Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    25-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Twee vluchtelingen uit Moorslede :
    Clement Masschelein en zijn dochter Valerie.
    De foto is genomen te Leest door een Duits soldaat.
    (foto : Paul Snoeck)

     

     

     

     

    1917 – Op 5 augustus kwamen er te Leest 79 vluchtelingen toe.
               Bijna allemaal waren ze afkomstig uit Moorslede West-Vlaanderen.
               Ze werden geplaatst bij inwoners der gemeente.

     

    West-Vlaming Paul Snoeck werkt aan een verhandeling over de vluchtelingen uit Moorslede en bezorgde me, naast de afgedrukte foto van de familie Masschelein-Van Biervliet, in 2014 een (voorlopig nog onvolledige) lijst met namen : 

    1.Mylle Gaston uit Moorslede, verbleef bij weduwe Spruyt in de Winkelstraat.

    2.Rosseel Elodie uit Dadizele, verbleef in de Tiendeschuurstraat.

    3.Sioen Leon uit Moorslede, verbleef in de Tiendeschuurstraat.

    4.Van Neste Cyriel uit Meerslede, verbleef in de Winkelstraat nr. 7.

    5.Messiaan Flavia, echtgenote van Van Neste Cyriel.

    6. Van Neste, dochter van nr 4 en 5.

    7.Van Petegem, dochter van…

    8.Masschelein Clement uit Moorslede Koekuit.

    9.Van Biervliet Eulalie uit Moorslede Koekuit, echtgenote nr. 8.

    10.Masschelein Augusta idem, dochter 8 en 9.

    11.Masschelein Martha, idem.

    12.Masschelein Germaine, idem.

    13.Masschelein Valerie, idem.

    14.Masschelein Lucien, idem, zoon van 8 en 9.

    15.Julia Sioen, gedoopt in Leest 27 oktober 1917.

    16. Helena Sioen, moeder (ongehuwd ?) van Julia.

    17.Leona Loyson, was getuige bij doop nr. 15.

    18.Jules Sioen, was getuige bij doop nr. 15.

    19.Renaat Vanwildermeersch, huwde met nr. 20 (woonde in Heffen).

    20.Flavia Sioen, huwde met nr. 19.

    21. Bruno Sioen, vader van Flavia nr. 20.

    22.Fharilde Sioen, moeder van Flavia nr. 20.

    23.Philippe Vanwildermeersch, vader van Renaat nr. 19.

    24.Mathilde Depoorter, moeder van Renaat nr. 19.

    25.Cyrillus Bonduele, getuige op huwelijk nr 20 en 19.

    26.Guilliam Sioen, getuige op huwelijk nr 20 en 19.

    27. Augusta Vanneste, 1918 communie in Leest.

    28.Palmyra Van Peteghem, idem

    29. Blanche Christiaens, idem.

    30.Melanie Van Dam, 1919.

    31. Leona Sioen, getuige doopsel Helena Sioen.

    32.Julius Loyson, idem.

    33.Germaine Loyson, communie in Leest 1918.

    34. Martha Loyson, idem.

    35. Martha Sioen, idem.

    36.Adriana Van Neste, idem.

    37. Maria Van Neste, idem.

    38.Alegdis Van Peteghem, idem.

    39. Maria Van Peteghem, idem.

    40.Palmira Van Peteghem, idem.

    41.Georges Christiaens, idem.

    42.Walter Christiaens, idem.

    43.Marcel Loyson, idem.

    44.Jules Sioen, idem.

    --Lucien Masschelein, idem reeds vermeld bij fam. Masschelein.

    45. Maria Lattrez, communie 20 mei 1919.

    46. Sylvia Lattrez, idem.

     

     

     

     

    25-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 31 januari ontvingen Victor De Laet (zie foto), Mevrouw Frans De Prins en Joseph

                Verlinden uit de Kouter volgend schrijven :

                “Op bevel der Duitsche overheid zijt gij aanzocht en verplicht op den 2 februari

                1918 om 2 ure namiddags (Duitsche tijd) uw ruinpaard aan te bieden te

                Antwerpen, kaai 28, in de nabijheid der noordstatie.

                Het paard moet voorzien zijn van eene halster met goede koord en moet zijnen

                numero aan den kop hebben op zichtbare plaats.”

     

    1918 – 9 februari : In de gemeente werden geschilderde borden uitgehangen waarop de

                verblijfplaats van de Duitse wacht was aangewezen.

                Dit gebeurde in het Dorp, het gehucht de Knip, de Winkelstraat, aan de

                Kauterweg en in de Kapellebaan.

     

    1918 – 18 februari : Remi Karel Lodewijk Kets, geboren te Calcken (Oost-Vl.) op 12 juni

                1888, werd benoemd tot tijdelijk onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool.

                Hij verving Jan Constant Moons die door ziekte onbeschikbaar geworden was.

                Remi Kets ontving 1.200 fr per jaar plus 150 fr vestingsvergoeding.

                (GR-11/4/1918)

     

    1918 – 19 februari : Het aantal bewoners der gemeente beliep 1682.

                Het getal vluchtelingen 60.

     

    1918 – 20 februari : Een vermoedelijk geval van schurft deed zich voor bij het paard van

                Pieter Jan Diddens uit de Blaasveldstraat.

     

    1918 – 21 februari : De volgende personen kregen van de Duitsers het bevel om hun

                merriepaard op 27/2 e.k. naar Antwerpen over te brengen :

                -de kinderen Buelens, Tiendeschuurstraat.

                -Polycarpus Verhoeven, Kapellebaan.

                -Karel Verbeeck, Tisseltbaan.

     

    1918 – 12 maart : Polycarp Verhoeven en Pieter Jan Diddens kregen bevel om op 25

                maart, om 10 u, hunne van schurft verdachte paarden aan te bieden ter keuring

                te Lier, op de Grote Markt.

     

    1918 – 14 maart : Elodie Rosseel, geboren te Dadizeele op 26/2/1892 en vluchtelinge uit

                Moorslede, werd naar het “Gasthuis” overgebracht met typhuskoorts.

                Ze was geplaatst in de Tiendeschuurstraat.

                De gemeente Leest droeg de kosten van de verpleging.

     

    1918 – Op 19 maart deed landbouwer Karel Lodewijk Van Aken uit de Kleinheidestraat

                een aanvraag om 105 kg zaaihaver te bekomen, dit omdat hij 150 kg haver had

                moeten inleveren.

     

    1918 – Op 25 maart verliet Leon Sioen, een vluchteling uit Moorslede, de gemeente om

                vrijwillig in Duitsland te gaan werken.

                Sioen verbleef in de Tiendeschuurstraat.

     

    1918 – 11 april : De dokters De Becker uit Tisselt en Van Assche uit Hombeek ontvingen

                volgend schrijven :

                “Op bevel der Duitsche Overheid doen ik u kennen dat alle gevallen van

                aanstekende ziekten door de geneesheren onmiddellijk aan de Duitsche Overheid

                moeten gemeld worden met de Meldekaarten.

                De Meldekaarten zijn verkrijgbaar bij den garnizoenarts te Mechelen.”

                Was ondertekend : de burgemeester van Leest.

     

    1918 – Op 2 mei kreeg pastoor Beuckelaers via het gemeentebestuur volgende brief

                besteld :

                Keizerl.Gerecht                                             Mechelen 26-4-1918

                des Kreises Mechelen

                Dagboek nr. 960 III

     

                                 Aan het gemeentebestuur Leest

                                t.h. van den heer Burgemeester

     

                Ik heb rede erop te verwijzen, dat over ’t uitgaan van Precessien eene aanmelding

                derzelve niet voldoende is, maar dat daarvoor mijne toelating noodig is, dat de

                dees betrekkelijke aanvragen ten laatste 5 dagen voor ’t plaats grijpen der

                Precessien bij mij moeten ingekomen zijn.

                De burgemeesters moeten de Geestelijken hunner gemeente van dees schrijven in

                kennis stellen.

                Ingeval hier nog brieven inkomen, dewelke aan deze bepalingen niet voldoen, zoo

                zal  ik mijne toelating voor ’t uitgaan der Processien niet meer verleenen.”

                Handtekening is onleesbaar.

     

    1918 – 6 mei : Melkhandelaar Lodewijk Frans Polfliet uit de Tisseltbaan werd

                geverbaliseerd door de politiekommissaris van Koekelbergh omwille van de

                verkoop van vervalste melk. Er was water bijgevoegd. (PV)

                Lodewijk Frans Polfliet : (19/12/19)

                “...Ik heb mijne melk dien dag te huis nagezien voor mijn vertrek en al de

                kruiken hadden voldoende gehalte. Ik moet mijne kruiken op den trein in den

                bagagewagen plaatsen en kan dus niet weten of er soms, bij het vervoer, in

                mijne afwezigheid, geene mengeling gedaan is.”

                Zijn kleinzoon Jan Van Rompaey wist te vertellen dat de PV van zijn grootvader
                zonder gevolg werd gelaten omdat hij de Duitse kommandant een haasje kado
                had gedaan...

     

    1918 – “...In den nacht van 18 op 19 mei, zijn op het land van vrouwe Frans Lauwers,

                Bist te Leest, uit de putten gestolen, de plantaardappelen op eene oppervlakte van

                8 aren 40 centiaren, ter plaatse Boschveld.”

     

    1918 – Op 27 mei kreeg weduwe Bonifacius Lauwers verbod van de Duitsers om

                peulvruchten (erwten, bonen, paardenbonen) te malen.

                Indien zij daarmee betrapt zou worden, zou haar molen onherroepelijk worden

                gesloten.  

     

    1918 – 4 juni : Teneinde het stelen en beschadigen bij nacht van aardappelen en andere

                beplantingen te beletten werd een wacht in het leven geroepen.

                41 dorpelingen gaven zich op om deze nachtwacht te verzekeren.

     

    1918 – 4 juni : Uit een brief van de burgemeester tot de kontroleur der rechtstreekse

                belastingen :

                “...bij deze doen ik u kennen dat er tijdens den oorlogsduur geene feesten van

                kermissen noch jaarmarkten in de gemeente gehouden geweest zijn.”

     

    1918 – 7 juni : Op een verkoopdag te Heffen werden drie Leestenaars betrapt “bij het

                opbieden en kopen van hooi zonder machtiging”.

                Jaak Troch, Lodewijk Frans Polfliet en Joannes Siebens.

                De gezamelijke aankoop werd op bevel van de Duitsers in beslag genomen.

     

    1918 – 13 juni : Bij Henri Van Eecke uit het Dorp werd het “tabaksnijmachien”

                verzegeld door de burgemeester, dit op bevel van de Duitsers.

     

    1918 – 19 juni : Verdachte gevallen van schurft bij de paarden van Jan Fierens uit de

                Bist en weduwe Apers uit de Hertstraat.

     

    1918 – 21 juni : Overlijden van Jan Constant Moons, de hoofdonderwijzer van de

                gemeentelijke jongensschool.

                Jan Moons was te Leest geboren op 19 november 1878.

     

    1918 – “...In den nacht van 24 op 25 juni zijn er ter plaatse Kauter, nabij de Winkelstraat

                op het land van Jan Lauwens, aardappelen uitgesteken door 2 dieven, die verrast

                werden door de patrouillerende nachtwacht en de gestelen aardappelen, 35 kg,

                moesten achterlaten.

                Een der dieven is herkend, het betreft de vluchteling Cyriel Van Neste, alhier

                verblijvende met zijn gezin, Winkelstraat nr. 7.”

                Burgemeester Bernaerts verzocht de Ortskommandant te Mechelen om dergelijke

                diefstallen te bestraffen, daar hij zelf niet bij machte was om dit te doen en het

                Belgische gerecht onwerkzaam was.

     

    1918 – 1 juli :

                “...De hengsten in de gemeente bestaande, zijn besneden op bevel der Duitse

                overheid, behalve het hengstje (pony) van vrouwe August De Prins uit de

                Alemstraat.”

     

    1918 – 4 juli :

                “...De genaamden Coppens Pieter uit Vilvoorde werd heden op heterdaad betrapt

                bij het stelen van aardappelen.”

     

    1918 – 6 juli :  Vraag van de burgemeester aan de Duitsers om levering van 1.000 kg

                carbuur, “voor de verlichting van de gemeente, waaronder huizen, gemeentehuis,

                kerk, scholen, enz..”

     

    25-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1917 – 3 november : Een spionagenetwerk werd opgezet door de Hombekenaar Louis

                Nuytiens en de Leestenaar  Frans Jacobs. Het bestond er in de legertrafieken  over

                het spoor te noteren. Ze deden dit werk in de herberg “De Leeuw van

                Vlaanderen” te Hombeek, die zeer gunstig gelegen was tegenover de bareel en

                het station. De dochter Trees Stroobants (zie foto) bood hun haar diensten aan.

                Op 8 mei 1918 zou zij echter gearresteerd worden als spionne en op 20 september

                veroordeelde het krijgsgerecht te Antwerpen haar ter dood.

                De familie schakelde relaties in om haar te redden en met de hulp van de gravin

                de Merode kwam ze op 11 november op vrije voeten. (KH)

                Tot de  Leestse tak van dit spionagenetwerk hoorde buiten Frans Jocobs ook

                diens broer Gust Jacobs en Frans Hendrik Boonen, allen landbouwers uit de

                Kouter..

                Gust had een deursleutel van de grafkelder van de Empains op het Leestse

                kerkhof  en hij gebruikte deze locatie als schuilplaats.

                De Leestenaars smokkelden ook brieven naar het front en terug.

                Frans Hendrik Boonen en Frans Jan Baptist Jacobs werden in de lente van 1918

                aangehouden en als spionnen opgesloten in de gevangenis van Antwerpen.

                Eerstgenoemde werd al na enkele weken vrijgelaten wegens ziekte,

                laatstgenoemde kreeg enkele dagen voor de wapenstilstand de doodstraf, maar

                die werd gelukkig nooit uitgevoerd.          

     

    1917 – 13 november : Lijnzaadvoorraad in de gemeente :

                Frans Vanden Sande 32 kg

                Pieter Van Roosbroeck 12 kg

                Alfons Geerts 12 kg.

     

    1917 – 27 november :

                “...Op het gemeentehuis werden neergelegd door de gendarmeriepost van

                Hombeek, omtrent 20 kg rogge (graan) en 2 pakjes gedroogde tabaksbladeren,

                dewelke volgens hun verklaring in beslag genomen werden bij een vluchteling

                verblijvende in de gemeente, in de Molenstraat.”

     

    1917 – 30 november :

                “...De personen hier onder aangewezen worden bericht dat zij op den 30

                november 1917, om 2-1/2 ure namiddag (Duitsche tijd) te Antwerpen, kaai nr.

                28 (nabij de Noordstatie) aan de Duitsche Overheid moeten aanbieden, hunne

                paarden waarvan de nrs hieronder zijn aangewezen.

