Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    24-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gust Lauwers, de laatste burgemeester

    van het autonome Leest.

     

    1983 – 29 maart : Beste Spaarders,

                Ten gevolge van de sluiting van het lokaal HET BRUGHUIS bij Frans Apers,

                zal het vanaf de maand maart 1983 niet meer mogelijk zijn aldaar te sparen.

                Het sparen zal dan nog enkel kunnen in het Chalet van het voetbalveld van

                Sk-Leest.

                De lichtingen van de spaarkas zullen aldaar gebeuren elke laatste dinsdag

                van de maand en dit om 18u30.

                Gelieve met deze veranderingen, buiten de wil van het Bestuur, rekening te

                houden.

                                Het Bestuur.”

                (Brief voor de spaarders van SK Leest)

     

    1983 – 31 maart : Overlijden van Maria Theresia VAN DEN HEUVEL (Zuster Agnes)

                Ze werd geboren te Leest (Oude Tisseltbaan nu Wagenmakersstraat) en ging

                als zeventienjarige (1919) binnen bij de trappistinnen te Sint-Antonius-Brecht.

                Ze werd er zuster Agnes.

                Haar zestigjarig kloosterjubileum vierde ze in 1979.

                Ze overleed op Witte Donderdag of 31 maart 1983 te Sint-Antonius-Brecht

                waar ze op 5 april begraven werd.

                (‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’, 2009,  Wilfried Hellemans)

     

    1983 – Dossier Fusies

                 In april 1983 legde Gazet van Mechelen een dossier aan, gewijd aan de “fusies”

                of “de samenvoeging der gemeenten”.

                Het was gestoffeerd met interviews van burgemeesters en ex-burgemeesters en

                ook de mening van “Jan met de pet” werd neergepend :

                “Voor de fusie werd door ons regelmatig aan de stad Mechelen gevraagd om de

                Leestsesteenweg grondig te vernieuwen. Niet alleen de (Mechelse) bewoners, die

                nog steeds zonder riolering zitten, hadden hun wensen. Ook voor ons, inwoners

                van Leest betekent deze steenweg een hoop moeilijkheden. Het is onze enige

                verbindingsweg met de stad. Door de komst van de fusie hadden wij de hoop dat

                er aan dit probleem een einde zou komen. Helaas, niets veranderde. Nog altijd

                moeten wij over een slecht wegdek, vol putten, buiten en bij regen is het meer

                varen dan rijden”.

                Dat was één van de meest voorkomende grieven die de GvM-journalist

                optekende. En ook :

                “Deze rustige gemeente dreigt door de fusie haar landelijk uitzicht te verliezen.

                We hadden een verbetering gevraagd van sommige landelijke wegen, maar nu

                horen we dat in Mechelen plannen bestaan om de Kouter volledig om te ploegen

                en te doorkruisen met brede banen en zelfs een verbindingsweg tussen Kapelle-

                o/d-Bos en de E10 te Battel. Wij vroegen geen autostrades, alleen een verbetering

                van sommige landelijke wegen.

                Het contact met de administratie Mechelen is bij velen van ons in slechte aarde

                gevallen. Vroeger ging het allemaal veel eenvoudiger. ..”

                Vooral de oudere mensen hadden het moeilijk met de overdreven “papierwinkel”

                van de Mechelse administratie waar ze dreigden in te verdrinken.

                Ook het contact met politici was er op achteruitgegaan, voor de fusie leefden die

                mandatarissen “tussen ons” en niet “boven ons”.

                Er waren ook tientallen opmerkingen en klachten over de belabberde financiële

                toestand van de stad Mechelen .

     

                Gust Lauwers, (foto bovenaan) de laatste burgemeester van de autonome gemeente

                 Leest, verklaarde dat men te Leest aanvankelijk geloofde in een samengaan met

                Hombeek en Heffen, met Hombeek als pilootgemeente. De verrassing met de

                creatie van een grote entiteit met Mechelen was dus ook compleet.

                Uiteindelijk had Gust het allemaal nog veel erger verwacht.

                Hij waardeerde dat de plaatselijke gemeentehuizen nog opengebleven waren

                en dat de Leestenaren met hun problemen nog bij dezelfde mensen terecht

                konden. Positief vond hij ook de regelmatige zitdagen van de Mechelse

                schepenen.

                “Leest heeft in een nog niet zo ver verleden enorme investeringen gedaan en aan

                de overname heeft Mechelen bijgevolg een goede zaak gedaan. Niettemin is

                sinds de fusie de belastingsdruk verhoogd, maar daar doe je nu niets meer

                aan...”

                Minder gelukkig was de ex-burgemeester bij de vaststelling dat te Leest sinds de

                fusie geen enkele sociale woning meer werd opgetrokken. Er bestond nochtans

                een waslijst kandidaten. De gronden, bestemd voor sociale woningbouw, werden

                reeds voor de fusie aangekocht en blijven beschikbaar.

    24-04-2013 om 15:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – Zaterdag 19 maart : Derby KV Mechelen-Racing-Mechelen

    Patrick De Schouwer, een R.C.M.-supporter en leerling van de Stedelijke Lagere School uit Leest, ging ook naar het derby. Hij liet zijn groen-witte sjaal afpakken en toen hij naar huis wilde met zijn fiets, moest hij vaststellen dat zijn beide banden kapotgestoken waren.

    (Schoolkrant Sted.Lagere School, nr.2 jaargang 3)

     

    1983 – Zondag 20 maart : 5e Natuurwandeling van CSC-SVV-SP Leest

                Het bestuur van de afdeling Leest oordeelde dat het, één dag voor het officiële

                begin van de lente, de moeite loonde om agrarisch Leest op een andere manier

                te bekijken.  

     

    1983 – Zondag 20 maart : K.V.G.-Zennevallei bezocht de jaarlijkse Sint-Ludwinaviering

                Dit had plaats in Hulshout.

     

    1983 – 24 maart – De Mechelse Week :

     

                Plans verbeteringswerken landbouwwegen

                “De aangepaste plans van de verbeteringswerken aan verschillende

                landbouwwegen in Hombeek en Leest (1e fase), zullen op volgende dagen

                en uren ter inzage liggen van het publiek in de gemeenteschool van Leest.

                Vergadering op 30 maart te 19 uur Elleboogstraat, 20 uur Rennekouter

                en 21 uur Tiendeschuurstraat.

                In de bovenzaal van het gemeentehuis te Hombeek : vergadering op 28/3

                te 20 uur Moststraat, Mostweg,Schoorstraat, 21 uur Middenveldweg.”

     

    1983 – Zaterdag 26 maart : KWB besloot kaarttoernooi met prijsuitreiking (foto onderaan)

                Het kampioenschap 1982-1983 liep over twaalf avonden, telkens op een

                zaterdag, waarvan de acht beste uitslagen in aanmerking kwamen voor

                het eindklassement.

                Aan dit kampioenschap namen gemiddeld 17 à 18 tafels deel.

                Voorzitter Alfons Geerts dankte iedereen tijdens zijn toespraak en kon de

                eerste prijs overhandigen aan Louis Van Loo die het haalde voor Jos Moens

                en Marie-Jeanne Spoelders.  (‘DB’, mei 1983)      

     

    “…De massale deelname aan deze kaartwedstrijd was echter niet te verwonderen als men een blik op het prijzenaanbod wierp. Een heel gamma prijzen ter waarde van niet minder dan 29.000 fr. werd tijdens de 12 kaartavonden ter beschikking gesteld van het kaartpubliek.

    In vergelijking met vorig jaar is dit budget vergroot met 6.000 fr. Buiten deze prijzenmassa werd er nog eens een slordige 30.000 fr. op tafel gelegd voor het eindklassement.

    Voorzitter Alfons Geerts dankte tijdens zijn toespraak alle helpers en deelde mee dat volgend jaar KWB aan haar 35ste jaar toe is…” (GvM, 30/3/1983)      

     

    1983 – 26 en 27 maart : Voetbaltornooi Vevoc

                Met deelname van de Oud-Chiroploegen : Hombeek – Battel – Kapelle o/d Bos –

                Weerde – Blaasveld – Heffen – Vevoc Leest en Chiro Leest.

                Op de terreinen van V.V. Leest in de Dorpsstraat.

                Tijdens het tornooi op de twee dagen : barbecue – ijskreem – taart.

                Verdere details ontbreken.

                (Folder Vevoc)

     

    1983 – 27 maart : Palmzondagconcert en Huldiging verdienstelijke leden van St.-Cecilia

    In de gelijknamige zaal onder leiding van J.P.Leveugle.

    Bij deze gelegenheid werd eveneens hulde gebracht aan drie verdienstelijke  muzikanten : Rik De Bruyn en Louis Verschueren, elk 60 jaar muzikant en  Eugeen Vloeberghen 65 jaar muzikant.

    De Mechelse Week van 31 maart 1883 daarover :

    “In zijn geheel is de koninklijke Fanfare St.-Cecilia ook niet van verdiensten gespeend. Deze fanfare, in 1899 gesticht, behaalde heel wat medailles en eervolle vermeldingen voor hun bijzondere prestaties : o.m. twee maal wereldkampioen te Kerkrade (Nederland). In 1978 voor uitmuntendheid en in 1981 in de ere-afdeling.

    Deze fanfare heeft dan ook heel wat in het buitenland opgetreden, en heeft  in de internationale muziekwereld heel wat vrienden in geheel de wereld.

    De laatst behaalde onderscheiding was een tweede plaats op het nationaal

    tornooi te Brussel in november ’82, met maar liefst 94,5% van de punten.

    Het succes dat deze energieke fanfare behaalde de laatste jaren heeft twee oorzaken : vooreerst de dynamische leiding van het bestuur, bestaande uit voorzitter Vic Verschueren, die zelf reeds 35 jaar bestuurslid is, ondervoorzitter August Lauwers, in Leest beter bekend als “den Burger”, hij is tevens  oud-burgemeester van Leest, ere-voorzitter Mevr. Pol Piessens en

    bestuursleden Bart Robeyns, Jef Vloeberghen, Stan Gobien en Johan Van de Put. Hierbij mogen we zeker de rol van dirigent J.P. Leveugle niet uit het oog verliezen die het tenslotte allemaal diende waar te maken op muzikaal gebied.

    Een tweede reden voor deze successen is de motivering van de muzikanten zelf, die er alles voor over hebben om het beste op gebied van muziek na te streven.

    Na de gemeentefusies is het verenigingsleven in Leest niet uitgestorven, maar integendeel intenser gaan opbloeien, in het besef dat samenwerking en zelfbehoud meer dan ooit noodzakelijk is.

    Dit jaarlijks Palmzondagconcert is dan ook één van de hoogtepunten op het agenda van de fanfare “St.-Cecilia”.

    Ook dit jaar mag de uitvoering gewoonweg schitterend worden genoemd, en er werd heel wat bijval geoogst bij het talrijk opgekomen publiek.

    Het welkomstwoord en de inleidende presentatie werden uitstekend naar voren  gebracht door Jozef Lauwers, waarop de fanfare de avond inzette met de “Little  Suite for Brass”.

    De uit te voeren stukken werden telkens van commentaar voorzien door Lucia Van Roy. Na de pauze kwam de Leestse drumband “St.-Cecila” in de orkestbak onder leiding van Walter Van de Venne.

    Op het einde van het tweede optreden van de fanfare volgde de huldiging.

    Eerste in de rij was Rik De Bruyn, geboren op 23/9/1909 en 60 jaar muzikant. Sedert 1922 is hij bij de fanfare als trompetspeler, en van 1938 tot 1965 als dirigent. Na de tweede wereldoorlog behaalde hij met zijn dirigentschap ruim  20 eerste prijzen op muziekwedstrijden, de meeste met filicitaties van de jury. Honderden jongeren heeft hij niet alleen de liefde voor de muziek, maar ook  de practische kennis van notenleer en blaastechniek bijgebracht.

    In 1970 schakelde hij over van trompet naar bariton en vormde een onklopbaar  duo met zijn vriend Louis Verschueren. Toen de fanfare in dirigentmoeilijkheden kwam werd hij in het seizoen 75-76 dirigent, tot hij werd afgelost door J.P. Leveugle. Deze beeldhouwer van beroep heeft in zijn 15-jarige kleinzoon Johan  een waardige opvolger gevonden als kornetist in de vereniging. Voor deze uitzonderlijke prestaties ontving Rik De Bruyn deze avond de medaille

    van het Muziekverbond van België “in Veterani Honorem” en een tinnen  herinneringsschotel van de vereniging.

    Tweede gehuldigde  en vriend van de eerste was Louis Verschueren. Hij werd geboren op 24/5/1906 en kwam bij de fanfare in 1920 als leerling. Twee jaar later reeds was hij “volleerd”, en vatte zijn carriére aan als bugelspeler, wat hij zou volhouden tot 1970, om daarna over te schakelen op bariton.

    Indien we Louis Verschueren reeds eerder een kampioen hebben genoemd,hebben we het bij het rechte eind gehad : Louis Verschueren heeft ooit het Belgisch kampioenschap lange-afstandlopen gewonnen, vandaar misschien zijn “straffe asem”. Eveneens kampioen is hij op gebied van het bijwonen van  repetities en concerten. Ondanks zijn reeds gevorderde leeftijd heeft hij de laatste 5 jaar geen enkele repetitie of concert gemist.

    Ook hij ontving deze avond de medaille van het muziekverbond van België,tesamen met de tinnen schotel.

    Laatste in de rij, maar zeker niet met de minste verdienste, was Eugeen Vloeberghen. Deze muzikant heeft niet minder dan 65 jaar verenigingsleven op zijn actief.

    Hij zag het levenslicht op 13/8/1902 en begon als muzikant bij de andere  Leestse fanfare “Arbeid Adelt” in 1918 en werd in 1938 lid van “St.-Cecilia”.

    Zijn ouders hadden vroeger de herberg “In de Vrede” en vandaar misschien zijn reeds vroege kennis van muziek. Deze liefde voor de muziek bracht hij ook bij aan zijn beide zoons Jules en

    Jef. Sedert 1938 is Eugeen tuba-speler in de vereniging en tevens ouderdomsdeken.

    Van beroep was hij eerst hovenier, vervolgens werkte hij bij Eternit tot hij in 1947 als stoelenmaker werd tewerkgesteld. Van 1954 tot zijn opruststellingwas hij gemeente-arbeider.

    In zijn carriére als muzikant speelde hij ook voor de jonge paartjes : het tweede waarvoor hij speelde was voor het huwelijk van de toekomstige “burger” August Lauwers.

    Ook Eugeen is kampioen : een kampioen-duivenmelker. Velen noemen hem terecht de meest verstokte duivenmelker van Mechelen. Tot voor een aantal  jaren was hij ook visser.

    Deze kranige ouderdomsdeken verkeert nog in een blakende gezondheid, misschien wel dank zij het kaartspelen na de repetities. Hij ontving voor zijn prestaties de medaille “in Veterani Honorem maxima fidelitatis causa”, een zeldzaam uitgedeelde onderscheiding evenals de tinnen schotel van de vereniging.

    Deze succesrijke avond werd tenslotte afgesloten met het pathetische “Thunder  and Lightning” van J. Strauss, een waardig einde voor deze unieke muziekavond.

                (EM)”

     

     -Rechts de laureaat van het KWB-Kaartkampioenschap 1982-1983 Louis Van Loo.

    -Sint-Cecilia in actie tijdens het Palmzondagconcert van 1983.

    -De verdienstelijke muzikanten : Rik De Bruyn, Eugeen Vloeberghen en Louis Verschueren.







    25-03-2013 om 09:08 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – Zaterdag 19 en zondag 20 maart : Toneel met Rust Roest “Greenwich” in de zaal Ste Cecilia.

    “Na een schitterend voorseizoen waarin we tweemaal voor een bomvolle zaal en éénmaal voor een goed bezette zaal (telkens met een enthousiast publiek)  ‘De Koord van Spinoza’ in aanwezigheid van de auteur gespeeld hebben, kondigen wij nu ons tweede toneelstuk aan :

    ‘GREENWICH’ – toneelstuk in 4 bedrijven van Walter Van den Broeck.

    Wederom een auteur van eigen bodem en wederom een toneelwerk van en over ‘onszelf.’

     

    Toneelvrienden, aan dit reuzestuk dat ongetwijfeld het succes van de voorgaande tegemoet gaat, werken mee als spelers, decorbouw, belichting, kledij, muziek, grime, enz…: Renild Polfliet, Jan Emmeregs, Nicole Van Gindertaelen, Hilde De Kock, Marcel Verwerft, Fik Diddens, Stefan De laet, Werner De Nijn, Tony Baarendse, Kris De Laet, Karel en Milou Mertens, Vera Moernhout, Karl Casteels, Wendy Van Steen, Hilde Van Dam, e.a.

    Onze toneelvoorstellingen zijn de laatste jaren ware gebeurtenissen geworden in de zin dat er degelijk gewerkt wordt, en dat de kijkers zichzelf aan de lijve betrokken voelen in het spel.

    …”

    (Guido Hellemans in ‘De Band’ februari 1983)

     

    In het daaropvolgende nummer van ‘De Band’ (maart ’83) schreef voorzitter, regisseur, acteur, manusje-van-alles van de Leestse toneelkring Guido Hellemans, zijn visie neer over toneel :

     

    TONEEL ZIEN EN BELEVEN

    “De aanleiding van dit artikel is het beluisteren van een LP waarop fragmenten  staan van het tien jaar geleden opgevoerde toneelstuk ‘Mistero Buffo’ van Dario Fo in een regie van Arturo Corso door de ‘Nieuwe Scene’. Die voorstelling was de toneelrevelatie in mijn leven tot hiertoe. We kregen daar een homogeen geheel van totaal-toneel; t.t.z. beweging, zang, dans, humor, kolder, tragiek, enz. in een zowel ruwe als verfijnde vormgeving. Dit alles in een weergaloze stijl en meeslepende ambiance waar een ganse groep eensgezind als één brok leven (energie) naar voren trad.

    Ik geloof dat dit gebeuren de start is geweest na de tweede wereldoorlog voor een nieuwe toneelbeoefening. Terug naar de bron, naar het volk (dit zijn wij allen ontdaan van kunstmatige franjes), naar de oergegevens van het leven. Het was een stuk over honger, uitbuiting, oorlog en vrede, liefde en geluk (dat voor weinigen is weggelegd), over geloof en ongeloof, over verdraagzaamheid en revolutie.

    Ik heb twee opvoeringen gezien, nog 10 zou ik er willen zien, 50 maal heb ik de LP reeds beluisterd, wat hopelijk nog dikwijls kan.

    Toneel hoeft geen boodschap in te houden, tenzij een boodschap van leven. Toneel biedt een stuk leven eenzijdig belicht (elke visie is onvolledig). En de kijker laat het over zich komen en neemt er uit wat hem geschikt voorkomt. En dit is de grondhouding om toneel te genieten dunkt mij, nl. ontvankelijk en open staan waardoor de vonk (de goddelijke vonk) van spelers naar publiek overslaat. En eens die kortsluiting tot stand gebracht kan er iets beleefd worden. En alle vooroordelen als : wie speelt, wat speelt men, waar, hoe enz. zijn bijkomstig.

    Het basisgegeven blijft er bij te zijn ‘als het ijs breekt en het kind sterft; en kijken naar de takken die langzaam verder leven’ (Carel Swinkels).

    Onlangs zag ik twee dagen na elkaar ‘Eindspel’ van Samuel Beckett door de hoofdrolspelers Julien Schoenaerts en Jo De Meyere. Een tragisch, luguber, aangrijpend spel over het zielige leven van oude mensen die aan hun ‘laatste spel’ toe zijn.

    De eerste maal zat ik achteraan en was meer een afstandelijk toeschouwer. ’s Anderendaags zat ik vooraan en kroop op de acteurs hun huid. Ik heb samen met hen gezweet, gehuiverd, angst doorstaan en heb met hen mijn einde voelen naderen. Het einde was in ’t zicht, en wat komt er na de dood ? Dit is afwachten. Zo vroeg de Nederlandse dichter Roland Holst aan zijn collega Jacques Bloem : ‘Zou jij het levenselexir om nooit meer te sterven opdrinken ?’

    Het antwoord was een panische angst.

    Zondag zag ik in de Antwerpse KNS een voorstelling over de ‘Ierse onlusten’. Ik heb met de Ierse bevolking gerild van schrik omwille van de folteringen, ik heb met hen geschimpt op de vreemde heersers, getriomfeerd om een overwinning door de bevolking, en ik heb ineengeslagen gewacht op de executie der vrijheidsstrijders.

