Meester Alfons Hellemans, een Leestenaar die in Hombeek onderwees.
“Voor de wat oudere Hombekenaars is Alfons Hellemans geen onbekende : hij was hier (hun) onderwijzer aan de gemeentelijke jongensschool. En eerder, twintig jaar voor hij zijn onderwijs in Hombeek begon, was ook zijn tante Mathilde Hellemans hier vier jaar onderwijzeres aan de vrije meisjesschool in de Bankstraat, later patronaat.
Meester Hellemans werd op 28 juli 1901 (om half vier ’s namiddags) in Leest geboren als derde kind van vier. Zijn ouders bewoonden er een lage woning op het dorpsplein (waar nu het KBC-kantoor gevestigd is). Zijn vader Louis (°Kraainem 1871, +Leest 1919) had een Hombeekse vader en een Leestse moeder. Zelf deed Fonske er de lagere school. Als twaalfjarige begon hij de ‘section scientifique et professionelle’ aan het St.-Romboutscollege te Mechelen. Daar liep hij drie jaar school want na de vroege dood van zijn vader en goeddeels op raad van zijn tante Mathilde, begon hij het schooljaar 1916-1917 aan de Mechelse normaalschool. Hij behaalde er zijn diploma (op 31 juli 1920) en was onderwijzer.
Ondertussen waren binnen een periode van drie maand zijn jongere broer Constant (°Leest 1903, +Leest 1918) èn zijn moeder gestorven zodat hij als achttienjarige wees was. Zijn voogden verkochten direct het ouderlijk huis (1919) en met zijn zus Stefanie (°Leest 1988, +Antwerpen 1936) woonde hij in bij zijn tante Mathilde (links van de huidige beenhouwerij Yves Cremie).
Onderwijzer in Hombeek
Als kersvers onderwijzer gaf hij heel even les in Schaarbeek, bijna drie jaar in Leest en zijn hele verdere loopbaan in Hombeek. Te Schaarbeek aan de aanneembare jongensschool van de broeders Maristen (Rigalaan) en te Leest aan de gemeentelijke jongensschool in de Scheerstraat (nu gemeenschapsschool ‘De Spiegel’ in Ten Moortele) waar ook zijn grootva na de schoolstrijd (in 1885) nog even onderwijzer was geweest. Hij gaf zich dan aan in Hombeek omdat hij niet goed overweg kon met hoofdonderwijzer J.B. De Leers. Fons werd er benoemd op 17 november 1920 en uit die periode bestaan nog enkele conferentiewerken. Bijna veertig jaar, van 22 oktober 1923 tot 31 december 1960, onderwees hij te Hombeek aan de gemeentelijke jongensschool in de Bankstraat. Hij was er benoemd op 18 oktober 1923 (uit zesentwintig kandidaten) en stond al die jaren in het tweede leerjaar. Zijn bijnamen waren ’t keusterke –hij kwam uit een kosterfamilie- den hellenbrander –een verbastering van zijn familienaam-, ’t keuske broeëd –omdat hij de kinderen aanspoorde geen korstjes brood weg te smijten.
Uit de periode 1923-1933 hield hij een negental conferentiewerken en één uitgebreid –verslag over. Eén keer (in 1948) was hij meer dan een maand ziek thuis.
Meester Hellemans reed dagelijks met de fiets naar Hombeek tot hij in september 1946 een ‘Gillet’-moto kocht van zijn kozijn en onderpastoor in Sint-Rombouts, Jan – John – Hellemans. Via het gemeentebestuur (van Leest) vroeg hij aan de Dienst van het Wegverkeer te Brussel een rijbewijs aan (op 5 oktober 1946). Kwam er een antwoord ? Alleszins op 10 oktober 1948 liet men hem weten dat het onnodig was ‘voor het oogenblik aan te dringen om het te bekomen’, daar de verplichting ertoe voor bestuurders van motorvoertuigen verstreken was sinds 15 februari 1946… Later (maart 1952) verkocht hij die moto op zijn beurt door aan een Hombekenaar en kocht er zelf een van het merk Sachs (bij Robot in Mechelen). Hij reed ermee tot en met 1964; nooit bezat hij een auto.
Zijn legerdienst (klasse 1921) vervulde hij bij de infanterie : eerst te Leopoldsburg en dan in het 17e linieregiment te Mechelen. En bovendien was hij gemobiliseerd van augustus 1922 tot april 1923. Op kamp moest hij nog in 1924 (Beverlo), in 1926, 1930, 1933 (?) en 1935.
Nadat hij in Hombeek aan de slag was, begon een periode waarin hij blijkbaar ijverig studeerde. Als bijkomende pedagogische getuigschriften en/of diploma’s verwierf hij o.a. dat van de tuinbouwnormaalleergang te Vilvoorde (1929) en dat van onderwijsbevoegdheid aan de vier lagere graden te Lier (1930). Trots was hij vooral op het diploma van hogere opvoedkundige studiën, dat hij te Antwerpen behaalde (1934).
In dezelfde periode nam hij in de laatste week van de grote vakantie (wellicht van 1932 tot 1938) deel aan de Vlierberghleergang te Leuven (Afdeling Normaal, Voorbereidend en Lager Onderwijs). Hij hoopte immers schoolopziener te worden maar dat feest ging niet door. Tenslotte wilde hij schoolhoofd worden; hij probeerde het eerst in Hombeek – en later in Leest. In Hombeek werd Eugeen Goovaerts de nieuwe hoofdonderwijzer. In Leest stelde hij zich kandidaat toen meester De Leers op rust ging in 1958. In het zicht van de gemeenteraadsverkiezing ‘beloofden’ enkele Blekken hem, een Sus, de benoeming omdat zijn zoon Leo (°1937) hun koor had opgestart, mogelijk ook om te vermijden dat hij zou opkomen. Hij geloofde hen maar werd niet verkozen. Zijn ontgoocheling was groot toen Flor Meyers benoemd werd.
COV-lid was hij zijn hele leven en van de Willebroekse kring was hij voorzitter tot die rond 1960 werd opgeheven.
Sociaal leven
Het opnemen van allerlei functies beleefde hij als een plicht aan de gemeenschap. Naast zijn onderwijs –in Leest gaf hij ook tuinbouwlessen- was er zijn werk als medestichter en duivel-doet-al van ‘Rust Roest’. Verder was hij bibliothecaris van de ‘Studiekring Volksboekerij Leest’. En hij zette zich in als medestichter en voorzitter van de Leestse Davidsfondsafdeling, als plaatselijk secretaris van de ‘Bond van Kroostrijke Gezinnen van België’ (nu Gezinsbond) en ontvanger van de plaatselijke ‘Commissie van de Openbare Onderstand’ (nu OCMW).
Ten slotte zong hij in en dirigeerde het plaatselijk kerkkoor.
De Tweede Wereldoorlog bracht hem in het leger. Na tweemaal gemobiliseerd en gedemobiliseerd te zijn, was hij op 10 mei 1940 nog thuis. Dan moest hij naar Boom. Daar hij zijn eenheid niet bereiken kon, reed hij einde mei per fiets via Eeklo naar het kasteel van Wijnendale (West-Vlaanderen), waar het Hoofdkwartier hem naar een andere eenheid verwees. Zo kwam hij in Oostduinkerke terecht waar hij op 1 juni krijgsgevangene werd gemaakt. Vrij op 11 juni, was hij op 13 juni 1940 weer in Leest. Na de oorlog zetelde hij in 1947 in de Krijgsraad te Mechelen. Tot voor zijn dood was hij erereservekapitein.
Zijn hobby’s waren boogschieten, imkeren, sierduiven houden en op reis gaan.
Niet voor niks was hij officieel keurmeester bij sierduivenwedstrijden in heel het land.
Een aantal jaren was hij ook voorzitter, later erevoorzitter, van de Mechelse club ‘De Luxeduif’.
En vanaf 1950 ging hij regelmatig op reis en/of bedevaart, meestal met het COV, of met de ‘Bonden van het Heilig Hart’.
Aan toneelspelen en regisseren spendeerde hij onnoemlijk veel tijd en dit niet uitsluitend binnen ‘Rust Roest’. Ook in de school leerde hij korte toneelstukjes aan.
Tuinieren deed hij deels mee uit noodzaak : tot 1950 huurde en verbouwde hij een deel van de grond waarop nu de parochiezaal ‘Ter Coose’ staat.
Voor alles en nog wat ontving hij burgerlijke eretekens en was er fier op. Als reserveofficier was hij ridder in de Leopoldsorde (1948) en drager van het Kruis van Officier in de Kroonorde (1970). Verder was hij nog drager van de Gouden Medaille der Orde van Leopold II (1948), enz.enz.
Op 1 januari 1961 ging hij met pensioen. Van dan af hield hij zich bezig in zijn tuin, net een siertuin geworden, met zijn toneelkring en met ‘Club De Luxeduif’. ‘Rust Roest’ bleef hij regisseren tot in 1976 en bestuursfuncties nam hij er nog waar tot in 1981-1982, waarna hij erevoorzitter werd.
Vanaf zijn zesenzestigste begon zijn gezondheid te minderen. Na een opname in het O.L.Vrouwziekenhuis te Mechelen stierf hij er op 20 april 1986.
Hij werd te Leest begraven op vrijdag 25 april om halfelf. Professor Herman-Emiel Mertens (K.U.Leuven) uit Tisselt hield de homilie en de tekst op zijn doodsprentje schreef zijn zoon Guido.
Zijn echtgenote en gezin
Zijn vrouw Alida Scheers –merk op dat haar eerste naam ‘Edouard’ die van haar peter was waardoor ze tijdens de oorlog recht had op…scheerzeep- werd geboren te Leest op 20 januari 1902 op het Cruyninghemhof of de Kroningerhoeve. Ze was het tweede van de negen kinderen van Joannes Josephus (°Leest 8/12/1869, +Leest 22/4/1946) en Sophia Henrica Van Causbroeck (°Hombeek 13/10/1870, +Leest 4/8/1965).
‘Lida van Scheers’ mocht van haar vader slechts de basisschool uitdoen : kleuterschool te Hombeek en lagere school te Leest en te Hombeek. In Leest was toen nog geen kleuterschool.
Ze was linkshandig maar moest er leren schrijven met haar rechterhand : haar linkerarm werd…vastgebonden wat ze na een tijdje zelfs plezierig vond. In Hombeek kreeg ze als goede leerlinge extra Franse les en regelmatig moest ze in een klas ‘opletten’ wanneer er een zuster wat afwezig was : ‘Alida, allez dans la classe de soeur…’ klonk het dan.
Al was ze ingeschreven om bij de Ursulinen in Mechelen secundair onderwijs te volgen, mocht ze er van haar vader niet aan beginnen. Dit heeft haar zeker getekend : tot op hoge ouderdom weende ze er oprecht om wanneer ze daaraan terugdacht en erover sprak.
Graag zou ze juffrouw, wellicht kloosterzuster geworden zijn. Maar zij was de oudste dochter…Jammer toch want voor haar was leren inderdaad spelen. Bovendien beschikte ze over een ferm geheugen.
In 1914 vluchtte ze met haar familie mee naar Nederland; de tocht gebeurde per kar. Terug thuis zorgde ze mee voor haar zussen en hielp dagelijks drie keer de koeien melken.
Blijkbaar was Lida van 1925 tot 1928 ook sterk betrokken bij de opvoeringen van ‘Rust Roest’; zeker heeft ze zo haar latere man (beter) leren kennen. In april 1926 waren ze verloofd en op dinsdag 21 augustus 1928 om tien uur trouwden Alfons en Alida te Leest.
Daar woonden ze in bij hun tante Mathilde in het ‘stamhuis’ van de familie en beschikten er over een kleine plaats beneden en een grote slaapkamer boven.
Toen haar man in 1940 naar het front was, ging Lida naar de Tiendeschuurstraat. Met haar gezin vluchtte ze mee met haar vroegere huisgenoten, richting Kapelle-op-den-Bos. Toen verteld werd dat het Belgische leger er de brug zou opblazen om aan de Duitsers de overtocht te beletten, keerden ze allen terug naar de ouderlijke hoeve.
Soms kwam ze met haar twee oudste kinderen Jos en Fons, een tweeling, naar het dorp. Op een keer zat het hele huis vol Duitse soldaten die zich tegoed deden aan de voorraad eten en ingemaakt fruit. Ze vroeg de overste niets stuk te maken. De man, die in het bureau zetelde van de afwezige echtgenoot, beloofde het als ‘die leute’, de Leestenaars (?), zich eveneens kalm zouden houden. Vele jaren was ze lid van de parochiale Boerinnengilde (nu KVLV) en voorzitster van 1966 tot 1979. Met die vereniging ging ze geregeld op uitstap maar ook op bedevaart naar Lourdes (Op 25 juni 1972 maakte ze de vliegtuigreis mee naar Rome en driemaal was ze in Lourdes).
Na de dood van haar man bleef ze alleen wonen. In het grote, stille huis op het dorp. Langzaamaan deemsterde haar eens zo goede geheugen weg. En vanaf mei 1991 was ze residente in het rust- en verzorgingstehuis ‘De Polder’, een Mechelse OCMW-instelling waar ze de eerste jaren naar ieders getuigenis ‘de beste’ was.
Fysiek was ze sterk als weinigen; gelukkig voor haar, want ze had een hekel aan pillen en drankjes. Toch kreeg ze een pacemaker ingeplant en na een val in april 1996 was haar sterkte gebroken. Op vrijdag 29 mei 1997, om halftien ’s avonds, overleed ze er rustig.
Ze werd begraven in Leest op woensdag 4 juni 1997 om halfelf. Ook nu sprak Herman-Emiel Mertens, ondertussen professor emeritus, de homilie uit. Ook voor haar doodsprentje schreef Guido de tekst.
Tien kinderen werden geboren –Lida werd er in 1950 voor vereremerkt door de ‘Bond van Kroostrijke Gezinnen’- en zesentwintig kleinkinderen.
Hun kinderen zijn :
Alfons Maria Jozef Hendrik (°24/05/1929, +12/01/1978)
Jozef Maria Corneel Eduard (°25/05/1929)
3.Josepha Joanna Maria Godelieve (°06/08/1932)
Lodewijk Maria Jozef Leo (°15/06/1933, +13/09/1933)
Konstant Maria Jozef Theodoor (°15/06/1933, +08/04/1934)
Leo Theodoor Maria Jozef (°10/11/1935, +10/02/1937)
Leo Theodoor Maria Jozef (°01/03/1937)
Lutgardis Maria Berta Marcella (°25/06/1938)
Guido Frans Maria Jozef (°20/11/1939)
Wilfried Jozef Maria Kristiaan (°18/10/1941)
Twee tweelingen dus. Meer dan eens zei Lida : ‘Eén kind, ik weet niet wat dat is : ik ben direct begonnen met twee.’
Binnen nauwelijks vier jaar stierven echter drie kinderen erg jong en als oudere mensen begroeven de ouders hun eerstgeborene.
Toen zij tijdens de tweede wereldoorlog weer op het Dorp woonden, namen de meester en zijn vrouw een Mechels koppel vier maand als vluchtelingen bij zich in huis. Dit na het geallieerd bombardement op Mechelen van 1 mei 1944. Enkele dagen na de bevrijding schreven die hun : ‘En nu we zoo wat terug op onze plaats zijn geraakt, acht ik het eerst en vooral als eenen plicht u mijnen innigen dank te sturen voor de gulartige gastvrijheid ons geschonken gedurende den langen tijd bij u doorgebracht. Nooit zullen wij vergeten wat gij voor ons gedaan hebt, zoo spontaan en belangloos (…). Ook mevrouw Hellemans zullen wij graag terug zien, want de aangename herinnering aan haar onwankelbaar optimisme is ons bijgebleven (…).’
Op 24 april 1946 trouwde Jan Albert Constant Huysmans, onderwijzer te Leest, met Julia Constantia Elisabeth De Laet, eveneens uit Leest en een dochter van de vroegere burgemeester. Van bij hun huwelijk tot september 1947 woonde dit gezin eveneens in bij meester Hellemans en zijn vrouw. Hun oudste kind Godelieve (°Leest 13/03/1947) heeft er nog enkele maanden gewoond. Pas in oktober 1950 kocht meester Hellemans het door hem en zijn gezin bewoonde huis met tuin.
Op zondag 20 augustus 1978 vierden Alfons en Alida hun gouden huwelijksjubileum. Voor het feestmaal begon, ging pater René De Laet –witte pater en missionaris uit Leest, bovendien een broer van de net genoemde Julia- er in ‘Ons Parochiehuis’ (nu ‘Ter Coose’) voor in een dankviering.
(Wilfried Hellemans in ’t Ridderke nr.3 van september 2003)
Foto’s :
-Alfons en Alida bij hun gouden huwelijksjubileum. -Alfons Hellemans als officiëel keurmeester bij een sierduivenwedstrijd. -Erevoorzitter Hellemans van ‘De Luxeduif’ tijdens de prijsuitreiking van een tentoonstelling in 1981. -Als Erevoorzitter van Rust Roest begin 1986, samen met het bestuur en Ere-Ondervoorzitter Publie.
1986 – 20 april : Overlijden Meester Alfons Hellemans
In Memoriam
Uitvaarthomilie
Leest, Sint-Niklaaskerk, vrijdag 25 april 1986.
Een mens is zijn verhaal. Het verhaal van zijn leven, omspannen door een kommerloos begin en een zorgenvol einde. De geschiedenis van een jeugd die droomt, van een bloei vol geneugten, van tijden van eentonigheid, doorbroken met flitsen van uitbundigheid of door een lange roes van zaalge stonden, doorbroken ook helaas door bange uren van kommer en pijn. Een wonder verhaal.
Enig, wat voor elkeen zo verschillend. Een onherhaalbare, eenmalige geschiedenis, “want er is geen wenden aan, als wij dood zijn is ’t gedaan,” (W. Elsschot). Een mensenleven is een verhaal met een onafwendbaar einde, dat een lange schaduw werpt op wat eraan voorafgaat. In het aanschijn van de dood beseffen wij het maar al te goed : een mens is niet veel. “Wij zijn hier maar als de blaren in de wind, ritselend langs de zoom van oude wouden”, (A.Roland Holst). Waarom doet ieder afscheid zo zeer, zelfs na blijde tijden van innig samenzijn ? Waarom is het lot zo grillig en de natuur zo schromelijk onrechtvaardig ? Ieder schrijft wel zijn verhaal, maar het wordt medegedicteerd door onvoorziene omstandigheden, zijn vorm én inhoud zijn goeddeels bepaald en ingegeven door wat buiten ’s mensen wil geschiedt. En toch is ieders verhaal zo enig en strikt persoonlijk. Eigenhandig geschreven.
Het verhaal van meester Alfons Hellemans is nu ten einde. Het boek van zijn leven is definitief afgesloten, onherroepelijk dichtgeklapt. Een lang verhaal. Een boeiende geschiedenis. Een eenvoudig doch schoon leven, een rijkgevuld bestaan, dat voor velen veel betekent. Een bestaan vol zaligheden, doorkruist door tegenslagen. Veel wel, maar ook veel wee.
De zaligheid van een welige kroost met een begrijpende liefdevolle vrouw en moeder, met kinderen die haarden zijn van zorg, maar ook bronnen van vreugde en trots. Rimpelloos en angstenvrij is het leven van dit kroostrijke gezin niet verlopen. Ook dit huis kreeg ruimschoots zijn kruis. Drie van de kinderen stierven jong, in hun prilste jeugd. De oudste zoon werd hun ontstolen in de bloei van zijns jaren. Dit tragisch, plotse einde was voor vader een onmenselijk zware slag. Is hij wel ooit van deze diepe wonde genezen ?
Hij was wel een kranige man, maar er zijn van die stille pijnen die men meesleept tot in het graf. Hij was ook moedig in het dragen van de eigen kwalen van de oude dag. Als anderen maar gelukkig waren was zijn diepste betrachting.
De zaligheid van een mooi beroep was een van de grote genaden van zijn leven. Zijn verhaal heeft zich goeddeels afgespeeld op school. Hij behoorde tot de generatie van onderwijzers, die geloofden in hun taak : de jeugd te vormen voor het leven, vooral door eigen voorbeeld de hoogste levenswaarden door te geven. Het oude ras van schoolmeesters die hielden van hun roeping, voor wie geen uren telden, begaan als zij waren met de culturele verheffing van ons Vlaamse volk, die na de schooltijd zich ten dienste stelden van de mensen, hun zorgen deelden, -en dit niet om den brode of om laag profijt, en ondanks de eigen zware gezinslast.
De palmares van activiteiten en verantwoordelijkheden van Alfons Hellemans getuigt van onverdroten ijver en onbaatzuchtige inzet voor zijn medemensen. De toneelgroep RUST ROEST, de bibliotheek, de Bond van Grote en Jonge Gezinnen, de Luxe-Duif, het Davidsfonds en andere socio-culturele verenigingen : hij was er ofwel de stichter ofwel de voorzitter van, ofwel beide, zo niet de secretaris, in ieder geval de spil waarrond het alles draaide, de bezieler, de man op wie te rekenen viel.
Zijn levensverhaal kende de zaligheid van de volksverbondenheid, meer met de daad dan met het woord; de zaligheid van een pretentieloos bestaan, gedragen en gericht door het bevorderen van andermans geluk.
“Geloof, Cultuur, Plicht.” De dwingende driehoek waarin zijn leven zich bewoog. Zo getuigt van hem zijn eigen zoon. Zijn engagement was de vrucht van zijn levensbeschouwing : deze was én christelijk én Vlaams. Hij was een sterk gelovig man. Een Vlaming uit één stuk, niet schreeuwerig, doch overtuigd. “Alle voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Christus” was het symbool van zijn verheven idealen.
Alfons Hellemans was een sympathieke mens, beminnelijk en bescheiden. Zijn verhaal was boeiend en blijft het lezen waard. Zijn leven blijft voor velen veel betekenen. Zij mogen hem dankbaar zijn, zij voor wie hij baken in het leven was.
Het lange verhaal van Alfons Hellemans is af. Geen bladzijde wordt er nog aan toegevoegd. Wij kunnen hem herlezen en herdenken, in stille weemoed ons laten vertederen door zijn gedachtenis, maar met ons zal ook deze geheugenis het graf ingaan.
Eén is er die hem eeuwiglijk gedenken zal en die aan dit afgebroken leven toekomst schenkt, ondanks de dood. Eén wiens eigen naam de Liefde zelve is, en aan zijn liefdedaden ruimte geeft, vrij van alle grenzen en buiten iedere tijd : GOD.
Hij schenkt ook deze mens, die ons en Hem zo dierbaar was en is, een toekomst, onvoorstelbaar, waarvan het pand ons is gegeven in Jezus, onze enige hoop. Amen.
