunnen
dan eens naar een tranentrekker gaan of naar een thriller die op een siebot het
bloed in of uit de kaken kan jagen of zuigen. Soms is het cultureel wat
zinvoller : onze Retorica speelde Molières Zeer geleerde Dames, Julien
Schoenaerts trad op met Socrates en deze week trad een Engelse toneelgroep
op. Af en toe is er ook een muziekavond met al de zangkoren van de gemeente
Heverlee. Het verleden Kerstconcert waren daar 250 uitvoerders bij met
instrumenten.
En
dit jaar gingen natuurlijk, of reden of vlogen sommigen naar Rome. Een andere
categorie roetsjte voor enige dagen naar Wenen tijdens de vakantie, enz..(4/12/1975)
-Uit Bladzijden uit een Familiekroniek(1978):
We
hadden het thuis niet breed, en onze ouders waren nogal streng, maar ongelukkig
waren we niet, integendeel. Een onbezorgde jeugd heeft geen van ons gekend.
Ieder moest van jongs af aan het werk.
Zo
hebben we harde jaren gekend, toen de melk naar Mechelen moest. Doorgaans
Melanie (soms Soo) bracht dan de melk naar het Heike, voor de vroege trein; dat
betekent ook in de winter als het nog donker was, door alle weer en wind. Als
enige beschutting hadden we dan een oliejekker aan, en het ging per hondenkar
!
Dan
hadden Soo en Melanie reeds de stal gedaan. Soo steeds de eerste op, ook s
winters in de kou. Later werd de melk afgehaald aan de steenweg nabij ons huis,
voor de melkerij van Blaasveld. Dan konden ook de oudsten wat langer slapen.
Zonder
electriciteit zoals destijds alles moest gaan, was het leven corvee. Nu wordt
in een mum van tijd, simpel met een knop induwen, heel wat werk verzet. Toen
was alles met de hand te doen : wassen, bakken, melken, de schoonmaak (geen
plastic toen, maar met zware ijzeren emmers sleuren, enz.) en bovendien het
onderhoud van de kachel, lampen en lantarens en noem maar op. En dan nog niet
over de veldarbeid gesproken. Destijds nog niets van de moderne techniek en
automatisatie !...O jéékes, het eiste allemaal zeer veel van ons. En nooit eens
een dagje vrijaf om wat op adem te komen, behalve zondags en dan nog
Maar
al moesten we hard werken, er kwam ook leute bij te pas en hetzij bij plezier
of ruzie, we maakten nogal eens leven en trammelant. Vader moest dan wel eens
tussenkomen : kinderen spreekt toch wat stilder : t is of ge tegen een bos
zijt grootgebracht ! En we woonden toen naast een bos, of omtrent dan toch !
t Bos is thans verdwenen.
Bij
speciale uitzonderingen, kwam er tussendoor toch een stukje kermis. Als de
aardappelen uit waren bv. we trachtten daarmee klaar te zijn tegen 20 september,
verjaardag van mijn jongste broer- vierden we feest s avonds. Soms werd daar
iemand van buitenshuis bij uitgenodigd, of iemand die bij t werkgeholpen had. Dan verschenen er pannenkoeken
en haalden we ons hart op aan vermakelijkheden, zoals zaklopen wedstrijd in
de maneschijn. Of we gingen, lollig verkleed, met kabaal en tralala, allerlei
spokerijen uithalen bij de buren.
Uniek
kostelijk !
Nam
het werk een zeer belangrijke plaats in thuis, een ruim zo essentiële plaats
was ook aan het gebed toegewezen. Het was schering en inslag van elke avond en
zelfs een deel van de dag. Elke avond het mocht zijn wat het wilde- werd het
rozenhoedje gebeden en dit met voor elke Weesgegroet, een vers ter verwijzing
naar een deel van het mysterie. Dit werd zo trouw gedaan dat ik, na 70 jaar die
150 citaten nog uit het hoofd ken.
Moeder
leefde geheel voor God en haar kinderen. Ze kon wel streng zijn, ze eiste
gehoorzaamheid, maar ze was zo, zo goed !Als ze te wille van haar handicap niet gaan kon en ze geen bijwerkje te
doen had, bad ze steeds haar rozenkrans of las in haar Navolging.
s
Zondags bad ze de misgebeden in een kerkboek (want radio en TV waren er nog
niet), dan mocht niemand haar storen. Biecht en communie alle eerste vrijdagen.
Dan werd ons Heer aan huis gebracht en werd het huis versierd.
Als
we voor een stille bezigheid bijeen waren in huis, bij regenweer, baden we
nogal eens luidop ook, Soo vlocht manden of deed een ander werk, wij stopten
kousen of breiden, we schilden aardappelen, of moesten patatten kesen,
scheuten afdoen. Het gebeurde weleens dat er in de stal, onder t melken en ook
op t veld onder het wieden, gebeden werd, behalve als er in dit laatste geval,
een helper van buitenshuis bij was. De vastengebeden, voorgeschreven voor ontslag
van de vasten, werden samen gebeden, en de toch reeds lange avondgebeden,
werden dan nog een stuk langer. Wie voorbarig indutte onder het gebed, werd
maar niet immer- wakker gesprenkend. Ja, zo was het : dat bidden altijd en
overal, hing me als kind meer dan eens de keel uit. Ik had liever met mijn pop
gespeeld of mij op enigerwijze anders geamuseerd. Als kind besefte ik niet de
zin en de waarde van dit alles.