                De paarden moeten een goed halster aanhebben, waaraan eene 2 meters lange

                sterke touw gehecht, den numero van het paard moet aan het halster gehecht

                zijn.

                Nr. van het paard :

                7 – ruin ; vaal van Spruyt Jan Baptist, Laerestraat.

                23 – merrie; bruin van Scheers Joseph, Tinneschuurstraat.

                26 – merrie; witgrijs van kinderen Buelens.

                75 – ruin, bruin, poney van Verbruggen Eugeen, Thisseltbaan.

                69 – merrie, bruin van Verbeeck Karel.

                223 – ruin, blauwgrijs, van Verhoeven Polycarpus, Capellebaan.

                            Leest, den 28 november 1917.”

     

    1917 – 3 december : De kolenvoorraad van de weduwe Alfons Maes was geheel uitgeput.

                De weduwe deed een dringende vraag aan burgemeester Bernaerts die ze doorgaf

                aan de Zivil Kommissaris te Mechelen.

                De kolen moesten dienen tot werking van hare graanmolen.

     

    1917 – 3 december :

                “...de woningen in deze gemeente tijdens den oorlog in 1914 afgebrand of

                beschadigd zijn hersteld en in gebruik genomen, ter uitzondering van 2 woningen,

                staande Molenstraat, nrs 2 en 3, waarvan deels de muren nog rechtstaan.

                Deze zijn eigendom van Jan J. Vloeberghen, landbouwer te Leest en

                rechthebbenden...” (GA-3/12/1917)

     

    1917 – 6 december : Jozef Selleslagh werd aangesteld als opvolger van de overleden

                Lodewijk Wauters, als nieuwe patentzetter.

     

    1917 – 7 december : De wacht van de Duitse soldaten, bestaande uit 13 manschappen en

                gevestigd in Steinemolen, zat zonder kolen.

                Daar ook de gemeente in kolengebrek verkeerde, vroeg de burgemeester de

                Duitsers om levering van 1.000 kg, om 10 zakken hout en 5 liters petroleum.

     

    1917 – 8 december : Burgemeester Bernaerts verzocht de Zivil Kommissaris om levering

                van “kussens teekeningen en ander gerief”, voor vijf kantwerksters uit Moorslede,

                die zich het kantwerken kunnen herbeginnen waardoor ze meer loon zouden

                bekomen en ook de aankomende vrouwelijke jeugd het kantwerken kunnen

                aanleren.”

     

    1917 – Op 17 december werd Frans De Muyer, “ontsmetter uit Mechelen”, door het

                gemeentebestuur gecontacteerd om het huis van Alfons Apers te komen

                ontsmetten. In dat gezin was een kind overleden aan kroep.

     

    1917 – 18 december : Frans Selleslagh, koopman uit de Kapellebaan, kreeg een

                uitnodiging van het gemeentebestuur om op woensdag 19 december

                “Om 9-1/2 ure (torenuur), aankomst van den stoomtram aan de katelijne poort

                te Mechelen, zijn schurfachtig paard tot onderzoek aan te bieden aan Mr

                Colette opziener veearts d.d. provincie Antwerpen.”

     

    1917 – 21 december :

                “...8 schriftelijke reklamen zijn ingediend tegen de gedane schattingen op

                tabaksbeplantingen.

                Alle andere tabakplanters der gemeente hebben mondeling gereklameerd

                tegen de schatting van de opbrengst hunner tabakplantingen.

               De plantingen zouden te laattijdig gedaan zijn en de gronden niet erg geschikt

                om opbrengst te leveren, ook zijn vele plantingen niet volwassen geworden en

                door de wind stukgeslagen.” (GA-21/12/1917)

     

    1917 – Op 31 december werd Emiel Meulemans, bankbeambte te Leest, benoemd tot

                ontvanger van het plaatselijk Weldadigheidsbureel met 120 fr jaarwedde.

                Frans Joseph De Maeyer volgde Lodewijk Wauters op als gewoon lid.

     

    1917 – Einde dat jaar ging de gemeente een lening aan bij de “Spaar- en Leengilde”,

                teneinde verschillende oorlogsonkosten te kunnen vereffenen :

                6.500 fr voor onkosten in de soepbedeling aan schoolkinderen en vluchtelingen.

                1.725 fr voor aankoop van  suiker.

                1.700 fr voor aankoop van geleien en marmeladen.

                2.500 fr voor onderhoud van het wachthuis der Duitse soldaten op ’t kasteel

                          “de Mot.”

                2.600 fr voor wedden en lonen van de gemeentebeambten en onderwijzend

                          personeel.   

                (GA-31/12/1917)

     

    1917 – De onderhoudskosten gedaan door de gemeente aan steen- en andere wegen

                beliepen voor het jaar 1917  608 fr. (GA-16/3/1919)

     

    24-02-2012 om 17:54 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1917 – Op 15 oktober 1917 sneuvelde te Diksmuide aan de Ijzer de Leestenaar Theofiel

                Ferdinand Albert Van Hoof.

                Hij werd geboren te Leest op 11 januari 1892 als zoon van Frans Edward “Sooi”,

                de waard uit “de Groene Linde” op de Dorpsplaats en Marie Louise “Wiske”

                Huys.

                Theophiel was vrijwilliger bij het 6e Linieregiment en werd begraven te Oeren, nu

                Alveringem West-Vlaanderen.

     

    1917 – Op 16 oktober diende het gemeentebestuur een naamlijst in van de plaatselijke

                schapenhouders met aangifte van de wolvoorraad.

                Frans De Laet, Jozef Rheinhard, Cesar Jacobs en de weduwen Meulemans en

                Hellemans waren goed voor 6 schapen en 13-1/2 kg wol.

     

    1917 – 20 oktober : De gemeente Leest kreeg van de Haverzentrale het bevel tot levering

                van 4.000 kg haver.

     

    1917 – 26 oktober :

                “...De Raad, overwegende dat de schaarsheid der huisbrandkolen groot is, besluit

                de gezinnen welke zullen bevonden worden van kolen voorzien te zijn, kunnen bij

                de algemene verdeling van kolen, niets meer genieten, zo lang bij hen voorraad

                zal gevonden worden. Misbruiken zullen bestraft worden.” (GR)

     

    1917 – 30 oktober : Aangifte van vlaswinning, in het oogstjaar 1917, werd gedaan door

                volgende personen :

                Frans Vanden Sande, Groteheidestraat 33 aren 700 kg.

                Alfons Geerts, Groteheidestraat 12 aren 100 kg.

                Piet Lodewijk Van Roosbroeck, Groteheidestraat 9 aren 50 kg.

               Samen 54 aren en 850 kg geschatte opbrengst ruw vlas. (GA)

     

    1917 – Op 31 oktober kwam er nog een vluchteling uit Moorslede toe. Het betrof Gaston

                Mylle, een landbouwwerkman. Hij trok in bij de weduwe Spruyt in de

                Winkelstraat.

     

    24-02-2012 om 17:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 12 mei : Louisa (Wiske) Van Hoof-Huys landbouwster en waardin van “In de Groene Linde”op het Leestse dorpsplein diende bij burgemeesterBernaerts volgende klacht in :

    “...Op 11 mei 1917, omtrentrent 10 uren voormiddag ging mijn zoon Jozef  Van Hoof, landbouwer, naar ons land, en in den Kauter heeft zekeren Edward Coeckelbergh, landbouwer te Leest Dorp, die in den Kauter aan het werk was, zijn zoon toegeroepen, wacht ik moet u spreken. Bij mijn zoon gekomen wilde Coeckelbergh hem doen bekennen dat hij den dader was van de teekeningen en smaad die op de poort van Coeckebergh geschreven stonden.Mijn zoon loochende, en Coeckelbergh heeft verwondingen toegebracht aan mijn zoon zijne hand en aan zijn oor, met een aspergiemes.In de nabijheid waren Frans Boonen, August Spruyt, Jozef Verlinden en Isidoor Vloebergh, allen landbouwers te Leest.”

    Burgemeester Bernaerts stuurde de klacht naar de procureur des konings te Mechelen. De afloop is ons onbekend.  

     

    1917 – “...in den nacht van 16 op 17 mei is uit het kot van Constant De Wit, landbouwer Winkelstraat, een zwijn van 6 maanden oud, wegende omtrent 60 kilos, gestolen.Uit het vooronderzoek bleek dat het kot bij middel van valsche sleutel moet geopend zijn.

    Het dier is op omtrent 600 meters afstand van de woning, in het veld, ingevolge de bevonden overblijfsels, geslacht geworden. Alle gedane zoekingen hebben geenen uitslag van ontdekking gegeven.”
               (Proces-Verbaal van veldwachter Van Hoof)

     

    1917 – “In den nacht van 17 op 18 mei was pachter Ferdinand Van der Hasselt uit de Kapellebaan het slachtoffer, althans zijn stierke van omtrent 7-1/2 maanden oud, werd hem ontstolen.”
               (Proces-Verbaal veldwachter Van Hoof)

     

    1917 – 18 mei : “...de tarwe, circa 40 aren, van landbouwer Karel Verbeeck uit de Tisseltbaan, is bevroren en zal geene opbrengst geven.

    Karel Verbeeck vraagt toelating om die 40 a te mogen beplanten met raapkool.”
               (Brief gemeente)

     

    1917 – 26 mei : De schoolhoofden Moons en Hellemans ontvingen volgend schrijven :

    “...Ingevolge bevel der Duitsche Overheid moeten alle plakschriften door deze Overheid uitgegeven, gedurende 3 maanden aangeplakt blijven.Ik verzoek u dus, van aan de leerlingen uwer school te willen mededeelen, dat

     alle beschadigingen van plakschriften streng zullen gestraft worden.”

     

    1917 – Op 31 mei vroeg de burgemeester aan de Zivil Kommissaris om levering van :

    “ 1750 kg carbure voor de verlichting van woningen en 250 kg carbure voor de verlichting van werkhuizen van schrijnwerkers, klompenmakers, smederijen en handelshuizen, en voor de verlichtingen van rijtuigen van melkhandelaars en andere vervoerders.

    Voor de verlichting van openbare gebouwen zoals burelen van het gemeentehuis,kabinet des burgemeesters, kerkgebouwen en scholen : 125 kg carbure...”

     

    1917 – Juni 1917 : Een Duits bevel over “Wol, matrassen en kussens”, luidde : “...Gij zijt hierbij uitgenodigd de voorwerpen die gij in bezit of in bewaring hebt en die, krachtens de verordening van 23 mei 1917, van den Generaal-Gouverneur en krachtens mijn uitvoeringsbekendmaking van 22 juli 1917 moesten afgeleverd worden, tegen gereed geld al de tot vulsel van matrassen en kussens gebezigde wol, hetzij zuiver of met andere bestanddelen, bv.paardshaar, zeegras vermengd, af te leveren...Wordt aan deze uitnodiging geen gevolg gegeven, dan zullen de af te leveren wol,     matrassen en kussens door dwang afgehaald en de in gebreke zijnde personen gestraft worden.Tot huiszoekingen zal worden overgegaan.”

    De Generaal-Gouverneur van België, Dr von Kohler. (MK)

    Te Leest verschenen in juni 1917 plakschriften om opgave te doen van het aantal matrassen.

    Burgemeester Bernaerts was de enige die hier op inging. Hij gaf zeven matrassen aan -in wol met paardhaar gemengd.

     

    24-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 1 juni : Op bevel van de Duitse Overheid werd Henri De Prins uit de

                Blaasveldstraat verplicht zijn vlas onmiddellijk te bewerken.

                “Ingeval van weigering moet het vlas door het vlasbureau van Lokeren opgekocht

                worden en na de bewerking moet het juiste gewicht ten gemeentehuize

                aangegeven worden...”

     

    1917 – Dezelfde dag 1 juni hernieuwde burgemeester Bernaerts zijn dringende vraag om

                kolen :

                “...de kolen zouden moeten komen van de mijn Strepij-Bracquegnies, en per spoor

                tot in Hombeek-Statie.

                Aangezien den kolenvoorraad van weduwe Bonifacius Lauwers, maalderes,

                geheel uitgeput is, en zij het broodgraan der gemeente-inwoners moet malen

                met haren stoomgraanmolen, vragen wij om toelating tot verzending van 15

                ton kolen...

                Moest de verzending voor 15 juni niet gedaan worden, dan zal het grootste deel

                der bevolking in broodnood zijn...”

     

    1917 – 7 juni : Om 11 uur zou in het gemeentehuis een vergadering plaatsvinden, waarin

                aan alle Leestse handelaars en winkeliers mededeling zou gedaan worden

                “omtrent de modaliteiten van de voortzetting van hunne handel”.

                Niemand kwam echter opdagen.

                Nochtans had de burgemeester bij middel van plakschriften en via afkondiging na

                de  hoogmis de plaatselijke neringdoeners verwittigd dat er “tot voortzetting van

                hunnen handel, aanvraag diende gedaan te worden”.

                Het betrof hier maatregelen om de woekerij in levensmiddelen tegen te gaan.

     

    1917 – Op 9 juni vroeg Corneel De Wit toelating tot het omploegen van 5 are tarwe die

                door de vorst vernietigd was, en deze oppervlakte te herplanten met koolraap.

     

    1917 – 14 juni : Aardappeldiefstallen –

                Op het land van Frans Van Roey, tegen de Winkelstraat aan, werden 2-1/2 are

                oppervlakte aardappelen (Krugers) te velde gestolen en op het land van Pieter Jan

                Gobien ter plaatse Rennekouter, 4 are 60 ca (vroege).

     

    1917 – 30 juni : Brief van het Gemeentebestuur Leest : Philip Jaak CORTEBEECK,

                geboren Leest 11 april 1878 wonende Koeistraat nr. 8 vestigde zich in ‘t

                gesticht De Cuyper te Stabroek.

     

    1917 – In juli werden de landbouwers van Leest verplicht aanmelding te doen

                “wanneer zij beginnen met het dorsen van hun graan...”

     

    1917 – 14 juli : Het gemeentebestuur verkocht 20 kg aangeslagen aardappelen aan 22

                centiemen het kg.

     

    1917 – Op 26 juli werden op het gemeentehuis 55 aangiften van tabakplantingen

                neergelegd.     

     

    1917 – “...Op 1 Oogst 1917 zijn er 669 kilos Soda vervoerd van Willebroek naar Leest.”

     

    1917 – Op 5 augustus kwamen er te Leest 79 vluchtelingen toe.

                Bijna allemaal waren ze afkomstig uit Moorslede West-Vlaanderen.

                Ze werden geplaatst bij inwoners der gemeente.