Herman-Emiel Mertens, Professor K.U.Leuven.
(‘DB’, mei ’86)
Professor Herman Emiel Nathalie Mertens was een vriend des huizes van de familie Hellemans. Hij was te Tisselt geboren op 9 januari 1928 als zoon van Amandus en van Pauline Troch. In 1952 werd hij te Mechelen in 1952 priester gewijd.
Doctor in de Theologie in 1957. Ere-gewoon hooglerar aan de K.U.Leuven. Doceerde aan de theologische faculteit van 1969 tot 1993.
Hij overleed te Mechelen op 1 augustus 2012.
“Een goede vriend en een groot mens en een fiere Vlaming ging van ons heen. Professor Herman Mertens was een groot bezieler in alles wat de heemkunde betreft.”
(‘Vaertlinck – oktober 2012)
Foto’s :
-Mei 1943 : meester Hellemans voor zijn klas te Hombeek. (Foto : Wilfried Hellemans) -Tweemaal Prof. Herman Mertens. Rechts in het gezelschap van pastoor Martens uit Heindonk. (Foto’s : ‘Vaertlinck’, oktober 2012) -Huwelijksfoto van Alfons Hellemans en Alida Scheers.
Leest moet dit jaar zowat een unicum zijn in voetballend Vlaanderen. Welk ander bescheiden dorp met twee voetbalverenigingen in de Belgische voetbalcompetitie kan er prat op gaan dat haar twee clubs de titel zullen binnenhalen ? De jongste van de twee clubs was vorige zondag al aan feestvieren toe. Aanvankelijk dacht men alleen zekerheid te kunnen verwerven omtrent de promotie, maar door puntenverlies van de naaste concurrenten stak SK Leest meteen ook de titel op zak. Met nog drie speeldagen voor de boeg en vier punten voorsprong op SK Schriek en Rita Berlaar kan ook buur VV Leest nog weing overkomen.
(...)
De Leestse voetbalverenigingen zitten duidelijk in de lift, en voor sommige niet-Leestse bewonderaars kan dat niet langer toeval zijn. Niet dat de kiemen voor bloeiende voetbalverenigingen in Leest voor het rapen liggen, maar daar wonen blijkbaar wel flink wat enthoesiaste mensen die zich met hart en ziel voor hun voetbalclub inzetten.Beide Leestse clubs vertonen trouwens heel wat overeenkomsten. Ze zijn alletwee jong, beschikken in de persoon van respectievelijk Gust Emmeregs en Jean Van Dam over een dynamische leider, en hebben hun succes van dit seizoen voor een deel aan een oud-speler van KV Mechelen te danken.Toevallig zijn dat ook generatiegenoten : Louis De Weerdt en Bob Stevens.
Louis De Weerdt
Louis De Weerdt, de slanke en stijlrijke Mechelse middenvelder van weleer, is nog even slank en nog even stijlvol, al is het dan wel zo dat dit laatste nu op een lager provinciaal niveau geschiedt. Dat doet evenwel geen afbreuk aan het knappe palmares dat hij kan voorleggen : 11 jaar KV Mechelen, één seizoen Union, en dan telkens 3 jaar bij Kortrijk en Beerschot.
Als we De Weerdt grondig observeren, dan lijkt het wel of de tand des tijds op hem gewoon geen vat heeft. Hebben al die voetbaljaren dan geen sporen nagelaten ? ‘Je bent niet de eerste die mij daar op attent maakt. Het zal wel juist zijn dat ik fysisch weinig veranderd ben ten opzichte van een tiental jaren terug. Maar ik kan wel mijn geheim verklappen, als je dat tenminste zo kan noemen : nagenoeg zonder uitzondering lig ik elke dag om tien uur ’s avonds onder de wol, en ’s morgens om half zeven ben ik op de been voor de dagelijkse wandeling met de hond. Veel is natuurlijk ook te wijten aan je gestel. Ik kom nooit een gram bij, zodat ik ook nooit overdreven hoef te trainen.’
Als het moet kan je met Louis De Weerdt een aardig boompje opzetten over zijn eigen loopbaan in de voetbalsport. Dat de beschikbare ruimte hiervoor ontoereikend is staat vooraf vast. Toch zijn er enkele uitschieters en opvallende zaken, die je in geen enkel gesprek met Louis over het hoofd kan zien. Eén daarvan is bv. zijn talent als libero dat Louis De Weerdt slechts na zijn Mechelse periode heeft kunnen ontplooien.
‘Het is inderdaag misschien vreemd te noemen dat ik bij KV Mechelen steeds als middenvelder werd uitgespeeld terwijl de andere ploegen mij steeds als libero in hun rangen hebben ingelijfd. Dat gold zowel voor Union, Kortrijk als Beerschot. De verklaring is vrij eenvoudig. In mijn Mechelse periode zaten steeds spelers als een René De Moor die bijna uitsluitend voor een liberoplaats in de wieg waren gelegd. Bij mijn andere ploegen was de liberoplaats steeds vacant, zoals Beerschot waar Tolsa naar huis was teruggkeerd.
Hoewel De Weerdt slechts één seizoen bij Union actief was, houdt hij aan die ploeg de beste herinneringen over, spijts het faillissement en het verval dat aan het einde (van het sprookje) volgde : ‘De manier waarop Georges Heylens dat seizoen met de spelersgroep werkte was gewoon verbluffend. Professioneel tot en met, en daar kon zelfs de ondergang van Bayet, en met hem de club, niets aan veranderen. De spelers zijn trouwens tot het laatste ogenblik correct behandeld geweest.’
Speler-trainer spelen
Bij SK Londerzeel kon Louis De Weerdt als speler-trainer aan de slag, en via die ploeg hoopte hij een knappe trainersloopbaan uit te bouwen. Het werd een rampzalig jaar, mede veroorzaakt door de achillespeeskwetsuur die hem persoonlijk teisterde.
Louis stroopte de mouwen op, voetbalde één seizoen bij Sparta Zwijndrecht en kreeg dit seizoen met SK Leest, hoewel helemaal onderaan, een nieuwe kans.
Bob Stevens
Bob Stevens, die nu het mooie weder maakt bij VV Leest, is voorlopig nog helemaal niet aan het sportief leiden van een voetbalploeg toe. Zulks is bij Bob helemaal niet geprogrammeerd, maar hij geeft wel toe dat hij later wel eens een jeugdploeg zou willen leiden. Zeker niet omwille van het geldgewin, wel omwille van het plezier dat jonge voetbalsnaken aan hun trainer kunnen bezorgen. Voorlopig zet Stevens evenwel al zijn zinnen op VV Leest, en zonder aan de verdiensten van VV trainer Emmerechts afbreuk te willen doen, mag worden vooropgezet dat Bob een flink aandeel heeft in de promotie van geel-blauw. Hoewel hij de eerste is om al die lofbetuigingen van tafel te vegen hoorden we uit de mond van meerdere VV-mensen dat de manier waarop Bob de verdediging gestalte geeft gewoon fantastisch is.
Na een werkelijk succesvolle periode bij KV Mechelen, Beveren en Racing Mechelen zien de meeste Mechelaars in Bob Stevens nog steeds een aanvaller, maar met VV Leest bewijst hij nu ook over verdedigerskwaliteiten te beschikken. De rust die uit het spel van Bob Stevens straalt heeft gewoon op heel de ploeg een positieve invloed : ‘in de voorbereidingsperiode raakte William Selleslagh gekwetst, en op die manier ben ik eigenlijk op de liberoplaats verzeild geraakt. Hoewel ik bij KV Mechelen zowat op alle plaatsen heb gespeeld en ik bij Strombeek als linksachter werd uitgespeeld was het even wennen. Dat ging onmiddellijk vlotten en op die plaats ben ik dan ook de competitie ingestapt. Zelfs na de terugkeer van William behield de trainer mij als libero. Nu zijn er ook wedstrijden waarin je mij niet meer ziet en dan mag je er vanop aan dat het met VV Leest goed gaat. Mijn standpunt is immers dat een libero de zaken moet rustig houden en de wedstrijd kontroleren zolang er een goed resultaat op het bord staat. Slechts wanneer dat niet het geval is zal je mij risico’s zien nemen.’
Had Bob Stevens het verwacht dat VV Leest, dat toch als nieuwkomer in eerste provinciale belandde, onmiddellijk de stap naar bevordering zou zetten ?
‘Wie had daar durven van dromen ? VV bezat een goed stel voetballers, waarmee men vooral een jaar zonder zorgen wenste vol te maken. Het is evenwel de verdienste van trainer
Emmerechts dat hij uit die groep het maximum haalt, en achteraf bekeken zou de promotie naar bevordering niet onverdiend zijn. Wij hebben een knap uitgebalanceerd elftal waarin zowel werkers als technisch begaafde spelers zitten. Dat is allicht de sterkte van VV.’
En de toekomst ?
Dat de rivaliteit tussen SK en VV Leest niet altijd even negatief is, daarvan werd vorige zondag nog het bewijs geleverd. Een delegatie van VV kwam bij SK op bezoek om hen te feliciteren voor de zopas veroverde titel, en meteen werd ook over de toekomst van beide clubs gepraat. Het strijdplan van beide ploegen is trouwens al ontworpen. Meest in ’t oog springend is natuurlijk de bouw van een tribune bij VV Leest, maar ook sportief lijkt het beleid al uitgestippeld.
Bob Stevens over VV : ‘Trainer Emmerechts zal ook volgend seizoen de ploeg leiden en wat mezelf betreft moet er nog worden gepraat, maar het ziet er nu wel naar uit dat ik met het bestuur tot een akkoord kom. Mits het aantrekken van enkele spelers mag bevordering voor deze ploeg geen problemen scheppen. Het verschil tussen eerste provinciale en bevordering is niet zo groot dan het wel lijkt, de stap van vierde naar derde provinciale is naar mijn mening zelfs moeilijker.’
En meteen kaatst Bob de bal in de richting van zijn vroegere ploegmakker. Louis De Weerdt heeft het antwoord echter al klaar : ‘Dat is mogelijk, maar ook SK gaat versterking aantrekken en dan denk ik wel dat die ploeg voldoende gewapend is om het in derde te rooien. Hoewel wij vooral een disciplinair werkende voetbalploeg vormen is er voldoende techniek aanwezig, zodat SK in derde tot een degelijke middenmotor moet kunnen uitgroeien. Belangrijk is bovendien dat zowel bestuur als de accommodatie van de club de stijgende lijn mee volgen. Al bezitten wij dan geen tribune, er komen toch nog twee verlichtingspylonen bij, en daar ben ik persoonlijk al heel blij mee. Volgend seizoen behoort ook een avondwedstrijd op SK tot de mogelijkheden.”
(Marc Rochtus)
1986 – Zondag 13 april : Eerste communie
Tijdens de hoogmis van 10 uur deden de achtjarigen hun eerste communie.Kathleen Cauwenbergh, Kevin Diddens, Birgit Dierckx, Annelies Emmeregs,Chris Gobien, Kevin Janssens, Kathleen Kerremans, Johan Mees, An Mollemans, Cindy Roothoofd, Wendy Selleslagh, Wim Selleslagh, Hilde Thomas, Bart Tourné, Ann Van Cauwenbergh, Gerry Van den Eynde, Erik Van Linden, Peter Van Medegael, Joris Van Moer, Steven Verbeeck, Tijl Walraevens.(Parochieblad 10/4/86)
Die dag diende kardinaal Godfried Danneels het H. Vormsel toe aan 28 kinderen :
Fabienne Clymans, Ann Coulier, Heidi De Hondt, Isabelle Duran, Barbara Galicia, Lieve Plasqui, Wendy Selleslagh, Hilde Smets, Liesbeth Spruyt, Véronique Van Rompaey, Natacha Van Staveren, Marina Verbruggen, Tineke Verbruggen, Wim De Prins, Bart De Rooster, Jo De Smet, Jo Galicia, Herman Geerts, Koen Janssens, Gunther Neefs, Gunther Peeters, Filip Plasqui, Ronny Teughels, Christian Tourné, Wim Van Engelgem, Ivan Van Laenen, Tom Van Moer en Danny Vloebergh. (‘DB’, mei ’86)
1986 – 9 april – Gazet van Mechelen :
KVG Zennevallei een volwassen vereniging met vele perspektieven
Er zijn zo van die verenigingen waarvan men nauwelijks het bestaan kent maar die toch sterk gestructureerd zijn en een goedgevulde jaarkalender bezitten. Zo een groep is ook de KVG Zennevallei. KVG staat voor Katholieke Vereniging voor Gehandicapten, en Zennevallei duidt op de dorpen Leest, Hombeek en Heffen. Het doel is duidelijk : de gehandicapten zo goed mogelijk integreren in de menselijke samenleving, en het overbodig bemoederen zoveel mogelijk wegwerken. Uit een gesprek met Johan Vandeputte, die het dienstbetoon van KVG verzorgt, komt sterk naar voor dat het voornamelijk de mens in kwestie zelf is die bereid moet zijn naar buiten te treden. Het ergste wat een gehandicapte kan doen, is zichzelf isoleren. Iemand die zich afsluit van de buitenwereld hoort er ook niet meer bij. Daarom worden die mensen, via de KVG, gemotiveerd om samen te werken met validen, en een plaats in te nemen in de maatschappij.
Handen in elkaar
In 1971, bij de oprichting van de KVG, waren het trouwens ook enkele sterke karakters die de handen in elkaar sloegen en de vereniging een stevige basis gaven om verder op te bouwen.
Nand Van Praet, die op de Olympische Spelen voor mindervaliden in Heidelberg een gouden plak behaalde in het boogschieten, was de eerste voorzitter. Medestichters waren Louis Van Laeken, Roza Van Roy-Verlinden, Henriette Verschueren en de impulsgever Johan Vandeputte. Brandde de kaars der activiteiten aanvankelijk maar op een laag pitje, er werd al snel werk van gemaakt om een goedgevulde jaarkalender te bekomen. En ook het ledenaantal groeide gestaag, zodat men nu 150 gehandicapten en validen-sympatizanten in de rangen telt.
Activiteiten
De activiteiten behelzen, naast een aantal vaste, jaarlijks weerkerende rubrieken, ook een waaier van vrije onderwerpen. Vast gepland zijn : de Paasviering (16 maart ll.), welke steeds plaatsvindt te Heffen, de jaarlijkse reis, de restaurantdagen, het teerfeest dat altijd in Leest gevierd wordt en het hoogtepunt het Kerstfeest, steeds in Hombeek. Andere activiteiten als informatienamiddagen, bezoekjes aan toneel- en filmvoorstellingen, fietstochten, deelname aan het plaatselijk verenigingsleven enz. staan met de regelmaat van een klok op de agenda.
De voorlopige planning voor 1986 vermeldt op 29 juni een fietstocht. Vorig jaar verkenden ze de Schelderoute. Dit jar is er nog geen vast doel bekend. Zo’n fietstocht houdt in dat de actieve deelnemers de rit verrijden terwijl de anderen zorgen voor de begeleiding en ook voor de koffietafel, want bij KVG is samenwerking en gezelligheid troef. De jaarlijkse reis gaat op 3 augustus naar Maaseik. Een aantal mensen verkent vooraf de mogelijkheden en de toeristische bezienswaardigheden, zodat improvisatie op de dag zelf uitgesloten is. Op 31 augustus worden dan de eetdagen gehouden, de enige bron van inkomsten om de vereniging leefbaar te houden. En op 18 oktober mogen de leden van de KVG dan zelf eens flink tafelen tijdens hun teerfeest.
Hoogtepunt
Het hoogtepunt blijft evenwel steeds het Kerstfeest, dit jaar op 14 december in het parochiecentrum te Hombeek. De eucharistieviering, de samenzang, de sketches, het lottospel, het maakt allemaal deel uit van het grote feest.
En er is altijd nog het zangkoor van Leest, onder leiding van Rik Lauwers. Steeds weer opnieuw vragen de leden van KVG Zennevallei of het zangkoor nog komt. Zij hoeven geen goochelaar, entertainer, mopptapper of wat ook. Het zangkoor, dat is voor hen het einde !
En de zangers en zangeressen van het koor blijven komen. Reeds 15 jaar lang verzorgen ze belangloos een fijne namiddag voor de gehandicapten en mindervaliden. En dat wordt zeer op prijs gesteld. Wat ook zeer op prijs gesteld wordt gesteld is het sociaal dienstbetoon dat Johan Vandeputte verzorgt. Iedere vrijdagnamiddag van 14-15 uur en/of op afspraak staat hij ter beschikking van hen die informatie wensen over alles en nog wat. Voornamelijk statuten, uitkeringen en veranderingen van wetgeving staan op het verlanglijstje. Maar ook met eenvoudige problemen kan men bij hem terecht.
Het huidige bestuur bestaat uit Henriette Verschueren uit Leest als voorzitster, Jan Jacobs uit Heffen als secretaris, Vic Michiels als feestleider uit Hombeek en voornoemde Johan Vandeputte uit Leest, sociaal dienstbetoon“.
Deze laatste was te Mechelen geboren op 30 juli 1948 en gehuwd met Lieve Van Obberghen.
Johan Vandeputte overleed op 11 maart 2001 in het A.Z. Sint-Maarten te Duffel. Hij was een gewezen nationaal voorzitter van de KVG-jongeren, bracht het tot voorzitter van KVG Zennevallei en was lid van verschillende verenigingen waaronder de K. Fanfare St.- Cecilia Leest waar hij vele jaren het secretariaat verzorgde. (Zie foto)
1986 – Parochieblad 10 april : Woning te huur
“De Kerkfabriek van Leest zal weldra openbaar verhuren een woning met garage en hof, Molenstraat 4 te Leest. Inlichtingen en voorwaarden kunnen ingewonnen worden bij de Kerkmeesters of op de pastorie. Vrij vanaf 1 juli 1986.”
1986 – 11 april : Eerste Grote Kaartavond van de Landelijke Gilde Leest
Met een prijzenpot van 25.000 frank in de parochiezaal te Leest. Uitleg : 80 frank. (folder)
De nu toch wel erg waarschijnlijke overgang van V.V. Leest betekent voor de voetbalvereniging en ook wel een beetje voor de dorpsgemeenschap een erg grote uitdaging, die men evenwel zonder vrees wil tegemoet treden. V.V. Leest maakt nu al werk van de voorbereiding op het binnentreden van de nationale voetbalreeksen. Een belangrijke stap , die door sommigen zelfs als een nieuwe mijlpaal wordt beschouwd, is het aantrekken van Vic Pauwels als nieuwe sponsor. Een termijn werd nog niet vooropgezet, maar het is voor de betrokken partijen wel duidelijk dat ze niet voor één luttel jaar met mekaar in zee gaan.Dat Vic Pauwels voortaan V.V. Leest gaat steunen betekent niet dat hij zich eerlang uit K.V. Mechelen zou terugtrekken. De KVM-beheerder stelde hel duidelijk dat het twee aparte zaken zijn en dat hij zich op twee fronten wil inzetten.
VV Leest krijgt meteen op financieel gebied nog meer armslag, en men mag dus wel verwachten dat de club zich verder gaat versterken. De naam van Rudi Van Hoof viel al, maar woordvoerder Emmeregs wou alleen kwijt dat trainer Yvan Emmerechts ook volgend seizoen het vertrouwen krijgt.
(…-)
Mark Rochtus.”
Met het inhalen van Vic Pauwels haalde Gust Emmeregs een belangrijke slag thuis. V.V. Leest kreeg meteen nog meer armslag op financieel gebied en zou zich flink versterken.
1986 – 6 april : Titel voor SK Leest na zege tegen Lippelo.
Na een forse zege tegen Lippelo (6-2) mocht SK Leest de champagnekurken laten knallen vermits men op dat ogenblik zeker was van de promotie naar derde provinciale.
Doordat concurrent Rapid een steek had laten vallen op Walem en Hombeek in eigen huis de boot inging tegen Branst kon meteen ook de kampioenstitel binnengrijfd worden.
Met nog drie wedstrijden te gaan zette SK hiermee de kroon op een driejarenplan om in die tijdspanne door te stoten naar een hogere reeks.
De wedstrijd tegen Lippelo werd de twintigste op rij zonder nederlaag.De laatste nederlaag dateerde van 20 oktober, in eigen huis opgelopen tegen Tisselt.
Supporters die drie minuten te laat arriveerden hadden reeds twee doelpunten gemist.
Dirk Van Dam en Carlo Van Tulden rondden de eerste SK-aanvallen met succes af.
Met deze bliksemstart zat SK op rozen. De bezoekers probeerden nog wat terug te doen maar Dirk Van Dam onderstreepte met twee nieuwe doelpunten -zijn derde met een halve retro vanop 30 meter was een juweeltje- zijn onschatbare waarde voor zijn ploeg.
Na de pauze nam SK wat gas terug en kon Lippelo milderen. In de slotminuten vielen plots nog drie doelpunten, waarvan twee voor SK. Dirk De Pauw, die de geelgeschorste Louis De Weerdt verving en Ronny De Smedt zorgden voor de lokale treffers.
Na deze riante 6-2 zege, waarmee de zware 3-0 nederlaag uit de heenronde werd uitgewist, werd oefenmeester Louis De Weerdt door zijn spelers op de schouders getild. In zijn eerste seizoen als speler-trainer de titel binnenhalen, hiermee loste de ex-KV-Mechelen-vedette de in hem gestelde verwachtingen ruimschoots in.
Drie jaar geleden deed SK de overstap van het Katholiek Sportverbond, waar de ploeg meer dan tien jaar acteerde, naar de Koninklijke Belgische Voetbalbond.
Van bij de overstap werd duidelijk gesteld dat het verblijf in de laagste provinciale reeks zo kort mogelijk moest gehouden worden. Van dorpsgenoot VV werd Harry Cauwenbergh overgenomen om de eerste oefenstonden te leiden. Uit de omgeving werden ook enkele spelers ter versterking aangeworven en er werd ook gestart met een eerste jeugdploeg. SK vestigde zich onmiddellijk in de middengroep, net onder de topploegen. Voor het tweede seizoen kwamen weer enkele nieuwe gezichten de kern verruimen. Het uitblijven van de gewenste resultaten bracht een eerste trainerswissel tot stand. Harry Cauwenbergh bedankte zelf na enkele maanden, Vic Van den Avondt nam een korte periode deze taak op zich tot Ruud Verstraeten, bedankt bij buur Rapid, het seizoen kwam volmaken. Maar de verwachte promotie kwam er niet. Met het aantrekken van sponsor Boghemans hoopte voorzitter Van Dam weer een nieuwe impuls aan zijn team te geven. Een drukke maar wel overdachte transferpolitiek moest de kroon op het werk zetten en het werd een schot in de roos. Met Louis De Weerdt als speler-trainer werd niet alleen een bekende naam in huis gehaald, maar iemand die op de hoogte was van zijn verantwoordelijkheid. Dirk Van Dam werd naar zijn heimat teruggehaald om de blauw-roden meer trefkracht te bezorgen en ook Guy Boonen, Guy Piessens en Ronny De Smedt wisten zich als nieuwelingen een vaste plaats in de kern te verwerven.
