1994 – Zondag 22 mei : DRUM- en SHOWBAND te Leest “Op zondag 22 mei jl. ging te Leest een drum- en showbandtornooi door in de zaal St.-Cecilia met medewerking van de plaatselijke Koninklijke Fanfare. Niettegenstaande het verlengd weekend, de ongure weersgesteldheid en de plaatselijke moeilijkheden met de openbare werken, mogen we zeggen dat we een namiddag meegemaakt hebben, waar zeker nog lang zal over nagekaart worden. We mogen terugblikken op een echt muzikaal slagwerkfestijn van hoge kwaliteit een wedstrijd waardig. Op het voorziene aanvangsuur opende de Marchin Percussion band ‘Verbroedering’ uit Wommelgem met de Marcy’s Cadences als openingsmars onder de leiding van P. Van Oosterwijck, de festiviteit. Meteen was het bewijs reeds geleverd, dat kwaliteit, spektakel en kunde hier zeker aanwezig waren. Vervolgens kregen we achtereenvolgens om beurten de drumband ‘De Werker’ uit Kapelle-op-den-Bos, drumband ‘No-limits’ uit Londerzeel, ‘De Madeliefjes’ uit Branst-Bornem en de ‘Rumolduszonen’ uit Humbeek met als dirigenten Frank Van den Eede, Charlie Mosselman en Johan Lievens. Al deze verenigingen vertolkten een prachtig repertorium en een genietbare uitvoering die telkens door een enthousiaste menigte werd gewaardeerd door een daverend applaus. Als slot van deze aangename concertnamiddag dankte Raymond De Decker als afgevaardigde, namens federatie Antwerpen, alle verenigingen en dirigenten voor hun prachtige en tuchtvolle optreden en uitvoering. Ook het bestuur en de medewerkers van de K.F. St.-Cecilia dankte hij voor hun goede medewerking. Hij verklaarde dat de federatie dergelijk programma organiseerde, met het doel er een wedstrijd van te maken, maar bijzonder om aan de media te tonen dat men zonder blaasinstrumenten ook kan concerteren, alleen met het slagwerkmateriaal en prestaties kan leveren van hoge kwaliteit. Hij bevestigde dat deze gelukte en smaakvolle festiviteit niet het einde maar wel een begin was van verdere activiteiten in de federatie. Hij overhandigde aan iedere vereniging een herinnering namens de federatie en besloot hiermee een leerrijke welgevulde muzikale hoogdag. R.D.D.” (“T&T”, juli ’94)
1994 – Dinsdag 24 mei : Parochiale Hanswijk Bedevaart Met Hombeek en Hofstade. Om 19 uur rozenhoedje en om 19.30 uur de misviering. Geen avondmis in de kerk. (PB, 25/5)
1994 – Donderdag 26 mei : Met Ziekenzorg naar Brussel “Verbondelijke uitstap naar Brussel voor ‘Hemel en aarde’. Samenkomst om 10 voor 10 uur (09.50 uur) aan de ‘Sporthal’ in Leest, Dorpstraat.” (PB, 25/5)
1994 – 28 mei – G.v.M. : Mechelaar kweekt marihuana in betonnen hok. (Foto onderaan)
Voor contractuele levering in Nederlandse koffieshops. Op de Kouter in de Mechelse deelgemeente LEEST, tegenover de parochiezaal, heeft de rijkswacht een mini-drugplantage ontmanteld. De 36-jarige uitbater ervan is gearresteerd. De gesofisticeerde installatie werd in beslag genomen, net als een volwaardige cultuur die bestaat uit 488 marihuanaplanten. De “marktwaarde” van de marihuana bedraagt een half miljoen en de kosten van de installatie situeren zich op dezelfde hoogte.
De gearresteerde Marc Verhulst bekende aan de Mechelse rijkswachters Peter Vanuitven en Wim Melis dat hij de bedoeling had om de marihuana in Nederlandse koffieshops te verhandelen. Hij had overigens al een overeenkomst gemaakt waarbij hij 100.000 frank zuiver in het handje zou krijgen per kilogram rookbare marihuana. Bij onze noorderburen wordt het roken van marihuana oogluikend toegestaan.
In totaal werden in deze zaak bijna 2 kilo versneden canabis en 850 gram “afval” in beslag genomen. De drugs lagen ofwel te drogen of waren verkoopklaar versneden en in plastiekzakken opgeborgen. Daarnaast werden ook 488 planten in een betonnen berghok aangetroffen. Het gaat om 24 m2 scheuten tot 1 meter hoge oogstbare exemplaren.