Thuis
trachtte men mij soms in de week naar de kerk te laten gaan. Dat gebeurde wel
af en toe, in de zomer, maar veelvuldig ging ik niet. Ik moest soms al werken.
Bovendien met dat verplicht nuchter zijn voor de Communie was dat moeilijk. De
mis was vroeg : te 6 u. en te 6.30 u. in de zomer, te 6 u.30 en 7 u. in de
winter. We woonden een eind van de kerk en we moesten er te voet naartoe : de
jongsten hadden immers geen fiets
Bij
het afsterven van moeder had ik weer eens aan den lijve ervaren wie en wat Soo
voor ons betekende. Zoals hij zich toonde in die omstandigheden, was hij over
heel de lijn.
Toen
ik twaalf jaar oud was en vroeg om te mogen voortstuderen, stond het gezin voor
een moeilijke vraag : het impliceerde immers een werker minder, nieuwe
financiële uitgaven en dit in omstandigheden die zorgwekkend waren : keer op
keer tegenspoed in de stal, daarbij een zieke moeder, een oude vader, al
gebroken door reuma Toch mocht ik op pensionaat. Voor ik vertrok wilde men mij
echter met paardenkracht iets op het hart drukken. Ik kreeg een hele oremus te
incasseren : dat ik nu niet de juffrouw moest gaan spelen, die haar fijne
handjes naar geen werk meer zou willen uitsteken, die de grote jan zou
uithangen en bovendien mocht ik ook nog een hele slimslam van een zedenpreek
aanhoren over goed gedrag men kon immers nooit weten !
De
brieven die ik in Heverlee ontving, doorgaans van Melanie, waren meer dan
nieuws- of praatbrieven : immer was er een stichtend en goed woordje bij.
Vooral als Soo schreef, stuurde hij wat langere, schone brieven roerend van
directheid. t Waren brieven die, zou men zeggen, vleugelvaardigheid wekten !
Ze waren in hun simpelheid, rijk aan geestelijke inhoud, echte documenten,
gedragen door verantwoordelijkheidsbesef.
Soo
was nogal hevig van temperament, maar hij was edelmoedig, hij was in zijn
geheel een edel mens. We hebben, vooral naderhand, ingezien op welk zeldzaam
hoog niveau die oudere broer van ons stond. Moeder werd gaandeweg
sukkelachtiger. Soo droeg haar s avonds na het gezamelijke gebed waarbij ze
toch wilde aanwezig zijn- in zijn armen nar bed, heel voorzichtigjes, om haar
toch maar geen zeer te doen !
Toen
ik vroeg naar t klooster te gaan, was het weer vanzelfsprekend dat Soo geen
stokken in de wielen zo steken, al zou het leven dubbel zwaar worden voortaan.
Hoe zou trouwens die oorlog aflopen ? Dat viel ook nog af te wachten !
Hoe
het kwam dat ik op zulke jeugdige leeftijd naar t klooster ging :
-er
was de lagere school van Leest die bepaald gunstig geweest is, t.w. eerst de
invloed van juf Mathilde Hellemans, dan die van Caroline Nees vooral, die toen
we al groter werden, ons steunde tot gebloofdbezinning en beleving.
-Er
was de hele atmosfeer waarin ik thuis van kleinsaf aan, gedrenkt was geweest.
-Er
was dichterbij, het voorbeeld van jongste broer.
-Er
was mijn klastitularis van Heverlee, Zr. Paula, een ingoed, edelmoedig,
opgeruimd mens, die iedereen graag zag en liefde tot O.L.Heer uitstraalde. Ze
sprak ons niet over roeping, maar heel haar zijn was aanstekelijk. In het
moederhuis en in de bijhuizen, dankten haar verscheidene zusters hun roeping
voor Heverlee; ik was de eerste van twaalf.
Melanie
had moeder beloofd toen deze op haar sterfbed lag, dat ze mij zouden laten
gaan, wanneer ik oud genoeg zou zijn. Nu gelden mogelijk andere normen.
Maar zijn die beter ?
Geeft
men zich ooit te vroeg aan O.L.Heer ?
Soo
heeft misschien te veel geëist van zijn gestel. Er was wel die fameuze griep
van 1918 die talloze slachtoffers maakte in een tijd toen er nog geen
penicilline en andere middelen waren om de koorts dadelijk af te remmen. t Is
echter een feit dat Soo zich nooit ontzag. Hij werkte en zwoegde, hielp bij
gelegenheid nog bij buren in nood, sloofde zich af, zijn inzet kende geen maat.
Maar een mens is tenslotte niet van ijzer. Waarom had hij af en toe klieren aan
de
hals
? Moest men hem dwingen naar de dokter te gaan ervoor ? Hij kloeg nooit. Is het
niet roerend hoe hij, na zijn jongste broer te hebben afgestaan, ook nu zijn
kleinste zus aan de Heer schonk en zich nadien offerde als bemiddelaar voor de
roeping van grote zus ? En dan, betrouwend op de Voorzienigheid, nam hij bij
zijn huwelijk, ook vader onder zijn bescherming.
De
Heer vroeg hem nog een ultiem offer. Hij zou sterven zonder broer en zussen
hier op aarde nog eens weer te zien. Maar, zoals het bij ons luidde wanneer er
een supplementje offer gevraagd werd : Dat kan er nog bij.
O.L.Heer
zou vader niet alleen achterlaten. Tien dagen later nam hij, na Soo, genadig
ook vader op zijn Hemelwoon.