Ondertussen had men bij SK ook een volwaardige accommodatie uitgebouwd. Het eerste terrein kreeg een vernieuwde grasmat en een degeljke afsluiting. Begin van dit jaar werd een tweede terrein met verlichting aangelegd. Thans wordt de overdekte staantribune uitgebreid tot een zone van meer dan veertig meter.
SK kan sedert twee jaar ook steunen op een erg dynamische supportersclub, gevestigd in café Duivenlokaal bij Verschuren op Leest-Heide.
Foto’s :
-Gust Emmeregs stelt de nieuwe sponsor Vic Pauwels voor. -Gelukkige spelers bij SK Leest na het behalen van de titel. -Speler-trainer Louis De Weerdt werd door zijn spelers op de schouders getild nadat SK door de riante overwinning tegen Lippelo zekerheid verwierf inzake de promotie naar derde provinciale. -Promotie en titel in vierde provinciale B voor SK Leest.
“Rust Roest” brengt reeds 65 jaar cultuur op de planken
De toneelkring “Rust Roest” uit Leest nadert stilaan zijn 65-ste verjaardag, en wel op 1 november 1986. Een gezonde doorstroming zorgde ervoor dat zowel leden, als bestuur niets van hun jeugdig enthoesiasme verloren hebben.
Het begon allemaal in 1921. Toen werd in de schoot van de toenmalige fanfare “Arbeid Adelt”de toneelkring “Rust Roest” opgericht. De meeste spelers stapten over uit de bestaande toneelvereniging “Eendracht en Vrede”. Initiatiefnemers en stuwende krachten waren Victor Selleslagh, Alfons Hellemans, Jaak Publie, Amandus Van Steen, Frans Selleslagh en Jef Van Hoof. Eerstgenoemde als voorzitter maar vooral ook Alfons Hellemans zou een opmerkelijke rol spelen in het bestaan van de vereniging.
De eerste opvoering “Moederhart” van N. De Tiere vond plaats in zaal St.-Cecilia (nu “De Drij Gapers”) onder leiding van Jan Steenackers uit Kapelle-op-den-Bos.
In 1925 nam Alfons Hellemans het commando over en hij bleek een uitstekend leider te zijn. Een halve eeuw lang verzorgde hij de regie van de meest uiteenlopende genres van stukken, en telkenmale mocht van een succes worden gesproken. In 1975 nam zijn zoon Guido Hellemans zijn taak over en die voert nu nog steeds de regie.
De opsplitsing met wederzijds akkoord van de fanfare Arbeid Adelt en de toneelkring gebeurde in 1931. Wat niet belette dat Arbeid Adelt nog regelmatig het programma van Rust Roest muzikaal kwam opluisteren.
Het eigenaardige is wel dat Rust Roest, aangesloten bij AKVT, bijna nooit deelnam aan wedstrijden. Met zulk talent en klasse zou men wellicht anders vermoeden. Documenten uit 1931 verhalen wel de deelname aan een wedstrijd, uitgeschreven door het AKMT, en waar om duistere redenen slechts drie verenigingen aan deelnamen. Rust Roest werd derde maar kreeg wel een eervolle vermelding voor taalzuiverheid. Het verhaal gaat dat de toenmalige voorzitter Victor Selleslagh zo boos was dat hij het verkregen diploma in wel duizend stukken scheurde. Was het misschien vanwege dit feit dat de kring zich niet zo gauw liet strikken voor deelname aan wedstrijden ?
In al die succesvolle jaren van liefhebberstoneel, speelde Rust Roest een honderdtal stukken en kon zij een beroep doen op zowat 86 vrouwelijke en 121 mannelijke acteurs.
Er werd ook reeds vijfmaal van speelzaal veranderd om verschillende redenen. Na zaal St.-Cecilia week men in 1927 uit naar de parochiezaal en daar bleef men tot in 1980.
De “nieuwe” zaal “Sint-Cecilia” bij Van Steen kon zich slechts 4 jaar verheugen op de aanwezigheid van “Rust Roest”want vanaf 1985 speelt de toneelkring in de Stedelijke Lagere School, Ten Moortele 2.
De viering van het 65-jarig bestaan op 1 november ’86, zal volgens het bestuur op een bescheiden doch waardige wijze plaatsvinden. Concretere plannen zijn er nog niet maar men denkt in de richting van een tentoonstelling met allerlei documenten, artikels, affiches, enz.
Ook de geschiedenis van “Rust Roest” zal aan het brede publiek worden bekendgemaakt. Uiteraard ontbreken ook receptie en viering van gelauwerden niet. Immers Rust Roest telt nog steeds twee medestichters in zijn rangen : ere-voorzitter Alfons Hellemans en ere-ondervoorzitter Jaak Publie. Beiden dus 65 jaar lid van de vereniging. Ook zal men een aangepast toneelstuk opvoeren maar vooreerst wordt nog een ander stuk opgevoerd : Antigone, waar de vereniging opteerde voor de versie van Jean Anouilh.
Optredens voorzien op 5 en 12 april ’86, telkens om 20 uur in de zaal van de Stedelijke Lagere School, Ten Moortele. De titelrol wordt vertolkt door Hilde De Kock en de regie is in handen van Guido Hellemans. Een soort avant-premiére werd gebracht op de feestvergadering van de KVLV-Rijmenam op zondag 23 maart. Daar werd een gedeelte van het stuk gebracht (1 uur) en dit was voor de acteurs en regisseur een uitstekend klankbord om de laatste schoonheidsfoutjes weg te werken.
J.T.”
1986 – Zaterdag 5 april : Shout Party in Sportcentrum Leest
Met The Robert Hillmore Band. Organisatie van Jong VV Leest. Aanvang 21 uur. Inkom 80 fr.
Kaarten bij Willy Slachmuylders, Dany Meeuws en Herman Deneve. (Folder)
1986 – 5 en 12 april : Rust Roest speelde “Antigone”.
“Wat is er nu met Antigone ? Antigone is oorspronkelijk een klassiek Grieks toneelwerk, geschreven door Sophokles die leefde van 496 tot 406 vóór Kristus. Dit werk wordt gespeeld door beroepsgezelschappen, alhoewel het regelmatig door scholen wordt opgevoerd.
Het verhaal van ‘Antigone’ is zo rijk, zo diep, zo spannend, dat meerdere grote auteurs het bewerkt hebben.
(…)
Het stuk is een strijd tussen natuurrecht en positief recht, tussen blind idealisme en pragmatische berekening, tussen absolute levenshouding en nuchter levensinzicht, tussen dood en leven, tussen religie (geloof) en politiek, tussen jong en oud, tussen jeugd en gezeag, tussen blinde liefde en koele plicht, enz…
Dit diepmenselijke stuk dat generaties lang blijft boeien, dat elk jaar opnieuw in een of andere versie terug op de affiches komt, dit stuk dat de oergronden van het menselijk bestaan aanspreekt (zeker in onze cultuur) zal ons verrijken : spelers en kijkers, en een naar wij hopen boeiende illustratie zijn voor de schoolgaande jeugd.
Een technische ploeg o.l.v. Fik Diddens en Willy Keysers, samen met een ijverig geestdriftige spelersschare met in de titelrol een schitterende Hilde De Kock zullen er voor zorgen dat het een meer dan gewone voorstelling wordt.” (Guido Hellemans in ‘DB’ van maart 1986)
Er werd geopteerd voor de versie van Jean Anouilh in een vertaling van Joris Diels.
Regie : Guido Hellemans.
Acteurs : Ann Devos, Hilde De Kock, Renild Polfliet, Lieve De Val, Guido Hellemans, Jan Emmeregs, Marcel Verwerft, Raf Scheers en Marc Windelen.
Teksthulp : Hilde Van Dam.
Belichting : Fik Diddens.
Grime en kapsels : Vera Moernaut. Kostuums : Milou Van Stijvoort.
Dekorbouw : Kris De Laet, Toni Peters, Erik Van de Wijngaard, Frans Lamberts, Raf Scheers en Fik Diddens, o.l.v. Willy Keysers.
Dekorschildering : Tony Baarendse.
Bandmontage : Johan De Laet.
Gazet van Mechelen daarover op 8 april :
Toneelkring “Rust Roest” Leest met Antigone
“Zoals vorige week in deze krant al uitvoerig werd belicht voert toneelkring “Rust Roest” uit Leest zijn 65-jarig bestaan. De manifestaties rond die verjaardag zijn gepland in de herfst. Het afgelopen weekeinde werd het jubileum op artistiek vlak al wat glans bijgezet met de opvoering van “Antigone” een Griekse tragedie uit de klassieke oudheid, bewerkt door J. Anouilh.
(...)
Voor Rust Roest is deze klassieker ook zo een beetje een manier geweest om boven het alledaagse uit te stijgen. Naar verluidt was het een droom, die met veel enthoesiasme werd verwezenlijkt.
Regisseur Guido Hellemans en de acteursploeg hebben er inderdaad een zeer degelijke vertoning van gemaakt. Vooral Hilde De Kock schitterde als Antigone.Zonder afbreuk te doen aan de andere spelers vonden we dat ook Ann Devos zeer voortreffelijk het koor vertolkte.
Van de geroutineerde Guido Hellemans is het al niet meer verwonderlijk dat die zijn rolletjes haast vlekkeloos op de scène zet. Dat was dus ook nu weer het geval. De rest van de bezetting deed ook nog behoorlijk zijn werk en daarom vermelden we ze nog allemaal, Renild Polfliet, Lieve De Valck, Jan Emmeregs, Marcel Verwerft, Raf Scheers en Marc Windelen.
Samen met nog een tiental andere medewerkers (decor, belichting, kostuums, enz.) hebben de vermelde spelers van deze Antigone een vertoning gemaakt die beslist de moeite loont om te bekijken. ”Rust Roest” heeft dus zijn jubileumjaar goed ingezet.”
Foto’s :
-De spelersploeg van Rust Roest, die van Antigone een degelijke toneelavond maakte. Vooraan rechts Guido Hellemans en zittend (links) titelrol Hilde De Kock.
-Het bestuur van Rust Roest. Vooraan links Alfons Hellemans en Jaak Publie, respectievelijk ere-voorzitter en ere-ondervoorzitter. Achteraan links Marcel Verwerft, midden Guido Hellemans en uiterst rechts Fik Diddens.
Jean Van Dam, de flamboyante Voorzitter van S.K. Leest.
1986 – April ‘De Band’ : In de kijker : S.K. LEEST
“Als het zo verder gaat met de voetbalsport in Leest valt er binnenkort wat te vieren : onze beide clubs zijn aardig op weg naar de kampioenstitel. V.V. Leest speelt dan volgend jaar in de 4de nationale afdeling en S.K. Leest schuift door naar de 3e provinciale reeks. Vorig jaar namen we V.V. onder de loep, deze keer is het de beurt aan S.K. Tweemaal trokken we naar het terrein.
Zondagmorgen 9 maart
We troffen er Jean Van Dam –stichter en voorzitter van de club – aan in ’t ruim chalet.
-Jean, wie helpt er S.K. mee besturen ?
-Wel, dat is onze secretaris Jean Apers, onze schatbewaarder Willy Van Hoof, Jef Daelemans, die als jeugdleider er bij de jongeren de goede geest inprent, Sylvain Van den Avondt, die de publieke relaties en de contracten behartigt, Louis Polfliet, die mijn rechterhand is op alle gebied en dan ook nog Mariette De Bondt, die het werkpaard van de vrouwenploeg is.
-Jean, van waar komt S.K. ?
-Toen we nog de café Telstar hadden in de Dorpstraat, zaten de jonge mannen daar samen met mij te discuteren over de sport en we betreurden dat we Leest op dat ogenblik nog niets te bieden hadden. We hebben dan plannen gemaakt en zijn gestart bij de Katholieke Sportfederatie (KKSFB). V.V. Leest bestond toen nog niet. De huidige V.V. voorzitter was toen nog een van onze middenveldspelers. Pastoor Lornoy was onze proost. We werden geweldig gesteund door onze ere-voorzitter, wijlen Alfons Hellemans. Spijtig dat die man ons huidig succes niet kon meebeleven; het is altijd zijn droom geweest om (goed) bij de voetbalbond (KBVB) te spelen. Na drie seizoenen waren we zover en gingen over naar de Belgische Voetbalbond. Het eerste seizoen speelden we 8e, het tweede jaar kwamen we als 6e aan de meet. Onze trainer was toen Harry Cauwenbergh. Hij legde toen de basis van ons huidig succes.
-Aan wat is de doorbraak van dit jaar te wijten ?
-Aan heel de ploeg, het bestuur, onze sponsor Banden Boghemans en last but not least aan onze speler-trainer Louis De Weerdt. Louis is er in geslaagd er een (h)echte vriendenploeg van te maken.
-Hoe staat het er vandaag voor Jean ?
-Wel, we hebben nu 22 wedstrijden gespeeld, hiervan hebben we er 17 gewonnen, 2 verloren en 3 maal speelden we gelijk. Zo komen we aan 39 punten. Rapid volgt ons met 35 punten.
-En financieel ?
-We springen iets verder als onze stok lang is. We bouwen onze ploeg verder uit, zoals we ook ons chalet gebouwd hebben : zo veel mogelijk met eigen volk en eigen middelen.
-Wanneer komt het toptreffen met Rapid ?
-Volgende zondag is dat reeds, op 16 maart. Dat wordt waarschijnlijk de match voor de titel, dan moet ge eens komen kijken.
En we waren er :
Zondag 16 maart op Rapid (Hombeekse steenweg)
Ditmaal troffen we Jean aan achter het doel, zoals altijd een beetje apart van de massa. Pratend met een kennis, over voetbal natuurlijk, maar ondertussen geen beweging missend van zijn spelers. De match verliep gespannen, de zenuwen weet je wel…De Leestse spitsen Dirk Van Dam en Ronny De Smedt werden ieder angstvallig bewaakt en kwamen daardoor niet aan hun trekken. Speler-trainer Louis De Weerdt bleek inderdaad een draaischijf op het veld. Hij deelde niet alleen kwistig knappe voorzetten uit. Tweemaal schoot hij ei-zo na raak. De Leestse doelman Guy Boonen kreeg ook zijn werk. Zonder voetbalkenner te zijn mochten we wel zeggen dat beide doelmannen en de zenuwen van beide ploegen voor dit toptreffen er hebben voor gezorgd dat de match op 0-0 eindigde.
Aan de voorzitter Jean lag het niet, want ‘verbale voorzetten’ gaf hij genoeg : ‘Goeit veur’, ‘achteruit nog es ja’, ‘Eddy – blijf ginder es van achter jonge – nondedomme, pak es wat minder risico’, ‘allé, wie es daar nu’, ‘oppassen’, ‘rap, rap naar den hoek Ronny’, ‘komaan Rik, hem aanpakken hé’, ‘ge moet daar niet op een hoop gaan staan, alle ene achteruit, voilà, dat is beter se’. Na een treffen tussen zoon Dirk en een Rapid-speler, die zich liet vallen. Dirk wilde hem rechthelpen. ‘Laten liggen Dirk, laten liggen, ge hebt hem niet geraakt’. ‘Dirk, van voor blijven’. ‘Hé linnekensman, houdt dat hier en wat in ’t oog, wat voor dienst doet die backlijn die keeper pikt hier weer een meter…’
En zo ging dat verder…maar ’t bleef 0-0.
Gezien Hombeek die zondag won met 2-3 op Tisselt, was de stand :
S.K.Leest 42 punten
Rapid 36 p.
Hombeek 36 p.
Lippelo 34 p.
Heffen 28 p.
1986 – Aprilnummer ‘De Band’ : Jeanne De Boeck met verlof
“Onze dorpsgenote Jeanne De Boeck (madre Junaita in Chili) komt in de loop van de maand april met verlof. Een enige gelegenheid voor ons allen om eens na te kijken wat wij kunnen missen aan zaken die zij ginds broodnodig heeft zoals : geneesmiddelen – versleten lakens (om verband van te maken) – kleren – schoenen – schoolgerief – speelgoed. Natuurlijk is dit alles nog in bruikbare staat.
Men kan nu alles bezorgen bij : Yvonne De Boeck, Hombekerkouter Hombeek, Bertha Verbruggen, Elleboogstraat 29 Leest en op de pastorij te Leest.”
1986 – 2 april – Gazet van Mechelen :Nieuwe sponsor voor V.V. Leest
Het is zo goed als in orde dat Pauwels Trafo de nieuwe sponsor van V.V. Leest zal worden.
De Club, die een uitstekende kans maakt om naar bevordering door te stoten, voerde huidig seizoen publiciteit voor het nauw verbonden Sportcentrum van Leest, maar met het oog op de nabije toekomst wil men de financiële middelen flink wat uitbreiden.
(Noot : De afgevaadigde bestuurder van Pauwels, dhr Vic Pauwels, zou tegen volgend seizoen zorgen voor een nieuwe tribune)
Een stralende Gust Emmeregs troonde de prominenten mee rond in de handelsbeurs, meteen de aanzet van “Posse” Leest.
1986 – Zondag 30 en maandag 31 maart : “Posse Leest”
“Toeters en Trompetten”, het ledenblad van de K.Fanfare Sint-Cecilia (Jaargang 7, nr.1) :
PERSPECTIEF – POSSE LEEST
“Wie een echte Leestenaar is, weet wat het begrip ‘POSSE LEEST’ betekent. Kort samengevat kunnen we zeggen dat het kan staan voor : feest, dolle vreugde, bezinning, begankenis, kermis, ambiance en actie…Kortom, de ‘homo ludens’ zou er zich thuis voelen.
Op Paasmaandag steekt het dorpsplein zich in z’n mooiste pakje. De straten lopen van ’s morgens vroeg vol bedevaarders, kermisgangers en jaarmarktbezoekers.
Je kunt het natuurlijk helemaal niet vergelijken met een Sinksefoor, een Brussel-Kermesse of een Willebroek Jaarmarkt. Het heeft zijn eigen landelijk karakter en op straat herkennen de mensen elkaar nog.
Enkele jonge muzikanten en bestuursleden gaan trachten tijdens deze Leestse hoogdag vor een brok animatie te zorgen zodat deze Posse Leest een volkser en cultureler accentje meekrijgt. De bedoeling is een ‘koperkroeg’ op het Leestse Dorpsplein neer te planten waar enkele kloeke en kwieke jongeren, in aangepaste kledij, de potten bier vullen en de eetlust opwekken met een hamburger-barbecue. Het animatiegedeelte wordt verzorgd door een soort dixie-band die bekende deuntjes en meezingers zal opvoeren gekruid met een nodige portie humor.
We hopen dat dit initiatief kan doorgaan en een heleboel volk mag lokken. U komt toch ook wel een kijkje nemen …?”
Het is ons niet bekend dat deze plannen uiteindelijk geconcretiseerd werden.
Wat we wel weten is dat het weer wisselvallig was en dat het zoals elk jaar zeer druk was in het centrum van Leest.
Kunstkring Kwak opende op woensdag 26 maart zijn jaarlijkse tentoonstelling en beet daarmee de spits af van een lange reeks activiteiten. Aquarellen van Stefan De Laet, foto’s van Paul Van Roy, gebakken potten van Georges Herregods, voor elk wat wils in de “Drij Gapers”.
De Mechelse schepen Van de Velde opende zaterdag de 13de Leestse Handelsbeurs in aanwezigheid van de heren Jorissen, Vloebergh en oud-burgemeester Vanroy .
Onder de blikvangers 250 ééndagsreizen te winnen op Paasdag door het toegangsticket te controleren. De eindnummers 1, 4 en 8 gaven allen recht op een reisje naar Walibi, de Efteling, Blankenberge en Fantasialand.
De gepensioneerden toonden hun handwerk en het Davidsfonds stelde dit jaar“fruit uit de hele wereld” tentoon.
Naast de fruittentoonstelling hield de Chiro-Leest haar bar “het zesde gebod” open, een gezellige bedoening.
Voetspoor bracht de laatste werken van Tony Baarendse, Karel Soors, Friede Willems en verwelkomde hun gasten Emiel De Leers en Jan Hermus.
De kinderen van de SBS hielden ook een opendeurdag. In de tentoonstelling van het gepresteerde werk werden heel wat Paas- en andere ideeën verwerkt.
Maar ook de zeeklassen kwamen aan bod. In piepschuim werden vissen en bootjes geconstrueerd, schelpjes vormden bloemen en de visdiefjes vlogen door de lucht. Maar ook Thiebroek stond in de belangstelling. De knappe minituintjes en de reliëfkaart van België vervaardigd in gedroogde groenten gaven het geheel een natuurminnend tintje.
Korneel was van de partij evenals de kleinveebond “Het Rijke Nest” met konijnen, kippen, duiven, vogels, geiten, paaskuikentjes, enz. in een tent in het centrum van Leest. Daar was ook een antiekmarkt waarvan de opbrengst ging naar de gehandicapte kinderen van de Belgische militairen voor een Lourdesreis, op initiatief van aalmoezenier Herregods.
1986 – 22 maart : Volksdansgroep Korneel plantte bomen aan de Thiebroekvaart
Vertrek om 14 u. met de bus in Leest-Dorp. Terug rond 17 u. (‘DB’,maart ’86)
1986 – Zondag 23 maart :Palmzondagconcert Sint-Cecilia
Jef Lauwers richtte in zijn openingsrede een bijzondere welkomstgroet naar pastoor Lornoy, pater Damiaan, schepen Joris en de componisten, de dirigenten en Jos Vervliet van het M.V.B. De dirigenten Frans Violet en Edward De Maeyer leidden alles in goede banen en de muziekliefhebbers kregen waar voor hun geld.
“Dat de Leestse muzikanten kunnen blazen, hebben ze in het verleden reeds bewezen. Met hun twee wereldtitels, hun diverse nationale successen en ereplaatsen behoren ze tot het kruim van de Belgische topfanfares. Ze zijn dan ook altijd graaggeziene gasten op festivals, concerten of muzikale evenementen.
Zo had de Leestse fanfare de eer om tijdens het Pausbezoek de Grote Markt van Mechelen vol feestmuziek te stouwen. Ook vertegenwoordigde ze onze grootstad tijdens de Mechelse Week in Middelkerke. Men was reeds enkele keren te gast in de B.R.T.-studio’s en de Internationale Concertwedstrijd, tijdens de Ceciliafeesten wordt tot achter het ‘ijzeren gordijn’ als een befaamd concour aanzien.