     

    1917 – Op 8 augustus werden er te Leest verschillende bomen aangeslagen van volgende

                eigenaars : Weduwe Cnops-Wauters, Notaris Van Melckebeke uit Mechelen,

                Baron de Wykersloot Brussel, Alfons Piessens Leest, Weduwe Vloeberghen en

                kinderen Leest, Baron de Vinck Brussel, Benoit Van Ingelgem Mechelen,

                Graaf de Ramaix Antwerpen, Coemans Mechelen, Montens Antwerpen en

                W. Apers Leest.

     

    1917 – 15 augustus : Begin van het zomerverlof  voor de Leestse gemeentescholen en dit

                tot 20 september.

     

    1917 – 16 augustus : De burgemeester stuurde een lijst met 98 aangiften van

                tabakbeplantingen naar de Ontvanger der Rechtstreekse belastingen te Mechelen.

     

    1917 – Op 21 augustus  stelde veearts Van Passen een vermoedelijk geval van schurft

                vast bij “den poney” van  Louis Van Aken.

     

    1917 – 22 augustus :

                “...in de gemeente Leest bestaan er geene lukshonden, wel waak- en trekhonden

                waarop nooit ene belasting is gehouden.”

    1917 – 23 augustus : Bevel van de bezetter :

                “...Afgekeurd vlees van noodslachtingen moet onmiddellijk overgebracht worden

                naar de krengbenuttiging.”

     

    1917 – Eind augustus werden er eindelijk maatregelen getroffen tegen de nachtelijke

                diefstallen op de velden.

                Burgemeester Bernaerts stuurde een lijst met 50 namen van landbouwers naar de

                Zivil-Kommissaris “dewelke aanvraag gedaan hebben om toelating te bekomen

                om bij nachte de velden te bewaken.”

     

    1917 – 12 september  - Aardappelsmokkelaars :

                “...de gemeente Leest heeft heden 400 kg aardappelen aangeslagen.

                200 kg daarvan werden vervoerd door een zekere Jan Frans Verdoodt, wonende

                Pikkerij Hombeek en 200 kg vervoerd door Victor De Boelpaep, wonende te

                Humbeek Dorp.

                Deze aardappelen waren gekocht aan 65 fr de 100 kg.

                Volgens de verklaringen van de smokkelaars hadden zij deze aardappelen gekocht

                bij Petrus Van den Eede uit de Tisseltbaan.”

     

                Daags nadien werden 1150 kg aardappelen aangeslagen.

                500 kg ervan werden vervoerd door een zekere Edward De Boelpaep. Ze waren

                afkomstig van de weduwe Vloeberghen uit de Koeistraat.

                De overige 650 kg werden door de burgemeester aangeslagen bij twee Duitse

                soldaten, die ze vervoerden met een wagen bespannen met twee zwarte paarden.

                De aardappelen waren 25 fr de 100 kg betaald.

     

    1917 – 20 september : De Leestse kolenverkopers werden heden ten gemeentehuize

                geroepen, alwaar hen mededeling werd gedaan van de voorschriften der Duitse

                Overheid.

                De kolenhandelaars in die dagen waren :

                Alfons Apers uit de Tisseltbaan.

                Vrouwe Joseph Apers, Mechelbaan.

                Weduwe Laurent Meulemans, Dorp.

                Pieter Van den Eede, Tisseltbaan.

                Karel Van Praet, Tisseltbaan.

     

    1917 – 30 september : Te Leest verbleven, vluchtelingen inbegrepen, 310 gezinnen.

     

    1917 – Vanaf 1 oktober 1917 werd door het “comiteit” aan de bevolking voedsel

                uitgedeeld : bloem, rijst, vlees en spek uit Amerika “Wilsonspek” genoemd.

                Ook waren er soepbedelingen, deze werden door de gemeente begroot op 20 liter

                per dag en 108 fr per week.

                Om deze onvoorziene onkosten het hoofd te bieden besloot het gemeentebestuur

                een lening van 4.000 fr aan te gaan bij de Spaar- en Leengilde, aan 4% per jaar

                en terug te betalen een jaar na het sluiten van de vrede.

                (GR-26/10/1917)

     

    23-02-2012 om 18:13 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1917 – 31 januari : Pieter Corneel Brugghemans en Henri Van Praet, landbouwers

                uit de Alemstraat, deden aangifte van de verkoop van vlas en klodden aan de

                aangestelde opkoper.

                “...respectievelijk 38 kg vlas (gezwingeld) en 14 kg klodden door Brugghemans en

                23 kg gezwingeld vlas en 15 kg klodden door Van Praet.” (GA)

     

    1917 – 1 feburari : Meester Jan Dumont verliet Leest voorgoed en vestigde zich te Evere.

                “...vanuit Leest vertrok hij met 300 kg aardappelen waarvan 100 kg

                plantaardappelen en 8 kg boter, door hem sedert augustus ingezoten.

                Zijn gezin zal te Evere bestaan uit 4 personen...”

                Met zijn patatten vergezelde hem een dankbrief van het Leestse gemeentebestuur:

                “...onzen oprechten dank voor Uwe zoo nauwgezette als eervolle waarneming van

                het ambt van hoofdonderwijzer onzer gemeenteschool, gedurende omtrent veertig

                jaren. Wij zeggen eervol, en met rede, want de opvoeding der jeugd was steeds

                uwe grote bezorgdheid, ook uw school was altijd bij wedstrijden op de eerste

                plaatsen.

                Nogmaals dank dus, en welverdiende rusttijd gunnen wij u van harte nog vele

                jaren...” (GA)

     

    1917 – Op 12 februari deed de burgemeester de gemeentescholen sluiten “tengevolge

                van het volkomen gebrek aan steenkolen...” (GA)

     

    1917 – 15 februari : Brief tot de Zivil-Kommissaris :

                “...tot antwoord aan uw schrijven, zo doen ik U kennen dat de Vlaamsche taal

                altijd gebruikt wordt in de vergaderingen van gemeenteraad en schepencollege

                en in de andere handelingen en geschriften des bestuurs.

                Dit gebruik is in voege sedert 16/1/1822 en niet eene beraming werd genomen,

                dit gebruik verplichtende daar al de raadsleden alleen het Vlaamsch kundig

                zijn.

                Het Vlaamsch is ook de voertaal in de school, voor de leerlingen der hoogste

                afdeling wordt er weinig Fransche taal aangeleerd.

                Het gemeentebestuur gebruikt nooit de Fransche taal, dan tot beantwoording van

                brieven, uitgaande van gemeentebesturen van de franssprekende streken...”     

     

    1917 – Op 16 februari kreeg maalderes “Vrouwe” Alfons Maes schriftelijke machtiging

                van de Ernte Commission tot het malen van graan.

     

    1917 – Op 21 februari werden er gevallen van schurft waargenomen bij de paarden van

                August Cnops, Corn. Van den Brande en Jozef Scheers.

                Daarvan stuurde het gemeentebestuur een kennisgeving naar de gemeentebesturen

                van Mechelen, Hombeek, Heffen, Blaasveld, Tisselt en Kapelle o/d Bos.

     

    1917 – 23 februari : Burgemeester Bernaerts werd verplicht een maandelijks verslag in te

                dienen over de toestand van de oogst te Leest en ook in de omliggende

                gemeenten.

     

    1917 – 24 februari : Te Leest opereerden 35 verschillende “melkopkoopers”, waarvan 14

                Leestenaars. De melk werd uitgevoerd naar Mechelen, Antwerpen en/of Brussel.

                (GA)

     

    1917 – 25 februari : De burgemeester richtte een dringend verzoek tot de Zivil

                Kommissaris tot het bekomen van kolen. Als losplaats werd Statie Hombeek

                aangeduid.

     

    1917 – 27 februari : “Door de overvloedige regens zijn de aardappelkuilen onder water

                gelopen en de aardappelen verrot.” (Brief Jaak Bernaerts)

     

    1917 – 4 maart : Leest sloot zich aan bij de andere gemeenten van “den kreis” Mechelen,

                “tot het doen van gezamentlijken aankoop van levensmiddelen en andere   

                benoodigheden voor de bevolking.” (GR)

     

    1917 – Op 6 maart werd bij hoogdringendheid en op bevel van veearts Van Passen, een

                koe afgemaakt “ingevolge een ongeval bij ’t kalven”.

                De koe hoorde toe aan Jn. Jozef Vloeberghen.

                Het vlees is op de vrijbaénk in de gemeente aan de inwoners tegen 2 fr de kilo

                verkocht geworden”.

     

    1917 – 13 maart : Uit een brief van Jaak Bernaerts aan het Belgisch Inlichtingsbureeel

                voor Krijgsgevangenen en geinterneerden, Leermarkt 9 te Mechelen :

                “...tot gevolg van uw schrijven doen ik u kennen dat den genaamden Desmedt,

                geinterneerd te Soltan, geene familie heeft in staat hem het tweede pak

                maandelijks te leveren.

                De gemeente zal dus die kosten tot haren last nemen..

                ...dat de ouders der krijgsgevangenen Selleslagh Egied en Van den Heuvel Frans

                in staat zijn het noodige te doen.

                Dat de ouders van Van Steen Theophiel onvermogend zijn, zodat de gemeente de

                bekostiging van het maandelijksche genogide pak dragen zal voor dezen...”

     

    1917 – 15 maart : Leest telde 3.482 stuks vee.

     

    1917 – Op 24 maart kreeg het schoolhoofd toelating van de Duitse Overheid “de klassen

                te hernemen in onverwarmde lokalen”.

                Tevens werd hem verzocht de klassen tijdens de Paasvakantie open te houden

                om de verloren tijd enigzins goed te maken.

     

    1917 – 29 maart : 13 are tarwe van Karel Steenmans uit de Tisseltbaan zijn door vorst

                geheel vernietigd.

     

    1917 – 1 april : Zwijnenstand der gemeente Leest : 20 kweekzwijnen, 191 mestvarkens

                en 40 scheutelingen (lopers).

     

    1917 – 8 april : Omtrens 16u30 ontstond er brand in het karhuis van Pieter Jan Lemmens

                uit de Scheerstraat.

                Een partij droog hooi en strooi, klein landbouwersgereedschap en 400 kg

                plantaardappelen  werden vernield.

                De oorzaak van de brand bleef onbekend.

     

    1917 – 8 april : De “privaatputten” van de gemeentescholen werden verpacht  aan

                Arthur Buelens voor 15 fr per jaar en Jan Publie voor 34 fr per jaar.

                (Repertorium der gemeenteakten)

     

    1917 – In de nacht van 9 op 10 april stal men uit de schuur van Frans De Prins uit de

                Alemstraat 200 kg aardappelen, 200 kg graan, 15 kg haver en 50 kg guano.

                Van de daders geen spoor.

     

    1917 – In de nacht van 18 op 19 april was landbouwer Scheers het slachtoffer.

                De buit : 400 kg eetaardappelen.

     

    1917 – Op 2 mei kwam er een bevelschrift van de Kreischef uit Mechelen waarin hij

                de inlevering eiste van prikkeldraad en effendraad.

                De weideafsluitingen mochten slechts twee draden behouden.

     

    1917 – 10  mei : De Duitse Overheid weigerde toelating te verstrekken aan Gaston

                Busschot uit de Blaasveldstraat “tot verkoop en vervoer van 6 liters melk

                dagelijks naar Antwerpen.”

     

    23-02-2012 om 18:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 11 januari : Jan Constant Moons werd door de voltallige raad benoemd tot

                hoofdonderwijzer in vervanging van Jan Dumont.

                Daarvoor ontving hij 2.100 fr jaarwedde, het genot van een woonst met hof en een

                bestuursvergoeding van 100 fr. (GA)

                Jan Constant Moons was  te Leest geboren op 19 november 1878 en getrouwd

                met de zuster van Constant Buelens.

                Hij woonde in de Koestraat. Amper gehuwd in 1913, overleden beide echtgenoten

                korte tijd na mekaar in 1918.

     

    1917 – 16 januari : “...bij de weduwe Vloeberghen, Koeistraat Leest, is heden het

                volgende in beslag genomen en nedergelegd ten gemeentehuize door de Duitsche

                soldaten : 750 kg aardappelen, 450 kg rogge, 75 kg haver en 35 kg meel.” (GA)

     

    1917 – 20 januari : De weduwe Spruyt uit de Winkelstraat weigerde 1.450 kg

                aardappelen, bij haar aangeslagen door “Duitsche soldaten Controleurs”, af te

                leveren in het gemeentehuis.

                Als reden gaf zij op “dat zij eerst mijnheer de Zivil-Kommissaris wou spreken.”

                (GA)

     

    1917 – 25 januari : Bij Karel Lodewijk Van Aken in de Kleinheidestraat werd 850 kg

                haver in beslag genomen. (GA)

     

    1917 – 25 januari : Met negen stemmen op negen werd Victor Jozef Selleslagh verkozen

                tot hulponderwijzer.

                Zijn jaarwedde : 1.200 fr plus 150 fr verblijfsvergoeding.

                Victor Selleslagh was tijdelijk dienstdoende onderwijzer te Tisselt. (GA)

    Stan Gobien, zelf hoofdonderwijzer en inspecteur in 1996 in een brochure “Reünie van de Leestse vijftigjarigen” over meester Selleslagh :

    “...Meester Selleslagh was ook een speciale figuur. Hij was een rasechte optimist en een filosoof en daarbij een grappenmaker als geen ander.

    Tijdens de catechismuslessen kon hij uitspraken doen die geen ander kon nadoen.

    Wanneer iemand zijn catechismusles niet had geleerd en toch probeerde een en ander van het antwoord te geven, kon dat natuurlijk niet letterlijk zoals het  in het boekje stond. Was meester Selleslagh in een serieuze bui dan zei hij : “half en half, maar toch niet heel.” Was de meester in een filosofische bui dan werd het een of andere spreuk die voor ons erg aangebrand leek. De hele klas riep dan : “Heu !!!” Nog geen drie seconden later vloog dan de deur open stond meester De Leers daar en hij riep dan : “Wat is dat hier nu weer !!!” of “Is ’t hier weer kermis ???”

    Meester Selleslagh trok zich daar niets van aan en koos – toen meester De Leers weg was – een nieuw slachtoffer waarvan hij met zekerheid wist dat die ook zijn catechismusles niet kende. Toen die zijn tekst wat had gebrabbeld en toen het inderdaad kant noch wal raakte, toverde hij een van zijn andere geijkte spreuken uit zijn mond. De hele klas brulde dan nog luider dan voorheen : “Heu!!! Heu !!!” Meester De Leers kwam toen niet meer opdagen. Dat wist de meester en dat wisten wij ook !

    Er werd destijds nogal wat kattekwaad in de klas uitgestoken. Meester Selleslagh vloog dan naar de boosdoener. Deze zag de wervelwind naderen en sprong de bank uit en rende tussen de banken door de klas. De meester zette natuurlijk de achtervolging in. De andere leerlingen supporterden en joelden en de meester probeerde de belhamel uit te schakelen door hem bij de kraag te pakken en een pak voor zijn broek te geven. Sommige leerlingen waren hem echter te vlug af en toen hij moe werd van de achtervolging probeerde hij een andere tactiek : hij zou het opgejaagd wild uitschakelen door een rake trap. Velen ons ons hebben op deze manier een trap onder hun achterste gekregen.