Soo
was een van die vele stille groten die geen koppen halen in de kranten.
-Dit
jaar weerom een zware tol gevraagd aan mijn relaties : mijn broer Fr. Romain
(Karel De Laet) heb ik niet meer teruggezien. Canada eiste hem op als haar
eigen zoon waar hij Christus in trouwe dienst gedurende 55 jaar heeft gediend.
Om het stukje grond te Huberdeau, waar hij begraven ligt thans, blijft dit land
mij dierbaar en zal ook Leest hem ook niet vergeten. Ik ben er blij om, dat hij
ginder heeft willen sterven : op het eigen veld van zijn apostolaat, nog een
geloofsgetuigenis tot het einde ! (december
1978)
-1941
: Feest van het Goddelijk Moederschap van O.L.Vrouw. Mevrouw Van Aken (Marie
Van den Brande) uit de Bist, brengt haar Marcella naar t klooster van het H.
Hart Heverlee.Ik weet niet wie, op die zaterdag 11 oktober, God het aangenaamst
moet geweest zijn : of het kind dat zich zo totaal en onherroepelijk aan Hem
geeft, of de moeder, die in algeheel zelfvergeten, Hem dit kind terugschenkt :
want die moeder brengt haar enig kind en ze is weduwe.
Haar
echtgenoot, Kamiel Van Aken, werd haar vroegtijdig door de dood ontrukt. Twee
harer kinderen ontvielen haar : Maria, een wichtje nog, daarna en vooral de
veertienjarige Julia, een meisje van veel verwachting. Na het afsteren van haar
zuster Monika, nam Mevrouw Van Akenhet
verweesd achterblijvend neefje, Albert Denys, bij zich op. Ze zwoegde en wroete
op de hoeve voor de kinderen en voor haar bejaarde ouders, tot deze laatsten
tot de eeuwige vergelding werden geroepen. Uitgeput van de haar krachten te
boven gaande arbeid, en onder de klamp van reumatisme, stortte moeder zelf
ineen en werd voor weken aan een ziekbed gekluisterd, terwijl Marcella en Albert
deden wat ze konden. Ook familie en geburen sprongen behulpzaam bij. Zodra
moeder echter passabel hersteld is, staat ze alweer koen aan haar taak.
Maanden
verliepen nu. Albert had inmiddels kennis aangeknoopt met een Leuvens meisje
dat reeds een vaste positie had : hij scheen dus spoedig aan tantes zorgen te
kunnen ontgroeien.
Marcella,
op de Normaalschool te Heverlee, was een spiegel voor haar gezellinnen en een
klepper ook : steeds primus van de klas. Wat beleefde moeder een vreugde aan
dat kind. Nog een paar jaartjes en Marcella zou in t onderwijs staan, terwijl
moeder rustig op de hoeve haar dagen zou slijten. Moeder droomt haar schone
droom tot plots in dit volmaakt huiselijk geluk, als een voltreffer de vraag
klinkt : moeder, mag ik naar t klooster gaan ?
Mevrouw
Van Aken staat als verwezen aan de grond genageld. Wie die het niet heeft
ondervonden, bevroedt er, wat in zulke omstandigheden een moederhart lijden
kan Wat moet er van haar geworden ?...
1941
: Wat zal het verder verloop zijn van de wereldramp ? Honderden jongens worden
dagelijks naar Duitsland gevoerd. Morgen zou ook Albert volgen En Marcella ook
nog zo jong ampertjes zestien jaar : ze had immers nog tijd genoeg voor een
beslissing. Maar toch zon ernst boven haar jaren in dit kind Moeder zegt niet
neen : ze wacht, ze onderzoekt, ze bidt ze verlangt, wat ook van haar gevraagd
worde, in offergave en overgave, vaardig te staan voor Gods wil.
Een
half jaar verder. Op een avond komen ze met hun beitjes, moeder en Albert, hier
dapper aanzeilen om de schikkingen mee te delen : Albert zal huwen en bij t
gezin van zijn vrouw komen inwonen. Moeder, uit liefde tot haar aangenomen
kind, dat ze met al haar zorgen en toewijding wil omringen zolang ze kan, komt
mee. Zij die met al de vezels van haar wezen had wortel geschoten in de goede
boerendoening te Leest, wordt nu, zo oud ze reeds is, naar de stad verplant :
een veldbloem onder een stolp gebracht, een boom van te lande, die niets liever
doet dan weelderig groeien in de gezonde buitenlucht, waar hij onbelemmerd vrij
naar oost en west zijn forse armen kan uitslaan, nu ingemuurd en als de adem
afgesneden
De
hoeve wordt verkocht Realiseren we, wat dit feit betekende in 1941 ? Verhuizen
naar de stad waar iedereen uit wegvluchtte toen, wijl elkeen er verhongerde.
..De boerderij te Leest, het ouderlijk erfstuk, dat heilig pand waar alle
dierbare herinneringen mee verbonden zijn, en waar het hart als het ware, zich
met al zijn grijpvermogen wil blijven aan vastklampen, wordt afgestaan.
Roekeloosheid en hoogste wijsheid. Moeder spreekt haar fiat uit over haar
ganse toekomst. Ze geeft haar kind, en in een elan van Godsvertrouwen, waagt ze
de sprong in het duistere onbekende. Het is hard doch heerlijk met volle
overgave in het leven te staan, met Newmans bede op de lippen : Heer, ik
vraag U niet de verre weg te zien, ik vraag U slechts licht voor één stap.