Maar er zijn genoeg Leestenaars die hun fanfare niet kennen of nog nooit horen spelen hebben. Daarom is het voor hen een unieke gelegenheid om op Palmzondag naar het jaarlijks concert van hun fanfare te komen. De dirigenten Frans Violet en Eduard De Maeyer trekken de lijn door van het Aperitiefconcert en zullen samen met hun muzikanten het lichtere genre aanspreken.
…
Tijdens deze avond worden er eveneens enkele mensen in de bloemen gezet. Ze worden gehuldigd voor hun reeds bewezen diensten en inzet voor de fanfare en de volksmuziek.
Een afvaardiging van het Muziekverbond van België zal hen de medailles en eretekens overhandigen. Hieronder volgt een lijstje van de gevierden.
65 jaar erelid60 jaar erelid50 jaar erelid
De Bruyn Hendrik De Prins Ferdinand De Prins Frans
De Prins August Polspoel Benoit Verschueren Victor
Geerts Juliaan
Potoms Gustaaf
Verschuren Louis
50 jaar muzikant35 jaar muzikant25 jaar vaandeldrager
Walschaerts André De Borger Hubert Lauwens Karel
De Maeyer Eduard
Huybrechts Leopold
Lauwens Antoon
Lauwens Hendrik
Van Asch Jozef
Vloeberghen Jules
(Bart Lauwens in ‘DB’ van maart’86)
En dezelfde auteur publiceerde de maand nadien in het maandblad :
“Een goed gevulde zaal met een heleboel bekende gezichten uit de muziekwereld wachtte ons op. Nadat de K.Fanf. St.-Cecilia had plaats genomen op de ‘bühne’ wenste Jef Lauwers, de spreker van dienst, ons een aangename concertavond toe.
De muzikanten staken van wal o.l.v. Frans Violet. Een vleugje Itaiaans van Julius Fucik streelde onze oren. Z’n werk ‘De Florentiner mars’ werd gebracht in een bewerking van R. Barsotti. Een gezwinde opening met een azuurblauw kleurtje. Vooral het thema deed mij denken aan de films van Fellini en andere Romeinen.
André Waignain, een ex-jurylid van het I.C.W. en een bekend Belgisch componist, was de auteur van het volgende nummer. ‘Happy Fantasy’ was aan de orde. Een Amerikaanse intro : swingende negers, ruime boulevards vol neonlicht en snelle Amerikaanse cars. Na deze intro droomden we zalig verder en tuimelden plots in een fikse wandeltocht door één van de groene parken vol zonnekloppers en joggers. De eindstreep bereikten we afgemat maar gelukkig.
En dan kwam de populaire muziek weer op de proppen. Met het thema van ‘Mistral’s daughter’, beter bekend door de hit van Nana Mouskouri ‘Only love’ belandden we in de romantiek. Kort maar goed !
Jan Segers is ook geen onbekende in ons midden en bezit heel wat internationale faam. Eén van zijn jongste werken ‘Flashes foor Band’ was dus het volgende werk op de pupitter. En dat er met pijlen geschoten wed, moet je maar vragen aan de aanwezigen.
‘Wie betaalt de veerman’ kent iedereen nog door het feuilleton op de B.R.T. Trommel en trompetten zetten onze veerpont in beweging. Klank en kleur uit het verre Griekenland. Met het volgende nummer bleven we nog even hangen bij de beeldbuis. ‘The Hustle’ van McCoy is het overbekende thema van het feuilleton ‘Love Boat’. Van het veerpond overschakelen naar een luxe-cruiseschip is een hele stap. Voor de Leestse fanfare vergde dit geen problemen. Met een stevige bries in de rug kliefden we de woeste baren van de muziekzee. En dan was het pauze…
Lekker kouten met mensen die je al zo lang niet meer gezien hebt. Een pilsje of een palmke hijsen. Relaxen !
Het tweede deel van dit concert werd ingezet met de gekende ‘Eeuwfeestmars’ van Jozef Aerts. Deze inwoner van Blaasveld heeft van jongsafaan z’n hart aan het fanfareleven verloren. Zijn mars ‘Recht door zee’ wordt door elke muziekliefhebber gerespecteerd.
Jozef Aerts genoot als aanwezige dan ook van deze puike uitvoering.
Onze Mechelse beiaard is over gans de wereld gekend. In het land van de kopermuziek, Engeland, is men jaloers en tracht men het klokkegeluid na te bootsen met cornets. De ‘Cornet Carillon’ van Roland Binge klinkt echter even mooi als de Mechelse. Dat zal dan wel aan onze cornet-virtuozen gelegen hebben.
Met de ‘Second Suite in F Major’ van Gustav Holst heeft onze fanfare reeds mooie prijzen gehaald op nationale en internationale wedstrijden. Vandaag presenteerde men het 1e en 4de deel aan het publiek. Derek Broadbent had dit sublieme stuk mooi gearrangeerd. De mensen wisten dit dan ook te appriciëren. John Miles had in de late zeventiger jaren een kanjer van een hit met ‘Music’. Deze superplaat kraakte alle hitlijsten. Derek Broadbent, de man van daarnet, arrangeerde dit werk voor Brassband. Onze fanfare explodeerde uit zijn voegen tijdens de uitvoering en velen kregen er koude kriebels van. Verdiend applaus steeg na afloop vanuit de zaal.
Voor dat het laatste nummer aangekondigd werd, ging men over tot de huldiging van enkele trouwe ere-leden, muzikanten en bestuursleden. De Heer Jos Vervliet van het muziekverbond van België groette in korte woorden het publiek en speldde met veel ijver de medailles op de revers van de gevierden.
Ter afsluiting vulde men de zaal met hemelse, Weense muziek van Johan Strauss. De ‘Radetsky Mars’ als Top of the Bill. Zoals ook met het Aperitiefconcert was er ritmisch handgeklap ter begeleiding van deze prachtige mars. Een toegift was dan ook niet uitgesloten. Sommige toeschouwers zongen mee van ‘en we gaan na Mexico’. Alleen de spandoeken ontbraken nog.
Hierna volgen enkele reacties van aanwezige concertgangers of deelnemers :
-Frans Violet (dirigent) : ’t was een goed concert met veel lichte muziek. Dat boeit de mensen het meest. Ik vond het een waar genoegen dat er ook vele muzikanten van andere fanfares naar de band kwamen luisteren.
-Maria van Liza : Formidabel concert ! Zij zijn nog niet versleten. Mijn man, den Dré, werd gedecoreerd voor z’n 50 jaar muzikant zijn. Hij toetert al 50 jaar op zijn instrument en doet nog steeds zijn best !
-André Walschaerts (haar man en 50 jaar muzikant) : ’t Was heel tof. We hebben goed gespeeld. Er was muziek te horen. ‘k Ben heel gelukkig met die medaille op mijn borst.
-Hubert De Wit (trouw concertganger) : ’t Was goed. Fouten worden er overal en altijd gespeeld. Daarvoor zijn ’t liefhebbers.
-Jozef Aerts (componist) : Traditioneel goed. Een aangename avond. Er was voor iedereen wat. De ‘Florentinermars’ was zeer goed. ‘Only Love’ klonk zeer romantisch. ‘The Hustle’ was goed. Mijn eigen mars vond ik zeer goed gespeeld. Elke uitvoering die ik hoor is steeds anders. Deze was een mooie interpretatie. ‘Music’ was fantastisch. De ‘Cornet Corillon’ vond ik speciaal. Het effect met die cornets is geweldig ! Aan de uitvoering van ‘Music’ hoor je dat Frans Violet hier dirigent is. Iemand die vandaag niet content was, is een fanatiekeling.
Het is niet de eerste keer dat de bewoners van Leest-Dorp en die van de Leestsesteenweg vragen om een uitbreiding van de buslijn nr. 6.Langs de Hoge Weg en de Battelse Bergen maakt de bus een kleine lus en keert terug naar het station en het centrum van Mechelen. Het stadsbestuur heeft de vraag van de bewoners van Leest doorgespeeld aan de Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen en daar werd gezegd dat men bereid is op de vraag in te gaan indien er genoeg belangstelling is vanwege de bewoners. Daarom wordt, op initiatief van het stadsbestuur, een enquete georganiseerd waar huis aan huis aan de bewoners zal gevraagd worden of het verlengen van de buslijn tot in Leest voor hen van belang is. Naargelang van het resultaat van deze enquete zal wel of niet worden ingegaan op de vraag.De voorstanders van de uitbreiding hopen dat de bewoners deze kans zullen grijpen.” (GvM, 27/3/86)
1986 - Parochieblad 27 maart : Biechtvieringen
“De private biecht in de biechtstoel blijft de ideale vorm van sacramentele verzoening. Daarnaast zijn er algemene biechtvieringen in onze kerk met Witte Donderdag om 19 u. en met Paaszaterdag om 19 u30. In deze vieringen komt er vanaf dit jaar een belangrijke wijziging. Voortaan wordt er geen gezamelijke of algemene absolutie meer gegeven, d.w.z. de aanwezige gelovigen worden uitgenodigd naar voren te treden om langs een korte belijdenis (bv. “ik heb spijt” of “ik vraag vergiffenis” of “God, wees mij genadig” of “ik heb gezondigd”) hun berouw daadwerkelijk uit te spreken. De priester zal dan individueel de absolutie geven door de woorden : “ik onsla u van al uw zonden, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.”
1986 – Zaterdag 22 maart : Prijsuitreiking KWB-Kaartkampioenschap
Vond zoals gewoonlijk plaats in “Ons Parochiehuis”.
Het etentje was samengesteld uit Goulash, fritten en wijn.
Na de prijsuitreiking volgde een gezellig samenzijn met Studio Kariek.
Deelnameprijs was 200 fr per persoon.
111 verschillende kaarters namen deel aan één van de 12 kaartavonden van het kampioenschap, een gemiddelde van 16 tafels.
Het hoogste puntenaantal op 1 avond werd behaald door Juul Sellslagh (150) en de laagste score door Raymond De Prins (70 slagen).
Het hoogste puntenaantal over de 12 avonden werd behaald door Jozef Vloeberghen maar
om kampioen te worden telden de hoogste acht scores en hier stond geen maat op Eduard Diddens die met 931 punten kampioen werd (zie foto). Tweede werd Jozef Vloeberghen met 919 punten en 3de werd TheofielDe Prins met 913. (GvM)
1986 – 22 maart – Gazet van Mechelen :
Sint Cecilia uit Leest, een klasse apart
Een muziekvereniging die steeds hoge toppen scheert is de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia uit Leest. De geschiedenis van deze succesvolle vereniging mag dan ook eens grondig doorgelicht worden naar het brede publiek toe. De statuten van de muziekmaatschappij St.-Cecilia werden vastgelegd in de bestuursvergadering van 26 augustus 1899.
Stuwende kracht achter de geboorte en verdere ontplooiing was vooral Theophiel Verschueren, grootvader van de huidige voorzitter. Hijzelf nam van bij de start, tot aan zijn dood in 1942, het ambt van voorzitter waar en was tevens van 1924 tot 1927 burgemeester van Leest.
Het eerste officiële optreden dateert van 6 december 1899 en vond plaats in café “Het Kruispunt”. In 1902 ontvingen de muzikanten hun eerste pet, waarde 2,50 frank en ook een naamplaatje “Sint-Cecilia Leest” werd eigendom van de maatschappij.
De standaard, nu nog steeds in dienst, werd reeds van bij de oprichting aangekocht.
Al snel werd er deelgenomen aan verscheidene “concours”. Onder leiding van de muziekchefs Louis Verbeek en zijn zoon Ferdinand uit Tisselt, werden tussen 1900 en 1934 zowat 24 medailles verzameld.
Na het afsterven van deze twee verdienstelijke dirigenten nam Rik De Bruyn in 1938 de zware taak op zijn schouders.
Gedurende de oorlogsjaren 1940-45 lagen de muziekactiviteiten stil, maar onmiddellijk daarna werden alle overgebleven muzikanten weer opgetrommeld. Voornamelijk onder impuls van ondervoorzitter Frans Piessens en dirigent Rik De Bruyn.
Pieter De Prins, burgemeester van 1944 tot 1954 nam het voorzitterschap waar en samen met zijn bestuur bundelde hij de krachten om tot een Sint-Cecilia-familie te komen.
De 38 diploma’s, eretekens, wimpels, bekers en andere trofeeën die ze behaalden getuigen van hun enorme geestdrift. Het was trouwens onder de dirigeerkunst van Rik De Bruyn dat gedurende 20 wedstrijden uitsluitend eerste prijzen werden behaald, waarvan 12 met lof van de jury. Onder zijn bewind werd ook voor de eerste maal deelgenomen aan een kampioenschap in eerste afdeling en behaalde men onmiddellijk een eerste prijs met lof van de jury en 95%.
De viering van het zilveren jubileum had reeds plaats gehad in 1924, maar ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan richtte de fanfare in mei 1949 een grote internationale muziekwedstrijd in. Een 40-tal maatschappijen uit alle Europese landen namen deel aan deze voorloper van de latere Sint-Ceciliafeesten. Gelijktijdig met dit feest werden ook Gaston Busschots en Frans Robijns als gouden jubilarissen gevierd.
Het jaar 1951 werd een nieuwe mijlpaal in het bestaan van de fanfare. Door toedoen van de koning kreeg Sint-Cecilia de machtiging van dan af de naam te dragen “Koninklijke fanfare St.-Cecilia”.
Ook op de wereldtentoonstelling augustus 1958 ontbrak de maatschappij niet, en ze vergastten er de vele bezoekers op een uitstekende stapparade en een prima concert.
In 1960 werd met een jaar vertraging het 60-jarig bestaan gevierd. Het ging gepaard met een Internationale Korps- en Marswedstrijd waaraan 43 muziekverenigingen deelnamen. Rik De Bruyn overhandigde in 1965 zijn dirigeerstok aan Theo Fierens, twee jaar nadat hij zijn zilveren jubileum als dirigent gevierd had. Theo Fierens bouwde het werk van zijn voorganger verder uit en zorgde ook voor een meer doorgedreven opleiding van de jonge muzikanten.
Het behalen van eerste prijzen werd onder zijn leiding verder gezet. Slechts acht jaar later werd hij opgevolgd door Frans Dierckx. Deze dirigent drong er bij het bestuur vooral op aan om slechts muzikanten met een degelijke muziekopleiding tot het korps toe te laten. En ook het bestuur bleef niet stilzitten. Met de komst van Pol Piessens als voorzitter werd in 1959 een eerste verjongingskuur aangegaan, en werden ook steeds meer contacten gelegd met buitenlandse groepen.
Vic Verschueren, de huidige voorzitter, volgde Pol Piessens op in 1965, en had met zijn zes werkende en musicerende zonen een groot aandeel in de daaropvolgende successen en in de beklimming naar de top van de Belgische liefhebberskorpsen.
In mei 1972 werd de start gegeven van de alomgekende en befaamde Ceciliafeesten-Leest en dit met de 3de internationale stapmarswedstrijd.
Een 4de Intern. Stapmars- en Showwedstrijd werd georganiseerd ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan. Engelse, Nederlandse en Belgische groepen, uitverkoren onder 117 kandidaten, traden tegen elkaar in het strijdperk.
Het was buurman “Kon. Fanf. Concordia” uit Tisselt die het hoogste puntenaantal scoorde in de hoogste afdeling.
In 1975 organiseerde Sint-Cecilia dan het Europees kampioenschap voor Brass Bands en in juni 1976 was de eer, voor de inrichting van het Europees kampioenschap Harmonieën en Fanfares, weer voor Sint-Cecilia weggelegd.
In september van dat jaar werd de zeer gewaardeerde musicus J.P. Leveugle als dirigent aangeworven, en nooit tevoren werd in Leest zoveel muziek gestudeerd en geoefend als toen Edward De Maeyer moest bijspringen als onderdirigent.
Slechts twee maanden nadien werd de K.F. Sint-Cecilia provinciaal kampioen derde afdeling.
De titels begonnen zich op te stapelen en gestaag beklom de vereniging de ladder der afdelingen. In 1978 kwam ze op de wereldkampioenschappen in Kerkrade reeds uit in de afdeling uitmuntendheid en inderdaad, ze behaalde de eerste prijs en de gouden medaille. De K.F. Sint-Cecilia uit Leest bleef vier jaar lang wereldkampioen. Het werk van J.P. Leveugle had zijn vruchten afgeworpen.
In 1979 werd het 80-jarig bestaan uitbundig gevierd.
Niet minder dan 19 ereleden met 50 jaar “dienst” werden in de bloemetjes gezet. Victor Robijns met 69 jaar activiteit werd extra op het voorplan gezet.
Ook de jeugdfanfare trad dat jaar op het voorplan. Hun eerste officiële deelname aan het Intern. Muziekfestival werd voor hen en hun dirigent Ward De Maeyer een geweldig succes : meteen een eerste prijs.
1980 kreeg een domper op de successen, Ere-voorzitter Leopold Piessens overleed plotseling. Zijn vrouw Angèle Piessens-Van Praet aarzelde niet om de leemte op te vullen.
In 1981 plaatste de K.F. Sint-Cecilia opnieuw een prestatie van formaat : ze werden wereldkampioen in de ere-afdeling, tweede divisie, met een ongeëvenaard hoog puntenaandeel. Dirigent J. P. Leveugle werd letterlijk op de schouders gedragen.
1982 werd het jaar van het gala-concert op het congres van het wereldmuziekverbond, en de bekroning als laureaat ere-afdeling van een nationaal toernooi in Brussel.
En in 1983 werd nog maar eens een Belgische kampioenstitel aan het rijke palmares toegevoegd. Van dan af werd er gewerkt naar de wereldkampioenschappen 1985 in de Superieure Afdeling. In maart ’85, in volle voorbereiding van het jaarlijks Palmzondagconcert ontvangt het bestuur het schriftelijk ontslag van Jan Piet Leveugle. Wrijvingen binnen de vereniging waren aanleiding tot het afscheid van de zo gelauwerde dirigent. Maar Sint-Cecilia laat het hoofd niet hangen. Frans Violet neemt zijn plaats in en Edward De Maeyer komt als tweede dirigent meer op het voorplan. Het Plamzondagconcert werd prima afgewerkt, maar voor de wereldkampioenschappen werd forfait gegeven.
De Koninklijke fanfare Sint-Cecilia werd evenwel uitverkozen om het bezoek van de Paus aan de stad Mechelen muzikaal op te luisteren. Een nieuw succes in de lange rij !
Op tweede kerstdag 1985 werd de vereniging opnieuw getroffen, ditmaal door het overlijden van penningmeester Bert Robijns. De rekenkundige knobbel werd opgevolgd door muzikant Yves De Wit.
Dit jaar kende de vereniging reeds ruim succes met haar aperitiefconcert en met de jaarlijkse restaurantdagen. Maar nu wordt alle aandacht gespitst op het komende Palmzondagconcert van 23 maart. Op het programma staan ernstige en ontspannende werken, doorspekt met bekende melodieën.
Frans Violet en Edward De Maeyer, zullen samen met hun muzikanten weer borg staan voor een fantastisch muziekavondje uit. Tevens worden 19 leden en ereleden gehuldigd voor bewezen diensten en jaren activiteit. Het concert begint te 19u30 en heeft plaats in de zaal Sint-Cecilia.
JT”
Foto’s :
-Rechts KWB-kaartkampioen Eduard ‘Warre’ Diddens.
-De dirigenten Edward De Maeyer en Frans Violet werkten keihard om met hun muzikanten de hoogste toppen te kunnen scheren.
-Een gedeelte van het bestuur : een hechte groep die weet wat ze wil en die de grenzen van de mogelijkheden steeds weer verlegt.
1986 – Maart : Madre Juanita (Jeanne De Boeck) met verlof
“Onze dorpsgenote Jeanne De Boeck (madre Juanita in Chili) komt in de loop van de maand april met verlof, - een enige gelegenheid voor ons allen om eens na te kijken wat wij kunnen missen aan zaken die zij ginds broodnodig heeft zoals :
Geneesmiddelen – versleten lakens (om verband van te maken) – kleren – schoenen – schoolgerief – speelgoed – natuurlijk is dit alles nog in bruikbare staat !
Men kan van nu af alles afgeven bij :
Yvonne De Beck, Hombekerkouter Hombeek, Bertha Verbruggen, Elleboogstraat 29 en op de Pastorij te Leest.
Geldelijke steun kan altijd gestort op de rekening van Jeanne De Boeck, Hombekerkouter, Hombeek.” (‘DB’, maart ’86)
1986 – Maart : S.M. Mario Diddens vanuit de BSD
“Hallo, Leestenaars,
Ik vond even tijd om mijn pen ter hand te nemen en dus schrijf ik een brief naar jullie van op Duits grondgebied.
Ik ben nu een kamp aan het doen te Büren, we moeten hier wacht lopen. De dagen gaan hier wel snel voorbij, ook al krijgen we niet veel kans om te slapen. Het eten is hier ‘heel’ goed, maar we krijgen ‘veel’ te weinig of we krijgen ’s middags om half twee eten en ’s avonds moeten we om vier uur terug eten omdat we de wacht op loeten !
We kunnen bijna elke dag naar de video kijken, dus zien we hier veel films. Er zijn dan goede en slechte films, maar hiet zijn ze soms zeer slecht.
Indien er onder jullie enkelen willen schrijven, dan kan dit naar :
Voor 20 maart : S.M. Diddens Mario, V&W Cie 1 Cg, SPB1 Büren 4090 BSD.
Na 20 maart : S.M. Diddens Mario, 1e Cy – B Cie, 2e Pl. Kamer 209, S.P.B. 14, 4090 BSD.
Tot weerziens !
Mario.”
(‘DB’, maart ’86)
1986 – 1 maart : Afzwaaifuif Oud-Chiroleiding
(‘DB’, februari ’86)
1986 – Vrijdag 7 maart : Tweede Culturele avond van Vevoc
In een goed gevulde parochiezaal mochten de inrichters zich verheugen op vijftien kwisploegen, elk bestaande uit vijf personen en bedacht met kleurrijke namen als De Slimmekes, de Sluiters, enz.
Kwismaster en -organisator Tony Doms had de kwis opgedeeld in ronden, die 13 onderwerpen behandelden.
Winnaar werd Zaalvoetbalclub Leest voor de Slimmekes en de Gapers. In het tweede gedeelte van de avond startte Jo Van Beersel zijn optreden in het luik “kleinkunt” met enkele eigen composities en een reeks Boudewijn De Groot-successen.