In een onopvallend betonnen hok, achter een ietwat vervallen boerderijtje in de Kouter 4 bis in Leest, had Marc Verhulst een gesofisciceerde teeltinstallatie ontworpen. Naar voorbeelden zoals men die aantreft bij de tomatentelers, had hij een ingenieus plan uitgewerkt waarbij hij de drugsplanten ontwikkelde in groeizakken en via hydrocultuur. Het systeem was vernuftig verbonden met diverse ontluchtingssystemen, warmtebronnen, verlichting, timers, bevloeiing, afvoer en isolatie. Zijn opleiding als grafisch ontwerper is Verhulst daarbij duidelijk van nut geweest. Vorige maand is de verdachte werkloos geworden en sindsdien is hij zich naar eigen zeggen op de teelt van marihuana gaan toeleggen. Het systeem was derwijze goed uitgeknobbeld dat vijf rijkswachters er zes uur werk aan hadden om de installatie te ontmantelen.
Pech Dat de mini-drugplantage in Leest werd ontdekt, dankt men aan twee alerte Mechelse rijkswachters : Peter Vanuitven en Wim Melis. Zij werden donderdag in de vooravond door hun collega’s ter assistentie geroepen toen Marc Verhulst in Leuven werd ondervraagd in verband met een diefstal. De verdachte had een joint bij zich. Beide Mechelse gendarmes behoren tot de plaatselijke drugsantenne. Verhulst had dus duidelijk pech toen men die joint op hem aantrof. Voor de rijkswacht was dat een aanleiding om eens bij hem thuis te gaan kijken. De beide rijkswachters roken onmiddellijk de specifieke geur van marihuana. In het verduisterde betonnen hok achter de woning van de verdachte werd de productieafdeling van de mini-plantage ontdekt. Men vermoedt dat Verhulst een eenmansbedrijfhe had waarbij hij alle activiteiten, van zaaien tot verkopen, zelf uitvoerde. Volgens zijn eerste verklaringen heeft de verdachte niet de kans gehad om reeds wat van zijn drugsproductie van de hand te doen. In hoeverre dat met de werkelijkheid strookt, wordt onderzocht. In afwachting daarvan is de man in de gevangenis van Mechelen opgesloten. Hij riskeert en celstraf van 5 jaar en een geldboete van 10 miljoen.
1994 – 30 mei – G.v.M. : Leestse fietsers gewond “In het dorp van Bonheiden kwamen twee fietsers tegen het geopende portier van een auto terecht. Ze werden daarbij gewond. Het gaat om Jozef Selleslagh (34), Kapelseweg 166 A in Leest en om Leo Verhasselt (35), Tiendeschuurstraat 27 eveneens in Leest.”
1994 – 1 juni – Parochieblad : BGJG “Plaatselijke verantwoordelijke voor Kinderoppasdienst : Luce Jespers-Candries, Vinkstraat 66.”
1994 – 1 juni : Voorbereiding van de misviering voor de ‘honderdjarige’. Zangrepetities in het vooruitzicht van de viering van ‘Moeder Selleslagh’. Deze repetities vonden ook plaats op 8 en 15 juni en op 10 en 17 augustus, telkens in de kerk om 20 uur. (PB, 25/5)
1994 – 4 juni – G.v.M. : Inbrekers aan het werk in Leest “In de woning van R. Peeters in de Roekstraat werd ingebroken. Het slot van de garagedeur werd geforceerd. Er werd geld gestolen. In de Esptweg werd ingebroken in de woning van D. Michiels. Daar begaf in de achterdeur een cilinderslot. De terrasdeur van de woning van Gerard Van de Vliet, eveneens in de Esptweg, bood voldoende weerstand om inbrekers tegen te houden. Maar Vera Lauwers, die in de Vinkstraat in Leest woont, stelde vast dat uit haar woning geld werd gestolen. Ook daar werd een cylinderslot aan de achterdeur stukgemaakt.”