Moeder
zette haar zwoegen voort. Bonnemama zaliger, vergde op het einde veel zorgen,
en hoe teder mild ontving ze die. Er is een oude oom, er zijn de kinderen
vooral : Godelieve, Magda, Elly komen achtereenvolgens het gezin vergroten.
Tante en Pekke is in de weer, zonder verpozen, van s morgens tot s
avonds, voor elk en elkeen. Ze is waarschijnlijk de ziel van het gezin. Het
moge weer zijn of geen, te 6u. s morgens ziet men haar schaduw langs de huizen
glijden, en verdwijnen in de kloosterkapel van de Sint-Martensstraat. De
dagelijke H.Mis en communie zijn de kern en krachtcentrale van moeders leven,
het geheim van haar onverstoorbaar christelijk optimisme. En voor en na,
schuiven de kralen van haar paternoster door de knoestige werkvingers, voor
levenden en overledenen, voor al de belangen van Gods kerk.
Nacht
11-12 mei 1944 : een vreselijk bombardement zaait dood en vernieling over de
weerloze stad. Bij dageraad komen hier de vluchtelingen toe : bleke bange
mensjes, met holle verdwaasde blik. En daar is plots moeder ook : zulk weerzien
na zulk een nacht !
Een
van-kelder-voorziene klas wordt in een bijgebouw klaargemaakt. Het huisraad
wordt overgebracht. Moeder en gezin blijven, met vele anderen, enkele maanden
te gast bij ons, tot de achteruitrukkende Duitse legers, op de voet gevolgd door
de Engelsen, hier binnenvallen met tweeduizend bedden en t commando : alles
leeg en weg, voor de inrichting van een algemeen hospitaal. De vluchtelingen
sukkelen terug naar huis. Moeder gaat heen, als gisteren, als immer, met
moedig, eerbiedafdwingend betrouwen de heilige en heiligende wil van God
aanklevend. Het leven kent geen ontgoochelingen voor grote zielen.
Mevrouw
Van Aken leeft stellig intens van geesteswaarden. Van cinema en al dat modern
(en dikwijls aangebrand) goedje, vermoedt ze ternauwernood het bestaan. In
augustus, als de anderen naar zee of elders uitvliegen, neemt ze haar
ontspanning : dan komt ze nog eens weer naar de lieve heimat te Leest, naar de
oude trouwe geburen van voorheen, en nog een scheutje verden dan ook, naar
Kapelle, naar Louise, haar zus, en Georges en zijn gezin, en brengt ze
eventueel mee naar Heverlee, want driemaal s jaars op onze bezoekdag, komt ze
naar hier. De deur gaat open. Moeder, telkens wat ouder, wat strammer, wat
gehavender door de last der jaren, doch gewaarmerkt met de vredige glimlach van
een edele ongebogen ziel. Verzusterd als ik ben met zuster Albert Marie, haar
geliefd kind, in eenzelfde roeping en religieuze gemeenschap, is ze werkelijk
onze moeder geworden. Haar warme greep omklemt ons beider hand in één impuls
van hartelijkheid. En dan gaat moedertje aan t vertellen, met de rake
pittigheid en sappige kleurigheid van de malse Leestse volkstaal. Mevrouw Van
Aken heeft een radde tong : een andersdenkende zou er deerlijk bij van zijn
pluimen laten, want ze heeft, in dienst harer christelijke overtuiging, een
verbluffend combatieve durf en vaardigheid. Ons dierbaar Leest leeft
sprankelend in haar voort. Een woord van paus Pius XI wordt in haar schone
werkelijkheid ook afgeslagen stukken gouderts bevatten goud. (DB, nr.3 1955)
De lans die ze hier brak was voor de
moeder van Marcella Van Aken (°05/03/1925, +13/08/2006) die ze meestal moeder
of Mevrouw Van Aken noemde. Vooraan in dit artikel gaf ze haar meisjesnaam
mee : Marie Van den Brande. In een brief naar De Band van 1974 noemde ze de
moeder van haar vriendin Marie Alewaters : ik
lees nog veel, de wijze raad indachtig : dat houdt de mot uit de benen. Die
pittige spreuk is van iemand van jullie, die vol volkse geestigheid zat tot in haar
tenen : Marie Alewaters : we zeiden Marie Van Aken. (ik heb jaren geleden eens
een artikel over haar geschreven voor De Band, weet je
nog
?). Ze is de moeder van onze zuster Albert-Marie, Marcella Van Aken, uit de
Bist, die in de zomer ook wel eens even
naar Leest komt doorgaans. Ze is schoolhoofd in ons bijhuis te Hamme-Mille, en
al geef ik dit hier als een achteraanbengelend berichtje, ze doet het ginds
prima. Petje af voor Marcella, ze is een hele piet!
Marcella Van Aken was verre familie van
de familie De Laet. Zij trad binnen bij de zusters annuntiaten te Heverlee in
1941 en legde haar geloften af in 1943 en 1946.
Ondertussen was ze er onderwijzeres
gediplomeerd (Franse taalrol, 1945 met daarbij het getuigschrift van grondige
kennis van het Nederlands). Van dan af gaf ze les in Franstalige scholen van de
congregatie. Zo in Schaarbeek (1945-1952), Nodebais en Hamme-Mille (1956-1986)
waar ze bovendien chef décole (of schoolhoofd) was. Tussen haar twee
verblijven in Nodebais in, werkte ze ook een poos in Heverlee.