Het duo Johan Feskens – Agnes De Smedt stond borg voor een waterval van zuivere klanken en een kristalhelder stemgeluid. Nummers van Simon & Garfunkel, Ralph McTell, Tom Paxton, enz. kwamen dan ook uitstekend tot hun recht. (‘DB’)
1986 – Zaterdag 8 maart : Knal TD van V.V. Leest
Met Discobar ‘Power Limits’.
Start 20 u, in het chalet van V.V. Leest met gratis tombola op de inkomkaarten. (Folder)
1986 – Zondag 9 maart : Mode & Kapselshow in zaal Sportcentrum Leest
Harry Van Hest stelde de “Modelijn lente zomer ‘86”” voor.
Een realisatie van Verveckens Artiesten Klub. (Folder)
1986 – 9 maart : Opendeurdag Vrije Basisschool
(‘DB’, februari ’86)
1986 – Donderdag 13 maart om 20 uur : Wijn maken en proeven met SVV-Leest
De specialisten van de wijngilde “Balsemien” Leest vertelden er alles over en lieten (gratis) proeven. Dit alles in zaal Sint-Cecilia. (Folder)
1986 – 16 maart : Brief van Juanita De Boeck vanuit Chili
“Lieve Medezusters, Liefste Familie en Vrienden,
Weer zijn we de grote feestdag van Christus’verrijzenis nabij. Daarom wens ik U allen vreugde en hoop in Jezus Christus. Pax zei Jezus aan zijn apostelen. Mocht deze wens ook voor u in vervulling gaan en zo voor de hele wereld.
Hier zijn de bomaanslagen aan de orde van de dag. We zitten weeral af en toe zonder licht. Ik denk terug aan de oude tijd toen alles met kaarslicht ging.
Verder is het dagelijks gespek hier de komeet Halley, de Filippijnen, de keuze in Frankrijk, de verslaafdheid aan alles en nog wat in de wereld en de tennis.
Tussen dat alles door moeten we lopen van hier naar ginder : aankopen voor de bouw en voor de 66 kinderen die alles nodig hebben voor de heropening van de scholen.
Ik deed recollectie met de apostolische groep van de grote parochie en nu de voorbereiding van de zangen van de goede week, die ik al 17 jaar leid in onze wijk.
Ook zijn we weer herbegonnen met de voorbereiding van de 1e communie. We hebben in de campo een serre geïnstalleerd. Gisteren namen we ze in gebruik en zullen binnenkort de eerste planten tegen de winter hier (juni) zien opschieten.
Buiten al dit werk hebben we ons gewone werk : polykliniek, zieken en bedlegerigen en al de zwervers. En er zijn er nogal wat voorbij gekomen. Mensen die verloren waren, kinderen en oudjes, zware zieken die ze brachten, 1 blinde vrouw, 1 in verwachting, 1 met een kindje van 1 dag oud, oude vrouwtjes die niet meer wisten waar ze woonden. Dit jaar uitzonderlijk dramatisme. Gelukkig hebben we goede oplossingen kunnen vinden.
Drie van onze kinderen moeten geopereerd worden : 1 is al terug thuis, blijven er nog 2 !
Ook Jovita, mijn rechterarm, werd geopereerd en is de presidente van onze raad. Tot hiertoe is alles goed verlopen. Het verder nieuws mondeling.
Ik kom om 19.05 u. 5 april aan in Zaventem met Iberia over Spanje. Ik hoop jullie goed weer te zien en kom wat verpozen op Vlaamse bodem. Lieve groeten.
Menu : aspergeroomsoep – normandische tongen – kalkoengebraad met fruit/champignons en kroketten – koffie met gebak.
Prijs leden 400 frank, niet-leden 700 frank.
1986 – Zaterdag 22 februari :Oud-papier inzameling Chiro
Deze inzameling was ten voordele van de bouwplannen van deze vereniging. (folder)
1986 - 22 en 23 februari : Jaarlijkse Eetdagen K.F. St.-Cecilia
In deze ‘dagen zonder afwas’ hadden de gasten volgende keuzemogelijkheden :
-Aperitief ‘Cecilia’ (60 fr.)
-Voorgerecht : kaaskroketten (60 fr) of toast met heilbot (120 fr.)
-Tomatensoep met balletjes (50 fr.)
-Steak au poivre of nature & frietten (325 fr.)
-Steak a la sauce bearnaise & frietten (350 fr.)
-1/2 kip natuur & frietten (200 fr.)
-Goulash & Frietten (200 fr.)
-Nagerecht : -dame blanche met slagroom (80 fr.) of biscuit (50 fr.).
Inschrijven kon bij de volgende bestuursleden : De Borger Bert, De Wit Yves, Lauwens Antoon & Bart, Lauwens Franky, Lauwens Rik, Lauwers August, Lauwers Jef, Moons Jan, Piessens Frans, Vandeputte Johan, Van Loo Marcel, Van Medegael Diane, Van Praet Angele, Verschueren Kamiel, Verschueren Vic & Emiel. (Folder)
1986 – Vrijdag 28 februari : 3de Grote Kaartavond Brandweer Mechelen
In Ons Parochiehuis, Kouter Leest ingericht door de Personeelskring afdeling Brandweer Mechelen. Met 30.000 frank aan waardevolle prijzen. Deelname : 80 frank.(Folder)
1986 – Maartnummer ‘De Band’ : In de kijker : RIK SIMONS
“Rechtover de pastorij woont de familie Simons : de moeder Roos met haar 2 zonen Sooi en Rik. Met Rik hadden we een afspraak gemaakt om eens te praten over zijn loopbaan in de ‘gelagen’ van de rupelstreek.
We werden ontvangen in de ‘voorplaats’ –zoals dat vroeger genoemd werd. De mensen hadden speciaal voor onze ontvangst het stoofken aangestoken. De kunstig bezande glasramen in de deuren en het marmere schouwken in die plaats getuigden van de welstand der vroegere bewoners.
-Rik, hoe oud waart ge toen ge in de gelagen begonnen bent ?
-Ik heb eerst in de tuinwijk van Boom, in de H. Hartschool, school gelopen, tot mijn veertien jaar en dan, na het zesde leerjaar onmiddellijk in de gelagen gaan werken bij de gebroeders Frateur. Het moet toen in 1950 geweest zijn.
-En je eerste pree, viel die een beetje mee ?
-Veel was dat nog niet, dat moet zowat 6 à 7.000 fr. per veertien dagen geweest zijn.
-En wat was je eerste werk ?
-Ik ben begonnen met ‘afdragen’, dat is lege vormen aandragen en gevulde weer wegbrengen. In die houten vormen werd telkens door een steenmaker klampsteen met de hand in geperst.
-Zwaar werk ?
-Neen, daar was niets zwaars aan. De veertig-urenweek bestond wel nog niet. We begonnen toen om 7 u. ’s morgens tot 5 uur ’s avonds. ’s Zaterdags werkten we tot 12 uur. Maar we hadden wel een uur en half schaft : ’s morgens een kwartier, ’s noenens een uur en ’s namiddags nog een kwartier.
-En die afdragers, welk soort arbeiders waren dat ?
-Allemaal schoolverlaters, bijna allemaal meisjes. Ik werkte enkel met meisjes, dat heeft zo één jaar geduurd. Als ik vijftien jaar was werd ik te groot en moest er mee stoppen.
-Waarom ?
-Ja, de meisjes konden dat lang doen, maar de enkele jongens moesten er rap mee stoppen. Het was voor de jongens te zwaar voor de rug.
-En voor de meisjes dan ?
-Jongens zijn dan wat groter als meisjes en om de vormen op te rapen bukken zij zich met een kromme rug. De meisjes zijn een beetje kleiner en die krommen hun rug zo niet maar plooien meer de knieën.
-Dat kon jij toch ook ?
-Dan kwam ik niet meer recht jong ! Op vijf minuten stijf. ‘k Ben met afdragen dus gestopt en dan ben ik bij ‘Coppens’ (Leens-Huysman) gaan werken. Daar moest ik mandjes vullen met kolen. Die mandjes met ongeveer 5 kg. kolen moest ik dan omhoog geven aan mannen die hoger stonden en die dat op de steenlagen omkapten. In zo’n klampoven werkten ze met vier lagen steen en tussen elke laag moesten we kolen leggen.
-En daarna ?
-‘k Ben dan terug naar Frateur gegaan om aan de machine te staan. Langs ene kant kwam de klei erin, aan de andere kant kwam hij er weer uit als een rechthoekige worst die ik met 12 draden in baksteenformaat moest doorsnijden. Wij losten elkaar af, een half uur snijden – een half uur afdragen, enz. Lang heb ik dat ook niet gedaan, ‘k werd dat moe en ik ben dan bij mijn broer gaan werken. Dat was bij de ‘Hollanders’ Peeters – Van Mechelen. Daar heb ik wagonnetjes vol gebakken stenen van de oven naar het water geduwd om ze in de schepen over te laden. Ondertussen was ik negentien geworden en moest ik voor 18 maand naar ’t leger. Mijn opleiding was in Lombardzijde en dan vloog ik naar het 33e artillerie als chauffeur in Lüdenscheid.
-Had je na ’t leger dan geen goesting om als chauffeur gaan te werken ?
-Neen, ik ging veel liever terug ’t gelaag in. Daar was veel meer te verdienen. En voorts ’t was daar plezant werk met de hele kliek en als chauffeur ziet ge niets anders dan de auto en ge zit er altijd alleen. Ik ben dan voor dezelfde firma in Niel gaan ‘uitzetten’.
-‘Uitzetten’ wat is dat nu weer ?
-Dat is de gebakken steen uit de oven in de bakken zetten die daarna op de wagentjes werden geladen.
-Wanneer naar Leest komen wonen ?
-Een jaar voor ik bij de troep moest is onze boerderij afgebroken om er klei onderuit te halen, en zo zijn we uit Boom weggemoeten en via ‘Den Boer’ hebben we te weten gekomen dat er hier een boerderij te huur stond. Zo zijn we hier gekomen. Winter en zomer ben ik dan met de velo naar Boom en Niel gaan werken.
-Rik, als enige jongen heb je altijd tussen de meisjes gewerkt en toch nooit aan een lief geraakt ?
-Ja, maar daar waren nog jongens…’k ben wel met eentje meegegaan, maar was dat rap moe, ze woonde wel een kwartier rijden ver…
-Je reed wel drie kwartier naar je werk !
-Ja, maar naar mijn werk zat ik er niet mee in, maar naar haar vond ik het ver.
-Nooit in staking geweest ?
-Neen, altijd gewerkt. Alleen met onze feestdag –St.Pieter en Paulus- dan werkten we niet. We trokken dan met heel de kliek, mannen, vrouwen, jongens en meisjes, van de ene café naar de ander. Drinken, zingen en dansen, geheel de dag. Dat was plezant zeg. Als we dan ’s avonds thuis geraakten was het zo plezant niet meer – oei…, oei…
-Toch altijd goed thuisgeraakt ?
-Ja, dat wel, soms kapte ik me wel eens onderweg af om ergens een goei pauze te doen, of ik bleef al eens op ’t werk slapen.
-Hoezo ?
-Na ’t werk gingen we ’s vrijdags altijd ene drinken of al eens meer dan een, en als ik mijn velo niet meer wist staan bleef ik in de oven slapen. ’t Was daar warm genoeg en dan was ik ’s morgens altijd op tijd aan ’t werk. Daar lagen er trouwens altijd genoeg – ge waart er nooit alleen.
-Is het waar dat ge op cafeé niet moest betalen ?
-Ja, dat was de gewoonte, we gingen altijd in café’s waar dat ze ons kenden en we betaalden nooit. Als ik mijn pree aan ons moe had afgegeven ging zij daarmee op stap en betaalde alles van de voorbije periode. Alleen in de café’s waar dat ze ons niet kenden betaalden we. Maar ik ging meestal dicht bij ’t gelaag bij Gustake, ze was een beetje van mijne leeftijd…
-Wanneer zijt ge gestopt met werken Rik ?
-Ik ben blijven uitzetten tot mijn baas men pensioen ging en de zaak stopte. Daarna heb ik nog drie jaar bij Verbeemen in Mechelen in de gieterij gewerkt. ’t Was er goed, ik werkte er doodgaarne, maar dan is het daar slechter gegaan en volgden er afdankingen. Die met zo weinig dienstjaren als ik moesten naar de dop. En zo komt het dat ik nu al een jaar of drie aan de dop ben. Nu wordt ik er vijftig en dan ben je te oud om nog aan werk te geraken, de jongeren gaan voor.
-Moest ge opnieuw kunnen beginnen zoudt ge terug naar de gelagen gaan ?
-Ja, ‘k heb er een schone tijd gehad, en ik kon er schoon geld verdienen.
-Nu zonder werk, Rik, verveel je je niet ?
-Nee, ik slaap wat langer, lees mijn gazet op ’t gemakske, duiven verzorgen. In de zomer ben ik veel weg, duiven lappen, boeken lezen, met de hond gaan wandelen. Alleen TV-kijken doe ik niet, mijn ogen kunnen er niet tegen. Als ik een boek lees en een fleske bier naast mij heb vliegen de uren zo voorbij.
Zo verliep ons praatje met Rik. We wensen hem nog veel geluk met de duiven, mooie boeken, goed wandelweer en nu en dan een fleske bier. Het ga je goed Rik !”
Foto’s :
De woning van de familie Simons in de Pastoor De Heuckestraat, respectievelijk in de jaren 1981 en 2013.
Het domein Scheyvaert, gelegen in het hartje van het Blaasvelds Broek, is opnieuw bewoond. Hans Van Praet, vrouwtje Veerle en de bengels Nander en Kaat hebben er een 14-tal dagen geleden, beroepshalve hun intrek genomen.
Hans is van kindsbeen af sterk geïntresseerd geweest door bos en groen. De boswandeling die hij regelmatig met zijn vader maakte en een onderwijzer die meer dan een boontje had voor bos en groen, hebben beiden hun impact gehad op het feit dat Hans van zijn hobby zijn beroep heeft weten te maken. Even de hiërarchie van boswachter tot het ministerie van Vlaamse gemeenschap onder de loupe nemen.Hans hangt af van de houtvesterij te Antwerpen (Berchem). Deze houtvesterij is een overkoepelend orgaan voor een 14-tal gebieden die op hun beurt in 4 brigades zijn opgedeeld. De heer Vanden Broecke leidt deze houtvesterij. Het AROL (administratieve dienst voor ruimtelijke ordening en leefmilieu) hangt rechtstreeks af van het minsterie voor Vlaamse gemeenschap. Concreet gezien krijgt Hans zijn opdrachten van de houtvesterij. Deze opdrachten worden uitgevoerd door de dienst Bos en Groen (het vroegere Waters en Bossen). Deze opdrachten in uitvoering, bijvoorbeeld kappingen of aanplantingen geschieden dan onder het deskundige oog van Hans Van Praet.
Deze werkzaamheden beperken zich niet tot het Broek alleen. In principe mag elke gemeente over een staatsboswachter beschikken.
Daar er echter in alle gemeenten niet voldoende bos en groen aanwezig is, sluiten deze gemeenten onderling akkoorden af. Zo is Hans zijn bevoegdheid geldend voor een 30-tal gemeenten met bossen in het Antwerpse, Lier, Mechelen, Bornem, enz.
Naast deze begeleidende taak is er natuurlijk ook de controle op jacht- en visserijverloven met eveneens een controle op de vogelvangst.
Het 3de aspect van zijn taak, educatie van het grote publiek, is naar zijn eigen zeggen steeds aan belangrijkheid aan het winnen. De weetgierigheid van onze huidige maatschappij is hiervoor in positieve zin aansprakelijk. Dank zij deze positieve tendens, die in de lagere scholen met de “Week van het Bos” wordt gepredikt, is er in de toekomst op vlak van informatie naar de burger toe, nog heel wat aan te doen.
Het is ondertussen al enkele jaartjes geleden dat Hans afstudeerde aan de landbouwschool van Stabroek, maar hij is er zich nu nog meer dan vroeger van bewust dat hij als “kleine zelfstandige” in zijn bedrijf “Fauna en Flora” zich elke dag opnieuw moet inzetten en met behulp van het publiek zijn zaakje draaiende moet houden. Ook van Jan met de pet wordt er immers verlangd alle “bosregels” te eerbiedigen.”
In ‘De Band’ van Januari ’81 verscheen volgende brief van Soldaat Milicien (stamnummer 80/30468) Hans Van Praet, verstuurd vanuit Aken en gedateerd 15 december 1980 :
“De eerste september mocht ik zoals vele gelukkigen in dienst treden bij het leger. Na twee maand opleiding te Gent, één maand opleiding voor vrachtwagenchauffeur, kwam ik terecht in Dellbrück, een randstadje van Keulen. In Delbrück kwam ik bij het 1°H.C.M., dit is een mobiel hospitaal, in tijd van oorlog bevindt het zich zo een 30 km achter de gevechtslijn en het moet de ernstig gewonden verzorgen, ze terug oplappen, zodat ze de strijd kunnen hervatten.
Mij verblijf was echter van korte duur, want door een toeval kwam ik naar Aken. Hier in Aken blijf ik waarschijnlijk (in het leger is alles mogelijk) voor de rest van mijn legerdienst. Ik verblijf hier in het Medisch Huis, dit is een huis, dus geen kazerne, waar de dokter, de apotheker, de tandarts, de kinesist en de psycholoog hun consultaties doen.
De gezinnen van de beroepsmilitairen kunnen dus alhier terecht met hun kwalen.
Mijn taak bestaat eruit chauffeurke te spelen voor de dokter of wat geneesmiddelen te gaan halen voor de apotheker of iemand te vervoeren naar een ziekenhuis in Keulen of soms Brussel.
Ik heb hier dus in legerverwachtingen een heel goed leven, de boemannen van de kazerne kom ik hier niet tegen. Plus we zijn hier maar met 3 soldaatjes en zijn dan ook veel vrijer dan in de kazerne.
Ons eten brengen ze van de kazerne, wat onze collega’s daarmee uitspoken dat weet ik niet, het komt hier altijd koud en soms in rare toestand aan.
Maar ja, dat is het ergste niet, we hebben hier een gasvuur en kunnen het dan wel warmen, voor de rest is hier alle comfort, een ligbad, een kleuren-T.V., een koffiezet, een ijskast,…er is hier zelfs een heel vriendelijke kuisvrouw die regelmatig een soepke maakt voor ons..
S.M. Hans Van Praet, Medisch Huis – BPS 9 – 4090 BSD.”
En in 2003 kreeg hij, tijdens de week van het Bos, in Gazet van Antwerpen van 30 september, een forum :
“…Voor de 25ste keer had de Week van het Bos plaats, een organisatie van de afdeling Bos & Groen van de Vlaamse Gemeenschap en de Vereniging voor Bos in Vlaanderen.
De grootste activiteiten in de provincie Antwerpen situeerden zich in het domeinbos Het Broek in Blaasveld en in het gewestbos Ravels.
De houtvesterij Antwerpen beslaat de hele provincie en is onderverdeeld in twaalf boswachterijen die elk worden beheerd door een boswachter.
De boswachter die verantwoordelijk is voor een gebied dat zich uitstrekt van Kontich tot voorbij Mechelen is een geboren Leestenaar : Hans Van Praet.
Zijn lievelingsplek is Het Broek in Blaasveld alwaar hij haast elke dag komt.
“Toezicht en dienstbaarheid, dat is onze taak”, zegt Hans Van Praet.(44 jaar) “We houden in de eerste plaats toezicht op de toestand in het bos, de bomen, planten en dieren. Maar ook op iedereen die zich in het bos begeeft : van onze bosarbeiders tot hengelaars, fietsers, jagers en wandelaars. We proberen dat op een kordate maar vriendelijke manier te doen. Uiteraard beantwoorden wij ook al hun vragen, geven rondleidingen in het bos en in ons bezoekerscentrum. Daarnaast geven wij advies aan privé-bosbezitters en gemeentebesturen, o.a. over wat er mag worden gekapt.In die 22 jaar dat ik boswachter ben, is er veel veranderd. De regelgeving en de Administratie zijn aanzienlijk ingewikkelder geworden. Toch probeer ik zoveel mogelijk in de bossen te lopen en ter plekke de toestand te overschouwen.
Zelf ben ik een boswachter van de oude stempel. Ik steek graag mee de handen uit de mouwen, als er moet gesnoeid en gekapt worden.”
(...)
Hans Van Praet werd te Mechelen geboren op 24 maart 1959 als zoon van Richard en Jose Lauwers uit de Juniorslaan. Hij bracht zijn jeugd echter voornamelijk in Battel door.
Foto’s:
-S.M. Hans Van Praet in 1980. (Tekening ‘DB’)
-Hans Van Praet maakte carriére bij Bos en Groen. (Foto : GvM)
1986 – Februari – Advertentie in ‘De Band’: Nieuw – Nieuw – Nieuw
BLOEMEN – FRUIT - GROENTEN
Bij ‘CONNY’.
Ons adres : Dorpstraat 65, Leest (naast sporthal).
Wij starten einde maart.
Wij verzorgen voor u : snijbloemen – bloemen in pot – plantenschalen – perkplanten – gedroogde en zijden stukken – alle gelegenheidstukken – rouwkransen – bruidsboeketten – fruitkorven – enz… - enz…
1986 – 1 februari : Jaarlijks teerfeest Boerenfront
“Om 12 uur entre-côte voor de mannen waarna gezamelijk bezoek aan de leden herbergiers. Om 18 uur H. Mis voor de overleden leden en voor het welslagen van onze vereniging.
Te 19 uur stipt aan tafel.
Menu : koude schotel, groentensoep met ballekens, boerenfront korfjes, varkens- en kalfsgebraad met drie seizoen groenten en kroketten, ijsroom.
Daarna speelt D.J. Antverpia de dans voor diegenen die nog kunnen.” (Folder)
1986 – 1 februari : Schoolbal Vrije Basisschool.
20.30 u. in de Parochiezaal. (‘DB’,januari ’86)
1986 – Zondag 2 februari : Pannenkoekenbak van Korneel.
Volksdansgroep Korneel wou terug aansluiten met een oude traditie : pannenkoekenbak op Lichtmis. Tussen 15 en 20 uur konden de Leestenaars voor een kopje koffie en lekkere pannenkoeken terecht in het parochiehuis onder het motto : “op lichtmis is geen vrouwken zo arm of het maakt de koekenpanne warm.” Prijs : 60 frank. (Folder)
1986 – 7 februari – Gazet van Mechelen :
Leest krijgt inspraak in Mechelse Autorally
“De autosport heeft zijn enthoesiaste bewonderaars, maar ook zijn fervente tegenstanders. Dat ondervindt ook de Mechelse Autoclub, die op 23 februari de Rally van Mechelen organiseert.