    Daarna vlogen de stouteriken in de hoek tot aan de speeltijd.
    Wij zullen echter nooit te weten komen of meester Selleslagh het echt meende of toneel speelde. Vermoedelijk beschouwde hij het als een toneelspel.

    De lei en de griffel bleven nog bestaan, maar in het derde en vierde leerjaar hadden we ook al een kladboek om er onze oefeningen in te schrijven. We schreven nog steeds met een ballonpen, waarmee we hadden leren schrijven aan het einde van het eerste leerjaar.

    Ballonpennen moeten er destijds door het Leestse gemeentebestuur met duizenden gekocht zijn en meester De Leers moet hectoliters schoolinkt hebben gemaakt...”

     





    23-02-2012 om 18:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1917 – Dat jaar was de winter zeer streng. De aardappelen bevroren in de kelders en men

                moest rapen eten om de honger te stillen. In deze winter werd men ook

                geconfronteerd  met de zogenaamde “Spaanse griep” die veel slachtoffers maakte,

                ook in Hombeek.” (KH)

     

    1917 – 4 januari : Dertien personen uit de gemeente werden weggevoerd naar Duitsland.

                Het grootste deel zou echter reeds in februari worden weergezonden.

                In het gemeentearchief vonden we daarover volgende gegevens :

     

     Lijst der weggevoerden – Opgeeisten van Leest gedurende de bezetting.

     

    A. Weggevoerden naar Duitsland.

     

    1. Spruyt August, arsenaalwerkman, Tisseltbaan.

    2. Van der Taelen Piet Frans, arsenaalwerkman, Dorp.

    3. Rottiers Joseph, arsenaalwerkman, Tiendeschuurstraat.

    4. Leemans Willem Lodewijk, staatswerkman, Tiendeschuurstraat.

    5. Fierens Emiel,  arsenaalwerkman, Tiendeschuurstraat.

    6. Lauwens Antoon Jozef, landbouwer Kapellebaan.

    7. Van Muylder Victor, staatswerkman, Kapellebaan.

    8. Geerts Alfons Juliaan, landbouwer, Blaasveldstraat.

    9. Geerts Corneel Frans, dagloner te Leest, alsmede landbouwer te Tisselt, Moer.

    10. Alewaters Karel Lodewijk, landbouwer Tisseltbaan.

    11. Teughels Jaak, werkman, Dorp.

    12. Geerts Antoon, arsenaalwerkman, Molenstraat.

    13. Potoms Lodewijk, verhuisde naar Blaasveld.

     

    B.

     

    “Boonen Frans en Jacobs Frans Jan Baptist, landbouwers te Leest Kouter, zijn aangehouden geweest als spioenen voor het Engelsch leger, en opgesloten in ’t gevang te Antwerpen.

    De eerstvermelde is na eenige weken gevang, tengevolge van ziekte vrijgelaten, de tweede gemelde Jacobs, werd eenige dagen voor de wapenstilstand tot de doodstraf veroordeeld, maar zijn vonnis is niet uitgevoerd.”

    (GA-5/10/1920)

     

    “Joseph Rottiers, nr. 3 op bovenstaande lijst, was geboren te Opdorp op 16 mei 1887.µ

    Hij was spoorbaanwerker bij de staatsspoorwegen en werd door de Duitse bezetter weggevoerd naar het kamp van Soltan, alwaar hij drie maanden verbleef zonder te willen werken. Daarna werd hij overgevoerd naar Elsederutten alwaar hij onder bedreiging van slagen en verhongering gedwongen werd te werken in de steengroeven en ijzerertsmijnen tot 8 juli 1917, dit zonder loon.

    Joseph Rottiers  werd weggevoerd omdat hij weigerde voor de Duitsers aan de spoorbaan te werken.

    Te uitgeput om nog te kunnen werken, werd hij teruggestuurd naar België.

    (GA-13/2/1923)

     

    Willem Lodewijk Leemans, nr. 4 op de lijst, werd geboren te Leest op 26/10/1890 als zoon van Antoon en van Maria Clotildis Van den Branden.

    Hij zou weerkomen op 8 juli 1917.

    (GA-13/12/1922)

     

    Voor Antoon Geerts, nr. 12 op de lijst, schreef burgemeester Bernaerts op 6 maart 1917, volgende brief naar de heer Voorzitter van het Meldeambt te Mechelen :

    “...Antoon M. Geerts, werkman en wonende Molenstraat nr.8, is op 4 januari 1917 overgevoerd geworden naar het kamp van Soltan (Duitsland).

    Hij is gehuwd met Van Kerckhoven Joanna Octavia, oud 36 jaren, en was, bij zijne wegvoering, vader van 4 kinderen, die geboren zijn in 1905, 1907, 1912, en 1913.

    Zijne vrouw is op 5 maart 1917 bevallen van een vijfde kind, hetwelk den last van dit gezin nog vergroot en de hulp des vaders in dezen ogenblik vraagt.

    Deze weggevoerde is altijd van goed gedrag geweest, goed huisvader, spaar- en werkzaam, en zijne terugzending wordt door zijn gezin en familieleden zeer betracht.

    Van eene landbouwersfamilie voortspruitende heeft hij altijd zijne bezigheid in de landbouwerij gevonden sedert den duur van den oorlog.

    In de hoop, Mijnheer, dat deze vraag gunstig onthaal verwerve, bied ik u mijne groeten aan...”

     

    Julien Geerts, nr. 8 op de lijst, vertelde later zelf :

    “Ik vertrok op 4 januari 1917 vanop Nekkerspoel en kwam als laatste van allen terug op 15 juli 1917, na 6 maanden en 11 dagen.

    Wie zes maanden had gedaan in Duitsland kreeg na de oorlog een decoratie, ik was er nog juist bij.

    We verbleven in het kamp te Soltan. Daar waren de Leestenaars samen, maar om te werken moesten we uit elkaar.

    Eerst werd ik tewerkgesteld in een steengroeve bij Melsdorf boven Kiel.

    We moesten er kiezel uithalen. Nadien heb ik in een melkerij gewerkt te Mecklenburg en op het laatste zat ik in een houtfabriek te Luneburg waar ze triplex maakten.

    Het eten dat we kregen was niet fameus : van die “groene kraag”, beten gelijk we zeggen, gemengd met mosselen of vis ; daar is geen enkele koe die dat gewild zou hebben. Ze gaven ons ook “Choukroute”, witte kolen uit vaten.

    We kregen ook pap van zogezegde “gebarsten tarwe”, geen enkele maag wou dat verteren : dat kwam er uit gelijk het er in ging !”.

    (LG, blz.264,265)

     

    Jan August Maes, tijdens de oorlog in Hombeek wonend, was te Heffen geboren op 18 april 1885. Later kwam hij naar Leest wonen in de Tiendeschuurstraat.

    Hij was gehuwd met Maria Jozefina Leemans.

    Omdat hij rijwielmaker was, een beroep dat toen onmogelijk uit te voeren was, en bijgevolg werkloos, werd hij op 4 januari naar Soltan gevoerd.

    Na drie maanden verplaatste men hem naar Elsederutten tot 26 juli 1917, de dag zijner terugzending naar zijn vaderland.

    (GA-6/2/1923)

     

    1917 – Op 8 januari richtte de burgemeester een nieuw verzoek tot de Zivil Kommissaris

                omtrent de herstelling van de Zennebrug.

                “...de tijdelijke brug, door de gemeente aangesteld tot doorgang van voetgangers

                op de vernietigde brug, komt in zeer slechten toestand en loopt dagelijks

                onder water, het hout verrot, zodanig dat er ongelukken kunnen uit voortspruiten.

                Kan de nieuwe brug niet kortelings geplaatst worden om de verantwoordelijkheid

                der gemeente te dekken bij ongevallen...”

     

                Dat jaar zou de nieuwe brug er komen. Ze werd gelegd door de Duitsers, de oude

                werd  ontmanteld.

    23-02-2012 om 17:45 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1916 – Op 7 oktober nam de burgemeester opnieuw de pen ter hand om een versoepeling

                te vragen van een reeks Duitse verordeningen.

                Zo moest het gerst voor 15 september gedorst worden, de late aardappelen werden

                onmiddellijk opgeeist en de levering van 1/3 van het in te leveren graan werd

                bevolen voor 31 oktober. Tevens moesten de Leestse boeren overgaan tot het

                dorsen van het broodgraan.

                “...de naleving van die verordeningen heeft reeds, -en zal nog schade toebrengen

                aan de landbouwers, en ontreddert de gehele landbouwbewerking, te meer, vele

                landbouwers, -alhoewe niet wederspannig tot naleving der verordeningen en

                bevelen zullen kunnen bestraft worden, alle werken kunnen niet gelijktijdig met

                goed gevolg gedaan worden.

                Door die omstandigheden is de winning der veevoedergewassen veel moeten

                verwaarloosd worden.

                De landbouwers worden aangezet tot het bebouwen en beplanten van alle

                gronden en van den anderen kant worden zij belet, - bijzonder door het bevel

                tot het onmiddellijk graandorschen op dezen ogenblik, - hunne landen tijdig te

                kunnen bewerken en bezaaien...”

     

    1916 – 22 oktober : Vergadering in de gemeentelijke jongensschool, Scheerstraat, om aan

                de landbouwers “mededeeling te doen van hunne verplichting van inlevering der

                botervoortbrengst.”

     

    1916 – Dezelfde dag 22 oktober, liet de burgemeester “op de gewone plaats na de

                hoogmis” afkondigen, dat alle mannelijke werklozen verplicht waren zich te

                laten inschrijven ten gemeentehuize.

                Burgemeester Bernaerts handelde hier op bevel van de bezetter.

                Herhaalde malen werd hem om een lijst van de werklozen verzocht. Deze vraag

                werd ook aan het plaatselijk “Hulp- en Voedingskomiteit” en aan de pastoor

                gesteld.

                De Duitsers zouder er echter nooit in slagen te Leest zo’n lijst op de kop te tikken,

                de werklozen werden immers naar Duitsland gestuurd.

     

    1916 – 25 oktober : De eigenaars van door de oorlog zwaar beschadigde gebouwen,

                ontvingen volgende brief :

                “Ingevolge schrijven van den heer Kreischef van Mechelen, zullen er tot de

                herstelling van oorlogsbeschadigde gebouwen, subsidiën tot een maximumbedrag

                van 15.000 franken, zonder verplichting tot schadeloosstelling of terugbetaling,

                toegestaan worden.

                Bij het schatten der toelagen is in den regel daarvan uit te gaan, dat gij

                inbegrepen de kosten van plansopstelling en van architectenhonoaria, hoogstens

                drijvierden der kosten dekt, die tot herstelling van den eigendom in den toestand

                van zijne beschadiging noodig zijn.

                De aanvragen tot ondersteuning moeten persoonlijk bij den huidigen heer Zivil

                Kommissaris te Mechelen ingebracht worden, die den vrager de nadere beslissing

                zal mededeelen...”

     

    1916 – Op 16 november 1916 overleed Jozefina Augusta Selleslagh, geboren te Leest op

                27 maart 1915, aan “tuberculose ontsteking der hersenvliezen”, volgens

                bewijsschrift van dokter De Becker.

     

    1916 – Einde november deed de Duitse Krijgsraad in alle steden en dorpen van ons land

                een bericht aanplakken om de werklieden voor hen te doen werken :

                “ Werklieden,

                de Krijgsraad duldt geen werklozen, of onvoldoende bezigheden meer. Wij raden

                aan u als vrije arbeiders aan te geven, om de dag te voorkomen waarop gij zult

                gedwongen worden.”

                In Mechelen verscheen dit bevel op 23 november langs de straten.

                Niettegenstaande deze oproep kwam zich daar niemand aanbieden, ondanks het

                hoge loon dat verder op het plakkaat vermeld stond.

                Enige dagen later verscheen daar een tweede bevel : “alle burgers, zonder

                onderscheid van 17 tot 45 jaar, moesten zich bij de Krijgsraad aanbieden, op

                straf van met geweld naar Duitsland gevoerd te worden...”

                Vanuit Leest zouden zes personen vrijwillig naar Duitsland vertrekken.

                Twee onder hen waren vluchtelingen uit Moorslede die in de gemeente verbleven.

                Dertien Leestenaars zouden verplicht worden tewerkgesteld in Duitsland.

     

    1916 – 1 december : De Leestse maalders kregen bericht dat er opnieuw mocht gemalen

                worden, dit van 07u00 tot 19u00.

                Overtredingen zouden worden bestraft.

     

    1916 – 8 december  : In de gemeenteraad werd het reglement op het kosteloos

                geneeskundig toezicht in de scholen goedgekeurd.

                Dokter Van Assche uit Hombeek werd benoemd tot geneeskundig opziener in de

                gemeentelijke meisjesschool en dokter De Becker uit Tisselt in de jongensschool.

                De dokters moesten iedere maand de Leestse jeugd onderzoeken en ontvingen

                daarvoor 2 fr per onderzocht kind.

     

    1916 – 13 december : De Duitsers zoeken de jonge mannen op om in Duitsland te werk te

                stellen. Alle jongeren moesten op het “Meldeamt” te Mechelen een stempel halen

                voor vrijstelling. De meesten worden afgewezen. Ze hebben nog het recht hun

                aanvraag voor vrijstelling beter te argumenteren en bezwaar in te dienen.

                (Kroniek van de 20ste eeuw – Hoembekania)

     

    1916 – Op zaterdag 16 december werden de eerste arbeiders per trein naar Duitsland

                vervoerd. Op maandag 18 en dinsdag 19 december  vertrokken nieuwe lichtingen.

                Vertrekplaats : station van Nekkerspoel.

                Meer dan 1000 personen vertrokken vanuit Mechelen.

     

    1916 -19 december : Alweer schurft, ditmaal wat het paard van Louis Van Aken het

                slachtoffer. (GA)

     

    1916 – 28 december -  Gemeenteraadszitting : de pensioenaanvraag van

                hoofdonderwijzer Dumont werd gunstig geadviseerd en zijn ontslag werd

                aangenomen.

                Het schepencollege werd gelast tot het bekendmaken “van het open zijn der

                Plaatse” en de ontslagnemende “in naam des Raads, onze oprechte

                dankbetuiging te doen kennen, voor de eervolle en nauwgezette waarneming

                van zijn Ambt.”

     

    1916 – De eerste levering van late aardappelen in december bedroeg samen 34.933 kg.

                De tweede 40.495 en de derde 53.804 kg. (GA)

     

    1916 – 31 december  : Brief van de burgemeester tot de Provinzial Ernte Kommission,

                Schuttershofstraat Antwerpen :

                “...Martens Louis, landbouwer Bist, zijn graan is uitgegeseld maar niet geheel

                uitgedorscht. Hij heeft een slag gekregen van een paard waardoor hij onbekwaam

                was tot werken.