    ‘Toneel’, zegt Van Dale, ‘is elke plaats waar iets belangrijks gebeurt, waar alle ogen op gevestigd zijn.’

    Toneel is voor mij iets sacraals, is gewijd. De handelingen der spelers zijn gewijde handelingen. Met zijn rituelen waar niet genoeg zorg kan aan besteed worden. Toneelspelers zijn zichzelf en hun publiek verplicht een metamorfose te ondergaan tot een brok authentiek leven.

    Telkens ik naar een toneelvoorstelling ga (amateur of beroeps) ga ik met hoge verwachtingen, dan bibbert mijn bloed. Want daar, daar tussen die drie wanden op de scene, daar gebeurt het, daar heeft de gedaanteverandering plaats, daar worden wij weggerukt uit dit leven en meegesleurd naar een ander leven. Vaak veel krachtiger dan de fletse rommel die ons als leven wordt voorgeschoteld. Maar helaas als ik zoete koek en slappe voorgekauwde kost te verteren krijg : mijn TV-kast heeft veel van dit. Beter was ik bij mijn boekenkast gebleven, daar ze oneindig meer te bieden heeft.

    Niemand vraagt perfectie (dit is niet van hier zegt Paulus), maar we vragen inzet, bezieling, geestdrift, en…leven.

    Hopelijk is er wat te beleven met : GREENWICH…”  

     

                                  De Mechelse Week 24 maart 1983 :

     

    “Naast de komische situaties, bemerken we steeds een tragische achtergrond. Nicole Van Gindertaelen, in de rol van de oudste dochter Andrea, een mentaal gehandicapt meisje, was voortreffelijk.

    Eveneens de andere acteurs Renild Polfliet als de vrouw, Hilde De Kock als de jongste dochter en Jan Emmeregs als Saturnino, verdienen een speciale vermelding.

    Tijdens deze twee voorstellingen was de zaal werkelijk te klein voor alle toeschouwers.

    “Rust Roest” heeft beslist een naam die op zichzelf reeds een massa mensen aantrekt. Niet voor niets trouwens.
    Tenslotte willen we nog alle medewerkers achter de schermen een woordje van dank geven, o.a. Marcel Verwerft voor de teksthulp, F. Diddens, Stefan en Kris De Laet, Werner De Nijn voor de dekorbouw.
    Stefan De Laet voor de dekoraankleding. Fik Diddens voor een professionele belichting. Vera Moernaut voor de grime. Karel Mertens voor de bandmontage en Milou Van Stijvoort voor de kostumering.

    Rust Roest zorgde de twee dagen voor een schitterende vertolking van “Greenwich”, een toneelstuk van Walter Van den Broeck.
    Deze Leestse toneelkring heeft dit weekend bewezen dat amateurtoneel dikwijls meer is dan een vrijetijdsbesteding. De spelers waren zo in hun rol en op elkaar ingespeeld dat een lovende kritiek hier zeker op zijn plaats is.
    We kunnen ons best indenken wat het moet betekenen om wekenlang, na een dagtaak of na drukke huishoudelijke bezigheden, ’s avonds en de weekends een toneelstuk te repeteren.

    De regie voor dit stuk stond onder leiding van Guido Hellemans, die dan ook niet enkel van zijn spelers, maar ook van zichzelf het beste heeft weten te geven.

    Het stuk zelf, op het eerste zicht een blijspel, bezit een diepere inhoud : het thema is het “vadercomplex”, aldus Walter Van den Broeck zelf.

    In het stuk worden de kinderen gedomineerd door de vaderfiguur, in dit stuk schitterend vertolkt door Guido Hellemans, de regisseur.”

     

                                        Gazet van Mechelen van 22 maart ’83 :

    “Hoewel wij aannemen dat het grote publiek zaterdagavond jl. bij de premiére van ‘Greenwich’ niet voor auteur WalterVan den Broeck, maar wel voor de plaatselijke toneelgroep ‘Rust Roest’ buitenkwam, geloven we toch dat de toneelliefhebber niet op het appel ontbrak.

    …

    Regisseur Hellemans heeft voor een sobere aanpak geopteerd. Geen overbodige theaterattributen, noch gemaakte theatercharges. Wel een aanpak volledig conform aan het theater van Van den Broeck : volks, d.w.z. met een directe taal, zonder veel franjes.

    De symboliek zorgt ervoor dat achter het gewone verhaal nog een tweede zit.

    Zo o.m. het vadercomplex en het sociale element. Renild Polfliet, als vrouw van Robert Verachtert, gaf gestalte aan haar rol, hoewel zij zich heel de tijd in een rolstoel beweegt, staat zij heel natuurlijk, ongekunsteld bij momenten hard-meedogenloos, soms aangrijpend-ontroerend.

    Nicole Van Gindertaele in de rol van Andrea, de oudste dochter, bewijst dat ze de figuur aanvoelt.

    Hilde De Kock en Jan Emmeregs zijn aan mekaar gewaagd.

    Blijft Guido Hellemans in het hoofdpersonage van Robert Verachtert de metaalarbeider. Gaaf, puntzuiver en puik, zoals we het van hem gewoon zijn.

    Een tiental mensen achter de scène maakte de voorstelling tot een waardig avondje uit. Wat we ook naar zijn volle waarde schatten is de keuze van de opeenvolgende producties. Geen overjaarse boerenkluchten, (bedenkelijke) billenkletsers of pseudo-psychologisch geleuter, maar een ernstige poging om goed theater te brengen. (D.D.S.)”

     

    -De aankondigingsfolder van het volkstoneelstuk ‘Greenwich’ van Walter Van den Broeck.

    -Een scène uit ‘Greenwich’.





    21-03-2013 om 15:18 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Geert De Bruyn.

     

     

     

     

     

     

     

    1983 – 14 maart, eerste dag van de : ZEEKLASSEN

    Voor hun schoolkrant maakten de leerlingen van de Stedelijke Lagere School een verslagje van hun belevenissen tijdens de Zeeklassen.

    14/03/83 :

    Noël en Geert : “Op 14 maart gingen we op zeeklassen. Om twee uur gingen we wandelen. We gingen van Oostende naar Middelkerke. We hadden ver gelopen want iedereen was moe. We raapten schelpen en andere dingen. Op de terugweg zagen we meeuwen en andere dieren. Toen gingen we eten in het restaurant. Daar was het heel lekker en ik hoop dat het een prettige vacantie wordt.

    Steven : “Om 08u30 vertrokken we in Leest naar Oostende op zeeklassen. We waren om elf uur in ‘Zeezicht’. Dan pakten we onze valiezen uit en legden we alles in de kast. Na het eten gingen we van Oostende te voet naar Middelkerke. Het was wel 20 km lang, en schelpen rapen hebben we ook gedaan.”

    15/03/83 :

    Ben : “De tweede dag op zeeklassen en weeral wat beleefd. Wij zijn ’s morgens naar de Sealink gaan kijken. In de buik van het schip kunnen 320 auto’s of 48 vrachtwagens. De kapitein leidde ons rond. Het was er heel erg comfortabel. Er waren ook grote salons. We zijn ook in de duinen gaan spelen. Helaas kon Stefan De Wit niet meespelen, hij had zijn voet verstuikt. ’s Avonds moesten we leren volksdansen.”

    Stefan : “Vandaag zijn we de Sealink gaan bekijken. Dat is een groot schip. Er kunnen 1500 personen en 320 auto’s of 48 vrachtwagens op. In de namiddag zijn we naar de duinen gegaan.”

    Raymond : “We zijn naar de Sealink gaan kijken. Hij stond van voor open en er konden 48 vrachtwagens  of 320 auto’s in. Maar, voor ik het vergeet : er konden ook 1500 mensen in. Daarna gingen we in de duinen spelen. Mijn botten zaten vol zand. Het was prettig.”

    16/03/83 :

    Guy : Vandaag zijn we naar het zeeaquarium geweest. Er waren veel vissen. Zoals de paling. Er was ook een vis die de Oostendenaars ‘strontvis’ noemen omdat hij in België niets waard is, maar in Noorwegen is hij een lekkernij. We gingen ook nog naar het strand. Daar gingen we wat spelen.”

    Daniëla : “We zijn naar het zeeaquarium gaan kijken. Ik was daar al geweest. We kwamen ook zotten tegen. Die vierden hun honderd dagen. Ze hadden een auto op de stoep gesleept en een raam ingeslagen. Gelukkig was de juffrouw bij ons.”

    Dominiek : “Vandaag gingen we eerst wat leren en dan eten. Daarna gingen we wandelen en spelen op het strand. En toen gingen we naar het zeeaquarium. Daar was een mijnheer, die ons vertelde wel soort vis het was. We gingen naar het hotel en de dag was om.”

    17/03/83 :

    Ivan : Op 17 maart zijn we naar het Olympisch zwembad geweest. Daar was veel zout in het water. Na het zwemmen mochten we iets gaan drinken in het cafetaria. Tijdens de terugweg mochten we op het strand lopen. Daar deden we spelletjes met de juf. De juffrouw is een paar keer gevallen tijdens de spelletjes. ’s Avonds was er een kwis. Er waren moeilijke vragen bij. Wij eindigden derde. Zo werd de avond afgesloten.”

    Géry : “Gisterenmorgen waren wij vroeg wakker. Om ongeveer 8 uur zijn we gaan eten. We hebben ook van een stagiaire les gekregen. In de namiddag zijn we gaan zwemmen in het Olympisch zwembad, gedurende bijna één uur. En dan mochten we nog iets drinken. Op de terugweg hebben we nog gespeeld, een spel met de juf, die was er ook bij. Ook hadden we nog een kwis. Daar waren we derde.”

    Hans : “Op 17 maart zijn we naar het Olympisch zwembad gaan zwemmen. Het was wel zout water. Ik ben dikwijls mijn mond gaan spoelen. Daarna zijn we naar het cafetaria nog wat gaan drinken. We mochten kiezen tussen cola en limonade. Op de terugweg hebben we met de juffrouw  spelletjes gespeeld op het strand. Er speelden jongens en meisjes mee van andere scholen. Na het avondmaal zijn we gaan kwissen. Ik zat bij 4 groepen : geschiedenis, aardrijkskunde, rekenen en sport. Sport en allerlei was niet zo schitterend. Toch eindigden we derde. Nu hebben we een medaille gewonnen.” 

     

    1983 – 15 maart – Gazet van Mechelen :

     

                Geert De Bruyn mist training (foto boven)

     

                “Ik kom nog heel wat training tekort bij het begin van het nieuwe seizoen, maar

                dat is het gevolg van de last met mijn knie. Mijn winterseizoen is daardoor ook

                voor een groot gedeelte in rook opgegaan. De bedoeling was op de piste uit te

                komen maar daar kwam ook weinig van in huis”, aldus Geert De Bruyn.

                Zondag 6 maart te Kapelle-o/d-Bos reed de man uit Leest zijn eerste wedstrijd

                van het nieuwe seizoen en behaalde er een 12de plaats op meer dan 80

                deelnemers. Vorige woensdag te Fayt-La-Franc werd hij in de laatste meters

                enkel door Jerry Cooman nog voorbijgegaan.

                “Met meer dan 60 renners kwamen wij in de spurt die praktisch 3 km duurde.

                Het was toen ik op het einde stil viel dat Jerry Cooman over mij is gekomen.

                Daar denkt ge achteraf nog wel eens over na maar er is niets meer aan te

                veranderen. Ik was wel wat geschokt toen ik een paar dagen later in een dagblad

                las over mijn moeilijk karakter en dat ik praktisch met al mijn klubgenoten zou in

                ruzie liggen. Waar die heren al die onzin gehaald hebben weet ik niet maar

                aangenaam vond ik, noch mijn supporters, het niet.

                En ook die zogezegde uitlating van mijn nonkel alsof ik het koersen zou verleerd

                hebben op één jaar.”

                Twaalf overwinningen behaalde Geert De Bruyn vorig jaar nog bij de

                nieuwelingen toen hij op 17 juli overstapte naar de juniores.

                “Daar won ik dan ook nog tweemaal. Dit is toch niet zo slecht”, dacht Geert.

                (...)”

     

    1983 –Vrijdag 18 maart  : Milac-Film  “Ya Ya generaal” met Jerry Lewis in de

                parochiezaal.

    21-03-2013 om 15:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 11 maart : Vrije Kleuter- en Basisschool Leest op de cover van Zonneland

                ‘Verwondering alom ! Onze speelplaats en enkele leerlingen worden vereeuwigd

                op de voorpagina van Zonneland.”

                (‘Blikvangers’ Schoolkrant 1983)

     

    1983 – Op de vrijdagen 11, 13 en  25 maart : “Reuze Kaartavonden”

                Van SK Leest in het chalet aan de Zennebrug met 1 grote kip per tafel.

                Inleg 40 frank.

     

    1983 – Zaterdag 12 maart : Bezoek aan Mechelen met C.S.C.-S.V.V.-Leest

                In het kader van “Ken Uw stad” vervolgde de afdeling Leest de reeks bezoeken

                aan Mechelen met een wandeling door de IJzerenleen, Korenmarkt en zo naar de kerk

                van O.L.Vrouw-Over-De-Dijle.

                Zoals steeds met een ervaren stadsgids. Na de rondleiding bood gemeenteraadslid

                Jef Vloeberghen namens het bestuur een drink aan. 

     

    1983 – Zaterdag 12 maart : Carnavalbal van de Kon. Fanfare St.-Cecilia (foto’s)

                In zaal St.Cecilia met als speciale attractie de verkiezing van de ‘Minister van

                Groot-Leest’ 1983.

                Een 20-tal kandidaten dong als ET, als baby, eskimo,...naar de titel.

                De gemaskerden mochten gratis de zaal binnen en eveneens gratis deelnemen

                aan de tombola speciaal voor hen ingericht.

                ‘Minister’ werd Wendy Van Steen die  voor de gelegenheid was uitgedost als

                scheepskapitein. (DMW,17/3/1983 en HLN 9/3/83)

     

    1983 – Zondag 13 maart : K.A.J. Ontdek-uw-ster (foto)

                De Leestse parochiezaal was te klein om het massaal opgekomen jeugdige

                publiek te kunnen bevatten. Organisator was de Leestse Katholieke

                Arbeidersjeugd, met als voornaamste coördinator Dirk De Smet.

                Tien deelnemers dienden hun beste (muzikale) beentje voor te zetten voor

                niet alleen een paar honderd sympathisanten, maar tevens voor een heuse jury,

                bestaande uit Leen Verschueren, Jan De Decker, Mieke De Wachter en

                voorzitster Hilde Silverans.

                Marc Verschueren kwam als eerste uit de bus, tweede werd Pol Van Roy,

                derde Marc Keulemans en de Leestse groep “Onkruid” behaalde de vierde

                plaats.(DMW,17 maart 1983) 

     

    De K.A.J.

    In 1925 werd de KAJ gesticht.

    De geschiedenis van de KAJ (Katholieke Arbeidersjeugd) en haar vrouwelijke tak VKAJ hangt helemaal samen met die van de stichter, de charismatische Jozef Cardijn.

    Cardijn was in 1924 onderpastoor in Laken, toen hij vaststelde dat jonge arbeid(st)ers nauwelijks iets betekenden in het kapitalisme van die tijd. Tegelijkertijd rukte het antiklerikale socialisme op, waarvoor hij erg beducht was. Het begon met een studiekring voor jonge arbeidsters. Het initiatief sloeg aan en er kwam een hele beweging tot stand, gericht op betere werkomstandigheden en respect voor de jonge arbeiders.

    In de loop van de geschiedenis van deze beweging stonden afwisselend religieuze en sociale acties op de voorgrond.

    Tot in de jaren vijftig overheerste echter vooral de moreel-godsdienstige stroming. De kerkelijke overheid zag de KAJ niet graag de sociale toer opgaan. Dat kon immers ook politieke gevolgen hebben.

    In die jaren kende de KAJ een groeiend succes. Van 7.164 in 1928 ging het ledenaantal naar 20.997 in 1933. Op het einde van W.O.II waren er 30.000 leden.

    Nadien begon de koude oorlog. Vele mensen keerden zich af van het socialisme en de koningskwestie dreef de katholieken dichter bij elkaar. Ook de KAJ haalde daar profijt uit. Op de viering van 25 jaar KAJ waren 100.000 jongeren aanwezig.

    Meteen was echter het hoogtepunt bereikt.

    Ook voor deze vereniging waren de jaren 60 een keerpunt. Ook inhoudelijk.

    De arbeiders kozen voor maatschappelijke verandering van structuren en voor een klasseloze maatschappij. Dat veroorzaakte interne spanningen.

    De VKAJ haakte af en zes KAJ-verbonden gingen een eigen weg als kajottersbeweging, die dichter bij de traditionele koers wou blijven.

    De aanhang van de officiële KAJ smolt geleidelijk weg.

    Begin jaren 80 begon het ledenaantal echter weer aan te groeien.

    In 1985, bij het zestigjarig bestaan, telde de KAJ 9.000 betalende leden.

    De vernieuwing in organisatie en werking waren daar niet vreemd aan, evenals de crisis die meer jongeren in de kou liet staan.

    Sinds 1979 werden er ook inspanningen gedaan om de activiteiten te organiseren rond plaatselijke jeugdlokalen waar arbeidsjongeren elkaar konden ontmoeten in een ontspannen sfeer.

    (GvM, 16/4/1985,6/12/2004)

     

    -Alle gemaskerden. (Foto : ‘DMW)

    -De ‘gemaskerde’ rechts op de foto won de prijskamp. Later bleek de winnaar een winnares te zijn…

    -Wendy Van Steen : de ‘Minister van Groot-Leest 1983’.

    -Marc Verschueren, Laureaat van “Ontdek uw Ster” Leest. Hij ontving voor zijn prestatie de beker van de Mechelse Week. (Foto : DMW)









    19-03-2013 om 08:52 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 4 maart : Gazet van Mechelen : Moeilijk… (foto onderaan)

     

    “Onze fotograaf was van dit verschijnsel zo geschrokken dat hij er een kiekje van maakte. Een nieuw soort sportwagen met een extra brede achterband, kwestie van de bochten te houden is het niet. Voor de formule I dus totaal ongeschikt.

    We dachten zelfs dat U met zo’n wagentje in het dagelijks verkeer wel heel veel lawaai en ophef zou maken, maar tegelijkertijd ook heel veel geldboetes zou inzamelen.

    Toch is het allemaal niet zo slecht gevonden, zodra u maar weet waartoe het eigenlijk wel kan dienen. Het ding staat tegenover het voetbalveld van Leest geparkeerd en blijkbaar doet het dus dienst om het terrein van de ploeg ‘glad te strijken’.

    Gemakkelijker in elk geval dan zo’n wals te duwen. Hoe het karretje ooit door de technische controle moet geraken is een ander paar mouwen. Dat wordt, om ht zachtjes uit te drukken, heel moeilijk.”

     

    1983 – 5 maart : S.K.Ladies wonnen met 4-0 van Beerzel. (foto)

                Als voorbereiding  op de grote stap die men bij Leest wou zetten ivm het

                uitkomen in de provinciale voetbalcompetitie, organiseerde S.K.  een

                vriendschappelijke wedstrijd tegen de dames van Beerzel.

                De S.K. Ladies schenen er klaar voor.

                Reeds in de 10de minuut bracht Diana Van Beerzel de thuisploeg op voorsprong.

                In de tweede helft stopte doelvrouw Hilda Van Dam (de dochter van de

                voorzitter) een strafschop en dikten Ilse Pepermans en Sabine De Blezer (2x) de

                voorsprong nog aan.

     

    1983 – 6 maart : Op bezoek bij “Stanne”, onze honderdentwee jarige    

          

    (Ik publiceerde dit intervieuw in “De Mechelse Week” van 17 maart 1983 en in “De Band”)

     

    “Het is meer dan twee jaar geleden dat ik Stanne voor het laatst heb gezien.

    Ik vind hem gezellig achterover leunend in zijn armstoel bij de kolenkachel, in gezelschap van “Joeri”, zijn trouw waakhondje, genoemd naar Gagarin, de eerste mens in de ruimte.

    Weer word ik getroffen door zijn buitengewone vitaliteit, zijn meer dan gezonde “sense of humour” en zijn bewonderenswaardige levenslust.
    Deze krasse eeuweling met het voorkomen van een goeie zeventiger wordt in september e.k. 103.