Een paar mogelijke rallyproeven zouden in de deelgemeenten Leest en Hombeek kunnen plaats hebben, maar een deel van de plaatselijke bevolking was daar niet zo gelukkig mee. Daarom werd woensdagavond in het Sportcentrum te Leest een informatievergadering gehouden. De Mechelse politie had burgemeester Ramaekers een negatief advies verstrekt voor de toelatingen in Leest en Hombeek. Burgemeester Ramaekers wendde zich daarop tot de gemeenteraadsleden uit die fusiegemeenten, zodat zij de mening van de bevolking konden vragen. Hombeek had reeds te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de organisatie, maar in Leest hoorden de gemeenteraadsleden Emmeregs, Vloebergh en Vloeberghen een ander geluid. Toch was de opkomst van de belangstellenden niet zo groot, ongeveer 15 mensen waren op de uitnodiging ingegaan. Dat was voor de organisatoren van de rally een hart onder de riem, want zij veronderstelden dat alleen de tegenstanders naar de voorlichtingsvergadering waren gekomen.
De meeste bezwaren gingen over de milieuhinder, de veiligheid voor de omwonenden en vooral hun kinderen en de overlast voor de mensen die langs het parcours wonen. Koersdirecteur Francois Houtmeyers gaf een uitgebreide uitleg over de veiligheidsmaatregelen die worden genomen. Maar hij vertelde ook dat het helemaal niet vaststaat dat het parcours in Leest ook werkelijk in het roadboek van de deelnemers zal opgenomen worden. De organisatoren tekenen steeds een dertigtal trajecten uit en uiteindelijk wordt er dan uit de goedgekeurde parcoursen een vijftal uitgekozen.
Houtmeyers stelde dat men het parcours in Leest wel graag zou bebben, maar noodzakelijk is dat helemaal niet.
Wel betreurde de koersdirecteur het feit dat nu een gedeelte van het parcours bekend is geraakt. De initiatiefnemers doen alle moeite om het parcours tot het laatste ogenblik geheim te houden, juist omwille van de veiligheid. Nu gaan misschien al een aantal piloten Leest opzoeken om te oefenen.” (Kp)
En de dag nadien -8 februari- in Het Laatste Nieuws :
Gemeenteraadsleden adviseren hun burgemeester.
Mechelse autorally doet nu al stof opwaaien in Leest.
Ook al heeft de Vierde Mechelse Autorally pas op 23 februari plaats, toch doet deze organisatie nu al stof opwaaien. En dan voornamelijk in de Mechelse deelgemeente Leest, waar de honderd deelnemers enkele snelheidsproeven zullen moeten afleggen op landbouwwegen die in erbarmelijke staat liggen. De organisatie zelf, waarmee een budget van 1,2 miljoen frank gemoeid is, komt niet in het gedrang.
De rally krijgt een vierde uitgave, maar of wedstrijdleider Houtmeyers de omloop in Leest en Hombeek in zijn parcours zal kunnen behouden, is nog een groot vraagteken.
Zoals gemeld heeft burgemeester Jef Ramaekers inzage genomen van het ongunstig advies dat politiecommissaris Marivoet in zijn verslag meedeelde in verband met de gevraagde toelating van de inrichters om een aantal straten in Hombeek en Leest in het parcours in te schakelen. De burgemeester verzocht de politiecommissaris een schrijven te richten naar de gemeenteraadsleden in de fusiegemeenten om hun advies te vragen. Pas daarna zal hij beslissen of deze gemeenten in het parcours worden opgenomen.
De aangeschreven gemeenteraadsleden, Gust Emmeregs (CVP), Louis Vloebergh (CVP) en Jef Vloeberghen (SP), allen uit Leest, organiseerden nu een voorlichtingsvergadering waarop de betrokken bewoners uit de parcoursstraten waren uitgenodigd.
De VU-raadsleden uit Hombeek, Firmain Verlinden en Walter Jaspers, waren niet aanwezig.
Gust Emmeregs, die zowat als moderator optrad, merkte bij aanvang van de vergadering, gehouden in de cafetaria van het sportcentrum te Leest, op, dat hij deze procedure toch wel uitzonderlijk vond. Hij stelde zich de vraag waarom het college van burgemeester en schepenen zelf niet de mening van de bewoners van deze straten heeft gevraagd.
“Anderzijds”, zei Emmeregs, “vinden wij dat voor één keer dat men ons advies voor een dergelijke aangelegenheid vraagt, dit ook een vorm is van participatie aan het beleid.
En daar hebben wij dan ook positief op ingespeeld”.
Weinig belangstelling
Hooguit een tiental bewoners uit Leest woonden de vergadering bij.
Dat had ook te maken met het feit dat de meeste bewoners slechts ’s ochtends het uitnodigingsbriefje in de bus hadden gevonden. Maar dat voorkwam ook dat men in de straten met een petitieactie zou kunnen starten. Anderzijds hadden de drie Leestse raadsleden tientallen telefoontjes ontvangen waarvan de meese negatief waren.
De Leestenaars, zo ondermeer in de Tiendeschuurstraat en Kapelseweg, wensen geen snelheidsduivels voor hun deur. Bovendien liggen de smalle landbouwwegen in zulkdanig slechte toestand, dat het zelfs aartsgevaarlijk is er tegen 40 km per uur door te rijden.
Wedstrijdleider Houtmeyers zei dat deze rally best kan vergeleken worden met deze van Monte Carlo. Het is de eerste rally van het kampioenschap van Vlaanderen ’86 en dat brengt met zich mee dat traditioneel de grote jongens hun nieuwe mateiraal plegen te komen testen in Mechelen.
(...)
Contra
Hoe dan ook, dergelijke rally blijft een gevaar voor de bewoners.
Langs het uitgestippelde snelheidsparcours in Leest zijn toch nog 71 woningen gevestigd.
En het hele wedstrijdgebeuren neemt toch bijna een ganse dag in beslag. Louis Vloebergh en Jef Vloeberghen kwamen er openlijk voor uit tegen de rally op Leest-grondgebied te zijn. Er zijn de ongemakken (afsluiten van het parcours), maar voroal het blijvende gevaar voor de bewoners die een ganse dag hun kinderen in hun woning, veiligheidshalve, dienen “op te sluiten”. (Leo De Nijn)
(...)”
1986 – Zondag 9 februari : Spaghettizwier-Volksdans Chiro
Tiptiens-Kerels. (‘DB’,februari ’96)
1986 – Vrijdag 14 februari : Groot Kaarttornooi “Boomke Wies” SK Leest
Eerste van vijf vrijdagen telkens in het Chalet van S.K. aan de Zennebrug.
1986 – Februarinummer ‘De Band’ : ‘Gedroogde’ GROENTEN uit LEEST
“Groenten drogen is een unieke specialiteit. Slechts op één plaats in ons land kunt ge ervoor terecht. En nog wel in ons eigen dorp ! Namelijk bij de familie Henri Verbeeck – Verrijt op de Juniorslaan. Wij zijn er met De Band eens gaan over praten.
-Henri, hoe zijt ge eigenlijk tot het drogen van groenten gekomen ?
-Wel, in 1968 ben ik getrouwd met Annie en meteen bij haar ouders in Weerde gaan inwonen. Ik kwam toen aan de kost als chauffeur voor een transportbedrijf. Drie jaar heb ik binnen- en buitenland doorreden, vooral Frankrijk, Nederland en Duitsland. Ik moest veel voor Marie Thumas rijden en kwam zo al wat met de conservensector in contact.
Bij één van die reizen heb ik voor ’t eerst ergens in Nederland gedroogde groenten gezien.
-Beviel het ‘routier’spelen je niet ?
-Wel, wil je als chauffeur wat verdienen, moet je veel uren kloppen. Soms was het dag en nacht rijden, want de babbelaars waren toen nog niet verplicht. Van familieleven bleef er zo niet veel over. Toen ik dan in 1971 het ouderlijk tuindersbedrijf kon overnemen ben ik weer naar Leest gekomen.
-Dan werd het weer hard werken !
-En of. En lange dagen ook. Maar van dan af voor eigen rekening. Twee jaar later was het bedrijf verdubbeld en vijf jaar later, in 1976, hebben we dan gebouwd.
-En wanneer begonnen met het drogen ?
-Wel, soms moesten we prima waar leveren aan barslechte prijzen. Ik zocht een oplossing voor dat gedeelte van onze productie. Nadat ik in het proefstation van Merelbeke eens gaan kijken was, ben ik begonnen met het ineenknutselen van een miniatuurdroogsysteem. Samen met mijn broer Jos, die als ingenieur me technisch natuurlijk enorm kon helpen, ben ik erin gelukt kwalitatief goede gedroogde groenten te maken. Maar wat al testen en proberen, dag en nacht, heelder weekenden, enz. waren toen al niet gepasseerd. Zelfs met onze droogkast voor de kleren heb ik het geprobeerd, zodat Annie er weken nadien nog stukjes prei in vond. Dan werd de grote stap gezet en knuselden we een ‘grote’ installatie ineen. Het was een warme luchtdroger. Op verschillende boven elkaar liggende transportbanden worden de groenten in dunne lagen door een warme luchtstroom geleid. Onze Jos droogt nu ook maar volgens een ander systeem. Hij past het vriesdrogen toe onder vacuum.
-Is het resultaat dan hetzelfde ?
-Neen, bij vriesdrogen is het product bijna gaar en daardoor prima geschikt voor minuutsoep. Ons product wordt voor kooksoepen gebruikt, ze moeten nog 4 – 6 minuten koken eer ze klaar zijn.
-Vraag het veel voorbereiding ?
-Ja, de groenten moeten eerst grondig zuiver gemaakt en in stukjes worden gesneden. De knolgewassen moeten we bovendien eerst nog blancheren.
-En waar gaat dat allemaal naartoe ?
Nu komt Annie aan de beurt, verkoop en promotie blijkt haar sector te zijn. Public Relations trouwens ook, want we kregen snel een drink gepresenteerd.
-We zijn er eigenlijk zonder voorbereiding en marktstudie aan begonnen. Zo hadden we al één ton gedroogd en nog niet aan afzet gedacht. Ik ben dan gaan telefoneren en onze eerste klant werd gevonden. Hij bestelde meteen één ton ! En onze eerste productie was de deur uit. Nu zijn onze klanten alle grote Duitse soepmerken. We leveren bijna uitsluitend aan ’t buitenland. Duitsland en, iets minder, Engeland, zijn onze grootste afnemers.
-Hoe worden die klanten gemaakt ?
-Annie trekt er regelmatig op uit om nieuwe klanten te zoeken. Drie tot vier weken per jaar zit ze zeker in ’t buitenland. Contacten legt ze vooral via de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel.
-En gaat dat zo maar in al die vreemde talen potentiële klanten overtuigen ?
-Ja, eerst en vooral heb ik een goed product bij dat ik hen kan tonen. Met die talen valt het best mee. Ik heb mijn studies in het Frans gedaan en op school ook Engels geleerd. Mijn Duits heb ik later met een snelcursus verworven.
-Bewaren zo’n gedroogde groenten lang ?
-Oh, ja, minstens 2 jaar zonder probleem. Het Duitse leger vervangt om de 4 jaar zijn vitale stocks en daarna is het nog goed voor dierenvoedsel.
-En komen al die groenten van eigen bedrijf ?
-Wel, zoals ik reeds zei, zijn wij eraan begonnen om onze overschot weg te werken. Maar het is als het ware uit de hand gelopen en steeds maar aangegroeid. Momenteel komt ongeveer 60% van eigen productie.
-Op een zondag heeft het bij jullie gebrand, wat is er toen gebeurd ?
-Ja, dat was een ramp. Zondagmorgen 27 mei 1984 om 7 h 55 gebeurde het. Annie was aan ’t koffiezetten toen ons Nancy plots riep : ‘er komt rook uit de hangar !’ Ik ben er naar toe gevlogen, maar er was niets meer aan te doen. De plastieken plafondplaten brandden reeds en duizenden brandende lekken vielen op de papieren zakken. ’t Was een van de laatste dagen van het preiseizoen. Onze ganse productie zat in de hangar, nog amper 9 zakken hebben we kunnen buitensleuren.
-En na de ramp ?
-Mijn eerste reactie was : waar ben ik toch aan begonnen ? Groenten gaan drogen om wat overschot weg te werken… Maar na een paar dagen moest er wat gebeuren, in juni begon het bloemkoolseizoen. In zo’n momenten is ’t kiezen tussen niets meer doen of alles opnieuw. We hebben dan voor ’t laatste gekozen. Snel links en rechts materiaal gaan kiezen en de installatie nog wat groter opnieuw gebouwd. Van een leien dakje liep het niet, maar 6 weken later waren we aan ’t proefdraaien en op 28 juli weer in productie !
-Dan was het leed al bij al rap geleden ?
-Neen, zo simpel was het niet. Financieel was het een zeer harde dobber, we waren danig onderverzekerd en doordat de eerste maanden de kwaliteit niet meer was als vroeger, kregen we een slechte reputatie bij de klanten. Slechts langzaam hebben we weer hun vertrouwen kunnen winnen.
-Is de oorzaak van de brand gekend ?
-Neen, niet met zekerheid, maar hoogstwaarschijnlijk is het een kortsluiting geweest. Bij mij zit de schrik er nog altijd diep in. Ik constateer wel driemaal of mijn sigarettenpeuk wel goed gedoofd is in de asbak. In ’t begin stond ik na ’t slapengaan wel op om zeker te zijn dat ze niet nagloeide.. Ja, dat betert nu, maar ’t zal me nooit helemaal meer loslaten.
-En hoe is de toestand nu ?
-Goed, onze nieuwe machine is nu eens zo groot als de vorige en de kwaliteit is er ook weer.
-Wie keurt die kwaliteit ? De Nationale Dienst voor Afzet van Land- en Tuinbouwproducten ?
-Neen, het zijn half-fabrikaten. De Afzet keurt slechts onbewerkte producten. De controleurs van onze klanten keuren onze waren, vooral de bacteriologische zuiverheid is niet altijd gemakkelijk te halen. Soms komen ze ook bij ons op ’t veld eens kijken.
-En de plannen voor de nabije toekomst ?
-We gaan ons nu weer wat meer op ’t kweken toeleggen en misschien wat meer daarin investeren. Zo kunnen we ook het risico wat spreiden. De brand heeft ons ook geleerd hoe kwetsbaar onze droogactiviteit kan zijn.
Bij ons laatste glas bier wensten we Henri en Annie ‘proost’ en veel succes met de groentenkweek en het groentendrogen toe en togen weer redactie-waarts.”
1986 – 3 januari : Nieuwjaarsreceptie Volksdansgroep Korneel
In de parochiezaal. (‘DB’,januari ’86)
1986 – Zondag 5 januari : Jaarlijks Aperitiefconcert
Georganiseerd door de Sint-Niklaasparochie en de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia.
Het concert had plaats in de parochiezaal Kouter Leest die goed gevuld was.
Repertoire : “populaire volksmuziek”.
Na de openingstoespraak van Fons Verbruggen, in naam van de Sint-Niklaasparochie en de nieuwjaarswensen van spreker van dienst Jef Lauwers, opende St.-Cecilia o.l.v. Eduard De Maeyer met de “Lynwood”-mars van J. Ord. Hume.
Frans Violet dirigeerde “Cavatina”, muziekthema uit de film “The Deerhunter”.
“Rule Brittania” vulde nadien de zaal met statige en en plechtige klanken.
Eduard De Maeyer, Alfons Van Asch, Jan De Decker, Luc Vertommen en Johan De Win brachten solo’s en met een “Jager uit Kurpfalz” maar ook met “Only Love” werd er door de aanwezige Leestenaars enthoesiast meegeneuried.
Na het concert volgden de traditionele gelukwensen en werden de bloemetjes in het rond gestrooid. Ook de pastoor huldigde muzikanten en dirigenten en het concert werd afgesloten met een gesmaakt bisnummer.
‘De Band’ van januari ’86 over het Aperitiefconcert :
“Beethoven en Bach kunnen weer onder hun arduin. Het jaar van de muziek is afgelopen. Weinig van gezien, weinig van gehoord. Trouwens het ‘jaar van de jeugd’ verliep ook in pianissimo.Toch zie je hier en daar een organisatie die de jeugd en de muziek in het daglicht stelt. Niet alleen omdat beiden niet weg te denken zijn uit onze maatschappij.
Ook de fanfare van Leest heeft steeds voor een gezond jeugdbeleid gezorgd. En muziek maken dat kunnen ze zeker en vast. Vele Leestenaars kennen hun fanfare niet. Buiten hun dubbele wereldtitel en ettelijke ‘eerste prijzen’, is de fanfare niet alleen een geweldig wedstrijdkorps, maar ook een indrukwekkend concert-orkest. Dat hebben ze al een paar keer bewezen op hun Palmzondag-concert, de Kerkconcerten en het Aperitiefconcert.
Volksmuziek van de bovenste plank, zou je durven zeggen. Puur cultuur. En zeggen dat het maar ‘amateurkes’ zijn. Mensen zoals U en ik. Daarom bevelen we U aan om op zondag 5 januari 1986 eens een kijkje te komen nemen op het jaarlijks Aperitief-concert. Het is een organisatie van de Leestse Sint-Niklaasparochie. De Kon. Fanfare St.Cecilia uit Leest zal er concerteren.
Vorig jaar brachten ze reeds een sprankelend ‘Wienerconcert’ met werkjes van Strauss en Lehar. Dit jaar werd alle over een andere boeg gegooid. Het lichter genre werd aangesproken. Vele aanwezigen, en vooral de jongeren, zullen een hele resem populaire liedjes herkennen in het repertoire van hun fanfare.
…”
En dezelfde periodiek in februari :
“Rond Driekoningen zit Leest weer vol muziek. Kleine gabbers trekken van deur tot deur en teisteren de thuisblijvers met hun driekoningengezang. Hun moed en durf wordt beloond met een muntstukje of wat zoets en je wordt zelf innerlijk warm van de glunderende gezichtjes. Folklore ! Een begrip dat nooit zou mogen verdwijnen. Alle kinderen zouden terug moeten gaan zingen, dansen, vrolijk zijn ! Kind zijn ! Folklore, maar ook cultuur !
Rond deze tijd klinken de koperklanken weer door ons dorpje. Volksmuziek. Op het Aperitiefconcert waren weeral enkele honderden mensen afgekomen om de Kon. Fanfare Sint Cecilia voor de vierde maal in de Parochiezaal bezig te horen. Volgend jaar wordt het eerste lustrum gevierd. Een eivolle zaal ! Teveel sigarettenrook en luidruchtige stemmen. Dit was geen echt concertpubliek maar de volksmensen die nog echt met hun parochie, hun dorpke en zijn verenigingen begaan zijn. Mensen die van muziek en de sfeer daarrond houden.
Na de openingsspeech van Fons Verbruggen, in naam van de Sint-Niklaasparochie, sprak Jef Lauwers, onze spreker van dienst, onze nieuwjaarswensen uit, om daarna plaats te maken voor de Leestse muzikanten.
Onder leiding van Eduard De Maeyer werd gestart met de ‘Lynwood’mars van J. Ord Hume. Een mooie loper voor de volgende muziekstukjes. ‘Cavatina’, het muziekthema uit de gelauwerde film ‘The Deerhunter’, deed vele romantische zielen dromen van woeste, ongeschonden natuurgebieden vol rendieren, streepjes blauw en een lentezonnetje in de lucht.
Het was Frans Violet, himself, die het orkest door de moeilijke passages dirigeerde.
Een gans andere sfeer bracht ons het statig en plechtige ‘Rule Brittania’. Dit majestueuze bisnummer van ‘The last Night of the proms’ vulde gans de zaal met koper. W. Rimmer schreef een prachtstuk waar elke brassbandliefhebber de vingers van aflikt. En dan was het de beurt aan de solisten. Aardige jongens en meisjes die allen durven en kunnen blazen.
Natuurlijk telt de fanfare ook enkele van die cracks. In ‘Cornet Carillon’ mochten onze solisten Eduard De Maeyer, Alfons Van Asch, Jan De Decker, Luc Vertommen en Johan De Win de klokken luiden. En dat ze duchtig aan ’t zeel getrokken hebben, kon je uit het warme applaus uitmaken. De andere muzikanten kunnen natuurlijk ook blazen en dat lieten ze duideljk horen in ‘The Boy from Menaem’. Velen zullen dit werkje beter kennen als ‘Een jager uit Kurfalz’. Gordon Langford is wel één van de beste traditional-schrijvers en arrangeurs van het Britse eiland. Iedereen kent wel zijn ‘Fantasy on British Sea Songs’.
Wat ook iedereen kent is het BRT-feuilleton ‘Mistrals Daughter’. ‘Only Love’, het muziekthema van deze film is beter bekend onder de uitvoering van Nana Mouskouri. Vanaf zondag 5 januari kent gans Leest dit romantisch werk door de sublieme uitvoering van haar fanfare.
We zitten nu niet bepaald in het seizoen van ‘de bloemekes en de biekes’ maar toch moesten de muzikanten er ons mee kunnen plagen. Met ‘Bees-abuzzin’ liet Siebert de bijtjes op het publiek los. Enkele toeschouwers waren blijkbaar gestoken want ze klapten als gek in hun handen. Maar dat applaus was welkom, want er waren maar weinig muzikanten tegen de lamp gevlogen.
Tijdens het voorlaatste stuk moesten alle muzikanten uit hun pijp komen. De molen ging aan het draaien met ‘Hornpipe’. Op het laatste ging het er zo snel aan toe dat men de vingers van de solisten niet meer kon volgen. Maar niemand kreeg een bekeuring op overdreven snelheid. Als sluitstuk bracht de fanfare het populaire hitje : ‘The Floral Dance’. Kwistig werd er met bloemetjes gestrooid. Ook vanwege mijnheer Pastoor die de dirigenten Frans Violet en Eduard De Maeyer, en de muzikanten feliciteerde voor het artistiek hoogstaand concert. Mijnheer Pastoor gaf het publiek een stille wenk om aan de toog verder te klappen. Welke toog wisten we niet, maar we hebben er vele gezien.
De Voorzitter van de fanfare, Vic Verschueren, kreeg als dank een mooi boek. De muzikanten smeten er direct een bisnummer tegenaan. De ‘Hornpipe’ werd geestdriftig met handgeklap begeleid.
Een mooi concert, tevreden mensen. ‘Dat mochten ze meer doen in Leest’, zei iemand, ‘Ik wist niet dat we zo’n goeie fanfare hadden’, hoorden we iemand anders zeggen.
‘Het wordt tijd dat de fanfare eens wat meer optreed in Leest’. We zullen het onthouden !
Bart Lauwens.”
1986 – 6 januari : K.V.L.V. Les ‘Tapisserie’
Van 13 tot 16 u. in het Parochiecentrum.