                Scheers Joseph, Tinneschuurstraat, heeft geheel zijnen oogst niet kunnen

                dorschen. De reden is dat een zijner paarden is opgeeischt door de Duitsche

                Overheid en dat zijn ander paard mankt en in onbruik is.

                Hij dorscht met molen met paardenkracht bewogen.”

     

                Oudere Leestenaars wisten te vertellen hoe sommige boeren, om hun paarden te

                behouden,  zelf deze dieren verminkten,  door een spijker in hun hoeven te

                hameren.

     

    1916 – Einde december verklaarde de burgemeester dat er in de gemeente Leest “geene

                werkeloozen bakkers of geen werkeloozen beenhouwers bestonden, de twee eenige

                bakkers zijn noodig tot het algemeen welzijn der gemeente, en de eenige slachter

                van zwijnen in de gemeente die ook landbouwer is, is noodig tot het algemeen

                welzijn.”

                In de gemeente bevond zich ook geen enkele beenhouwer dixit de burgemeester.

                (GA)

     

    23-02-2012 om 17:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1916 – 5 september : Huwelijk soldaat Lansier Louis De Borger (zie foto)

                Omdat Louis De Borger zo’n flinke ruiter was, verbleef hij de ganse oorlogstijd

                in Calais (Frankrijk). Hij moest er de wilde paarden africhten die uit Amerika

                hier toekwamen.

                Enkel het laatste groot offensief maakte hij mee.

                Tijdens de oorlog leerde hij een Frans meisje kennen , Emma Fauquet.

                Hij nam haar tot zijn vrouw op 5 september 1916.

                Na de oorlog vestigde het echtpaar zich te Battel  om  zich uiteindelijk naar

                Sint-Katelijne-Waver te begeven.

                Louis was een zoon van Pieter Frans De Borger en van Maria Elizabeth De

                Maeyer en  de broer van de gesneuvelde Frans De Borger.

                (LG,blz.255)

     

    1916 – “In den nacht van 25 op 26 augustus, ter plaatse Scherpenhoring, nabij de limiet

                met Thisselt, zijn er gestolen op het land van Frans Apers, landbouwer van de

                 Tisseltbaan, omtrent 15 aren late aardappelen (industrie).” (GA)

     

    1916 – 20 september : Verdenking van schurft bij de paarden van de weduwe Spruyt uit

                de Winkelstraat en Frans Apers uit de Tisseltbaan. (GA)

     

    1916 – 22 september : Brief van de burgemeester van Leest gericht aan “den Heere Zivil

                Kommissaris te Mechelen” :

                “...bij deze neem ik de vrijheid namens de inwoners der gemeente Leest, aanvraag

                te doen tot het bekomen van herstelling van de brug over de Senne bij den oorlog

                onbruikbaar gemaakt.

                Deze brug gaf aan onze gemeente rechtstreeks verbinding met Mechelen en nu

                moet men met gespan den omweg doen langs Hombeek

                Door oorlogsomstandigheden werd de Zennebrug verschillende malen vernield.

                Een eerste maal in 1914. Drie jaar lang moest men zich behelpen met een

                houten bruggetje.

                Bij laag water kon men er droogvoets over maar bij hoog water liep het

                bruggetje onder en dan werden de mensen “overgedragen”. De “Witte van

                Nagels”  (Louis Nagels, hij woonde op de Warande) deed dit voor een cent.

                (LG,blz.27)

     

                De gemeente heeft, in de mate harer geldmiddelen, enkel in het verkeer voor

                voetgangers over die brug kunnen voorzien, doch door de strooming bij hooge

                watertij is den doorgang over de brug altijd onmogelijk, ook veroorzaakt de

                overstrooming altijd schade en zijn herstellingen te doen.

                Op het grondgebied van Mechelen zijn de verbeteringswerken aan den weg in

                uitvoering op bevel der Duitsche overheid stop gezet geworden en dien weg blijft

                onbruikbaar.

                De bewoners van het gehucht “Warande” onder Mechelen, bebouwen een groot

                deel land op het grondgebied van Leest, en zijn bijna volkomen afgesloten, om

                hunne te bereiken zijn ze verplicht eenen omweg langs Heffen te maken met halve

                vrachten.

                Het benuttigen van den beerput der landbouwmaatschappij te Leest, overzijde der

                rivier, is onmogelijk te bereiken met beerschuiten tot bevoorrading, ten gevolge

                der brugbelemmering.

                Deze toestanden benadelen grotendeels de landbouw- en groenteteelten, de

                bijzondere voortbrengst der gemeente.

                De herstelling der brug in den zin  dergene van Heffen gedaan, zou veel bijdragen

                tot heropbeuring van de landen, die groot gebrek hebben aan voedingsstoffen.”

     





    23-02-2012 om 17:38 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1916 – 16 mei -  Gemeenteraadszitting :

                Albert Pieter Vital Roosen werd lid van het Weldadigheidsbureel benoemd, in

                vervanging  van Mr Pingnet, ontslaggever.

                “...de Raad besluit éénparig, machtiging te vragen om van het Bureel van

                Weldadigheid van Leest te mogen ontlenen, de som van 2.000 franks, aan 4%

                ’s jaars, om te kunnen voorzien in de betaling der wedden van onderwijzers,

                gemeentebedienden en werklieden, onderhoud- en inrichtingskosten van de

                Duitse Gendarmeriewacht, toelage aan het plaatselijke Hulpkomiteit en

                vernieuwing der vernietigde registers van den burgerlijke stand.

                Gemelde som zal terugbetaald worden, één jaar na het sluiten van den vrede.”

     

    1916 – 18 mei : De militaire Gouverneur van de provincie Antwerpen doet het bericht

                aanplakken “dat er aan de zwijnen geene aardappelen als voedsel meer mag

                toegediend worden.”

     

    1916 – Zondag 21 mei – L’Information (Brussels dagblad) :

                “Sedert enkele weken moeten heel wat arbeiders- en burgergezinnen het zonder

                aardappelen stellen.

                Het is niet omdat wij in België een tekort hebben aan deze knollen maar wel

                omdat hamsteraars er stocks van opgeslagen hebben en de waren slechts willen

                afstaan tegen betaling van buitenissige prijzen.

                Men verkoopt iedere dag, min of meer in ’t geheim, grote hoeveelheden van 60

                tot 65 frank per 100 kg, hetzij 60 tot 65 centiemen per kilo, wat aan deze eerlijke

                zwarthandelaars een opbrengst oplevert van 500 tot 550 percent.

                Is dit geen schandalige uitbuiting ?

                Is dit geen echte diefstal ?

                En dat gebeurt zomaar ongestraft zonder dat de politie er een stokje voor steekt.

                In zulke omstandigheden kunnen alleen de rijken zich veroorloven aardappelen

                te eten en zij die er het meeste behoefte aan hebben moeten het zonder stellen.

                Na de laatste oogst werden er statistieken opgemaakt en, met inbegrip van de

                verzendingen vanuit Nederland, waren er in België voldoende aardappelen tot de

                volgende oogst.

                Men stelde toen een maximumverkoopprijs vast en de weinig of niet begoede

                bevolking verheugde er zich over aardappelen te kunnen kopen aan redelijke

                prijzen. Maar men heeft geteld zonder rekening te houden met de vlugheid van de

                hamsteraars. Deze hielden hun voorraden verborgen en wachten het gunstigste

                opgenblik af  om buitensporige prijzen te vragen.

                Wie triomfeert er nu ? Wie maakt er zich nu rijk ?

                Wie stuurt de vastgestelde maximumprijzen naar de maan ?

                Dat zijn de hamsteraars !

                En iets wat hen dit jaar zo goed gelukt is zullen ze vast en zeker volgend jaar

                herbeginnen.”  (’t Vaartland nr.2-1976)

     

    1916 – 2 juni : Burgemeester Bernaerts verzocht de “Oelzentrale”, rue des Colonies 54 te

                Brussel, om levering van “10 liters naphte”, ten voordele van schrijnwerker

                Noldus Teughels.

                De “naphte moest dienen tot in werking stelling van eenen motor, teneinde

                bevolen werk door de Duitsche overheid te kunnen uitvoeren”.

                Dat werk betrof de afsluitingen en versieringen rond de graven van Duitse

                soldaten  op het kerkhof van Leest.

     

    1916 – 5 juni :

                “...vanaf heden zal te Leest geraffineerde en broodsuiker verkocht worden aan

                0,95 c per kg en gekristalliseerde suiker en grezen suiker aan 85 centiemen den

                kilogram.

                In deze prijzen zijn begrepen de onkosten van vervoer van Mechelen naar Leest,

                aankoopprijs van papieren zakken en onkosten van uitverkoop.” (GA)

     

    1916 – “Op den 12 juni is de brug, uitsluitelijk voor voetgangers bruikbaar liggende over

                de vernielde Zennebrug te Leest, door het overgaan van het paard van Jan Bt De

                Vleeshouwer, landbouwer uit Londerzeek, beschadigd geworden.

                De herstelling kostte de gemeente 13,25 fr, bedrag dat door De Vleeshouwer in de

                gemeentekas dient gestort te worden via Mr Teughels, gemeenteontvanger.”

                (Brief gemeentesecretaris naar gemeente Londerzeel)

     

    1916 – 1 juli : De gemeente  Leest betaalde 14 frank uit aan arbeiders van Mechelen voor

                het opgraven van de lijken van Duitse soldaten.

     

    1916 – Op 13 juli ontving de weduwe Petrus Frans Alewaters-Van Winghe uit de

                Alemstraat volgend bericht van de burgemeester :

                “...bij deze doen ik u kennen dat volgens de bestaande Duitsche verordening, de

                erfgenamen of naastbestaanden van eenen overledenen, verplicht zijn, van het

                eenzelvigheidsbewijs van den overledene binnen de 3 dagen na het overlijden in

                te leveren op het Duitsche pasbureau te Mechelen.”

     

    1916 – De 10de augustus, rond vijf uur ’s morgens, werd de woning  en inboedel van de

                landbouwer Antoon Stoop uit de Kapellestraat door brand vernield.

                De oorzaak van de brand was onbekend.

     

    1916 – 17 augustus : “...het is streng verboden aan de Leestse maalders om vanaf heden

                nog graan te malen. De opschorting van het maalverbod zal later medegedeeld

                worden.”

                Dit verbod kwam uiteraard van de Duitse bezetter. (GA)

     

    1916 – Op 22 augustus deed Frans Apers uit de Tisseltbaan aangifte van verrotting en

                verdroging van 31 aren aardappelbeplantingen.

                Deze beplanting was gedaan op uitgehakte bosgrond. (GA)

                Karel Selleslagh uit de Alemstraat werd bestolen. Van zijn veld verdween 500 kg

                aardappelen.

     

    1916 – Op 22 augustus telde men te Leest 330 zwijnen. (GA)

     

    1916 – 24 augustus : Bede van de burgemeester aan de Provinzial Ernte Kommission om

                toelating tot het malen van graan, van het oogstjaar 1915 :

                “...door het sluiten van den stoomgraanmolen in onze gemeente door de Duitsche

                overheid worden het grootste deel der landbouwers belet, dewelke nog oud graan

                in bezit hadden, in hunnen broodvoorraad tot voeding te voorzien.

                Daar de gemeente 6.600 kg meer graan geleverd heeft dan er wezentlijk moest

                geleverd worden zoo is er volkomen voldaan door onze gemeente en het sluiten

                van onze stoomgraanmolen bedreigt ten onrechte de voeding der landbouwers

    23-02-2012 om 17:24 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1916 – Dat jaar vestigde koster-organist Jozef “Jef” Rheinhard (°Mechelen 23/2/1879

                zich met zijn  familie te Leest.

                Jef was voordien koster in St-Jozef Coloma te Mechelen.            

                Jef cumuleerde zijn kostersfunctie met die van bediende te Brussel. Zo kwam het

                dat het uurwerk op de toren altijd een kwartiertje voorliep, want hij moest elke

                morgen twee missen spelen en zorgen dat hij zijn trein haalde in Hombeek.

                Jef Rheinhard was muzikaal begaafd, hij gaf les in Gregoriaanse zang aan de

                Seminaristen en schreef verschillende melodieën o.a. op teksten van René

                Declerck en andere dichters.

                Jozef Rheinhard was gehuwd met Elizabet Diedens (°Mechelen, 17/3/1880)

                die hem acht kinderen schonk waarvan er drie dochters het klooster binnentraden.

                De koster woonde met zijn gezin achtereenvolgens in de Vinkstraat (toen Koestr.)

                in het huis van meester Moons, de latere woning van Peer Spruyt.

                Rond 1920 nam hij zijn intrek in het huis op de Dorpsplaats, waar zijn voorganger

                Louis Hellemans had gewoond. Enkele jaren later verhuisde hij naar Kouter 6,

                in het huis van de familie Wouters (Moyson).

                Jef Rheinhard overleed te Leest op 14 april 1947.

                          

    1916 – In 1916 zou Leest voor het onderhoud aan de openbare wegen 854,85 fr

                uitgeven. (GA-16/3/1919)

     

    1916 – Begin 1916 telde de gemeente 294 gezinnen (1670 personen) waarvan er

                244  “zelve aardappelen winnen”. (GA-23/1/1916)

     

    1916 – Dat jaar werden er verschillende notelaars omgehakt en aan de Duitse

                overheid afgeleverd. Een zekere Emmerechts uit Hombeek zorgde voor

                het vervoer tot Statie-Hombeek.

                De eigenaars van de bomen ontvingen geen ontvangstbewijzen. (GA)

                Notelaars waren zeer gegeerd omdat de Duitsers van het hout geweerkolven

                maakten.

     

    1916 – 5 januari : Bij een koe van landbouwer Henri Somers uit de Rennekouter, werd

                door veearts Van Passen mond- en klauwzeer vastgesteld.

                Een doorgangsverbod, langs de besmette plaats, werd op zichtbare wijze

                aangeplakt. (GA-5/1/16)

     

    1916 – 8 januari :

                Vraag van de burgemeester om “een grooten voorraad petroleum te

                bekomen tot verlichting van de inwoners dezer gemeente nodig, alsook voor de

                verlichting der wachthuizen der Duitsche soldaten. Aangezien de gemeente geene

                gaz noch elektrieke verlichting hebben, zoo is de verlichting enkel met petroleum

                mogelijk. Getal huizen in de gemeente : 299.”

     

    1916 – 19 januari : 

                “...de maalderij van Alfons Maes is onwerkzaam wegens gebrek aan naphte.”