    Alleen de ongeneeslijke wonde beneden zijn onderlip, altijd zichtbaar op de vele foto’s van zijn eeuwfeest, is vergroot. Deze wonde zou zijn oorsprong gevonden hebben in het vele pijproken. Op mijn vragende blik geeft Stanne te kennen dat hij vroeger een verstokt roker is geweest. Geen sigaretten weliswaar, maar een sporadisch sigaartje en bijna altijd de pijp. Zo intens dat zijn pijp zelfs tijdens de dagelijkse scheerbeurt zijn mond niet verliet.

    Scheerde hij zich links, zijn pijp hing langs rechts, scheerde hij zich rechts, zijn pijp verhuisde naar de andere kant van zijn gelaat.

    Ook bier heeft hij in twee jaar niet meer gedronken. Zijn huisdokter oordeelde dat het voor hem beter was ook dit te laten.

    Veel spijt schijnt Stanne daar niet van te hebben : “Vroeger bestond bier uit hop en gerst”, monkelt hij, “nu is het bazaar, dat kan je geen bier meer noemen”.

    Op mijn vraag hoe hij zoal de dag doorkomt weet hij te vertellen dat hij vandaag nog tien keer de tuin heeft doorgewandeld. Verder leest hij nog elke dag de krant en elke maand het plaatselijk Milac-blad “De Band”.

    Kleindochter Monique die met een drankje binnenkomt, voegt er aan toe dat “Peter nog alle dagen bakken kapot kapt”, met een hamer van 5 kilogram, tot brandhout.

    Van al zijn herinneringen staan die uit de eerste wereldoorlog het diepst in zijn geheugen gegrifd.

    “Ik ben er in geloot”, vertelt Stanne, “en heb 28 maand dienst gedaan. Later kwamen daar nog twee kampen bij. Eén van 40 dagen en het tweede van 28 dagen.

    Toen de oorlog begon had ik nooit gedacht dat ik vier jaar en een half van huis zou zijn.
    Toen wij in Antwerpen waren vluchtten wij te voet naar Frankrijk en daar aangekomen werden wij verplicht onze klederen en geweren af te geven, dit om de jonge mannen te kleden die onmiddellijk naar het front trokken.

    Ik was van de klas van 1900 en van de jongere klassen maakten ze compagniën om tracees te graven enzo.

    De 5de september 1914 ben ik dan aan ’t front gekomen. Daar heb ik afgezien, vooral in ’t begin. Weet ge dat ik zes maand op blokken heb gelopen en zonder kapootjas ?

    En wij waren ook soldaat. Kou geleden jong, kou geleden.

    Jaak De Croes, een andere Leestenaar die ik toevallig aan het front ontmoette, heeft mij toen tenslotte een carabiniersvest bezorgd, alhoewel ik nochtans piot was.

    Aan ’t front heb ik veel meegemaakt, veel leed gezien.

    Zelf heb ik echter nooit geschoten. Wij werden dikwijls ingezet op strategische en dus gevaarlijke punten. Zo heb ik eens twee kamions lijken moeten helpen lossen, waarin per kamion toch zo’n 30 lijken, sommigen daarvan met gaten in van een vuist groot, anderen totaal onherkenbaar.

    Alle dagen zagen wij lijken, gruwelijk !

    Op zekere dag, de Duitsers hadden de gehele dag geschoten, kregen wij opdracht de gaten van bominslagen te dichten. Wij op weg van Veurne naar Nieuwpoort. Net toen wij 1 put hadden gevuld kwamen er twee Duitse vliegers boven onze hoofden cirkelen en begonnen ons te bestoken met hun mitrailleurs, ik denk dat het te Wulpen was, in elk geval hebben wij ons kunnen redden door onder een brug te kruipen.

    Een andere dag hadden wij in Veurne wacht aan een Frans schip. Plots zagen we aan de hemel een bestuurbare ballon van de vijand opduiken maar we mochten er niet naar schieten van onze superieuren. Ineens dropte de ballon bommen naar beneden en één der bommen viel op een huis waar een vrouw werd onthoofd. Daar was ik getuige van . Wreed !

    Of hij veel schrik had geleden ?

    “Schrik ? Daar waren er bij met meer schrik”, antwoordt hij dromerig.

    “Natuurlijk hadden wij momenten met water in ons ogen, vooral als wij aan thuis dachten, maar wij waren wilde mensen... Bijvoorbeeld als wij ’s nachts gingen melk halen...iedereen die ons dat zou belet hebben was eraan geweest, ook onze officieren. Wij waren wilde mensen hé...

    Wij hadden ook geen medicijnen. Als je ziek werd of gekwetst aan het front was dat dodelijk. Er waren totaal geen medicijnen. Eén keer ben ik licht gekwetst geweest.

    In een bepaald dorp moesten wij een baan door het land trekken en ineens werden wij beschoten. Wij vluchtten weg en ik liep op zo’n 300 meter van een inslag en een stuk ijzer van een bom boorde zich in mijn bovenarm. Het was echter een lichte kwetsuur.

    Ik stond veel liever op 10 meter van zo’n inslag. Immers die ontploffing vormt een boekee en als je er kort genoeg bij stond had je alleen de beschermende losgerukte aarde.
    Het ijzer spatte verderweg uit mekaar.

    Toen den Duits terugtrok werden wij, de mannen van de Staat, naar Adinkerke gestuurd.
    Ik herinner me nog goed dat daar een plakkaat aan de muur hing. Op dat plakkaat stonden de bevrijde gebieden aangeduid. De mensen uit die gebieden mochten dan naar huis. Behalve wij van de spoorweg. Ik heb daar nog maanden moeten werken, ook nog na de wapenstilstand. Immers, Duitsland was gestraft en moest locomotieven naar Adinkerke overbrengen. Daar ik schilder van beroep was op ’t Arsenaal te Mechelen, werd ik daar weerhouden om mijn werk daar verder te zetten tot februari ’t jaar nadien.

    Twee dagen minder dan vier jaar en half ben ik van huis weggeweest.

    “En hoe was het met de taal gesteld Stanne, alles in ’t Frans ?”

    “Natuurlijk, cinquante mille centquarentehuit, ‘k was kweet nie hoe lang soldaat voordat ik mijn nummer in ’t Frans kende, maar we lagen daar met Fransen, Walen en Vlamingen op één kamer en ge komt daar op den duur in hé.
    Eten, drank, de weg vragen, slapen vragen in ’t Frans dat ging, maar een gesprek voeren dat was wat anders.

    Wat ik wel beestig vond, dat was enkele jaren geleden in Brussel. Ik vroeg er de weg in ’t Vlaams aan een voorbijganger. Comprend pas, zei de man. Ik vroeg het dan maar in ’t Frans en de man antwoordde me in ’t Vlaams. Beestig !

    Vorige zomer ben ik nog eens naar den IJzer wezen kijken, naar het graf van den Huys op het militair kerkhof.

    Ja, ja, ik heb veel meegemaakt in mijn leven, zo heb ik in Leest vier gardes gekend.

    Den eerste was “de Vloa van Lier”, later Isidoor Van Hoof, dan den Huybrechts en nu Vic Van Hoof.

    Mijn laatste vraag betreft de dood.

    “Of ik schrik heb om te sterven ?

    Zeker niet, ik weet dat ik over de helft ben”, antwoordt hij met glinsterende oogjes, “en alle dagen zijn goed. Ik heb alleen schrik dat ik moet vragen om te sterven, door veel af te zien. Neen, alle dagen zijn goed. Nu denk ik al aan de zee, ’t is nog niet zeker dat ik daar nog geraak maar als alles goed gaat zit ik de maanden juli en augustus in Westende. En dat brengt klandizie mee hé, aan de zee. Die viering daar was een evenement.

    Op de comping (noot : Camping Westende, 100 m van Zon en Zee) kennen ze me allemaal, ik mag gaan waar ik wil.
    Vorig jaar met mijn verjaardag heb ik van een Hollander nog een kaart toegekregen.

    Maar één ding jong. Ik zou meer van mijn pensioen moeten genieten, hé”.

    Op mijn verwonderde blik antwoordt hij vlak : “Ha ja hé, ik ben nog  maar 45 jaar op pensioen...”

                M.E.Van Hoof “

     

    -De fotograaf van GvM botste op dit vehikel tegenover het voetbalterrein van V.V. Leest

    -Het elftal  van de SK Ladies uit Leest. (Foto : DMW)

    -Stanne Van den Broeck.

     







    17-03-2013 om 10:31 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Meester De Leers.

     

     

    1983 – Maart : Leestenaars treden zo uit de oude doos. (verzameling Stan Huysmans)

     

    Brief van een moeder aan Meester De Leers, schoolhoofd. 1944.

    “Waarde Meester,

    Wil zo goed zijn onze Frans en Jerôme eens goed onder handen te nemen, en ze maar goed te straffen. Vanmorgen hielp ik ze bijtijds weg om naar de catechismus te gaan. Jerôme moet zijn eerste communie doen. Geen van beiden heeft een voet in de kerk gezet, alhoewel ze voor 8 uur in het dorp waren. Vandaag is het dees morgen weer wat anders dat ik er van ondervind. Frans bijzonder wordt nen deugniet. Daarom vraag ik u : help me er wat orde in te krijgen. Mijn dank op voorhand.

        Vrouw Edm. Verbruggen.”

     

    EN NU DE KOMMENTAAR want dit briefke heeft ons wat te zeggen. Een zorgende moeder voelt aan en ondervindt, dat haar sakkerse ‘deugnieten-van-jongens’ trachten op te groeien volgens hun eigen wilde willekeur en er reeds eigen princiepen en maatstaven over vrije tijdsbestedling wensen op na te houden, wat helemaal niet strookt met hààr gedacht van BRAVE jongens, die eens de huisdeur buiten, en weg van onder haar waakzame moederogen, hun vrijbuitersinstinct op straat willen botvieren en die saaie catechismusles in de kerk zo akelig vinden…Liever dan maar spijbelen, denken ze. En joepie ! Leve het vrije straatleven !...

    Die moeder had haar man hierover al gesproken, die haar daar zeker in beaamt.

    EN DAT MOET GEDAAN ZIJN ! Maar als zijn afstammelingen ’s morgens het huis verlaten, is hij, sedert het heel vroege morgenkrieken reeds aan ’t ploegen op ’t Huyckensveld, en zijn Leontine al lang heel goed kennende, weet hij, dat zij het allemaal wel kan en zal klaren.

    Tevens herkent de brave man, als hij het toch goed bepeinst, zichzelven stiekem in zijn dappere zonen, en ploegens vlinderen zijn gedachten in glunderend heimwee naar zijn eigen verre rakkerstijd…DE JEUGD HERHAALT ZICH…

    Vandaar dan die S.O.S.-oproep van de moeder aan meester De Leers, schoolhoofd.

    Want als die twee schelmen Frans en Jerôme, volgens haar mening klare verschijnselen van wildgroei vertonen, dan wil zij er ineens en kordaat het snoeimes helpen inzetten. Daarvan getuige die brief. We kennen de reactie van meester De Leers die hierop volgde niet. En of het veel hielp, ook niet. Maar kom, zo’n dreigende vaart neemt het leven altijd niet, en als het zaad goed en gezond is, en de kiem intact geborgen ligt, dan is er ruime kans voor goede vrucht. En wat zien we NU ? VANDAAG ?  Kennen we allen niet die twee ‘deugnieten’ van toen als werkzame huisvaders opgegroeid en gevestigd, die op hun beurt geen scheve sprongen van hun spruiten zouden dulden.

    Al met al, een pracht van een brief. Proficiat thans, na vele jaren, aan de kordate moeder van toen. En de schrijfster weet hiermee : WIE SCHRIJFT, DIE BLIJFT.

    Gelukkige tijd van toen, met mooie herinneringen…

     

    Wie is wie in de brief ?

     

    Vrouw Edm. Verbruggen = Van de Vondel Leontine, geboren te Blaasveld op 9 november 1898, wonende Tiendeschuurstraat 6, weduwe en nog 9 kinderen in leven : Maria, Magdalena, Godelieve, Alfons, Frans, Jerôme, Jan, Robert en Cyriel.

    Frans  - Verbruggen Franciscus A., geboren te Leest op 28 mei 1936, echtgenoot van Lauwers Hendrika G., wonende Tiendeschuurstraat 6, landbouwer, 4 kinderen : Bea, Ingrid, Patrick en Hilde. (Noot : Frans overleed op 30 augustus 2010)

    Jerôme – Verbruggen Hieronymus, geboren te Leest op 25 september 1937, echtgenoot van Paula Bradt, Kouter 12, afdelingshoofd groenten-fruit, 4 kinderen : Machteld, Koen, Frank en Veerle.

    (‘De Band’, maart 1983)

     

    Maria Leontina Josephina Van de Vondel was te Blaasveld geboren op 9 november 1898 en overleed te Mechelen op 9 januari 1989. Zij was gehuwd met Jaak Edmond Verbruggen, eveneents te Leest geboren op 11 maart 1900 en aldaar overleden op 15 juni 1971.

     

    “Lieve moeder, gedurende 90 jaar heb je stil, vroom en eenvoudig geleefd. Een leven in volledigheid voor de anderen : echtgenoot, kinderen en kleinkinderen. Jij wees ons de weg door je schoonmenselijkheid, de adel van je hart, de weelde van je gemoed. Jij ging ons voor in edelmoedigheid, spontaan goedzijn, vanzelfsprekende toewijding. Jij leerde ons houden van het leven door je blije offervaardigheid, je werklust, je verlangen naar veel kinderen en kleinkinderen : het gelukkige grote gezin waarvan jij de ziel was.

    Je levensmoed en je mildheid borrelden op uit een zeer diepe bron : jouw rotsvast geloof, ook in moeilijke ogenblikken.

    Je hield van de natuur, van de mensen, van Onze Lieve Heer en zijn Moeder, die je zo graag ging opzoeken in de vele Vlaamse bedevaartsoorden.

    Zo kon je het leven aan, zo kon je de eenzaamheid van de oude  dag ombuigen naar levensoptimisme en vitaliteit.

    Moeder, wie en wat je voor ons bent geweest is zo moeilijk in woorden te vatten.

    We hebben mooie en rijke herinneringen.
    Moeder, voor alles, dank je wel !” 
    (Fraaie woorden uit haar bidprentje)

     

    1983 – 3 maart : KVLV – Kantklossen in het klooster te Leest.

     

    1983 – 4 maart : KVLV Danscursus

    17-03-2013 om 09:52 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 20 februari : Kindernamiddag Vevoc KVLV (foto)

                Voor het derde jaar stond de kindernamiddag van Vevoc-KVLV op het

                programma.

                Deze manifestatie werd jaarlijks georganiseerd met als doel al de Leestse

                kinderen tot en met 12 jaar de gelegenheid te bieden om tot samenwerking te

                komen tijdens geanimeerde amusementsspelletjes.

                In tegenstelling met andere jaren werd er ditmaal uitzonderlijk veel aandacht

                besteed aan de talrijk aanwezige chiro-leden wat te danken was aan het

                35-jarig bestaan van de chiro-jongens en het 20-jarig bestaan van de chiro-

                meisjes.

                De kindernamiddag werd ingezet met een inleidingswoordje van

                gemeenteraadslid  en voorzitter van Vevoc Louis Vloebergh.

                Hij vertelde dat de kindernamiddag in de toekomst soberder zal worden

                georganiseerd, maar zonder de kwaliteit te laten dalen.

                De kinderen werden vervolgens ingedeeld in drie leeftijdsgroepen waarmee ze de

                ganse namiddag zouden doorbrengen. Deze groepsindeling werd gedaan omdat

                de activiteiten met een doorschuif-systeem werkten.

                Als eerste activiteit werd de film geplaatst, gedraaid en geproduceerd door de

                Leestenaar Pierre De Wit.
                Een volgend onderdeel van deze namiddag was het volksdanshoekje.

                Hier werden volksdansjes aangeleerd door de geroutineerde Emilia Verbruggen.

                Het grootste en sensatie bewustste onderdeel van deze kindernamiddag was de

                modeshow. De kinderen kregen de gelegenheid om zich aan de hand van chiro-

                verkleedkoffers om te kleden in allerhande figuren.

                Na te zijn omgekleed kregen ze nog een laagje make-up op het aangezicht

                gesmeerd. Met deze maskerade konden ze dan de zaal betreden na een

                naambordje in beslag te hebben genomen.

                Na de pannenkoeken te hebber verorberd werd deze kindernamiddag afgesloten

                met een epiloog door voorzitster van kVLV Roza Plasqui.

                (GvM,22/2/83)

     

    1983 – Zondag 20 februari : Samenkomst K.V.G. Zennevallei te Heffen

                Er werden dia’s vertoond van de werking en de diensten van het OCMW.

     

    1983 – 24 februari – De Mechelse Week in de rubriek ‘Mechelse Wielerploegen voorgesteld :

     

    Vlug en Vrij Muizen met nieuwe sponsor. (foto)

     

    Op hun supportersbal maakte de Muizense club Vlug en Vrij van de gelegenheid gebruik om hun nieuwe sponsor (Rudy Hendrickx uit Mechelen) en hun renners voor te stellen.

    Bij de juniors vonden we de namen terug van de Leestenaars Geert De Bruyn en Gino De Leeuw.

     

    1983 – 26 en 27 februari : Jaarllijks Gelegenheidsrestaurant St.-Cecilia

                Een dag zonder koken en zonder afwas die doorging in de zaal van Mille Van

                Steen in de Dorpsstraat en dit de zaterdag doorlopen van 18 tot 21 uur en de

                zondag van vanaf 11u30.

                Op het menu : aperitief ‘Cecilia’ (40 fr.) aaskroketten als voorgerecht (60 fr.),

                Tomatensoep ‘Toeters en Trompetten’ (40 fr.), steak au poivre, steak natuur,

                steak archiduc of steak Cecilia (275 fr.), ½ kip natuur of een ½ kip archiduc (175 fr.).

                Dit alles te verkrijgen met frietjes. Nagerecht ‘Leests gebak’ (40 fr.).

                 (Folder)

     

    1983 – Maartnummer ‘De Band’ : ODE AAN DE OUDE TIJD

     

    “Nu niet, toch niet tot ongeveer halfweg januari, hebben wij, in menselijke termen uitgedrukt, van de winter te klagen. Tot nog toe is het een hele platte winter die niets, maar dan ook niets om het lijf heeft. Hij is zo flauw als die deftige kale heertjes die indruk willen maken met hun kledij, met ongezouten grapjes, hun uitgesproken fijne maniertjes en een taal om van te duizelen. Dit is een strikt persoonlijk gedacht van mij.

    Waar is de tijd dat ik, kleine kerel nog, hen naar de barbier (kapper of coiffeur) zag gaan !

    Het was die tijd op zaterdagavond dat die stoere bonken zich op stap waagden en zich gingen laten scheren : met hun witte of geschilderde wilgenblokken, met de traditionele ‘floere’ vest en ‘floere’ broek, een rode zakdoek met witte bollen of een ‘foulaar’ om hun hals, met een stoppelbaard van zaterdag tot zaterdag : een kop om van te snoepen en een oud door-weer-en-wind verweerd gelaat. Dat was altijd op zaterdagavond, tussen 6 en 9 uur.

    De dichtstbijwonenden kwamen ’s morgens voor de vroegmis van 8 uur. Dat was de smid –ne kop om te exposeren- met zijn grijswitte stoppelbaard (precies een everzwijn of egel dacht ik dikwijls). Een zaterdagavond vol conversatie : over het wel en wee in het gezin, op het land en in de stal. Het varken dat van zijn poten ging van teveel korenmeel (rogge) en aardappelen. Over één van hun beste koeien die miskalfd had. Of van hun paard met een kankerpoot. Over de dorpssmid die een paardenhoef echt gelijk de veearts kon verzorgen, die zelfs slimmer was dan de veearts en die nooit bang was om zijn handen vuil te maken.

    Echte mannen die met al hun tegenslagen en narigheden er nog het beste van maakten.

    En over hun vrouw die in het kinderbed was en een dag voordien nog onder de koeien zat om te melken, of een ganse nacht bij een zeug gezeten had die moest werpen (vigene), of nog een ovenbrood bakte omdat manlief haar zeker enkele dagen moest missen en dan met heel de boerderij alleen zat. Want op de boerderij was er geen moederke lief aan : daar moesten de handen uit de mouwen gestoken worden. En als het dan zover was, lag de kleine boreling wel en warm ingebusseld, op één van de gezondste matrassen (een haverkafzak) te slapen.