Tapisserie : wandtapijt waarop streekboerderij of gevel wordt uitgewerkt.
(‘DB’, januari ’86) (ook deze les 13, 20, 27 januari)
1986 – 11 januari : Teerfeest Landelijke Gilde
Om 19 u. in de parochiezaal. (‘DB’,januari ’86)
1986 – Vrijdag 17 januari : KWB bezocht Gevaert Fabrieken te Antwerpen.
Vervoer ging met eigen wagen. Samenkomst op het Dorp vanaf 08.00 u.
Het bezoek liep vanaf 09.00 u. tot 13 uur.
(Folder KWB, december ’85)
1986 – Zaterdag 18 januari ‘Groot Bal’ van CSC – SVV – SP
In zaal Sint-Cecilia, Dorpstraat 6 Leest met het orkest The New Stars
Voorverkoop : 60 fr., ingang : 80 fr. Deuren : 20.30 uur, eerste dans : 21 uur.
Tevens gratis tombola. (Folder)
1986 – 20 januari : Kon. Fanfare St.-Cecilia werd VZW
Begin 1986 was de Leestse fanfare nog steeds een Feitelijke Vereniging. Omwille van de toenemende investeringen en de grote verantwoordelijkheden die bij het bestuur werden gelegd, werd al jaren onderzocht of de fanfare niet beter kon overgaan naar een vereniging zonder winstgevend doel. In 1986 werd de knoop doorgehakt en de vereniging zonder winstoogmerk werd opgericht op 20 januari 1986. De statuten verschenen in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 30 juli 1986 onder het nummer 21410 (85473).
De stichters-ondertekenaars van de V.Z.W. waren Vic Verschueren, August Lauwers, Johan Vandeputte, Diane Lammens, Yves De Wit, Hubert De Borger, Antoon Lauwens, Franky Lauwens, Jef Lauwers, Frans Violet, Pol Huybrechts, Bart Lauwens, Rik Lauwens, Jan Moons, Frans Piessens, Marcel Van Loo, Angèle Van Praet, Emiel Verschueren en Kamiel Verschueren.
(‘Leest in Feest’, Stan Gobien)
1986 – 25 januari :Met de Kleinveebond ‘Het Rijke Nest’ naar ’s Hertogenbosch
De bus kwam de deelnemers om 6 u. ophalen aan de kerk te Leest.
In ’s Hertogenbosch wachtte hen een ‘grootse kleinveetentoonstelling’ waar de mogelijkheid geboden werd om zich rasdieren aan te schaffen : konijnen, kippen, duiven,…
(‘DB’, januari ’86)
1986 – 25 januari : Jaarlijks Ledenfeest van Vevoc
De leden kregen volgend menu voorgeschoten :
Aperitief Sky Blues, tomatenroomsoep met balletjes, mosselen met lookboter, Côte à l’Os Cheron Tyrolienne + kroketjes + groentenkrans, ijs met sabayon.
Dit alles tegen de democratische prijs van 600 fr. per persoon. Muziek : Discobar Antverpia.
1985 – Zaterdag 7 december : KWB – Rondgang Sinterklaas en Sportbal
’s Avonds was er in “Ons Parochiehuis” sportbal met DJ “De peelvogels”. De opbrengst kwam integraal de KWB sport ten goede.(‘Infoblad’ KWB, november ’85)
1985 – 8 december : Nieuws uit Chili.
“Lieve Familie, Medezusters en Vrienden,
Weer zijn de mooie kerstdagen dichtbij en past het dat ik U allen een zalig kerstfeest wens en dat Jezus ons vooral veel vreugde brengt. In alle landen is die gave het hoogst nodig.
Ook wens ik U allen reeds een zeer gelukkig nieuwe jaar en bid om Gods zegen in al uw ondernemingen. Hier zegt men : ‘en dat al uw wensen in vervulling gaan’.
Er is zeer veel tijd voorbij gegaan sedert mijn laatste schrijven en er is ook veel gebeurd maar het ontbrak me aan tijd om hierover te schrijven. We vierden onze stichter en onze verjaardag van de Hogar. De kinderen deden hun eerste communie . We deden mee aan prijskampen tekenen, athletisme, kunstarbeid met mooie prijzen. De bouw ging verder. Er stierven 2 oudjes en voor ’t ogenblik is er een zeer zwaar ziek. We zijn bezig een grote tombola te organiseren voor de bouw. Dan was het de Mariamaand van 8 november tot 8 december met dagelijkse gebeden, verkoop van kerstkaarten…Met de kinderen namen we deel aan een tentoonstelling van kunstwerken in Chillan (123 km ver).
De kinderen zijn volop in hun eindejaarsexamen. Dit jaar zijn er vijf die het 8e leerjaar beëindigen; Ja, ze worden al groot.
Een ander groot nieuws is het bezoek van de Paus aan Chili in maart 1987. Waarschijnlijk wordt dan pater Alberto Hurtado zalig verklaard. Dat zal voor ons in de Hogar de Cristo het hoogtepunt zijn in onze werking. Ik ben u al geëmotioneerd.
En nu een beetje nieuws over de bouw. – Het gebouw is volledig bezet, buiten en binnen. Van buiten is het ook volledig geverfd en zelf heb ik de hofkens al beplant en gras gezaaid. Nu zijn we de vloer aan ’t leggen : deze week zal dit af zijn. Nu volgt de installatie van al de trapleuningen en het afwerken van de trappen. We hopen dat dit voor einde januari af zal zijn. Dan moeten de lichten geïnstalleerd worden, dan radiators en de WC’s, lavabo’s en baden. Tot daar denk ik te geraken als ’t God belieft. Dan kom ik op verlof – april – mei. En dan hoop ik weer te rekenen op uw hulp om verder te kunnen want dan is er hier geen zaad meer in ’t bakje. We zijn ongeduldig in juni ’86 ten minste de polykliniek en één verdiep te kunnen in gebruik nemen. Met Gods hulp en uw milde giften hopen we verder te kunnen.
Officieel komt er van nergens niets. Dank bij voorbaat.
Beste wensen en tot binnenkort.
Juanita.”
(Brief van zuster Jeanne De Boeck)
1985 – 10 december – Gazet van Mechelen : Twee Herfstkampioenen te Leest
“Vele voetballiefhebbers vinden het al uniek dat een kleine deelgemeente als Leest twee voetbalteams binnen haar grenzen telt.
Wanneer beide ploegen er dan nog in slagen de titel van herfstkampioen in de wacht te slepen, dan mag dit wel als een uitzonderlijke gebeurtenis aanzien worden.
VV sloot haar heenronde in eerste provinciale af met een zege tegen Wijnegem. Vermits ook Schriek aan de winnende hand bleef wordt het een gedeelde eerste plaats. VV staat echter eerst dank zij het beter doelpuntensaldo. Zoals het de laatste weken meermaals gebeurde diende trainer Yvan Emmerechts weer aan zijn elftal te sleutelen. Ludo Goossens was onvoldoende hersteld van zijn vorige week opgelopen voetkwetsuur en ook Dirk Mottie moest met een lieskwetsuur verstek laten gaan. Vooral in de verdediging werd dit bij momenten sterk aangevoeld. Gelukkig voor geelblauw schudde doelman Spinnael vlak voor de rust enkele puike tussenkomsten uit zijn mouw om de verworven voorsprong te behouden. Aan het gekwetstenlijstje wordt nu wellicht Julien Van der Trappen toegevoegd die bij een contact de knie ernstig bezeerde. Positiever nieuws was het wederoptreden van Bart Hellemans kort na de rust. Met een prachtige kopstoot zorgde hij bijna voor het geruststellende doelpunt.
Ondanks het gelijkspel op Walem is SK ook zeker van de herfsttitel. Door het verlies van de rechtstreekse achtervolgers staat SK er beter voor. Uit zeven wedstrijden zonder nederlaag hebben de roodblauwen van trainer Deweerdt een tweepuntenkloof geslagen op Rapid en al vier op de nieuwe derde Tisselt. De zware inspanningen die door het SK-bestuur gebracht zijn schijnen nu ook hun vruchten af te werpen.
Bij beide teams bestaat de stille hoop dat voor hen de statistieken – die willen dat de herfstkampioenen ook meestal de nieuwe kampioenen worden – ook bewaarheid worden.”
Het SVV-bestuur en raadslid Jef Vloeberghen nodigden iedereen uit op een “speciale” avond.
“...vele mensen weten niet hoe zij met vis moeten omspringen om er een heerlijk gerecht van te maken. Een aantal mogelijkheden hieromtrent worden u op deze avond vol “zeevislekkernijen” uiteengezet. Als voorgerecht of lekker hapje, niet te versmaden met de eindejaarsfeesten in het vooruitzicht ! Ook deze keer gratis proeven van de bereide gerechten...”
Plaats van het gebeuren : zaal Sint-Cecilia en de inkom was gratis.('Voor Allen' en de folder)
1985 – 15 december : Kerstfeest van de KVG.
1985 – Zondag 22 december : Kerstfeest K.F. Sint-Cecilia
Dit vond, vanaf 15 uur, plaats in de zaal Sint Cecilia. De kinderen van de muzikanten en Ere-leden vanaf 2 tot en met 11 jaar hadden recht op een gratis kerstgeschenk.
(Omzendbrief 21/10/85)
1985 – 25, 25 en 31 december : KERST- en NIEUWJAARSDINERS
Gust Emmeregs en de Beheerraad van het Sportcentrum Leest nodigden iedereen uit om deel te nemen aan de Kerst- en Nieuwjaarsdiners in het restaurant van het Sportcentrum.
Het MENU :
-Aperitief – ‘Sportif’
-Zeevruchtencocktail
of
Toast met champignons in Roomsaus
of
Bootje van ½ Zeetong in kreeftensaus
-Wild-krachtbouillon of Witloofroomsoep
-Eendeborst met sinaasappelen
of
Hazerug Harlekijn
of
Fazant Brabançone (witloof en porto-saus)
of
Kalfsgebraad Orloff en champignonssaus
met kroketjes of aardappelpoffertjes
-Ijs met geflanbeerde mandarijntjes met koffie
of
Gelegenheidsgebak met mokka
of
Rijstkroketjes en abrikozensaus.
Prijs : 950 fr. (dienst en BTW inbegrepen)
(Folder Vriendenkring ZVK Leest)
1985 – Zaterdag 28 december : Turbo – Zaalvoetbal Wisseltrofee
Deze dag organiseerde het Mechelse ‘Turbo’ zijn tweede zaalvoetbalwisseltrofee in het Sportcentrum van Leest.
“Met dit sportief initiatief wil deze jonge vriendenclub uit Mechelen een beetje zaad in het bakje brengen om ook het volgende seizoen nog in staat te zijn zijn beste beentje voor te zetten. Naast deze financiële kwestie wil TURBO met dit tornooi echter ook bijdragen tot de fijne sfeer in Regio M. een voetbalcompetitie die wordt betwist tussen Mechelse jeugdhuizen en vriendenclubs.“
(Uit de programmabrochure)
Viseo haade het in de finale tegen de winnaars van vorig jaar Buffalo’s met 4-2.
Deze laatste ploeg haalde de Marc Aerts-beker binnen, zij scoorden de meeste doelpunten (27). (GvM,2/1/87)
“Op zondag 29 december organiseert ZVK Leest de zaalvoetbalbeker van Leest. Een zaalmarathon van 9 u. ’s morgens tot 23 u. ’s avonds.
Leestse verenigingen, families, voetbalclubs en andere mogelijke ploegen worden toegelaten op voorwaarde dat alle spelers op één na te Leest wonen, afkomstig zijn of getrouwd zijn met iemand van Leest. Veldvoetbalclubs mogen alleen Leestenaars opstellen. Alle ploegen dienen dus een spelerslijst op te stellen met adressen en eventuele verwantschap.
De eerste twaalf ploegen komen in aanmerking voor de prachtige wisselbeker die jaarlijks aan de winnende ploeg zal overhandigd worden. Het zal dus een Leestse dag worden waarop uw vereniging of ploeg niet mag ontbreken.
Verdere reglementering en informatie bij Van den Heuvel Jan, Kleine Heide 5 te Leest. Tel. 015/71.24.40.
De inschrijving wordt bekrachtigd door storten of betalen van 600 fr.
Sportieve groeten, het bestuur.”
(‘DB’, september 1985)
De deelnemende ploegen : Familie Selleslagh, Fanfare St.-Cecilia, Bareel, Louis Boy’s, Familie Muysoms, KWB, V.V. Leest, VK Wijk, Wijkduivels, Vicke Boy’s, DH’82, Vevoc.
De winnaar van het tornooi ontving de ‘Wisselbeker Vic De Maeyer’ en mocht deze behouden tot eind oktober volgend jaar.
Louis Vloebergh schonk ook twee bekers : één voor de beste doelman en één voor de topschutter van het tornooi.
(Folder Vriendenkring ZVK Leest)
De uitslagen zijn ons onbekend.
1985 – 31 december – Gazet van Mechelen : Leest redt kastanjelaar
“De werkgroep “Leefmilieu” van de Mechelse deelgemeente Leest prijst zich gelukkig nu men vanwege het stadsbestuur de verzkering heeft gekregen dat de mooie paardekastanje die tegen de kerkhofmuur aanstaat, niet wordt gerooid. Deze boom werd door de lokale werkgroep leefmilieu letterlijk en figuurlijk uit de brand gesleept.
Na een verslag door deskundigen is geconcludeerd dat de kruin van de boom langs de straatkant verlicht moet worden, een delicaat werk dat door de plantsoendienst zal uitgevoerd worden.
Een meer dan 100 jaar oude beuk aan het kerkhof is anderzijds door een oude zwaminfectie aangetast. Dat heeft de plantsoendienst reeds vroeger vastgesteld. Bijgevolg moet deze boom geveld worden.
Om estetische redenen zullen verder twee esdoorns die haast geen kruin meer hebben en nooit meer tot mooie bomen zullen uitgroeien, eveneens verwijderd worden.
De bomengroep op het kerkhof van Leest wordt nadien gerecontrueerd door aanplanting van twee of drie aangepaste bomen.
Al bij al blijft de werkgroep leefmilieu in Leest toch nog met enkele vragen zitten. Men vraagt zich af wie o.a. de onverantwoorde snoei van de beuken heeft uitgevoerd.”
1985 – Klein Brabant Vaartland : Sp. Tisselt blikvanger op VV Leest Voetbaltornooi
Enkel informatie over jaartal en onderschriften bij de foto’s :
-“De pre-miniemen van Sp. Tisselt, zittend, moesten ook onderdoen voor deze van Leest.“
-“Sp. Tisselt miniemen, zittend, niet opgewassen tegen deze van VV Leest.”
1985 – Vrijdag 6 december : CSC-Interwijkenkwis te Leest In de gymzaal van de Sted.Basisschool, Ten Moortele Leest.
1985 – Vrijdag 6 december : Felix en Clementine 40 jaar getrouwd.
Felix Van der Hasselt 45 jaar kerkzanger.
“Wat vrijdag 6 december 1985 in onze parochiekerk heeft plaatsgehad is wel een unicum in Leest en verre omstreken. ‘Terloops’ van de BRT had het moeten weten ! Een plechtige eucharistieviering leidde de feestviering in van Felix en zijn Clementine ’40 jaar in dezelfde boot’. Niet zo uitzonderlijk op zichzelf, ware het niet dat het familiekoor Vanderhasselt de H. Mis opluisterde. Inderdaad, hun zeven kinderen zongen voor hun ouders, familie en vrienden. En naar we vernamen deden Frans, Marcel, Ferdinand, Emiel, Willy, Denise en Imelda het prachtig. Een Vlaamse familie Trap !
Felix en Clementine wisten er eigenlijk niets van, want dat was het geheim van hun kinderen, ze zouden hun ouders verrassen door hun zang, en of ze het voor mekaar kregen !
En ge moet niet denken dat ze het daarbij lieten, want tijdens het feest hebben zij nog voor een verrassing gezorgd, want, door een orkest begeleid zongen zij het lievelingslied van hun ouders (het ‘Wolga-lied’ van Franz Lehar) en om te sluiten het mooie lied van vader Abraham ‘bedankt lieve ouders’. Wat Felix en Clementine toen van binnen gewaar werden zal wel niemand kunnen beschrijven.
Voorbije zaterdagavond zijn we bij Felix eens langs gegaan. Hij was alleen thuis, Clementine was bij de kinderen op bezoek.
-Wel, Felix, voor ons alleen thuisgebleven ?
-Ja, natuurlijk, een afspraak kom ik altijd na. En ’s zaterdags ’s avonds ga ik nooit weg, ik ken mezelf en ik wil zondagsmorgens fris en monter zijn om de hoogmis te zingen. Dat doe ik al vanaf ik voorzanger ben geworden. Weet ge, ‘k heb in de Bist gewoond, op Oxdonck en nu al 9 jaar in Heffen, maar waar ook, als ik de kerkklokken van Leest hoor, voel ik mij ineens tien jaar jonger !
-Ben je dan een echte Leestenaar Felix ?
-Mijn grootvader boerde in Oppem-Brussegem, op het ‘Hemelhof’, de prachtige hoeve die als decor dienst doet in de televisieserie ‘Een mens van goede wil’. Mijn vader is zo geboortig van Asse, heeft mijn moeder leren kennen die in Leest op de Withoeve opgroeide als kind van de familie De Boeck – Daelemans. Vader is er ingetrouwd. Ik werd als jongste geboren op de Withoeve op 29 januari 1915. Ik had 3 zusters en één broer.
-En hoe verliep uw jeugd Felix ?
-Als kleine knaap ging ik tot mijn tiende jaar naar de lagere school in Leest. Achtereenvolgens zat ik bij meesters Hellemans, Selleslagh en De Leers.
Als kleuter reeds verloor ik mijn moeder, daardoor en een beetje door toedoen van de toenmalige onderpastoor Cleeren kwam in in ’t pastoorsfabriekske (Klein Seminarie) van Hoogstraten terecht. ‘k Was er samen met pater Emmerechts en Charelke Lamberts, beiden reeds overleden. Een plezante vis in een pastoorsfabriek dat botert niet en op mijn dertiende hield ik het er voor bekeken en schreef ik vader, via een gesmokkelde brief, dat ik het er beu was en hij kwam me er dan ook weghalen.
Dan ben ik naar de St. Barbara Landbouwschool van Wetteren getrokken, maar daar ben ik ziek geworden tegen Kerstmis aan en moest naar huis met reumatische gewrichtsontsteking.
Het heeft een gans jaar geduurd eer ik daar van genezen was en zo was de school voor mij afgelopen en ik ben dan tot aan de oorlog op de boerderij gebleven.
-Genezen zult ge wel geweest zijn, want ge waart ook voetballer, is het niet ?
-Ah, ja, ik speelde toen bij F.C. Winkelstraat, een ploeg die uit acht gezinnen was samengesteld. Een vast terrein hadden we niet, zat er wat sleet op ons veld, dan trokken we een andere wei in…We waren aangesloten bij ‘Het Mechels Verbond’ en bij de derby Winkelstraat-Leest Heide liep ik er een beenbreuk op…en zo was dat voetbalhoofdstuk ook afgeschreven…
-En de oorlog goed doorgekomen Felix ?
-Wel, soldaat was ik in 1936 al, als mitrailleur. Ik werd de oorlog ook alrap gewaar als op de 10e mei 1940 een zeeschip op de vaart in Kapellen-op-den-Bos werd beschoten. ’s Anderendaags moest ik samen met onze Frans optrekken om onze eenheid, het 15e linie te vervoegen. En dat was niet simpel, want ’t heeft dagen geduurd eer we die tenslotte bij Aalst konden terugvinden. Alles bijeen is ’t goed afgelopen, ‘k heb de eerste Duitser gezien in Gistel bij de wapenstilstand.
-En hoe zijt ge nu feitelijk kerkzanger geworden ?
-Wel, vooral in Hoogstraten heb ik Gregoriaans leren zingen. Tijdens de mobilisatie in 1939 lag ik een tijd in Lixhe, tussen Luik en Nederlands Limburg, en daar hadden we een fanfare en een zangkoor opgericht. In die maatschappij was ik ‘grosse-caise slager’ en in dat zangkoor voelde ik me als herboren en weer zanger als in ’t Klein Seminarie.
Op een maandag in juni ’40 fiets ik, pas terug uit de oorlog, naar den Apers aan de brug om meel te bestellen. De mannen van ’t kerkkoor stonden daar aan Dore om te gaan
‘repeteren’ : koster Rheinhard, Bère Huys, Louis Verbruggen, meester Hellemans, Fons Verbruggen, meester Selleslagh, Charel Van Linden…Toen ik in ’t voorbijrijden riep : ‘moet ik komen helpen ?’ kreeg ik nog te horen : ‘waar zoude gij da geleerd hebben ?’
De zondag daarop stond ik op het hoogzaal. Na de Mis vroeg de koster me op zijn Mechels :
‘Wa hedde ga da gelierd ?’ ‘In Hoogstraten’. ‘Hedde ga in Hoogstrate gewest ? Kunde ga alle zondagen kommen ?’
En zo ben ik kerkzanger geworden. Van in 1940 ben ik dat blijven doen. Na meester Selleslagh ben ik dan voorzanger geworden, en ben nu zelf ook een voorzanger aan ’t opleiden en ik ben ondertussen al aan de 8e koster toe.
-Wat is er sinds toen vooral veranderd ?
-Wel, de vervlaamsing is wel de grootste verandering geweest. Vroeger, voor onze huidige pastoor, was alles Gregoriaans en hadden we iedere week repetitie, nu enkel nog voor de hoogdagen. De Vlaamse mis mag er zijn voor mij maar ik vind dat wat eentonig, een hoogmis moet voor mij gezongen en Latijns zijn. Hoogdagen van de zang zijn die waar de Lauda Sion en Te Deum in komt.
Felix staat op en plaatst een bandje in de cassettespeler, een opgenomen solonummer van hem in de leefkamer ‘Te Deum Laudamus…’ Dat is tegen dat ik het niet meer kan, zegt Felix, en met ‘hoogweerdig’ gaan ze heel de mis opnemen. Terwijl Felix de cassettespeler afzet, zien we eens rond en we bemerken twee foto’s : één van Kardinaal Daneels met onderschrift : ‘Aan Felix Vanderhasselt…,Kerkzanger vanwege Godfried Daneels – 26/6/1983’ en een mooie foto van de Leestse kerktoren…
Klaar om te hangen, ligt er een mooi versje, tijdens de familieviering voorgedragen door zijn lieve kleinkinderen :
‘Negen kindjes hier te saam
Zijn de trots van uw bestaan
Mogen wij nog vele jaren
Met uw bootje mede varen.’