     

    1916 – 27 en 28 januari : Nadat Duitse soldaten in de gemeente de hooivoorraden hadden

                nagezien en geschat, werd het te veel bevonden “strooi en hooi”, samen 40.000

                kg, naar Mechelen gevoerd. (GA)

     

    1916 – 11 februari : Bij landbouwer Alexander De Nys uit de Scheerstraat werd 700 kg

                rogge aangeslagen. (GA)

     

    1916 – 16 februari : Bij verordening van de militaire gouverneur van Antwerpen werd er

                verboden voortaan nog stro van haver en zomerkoren te gebruiken tot strooisel

                der stallen. (GA)

     

    1916 – Op 26 februari, 10 dagen later, verzocht burgemeester Bernaerts de Kreitschef

                te Mechelen om winterkoren te mogen gebruiken als strooisel der stallen

                “...aangezien er in de gemeente geen strooisel zoo als turf, loof-, spellen-, heide-,

                brem-, riet-, mos-, houtwol-, schaveling-, noch snoeisel van mast en sparren

                voorhanden zijn...”

                Deze toelating  kwam er op 4 maart.

                De gemeente mocht nog 4 weken, in zuinige mate, “strooi gebruiken als

                strooisel”.

                Burgemeester Bernaerts dankte de “Zivil Kommissaris” namens de inwoners en

                “een gebrek aan stroo, voor strooisel, zal voor de landbouwers een groot verlies

                zijn, wanneer men nagaat welke vermindering van stalmest-, het bijzonderste

                bemestingsprodukt-, zal voor gevolg  hebben.

                Bij gewoon jaar wordt er, boven het overvloedige en krachtige stalmest door

                goede diervoeding verkregen, ’s minstens nog 100.000 kg scheikundige

                meststoffen gebruikt op de nooit vaagliggende landen.

                In gewoon jaar, werd er alhier 1.500.000 kg meel, koek en zovoorts tot

                veevoeding gebruikt en door het gebrek aan dierlijke voedingsmiddelen, is ook

                het stalmest, van veel mindere voedingsgehalte voor de vruchten.

                Het verbod van stroogebruik, als strooisel, zal dus onmiddellijk den ondergang

                der landbouwerij –de eenige hulpbron der gemeente- veroorzaken...”

     

    1916 – Op 2 maart stuurde de burgemeester volgende brief naar “den Heere Kreischef te

                Mechelen :

                “...in het begin der maand april van ieder jaar, wordt er door de gemeente

                overgegaan tot het verhuren van het gras, wassende op de zoomwegen der

                gemeentestraten.

                Om alle moeilijkheden te voorkomen ben ik zoo vrij u te vragen of de gemeente

                dit jaar, zoals vroeger, mag overgaan tot de verpachting van dit gras.

                Dit gras wordt gepacht door kleine landbouwers der gemeente die de middelen

                niet bezitten om aankoop te doen in de vloeibeemden.”

     

    1916 – Op 17 april “om half twaalf ure voormiddag torenuur in het dorp te Leest”, ging

                de  maandelijke keuring van paarden en eenhoevige dieren,  tegen snot en andere

                ziekten, door. 

     

    1916 – 17 april : Een tweede vermoedelijk geval van schurft is waargenomen door

                veearts Van Passen bij een paard van de weduwe Spruyt uit de Winkelstraat.

     

     

    1916 – 25 april :

                “Aan den heer Zivil Kommissaris te Mechelen.

                Volgens de verordening der Duitsche overheid, zijn de duivenhouders verplicht

                van, bij het achterblijven hunner duiven daar aanstonds melding van te doen aan

                den burgemeester, met verplichting voor den burgemeester daarvan onmiddellijk

                met bode kennis van te geven aan de duivenkontrool te Mechelen.

                Daar de gemeente zoo ver uitgestrekt is en er geene gemeenteboden voorhanden

                zijn, ben ik zoo vrij Uld aan te vragen of de door mij te doene kennis bij gewone

                brief mag gedaan worden...”

                Getekend : de burgemeester van Leest. (GA)

     

    1916 – In mei werd een nieuwe telling van de Leestse veestapel gedaan met volgend

                resultaat :

                paarden : 145

                rundvee : 889

                zwijnen : 208

                schapen (melkschapen) : 11

                geiten : 33

                ezels : 8

                (GA-25/5/1916)

     

    1916 – 13 mei : Bij Frans Van den Sande uit de Groteheidestraat werden 1.390 kg rogge

                aangeslagen door Duitse soldaten en geleverd te Mechelen. (GA)

     

    1916 – 13 mei : Dezelfde dag bestatigde veearts Van Passen een “vermoedelijk geval van

                schurft bij den poney” van Jan Baptist Van Crombruggen, een bakker uit het

                Dorp. (GA)

     

    23-02-2012 om 17:23 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1915 – Dezelfde dag, 1 augustus, rond 23 uur, brandde de schuur van pachter Willem

                Slachmuylders (Steinemolen) af :

                “ W. Slachmuylders is gewekt geworden door de wacht der Duitsche soldaten

                en heeft bestatigd dat den brand veroorzaakt was  in de manege waar twee der

                Duitsche soldaten sliepen.

                Slachmuylders had aan de Duitsche soldaten verboden in die manege te slapen,

                aangezien er in de kamer, door hem in zijn pachthof afgestaan, negen man kon

                logeren en ingezien het logeren in die manege gevaarlijk was.

                In de logeerkamer was nog plaats genoeg aangezien er slechts 5 soldaten

                logeerden.”

                Een onderzoek werd ingesteld door “den Kaiserlijken Krijgschef van Mechelen”.

     

    1915 – Op 7 september stuurde de gemeente een door het schepencollege gekontroleerde

                lijst met 278 schattingen van geledene oorlogsschade aan “den bestuurraad van

                Land- en Tuinbouwkomiteit” te Antwerpen.

     

    1915 – 16 oktober : De twee Leestse maalders ontvingen volgend schrijven van de

                Provinzial Ernte Kommission : “...ingevolge schrijven van de voorzitter van de

                P.E.K. van den 9e oktober is het streng verboden graan te malen van personen die

                niet zouden voorzien zijn van geleide brieven A, B of C, afgeleverd door den

                burgemeester. Deze moeten voor het toekomende door de maalders gerangschikt,

                genummerd en als bewijs bewaard worden.

                De maalders moeten een maalboek houden...

                Deze maalboeken zijn verkrijgbaar bij de Provinzial Ernte Kommssion.”

     

    1915 – Op 20 oktober leverde de “petrolmaatschappij” van Mechelen 700 kg petrol aan

                het officieel magazijn van de gemeente.

                299 huisgezinnen gebruikten “petrol” voor verlichting.

     

    1915 – 9 december – Gemeenteraadszitting : Joseph Vloeberghen werd aanvaard als

                nieuwe “tresorier van het kerkfabriek van den H. Nicolaus.”

                Hij diende wel een borgtocht te storten van 600 fr.

                Zijn voorganger was Piet Eduard Vloeberghen.

     

    1915 – Einde 1915 waren er in de gemeente 141 paarden en 1 ezel.

                De gemeente beschikte verder nog over 13.125 kg haver, 81.950 kg hooi,

                208.550 kg eetaardappelen en 479.820 kg plantaardappelen.

                Leest telde 1655 inwoners , er werden 62 intredingen genoteerd.

                De onderhoudskosten aan de steen- en andere wegen beliepen voor 1915

                1241,34 fr. 

     

    1916 – De praktiserende geneesheren in de gemeente waren dokter De Becker uit Tisselt

                en dokter Van Assche uit Hombeek.

                Eerstgenoemde deed het geneeskundig onderzoek in de jongensschool,

                laatstgenoemde in de meisjesschool. (GA-8/12/1916)

     

    1916 – Dat jaar diende de gemeente 4.736 kg tarwe, 86.574 kg rogge en 110 kg masteluin

                (een mengsel van tarwe en rogge) te leveren aan de Duitse bezetter.

                (GA-5/4/1916)

                “Als aandeel in den aankoop van meubelen en bedden voor het 5e Escadron van

                15 dragonders van het Duitsche leger” betaalde de gemeente 504,20 fr.

                (GA-28/11/1925)

    23-02-2012 om 17:17 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1915 – 6 maart  - Eerste gemeenteraad vanaf de bezetting :

                Aanwezig : burgemeester Bernaerts, schepenen V.Diddens en L. Wauters,

                raadsleden J.B.Verbergt, K.L. Van den Brande, J. Selleslagh en secretaris

                August Van den Bossche.

                “...Overwegende dat er ten aanzoeke van het gemeentebestuur zijn verkocht

                geworden, voorwerpen van vee, tijdens de vluchting verloren, en niet meer

                opgeeischt door hunne eigenaars.

                Dat het voorhanden zijnde in kas, van het plaatselijk hulpcomiteit, tot steuning

                der noodlijdenden gering is, om de noodige dringende behoeften te bestrijden;

                besluit éénparig : machtiging te vragen om het plaatselijk hulpcomiteit eene

                toelaag uit te betalen,  van 1152 fr 60 centiemen, voortkomende van

                bovengemelden verkoop.

                Deze vraag werd goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 9 april.

     

    1915 – 6 maart : Twee Blaasveldtenaars hadden zich uitgegeven als officiele

                lijkopgravers.

                Te Leest verklaarden ze belast te zijn om de gesneuvelden die buiten het kerkhof

                begraven lagen, op te graven en in diepere grafkuilen te stoppen.

                Het ging echter om lijkroverij.

                De daders werden later door de Duitsers aangehouden en veroordeeld wegens

                lijkontgraving.

                (GA-22/4/1915 en GA-19/4/1915)

     

    1915 – Op 1 juni stuurde de burgemeester een brief gericht aan “Mejuffer Caroline Nees,

                onderwijzeres der gemeente Leest verblijvende te Biervliet Zeeuwsch Vlaanderen

                Holland” :

                “...aangezien ik last heb in het algemeen belang, in het onderwijs der kinderen

                onzer gemeente te voorzien, zoo noodig ik u bij deze uit uwe bediening van

                onderwijzeres als hoofd onzer gemeente meisjesschool zonder langeren uitstel

                te komen vervullen.

                Wordt er aan deze uitnodiging door u geen spoedig gevolg gegeven zoo zal er

                in uwe vervanging moeten voorzien worden daar uwe voortdurende afwezigheid

                en stilzwijgen nadeel aan het onderricht der jeugd veroorzaakt.”

     

    1915 – Op 1 juli werd er in de gemeentelijke meisjesschool een tweede klas ingericht.

                De lessen werden er gegeven door Irma Ackermans, een gediplomeerde uit de

                Normaalschool van O.L.Vrouw Waver.

                Haar salaris bedroeg 1.000 fr per jaar.

                Irma Ackermans woonde te Mechelen en was getrouwd met schilder Ghesquiere.

                Ze zou te Leest les blijven geven tot aan haar dood op 21 februari 1933.

     

    1915 – 3 juli : Pastoor Beuckelaers ontving volgend schrijven via burgemeester

                Bernaerts van “d’Heer Prasident der Zivilverwaltung der Provincie Antwerpen” :

                “..Het is gebeurd, dat de sleutel van den kerktoren aan eenen Officier, die deze

                tot dienstelijke doeleinden wilde besteden, door den pastoor met de woorden

                geweigerd werd : “Je ne donne pas la permission de se servir de mon église pour

                faire des observations contre mon pays.”

                Deze houding van den pastoor is onaannemelijk.

                Ik verzoek u in evereenstemming met de pastoren uwer gemeente aanwijzing

                te geven, dat de toegang tot de kerktorens ieder tijd aan militaire personen

                toegestaan wordt.

                Ik moet u doen opmerken dat in geval van weigering de toegang met geweld zal

                moeten verkregen worden en tegen de tegenstrevende personen streng zal

                voorgegaan worden.

                              Der Pradisent der Zivilverwaltung, I.A. Bormann.”

     

    1915 – 31 juli : De gemeenteraad stemde het reglement op de seizoenverloven der

                gemeentescholen :

                “Artikel 1. De verloven kunnen verleend worden door de schoolhoofden, aan de

                leerlingen van den 3e en 4e graad om hun te laten deelnemen aan de

                seizoenwerken hierna aangeduid :

                a. Voor het planten der aardappelen van 20 maart tot den 20ste april.

                b. Voor steken van aspergiën en snijden van erwten, van 1 mei tot 24 juni.

                c. Voor hooibewerking van 1 tot 30 juni.

                d. Voor inoogsten van aardappelen, van 1 juli tot den 14 augustus.

               

                Artikel 2. De verloven, aan elke leerling verleend in den loop van een schooljaar,

                zullen in geen geval een totaal van 35 dagen mogen overtreffen.

     

                Artikel 3. De aanvragen tot verlof zullen gedaan worden, minstens 24 uren  op

                voorhand, mondeling of schriftelijk, door de familiehoofden die veranwoordelijk

                zijn voor de opvoeding der kinderen.

                ...

                De andere verlofdagen worden bepaald als volgt :

                De groote vacantie van 15 oogst tot den 20 september, de Paaschvacantie van

                witten donderdag tot beloken Paaschen.

                Nieuwjaar, Lichtmis, 2 februari, St Jozef 19 maart, Ons Lieve Vrouwe Boodschap

                25 maart, maandag en dinsdag der kermissen van Sinksen en Sint Nikolaas,

                Ons Heer Hemelvaart, Sakramentsdag, Sint Pieter en Paulus, 21 juli ;

                Onze Lieve Vrouw onbevlekt ontvangen 8 december, Allerheiligen, Allerzielen,

                Sint Niklaas 6 december, gedurige aanbidding 19 december, 1e en 2de Kerstdag.”

                In dezelfde zitting paste men de wedden van het onderwijzend personeel aan.

                Jan Dumont (41 jaar dienst) kwam op 2.700 fr jaarwedde.

                Jan Constant Moons (16 jaar dienst) 2.000 fr.

                Caroline Nees (34 jaar dienst) 2.100 fr.

                Mathilde Hellemans (15 jaar dienst) 1.600 fr.

                Hendrika Troch (4 jaar dienst) kwam op 1.200 fr.

     

    1915 – Op 1 augustus maakte de gemeente een lijst op van het “hoornvee en verkens in

                de gemeente bestaand” :

                Er werden 509 melkkoeien geteld, 230 runderen en 237 “mestverkens en viggen”,

                hetzij één derde minder hoornvee en de helft minder varkens dan het aanwezige

                potentieel in vredestijd.

    23-02-2012 om 17:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Maandelijks moesten de boeren zich met hun paarden ter keuring aanbieden. De beste paarden werden er uitgekozen en tegen lage prijs naar Duitsland gevoerd. Het gebruik van ossen werd algemeen. De familie Schelkens (die van “den Duits”) had een

    alternatief :  de vier zonen vervingen hun door de Duitsers aangeslagen paard.

    Achter de ploeg vader Schelkens, ervoor zonen Cyriel, Fons (huwde Roos Beullens), Jan en Piet.

     

    Op 10 maart verscheen een nieuw bevel meldende dat de burgers van Mechelen en omstreken verzocht waren hun koperwerk in te leveren in de fabriek van Vincke in de Leopoldstraat.