    Het was hard werken maar ze waren tevreden met wat ze waren en uitvoerden. Hoe meer tegenslag men kende, hoe harder men werkte, en zonder naijver of schimpscheuten hielp men elkander uit de nood. Toen werd nog met gesloten beurs gewerkt van vroeg in de morgend tot laat op de avond, en men nam van elkaar afscheid met die gedachte : ‘Ik heb vandaag weer mijn best gedaan : Marie is geholpen of Frans of Lowie kan morgen toch zaaien ! ’t Stuk op den veertienbunder ligt klaar geploegd en geëgd, hij kan direct zaaien en inwerken, dan zal hij gerust slapen, want alleen was die karwei toch te zwaar.’

    Ik zie de boerinnen nog altijd tegen schaftijd naar het veld komen met hun rieten of wijmen mandekes. Ze brachten versgesneden zelfgebakken tarwe- of roggebrood met lies of goede boter geplet of naargelang het werk zwaar of licht was : met achterhesp of speculaas. En als dessert (zeker in de perentijd) : een overrijpe of groene ‘dubbelflup’ dat het sap uit de mondhoeken droop, wat ze dan algauw met de buitenkant van hun mouw van hun kin veegden.

    En onder de koffietijd werd er nog echt onder malkaar op een goeie gezonde manier gelachen en gepraat, dat de tranen in de ogen stonden. Achteroverliggend werd er naar de wolken gekeken die traag voorbij dreven, en die goed of slecht weer voorspelden, wat dan de boer of de boerin warm maakte om nog wat rapper te werken of vooruit te doen, want de aardappelen moesten droog binnen in de kelder of de  voorraadschuur. Hetzelfde moest gebeuren met hooi en graan, want daar kwam teveel bij kijken.

    ’s Avonds was er vooral veel pret voor de kleine mannen, als de boer paard en kar inspande om de vrucht van een ganse dag arbeid naar huis te voeren. Dan was het telkens kermis voor de kleine mannen, als paard en kar door de kleine veldwegen naar huis donderde en op de schoot van de kar gezeten, ieder enkele minuten het paard mocht leiden. Het dier vond zelf zijn weg naar huis terug, maar voor de voerman was het wel een belevenis.

    ’s Avonds zaten de kleine mannen dan schoon gewassen en gekamd met hun voetjes op de Leuvense stoof, ze mochten zich nog wat opwarmen. Dan werd er naverteld over de belevenissen van de voorbije dag : het wel en wee in de stal, van een hen en haar manke poot en haar kleine kuikentjes, van de haan die in Trees haar benen pikte als ze om melk kwam, van de spekpater die op jaarlijkse bedelronde was en over de verre landen vertelde.

    Dan zaten de kleine mannen met pientere oogjes te kijken : want de spekpater had heel wat meegemaakt in de brousse met zijn leeuwen en tijgers en olifanten. Dan waren de kleine mannen wel wat onderste boven van al die krachtpatserijen, zodat ze zelfs nog in hun bedje er over navertelden en dan in slaap vielen van de opgedane gezonde emotie van die dag en ze sliepen als rozen.

    Want toen waren ze nog niet moegekeken naar die wrange wereld die thans op de beeldbuis komt, met haat, nijd, naijver en bedrog, en met volle emmers siroop, die zelfs voor de volwassen mens een moeilijk obstakel  vormt, om in de wereld van vandaag nog een echt lichtpunt te vinden. Een wereld van klatergoud, die niet te nagesproken, de ondergang zal betekenen van vele mooie vaste waarden.
    Want wie het meest lawaai maakt, krijgt dikwijls gelijk !

    Op uw gezondheid !

               Toon”

    (Toon Lamberts in ‘De Band’ maart 1983)

     De auteur vind je ook terug in deze Kronieken bij 2/11/1982 : ‘Reuzenbietenoogst’.

     

    -De Kindernamiddag van Vevoc-KVLV : wat is er leuker dan zich te verkleden… 

    -De juniors van ‘Vlug en Vrij Muizen’, waaronder twee Leestenaars.





    17-03-2013 om 07:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 17 februari – De Mechelse Week : OUDE GLORIEN AAN HET WOORD

     

    V.V.-LEEST VEDETTE HANS SCHÖNING – Een trainersloopbaan in zicht. (foto)

    “Hans Schöning is een gekende en gewaardeerde sportfiguur in het Mechelse. De gebaarde Duitser is meer dan 15 jaar vertrouwd met het dagelijkse leven in de Dijlestad. Samen met zijn echtgenote en zijn brave dochter Sandra woont hij nu in de deelgemeente Hombeek.

    De familie Schöning is volkomen ingeburgerd en Mechelen heeft voor hen geen geheimen meer. Hans vertelde ons over zijn uitzonderlijke carrière als actief voetballer en verklapte ons zijn ambities, die hij in de toekomst wil verwezenlijken.

    In zijn rijk gevulde loopbaan heeft Schöning zowat alles meegemaakt. Op 9-jarige leeftijd bond hij de schoenen  aan en het werd meteen de start van een voetballer, die 10 jaar lang het mooie weer bij Racing Mechelen zou maken. Hij sloot aan bij V.F.R. Neumunster, de vereniging uit zijn geboortestad, gelegen in de omgeving van Hamburg. Hij doorliep er de jeugdreeksen om op 18-jarige leeftijd zijn debuut te maken in het fanionelftal. Schöning werd dra de gevreesde linkerspits, die scoorde met de regelmaat van een klok. Een scherpe demarrage, een uitzonderlijke loopsnelheid en een staalhard schot waren zijn voornaamste wapens, die menig verdediger de wanhoop nabij brachten.

    Drie succesvolle seizoenen maakte hij rond bij Neumunster en 15 selecties als amateur-internationaal vormden een bekroning en tevens een eervol afscheid aan de Duitse competitie.

    Racing Mechelen had immers lucht gekregen van de kwaliteiten van Schöning en in ’68 tekende hij een verbintenis met de groenwitten, die toen nog in derde afdeling uitkwamen. Aanpassingsproblemen heeft hij praktisch niet gekend en verbazend snel maakte hij zich de Mechelse mentaliteit eigen. Een decennium lang bleef de Duitse maneblusser een onmisbare pion in het team en werd hij een waar boegbeeld voor de club.

    Hans maakte met Racing twee promoties en één degradatie mee. Zijn eerste seizoen was direct midden in de roos. De groenwitte club behaalde onder trainer Rik Matthys het kampioenschap van derde afdeling A en heroverde aldus zijn plaats in de Liga.

    Racing begon van toen af de zaken grootser in te zien en men zocht verder over de grenzen naar mogelijke versterking. Zo kwamen en gingen spelers als Kvasnak, Iversen, Sunde, Hüssner, Schönberger en Posthumus. Hoogtepunt werd er bereikt midden de jaren ’70 toen Racing de poort tot de hoogste nationale afdeling forceerde en zijn blazoen weer opsmukte.

    Meer dan een verblijf van één seizoen in 1ste klasse was er echter niet weggelegd en een degradatie was onvermijdelijk. Schöning werd desondanks topscorer van de ploeg met 9 doelpunten. Hij had het vertrouwen, in hem gesteld, geenszins beschaamd. Hij bleef dan ook enkele seizoenen bij Racing in 2de klasse op de linkerflank evolueren. Dan volgde het afsluiten van zijn periode in het traditioneel gestreepte shirt. Na tien jaar dienst nam Schöning afscheid van zijn trouwe fans tijdens de benefietwedstrijd tegen stadsgenoot K.V.M. Een tijdperk werd als het ware beëindigd.

    Racing Jet, de ambitieuze derdeklasser bleek geïnteresseerd en Hans ging scheep met de Brusselse club. Een goede keuze ogenschijnlijk want het eerste seizoen werd er direct gepromoveerd naar tweede onder leiding van trainer Jean-Paul Colonval. Het tweede jaar kwamen er echter problemen en na enkele strubbelingen met Colonval besloot Schöning na afloop van het seizoen de Brusselse club de rug toe te keren.

    Zijn carrière nam toen een volledig nieuwe wending want F.C. Lebbeke, een Oostvlaamse eerste provincialer, polste hem voor het spelers-trainer-ambt. Schöning kon terugblikken op zijn ervaring en voetbalkennis, hij aanvaardde het voorstel. Samen met ex-Racinger Dèsiré Rappoort (speler-trainer bij F.C. Nieuwendijk) maakte hij het goede weer bij Lebbeke.

    Daarna verhuisde hij naar Brabant en werd speler-trainer bij Daring Leuven, uitkomend in tweede provinciaal. De jonge ploeg kon Schönings ervaring best gebruiken. Het werd een succesvol jaar en Daring Leuven eindigde tweede in de competitie op enkele luttele punten van de kampioen. Inmiddels was Hans begonnen aan de Heizelschool om het trainersdiploma te behalen. Samen met Georges Leekens, Bo Braem, Carl Engelen en Jos Volders beëindigt hij dit jaar de Heizelstudies en een trainersloopbaan wenkt.

    Toch is de 37-jarige nog niet aan het einde van zijn actieve spelersloopbaan. De huidige competitie is hij immers één van de peilers van V.V. Leest, dat ook nog werd versterkt met ex-K.V.M-ers Slachmuylders en Selleslagh. De hoge verwachtingen, in het Leestse elftal gesteld, zijn tot op heden niet ingelost geworden. Hoewel de ploeg voetbaltechnisch zeker bij de besten uit de reeks behoort, slaagt Leest er niet in zijn stempel op de competitie te drukken.

    Met een Heizeldiploma op zak en een rijk voetbalverleden achter zich mag men de toekomst rooskleurig inzien. Zijn directe ambitie is dan ook het trainersambt te vervullen bij een derde klasser of bevorderingsclub. Met de wilskracht en volharding, Schöning eigen, mogen we er van overtuigd zijn dat hij ook deze opdracht tot een goed einde zal brengen.”

     

     

    1983 – 19 februari : Chirobal

                In de parochiezaal. Normaal zou het orkest van Johnny Maes de muzikale noot

                verzorgen, maar wegens ziekte van de zanger liet het orkest verstek gaan.

                Ter vervanging werd een disco-bar ingeschakeld.

     

    1983 – Zaterdag 19 februari :  De Mechelse Week (24/2) : Teerfeest Leestse S.P.(foto)

     

    “Donderdag 19 februari jongstleden zaten de S.P. leden van afdeling Leest in zaal Cecilia met de beentjes onder tafel voor hun jaarlijks teerfeest. Dit in aanwezigheid van Dhr. Joris, SP-voorzitter Mechelen. Dhr. Suykens, secretaris, plaatselijk SP-voorzitter Dhr. Jef Vloeberghen en een 120-tal plaatselijke partijleden.

    Deze talrijke opkomst dit jaar mag terdege een succes worden genoemd. Van amper een 40-tal deelnemers in 1976 groeide het aantal gestadig uit tot 98 deelnemers in 1982 en dit jaar werd tot op heden een record met 119 inschrijvingen.

    Ook het aantal leden van de plaatselijke SP-afdeling kende een parallelle groei, tot méér  dan 200 leden dit jaar. De Leestse afdeling heeft dan ook het ganse jaar door verscheidene activiteiten op haar agenda. Het bestuur, bestaande uit 13 mensen, waaronder negen mannen en vier vrouwen, mag dan ook zeer dynamisch worden genoemd, wat zich ongetwijfeld weerspiegeld in dit gestadig groeiende ledenaantal. De SP-afdeling neemt bijvoorbeeld deel aan de Mechelse C.S.C.-kwis voor de wisselbeker Jef Ramaekers. Deze kwis bestaat uit drie reeksen : A, B en C, waarin de Leestse SP-afdeling nu reeds eerst gerangschikt staat in de reeksen A en C.

    Uit het jaarverslag 1982, naar voren gebracht door de secretaresse Mevr. Vloeberghen, blijkt niet alleen dat 1982  een vruchtbaar jaar was op gebied van activiteiten, maar 1983 belooft nog beter te worden : een wandeltocht door Mechelen op 13 maart, een natuurwandeling door Leest op 20 maart, optocht 1 mei, tornooi op 21-22-23 mei, fietstocht op 29 mei, derde prijs Jef Vloeberghen op 4 juni, en de jaarlijkse reis naar de Ardennen (Annevoie, Spontin, Lessive, La Roche).

    Uitgerekend op de dag, dat het teerfeest van de Leestse SP-afdeling werd gehouden, kreeg Dhr. Joris tevens schepen van onderwijs voor de stad Mechelen, het Peterschap over de gemeente Leest aangeboden. Na een paar korte toespraken van de ere-genodigden, konden de deelnemers zich overgeven aan enkele culinaire delicatessen, en diegenen wiens broeksriem nog niet al te strak was aangespannen, konden daarna nog enkele pasjes wagen op  de dansvloer, omdit samenzijn in gezellige sfeer af te ronden. (em).”

     

     

    -Hans Schöning, hier hard aangepakt tijdens een wedstrijd tegen FC Walem.      

    -Talrijke opkomst tijdens het teerfeest van de Leestse S.P..     

     





    17-03-2013 om 07:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – Vrijdag 11 februari : Carnaval in de Stedelijke Lagere School

    De leerlingen van de vijfde klas van de Stedelijke Lagere School noteerden hun belevenissen in hun ‘waarnemingsschriftje’ :

    Steven Bernaerts : “Op elf februari vierden we carnaval in onze school. We maakten zelf een masker. We mochten ons ook verkleden in kleren die we zelf meebrachten. Dan mochten we dansen en keken naar tekenfilms. We kregen ook nog appelsap.”

    Raymond De Winne : “We hebben carnaval gevierd. Velen konden we niet herkennen. De juffrouw was verkleed als Arabische. Ik had judokleren aan. En Geert was een vrouw. We hebben ons goed geamuseerd.”

    Guy De Wit : “Op 11 februari is het in de school carnaval geweest. Er was veel te doen. Ik was verkleed in robot. Er was ook film en we hebben mogen dansen. We kregen ook nog drinken. Dan zagen we films van bij ons thuis, zoals ‘Baby vlucht.’ “

    Stefan De Wit : Het is carnaval geweest. Toen hebben we in de klas een masker gemaakt. Ook hebben we in de namiddag twee tekenfilms gezien. En daarna was het tijd om naar huis te gaan.

    Ben Haemhouts : “We vierden carnaval in onze school. We mochten zelf een masker maken. Maar ik had er thuis al een gemaakt van een lege waspoederton. De juf was ook verkleed. We zagen films en dronken appelsap.”

    Hans Simons : “Op elf februari was het carnaval. We kregen één uur les en daarna mochten we ons verkleden in de kleren die we zelf meebrachten. Dan gingen we dansen en dan drinken. Tot slot zagen we nog enkele tekenfilms.”

    Noël Teughels : “Op elf februari was het carnaval. Iedereen was verkleed, zelfs de juffrouw was verkleed. In het begin dansten we wat. Daarna gingen we naar enkele filmpjes kijken. Eén ervan was ‘Baby vlucht’, erg grappig was dat ! Daarna mochten we drinken en het prettige feest was voorbij.”

    Ivan Van Damme : “Op vrijdag elf februari vierden wij carnaval. Wij hebben zelf een masker gemaakt. We zijn begonnen met een G.B.-zak om te draaien, dan de ogen uitknippen en dan kwam het schilderwerk. In de namiddag was het veel prettiger !”

    Dominiek Van Laenen : “Vrijdag elf februari was het carnaval in onze school. Wij hadden ons masker zelf gemaakt. De andere klassen niet. Ik was verkleed in een cowboy. We hebben ook filmpjes gezien; onder andere ‘De schone en de vagebond.’ “

    Daniëla Verheyden : “Op elf februari gingen we in de school carnaval vieren. We moesten ons verkleden en een masker opzetten. We hadden ook een zelfgemaakt masker. Dat hadden we in de voormiddag gemaakt. In de turnzaal mochten we ook dansen. We konden drinken krijgen. We keken ook naar films. Spijtig konden we niet gaan zwemmen.”

    Gery Verschaeren en Geert Verschueren : “Als het carnaval was op school, was ik verkleed als detective en Geert als vrouw. Ik had een assistent, Steven. Want die was agent. Vele jongens waren goed verkleed, zoals Ben : die had een schild bij en een helm op. Die dacht zeker dat ik op zijn hoofd zou timmeren. Stefan was een oud vrouwtje. Die had net een casette-recorder in zijn buik, die alsmaar zei : ‘De jeugd van tegenwoordig!’ Dan dronken we ook appelsap. Het was een fijne dag !”

    (Schoolkrant nr.2, jaargang 3)           

     

    1983 – 13 februari : Pensenkermis Chiro en Volksdans door Aspi’s in Parochiezaal.

     

    1983 – 16 februari – Gazet van Mechelen : Mechelse scholen en hun problemen-

                Van het Huis van Prant tot het Huis van Pitzemburg

     

                I. Grote hof, te weinig kinderen.

     

    “Met welke zorgen van elke dag krijgen schoolhoofden, leerkrachten en verantwoordelijken van de Mechelse onderwijsinstellingen te maken ? Welke problemen bezorgen hen soms al eens slapeloze nachten ? Waarmee zitten ze in hun maag ?

    Met deze en andere vragen trokken wij naar enkele scholen in de onderwijsstad Mechelen, in een poging een algemeen beeld op te hangen van de scholen en hun bekommernissen van elke dag en van elk schooljaar.

    (...)

    Wij beginnen onze rondvraag aan de rand van Groot-Mechelen, in het landelijke LEEST.

     

    “Bij ons hebben de kinderen haast nooit aanpassingsmoeilijkheden. De vriendjes van de straat zijn immers de vriendjes van de school. Iedereen kent iedereen. En dat maakt het hier aangenaam, ook om les te geven. En wij hebben bovendien een grote hof, maar misschien wel te weinig leerlingen.”

    Zo formuleert Paula Bradt, schoolhoofd te Leest, de voordelen van een kleine school in de dorpsgemeenschap. De fusie van Leest met Mechelen heeft aan die voordelen en aan de situatie in haar geheel nagenoeg niets veranderd. Het enige verschil met vroeger is dat de school nu gemengd is, net als de naburige gemeenteschool.
    Vroeger zaten in de vrije school enkel meisjes en in de gemeenteschool de jongens, wat overigens in vele dorpen nog het geval is.

    Een jaar of vier geleden is dat in Leest veranderd.
    Nu zijn der dus twee gemengde scholen. Voor zover wij dat kunnen beoordelen heeft dat niet geleid tot een concurrentieslag.
    De uitdrukking “gezonde naijver” is misschien beter van toepassing.

    Een kleine dorpsschool dus, met 83 kleuters en 72 kinderen in het lager onderwijs, samen genoeg voor drie kleuterklassen en vier in de lagere school.
    Bij uitzonderingsmaatregel van het ministerie kreeg de school een stagiair toegewezen.

    In totaal zijn er dus acht leerkrachten die alle bijkomende taken en klusjes onder mekaar moeten opknappen.
    Daar zit al een eerste probleem. Een probleem waarmee alle kleine scholen hebben af te rekenen en eigenlijk alle lagere scholen omdat er geen hulppersoneel is voorzien.

    Tweede zorg van de leerkrachten is het leerlingenaantal dat nogal eens benauwend dicht de minimumnorm voor een bepaald aantal klassen benadert.

    Een paar kinderen minder op 1 oktober kan fataal zijn voor een betrekking.

    Vandaar ook dat Paula Bradt het had over “die grote hof en te weinig kinderen”.

    Ter illustratie kunnen wij onderstrepen dat vorig jaar in Leest 18 kinderen op de wereld werden gezet. Die moeten dus over een jaar of drie verdeeld worden tussen de twee scholen. Een weelde is dat alvast niet. Komt daar nog bij dat in de wijk “De Kouter” de kinderen de lagere school bijna zijn ontgroeid. Er rijst nu wel een nieuwe wijk uit de grond in de Vinkstraat en er zouden ergens plannen in de schuif liggen voor nog een woonwijk in Leest.

    De grote bekommernis van de schoolgemeenschap draait echter rond de centen.

    En dan vooral rond de verwarmingskosten en het leerlingenvervoer.

    Van de jaarlijkse rijkstoelage van rond de 550.000 frank gaat bijna 200.000 frank door de schouw. De lokalen zijn immers zeer ruim, met veel vensters en buitenmuren.
    Prettig in de zomer, dat wel. Maar het kost stukken van mensen om ze ’s winters warm te stoken.