Na haar pensioen was ze nog werkzaam in
Woluwé-Saint-Pierre en verbleef (sinds 1998) in huize Bethanië te Heverlee.
Ze overleed te Heverlee op 13 augustus
2006 en is aldaar begraven.
(De Sint-Niklaasparochie in Leest,
2009 - Wilfried Hellemans)
1981 2 april : Overlijden van
Christine De Laet, zuster Melanie
Ze
was te Leest geboren op 12 mei 1901. Af en toe kregen we van zuster Melanie een
artikeltje voor De Band. Ze was zelf een trouwe lezeres van ons blad.
Naar het klooster getrokken, meer dan 50 jaar geleden, bleef zij vol interesse
voor haar dorp en dorpsgenoten. Zij was zeer fijnbegaafd.
Ze
glimlacht en opeens begrijp ik hoe zelfs in het midden van de winter rozen met
diepwarme kleuren kunnen bloeien : zuster Melanie.
Hard
heb je gewerkt zoals mensen als jij dat konden : taai en vastberaden als bomen
met heel diepe wortels, die aan de Kern hun kracht en levensmoed putten.
Zuster
L.R. (DB, april 81)
Deze
zus van broeder Romain en van Melanie, eveneens kloosterzuster, trad erg jong
in bij de annuntiaten te Heverlee (1915) en werd zuster Melanie.
Daar
ook legde ze haar tijdelijke (1918) en haar eeuwige geloften af (1922).
Christine
behaalde aan de normaalschool haar diploma als onderwijzeres (1920) en werd dr.
In de wijsbegeerte en letteren (Germaanse filologie, K.U.L. 1924). Zo was ze te
Leuven een van de allereerste vrouwelijke gediplomeerden. Daar voegde ze nog
twee diplomas aan toe m.b.t. de Engelse taal (Brussel, 1947 en 1949). En zo
onderwees ze aan de normalisten in Heverlee Nederlands en Engels.
In
1976 vierden de zusters er haar diamanten jubileum. Als gepensioneerde verbleef
ze in huize Rozenberg. Ze verzette nog flink wat werk in het kloosterarchief
en als mederedactrice van het jaarboek Ancilla Domini van de
oud-leerlingenbond.
Geregeld
ook schreef ze naar De Band.
Op
2 april 1981 overleed ze te Heverlee waar ze begraven werd.
(De Sint-Niklaasparochie in Leest
2009 van Wilfried Hellemans)
In de reeks Uit eigen Haard
(schoolboeken voor het Middelbaar onderwijs) verschenen o.m. van haar hand
Regenboog (Leuven 1935) en Jong Leven (Turnhout 1945). (DB, augustus 1957)
De ouders van Christine, Victor De Laet
(1850-1918) en Adelia Selleslagh (°Leest 30/06/1857, +Leest 03/07/1914) hadden
nog drie andere kinderen : Frans (Soo), geboren in 1887 en gehuwd met Sidonie
Diddens, hij werd in 1918 slachtoffer van de griepepidemie. Tien dagen later
zou zijn vader overlijden. Melanie (1891-1968), zij kwam in het klooster bij de
Annunciaden als zuster Victoria in 1917 en bleef missionaris in Kongo van 1931
tot 1957.
Karel (1896-1978), alias Broeder
Romain was vijfenvijftig jaar lang missionaris in Canada.
(zie foto)
Het gezin woonde in het Wiphuis op de
Rennekouter, de vroegere Jezuïetenhoeve.
(zie Toponiemen)
Passages uit haar briefwisseling naar
De Band :
-t
Begin van de eerste oorlog en de vlucht heb ik nog meegemaakt. Vader heeft na
de doortocht van de eerste patrouilles een reuzefiets-motocyclette
splinternieuw uitgehaald van onder de mesthoop. Maar de Belgische soldaten
hebben ons twee dagen later dat merkwaardige ding als trofee ontnomen. Zeer
interessant volgens mij was na de vlucht de koeienhistorie. De Belgen hadden
alle koeien eerst weggehaald. t Leger had die te Antwerpen in hangars
ondergebracht en geraakte er niet mee weg. De Duitsers sloegen die aan.Na de vlucht waren er geen koeibeesten meer
tenzij hier en daar één die in t wild liep, en gauw een eigenaar had. Mijn
zuster zei : ik moet een koe hebben, ze hebben onze koeien afgepakt, ik ga
naar Antwerpen naar de Duitsers een koe halen. Ze schuift aan in de rij om een
bewijsschrift te bekomen en toelating om met haar koe naar Leest te mogen.
Overrompeld als die kommandant was door die grote menigte, schrijft hij een
bewijs. En zus ging met dat papierke naar die hangars, waar de controleur
vraagt : welke is uw koe ?
Zuster
Viktoria kiest er de beste en schoonste uit en roept : die meneer ! De kerel
laat begaan. Ze huurt een beestenwagen, en s avonds te kwart voor tien komt ze
daarmee in Leest binnen in triomf en alle mensen kwamen zien naar dat fenomeen.
In
1913 was hier in Heverlee de eerste grote Boerinnendag. Leest was present en
ons Melanie was er ook bij. s Avonds kwamen die van Leest in autos t dorp
binnengereden al zingend en al vertellend. t Gevolg : ik mocht 23 september
naar Heverlee komen tot 1 augustus 1914 : de oorlog en de vlucht.