    Diegene die het bevel niet nakomt zo luidde de plakkaart stelt zich bloot volgens de verordening van 13 december laatstleden aan gevangenisstraf tot 2 jaar en een geldboete tot 20,000 mark.

    Enkele dagen later werd van huis tot huis huiszoeking gedaan.

    In 1917 betaalde men de kolen tot 120 fr de 1000 kilos.

    Voordat de aardappelen hunne volle rijpheid hadden bekomen zag men reeds duizenden burgers de landbouwers bestormen om enige kilos te kunnen bekomen in afwachting van de komende winter, dit ondanks de zware boeten en het verbeuren van dit voedsel door de Duitsers.

    De woekerhandel werd in de hand gewerkt omdat men te Brussel in de maand september 1918 bv de aardappelen tegen 3 en 4 fr het kilo verkocht.

    Gedurende gans de oorlogstijd was het onmogelijk vis te kopen. Men betaalde pekelharing 2 fr het stuk, een halve stokvis 6 tot 8 fr en zij waren maar zelden te bekomen.

    In de lente van 1918 was het brood niet meer eetbaar : meer zemelen dan bloem, de armoede werd hoe langer hoe groter.

    Enkele prijzen van 1917 en 1918 : tarwebloem per 100 kgr : 850 a 950 fr.

    Rundvlees per kig : 30 fr. Varkensvlees : 45 fr. Schapenvlees : 30 fr.

    Hesp (ham) : 45 fr. Spek : 45 fr. Vet : 63 fr. Boter : 40 tot 45 fr.

    Melk per liter : 1,25 a 1,50 fr. Eieren per stuk : 1,50 a 2,40 fr.

    Koffie per kg :  80 fr. Bruine zeep : 30 fr per kilo. Lampolie : 25 fr.

    Petrol : 25 fr. Rooktabak : 70 tot 80 fr per kilo.

    Velen vergenoegden zich met het roken van allerhande gedroogde bladeren van struikgewassen.

    In november 1916 verscheen er een verordening waarbij, op straf van een zware boete, verboden werd zichtbaar licht te maken, om het gevaar van luchtaanvallen tegen te gaan.  

    De voorraad steenkolen die de arme bevolking van het steunkomiteit kon bekomen, bedroeg slechts 120 kg per maand en per gezin.

    Op het einde van 1917 waren voedingsstoffen en kleedsel niet meer kopelijk.

    Vele werklieden zag men langs de straten slenteren met gescheurde broeken en vesten.
    Vrouwen met kledingsstukken van allerlei lappen aaneengenaaid.

    Katoen of saai konden de arme mensen niet meer kopen.

    Een enkel bobijntje naaigaren betaalde men tot 16 a 20 fr.

    Door de verschrikkelijke duurte van het leder (230 frank per kilo op het einde van 1917), werd het vele burgers onmogelijk schoenen te kopen. Het dragen van klompen werd algemeen ofschoon men ze 8 tot 10 frank het paar betaalde, tegen 1,05 fr voor de oorlog.

    Een hoed was onmogelijk te kopen, een gewone klak betaalde men tot 25 frank.

    (“De Duitschers te Mechelen” – Frans Verhavert – Drukkerij L.A.Godenne 1919)

     

    1914 – Einde november stierf er een koe van landbouwer Jozef Polfliet uit de

                Tisseltbaan.

                Veearts Van Passen uit Willebroek keurde de vier kwartieren goed, de afval werd

                afgekeurd. Het vlees werd verkocht voor 70 en de huid voor 29 frank. (GA)

     

     

    1915 – “Gedetailleerde opgaven van de bevolking der gemeente volgens de nauwkeurige

                telling gedaan, bij de uitgaaf der bloemkaarten, voor de verdeeling van het meel

                en bloem :

                1. mans, gezinshoofden                     245

                2. gehuwde vrouwen en weduwen   255

                3. getal kinderen boven 2 jaar          844

                4. andere personen                           157

     

                                                     totaal                      1501

                De kinderen beneden de 2 jaar zijn niet begrepen.”

                GA-19/4/1915)

     

    1915 – In de gemeente zijn (opnieuw) twee graanmolens werkzaam :

                1. De stoommolen van de weduwe Bonifacius Lauwers, die per dag 1500 kg kan

                malen.

                2. Een graanmolen “met naphte” van Alfons Maes, goed voor 1300 kg per dag.

                (GA-21/10/1915)

     

    1915 – Schatting van de gemeente omtrent de oogst van 1915 :

                er werd 28 hectaren tarwe verbouwd, “gevende of kunnende opbrengende” 2000

                kg het hektaar.

                166 hektaren rogge, geraamde opbrengst 2000 kg het ha.

                105 ha wintergerst, geraamde opbrengst 2500 kg per ha.

                Voor de 25 ha haver “slecht zijnde van wasdom, is de schatting onmogelijk”.

     

    1915 – Voor 1915 voorzag het gemeentebestuur :

                “Noodige meel of bloem gehalte noodig per dag : 40 zakken.

                Idem rijst :  30 kg, erwten : 10 kg, boonen : 15 kg, aardappelen : 1500 kg,

                verschillige zout : 15 kg, petrol : 100 liter, meel tot veevoeding : 1200 kg.

                Het getal rechthebbenden op militievergelding was 57, er waren 78 daklozen

                in  de gemeente, 45 huisgezinnen zonder bestaansmiddelen, er werden 24

                werklozen geteld van de “Nijverheid”.

                Er was hoogdringend nood aan meel, rijst, vet of reuzel. Bonen, zout, erwten,

                kledingsstukken, schoenen, blokken en petrol.

                Beschikbaar geld op dat moment : Weldadigheidsbureel : 2.000 fr, Vicentius a

                Paulo : 500 fr, Het Hulp Comiteit : 1.000 fr.

                (Uit een brief aan het Arrondissements Hulp Comiteit)

     

    1915 – De jaarwedde voor de veldwachter voor 1915 beliep 1.000 fr.

     

    1915 – 8 februari : de gemeente diende, op basis van de onderrichtingen van het

                provinciaal Land- en Tuinbouwcomiteit, over te gaan tot de benoeming van een

                “plaatselijk bureel van schade-opnemers”, dit in verband met de geleden

                oorlogsschade. Volgende leden werden aangeduid :

                Selleslagh Ivo, als sekretaris te Leest, Teughels Arnold, meester-schrijnwerker,

                Vloebergh Jaak, meester metser, Verbruggen David Alfons, landbouwer en

                Selleslagh Joseph, gemeenteraadslid. (GA)

     

    1915 – 15 februari :

                “...Bij de landbouwer Karel Verbeeck, Tisseltbaan, is er eene veers gestorven,

                die een onvoldragen kalf had afgeworpen. Het dood dier is verkocht geweest aan

                Frans Selleslagh, kalverkoopman te Leest voor 90 franken.” (GA)

     

    1915 – Op 20 februari schreef burgemeester Bernaerts een brief aan de voorzitter van het

                “Hulpcomiteit” te Mechelen, waarin hij stelde dat de gemeentekas leeg was zodat

                “de wedden der onderwijzers, veldwachter en secretaris niet meer kunnen

                gekweten worden voor de loopende maand, zoo ook andere dringende uitgaven.”

                (GA)

                Te Mechelen bestonden er “Comiteiten” waar de burgers tegen verminderde

                prijzen eetwaren konden bekomen, die voor elk huisgezin en per hoofd

                gerantsoeneerd waren.
                Brood en aardappelen moest men in de huizen, door de “Comiteiten” daartoe

                aangewezen, afhalen.

                Het brood bevatte meer rogge en zemelen dan tarwe. Slechts enkele bakkers

                mochten, met een bijzondere vergunning, tarwebrood verkopen.

                (MC-F.Berlemont)

     

    1915 -28 februari :

                “...Gezien en overwegende de overgroote milddadigheid en bijzonderen

                bezorgdheid, zoo van de Amerikaansche Natie, als deze harer afgevaardigden

                aan ons Vaderland gegund tijdens den oorlog, besluit het Schepencollege in

                naam van de bevolking der gemeente Leest, onze innige dankbetuiging uit te

                drukken voor de geschonken giften en behandelingen.” (GA)

                Tijdens de oorlogsjaren werd door het “comiteit” aan de bevolking voedsel

                uitgedeeld  : bloem, rijst, vlees en spek uit Amerika “Wilsonspek” genoemd.

    23-02-2012 om 17:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    1914 – Op 23 oktober sneuvelde Leestenaar Jan Victor Roelants te Stuivekenskerke

                aan de Ijzer.

                Het was bij de zware gevechten om de brug van Tervaete, waar de Duitsers over

                de  Ijzer waren geraakt. Het waren moordende gevechten : aan de buitengevel van

                de kerk van Stuivekenskerke, vanwaar de Belgische tegenaanval vertrok, staat een

                herdenkingsplaats die vermeldt dat die 23 oktober, 1200 Carabiniers en twee

                derde van het officierenkader niet terugkwamen van die tegenaanval.

                Jan Roelants was geboren te Leest op 25 februari 1883 als zoon van Jan en Maria

                Louise Vertongen.  

     

    1914 – “Enkele tijd na de overrompeling van 1914, werd door de Duitse bezetters

                 begonnen met de Belgen, al ei zo na, tot op hun hemd uit te kleden, zogezegd

                geruild voor hun dag en nacht gulle waardevolle bijgemaakte papierkens, en wat

                voor de veroveraars niet tot verkoop was te verleiden, bleek voor hen dan niet te

                zwaar of te heet.

                Inbreng van wol of koperwerk gold als afkorting op ’n bepaalde som van een

                verplichte gezinsbijdrage, de laatste bomen verdwenen uit de bossen, de notelaars

                uit de woonerven voor hun tekort aan geweerkolven, de paarden tot motorkracht

                voor hun ergens in de modder verzonken kanonnen, de klokken uit de torens,

                jonge mannen en vaders als helpers naar het vreemde land.

                Hulpkomiteiten zagen hun mogelijkheden slinken  en de Duitsers vreven alle

                schuld op de bevolking.

                Daartegen brachten de protestzangers spottend eigen kritiek : in de dorpen :

                “De meiskens van Brussel die smokkelen zeep, zeep, zeep, enz.”, in de steden :

                “En de boeren hebben een markmachien, ’n markmachien, enz..”

                (J.A.Huysmans – DB juni 1980 “Waterkiekens in onze rivieren”)

     

    In de “Komiteiten” konden de burgers aan verminderde prijzen eetwaren bekomen, die voor elk huisgezin en per hoofd verdeeld waren.

    Brood en aardappelen moest men insgelijks in de huizen, door de komiteiten daarvoor aangewezen, gaan halen.

    Het brood bestond uit een mengeling, meer zwart dan wit.

    Het tarwebrood werd verkocht bij de bakkers die daartoe een bijzondere vergunning bekomen hadden. Deze bakkers waren zeldzaam.

    In 1916 mocht geen enkele bakker nog brood bakken, buiten degenen die door de komiteiten aangesteld waren; tarwebrood was verboden.

    Men kon niet meer dan 250 gr. brood en  300 gr. Aardappelen per hoofd bekomen en dit rantsoen werd nog merkelijk verminderd op het einde van het jaar.

    Het was niemand toegelaten zijn voorraad aardappelen op te doen.

    Voor iedere landbouwer was een hoeveelheid aardappelen bepaald, die hij moest leveren

    aan de komiteiten.

    Het was de burger haast onmogelijk de enige kilos aardappelen die hij van de landbouwer bekomen had in de stad te brengen zonder gevaar te lopen aangehouden te worden en met een zware boete gestraft te worden.

    In 1917 en 1918 verergerde deze toestand nog. Suiker, rijst, bonen, enz. Moesten in het komiteit genomen worden ; er was een hoeveelheid per hoofd bepaald.

    Zo was het ook voor spek en vet, en toch was het dan nog zelden te bekomen.

    Om de duurte van de koffie waren vele burgers genoodzaakt gebrand koren of gerst te drinken in plaats van koffiebonen. Een Duits bevel verbood graan en bitterpeën te branden op op den buiten te gaan kopen op straf van zware boete.

    Alles werd opgekocht en naar Duitsland vervoerd.

    De schillen der aardappelen werden ten huize afgehaald en men betaalde ze 10 tot 14 centiemen per kilogram.

    Einde november 1916 was er bijna geen boter meer te bekomen.

    Reeds van 1915 werd dagelijks aan duizenden werklieden door de zorg der komiteiten soep en brood uitgedeeld.

    Maandelijks moesten de buitenlieden met hunne paarden ter keuring naar de stad komen. De beste paarden werden er uitgekozen en tegen lage prijs naar Duitsland gevoerd.

    Het gebruik van ossen werd algemeen.

    Bij al de duurte der levensmiddelen werd er nog woekerhandel op grote schaal gedreven.

    Sommige waren sloegen zelfs met het uur op, niettegenstaande de handelaars op dat ogenblik reeds een schone winst konden opstrijken.

    In Duitsland was er gebrek aan leder. De Duitsers eisten nu in België alle leder op zodat het bij ons schaars en duur werd, men betaalde een paar schoenen in 1917 tot 125 frank, en in 1918 150 tot 200 fr.

     

    Op  15 januari 1917 werd een Duits bevel in bijna al de huizen der stad (Mechelen) rondgedragen waarop de burgers het gewicht koper moesten aantekenen dat zich in huis bevond.

    23-02-2012 om 16:51 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1914 – September-oktober : “De Duitsers hadden het op onze kerk gemunt.”

                Het gebouw werd getroffen door grof en klein geschut. De schade was

                aanzienlijk.

                “Verschillende bommen,” schrijft pastoor Beuckelaers, “zijn door het dak of door

                den muur der kerk binnengedrongen met skrapnels geladen als gevolg hebbend

                het dak op verschillende plaatsen grotelijks te beschadigen, de welfsels der

                middenbeuk en zijbeuken door te breken, nervuren er af te kraken, en grote

                openingen erin te laten.

                De muren der kerk op verschillige plaatsen doorgeslagen...

                Een biechtstoel geheel en gansch weggeschoten. De andere biechtstoelen, vijf

                altaren, de vier gestoelten, de predikstoel, dit alles in Hongaarsche eikenhout

                in haut-relief gebijteld, langs allen kanten doorboord of kleine stukken

                afgeslagen. De marmeren vloer op verschillige plaatsen geschonden door het

                vuur of een bom.

                Het lichttoestel onbruikbaar geworden. Rond de 250 stoelen verbrand of

                beschadigd.

                Ook de brandramen waar de Leestenaars zo fier op waren, werden totaal

                vernield : bijwerken zal meer kosten dan ganse vernieuwing.”

                Daarbij waren de Duitsers de kerk binnengedrongen en hadden gepoogd het

                tabernakel achter het altaar open te breken. Dit gebeurde vruchteloos.