    En dan is er het leerlingenvervoer, dat vorig jaar 230.000 frank opslorpte.

    Gelukkig is er nog een overeenkomst met de stad dat ieder de helft betaalt.
    Dat contract dateert nog van voor de fusie. Maar eigenlijk zou de vrije school nog meer

    moeten betalen omdat zij meer kinderen op de bus heeft.
    Paula Bradt zegt dat het plafond echter is bereikt.

    Het oudercomité moet nu al scharrelen op bals, schoolfeesten en andere manifestaties om het vervoer te kunnen betalen.

    “Ik vind het vooral erg”, zo rondt zij dit aspect af, “dat er zoveel energie moet gestoken worden in het verdienen van dat geld. Wij zouden die tijd maar wat graag aan andere acties besteden”.

     

    Gelukkig

    Ondanks al die beslommeringen prijst Paula Bradt zich toch gelukkig dat ze in zo’n dorpsschool kan werken.
    Een beetje bevreesd dat haar woorden al te negatief en te beklagenswaardig zouden overkomen, doet zij beroep op haar overtuigingskracht om de voordelen van zo’n school aan te prijzen. Zie hiervoor de aanhef van dit stuk.

    ‘Zo’n schooltjes in de wijk en in het dorp moeten er blijven’, zegt zij, ‘zowel voor de kinderen als voor de leerkrachten.’ “

     

    17-03-2013 om 06:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – Woensdag 2 februari – “Koerier” :

                “Vooruit zonder Vrees” koninklijk met Leestse dirigent

     

    “De Koninklijke Liberale Harmonie “Vooruit zonder Vrees” is aan haar 105e speeljaar toe. Meer dan een eeuw diende deze Nielse harmonie te wachten om, zoals dat heet, gemachtigd te worden de naam van “koninklijke maatschappij” te voeren. (...)

     

    Theo Fierens (foto)

    Na 14 voorzitters en 13 secretarissen is Theo Fierens nu de 7e dirigent van de Koninklijke Liberale Harmonie “Vooruit zonder Vrees Niel”.

    Zowat een viertal jaar hanteert hij de dirigeerstok te Niel hoewel hij afkomstig is (en er steeds gewoond heeft en woont) van Leest.
    Hij behaalde een eerste prijs trompet en is momenteel nog tweede trompet bij de

    Philharmonie van Antwerpen.

    Het muzikaal niveau ging merkelijk de hoogte in.

    Een bewijs dat Theo Fierens erg begaan is met de muzikale kwaliteit van de uitvoering.

    Misschien wel erg streng tijdens de herhalingen –hij schrikt er niet voor terug om een partij alleen te laten spelen- schijnt dit de gulden weg te zijn om van tweede afdeling hopelijk in 1984 naar eerste te promoveren.

    De repetities in Ons Huis de donderdagavond van 19u30 tot 21u30 bewijzen dat er flink gewerkt wordt.

    De ambitie blijft dan toch dat de Koninklijke Liberale Harmonie Vooruit zonder Vrees Niel in haar koninklijk jaar zou promoveren naar de eerste afdeling.

    Een petitielijst helpt hier niet.
    Dat moeten de muzikanten waar maken en Theo Fierens weet dat.

         Freddy Dubois”.

     

    1983 – Zaterdag 5 februari : Eerste Dansavond van Radio Dynamite

                in de parochiezaal Kouter Leest.  Aanvang 20u00, met alle dj’s van Radio Dynamite.

                Inkom : 80 frank

     

    1983 – Zaterdag 5 februari : Jaarlijks Teerfeest Boerenfront Leest

     

                                  Programma

    -12 u. : samenkomst in de zaal St.-Cecilia voor de traditionele biefsteak en nadien bezoek aan de leden herbergiers tot 18u.

    -Om 18 u. Mis voor de overleden leden en ‘om de zegening te vragen opdat onze akkers en velden dit jaar overvloedig zouden mogen voortbrengen’.

    Nadien aan tafel waar gestart werd met een koude schotel, gevolgd door feestelijke soep, boerenfrontkorfjes en de hoofdschotel : groentenkrans met aardappelen en gebraad van de koe of het varken. Nadien volgde nog een dessert met koffie.

    Na dit alles volgde nog een gezellige dansavond. (Folder van 3/1/83)

     

    1983 – 7 februari : Overlijden van Gerarda Maria RHEINHARD (foto)

                Geboren te Mechelen op 30 juli 1906, kwam ze naar Leest toen haar vader er koster

                werd (1916). Ze werd regentes snit en naad (bij de Ursulinen te Mechelen) en gaf

                achtereenvolgens les te Willebroek en te O.L.Vrouw-Waver.

                Ze trad in in de karmel van Dendermonde (1936) waar ze een jaar later gekleed

                werd als zuster Godelieve van de H. Eucharistie.

                Bij de verhuis van deze karmel naar Moerzeke, verhuisde zuster Godelieve mee.

                Ze vervaardigde er wassen O.L.Vrouwbeelden onder stolp.

                Ze overleed te Moerzeke op 7 februari 1983 en werd er ook begraven.

                (‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’, 2009, Wilfried Hellemans)    

     

    1983 – 10 februari – De Mechelse Week : Mechels Parochieleven

     

                Dhr. Lornoy uit Leest : “TUSSEN HET VOLK”. (foto)

     

    “Naar Leest rijden met de fiets is een belevenis. Eens Hombeek achter de rug lijkt het precies of er geen auto’s bestaan. Twintig minuten lang hoor ik alleen het gezoem van mijn banden. Lang geleden.

    In Leest aangekomen valt me op dat Sint Cecilia hier nog leeft.
    En de naam van een café op een straathoek stemt tot nadenken : “De Drij Gapers”.

    Op de Mechelbaan, achter een muurtje, een paar bomen, en dan de pastorie.

    Hier huist pastoor Lornoy, die me ontvangt in zijn klein kantoortje.

    Aan de muur een foto van paus Johannes-Paulus de tweede.

    Pastoor Lornoy vindt dat elke evolutie goede en minder goede kanten heeft.

    Vroeger, toen de pastoor mensen voor besturen moest aanstellen, moest hij er zelf op uit trekken, het zelf aan Jan en Fien gaan vragen.

    Nu doen de mensen van het bestuur dat allemaal zelf. Zoiets voelen zij goed aan, vindt de heer Lornoy.

    Zijn parochie is uitgebouwd volgens het gewone stramien van de landelijke parochie.

    Er is een chiro, Landelijke Gilde, het KVLV, een KWB en een gepensioneerdenbond.

    De parochianen zijn vooral mensen die gaan werken in Kapelle op den Bos (bij Eternit), en in Mechelen bij Lamot en Acomal.

    Het parochiaal werk noemt dhr. Lornoy levendig.
    ”Hier is het gemeenschapsleven nog in trek. Er is meer samenhang onder de mensen. Zij weten nog meer van mekaar”.

    Waaraan wijt dhr. Lornoy het feit dat de aanwezigheid in de eucharistievieringen achteruit gaat ?

    Hij is van mening dat de welvaarts- en consumptiewereld alles teveel opslorpt.
    Vroeger gingen ook de rijken trouw naar de kerk.

    “In de derde wereld krijgen de mensen geen kansen om te studeren, en toch zijn ze geloviger dan wij”.

    De vieringen in de Leestse parochie van dhr. Lornoy blijven nogal aan de klassieke kant.
    Het is een kleine leefgemeenschap van zowat 2.000 mensen. De chiro telt zo’n 100-tal jongens en een honderdtal meisjes, het is een volkse vereniging.
    KSA en scouts doen het niet zo schitterend.

    Ondertussen komen er een paar mensen op bezoek. In een andere kamer kan ik dhr. Lornoy op een vaderlijke toon met hen horen praten. Ze zijn dit jaar 50 jaar getrouwd, en willen de parochiezaal afhuren voor een feest.

    Dat kan, alhoewel het even schipperen is met de data.

    En de wijn, daar moet zelf voor gezorgd worden.

    Dhr. Lornoy vindt dat traditie nog een waarde heeft, alhoewel alles verandert.
    Vroeger –over de rol van de pastoor- was de pastoor de motor van alles.
    Nu moet hij het meer bescheiden aan doen. Meer als een bezieler.
    De mensen werken ook actiever mee, in vergelijking met vroeger. Maar dhr. Lornoy zelf bezoekt zijn zieken nog wel, en tracht ook diegenen met moeilijkheden te helpen. Maar een biechtvader, neen. “Vroeger stond de priester boven zijn volk, nu staat hij tussen het volk”.

           Rob Muyldermans”

     

    -Theo Fierens tijdens een repetitie van de Koninkl. Liberale Harmonie ‘Vooruit zonder Vrees’.(Foto : Koerier)

    -Advertentie van het Radio Dynamite-Bal.

    -Gerarda Rheinhard tussen haar familie ter gelegenheid van haar intrede bij de slotzusters van Dendermonde.

    Van links naar rechts : Maria Rheinhard (was onderwijzeres te Leest), Moeder Diedens, Jos, Gerarda, Hilda, koster vader Jef Rheinhard en Pauline (werd zuster Beatrijs bij de zusters Dominicanessen).

    Zittend : Lizeke en Herman. (foto : LG)

    -Pastoor Lornoy niet boven maar tussen het volk. (Foto : DMW)

     









    16-03-2013 om 18:53 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – Februarinummer ‘De Band’ : Leestenaars treden zo uit de oude doos.

     

    Verzameling Stan Huysmans – een opstel van Frans Vloeberghen op 4 februari 1956

     

    Winterpret

    “Voor een veertiental dagen, toen ik ’s morgens eens door het raam ging kijken, zag ik verrast dat er buiten een grote sneeuwmat lag. Ik trok gauw mijn kleren aan, at zeer vlug enige boterhammen en snelde naar buiten.

    Er was voor ons huis al heel wat pret te beleven. Er waren al een paar jongens druk bezig in de sneeuw. We hadden samen rap een baantje aangelegd, en dan maar glijden. We waren al enige malen gevallen, maar dat voelden we immers niet. We stonden gauw recht en deden maar voort. Als we er moe van werden, besloten we een sneeuwman te rollen. Iedereen nam wat sneeuw en rolde maar en rolde maar , tot stilaan een grote sneeuwman ontstond. Ik ging de mijne op de graskant rollen, omdat er daar meer sneeuw aaneen plakte. Ik kreeg mijn sneeuwman bijna niet meer vooruit gerold, en baf ! Ineens lag hij in de gracht. Ik trok, stootte en duwde maar met alle macht, ik kreeg hem er niet uit. Ik begon dan maar opnieuw, helemaal opnieuw, ach…De anderen hadden al een heel dikke bol. We zouden die van mij dan maar voor de kop gebruiken. We plaatsten de sneeuwbollen opeen. Een lastig werk. Nog wat sneeuw aanplakken en onze witte man was klaar. ’t Was precies een dikke nieuwe Leestenaar die daar stond, zonder hemd in de kou.

    Het was nu al bijna noen geworden en wij trokken naar huis.

    In de winter is het plezierig op het ijs en in de sneeuw. Voor ouden van dagen en voor vogeltjes is het een droevige tijd. Maar ik zeg ook : in de zomer is het toch nog plezanter. Geef mij maar een lekker warm zonnetje.”

     

    De schrijver Vloeberghen Frans (foto onderaan) :

    -tijdens het schooljaar 1955/’56 leerling in het achtste leerjaar.

    -geboren te Leest op 12 augustus 1943.

    -zoon van Vloeberghen Eugeen en Kerremans Rosalie, Scheerstraat 3.

    -bediende, gehuwd met Tuyaerts Charlotte (Mechelen) en wonende te Hever.

    -kinderen : 1 Edwin (9 jaar)

    -studies na de 4de graad : Technisch onderwijs (dagschool) te Mechelen A3, daarna avondonderwijs B2 en B1.

    -hobby’s : tuinieren, vissen, lopen en trimmen.

    Van Leest geweest, maar in geest en hart ermee nog verbonden, groet Frans langs deze weg zijn Leestse kennissen, vooral zijn medeleerlingen uit het achtste leerjaar, met name waren dat : Dourlens Maurice, Van Camp M., Fierens Constant, Somers Herman, Van Moer Louis.

    Gelukkige tijd van toen…

     

    Meester Stan Huysmans was te Leest geboren op 22 april 1915 en hij overleed in het Sint-Norbertusziekenhuis te Duffel op 13 juli 1988. Meer over deze populaire meester in deze Kronieken : 2 juli 1961.

     

    1983 – Woensdag 2 februari : Opening Eethuis ’t Seel

                Op O.-L.-Vrouw Lichtmis opening Eethuis ’t Seel bij Tony Baarendse,

                Juniorslaan 114 Leest, Tel. 015/71 10 21 :

                PANNENKOEKENAVOND vanaf 16 uur en ter gelegenheid van de opening

                aan een speciale prijs : pannenkoeken + 1 tas koffie

                25 frank voor kinderen (onder de 12 jaar), 30 frank voor andere personen.

                (folder)

                In mei ’83 (zie verder) werd de vzw ’t Seel opgericht.

     

    -Frans Vloeberghen tijdens zijn Plechtige Communie.

    -Meester Stan Huysmans in 1942 en op latere leeftijd.

    -Advertentie in ‘De Band’ van de opening van Eethuis ’t Seel.

    -Folder van het nieuwe Eethuis.

     











    16-03-2013 om 18:34 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1982 – Februari : ‘De Band’ nr.2 : ‘De Selleslaghs. De boerkes van Leest

     

    “Waar je ook komt langs Vlaamse wegen overal kom je de Selleslaghs tegen. Een familie met faam. Laatst nog een broeder van Scheppers ‘Broeder Vianney’ : ‘mijn familie komt ook uit Leest. Een grootmoeder woonde recht over de kerk en was ’n Selleslagh. Ze hadden daar een café met danszaal in de 17de eeuw.’

    Als je ‘de Band’ leest over die gezonde boerkes van Leest dan weet je dat de Selleslaghs kroostrijke gezinnen waren, die meer dan acht generaties lang de Witte velden bewerkt hebben nabij de Bist. Daarover hadden we het met Aegied van Boerekes (Selleslagh) en Cecile Teughels. Samen met hun jongens Walter, Jos en Luc vonden we ze bij de spruitenkuis.

    Aegied en Cecile vertellen : ‘zolang we weten heeft ons familie van vader op zoon het Witte veld bewerkt. Het werd eerder Bosveld of Hoogveld genoemd. Waarvan de naam Witveld komt kan Joost weten. Misschien is het witte heidegrond die later door bemesting verrijkt en donkerder werd. In de zomer is de grond steendroog en slaagt wit uit. Of misschien de nabijheid van de Withoeve ?

    Vroeger kwam hier een oude schrijnwerker wat karweitjes opknappen en die vertelde dat voor 1914 hij facteur was op de Bist. Dan woonde hier wat verder in een oud boerderijtje een jonkman en twee dochters. Die kwezels gingen elke week te biechten in Mechelen, ze wasten hun handen in botermelk om schoon wit te zien. De facteur vertelde dat de deur nooit verder open ging dan op een spleetje en zo namen ze de post in ontvangst. Ze lazen veel heilige boekjes. Komt daarvan misschien de naam ‘Wittevelden’ ? Waar nu Cyriel De Smet woont daar had de broer van ons grootvader (Kobe van Boerekes) een café. ‘Den Baas’ noemden de mensen hem. Een wreed man moet dat geweest zijn. Hij ging ’s avonds naar Scherpenheuvel als de anderen daags tevoren vertrokken waren. ’s Morgens kwam hij aan en zong heel Scherpenheuvel wakker en kwam daarna met het volk van Leest weer terug.

    Een tante van mijn vader (de Lodde van Boerkes) is in Gent getrouwd met een bloemist. Philomene heette ze.  Ze zijn daarna in Berlijn gaan wonen.  Ik heb vroeger horen zeggen dat de naam Selleslagh van Duitsland is gekomen. Meester Selleslagh goed gekend in Leest was een kozijn van mijn vader. Monica, de moeder van meester Selleslagh, had winkel en café daar waar nu den ‘Telstar’ is. De vader van de meester heette Tor van de Witte van Boerekes.

    Vroeger stond er, daar waar nu den mesthoop ligt, een grote lemen schuur met een strooien dak tot bijna vlak tegen de grond. In 1876 hebben ze met de eiken balken een nieuwe schuur gebouwd. Het woonhuis is er tegenaan gebouwd. Kobe van Boerekes heeft die nieuwe schuur nog laten bouwen voor 4.000 fr. Het oud bakhuis is na 1914 afgebroken.

    Ik ben nog verre familie van de Teughels, en zelfs van Aegied ben ik familie. Mijn grootvader is met een Theresia Selleslagh getrouwd van deze boerderij. Mijn tante wist dat nog te vertellen. Ze ging in hare tijd in de ‘Rozelaer’ dansen en stak dan een handje toe.

    De broer van Aegied is witte pater geweest in Urundi. Die kende de broeders van Scheppers goed want hij heeft ze daar wel eens ontmoet in Urundi. Later is hij in ziekenverlof gekomen. Hij fotografeerde en filmde. Hij heeft enkele knappe films gemaakt over het ‘Boerenleven’.

    Zo zie je maar dat de Selleslaghs hun beroep als boer nooit vergeten.
    De wens van Aegied en Cecile is dat hunne Luc de traditie van de Selleslaghs zal voortzetten.

    We wensen hun en hun kinderen het beste.

          ‘De Band’, K. Soors”

     

    Op 6 maart 2004 vierden Egied en Cecile hun 50ste huwelijksverjaardag.

    Egied Selleslagh was te Leest geboren op 3 februari 1922 en hij overleed in het woonzorgcentrum Akapella te Kapelle-op-den-Bos op 25 juli 2009.

     

    ‘De Band’ van januari ’83  :

    “…Als we van de Steynemolenhoeve langs Capellebaanveldweg naar de Biest toe wandelen, zien wij bij het bereiken van de Bieststraat aan de linkerzijde van de weg, de hoeve van SELLESLAGH (noot : 9de kaartblad  nr.25 van Jan Van Acoleyn – 1723) .

    Een bijna gewijde grond : want sinds zeven of acht generaties (bijna 300 jaar) woont hier de familie Selleslagh van vader op zoon.

    De oudste generatie die we er aantroffen was het gezin :

     

    1.Adriaen SELLESLAGH (°Kapelle-op-den-Bos 13/3/1672) gehuwd met COECKELBERG Anna in 1702. Acht kinderen : Jacobus (1705), Jeanne(1707), Jan (1712), Willem (1713), Hendrik (1715), Antoon (1717, Maria (1720) en Aegied (1721).

    In 1723 was Adriaen Selleslagh nog niet lang gestorven en Anna Koeckelberg hertrouwde met Peter DE LAET (die in 1766 zou overlijden op de gezegende ouderdom van 91 jaar).

     

    2. Henri SELLESLAGH (°1715), zoon van Adriaen, was ondertussen gehuwd met SLEUBUS Joanna Maria (1731) en had de hoeve overgenomen. Zij hadden verschillende kinderen : Joanna Maria (1757), Petronilla (1758), Anna-Marie (1762), Maria Theresia (1765), Anna Katrien (1767) en Peeter (°24 april 1770).

    Henri Selleslagh overleed op 19 november 1794. Zijn vrouw Jeanne Sleubus stierf op 7 februari 1811.

     

    3. Peeter SELLESLAGH (°1770) trouwde in 1796 met VAN DER ELST Maria Carolina uit Eppegem. Zij hadden 7 kinderen : Jeanne (1797), Hendrik (1799), Anna (1800-1886), Philippa (1803), PEETER-JAN (°8 maart 1805), Teresia (1806) en Domien (1809).

    Peeter Selleslagh overleed te Leest op 21 december 1847.

     

    4.Peeter-Jan SELLESLAGH (°1805) huwde in 1837 met PEETERS Philipine-Henrica uit Ka           Pelle-op-den-Bos. Zij vormden de volgende generatie op de boerderij en gaven het leven aan elf kinderen : Peeter-Antoon (1838), Marie-Rosalie (1839-1849), Philomena (1841), Jozef (1844-1921),  Francisca (1845), Domien (1847), Josefien-Ida (1849-1920), Eulalie (1852),

    Jacobus-Jozef (°28 augustus 1854), Irène (1856-1864) en Jan-Frans (1857-1896).

    Peeter-Jan Selleslagh overleed te Leest op 6 februari 1870.