Negen kleintjes op een rij, met in hun handjes elk een mooie rode roos, die ze dan mochten afgeven aan hun moemoe en vava, nadat ze hun mooi gedichtje hadden voorgedragen, dat door hun ouders zelf was samengesteld…dan hebben wij geen tranen gelachen, maar tranen geweend. De hulde die onze kinderen die dag ons hebben gebracht, was fantastisch, wij danken hen daarvoor, en wij zullen het blijven onthouden, ons hele leven lang, en geloof mij, het was om er koud van te worden.
Achter glas hangt er ook het ‘Huldegedicht’ samengesteld en geschreven door de ‘Pater’ en gezongen door onze kinderen :
‘Wie besloot ‘over veertig’ jaar te trouwen hand in hand ?
En wie bracht er zodoend in hun woning : kinderklank ?
’t Was de ‘Fee’
’t Was Felix met zijn vrouw Clementine. Beiden brachten de vreugde van ’t leven in ’t gezin.
Ja, wie reed er te paard met de melkkar : ’t allenkant ?
Wie probeerde de zang voor de hoogmis in de stal ?
’t Was de ‘Fee’
Van Felix, met zijn zangers-talent.
En hij zingt nu nog steeds in ons kerkje : ‘Te De-um’ – (Lau-da-mus)
En wie bracht er de pot aan ’t koken, jarenlang ?
Wie bewerkte de was van zovelen, met gezang.
’t Was ‘ons Moe’, Clementin, voor haar kroostrijk gezin.
Zij bezorgde alzo echte vreugde te bestaan.
En wie keert steeds nog door met de borstel huis en gang ?
En wie lust er nog telkens ‘zijn biertje’ na de zang ?
’t Is daarom, ’t is daarom, ons gejubel en zang.
Hij betracht nu met haar ‘Gouden Jaren’
‘Le-ve lang’.
-Felix, waar hebt ge uw Clementine leren kennen ?
-Ongeveer dezelfde mensen als die van ’t zangkoor speelden ook toneel in Rust-Roest. Toen we eens aan ’t repeteren waren bij meester Hellemans, die een piano bezat, was er ook een jong meiske bij die daar voor ’t eerste kwam zingen. Het was geloof ik voor de Filosoof van Hagem. ‘k Heb toen gezegd, maar niet gedacht : ‘dat wordt mijn vrouw, en zo is ’t gebeurd, op 12 december 1945.’
-En hoe gaat het nu in ’t kerkkoor Felix ?
-Ik zou graag wat meer zangers zien, zeker meer mannenstemmen kunnen we gebruiken. Mannen die graag zingen en willen leren beter te zingen. Zelf heb ik veel gezongen, in de kerk, maar ook op ’t straat, op ’t veld, in de stal en in ’t café !
De avond liep ondertussen ten einde, ons interview ook.
Felix vertrouwde ons nog toe dat het hem veel deugd gedaan heeft. ‘Te weten dat ge nog zoveel vrienden hebt’.
Naast de viering in familiekring van 6 december was er ook een receptie door het kerkfabriek de daaropvolgende zondag, gevolgd door een avondlijk feestje voor de vrienden (die ons wisten te vertellen dat Felix en Clementine er verstand van hebben en het een gezellige avond was).
We wensen Felix en Clementine nog het allerbeste ! en tot binnen 5 jaar bij het gouden zangers-jubileum !” (‘DB’)
Felix Van der Hasselt was te Leest geboren op 29 januari 1915 en hij overleed thuis in familiekring op 14 augustus 1994 :
“Hem was gegund een sterk gestel met bovendien een stem die klonk.
“Talenten…en iemand van ’t volk’, voelde zich goed in zulk een vel. Hij boerde voor den boterham, maar zong bijna zijn leven lang en meestal was het God ter ere.
Hij zong op zondag en bij Requiem; hij zong vooral latijns gezang. Vereerd met ‘goud’ werd zulke stem.
Zij die achterblijven verloren een mens, een unieke mens. Maar de geest in hem, waardoor hij dacht en sprak en zong en kon beminnen, blijft leven in zijn nabestaanden.
Wie in de geest gelooft, hij leeft, al gaat zijn lijf ten onder.
En wie zo leeft, hij sterft nooit; en dat is : ‘eeuwig’.”
(Uit zijn gedachtenisprentje)
Clementine Selleslagh was te Leest geboren op 29 november 1924 en overleed op 28 februari 2004 in het A.Z. Sint-Augustinus te Wilrijk.
“Moe, levenslustig-, plichtsgetrouw, hardwerkend voor je gezin, altijd tevreden en nooit moe. Zo hebben wij je gekend. Je hebt in al je werk en zorgen zo weinig voor jezelf gevraagd, maar stil je eigen leed verborgen in je moederhart dat zwijgt en draagt.
Een moeder om U tegen te zeggen. Je was een voorbeeld voor ons en zovele anderen, tot op die éne dag, want onze va was niet meer. Je werd ziek, kwam er gedeeltelijk weer bovenop maar…weg was je glimlach, weg was de moed, om nog voor iets te vechten. We herkenden je niet meer. Gesloten, stil en gelaten, starend door het venster hadden wij geen vat meer op jou. Je werd zo verschrikkelijk moe maar eindelijk kan je rusten, voorgoed.”
(Pakkende woorden uit haar doodsprentje)
Foto’s :
-De ploeg van FC Winkelstraat in 1937 met als vierde van links bovenaan Felix Van Der Hasselt.
Vic Verschueren, voorzitter van de K.Fanfare St.-Cecilia met zes van zijn zeven muzikale zonen in 1979. Van l. naar r. : Emiel, Hans, Kamiel, Vic, Luc, Hendrik en Jan. Jurgen, de zevende zoon, was toen nog te jong om in de fanfare mee te spelen. (Foto : ‘Leest in Feest’)
1985 – 17 november : Nationaal Congres van “De Groene Kring”
Belgische Boerenbond in het Sportcentrum Leest.
1985 – 19 november – GvM : VOETBAL TE LEEST
“Het Leestse voetbal kent momenteel mooie ogenblikken. Twee voetbalploegen in een klein dorp die toch in staat zijn in hun reeks de leiding te behouden of te nemen.
VV voert reeds verscheidene weken de lijst aan in eerste provinciale en blijft daar ondanks het doelpuntenloos gelijkspel op Merksplas. Ondanks dit eerste puntenverlies op verplaatsing toch tevredenheid bij de VV-trainer Yvan Emmerechts : ‘Positief is het gewonnen punt in een gelijkopgaande partij met enkele mooie kansen aan weerszijden maar zonder doelpunten.
Dit is een goede zaak vermits onze rechtstreekse achtervolger Edegem een eerste nederlaag diende te inkasseren. Minder prettig is het uitvallen van Bob Stevens met kniekwetsuur, waardoor in de ploeg enkele verschuivingen moesten plaatsvinden.”
Door een afgetekende zege tegen Jimboys en een nieuwe nederlaag van Rapid komt SK mee aan de leiding in vierde provinciale. SK ondervond wel wat tegenstand om het verweer van Jimboys te overwinnen. Met een doelpunt voor en een na de rust rolde Dirk Van Dam die weerstand op. Ronny De Smedt met een zuivere hattrick en Luc Lettanie zorgden nadien voor de ruime winstcijfers.”
1985 – Zaterdag 23 november : ‘Tuimeling’
Chiro en Oud-Chiro van het gewest Zenne organiseerden voor de 3de maal een ‘Tuimeling’, zang- en animatie-avond gevolgd door een bal om 19.30 u. in zaal Alpenhof te Heffen. Vevoc verzorgde die avond de tap.
(Brief aan alle Vevocleden van 12/11/85)
1985 – 23 november : VV won Leestse dames-derby
“Het gaat momenteel niet alleen de mannen maar ook de dames van VV Leest voor de wind. Zaterdag wonnen zij op het terrein van buur SK immers het Leestse derby.
Na een vroeg doelpunt van Huys verdubbelde De Nijn omstreeks het kwartier de score. Net voor rust legde Fierens de 0-3 eindcijfers vast. Door deze overwinning blijven ze met één wedstrijd minder op twee punten van Oosterloo.”
(GvM, 28/11/1985)
1985 – 23 en 24 november : Teerfeest K.F. Sint-Cecilia
Programma zaterdag :
14.30 u. : bijeenkomst lokaal Sint Cecilia. Muzikanten in uniform.
14.45 u. : stoetsgewijze naar de kerk.
15 u. : eucharistieviering voor de overledenen en daarna stoetsgewijs naar lid herbergier Vic De Maeyer.
16.30 u. stipt : banket.
Programma zondag :
11.30 u. : biefstuk + brood + koffie in het lokaal.
12.45 u. : optocht naar Leest-Heide. Bezoek aan de leden herbergiers met politiebegeleiding.
17 u. : banket met op het menu : roomsoep, ½ kip – sla – appeloes – aardappelnootjes, gebak en koffie.
Prijs biefstuk : 150 fr., prijs banket : 350 fr.
Muzikanten mochten gratis deelnemen maar dienden zich in te schrijven.
(Omzendbrief van 21/10/85)
In’Toeters en Trompetten’ (jaargang 6, nr.1) vonden we volgend verslag :
Teerfeest
“Leest is toch een uniek dorpje. Met zijn tweeduizend inwoners telt deze kleine deelgemeente twee voetbalclubs die beiden herfstkampioen zijn, enkele andere bloeiende verenigingen en vooral een geweldige muziekvereniging met een internationaal palmares.
Als dan alle verenigingen een handvol belangrijke jaaractiviteiten hebben, dan begrijp je pas dat elke weekend in Leest gefeest wordt. Misschien geraakt de Leestenaar niet verzadigd of zijn wij een speciaal ras ? Een buitenstaander kijkt raar op als hij de feestkalender van de gemiddelde inwoner van Leest voor ogen krijgt .
Maar tijdens het weekend van 23 en 24 november hadden velen onder ons het vrij makkelijk om een keuze te maken. De jaarlijkse teerfeesten van onze fanfare bracht onze grote fanfare-familie weeral eens bij elkaar. Op vrijdag 22 november, kregen de trouwe spaarders van onze Smurfenspaarkas een extra centje toegestopt om dit feestweekend zonder al te veel financiële problemen door te worstelen.
Zaterdagnamiddag om 14.30 uur verscheen iedereen mooi uitgedost in ons lokaal ‘St.Cecilia’. Na de warming-up schoten we uit onze startblokken en vatten de feestelijkheden aan met een eucharistieviering. Zoals de traditie het wil doken we achter de mis met marsmuziek het lokaal binnen van ons lid, Vic De Maeyer.
De geuren van het banket lokten ons naar de feestzaal waar iedereen vlug een plaatsje zocht om zich aan de heerlijke spijzen te goed te doen. Er waren zelfs enthousiastelingen die direct na de eucharistieviering hun stoeltje gingen warm houden. Maar er was plaats genoeg.
Tijdens het aangepaste jaarverslag werd het ‘Cecilialied’ door iedereen uit volle borst meegezongen. Na de feestdis startte het familiebal en hoe later het werd hoe losser het eraan toeging. Er werd zelfs een demonstratie ‘catch’ gegeven. Kortom iedereen kwam aan zijn trekken.
Op zondagmiddag 24 november krijgen muzikanten en ingeschreven ereleden een biefstuk voorgeschoteld. Een heerlijke kop koffie doet de naweeën van de vorige avond voorgoed wegebben en na een kleine opkikker wordt er verzameld voor de optocht.
Deze trip speelt zich altijd af tussen het dorp en de ledenlokalen op de Heide. Juleke had zijn roskes mobiel gemaakt en vloog af en toe tegen 120 over het traject. Onderweg werd er even halt gehouden om bij Polle van Soeike (gesneuveld tijdens de eerste feestdag) een bekend treurlied te spelen. In de herbegen op ‘d’Aa’ zorgde de jeugd voor de muzikale intermezzo’s. Volgend jaar zal er waarschijnlijk een nieuw repertoire opgesteld worden.
De aftocht werd geblazen en de terugweg telde meer bochten als voorheen.
De vrouwen, moeders en lieven werden muzikaal opgehaald bij Vic De Maeyer zodat iedereen om 17.00 uur aan tafel kon. Enkele feestvierders hadden blijkbaar wat diep in het glas gekeken want ze beweerden een zwervende ‘paravent’ (tochtscherm) te zien.
Toch moet het scherm magische krachten bezeten hebben want ’s avonds laat bevond het zich in de herberg van Vic De Maeyer.
Na de maaltijd zorgden enkele bestuursvrouwen voor een plezante kwis.
De vroegtijdige vertrekkers hadden weeral ongelijk want deze tweede feestavond werd nog een enorm succes.
’s Anderendaags kwamen de doorzetters nogmaals bij elkaar om als het orkest ‘De mannen van den 3de dag’ een laatste optreden te geven.
Volgend jaar zal de animatie nog meer opgedreven worden zodat we als één grote familie het feest van Sint Cecilia met een droogje, een natje en een lachje kunnen vieren.”
De Smurfenspaarkas
Deze spaarkas van de ‘Blekken’ werd, onder auspiciën van het bestuur, gesticht op maandag 5 december 1977. Door te sparen steunden de leden het ‘instrumentenfonds’ van de fanfare. Om de 14 dagen werd het ‘houten bakje met gleuf’ gelicht en de gelden gedeponeerd op een rekening van de A.S.L.K (kantoor Wilfried Van Praet).
De uitbetaling der spaargelden gebeurde op de feestdag van de Heilige Cecilia (teerfeesten), echter zonder de interesten, die gingen volledig naar het instrumentenfonds.
(‘Toeters en Trompetten’, jaargang 6, nr.1)
1985 – Zaterdag 30 november en zondag 1 december :
6de Hobbytentoonstelling SP-CSC
In zaal Sint-Cecilia, met drankgelegenheid en verkoop van pannenkoeken.
Openingsrede door de heer G. Joris, schepen van onderwijs.
Standhouders : postzegelclub A. Spinoy, J. De Schouwer (beeldhouwen), E. Vloeberghen (diaclub CEDEF), S.I.T.O.+S.M.S.1 (meubelmaken, publiciteit, binnenhuis, plastische kunsten),
S.T.I.M. (macramé, kantklossen, weven, informatica, gezins- en sanitaire hulp), M. Aerts (prentkaarten), S. Schaepherders (beeldhouwen), M. Van Camp (wereldreizen), J. Van Dijck & R. Nuytkens (dia’s) en A. Machiels (cactussen).
Het Humanistisch Verbond was vertegenwoordigd en er was tevens een Boekenstand.
1985 – Zaterdag 30 november : Jaarlijkse Dansavond Vevoc
In de parochiezaal. (Brief aan alle Vevocleden van 12/11/85)
1985 – December : In de periodiek van de Leestse fanfare verscheen een verslag over :
ABSENTEISME
“Enkele jaren geleden werden de muzikanten nog uitbetaald volgens het aantal aanwezigheden op repetities en concerten. Zo ontvingen ze een kleine som dat als drinkgeld fungeerde voor de teerfeesten.
Dit uitbetalingssysteem werd afgeschaft om verscheidene redenen. Toch bleef men op het teerfeest de namen afroepen van personen die steeds of bijna op alle manifestaties aanwezig waren.
Louis Verschuren (de Witte van den Do) was daar ‘ne krak’ in. Hij gaf steeds het goede voorbeeld aan de muzikanten en de jongeren door altijd op tijd op de repetities te zijn en daarbij geen enkel evenement over te slaan.
In 1985 waren André Walschaers en Franky Lauwens diegenen die het meest (en soms het laatst…) op de repetities aanwezig waren. Wij bedanken ze hiermee voor hun inzet en enthousiasme.
Dit jaar heerste er toch een malaise wat betreft het absenteïsme op de repetities. We begrijpen dat het tijdens de examenperiodes uiterst moeilijk is voor de schoolgaande muzikanten om aanwezig te zijn op een herhaling. Maar wie enkele uurtjes ontspanning wil hebben, kan die gerust op de repetities vinden.
Sommige muzikanten vinden het blijkbaar niet nodig om geregeld naar de herhalingen te komen nu er direct geen wedstrijd voor de boeg ligt. Toch willen we hier aanstippen dat er steeds moet geoefend worden willen we nog een respectabel muziekpeil aanhouden. Optredens als het Nieuwjaarsconcert en het Palmzondagconcert mogen niet als tussendoortje aanzien worden. Het zijn volwaardige concerten die degelijk moeten voorbereid worden en een breed publiek moeten aanspreken. Het is dus belangrijk dat we naar de repetities blijven komen en thuis geregeld herhalen om samen naar een beter orkest te groeien. Er zijn muzikanten die elke week trachten te komen t.o.v. anderen die schijnbaar de moeite niet doen of liever wegvluchten. Het is begrijpelijk dat een bestuur dan stemmen hoort van verontwaardigde muzikanten die altijd aanwezig zijn en gratis mogen deelnemen aan het jaarlijks banket terwijl opvallend-afwezigen ook van die service kunnen genieten zonder offers te moeten brengen.
Misschien zullen de muzikanten volgend jaar hun ‘teerfeest’ moeten betalen volgens het percentage dat men scoort wat het afwezig – zijn betreft.
Maar laat dit niet de enige reden zijn om voortaan weer naar de repetitie te komen. Wij zijn nog steeds één grote muziekfamilie die samen moet leven en samen groeien naar een (h)echte groep. Het samen repeteren en musiceren zal daartoe veel bijdragen. We hopen dat men in 1986 meer gestimuleert zal zijn om aanwezig te zijn. Let’s stick together !”
(‘Toeters en Trompetten’, jaargang 6, nr.1)
1985 – December :
Het bestuur van de K.F. St.-Cecilia en hun functies en familiebanden…
Ere-Voorzitster : Mevr Angèle Piessens – Van Praet.
Ere-Voorzitter : Frans Piessens (afgevaardigde-beheerder van de N.V. Pol Piessens).
Voorzitter : Victor Verschueren (zit met 4 muzikale zonen en 1 schoondochter in het orkest-zie foto).
Ondervoorzitter : August Lauwers (is ook feestleider en verantwoordelijke van de uniformen).
Secretaris : Johan Vandeputte (stelt de agenda op en doet de administratie -briefwisseling).
Secretaris : Diane Lemmens (echtgenote Van Medegael, verzorgt de briefwisseling aangaande de Ceciliafeesten en de I.C.W.).
Verslaggever : Jozef Lauwers (commentarieert alle optredens of feestelijkheden).
Penningmeester : Yves De Wit (staat in voor de financiën).
Lid : Bert De Borger (verantwoordelijk voor de muziekpartituren en is wijkmeester).
Lid : Leopold Huybrechts ( (zorgt voor het drukwerk).
Lid : Bart Lauwens (verantwoordelijke uitgever van Toeters en Trompetten).
Lid : Antoon Lauwens (archivaris).
Lid : Franky Lauwens (wijkmeester).
Lid : Hendrik Lauwens (wijkmeester).
Lid : Jan Moons (wijkmeester).
Lid : Marcel Van Loo (wijkmeester en vaandrig).
Lid : Emiel Verschueren (verantwoordelijke van de instrumenten).
1985 – 16 en 17 november : Rust Roest bracht ‘Onder Ons’.
Eigentijds, ontroerend en pittig volkstheater door R. Verheezen.
In de gemeentelijke basisschool, Ten Moortele 2, Leest. Inkom : 100 fr., VVK : 80 fr.
(‘DB’, november ’85)
“…Het stuk verhaalt de wederwaardigheden van een volksfamilie, met haar mooie en droeve gebeurtenissen.
‘Rust Roest’ heeft de laatste jaren genoeg bewezen dat ook amateurs ‘ernstig’ toneel kunnen brengen. Zij zullen dit met ‘Onder Ons’ nogmaals bewijzen. Deze voorstellingen zijn voor hen een springplank naar de viering van hun 65-jarig bestaan, volgend jaar in november.
Onder de leden bevinden zich nog steeds twee stichters, nl. de erevoorzitter Alfons Hellemans en de ere-ondervoorzitter J. Publie.
In de hoofdrollen : Renild Polfliet en Toni Peeters, een technische ploeg o.l.v. Fik Diddens en in een regie van Guido Hellemans.”
(GvM, 13/11/85)
“…TROUW, DANKBAARHEID en ENTHOUSIASME zijn, respectievelijk volgens André Demedts, mijn oud directeur Kan. Ir, Vermandere en mijn artistieke collega Wim Jacobs, basisgegevens voor een leven met ‘niveau’.
Wij DANKEN met innigheid al de toeschouwers van ‘Onder Ons’. Het toneelstuk van Staatsprijswinnaar René Verheezen, dat wij met enorme bijval tweemaal te Leest hebben opgevoerd. Dit succes was voor een groot deel te danken aan het talent van de hoofdrolspeelster Renild POLFLIET, die in zulke rollen moeilijk te overtreffen is, bijgestaan door een selecte groep acteurs en actrices. Heroptredens volgden dan ook te Kapelle-op-den-Bos en te Heist-op-den-Berg. Er zat nog meer in, maar wij moesten reeds denken aan ons volgende seizoenstuk, dat gewoontegetrouw van een totaal andere aard zal zijn. Dit omdat afwisseling verstarring kan vermijden en verrijking in de hand werken…”
(Guido Hellemans in ‘DB’, van maart ’86 bij de voorstelling van ‘Antigone’.)
Renild Polfliet – Geboren te Lembeek op 31 maart 1946.
“Wellicht mede door het feit dat Renild afstamt uit een geboren ‘komedie-familie’ is het verklaarbaar dat haar speelstijl zeer natuurlijk en vanzelfsprekend is. Aanvankelijk speelde zij een drietal jaren in de Leestse B.J.B. Vanaf 1965 werd Renild lid van Rust Roest met als eerste rol ‘Grace, de oudste dochter’ in ‘Patsy’. Sindsdien heeft zijn op drie volavondstukken en één eenakter na, onafgebroken meegespeeld. Meer bepaald 37 personages, naast uitbeeldingen in de Hanswijkprocessie, kwissen, stoeten,…
Daarnaast is Renild fysiek sterk, want ze neemt jaarlijks deel aan grote wandeltochten wat haar toneelbeweeglijkheid en natuurlijkheid zeer ten goede komt.”
(Guido Hellemans in ‘Rust Roest Ontmaskerd, Deel II’)
Foto’s :
Boven : Jan Emmeregs, Hilde De Kock, Willy Keysers, Raf Scheers, Fik Diddens, Nicole Van Gindertaelen, Vera Moernaut en Guido Hellemans.
Onder : Toni Peeters, Marc Windelen, Renild Pofliet, Marcel Verwerft, Jaak Publie en op de foto prijkend René Verheezen.
-Renild Polfliet.
(Foto’s : ‘Rust Roest Ontmaskerd’, 1986 van Guido Hellemans)