                Ze forceerden echter de brandkast in de sakristij : één remonstrans en een kelk

                werden onbruikbaar gemaakt. Ze werden terug in orde gebracht door Aloïs Haan

                uit Antwerpen. (WLS-G.Herregods)

     

    1914 – Lijst der gevallen krijgers in de gemeente begraven, buiten het kerkhof.

                -Idler Sifrid, begraven Blaasveldstraat nabij “de Knip”, tegen de woning van

                Louis Leemans.

                -Lindemann Leopold, ligt begraven op ’t land in de Scheerstraat nabij ’t dorp,

                over de woning van Pieter Jan Lemmens.

                -Een onbekend soldaat van VII K.II.III nat.Art., begraven in de hof van Frans

                 Cortebeek Scheerstraat.

                -Schram J., begraven in de Tiendeschuurstraat rechtover de herberg “de

                Cantine”.

                -Onbekend Duits soldaat III reg.II K.,begraven aan het huis van Jan Campion,

                Tisseltbaan.

                -Rosenbaum J., begraven op ’t land van De Wit, Tisseltbaan.

                -Tonneau, Belgisch soldaat van het 11e Linieregiment, gevallen 29 september,

                begraven op ’t land nabij den ijzerenweg Blaasveldstraat.

                -Een onbekend gebleven Belgisch soldaat begraven in de Blaasveldstraat. De

                kapot bleek van het 14de Linieregiment afkomstig te zijn.

                -Van Mol Romaan, van het 11de Linie, begraven in de Grooteheide waar hij was

                gevallen.

                Al deze lijken zouden later ontgraven en overgebracht worden naar het kerkhof

                van Leest. (GA-17/9/1915, 20/11/1915 en 15/2/1919)

     

    1914 – 10 oktober :

                “...bij hare wederkomst der vlucht, heeft de weduwe Frans De Laet, wonende

                Tinneschuurstraat, het lijk gevonden van één harer koeien, in de gracht voor hare

                woning.

                Het kalf was niet afgeworpen aangezien het in de geboorte vastzat.

                Zij heeft de koei ter plaatse doen delven in bijzijn van Jozef Leemans en Jan

                Lauwens, inwoners van Leest”. (GA-6/7/1915)

     

    23-02-2012 om 16:45 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    In 1919 maakte het gemeentebestuur een gedetailleerd verslag op van de geleden oorlogsschade :

     

    Monumenten, gebouwen,landgoederen, enz. toehorende aan openbare besturen.

     

    1. Een deel van de pastorij : beschadigd.

    2. Een deel van de meisjesschool werd door beschieting vernield.

    3. De kerk, kerktoren, afsluitingsmuren van pastorij en kerkhof werden gedeeltelijk

        vernield en beschadigd.

    4. De brug over de Zenne : vernietigd.

     

    Kunst, wetenschappelijke- geschiedkundige voorwerpen van openbare besturen.

     

    1. Remonstratie der kerk : beschadigd. Edelgesteenten en miskelk : gestolen.

    2. Geschilderde glasramen van de kerk : vernield.

    3. Biechtstoel in beeldhouwwerk : vernield.

    4. Altaren in beeldhouwwerk : vernield.

    5. Kruisweg : gedeeltelijk vernield en beschadigd.

    6. Beelden : vernield en beschadigd.

    7. Registers van den burgerlijke stand : geboortens 1911,1912, 1913 en huwelijken 1911,

        1912 : onbruikbaar gemaakt met olie en verscheurd.

        Overlijdensakten van de jaren 1812 tot en met het jaar 1820 en van 1823 tot 1832 :

        verscheurd.

        Overlijdensakten van de jaren IX, X, XI Fransche Republiek en Kadasterboeken:

        onbruikbaar gemaakt met olie.

     

    Oorlogsschade aan de gemeentejongensschool.

     

    1. Schoolbenodigdheden, begroot op                                   325 fr.

    2. Kaarten van de gemeente, provincie, van België

        en van Europa, begroot op                                                           200 fr.

    3. Drie reeksen aanschouwingsplaten, telraam, 3stores,

        draaibord, verzameling platen  vaderlandsche

        geschiedenis, begroot op                                                  545 fr.      

    4. 36 banken voor 2 leerlingen, 2 stoelen, 3 kapstokken,

        barometer, 2 thermometers, begroot op                        1670 fr.

    5. Beschadiging aan muren, deuren vensterruiten,

        en aan de deuren der toiletten, begroot op                                220 fr.

    Samen :                                                                                 2.960 fr.

     

    Oorlogsschade aan de gemeentelijke meisjesschool

     

    1. Schoolbenodigheden, begroot op                                     450 fr.

    2. Kaarten van de gemeente, het kanton, de provincie,

        van België en van Europa, begroot op                             250 fr.

    3. Verzameling van maten en gewichten, balans,

        verzameling metrische vormen, begroot op                    220 fr.

    4. Platen gewijde geschiedenis,verzameling platen van

        Lummel, telraam, begroot op                                          235 fr.

    5. Zes stores, raampjes voor het handwerk,

        onderwijzerslessenaar, trede, 2 stoelen, 2 borden,begroot        840 fr.

    6. 35 banken, barometer, twee thermometers, kruisbeeld,

        OLVrouwbeeld, begroot op                                             1490 fr.

    7. Heropbouwen van het gedeelte eener klas, nieuwe

        vloer in een andere klas, plaffonering, beschadiging aan

        deuren, witten schildering en inzetten van vensterruiten,

        begroot op                                                                        950 fr.

    Samen :                                                                               4.435 fr.

     

    Oorlogsschade aan monumenten,gebouwen, landgoederen toehorende aan particulieren.

     

    1. Houten graanwindmolen, genaamd “Steinenmolen”, van weduwe Frans Van Winghe,

        Kapellebaan : vernield door brand.

    2. Houten graanwindmolen, van weduwe Bonifacius Lauwers, aan “de Knip”,

        vernield door brand.

    3. Landbouwerswoningen van :

        a) Polycarp Verhoeven, Kapellebaan : vernield door brand.

        b) H. Louis Daelemans, Kapellebaan : vernield door brand.

        c) Pieter Jan Diddens, Blaasveldstraat : vernield door brand.

        d) Constant Diddens, Molenstraat : vernield door brand.

        e) Joseph Nuytkens, Molenstraat : vernield door brand.

        f) Alfons Piessens, Mechelbaan : vernield door brand. Meubelen, oogst, enz. dezer zijn

        ook  vernield.

    4. Woningen van :

        -Theod. Van den Heuvel, Dorp : beschadigd.

        -Weduwe Buntinckx Hofmans, Dorp : beschadigd.

        -Weduwe Van Moer, Dorp : beschadigd.

        -Arnold Teughels, Dorp : beschadigd.

        -Jaak Vloebergh, Dorp : beschadigd.

        -Jan Huysmans, Dorp : beschadigd.

    5. Schuur gebruikt door Willem Slachmuylders : vernield door brand.

        Deze schuur, staande op de Kapellebaan,  is eigendom van Duc d’Aost Turino.

    (GA-27/2/1919)

     

    Oorlogsschade aan buurtwegenis.

     

    Grote schade was toegebracht aan :

    -Steenweg van Leest dorp naar de limiet van Tisselt, wegen nrs 4, 10 en 28 van het atlas, op deze lengte is de herstelling der brug over de beek groot noodig.

    -Steenweg van Leest naar het Heike Hombeek, nrs 5 en 9 van het atlas. Deze twee

    steenwegen zijn in zeer slechten toestand.

    -Steenwegen van Leest dorp naar Heffen en naar Hombeek, deels beschadigd wegen nrs 3 en 2 van het atlas.

    -Steenweg van Kapelle op den Bos naar boskant Hombeek, weg nr. 5.

    -De brug over de St.Annabeek limiet met Mechelen, kant langs Leest is

    grotelijks beschadigd.

    -De kiezelweg in de Laerestraat is grotelijks beschadigd. (GA-30/1/1919)

    -De schade aan gemeentewegen werd in 1920 geraamd op 12.835 fr. Aan steenwegen voor groot verkeer op 14.280 fr. (GA-8/5/1920)

     

    23-02-2012 om 16:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1914 – Op 29 september sneuvelde te Londerzeel, bij de eerste schermutselingen, de

                Leestenaar Ludovicus “Louis” Jacobs.

                Hij was te Leest geboren op 3 april 1893 als zoon van Frans en Maria Anna Van

                Loock.  Hij diende bij het 12de Linieregiment.

     

    1914 – 29 september : Het dagboek van Hombekenaar Domien Van Beveren : “...mijn

                vrouw en ik  reden dan met onze beide kruiwagens met onze drie kleine kinderen

                op de vlucht..

                (...) Wanneer we aan de ijzeren weg gekomen waren begonnen ze weer te schieten

                en we waren verplicht, gebukt en met een zware last op onze kruiwagen te rijden

                van aan de bareel tot aan het Hoefijzer. De kogels vlogen om ons heen.

                Aan de hoeve van Jef Scheers gekomen, was ik de last van het zadel moe en ik

                wierp hem in de hof. Wij gingen voort tot aan de Winkelstraat, daar stonden de

                karren, van dewelke een paard zijn zadel verloren had.

                Ik mag ook neit vergeten te zeggen, dat terwijl wij op de vlucht waren, de

                windmolen van Stijnenmolen afgebrand is..”(’t Ridderke, nr.4,1996) 

     

    1914 – 30 september : Het fort van Walem werd door de Duitsers ingenomen.

                De Belgische soldaten sloegen op de vlucht. (KH)

     

    1914 – 30 september :

                “...Jan Baptist De Cuyper ,zijne vrouw Francisca De Buyser en Antoon Edward

                Leemans, landbouwers te Leest uit de Blaasveldstraat, werden bij hunne vlucht,

                op 30  september 1914, aan het kasteel Lefebvre te Blaasveld, door de Duitsche

                soldaten gevangen genomen. Ze werden tegen de muur eener woning opzij

                geplaatst, met den rug naar de Duitschers.

                Eene ontploffing volgde, en deze drij personen vielen getroffen ten gronde.

                Leemans bleef roerloos ten gronde liggen, eenigen tijd daarna bemerkende dat de

                Duitsers vertrokken waren, kon hij, alhoewel zwaar gewond, zich oprichten en

                verder vluchten in de richting Willebroek, waar hij verpleegd werd.

                Een zijner armen was verminkt, zoodanig dat hij meer dan zes maand in ‘t

                gasthuis verbleef ; het gevolg is dat hij zijne werkkracht verloren heeft voor dit

                lichaamsdeel.

                Zijne twee gezellen, De Cuyper en vrouw, verloren er het leven bij.

                Leemans verklaarde dat de Duitschers bij het plegen dezer moorddaden, maar

                2 of 3 passen van hen stonden.

                Verschillende inwoners der gemeente, waarbij ouderlingen, vrouwen en kinderen

                waren niet gevlucht. Sommigen werden in de gemeente zelf in eenige huizen bij

                elkander geplaatst,anderen werden naar Zemst geleid en daar verschillende

                dagen opgesloten gehouden.

                Jaak Teughels werd, na zich verschillende dagen verdoken gehouden te hebben

                onder een goot, en zich gevoed te hebben met rapen en wortels, door de

                Duitschers ontdekt.

                Alhoewel hij alleen niet meer kon gaan, werd hij niettemin naar Mechelen en

                vervolgens naar Duitschland gezonden.

                Gelukkig werd hij na korte tijd teruggezonden wegens zijn zwakke gesteltenis.

                In bijna alle woningen, door de gevlucht zijnde bewooners verlaten, werd

                ingebroken.

                Deuren, kasten, geldkoffers verbrijzeld en den inhoud ervan geroofd.

                Al wat eenige waarde had als ljnwaad, kleedsel, beddegoed, juwelen en

                gereedschap werd meegenomen of verbrijzeld door de Duitsche overweldigers.

                Veel vee, bijzonder zwijnen en pluimgedierte werd geslacht door de Duitschers,

                en dit in zulk getal, dat verschillige zwijnenrompen geheel bewerkt na slachting,

                later in staat van ontbinding op verschillige plaatsen gevonden zijn.

                Door de beschieting is groote schade aangericht aan de kerk, dezer meubelen,

                aan den toren, aan de pastorij, aan de grafmonumenten en aan de

                omheiningsmuur van het kerkhof.

                Eene klas der meisjesschool is in brand gestoken en den inhoud is door het vuur

                vernield.

                Vele schoolmeubelen zijn door de Duitschers vernield en al de boeken zijn

                verbrand geworden.” (GA-8/1/1920)

     

    Bezet België werd bestuurd door de Duitse gouverneurs-generaal von der Goltz (2/11/1914 tot 2/12/1914), von Bissing (2/12/1914 tot april 1917) en von Falkenhausen (april 1917 tot november 1918).

    Het etappegebied stond wegens de nabijheid van het front rechtstreeks onder militair bestuur.

    Er was tevens een Duits burgerlijk bestuur, dat samen met het militaire bestuur de Belgische ambtenaren, die met instemming van de regering in Le Havre in functie bleven, controleerde.

    Er rezen tal van conflicten tussen dit dubbele Duitse bestuur en het interne Belgische bestuur.

    De stemming onder de bevolking was hoofdzakelijk anti-Duits als gevolg van de gewelddaden en represailles, van de afschaffing van de grondwettelijke vrijheden en door het optreden van bepaalde figuren, zoals kardinaal Mercier en Adolphe Max, burgemeester van Brussel.

    Er heerste door de oorlogsomstandigheden bovendien een grote werkloosheid, met als gevolg dat ca. 100.000 personen vrijwillig in Duitsland gingen werken, terwijl er daarenboven nog ca. 120.000 werden gedeporteerd.

    Door de verplichte inlevering van grondstoffen en levensmiddelen heerste er gebrek aan voedsel, wat wel enigszins gecompenseerd werd door de distributie van levensmiddelen uit Amerika.

    Daarbij kwam nog een zware oorlogsbelasting van 50 mln. frank, die de bezette gebieden maandelijks aan Duitsland moesten betalen.

     

    Te Leest begon men zich stilaan aan te passen aan de oorlogsomstandigheden.

    De meeste vluchtelingen waren weergekeerd en togen aan de arbeid.

    Het gemeentebestuur maakte de balans op :

    -9 huizen waren onbewoonbaar geworden door de beschietingen.

    -8 waren er zwaar beschadigd.

    -Het aantal daklozen beliep 71 en 45 huisgezinnen zaten zonder bestaansmiddelen.

    In de gemeente was er hoogdringend nood aan meel, rijst, vet of reusel, bonen, zout, erwten, kledingstukken, schoenen, klompen en petroleum.

    Beschikbare middelen op dit ogenblik :

    Weldadigheidsbureel : 2.000 frank,

    Vicentius a Paulo : 500 frank,

    Het Hulp Comiteit : 1.000 frank.

    23-02-2012 om 16:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!