     

    5.Jacobus SELLESLAGH (1854) huwde in 1882 met VERSCHUEREN Maria-Coleta (1855) uit Kapelle-op-den-Bos. Op de boerderij werden van hen zeven kinderen geboren : Corneel-Hendrik (1883-1885), Jozef (1884), Adilia-Eulalie (1885), Ivo (1886), Lodewijk (28 augustus 1887), Jan-Frans (1889), Aegied (1893) en Irma-Dominica (1894).

    Jacobus Selleslagh overleed te Leest op 25 mei 1909.

     

    6. Lodewijk SELLESLAGH (1887 ‘de Lode’) huwde in 1915 met VERBERGT Leonie (1888) uit Hombeek. Ook zij hadden een kroostrijk gezin : Jan (1916), Jozef (1917, werd Witte Pater in Afrika), Jules (1919), Amelie, Aegied (3 februari 1922), Irma, Wieske, Vivtoire en Celine.

    Leonie Verbergt overleed in 1966 en Lode volgde haar drie jaar later op 31 augustus 1969.

     

    7.Aegied SELLESLAGH(1922) gehuwd met TEUGHELS Cecile.

    Ze hebben vijf kinderen : Lucia, Paul, Walter, Jos en Luc.

     

    Tot zover de Leestse stam van deze familie.

    Rafke Selleslagh bezorgde me volgende gegevens over de voorgangers van deze tak, afkomstig uit de streek Puurs-Ruisbroek.

     

    1.Jan SELLESLAGH

     

    2.Willem SELLESLAGH wijlen Janssoene, inwoner Puers, pachter ende lantman van sr. Guilliam Maes, coopman tot Antwerpen.

    Gehuwd met Catharina LUYCKX.

    -Jan  gehuwd met Digna Thys Cools

    -Catharina gehuwd met Jan Thys Cools

    -Anna gehuwd met Marcus Segers (scheiding : 7/8/1670, G.A. Willebroek, nr.67)

    (G.A. Willebr. Nr. 1 : 18/5/1615, 14/12/1615)

     

    2b. Jan THYS alias COOLS  - Cathelyn van Yperen

    -Godevaert, Jan x Catharina Selleslagh, Digna x Jan Selleslagh,Maycken, Anneken.

    (G.A. Willebr. Nr. 1 : 20/10/1626 – Not Gaspar Beckx nr. 3696 : 21/5/1665 : testament)

     

    3. Joannes SELLESLAGH – Dimpna THYS COOLS, schepene Ruisbroek op 23/8/1639 (G.A. Ruisbroek nr.8)

    -Guilielmus °Ruisbroek 21/12/1614.

    -Nicolaus,  °Ruisbroek 6/10/1617, aldaar overleden 21/6/1685, gehuwd Anna Jan Seghers.

    -Catharina, °Ruisbroek 1621.

    -Elisabeth, °Ruisbroek 1/2/1623, gehuwd met Adriaen Vloeberch.

    -Adriana, °Ruisbroek 6/10/1626, gehuwd met Franchois Wouters.

    -Anna, °Ruisbroek 21/10/1629, gehuwd met Jan Van Nieuwenhuysen.

    -Maria, °Ruisbroek 5/6/1633, gehuwd met Peter Vloeberch.

    (G.A. Willebr. Nr. 1 : 19/5/1622 (Jan S. Willemssoone), 12/7/1622, 4/8/1626, 19/11/1627 (scheiding), 4/6/1635. G.A.W. nr.2 : 18/5/1641, nr.3 : 22/5/1647, 16/12/1661 (scheiding). )

     

    4.Nicolaes SELLESLACH  - Anna Jan SEGERS

    De eerste kinderen zijn vermoedelijk gedoopt te Willebroek.

    -Catharina gehuwd Philip Verdonck.

    -Adriaen gehuwd Jenneken Van Suenen.

    -Jan gehuwd met Anna Verdonck (kinderen te Heindonk)

    -Guilliam gehuwd met Joanna Franchoise Hulsbosch (Ruisbroek 26/12/1676).

    -Judocus , gehuwd met Johanna De Termt (Ramsdonk 24/9/1662)

    + Kapelle op den bos 7/8/1691.

    -Peter, (°Ruisbroek 5/5/1665) gehuwd met Anna Hulsbosch (R 30/5/1685).

    -Anna, (°R. 21/12/1657) gehuwd met Peter Hulsbosch

    -Adriana (°R. 22/11/1661) gehuwd met Adriaen Hulsboch (R. 27/10/1678)

     

    5. Judocus SELLESLAGH – Joanna DE TERMT

    -Adrianus, °Kapelle op den Bos 13/3/1672, +Leest 21/2/1702, gehuwd Anna Koeckelberch.

    -Maria, °Kapelle op den Bos 4/7/1674.

    -Petrus, °K. 23/4/1676.

    -Catharina Francisca, °K. 14/8/1678.

    -Guilielmus, °K. 6/6/1681.

    -Jacobus, °K. 3/2/1684.

     

    En zo komen we opnieuw in Leest terecht bij :

     

    6. Adrianus SELLESLAGH – Anna KOEKELBERGH 

     

     

    -Huwelijksfoto van Egied en Cecilie Selleslagh-Teughels.

    -Egied en Cecile, tekening van Georges Herregods.





    16-03-2013 om 10:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Selleslagh.

     

     

    1983 – 27 januari – De Mechelse Week :  William Selleslagh :

     

    ‘Ik zou nog drie jaar in Leest willen blijven voetballen.’

    “Zoals de lezers zeker weten doorliep Willam Selleslagh alle jeugdreeksen bij K.V. Mechelen en in 1972 dwong hij een vaste plaats af in het eerste elftal. Twee jaar geleden ging hij over naar Racing Jet Brussel en sinds dit jaar speelt hij voor V.V. Leest.

    …

    D.M.W. : ‘Waarom ben je uiteindelijk naar Leest gekomen ?’

    William : ‘Dat heeft ook veel met mijn werk te maken. Verder woon ik vlakbij en de sfeer is er goed. De mensen kennen je allemaal. Er blijven veel spelers en supporters hangen na de match. Het bestuur werkt hard, organiseert feesten en werkt aan de jeugd. Toch hangt er erg veel van de resultaten af.’

    D.M.W. : ‘Ben je tevreden over die resultaten ?’

    William : ‘Het had beter gekund ! In het begin van deze competitie speelden we erg goed, maar we haalden er geen punten mee. Je kan er moeilijk uit wijs raken. Tegen kopploegen spelen we goede wedstrijden en op verplaatsing halen we de meeste punten. Hoe dat

    komt ? Het speelveld van Leest is erg klein, zodat het moeilijk is in de diepte te spelen. We hebben het altijd moeilijk als we geen ruimte krijgen !’

    D.M.W. : ‘Je bent nogal eens het mikpunt van kritiek bij Leest. De supporters verwachten van jou en Schöning dat jullie meer je stempel op het spel zouden drukken.’

    William : ‘Ze verwachten alles van ons, en juist daardoor wordt het zo moeilijk voor ons. We krijgen al eens een persoonlijke lijkwacht mee en we worden extra in het oog gehouden. Bovendien is het verschil met nationale op conditioneel vlak veel kleiner geworden. Ik was steeds het type dat er negentig minuten conditioneel hard tegenaan ging, maar in provinciaal zitten er zo veel meer dan in eerste ! Ze zeggen ook dat we niet kunnen vechten !

    Maar in eerste stond ik ervoor bekend een vechter te zijn. De mensen vergeten ook dat Schöning er reeds 36 is en ik ben ook al 31 : we maakten al veel mee, aan kwetsuren en we zijn allemaal geen Jean Janssens !’

    D.M.W. : ‘Men verwijt je ook wel dat je veel boekingen krijgt en dus ook regelmatig geschorst wordt ?’

    William : ‘Bij K.V.M. kreeg ik ook vele kartons te zien, maar nooit een rode ! Dat zit nu eenmaal in mijn karakter. Het gebeurt, en pas daarna denk je na ! Als je een duel dreigt te verliezen, laat je al eens vlug een beentje hangen. Met al die nieuwe reglementen zal het er niet rustiger op worden op het veld.’

    D.M.W. : ‘Wat vind je van het transfer gerichte beleid van het Leests bestuur ?’

    William : ‘Er zit nog niet genoeg in onze eigen jeugd. Om hogerop te geraken moeten ze wel transfers afsluiten ! Toch is de jeugdwerking prima. Bovendien trekt de eigen kweek meer volk ! Een Ludo Goossens brengt elke week  30 mensen mee ! Die komen voor hem kijken en dat heb je niet met vreemden. Eigen spelers is ook goedkoper natuurlijk, maar zoals gezegd, Leest heeft er nog niet genoeg die het kunnen doen in het eerste elftal. De transfers worden goed opgevangen, met de feesten en zo. Dan staan er 10, 15 man achter de tapkast ! Daar heb ik bewondering voor, zoals die zich inzetten…’

    D.M.W. : ‘Wat zijn je plannen voor de toekomst ?’

    William : ‘Die zijn er niet ! Ik zal alleszins aan sport blijven doen en dat liefst in Leest ! De sfeer is hier goed en ik ben hier thuis. Ik zou liefst nog een jaar of drie vier in het eerste elftal van Leest blijven spelen en daarna ga ik de plaatselijke veteranen versterken !’ “

     

    1983 – 29 januari : Jaarlijks Boerenfrontbal

                In zaal St-Cecilia. Aanvang 20u30, eerste dans 21u00.

                Orkest : The Roland Boys.

                Kaarten in voorverkoop te bekomen bij Constant Van Alsenoy of Henri Van den

                Heuvel. Er was een tombola voorzien met een totale waarde van 75.000 fr.

                (Toeters en Trompetten)

     

    1983 – 29 januari : Dansavond Vrije School in het parochiehuis

    16-03-2013 om 10:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 19 januari : PVV Wijkcomité voor Heffen, Hombeek en Leest

    Op 19 januari greep een vergadering plaats te Leest met 2 PVV-afgevaardigden uit Heffen, de heren Nuytkens en Moens, en drie van Leest, de heren Veiller, Diddens en Vloebergh.

    Doel van deze bijeenkomst was een gemeenschappelijk wijkcomité op te richten voor deze drie deelgemeenten.

    Na het succes dat de wijkcomités reeds boekten in Mechelen stad dankzij de werking van de wijkafdelingen, meenden de afgevaardigden van de randgemeenten niet te mogen achterblijven om hun dienstbetoon tot deze gemeenten uit te breiden.

    Na deze eerste stichtingsvergadering zou op 23 februari een tweede vergadering            plaatsvinden waarop alle details en practische punten werden besproken.

    Het initiatief voor de oprichting van wijkafdelingen berustte bij Luc Van de Velde, die op deze manier een actieve vorm van dienstbetoon wou stimuleren,en hierdoor de politiek en de PVV in het bijzonder dichter bij de volksmens wou brengen.

    Einde maart zouden alle inwoners van Heffen, Hombeek en Leest de folder“PVV bouwt” in hun bus toebedeeld krijgen, met een extra info over de afdeling in hun wijk, en enige practische richtlijnen voor het dienstbetoon.

    PVV dienstbetoon bestond al te Leest in de persoon van Georges Veiller welke elke vrijdag zitdag hield van 14 tot 16 uur in het lokaal bij Vic De Maeyer, Dorpstraat 1 en waar eveneens mevrouw Winckelmans de uitbetaling regelde van de mutualiteit.

                (‘DMW’, 17/3/83)

     

    1983 – Donderdag 20 januari  : Kaas- en Wijnavond van SVV Leest (foto)

                SVV Leest richtte en bijzonder geslaagde kaas-en wijnavond in.

     

    1983 – 22 januari : Jaarlijks Bal van SP-Leest

                In de zaal ‘Sint.-Cecilia’, aanvang 20u30.

                Orkest : Edwin Anderson an the Shallows.

                Kaarten waren te bekomen bij  Jef Vloeberghen en er was een tombola

                met prachtige prijzen.  (Voor-Allen en Toeters en Trompetten)

     

    1983 – 22 januari : Viering Tienjarig bestaan Vevoc

     

    Programma :

    18 u : H. Mis voor gestorven leden met zang en teksten (parochiekerk)

    19 u : Aperitief in de parochiezaal

    19u15  : Gelegenheidsbuffet

    21 u : Ontspanning en dans.

     

    Het ledenfeest verliep volgens het stramien van voorgaande jaren met dezelfde kooksters, dezelfde discobar (John Lions)  en de Aspimeisjes zorgden voor de drankbediening.
    Deelnameprijs : 500 frank. (Foder Vevoc)

     

    De Mechelse Week (27/1/1983) over de Viering :

    “Het bestuur samen met een groot deel van haar leden, chiroleiding van Leest en enkele genodigden namen deel aan deze viering.

    Het huidig bestuur is als volgt samengesteld : Pater Van Aken, Louis Vloebergh, Paul Willems, Gert De Prins, Magda De prins, Lief De Smet, M. De Raad, Wis Lauwers, Jan Van den Heuvel, Vic Smets, Alfons Huysmans, Eddy Moortgat, Frans De Decker, Frans Spoelders, Jos Lamberts, Patrick Van Praet, Paul Lefever en Danny Polfliet.

    Vevoc telt momenteel zo’n 250 leden…”

     

    Gazet van Mechelen (24/1/83) :

    “Tien minuten voor zes. Een massa publiek stroomt samen op het Dorpsplein om samen de eerste tien jaar van VEVOC te vieren.

    …

    Vevoc is dan ook de grootste, rijkste en populairste vereniging uit Leest. De grootste vereniging werd het door het aantrekkelijke overkomen bij de buitenstaander.

    Zo hebben zij de jaarlijkse massa-jeugdcross, fietsenrally, bal, enz. teveel om op te noemen.Vevoc blijft niet bij de pakken zitten. Men richtte in deze tien jaar een vrouwelijke en mannelijke basketbalploeg op alsook verscheidene afdelingen van vrouwelijke en mannelijke volleybalploegen.
    Niet alleen Vevoc-leden namen deel aan de feestelijkheden van zaterdagavond. Ook de Chirojongens die hun 25-jarig bestaan en de meisjes hun 15-jarig bestaan vierden waren er bij. De feestelijkheden  werden ingezet met een eucharistieviering in de parochiekerk. Hierop volgde een receptie. Voorzitter Louis Vloebergh en bestuurslid Jan Van den Heuvel brachtten enkele grappige anekdotes naar voor van tijdens hun voorbije chirojaren tot 1973.

    Dat jaar zijn zij tot het starten overgegaan van Vevoc.”

     

    1983 – 24 januari – Gazet van Mechelen :

     

                In Leest en Muizen VOETBALCLUBS IN HET SUKKELSTRAATJE

     

    “Algemeen wordt verwacht dat vanavond de Mechelse gemeenteraad zal gekenmerkt worden door meer dan gewone interesse van een aantal sportievelingen die begaan zijn met de verdere toekomst van de voetbalverenigingen uit Leest en Muizen.

    CVP-gemeenteraadslid Gust Emmeregs heeft aangekondigd dat hij de problematiek rond de voetbalvelden van VV Leest en KFC Muizen grondig zal doorlichten en het nieuwe college zal verzoeken een oplossing voor beide actieve sportverenigingen te zoeken.

    Voor VV Leest begonnen de problemen vorig jaar toen de eigenares van de voetbalgronden die thans als parking gebruikt worden, overleed.

    De erfgenamen hebben intussen een verkavelingsplan laten opmaken waarbij gans het perceel in 7 bouwstukken werd verdeeld met achtergelegen nog landbouwgronden.
    In totaal gaat het om 30 are bouwgrond en 12 are landbouwgrond. Over die volledige oppervlakte situeert zich thans het parkeerterrein rond VV Leest.

    Gust Emmeregs stelt het overduidelijk : “Zonder die gronden is het gedaan met voetballend Leest. Op uitzondering van een kleine privaatgrond snijdt de verkaveling elke toegang tot de voetbalterreinen af.”

    Het Mechelse stadsbestuur van de oude legislatuur keurde het verkavelingsplan goed en de goedkeuring van de hogere overheid mag elke dag worden verwacht.

    Het Leestse gemeenteraadslid steekt een beschuldigende vinger in de richting van het vroegere schepencollege dat hij een gebrek aan politieke wil verwijt.

    Het gevaar is groot dat al wat in 10 jaar rond VV Leest werd opgebouwd in één keer kan vernietigd worden.

    Er is trouwens niet alleen het voetbalprogramma rond VV Leest maar ook de steeds even succesvolle Leestse volksfeesten en de handelsbeurs.

    Als oplossing wordt gesuggereerd dat de stad de te koop gestelde gronden in zijn geheel zou aankopen of, als die aankoop te zwaar op de stedelijke financiën zou drukken, een toegangsweg en achtergelegen landbouwgronden zou aanschaffen.

    Slechts op die wijze kan het sportgebeuren te Leest nog toekomst hebben.

    (...)

                FOJ”

     

    1983 – 24 januari : KVLV bezocht Intercom

     

    1983 – 27 januari – Het Laatste Nieuws :

     

                                Mechels stadsbestuur gaat problematiek aanpakken.

     

                               

     VV Leest en FC Muizen in voortbestaan bedreigd

    “Tientallen supporters van voetbalclub V.V.Leest en F.C. Muizen, getooid met blauw-gele sjaals, hebben tot een stuk in de nacht op de raadsbanken vertoefd.

    Gust Emmeregs (CVP) had aan de agenda twee punten toegevoegd in verband met een dringend probleem dat zich te Leest en Muizen stelt over de gronden van beide plaatselijke voetbalclubs. Indien de stad niet snel deze gronden verwerft, aldus interpellant, komt het voortbestaan van deze voetbalclub erg in het gedrang.

    VV Leest voetbalt in de KBVB en komt dit seizoen uit met acht ploegen in competitieverband. In totaal zijn er 71seniores, 68 jeugdspelers en 25 dames aangesloten. Bestuursleden, trainers en vele helpers, ongeveer een 200-tal mensen, zijn wekelijks bij het sportgebeuren betrokken, betoogde Emmeregs.

    Dank zij de onverdroten werking van vele belangloze medewerkers kon men, met eigen middelen, op de in huur genomen gronden met een totale oppervlakte van 2,7 ha, het volgende realiseren : aanleg van twee voetbalvelden, bouw van een groot chalet, 5 kleedkamers met stortbaden, een ingerichte keuken en een bergplaats en een verlichting op het tweede terrein. Dit alles kostte de gemeenschap geen frank. Alle kosten werden gedekt door het resultaat van een actieve werking en de organisatie van de Leestse Volksfeesten en een Handelsbeurs. In 1982 kreeg V.V. Leest zo maar eventjes 20.000 bezoekers op haar terrein.

     

    Overleden

    Emmeregs zei dat de club nu in haar bestaan wordt bedreigd. De eigenares van de gronden is overleden. De gronden zijn vererfd en door de erfgenamen is een verkavelingsplan ingediend.

    De CVP-er vroeg dat de stad de parkinggronden zou aankopen. De kosten worden hiervan geraamd op 4 miljoen frank. Mocht dit te zwaar zijn, dan is het ook mogelijk de toegangsweg en achterliggende gronden aan te kopen voor slechts 600.000 frank.

    (...)

     

    Verdaagd

    Schepen van Sport en Cultuur, Raymond Vanderwaeren (PVV), repliceerde dat Emmeregs de aangehaalde problemen reeds voorlegde aan het vorige schepencollege, waarin zijn fractie het burgemeesterschap had. In juni vorig jaar antwoordde het college niet te kunnen ingaan op de voorstellen van Emmeregs om de parkinggronden te Leest aan te kopen.

    Emmeregs drong in augustus nogmaals aan bij het college.

    Uit de commentaar van Vanderwaeren blijkt dat deze problemen telkens door het college werden verdaagd, een laatste collegebesluit hier omtrent spreekt zelfs van onbepaalde tijd verdaagd.

    (...)”

     

    Foto’s :

    -Lachende gezichten bij het Leestse SP-bestuur. De kaas- en wijnavond was geslaagd. (‘DMW’)

    -C.V.P-er Gust Emmeregs : bezorgd om voortbestaan van VV Leest en FC Muizen.





    14-03-2013 om 16:19 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 18 januari – Gazet van Mechelen :

     

                                                         10 JAAR VEVOC TE LEEST

     

    “Ter gelegenheid van 25 jongens- en 15 jaar meisjeschiro werd op zondag 15 april 1972 in Leest voor de eerste maal een cross, een initiatief dat intussen grote weerklank heeft gevonden, ingericht.
    Op die gedenkwaardige dag kwamen vele oud-leiders en –leidsters opnieuw samen, en worden de eerste plannen gesmeed om een Leestse vereniging voor ex-chiromensen op te richten.