Ik
had moeten wachten tot ik 14 jaar was om in het klooster te komen. Op 24 mei
was ons Melanie naar Heverlee komen horen, en op 29 mei trad ik binnen in t
noviciaat in Heverlee en ik ben nooit buiten Heverlee in functie geweest. Eén
keer heb ik Leest teruggezien : in 1931, bij t vertrek van zuster Viktoria
naar de missies. Met Pinksteren gingen we natuurlijk allen mee in de processie.
Wij waren ijveraarsters van Averbodes Weekblad en bezorgden het elke week
thuis. Jaarlijks ging zus mee te voet naar Scherpenheuvel. Ons Soo reed mee
naar de paardenomgang te Hakendover.
t
Rozenhoedje werd dagelijks gebeden in familie en waar een lijk was ging men s
avonds t rozenhoedje bidden. (DB,
nr. 1, 1955)
In1957 zou Christine totaal onverwacht Leest terugzien : wat
een krieuweling van blijdschap er door mij heen huppelde, toen onze Overste mij
meldde dat ik mee naar huis mocht met zuster Victoria
Zaterdagavond
22 september zijn we aangeland. Op afstand verwelkomde ons reeds de goedige
kerktoren, waar een veel groter stuk van uw ziel aan vastzit. Dadelijk worden
we te Leest opgenomen in een sfeer van warme innigheid : het Dorp. Van daaruit
vinden we gemakkelijk weer de vertrouwde straten : de Kouter, de
Scheerstraat We herkennen nog uithangborden uit vroeger dagen. Maar daarnaast
ook, wat al verandering ! Prachtige autostraden als die van de Juniorslaan,
nieuwe huizen en kapellen, wijzen op de groeiende welvaart doch ook op de gaaf
gebleven godsdienstzin onzer vriendelijke dorpsgenotenn wier dialect we in zijn
kleurige sappigheid met genoegen beluisteren. Woorden, sedert jaren en dagen
spoorloos uit ons geheugen verdwenen, duiken lustig weer op : karlees,
schramoeillie en een ogenblik struikelt onze strubbelige tong over al die
schatten schoonheid (DB, nr.2,
1957)
Vervolgt
Fotos :
-Familie
De Laet. Van links naar rechts : Karel (broeder Romain), Frans (Soo), vader
Victor De Laet, moeder Adelia Selleslagh, Melanie (zuster Victoria) en
Christine (zuster Melanie).
1981 Zaterdag 14 maart : Recollectie
KWB en uitslag Kaartkampioenschap
Na twaalf avonden van sportieve
strijd mochten de kaartliefhebbers
hun prijs in ontvangst nemen.
Traditiegetrouw ging deze prijsuitreiking door
tijdens de jaarlijkse recollectie.
Voor meer dan 80 deelnemers hield
pastoor Coosemans een korte bezinning
en Walter Tourné een toespraak.
Volgde het etentje en de dansavond.
Tussendoor werd de uitslag van het
kaartkampioenschap 1980-1981 afgeroepen.
Winnaar werd Jozef Vloeberghen voor
Maurits De Grijse en Eduard Diddens.
Er waren 66 deelnemers.
1981 Zaterdag 14 maart : Ken uw
stad...wees er fier op.
In het kader van bovenstaande
spreuk en ook als bestuurslid van de plaatselijke
Sp-afdeling nodigde dezelfde Jozef
Vloeberghen de Leestenaars uit voor een
gezamelijk bezoek aan de
St.Katelijnekerk en de St.Romboutskathedraal te Mechelen.
Vertrek om 14u15 op de Dorpsplaats.
1981 24 maart Het Laatste Nieuws :
(zie foto)
PAS GETOUWD !
Deze
foto namen we te Leest. Het pas gehuwd koppeltje zal wel verbaasdhebben opgekeken toen de grap van enkele
vrienden duidelijk werd. Opmerkelijkis
dat de nachtelijke lolbroeken in plaats van juist getrouwdjuist getouwd hebben geschreven.
Misschien
slaat die zogenaamde fout op de echtverbintenis of op de touwenconstructie
die
de olijkerds aan de gevel aanbrachten. (L.D.N.)
1981 25 maart : Overlijden van Juul
Teughels (foto)
Amper
55 jaar overleed hij in het Academisch Ziekenhuis van Jette.
Geboren
en getogen Leestenaar (broer van onze medewerker Frans), was hij een gekende en
geliefde figuur in Kapelle-op-den-Bos. Als onderwijzer en later als schoolhoofd
heeft hij jarenlang de Kapelse jeugd gevormd. Opvoeden was zijn levensroeping.
Rechtschapen als hij was, moet hij de laatste jaren erg geleden hebben onder
het onrecht hem door kleinzielige politiek aangedaan. (DB, april 81)
Juul Forentijn Teughels was te Leest
geboren op 22 januari 1925.
Een
goed en edel mens is van ons heengegaan. Opgegroeid in een gezin van bekommerd
zijn voor anderen heeft hij deze eigenschap gans zijn leven in daden omgezet.
In het hart van zijn vrouw Jeanne, met wie hij wel en wee van dit leven deelde,
zal hij verder leven als een goede echtgenoot; zijn kinderen zullen het beeld
in zich dragen van een liefdevolle en zorgzame vader; zijn vele vrienden zullen
het hoofd schudden en niet begrijpen
Opvoeden
was zijn levenstaak en levensroeping. Als toegewijd meester stelde hij niet
alleen belang in schoolresultaten, maar probeerde hij ook zich het leefmilieu
van zijn jongens eigen te maken om hen des te beter kunnen helpen om schone
mensen te worden. Daarom ging zijn aandacht naar niet-schoolse activiteiten.