    Het duurde tot november ’72 vooraleer de idee weer ter sprake kwam.
    Louis Vloebergh, Paul Willems, Eddy Beterams en Marc Leemans sloegen de handen in elkaar en op zaterdag 28 januari 1973, tijdens de eigenlijke jubileumviering van de chiro, zag VEVOC het levenslicht.

    Eric Bradt, de eerste secretaris, stelde voor de eerste letters van “Vereniging van oud-Chiro” te nemen en dat werd dan VEVOC.

    Walter Lefever en Frans De Borger voegden zich bij de initiatiefnemers en het bestuur was klaar. Pater Van Aken werd natuurlijk proost en Louis Vloebergh werd de eerste en tot heden enige voorzitter van Vevoc.

    Ten slotte nam Willy Van Praet de functie van kassier voor zijn rekening.

    Ook de oud-leidsters lieten zich niet onbetuigd. Chris Standaert – Verbeeck en Rosette Serdongs – Verschueren werden onmiddellijk mee in het bestuur opgenomen.

     

    Snelle groei

    In de beginperiode wenste het bestuur enkel oud-leiders en leidsters in de vereniging op te nemen.

    Vroegere Leestse chiroleden drongen aan om ook hen toe te laten, en daar had niemand bezwaar tegen. Men ging zelfs nog verder. Voortaan sluit men alle oud-chiroleden aan, die ofwel in Leest actief waren ofwel in Leest zijn komen wonen. Deze nieuwe formule joeg het ledenaantal snel de hoogte in.

    Momenteel is Vevoc uitgegroeid tot een superfamilie van liefst 250 leden.

    Om aan al de wensen van de leden tegemoet te komen, tracht het bestuur een zo breed mogelijke waaier van activiteiten te bedenken.

    Een kort en zeer volledig overzicht geeft een idee wat Vevoc tot heden al te bieden had : culturele avonden met Nand Baert, dorpskwissen en spelavonden, kleinkunstavonden met o.m. Miel Cools en Jef Elbers, optredens van andere groepen, kindernamiddagen, bivakken, fietsrally’s en andere uitstappen.
    Ook de sportactiviteiten, steeds in de oranje-zwarte verenigingskleuren, mag men niet vergeten. Er wordt volleybal, basketbal en voetbal gespeeld.

    En last but not least is er de jaarlijkse jeugdcross onder het motto “deelnemen is even belangrijk als winnen”.

    Deze cross is uitgegroeid tot een groots evenement maar zal stilaan terug meer chiro gericht worden.

     

    Tienjarig bestaan

    De lezer heeft natuurlijk al lang door dat we naar het tienjarig bestaan van Vevoc heen willen. Het eerste decennium zit erop, en men mag gerust stellen dat Vevoc zich in deze relatief korte periode tot de meest dynamische vereniging van Leest heeft opgewerkt.

    Daarom genoot de bestuursvergadering van vrijdag l.l. speciale aandacht.

    Naast het jaarprogramma werden ook de festiviteiten n.a.v. het tienjarig bestaan bekendgemaakt. Die hebben plaats op zaterdag 22 januari.

    De feestviering, waaraan alle leden, plus genodigden en de huidige chiroleiding mogen deelnemen, begint traditiegetrouw met een aangepaste eucharistieviering in de parochiekerk.
    Om 19 uur volgt een gelegenheidsdrank met daarna een etentje, en zoals gebruikelijk zullen de opgehaalde herinneringen weer een extra sfeertje scheppen.
    De huidige chiroleden zullen in het hele gebeuren mee worden betrokken.

              (mr)”

     

                                                           De Band ‘Hoera’.

    Noemenswaard in de geschiedenis van Chiro-Vevoc is het muziekgroepje ‘HOERA’.

    Tijdens het kampvuur van het chiro-bivak te Neerpelt (1980) entertainden drie leden hun makkers met een muzikaal optreden  en de sfeer zat er meteen goed in.

    Door de vonk die daar ontsproot  werd de kiem gelegd voor een rockbandje.

    Stuwende kracht en mentor was Erwin Van Nobelen. Hij speelde gitaar.

    Hugo Lauwens speelde ook wat gitaar en orgel  en nam de zang voor zijn rekening.

    Bart Lauwens werd de drummer.

    Tijdens hun eerste repetitie in de chirolokalen werd nagedacht over een groepsnaam.

    Deze werd vrij vlug gevonden toen iemand spontaan uitriep : “HOERA, we zijn een band !”

    De groep teerde vooral op de smartlap “M’n lieveling”, eigen werk van Erwin.

    Een heel melodieus liedje dat mits de nodige ondersteuning de hitlijsten zou kunnen halen.

    Hoera nam deel aan Ontdek de Ster-wedstrijden met een gevarieerd oeuvre en won zelfs de Prijs van het Publiek tijdens de Leestse Volksfeesten, toen gepresenteerd door Jan Theys.

    De tango en “M’n Lieveling” werden met zoveel bravoure gebracht dat de helft van het publiek op Hoera stemde. Enkel de prijs viel toen wat tegen, een haardroger was aan de mannen niet besteed.

    Zoals in die tijd gebruikelijk was hadden ook de bandleden een bijnaam.

    Erwin was ‘De Smalle’, allusie op zijn figuur. Hugo was ‘De Vennekes’ omdat hij als kind zo genoemd werd door zijn familie en Bart was ‘Den Ted’ naar zijn idool Ted Nugent.

    Tijdens een knotsgekke repetitie werden er voor de vuist weg wat bluesnoten gespeeld en De Vennekes moest dringend plassen. Hij vond er niet beter op dat zijn ongemak te verwerken in de tekst. Hij zong : ‘Ik moet gaan pissen’ en voegde de daad bij het woord.

    De anderen speelden nietsvermoedend verder en toen de zanger terug kwam veranderde hij de zin in ‘ik z’n gaan pisssen’. Algehele hilariteit en er werd een lang liedje van gemaakt met een passende tekst. Dit lied werd het uithangbord van Hoera.

    Op free podia was de groep heel populair. Zalen liepen letterlijk vol in Klein-Brabant wanneer hun  naam op de affiche stond.

    De specialiteit van Hoera was vooral de samenhang tussen muziek en cabaret. Het was lachen geblazen met de fratsen van den Ted en de reacties van de Smalle en de Vennekes.

    Later werd uitgekeken naar een andere zanger omdat Hugo zich ging toeleggen op basgitaar en de combinatie zang/bas niet zag zitten. Korte tijd werd Paul Lambert uit Schelle leadzanger maar de afstand was er te veel aan.

    Zijn opvolger was een voor de hand liggende keuze. Paul ‘De Polle’ Van Roy was een goede vriend van de bandleden.

    Hoera speelde zijn voorlopig laatste reünie samen met Glenn Degendt, oud lid van de jongensband Get Ready. Dit concert, ‘Leest Zingt’, vond plaats in 2005 op het Leestse Dorpsplein en was georganiseerd door de Dorpsraad. Naast Hoera traden nog andere Leestse muziekuitvoerders op : de Kon. Fanfare St.-Cecilia, Erwin Vloebergh & Band, Bedford Piessens en BEEB.

    ‘Hoera’ is een tijdloze groep, momenteel spelen ze nog zelden maar af en toe volgt er toch een verrassingsoptreden…

    (Info : Hugo Lauwens-Erwin Van Nobelen)

     

     

    Foto’s :

    -Het bestuur van Vevoc. Links onderaan voorzitter Louis Vloebergh.

    -De kiem van ‘Hoera’ werd in 1980 gelegd tijdens het bivak te Neerpelt. Links ‘De Smalle’, rechts de ‘Vennekes’. (Foto : Hugo Lauwens)

    -‘Hoera’ tijdens een concert. Van links naar rechts : Hugo Lauwens, Paul Van Roy, Erwin Van Nobelen en Bert Lauwens. (Foto : Hugo Lauwens)

    -BEEB

     











    14-03-2013 om 11:26 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – Zaterdag 15 januari : Wandeling in de Hoge Venen met het Davidsfonds

     

    “ Sfeervolle winterwandeling met deskundige begeleiding door de Hoge Venen,” had het Davidsfonds afgekondigd. De prijs bedroeg 600 frank en die omvatte het vervoer, een gids uit de streek, het avondeten en de verzekering. De trip zou alleszins memorabel blijven. Hieronder verslagen van respectievelijk  Karel Soors en Susse Teughels :

     

    Met Davidsfonds ploeteren door het Hoge Veen

    “Het was een eerder rustige busreis : naar de Botrange 692 m boven de zeespiegel, het hoogste punt van België. Wat onmogelijk leek was toch waar : het sneeuwde  en iedereen kwam in beste stemming. De wandeling door het veen kon van start gaan. Iedereen had zich warm aangekleed en de gids loodste ons naar de vertrekplaats. Hij vertelde ons eerst wat hij gedurende 25 jaar, die hij al door het bestuur van Waters en Bossen was aangesteld, niet had meegemaakt. Een tocht door de Hoge Venen is erg gevaarlijk. Elk jaar verdwalen er mensen en anderen komen zich hier het leven benemen. De gids gaf ons enkele raadgevingen en we trokken op pad. Dat het niet makkelijk is hebben we daarna wel aan de lijve ondervonden.

    Een koude wind vergezelde ons door ’t veen en sloeg sneeuw en ijswaterbuien in ons gezicht. Heel de tijd moesten we uitkijken naar de houten vlondertjes die als paadjes door het moeras slingerden. Naast de houten gaanpaden zakte je in het natte veen tot aan je enkels (knieën). Waar er geen pad lag moest je op de hobbelige bulten of doodskoppen lopen. Zo ploeterden we door het eindeloze veen en werden doornat. Bij een sparrenbos aten we onze natte boterhammekes en daarna trokken we verder door de godsverlaten streek. De ene keer goed doorstappend langs de bosrand, de andere keer kijkend en zoekend waar je best je voeten zou plaatsen opdat je laarzen niet het ijskoude veenwater zouden binnenscheppen.
    Wat al moeite om droog te blijven, niemand bleef gespaard en al vlug werd het een tocht van doornatte mensen, die niet beter vroegen dan dat ze zo snel mogelijk het einde van deze overlevingstocht zouden zien. ’t Was een hele opluchting toen we de rotte veengrond achter ons hadden liggen en we weer in de bewoonde wereld kwamen na plus minus 5 uur veenploeteren. Na een lange droogpartij in het restaurant en een warm drankje werd het warme avondmaal gretig aanvaard.

    Nog nabibberend op de terugreis werden reeds plannen gemaakt voor een volgende lekkere, natte, moeilijke uitstap naar het ‘Verdronken land van Saftinge’. Tot dan !

         K. Soors.”

    (‘De Band’, maart 1983)

     

    Ook ‘Susse’ (noot : Frans Teughels) schreef ‘als reporter ter plaatse’ zijn ervaringen neer :

     

    Blib, Blab en Blubber of De Mop van het Jaar

    “Blib-blab en blubber…zou een reuzetitel kunnen wezen voor één of ander stripverhaal, doch voor velen van onze lezers zal het eerder lijken op een soort Chinese vertelling.

    Een kleine wandeling in de door zon overgoten sneeuw in het beschermd natuurpark van de Hoge Venen was de aankondiging gedaan door het Davidsfonds. ‘Gelieve gazet mee te brengen om de klederen niet te bevuilen bij stemmige picknick op gevelde boomstammen in het bos’ luidde het verder. ‘Daarna etentje en gezellig samenzijn in sfeervol restaurant ter plaatse’. ‘Allen op post’ stond in de mededeling.

    Even na de afgesproken tijd zaten alle deelnemers welgezind en knusjes in de autocar. Via Leuven bracht die de inzittenden naar de hoogvlakte op de Botrange. De stemming was reuze. In een minimum van tijd stonden we op de grote besneeuwde vlakte terwijl kleine witte vlokjes langzaam naar beneden dwarrelden. Haastig werden skipakken, anoraks en regenjassen aangetrokken en bergschoenen dichtgerijgd. De meesten trokken echter rubberlaarzen aan. Voor de inwoners van de streek moet het wel een koddig zicht geweest zijn wanneer ze die kleine karavaan blijgemutst over de weg zagen trekken. Er liep zelfs iemand met een parapluken tussen.

    Op de plaats van afspraak wachtte een gids ons op. Een korte verwelkoming en een kleine uiteenzetting over de fauna en flora van het gebied ging deze wandeling vooraf.

    ‘Wij zullen het voetpad nemen,’ zei de vent, ‘dat is de gemakkelijkste weg !’

    Als officier, de SS-ers van in de oorlog waardig, stapte hij op kop van de troep. De zachte sneeuwval bij een temperatuur van plus minus nul graden dreef de stemming op.

    Eens van de verharde weg af werd het zelfs prettig om zien. Af en toe was er wel iemand die zich mistrapte en met de voet terechtkwam in het klare water onder het sneeuwtapijt, tot groot jolijt van de anderen. Elkeen kwam zowat aan de beurt, want die zachte zuigende turfgrond was onberekenbaar. Bij de eerste halte met uitleg, waren er zelfs al mensen bij die over natte voeten spraken. Weer ging de tocht verder. Ondertussen was de vallende sneeuw veranderd in ijskoud water dat door de opkomende wind lustig in ons aangezicht gestriemd werd. Meer en meer verrassingen zaten in de grond. De mensen zochten de boven de sneeuw uitstekende graszoden op om minder gevaar te lopen in het nat te trappen. Af en toe plooide het grasbosje echter naar beneden, juist diep genoeg om zelfs de rubberlaarzen te laten vollopen. De vallende druppels varieerden van regen over sneeuw naar hagelbollekens en dan kwam er nog stormwind bij te pas. De lucht werd alsmaar grauwer en grijzer. Alleen de drassige witte vlakte waar men op stappen moest, was nog zichtbaar en daar hadden die steppetrekkers meer dan genoeg aan. Plomp pladderen en pletsend, ploeterden ze verder, af en toe klimmend kletschten ze klagend voort door die kleverige kletsende klare klatsch.

    Erger en erger werd de tocht, dieper en dieper de plassen en grachten onder de verraderlijke liefellijke witte vacht.

    Op een gegeven ogenblik verwijderde iemand zich een beetje en plaatste zich met de rug naar de anderen : kwestie van een kleine behoefte te doen.  ‘Dat zou ik niet doen’, hoorde ik achter mijn rug zeggen, ‘dan had ik er tenminste zelf nog een tijdeke warmte van !’

    Eindelijk kwamen ze in de bossen waarin er zou gepicknickt worden. Stemming was er genoeg, vooral toen Karel, als reserveofficier zulke knepen kennende, met een fles Bols voor de pinnen kwam. Elkeen mocht een teug nemen, zelfs Elvire sloeg het aanbod niet af, plaatste de fles aan de mond en dronk ervan alsof het zuiver…was.

    Het woord zelf durf ik niet meer te noemen want dat goedje was in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen. Haastig trok de milde schenker die fles van tussen haar saamgeperste tanden…’kwestie van ook een beetje te hebben,’ replikeerde hij. Sommigen hadden nog het lef om hun geheel doorweekte dagbladen over de boomstronken te spreiden ; anderen konden doodgewoon de moeite niet meer doen. Toen ze weer opstapten voegde zich een nieuw element bij de groep : ‘HOUD BOOM REIN’ stond er op haar buik te lezen. Het kind bekloeg er zich over, er niet eerder aan gedacht te hebben, die plastieken zak, meegebracht om op te zitten, over het hoofd getrokken te hebben. Nu bleef ze tenminste droog.

    De gezwollen voeten van de zwaksten zwalpten weer zwoegend door de zwoele zwam, terwijl de zwetende lichamen zwijgend over de als zwarte klauwen uitstekende boomwortels voortzwabberden.

    ‘Wij zijn er bijna,’ sprak de gids plots. En, inderdaad, ongeveer een half uur later zagen ze in de verte een auto rijden. Dat moest een verharde weg zijn. Velen begonnen zich warmer te voelen, wetend dat daar ergens het beloofde land zou zijn. Sommigen lieten zich van geluk vallen, zich niet bekommerend of het sneeuw of water was waarin ze terechtkwamen. Het laatste deel was moordend, doch allen zijn veilig aangeland. Wie nog kon, liep het laatste eind naar de autobus. Daar kapten ze het resterende water uit hun botten, wrongen hun klederen uit en spoedden zich naar het warme hotel. Op de hete luchtroosters daar was het een drukte van belang. Wel tien personen heb ik daar geteld, op een oppervlakte van één vierkante meter. Het eetmaal was perfect, gezellig en gemoedelijk en ondertussen lagen op de warme luchtroosters alle soorten klederen te drogen, broeken, hemden, kousen enz…

    Wanneer de schatbewaarder betalen wou, was het eerste wat de patron uit die portefeuille in handen kreeg, een gulp water uit zijn eigen Hoge Venen !

    De terugreis verliep in alle stilte. Iedereen koesterde zich in de zachte warme zetels.

    Tot slot : de reis was heel leerrijk en nooit meer kon iemand die erbij was nog natter worden…en dat bij een temperatuur van tegen het vriespunt !

    ‘We zullen het voetpad nemen’, had de gids gezegd, van bad had hij niet gesproken !!!”

     

    1983 – Zondag 16 januari : Eerste Nieuwjaarsconcert van Sint-Cecilia

                In de parochiezaal had voor de eerste maal een nieuwjaarsconcert plaats,

                uitgevoerd door de Koninklijke Fanfare “St.-Cecilia” uit Leest.

                Dit kwam in de plaats van het Kerkconcert.

                Achter het initiatief zat de Leestse kerkfabriek onder voorzitterschap van

                Fons Verbruggen en met als leden Maria Lamberts, Modest Van Steenwinkel,

                Jules De Smet, Jules Geens en pastoor Lornoy.

                Bedoeling was om dit jaar alle Leestse verenigingen samen te brengen en

                in een geest van verbroedering samen een nieuwjaarsreceptie te houden.

                De integrale opbrengst van dit concert kwam ten goede aan de verwarming van

                de kerk.

                In aanwezigheid van een 200-tal muziekliefhebbers, afgevaardigden van het

                Leestse verenigingsleven, schepenen Raymond Vanderwaeren en Kris Van

                Esbroeck, raadsleden Gust Emmeregs, Louis Vloebergh en Lea Clarijs-Pauwels

                bracht de Leestse fanfare een uitstekende uitvoering en deed haar naam van

                wereldkampioen in haar afdeling, eer aan.

                Onder de leiding van J.P.Leveugle werd het publiek zodanig begeesterd

                dat  er spontaan werd mee geklapt en om bisnummers verzocht.

                Na afloop van het concert werd een receptie gegeven door de kerkfabriek

                aan de vertegenwoordigers van de Leestse verenigingen en de afgevaardigden

                van het stadsbestuur.

                Pastoor Lornoy betuigde zijn dank aan de verenigingen die zich een gans jaar

                onbaatzuchtig ten dienste stelden van de Leestenaars en aan dirigent Leveugle.

                (‘DMW’, 20/1/83 en ‘DB’, februari ’83)

     

                Het lidgeld voor ’83 werd door de Kon. Fanfare St.-Cecilia vastgesteld op 35 fr. per

                maand. Dat is een verhoging met 5 fr. per maand of met 60 fr. per jaar.

                Jaarlijks dus 420 fr. (Folder 4/2/83)

     

    -Het programma van het eerste Nieuwjaarsconcert van de Kon. Fanfare St.-Cecilia.

    -Boven : de Leestse fanfare tijdens het optreden. Onder : de prominenten zaten vooraan. (foto’s : DMW)

     





    12-03-2013 om 14:03 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mandenvlechter Remi Spoelders.

     

    1983 – Zondag 9 januari : De Dijletrotters wandelden nieuwe jaar in te Leest

                De Mechelse wandelclub De Dijletrotters wandelde het nieuwe jaar in te

                Leest, meer bepaald het 6 km lange “Kapellekenspad” werd aangepakt.

                Het vertrek werd gegeven aan de St-Annakapel en er werd gewandeld langs

                het “Brughuis”, de pastorie, de vloeibeemden van de Zenne tot aan de

                St.-Apolloniakapel, “Hof ter Moortele”, vallei van de Molenbeek, het

                “Hertsveld”, het kapelletje “Boerinnengilde”, de Augustijnenhoeve,

                Rendelbeekhoeve, naar de Jezuïetenhoeve tot aan het Hof ter Halen,

                Tiendeschuur, Kouterweg en gemeentehuis van Leest.

                De leiding was in handen van W.A.Muyldermans.

                (GvM,3/1/83)

     

    1983 – Dinsdag 11 januari : De K.F.St.-Cecilia luisterde begrafenis van lid op.

     

    ‘Van Toeters en Trompetten’, januari ’83 :

              

    Jef Aerts, één van onze basspelers, is niet meer…

    “Jef Aerts werd geboren op 22 mei 1927. Hij woonde in Ruisbroek en was seders 1980 muzikant geworden van onze vereniging. Hij kwam steeds naar de repetitie ook al woonde hij niet zo dicht bij Leest. Hij was een vriendelijk mens, een goede kameraad, een uitstekend muzikant. De laatste maanden kwam hij niet meer opdagen. Wij hadden verno

    men dat hij zich niet zo best voelde, maar dat het van voorbijgaande aard zou zijn. Om die reden kon Jef ook niet mee naar het Nationaal Tornooi van de stad Brussel.

    Maar niemand van ons had gedacht dat Jef zo vlug van ons zou weggaan.

    Op vrijdag, 7 januari ll. werd ons meegedeeld dat Jef Aerts overleden was aan de gevolgen van zijn ziekte.

    Op dinsdag, 11 januari ll. werd Jef verast. Met muziek van onze fanfare werd afscheid genomen. Op de tonen van ‘Spartacus’, een van de werken die hij het liefste hoorde, werd zijn as uitgesprooid…

    Wij bieden de familie onze innige deelneming aan langs deze weg.”

     

    1983 – 11 januari – Gazet van Mechelen :

     

                Remy Spoelders is al vijftig jaar mandenvlechter. (Foto boven)

    “Na de “Kouter” te zijn ingereden en de “Leestse grot” te zijn voorbijgereden, kwamen we terecht in het huis naast het Kouterkasteeltje waar Remy Spoelders en zijn vrouw wonen.

    De 71-jarige Remy Spoelders beoefent de kunst van het mandenvlechten nu reeds 50 jaar lang zonder dit ook maar vijf minuten tegen de zin te hebben gedaan.
    Het beoefenen van de mandenvlechterij leerde hij destijds op jonge leeftijd van grootvader. Deze leermeester was erg bedreven in die kunst zoals toen veel van zijn leeftijdgenoten.

    Op dit moment, vertelt Remy, zijn er in deze streek niet al te veel mensen meer die de oude methode van het mandenvlechten machtig zijn. Waar men dit nog vrij veel ziet, is in de omgeving rond Puurs.

    In het Mechelse zelf is mandenvlechten bijna zo goed als uitgestorven.

    De mandenvlechterij komt nog wel vrij veel voor in verenigingen voor kunstambachten maar de methode van deze mensen is niet helemaal in overeenstemming met de traditionele, zoals Remy deze handig demonstreert.

    Op de vraag of hij er nooit aan gedacht heeft om bij één of andere club als leermeester te fungeren, antwoordt hij prompt “nee”, en verklaart dat deze bezigheid louter voor zichzelf is bedoeld.

    Zichzelf met zijn bezienswaardige kunstvoorwerpen tentoon zetten op folkloredagen of op kunstambachtententoonstellingen wil hij eveneens niet tot de mogelijkheden rekenen.

    Maar daar er op alle regels uitzonderingen zijn maakte Remy voor éénmaal een uitzonderingetje en ging voor het eigen Leestse publiek de mandenvlechterij voorstellen in het parochiehuis te Leest.

    Buiten die brachten zelfs scholen een studiebezoekje bij hem.

     

    Geen beroep

    Alhoewel Remy Spoelders het mandenvlechten keurig en precies uitvoert, heeft hij er nooit aan willen denken om van zijn hobby een beroep te maken.

    Hij houdt zich eraan alleen manden te vlechten voor zichzelf en voor zijn kinderen en vrienden.

    Eénmaal heeft hij enkele aardappelmanden te koop aangeboden op een rommelmarkt in het Volksbelang te Mechelen. Lang heeft hij niet moeten wachten op eventuele kopers. Op een minimum van tijd had hij de manden aan de man gebracht.

    Remy vlecht niet alleen de manden, maar kweekt eveneens zelf het nodige materiaal.

    Achteraan in de tuin staan de wilgen waarmee hij de donderkleurige aardappelmandjes en fruitmandjes in mekaar knutselt.

    Voor de lichtkleurige manden worden wijmen gebruikt.
    Het pas geoogste hout wordt één maand te drogen gelegd in de handig ingerichte werkplaats.

    Indien het hout langer dan drie maand ongebruikt blijft liggen, kan men het wel vergeten. Dan is het hout reeds veel te hard en kan er niet meer mee gevlochten worden.

    Dus Remy vlecht helemaal niet zoals de echte beroepsvlechters.

    Deze mensen leggen het hout eerst een jaar in water en gebruiken het pas dan, zodat krimpen van de wijmen is uitgesloten.

     

    Landbouwer

    Naast deze hobby is Remy altijd landbouwer geweest als broodwinning.

    Met dit beroep was zijn hobby prachtig te combineren, daar er in de winter toch niet kon worden gewerkt op het land.

    Niet alleen landbouwer en mandenvlechter was Remy, hij is eveneens boswachter over het gebied van de Bleukens te Leest. Deze job oefent hij reeds uit van in het jaar 1952.

    Drie uur vlechten per mand, het eigen tuinmateriaal in mekaar knutselen en de functie van boswachter uitoefenen, bezetten gans het drukke tijdschema van Remy Spoelders.
    Maar dit wil niet zeggen dat er geen tijd kan worden vrij gemaakt om af en toe in het dorp een stevige pint te gaan drinken.

            D.D.S.” 

     

    1983 – Vrijdag 14 januari : Start danscursus KVLV

                Eerste van acht vrijdagavonden waarop KVLV voor jong en oud danscursussen

                organiseerde.

                Start telkens om 20 uur in het parochiecentrum aan de Kouter.

                Info kon verkregen worden bij Roza Plasqui, Aland 7.

     

    1983 – Zaterdag 15 januari : Teerfeest Landelijke Gilde

    12-03-2013 om 13:51 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1983 – 1 januari : In het kader van het Sigmaplan zijn de laatste werken uitgevoerd aan

                de Zennedijken tussen Hombeek en Leest. Er zijn nu prachtige fiets- en

                wandelpaden op de dijken aangelegd. (KH)

     

    1983 – 6 januari – De Mechelse Week :

     

                Jeugdvoetbal – V.V.Leest bouwt aan zijn toekomst

    “Wanneer men in het Mechelse spreekt van V.V. Leest, dan denkt praktisch iedereen onmiddellijk aan een club met een overvloed aan gekochte spelers.
    Toch wordt er, zoals bleek uit een gesprek dat we hadden met voorzitter Gust Emmeregs, wel degelijk aan een intense jeugdwerking gedaan.

    De huidige Leestse voetbalploeg begon in officiële competitie in het seizoen ’74-‘75.

    Men startte toen ook met kadetten en scholieren.
    Deze jongeren werden getraind door Sylvain Teughels en enkele maanden later ook door Neel Schoeters.

    Enkele jaren nadien richtte men tevens een junioresploeg en een miniemenploeg op en tot slot werd deze reeks in het seizoen ’79-’80 nog aangevuld met een pre-miniemenelftal.
    Uiteraard kwam er ook een uitbreiding van het trainersbestand met Marc Spoelders en Frans Fierens. In Leest is men deze trainers van het eerste uur trouwens zeer dankbaar vermits zij zich praktisch volledig belangloos hebben ingezet voor de Leestse jeugd met een aanstekelijk werkend enthousiasme.

    De huidige trainers van de jeugdploegen zijn F. Neefs, F. Pepermans en H. Cauwenbergh (foto). Alle drie deze personen zijn oud-spelers van V.V.Leest, die tijdens hun actieve carrière als speler bewezen een gedegen technische voetbalkennis te bezitten.

    Deze trainers krijgen weliswaar een vergoeding voor hun activiteiten, maar het dient beklemtoond te worden dat dit niet meer is dan een vergoeding voor hun onkosten.

    Op dit ogenblik beschikt men over een twintigtal pre-miniemen en miniemen, ongeveer vijftien kadetten en een twintigtal juniores.

    Een scholierenploeg kon dit jaar niet worden ingeschreven bij gebrek aan voldoende spelers. Al deze ploegen komen uit in de officiële jeugdcompetities van de KBVB.

    De miniemen bekleden momenteel de 1ste plaats in hun reeks, preminiemen en kadetten de 3de en de juniores tenslotte bekleden de 7de plaats.

    Men kan dus zeer zeker spreken van meer dan behoorlijke resultaten.
    Toch beschouwt men die uitslagen niet als een doel op zich.
    Uiteraard zijn deze belangrijk als aanmoediging voor spelers en trainer, maar uiteindelijk is het de bedoeling om beloftevolle elementen te kneden en te vervolmaken zodat zij na verloop van tijd als versterking in het eerste elftal kunnen gedropt worden.

    Hierdoor komen we op een enigszins delikaat punt. Zoals we bij de aanhef van dit artikel reeds lieten doorschemeren, spelen er momenteel bitter weinig eigen spelers in het 1ste elftal. Enkel Ludo Goossens kan als een typisch resultaat van de eigen jeugdwerking worden beschouwd. Men kan zich dan ook afvragen wat tot nog toe het nut is geweest van zeven jaren jeugdbeleid, vermits de doorstroming naar het 1ste elftal er blijkbaar niet schijnt te zijn.

    Geconfronteerd met deze vraag, gaf Gust Emmeregs volmondig toe dat het 1ste elftal op dit moment veeleer lijkt op een vreemdelingenlegioen. Toch moet men dit volgens Gust begrijpen in het licht van de opvattingen die leven bij de club.

    V.V.Leest, dat uitkomt in 2de provinciale, is duidelijk een ploeg met ambitie.

    Na de promovering, vorig seizoen, was men dan ook de mening toegedaan dat er versterking van buiten uit moest komen. Immers, om in de harde competitie in 2de provinciale aan bod te komen moet men kunnen steunen op spelers met een rijke ervaring (vandaar ook de aanwerving van spelers als Selleslagh en Schöning).

    Dit wil echter niet zeggen dat de jeugd volledig buiten spel wordt gezet.

    Immers, men beschikt wel degelijk over beloftevolle jongeren zoals Wilfried Piscador (dit jaar geremd door een arbeidsongeval), G. De Prins, J. Coeckelberg, B. Hellemans, P. Huys en nog enkele anderen. Men meent echter dat zij voorlopig nog iets te licht uitvallen om met enige kans op succes als titularis te worden opgesteld in het eerste elftal.

    Deze jongeren zullen dus enige jaren geduld moeten oefenen maar men hoopt ten stelligste binnen afzienbare tijd een ploeg te kunnen vormen die in hoofdzaak is samengesteld uit spelers die de eigen jeugdreeksen hebben doorlopen.

    Uiteraard veroorzaakt een en ander soms misnoegdheid bij een beloftevol element, dat zich gebarreerd voelt door de aankoop van een bepaalde speler.
    De Leestse voorzitter geeft dan ook de raad aan alle jeugdvoetballers voeldoende wilskracht en doorzettingsvermogen te tonen, en zich niet te laten ontmoedigen, vermits men zeer zeker van plan is de eigen jongeren kansen te geven.

    Op organisatorisch vlak dient eerst en vooral opgemerkt te worden dat bij Leest, dit in tegenstelling tot vele andere ploegen, geen jeugdbestuur werkzaam is.
    Alle activiteiten worden geleid door het hoofdbestuur.
    De reden hiervoor is dat men bij de stichting van de club enigszins bevreesd was voor dergelijke splitsing omdat dit vrij gemakkelijk kan leiden tot nutteloze discussies waardoor er veeleer tegenwerking in plaats van samenwerking zou ontstaan.

    Verder dient elke jeugdspeler bij aanvang van het seizoen een lidgeld te betalen van 50 frank. In ruil hiervoor hebben zij gratis toegang tot de thuiswedstrijden van alle Leestse ploegen. Ook krijgt elke aangesloten speler een volledige uitrusting ter beschikking en geeft de club ook een reductie bij de aankoop van voetbalschoenen.

    Naast alle activiteiten op voetbalgebied, probeert men ook door andere organisaties de banden met de club te versterken.

    Bovenaan deze activiteiten staat voorzeker het jaarlijks kerstfeest, waar aan alle jeugdspelers en ouders een kerstdiner wordt aangeboden. Voor de voetballers is dit zelfs volledig gratis.
    Tevens ontvangt iedere speler een geschenk van de club.

    Tot slot nog een woordje over de publieke belangstelling. Zeer tot genoegen van de Leestse bestuurders stelt men vast dat de jeugdploegen vrij veel toeschouwers aantrekken, vooral dan wat betreft miniemen en kadetten.

    Zoals dus blijkt wordt er in Leest heel wat aandacht besteed aan de jeugd en wanneer men verder blijft werken met hetzelfde enthousiasme, zal ook de doorstroming naar het 1ste elftal, het uiteindelijke doel van de jeugdpolitiek bij elke club, niet langer een wens blijven.

              E.L.”

     

    1983 – Vrijdag 7 januari : Viering V.Z.W. Uilenspiegel (Verloren Maandag)

                vanaf 19 uur ten huize  ’t Seel bij Tony Baarendse, Juniorslaan 114

                Worstenbrood en appelbollen.

                Inschrijvingen bij Karel Mertens, Tony Baarendse of Toon Sneyers.

     

    1983 – 8 januari : Zangertjes van de Vrije Basis- en Kleuterschool op stratentocht.

                De ‘sterzangertjes’ van de Vrije Basis- en Kleuterschool haalden 20.000 fr. op.

                (Schoolkrant)

     

    “Het zingen van kinderen van deur tot deur is een mooie traditie. Oorspronkelijk was het geld dat dan opgehaald werd voor de missies. Stilaan ging dit laatste verloren en nu is dit ‘Driekoningen zingen’ een eigen winstgevend spel geworden.

    Onze school, die een katholieke opvoedingsgemeenschap is, wil de kinderen opnieuw motiveren het geld dat zij krijgen te geven aan minder fortuinlijke kinderen.

    Het P.M.K. (pauselijk missiewerk voor kinderen) lanceerde een actie : opdat alle kinderen in vrede mogen leven. Wij steunen dit prachtig initiatief.

    Daarom zullen op zaterdag 8 januari e.k. kinderen van onze school in groep bij U aanbellen en zingen. Er komt slechts één groep bij U aanbellen en zingen. Er komt slechts één groep met één offerdoos met een duidelijk kenteken P.M.K.

    Onnodig deze week muntjes te verzamelen om de kinderen te geven, het mag ditmaal een bankbiljet zijn. Onze kinderen en heel veel andere kinderen zullen er U zeer dankbaar om zijn.

    Aansluitend op deze actie is er een eucharistieviering in de kerk om 19u15, waar al het opgehaalde geld zal geofferd worden en waarop wij U vriendelijk uitnodigen.
    Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

         Het schoolcomité en de leerkrachten.”

    (Folder)

     

    Foto’s :

    -Harry Cauwenbergh één van de jeugdtrainers van V.V. Leest.

    -Een groepje leerlingen van de Vrije Kleuter- en Basisschool tijdens hun ronde in de Hertstraat.





    10-03-2013 om 13:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1983 – LEDEN VAN DE KERKFABRIEK LEEST 1983

    Van links naar rechts : Juul De Smet, Modest Van Steenwinkel, Mevrouw Lamberts,

    Pastoor Lornoy, Juul Geens en Fons Verbruggen.

     

    1983 – Januarinummer ‘De Band’ Leestenaars treden zo uit de oude doos.

     

    In deze rubriek van Meester Stan Huysmans publiceerde hij opstellen van zijn oud-leerlingen.

    In januari was dit ‘Een walvis te Mechelen’ van Achiel De Nijn die dit neerpende op 25 november 1952 :

     

    “We vertrokken donderdagmorgen om negen. Ge kunt wel begrijpen wat een vreugde er was aan de autobus, iedereen wilde voor een raampje zitten. Op de duur geraakte ik ook binnen en nam plaats voor een raam.

    Eindelijk vertrokken we. Doch het duurde niet lang of we waren reeds te Mechelen. We zetten ons in rij en gingen naar de plaats waar het reuzedier lag. Iedereen zette grote ogen op, een man gaf door een luidspreker uitleg over die walvis : Mevrouw HOROY.

    Het dier woog zo zwaar als 80 tot 100 ossen, t.t.z. 60.000 kg en had een lengte van 23 m, een omtrek van 25 m en een hart dat 310 kg woog. Er hingen plaatjes te lezen waarop zoal het belangrijkste opstond. Dit reusachtig dier had een 6 m lange muil en een tong van 1.800 kg. Ik kocht een boekje over de beschrijving van die walvis. Zulk dier is bij zijn geboorte 6 m en weegt al 1.800 kg. Het dier wordt per dag 4 cm  langer en weegt 100 kg per dag zwaarder. Mevrouw Horoy werd aan de Noorse kust Horoy gevangen door Deense zeelieden.

    Ik zag tegenover zo’n reuzedier van 60 ton een dwergspitsmuis van 3 gram. Ja, dat was geen klein verschil.

    Van de walvis gingen we naar de O.L.Vrouwkerk van Hanswijk, waar we verschillende meesterstukken zagen van grote meesters in het schilderen en beeldhouwen. We brachten ook een bezoek aan het miraculeluze beeld van O.L.V.

    Vandaar gingen we naar de hoofdkerk van ons bisdom, de kerk van St. Rombouts, waarvan we de gekleurde glasramen bewonderden, uit het leven van kardinaal Mercier en van enkele heiligen. Ook het praalgraf van kardinaal Mercier hebben we bezocht.

    Van die kerk gingen we naar het gerechtshof. Dit gebouw was vroeger één van de paleizen van Margaretha  van Oostenrijk en de verblijfplaats van Keizer Karel tot hij 15 jaar oud was en meerderjarig en keizer werd. Dit paleis is gebouwd in Renaissance-stijl. We gingen ook binnen eens zien. Daarna reden we naar huis.

    Echt, het was wel een schoon en leerrijk uitstapje.”

     

    Als extraatje voegde meester Huysmans er nog wat persoonlijke zaken van de auteur aan toe :

    De schrijver DE NIJN ACHIEL A.J. :

    -tijdens het schooljaar 1952-53 leerling in het zevende leerjaar.

    -geboren te Mechelen op 11 januari 1941.

    -zoon van De Nijn Frans en Selleslagh Maria Clemence, Dorpstraat 41.

    -draaier (metaal), gehuwd met Seymens Rozette (Westerlo) en wonende Vinkstraat 45

    -twee kinderen.

    -hobby’s : fietsen, voetbal, alternatieve energie experimenten.

    Waren zijn medeleerlingen in het 7de leerjaar : Boey Frans, De Kock Frans, Emmeregs August, Jacobs Edmond, Lauwers Roger, Leemans Rene, Somers Marcel, Verschuren Henri (+).

    Ook deze leerlingen hebben toen, ieder naar zijn eigen aard, smaak, vlijt en kunnen een verslag gemaakt over : ‘Een walvis te Mechelen’.

    Gelukkige tijd van toen !  

     

    Nog een woordje over de walvis, door Achiel De Nijn ‘Mevrouw Horoy’ genoemd. Het betrof hier een Balaenoptera Physalus, een gewone vinvis die tot de suborde van de baleinwalvissen behoort. Het zoogdier werd op 18 september 1951 gevangen bij Kaap Haroy, Lofodden, aan de Noorse kust. Na verwijdering van de ingewanden werd het kadaver ingespoten met duizenden liters formaline, teneinde bederf tegen te gaan.  De vinvis deed zijn ronde door Nederland, toevallig simultaan met een kleiner exemplaar ‘Jonas’ genaamd, dat op 11 september opgevist was, eveneens door Noorse vissers. ‘Mevrouw Horoy’ ging van Amsterdam naar Den Haag, Leiden, Utrecht en Gouda waarna België, waaronder Mechelen, werd aangedaan.

    (‘Tentoonstelling van de walvis ‘Jonas’ oktober ’52 te Rotterdam’, door dr. A.B.Van Deinse)

     

    06-03-2013 om 18:26 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!