Toewijding,
zachtheid en rechtschapenheid sierden het leven van Juul en maakte hem tot
vriend van velen in hetverenigingsleven.
Omwille
van die fijngevoeligheid was hij ook kwetsbaarder : hij leed sterk onder
onrechtvaardigheden ;zij bezorgden Juul
een diepe woede en in die woede groeide de dood.
Meer
dan lofwoorden of wat ook kunnen zeggen, zal hij verder leven in de herinnering
van hen met wie hij in liefde verbonden leefde, zal hij vereremerkt verder
leven in de harten van de vele jongens die hem gekend hebben en zich aan zijn
levensvoorbeeld spiegelen.
Juul
heeft de levensstrijd gestreden, het geloof bewaard, nu is de kroon der
gerechtigheid zijn deel. (warme
woorden uit zijn doodsprentje)
1981 1 maart : Vanaf deze dag begon de
volkstelling te Leest.
(GvM,6/12/80)
1981 Zondag 1 maart : Breugheliaanse
eetdag door KLJ in de parochiezaal
(DB, februari 81)
1981 4 maart : Dirk Van Dam :
bevredigende start
Voor
de Leestse amateur Dirk Van Dam is de kennismaking met de categorie van de
amateurs naar wens verlopen : Wegens een begrafenisplechtigheid in de familie
kon ik zaterdag wel niet zoals gepland was starten in de openingsrit te
Malderen. Daardoor kon ik wel te Hombeek van start gaan. Gelukkig raakte ik
niet betrokken bij de valpartij die de wedstrijd een beslissende wending gaf,
maar hierdoor waren de koplopers vertrokken. In de achtervolgende groep heb ik
naar het einde toe nog actief kunnen zijn zodat ik uiteindelijk op een 25ste
plaats kon beslag leggen. Voor een eerste rit met meer dan honderd deelnemers
vind ik dat een behoorlijk resultaat. Daar ik voorlopig geen twee opeenvolgende
dagen aan competitie mag deelnemen probeer ik, in zo verre mijn taak dit
toelaat, ook in een midweekwedstrijd aan te zetten. Hierdoor hoop ik vlugger
aan het competitieritme te wennen.
Jan
Geerts : pech.
Voor
de andere Leestse amateur Jean Geerts verliep de seizoenstart niet zo naar
wens. In Brussel-Opwijk had hij halverwege de rit af te rekenen met bandenpech.
De rest van de kilometers werd wel afgelegd maar meer als oefening opgenomen,
omdat met zoveel vertrekkers de prijzenpot al lang verdeeld was.
(GvM,4/3/1981)
1981 Donderdag 5 maart : MMT te
Leest
Het Mechels Miniatuur Theater
bracht in de zaal St.-Cecilia het gekende
stuk Het Machtig Reservoirmet in
de hoofdrollen Mandus De Vos en
René Verreth.
Toegangsprijs : 100 frank.
1981 8 maart : K.V.L.V.-vergadering
Thema : werken : moeten of mogen.
Er werden tevens twee Lourdesreizen
verloot.
1981 9 maart : Bedevaart naar
Sint-Jozef Leuven
Vertrek aan de kerk om 08u50.
1981 14 maart : Overlijden van
Gerard Somers (zie fotos)
Op
14 maart 1981 overleed te Mechelen in het Sint-Jozefsziekenhuis Gerad Somers.
Hij was alhier geboren op 16 mei 1898.
Gerard van Heinke Somers was door iedereen gekend en geliefd. Eenvoudig en
volks als hij was, bleef hij zichzelf en de goeie ouwe tijd getrouw. Als oudste
cafébaas uit de omtrek bestond zijn cliënteel de laatste jaren uit de Leestse
jongeren die zich bij hem thuis voelden. Zijn laatste maanden als banneling
zullen hem zwaar hebben gewogen. (DB,april
81)
In 1979 (enkel jaartal gekend)
publiceerde Gazet van Mechelen :
Mechelens
oudste cafébaas woont in Leest.
Als
men vanuit Mechelen naar Leest rijdt, ziet men op de hoek van de Molenstraat en
de Mechelbaan (noot : thans Pastoor
De Heuckstraat) een oud cafeetje staan :
Op t Hoekske
(noot : thans Drij Gapers).
Deze
drankgelegenheid wordt uitgebaat door Gerard Somers, ook wel Gerard van Nanke
Somers of Gerard van Tiste Moors (zijn grootvader noemde Tist De Maeyer
genoemd, hij werd te Leest geboren op de Rennekouter). Gerard werd te Leest
geboren op 16 mei 1898 als tweede oudste van tien kinderen. Zijn oudste broer
wisselde het tijdelijke met het eeuwige toen hij slechts twee jaar oud was en
zijn jongste zuster stierf toen ze amper elf maanden oud was.
In
1902 kreeg de familie Somers een tweeling. Biezonder is wel dat Tor geboren
werd op 1 augustus (23u45) en Pauline op 2 augustus om OOu10 te voorschijn
kwam.
Toen
Gerard nog een Gerardske was noemde zijn vader hem steeds Pierke en de rest
van de familie noemde hem steeds Jef. Waarom dit gebeurde is voor Gerard nog
steeds een raadsel.
Vanaf
Pasen (toen hij elf jaar oud was) moest hij thuisblijven uit de school, om
thuis op de kinderen te passen als zijn ouders naar het veld waren. Doch
stilaan werd hij ingeschakeld in het landbouwbedrijf en moest hij vanaf zn 12de
met het paard rijden, om alzo drie jaar later volledig ingeschakeld te zijn in
het familiebedrijf. Tijdens de oorlogsjaren volgde Gerard s avonds nog
landbouwlessen om de stiel onder de knie te krijgen.
Zoals
iedereen, keek ook Gerard eens naar de meisjes, en de danskunst erfde hij van
zijn vader. Dat dit bij de meisjes indruk maakte, hoeft geen betoog en op
21-jarige leeftijd kreeg Gerard de kans om te huwen. Doch Gerard heeft het toen
(zonder ruzie te maken) afgemaakt. Elf jaar later (op 32-jarige leeftijd) vond
Gerard het echter tijd en op 30 oktober 1930 trouwde hij te Leestmet Sofie Van den Heuvel. Sofie was geboren
in café Belle Vue en kwam ook uit een gezin van tien kinderen. Aangezien
Sofies oudste zuster jong gestorven was, moest Sofie ook vlug de school
verlaten om thuis te helpen.
Haar
oudste broer gaf in de streek van Dilbeek les en alzo moest ook Sofie naar
Dilbeek om voor haar broer te zorgen. Zo werd ze volgens Gerard een reizende
passante. Bij Sofie thuis was er café en daar haar moeder alleen thuis was,
gingen Sofie en Gerard bij haar inwonen.
Sofies
moeder is café blijven houden tot enkele maanden voor haar dood (enkele maanden
voor haar 94ste verjaardag).
Om
te horen dat er iemand binnenkwam, zette men indertijd de koterhaak voor de
deur en deze maakte lawaai genoeg om te verwittigen dat iemand binnenkwam. Deze
koterhaak bestaat nog, doch doet geen dienst meer voor voornoemd gebruik.
Terwijl
Sofies moeder instond voor het café en het huishouden, zorgden Sofie en Gerard
voor de koeien, varkens, groenten, enz.
Toen
beiden een drietal maanden gehuwd waren, trok Gerard op zekere avond het dorp
in en bleef er gewild plakken, dit om zijn kersverse bruid te plagen. Bij
zijn thuiskomst werd er natuurlijk gevraagd vanwaar hij kwam. Gerard zei hierop
van buiten naar binnen, dit is volgens Gerard de enige keer dat zoiets
gebeurde omdat ze beiden steeds water bij de wijn konden doen.
Toen
Sofie op 11 maart 1977 stierf, dacht Gerard er aan zijn café te sluiten, doch
op aanraden van de dokter is hij op zijn stappen teruggekeerd en is hij nu de
oudste cafébaas van de omtrek en misschien wel de oudste cafébaas van de
provincie.
Het
café dat hij bewoont is men in 1900 beginnen te bouwen en drie jaar later was
het af. In de jaren 1938-39 werd de zaal St.-Cecilia omgebouwd tot schuur. De
tapkast en enkele kleine veranderingen gebeurden tot nog toe op t hoekske.
Tegenwoordig verspreidt zich het gerucht dat Gerard zou sluiten. Doch Gerard
weet nog steeds niet wanneer hij zal stoppen.
De
plaatselijke Chirojongens helpen Gerard zoveel ze kunnen, en hiervoor is hij ze
heel dankbaar. Doch Gerard is en blijft een plantrekker. Elke morgen is hij
beneden om 06u30. Na het ontbijt schilt hij zijn patatten voor s middags.
Hierna maakt hij het café in orde (spoelbak reinigen, pinten spoelen, vloer
keren, enz.) zodat alles in orde is tegen dat de verletters komen (de
afgevers zijn dan al gekomen). Zelfs als het café tot 2 uur s nachts
openblijft (wat soms wel eens gebeurd) is hij ook om 06u30 beneden.
Tijdens
zijn vrije tijd overdag, zorgt Gerard nog voor zijn kippen en verzorgd hij ook
nog zijn groenten. Gerard zei ook nog : mijn kiekens kennen mij, en ik ken
mijn kiekens.
Als
gevolg van een operatie krijgt Gerard om de vier weken nog het bezoek van een
dokter, doch Sofie zei vroeger steeds : Gerard is nog van een dor volk. Eten
kan hij nog steeds goed en als hij tien minuten in bed ligt, rijdt hij al heel
ver.
De
klanten van vroeger dronken meer, maar het bier van vroeger was eten en
drinken en dat van nu is poeder.
Een
wekelijkse rustdag heeft Gerard niet nodig. Om terug op asem te komen heeft
hij geen dag nodig, daarvoor is de nacht nog lang genoeg.
Gerard Petrus Frans Somers was te Leest
geboren op 16 mei 1898 en overleed in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen op
14 maart 1981.
Zijn echtgenote Sofia Sofie Constantia
Van den Heuvel was eveneens te Leest geboren op 20 maart 1895 en ze overleed er
op 11 maart 1977.
Bijgevoegd :
-Mandus
De Vos. (Uit het Jubelboek, 35 jaar
MMT).
-Gerard
Somers in 1915 met Juul. Samen hielpen
ze bij de aanleg van het vliegveld dat de Duitsers in de eerste wereldoorlog in
de Winkelstraat aanlegden. Hij was toen 17.