1994 – 4 juni – G.v.M. : Leest-dorp voor bouwverlof open “Nog voor het bouwverlof zal de aannemer klaar zijn met de straatwerken in het centrum van Leest. Op zich waren het niet zo’n spectaculaire werken, maar als ze precies in het centrum gebeuren en het doorgaand verkeer geblokkeerd wordt, heeft dit zo zijn nadelen. De lange omleidingen via smalle wegen, stemmen heel wat gebruikers van deze “sluipweg” tot onvrede. Zij zullen nog enkele weken hun onvrede kunnen aanhouden. Het stukje Leest-dorp en de Dorpsstraat blijft nog enkele weken ontoegankelijk. Ook de voetgangers zullen nog even het slijk of stof op hun schoenen moeten verdragen. Men is nu bezig de wegverharding aan te brengen, terwijl ook de boordstenen en de voetpaden worden geplaatst. Ook zal de asfaltlaag tegen het bouwverlof niet klaar zijn. Geen nood, zegt men op de Mechelse technische dienst, dan stellen we de Dorpsstraat zo al open. Ondertussen werd ook al zo’n 50 meter riolering in deze Dorpsstraat vervangen. Inclusief de nieuwe aansluitingen met de Kouter en Ten Moortele en de reeds besproken werkzaamheden kosten deze werken enkele franken meer dan 9 miljoen.“
1994 – Donderdag 16 juni : Ziekenzorg bezocht Bornem Bezoek aan Bornem met huifkarren. Samenkomst aan de ‘Sporthal’ om 12.45 uur. (PB, 8/6)
1994 – Zaterdag 18 juni : ‘Reuzen-sixties-fuif’ Georganiseerd door ‘Ons Parochiehuis’ met discobar Ome Ari in ‘Ons Parochiehuis’ met aanvang vanaf 21 uur. (PB, 15/6)
1994 – Zaterdag 18 juni : Balsemien maakte rabarberwijn Onder een heerlijk zonnetje maakten leden van de wijngilde Balsemien op de speelplaats van de stedelijke basisschool te Leest rabarberwijn. Heel wat geinteresseerden volgden op de voet hoe rabarber werd omgetoverd tot een drinkbaar en lekker vocht. Na afloop werden drie “lammeren” op de barbeque geroosterd.
1994 – 22 juni – Gazet van Mechelen : Leest in de ban van hondendoder “In woonwijk De Maal in de Mechelse deelgemeente Leest heerst onrust. Op korte tijd zijn daar drie honden vergiftigd aangetroffen. Voor twee ervan kwam alle hulp te laat, terwijl een derde momenteel nog behandeld wordt door een dierenarts. Het dier is naar verluidt aan de beterhand dankzij aangepaste medicatie. Het begon allemaal toen Monique Ceuleers uit de Gorzenstraat in Leest een tijd terug haar hond dood aantrof in zijn hok. Een bijgeroepen dierenarts was formeel : het dier was vergiftigd. Vorige week deed zich een tweede geval voor, deze keer bij de familie Van Raemdonck in de Maalstraat. “Rakker”, de zeven maanden oude dobberman van het gezin, deed bijzonder raar en zijn snuit vertoonde rode vlekken. De dag nadien reeds stelden de eigenaars bloedverlies vast en tijdens het voorbije weekend bleek alle hulp van de dierenarts vergeefs te zijn geweest : ook Rakker ging dood. Inmiddels was in de buurt van zijn hok een leeg flesje rattenvergif aangetroffen, zodat alle twijfel aan kwaad opzet meteen uit de wereld was. Maar ook het tweede hondje van de Van Raemdoncks vertoont symptomen van vergiftiging. Minder erg weliswaar zodat hier op genezing gehoopt wordt. In de buurt brengt men deze “aanslagen” in verband met een reeks inbraken die zich de jongste weken heeft voorgedaan in de wijk. Zo kreeg de familie Van Raemdonck tot drie keer toe reeds ongewenst bezoek over de vloer. Het uitschakelen van de honden kan uiteraard hiermee verband houden.”
1994 – 29 juni – GvA : VV Leest (Foto’s onderaan) “Luc Leys wordt de nieuwe speler-trainer. Spits ex-Racing Mechelen en Tielen.. Leys was twee seizoenen op rij topschutter bij de Kempenzonen. De ploeg wordt versterkt met routiniers. In de eerste plaats Hans Bouwmeester, die op het middenveld voor de ideeën kan zorgen, samen met Frans Croes. Bouwmeester speelde voor RWDM, Lierse en Bornem. Croes, ex-Racing Mechelen-speler, keer na twee seizoenen Temse naar VV terug.
Nita Cireasa is een Roemeen van geboorte en heeft als verdediger een enorme ervaring opgedaan bij tweede klasser Verbroedering Geel. Vertrekkers bij blauwgeel zijn Mike Melis (Boom), Gerrie Dijkstra (terug naar Nederland), Marc Van Oppens (St-Anneke), Sven Diddens (Blaasveld), Gery Verschaeren (Walem), Freddy Selleslagh (Tisselt), Koen Baudet (Willebroek).”
Hans Bouwmeester Bij het grote publiek was hij vooral bekend als de technisch verfijnde spelverdeler van eersteklassers RWDM en Lierse. Hij werd op 28 augustus 1958 te Amsterdam geboren, doorliep de jeugdreeksen bij een amateurvereniging en ging op zijn zestiende naar FC Amsterdam, een ploeg die in die periode zowel in de eredivisie als in de eerste divisie uitkwam. Zes jaar zou hij er blijven. Toen verhuisde hij naar België en hij kwam in Brussel bij RWDM terecht. De mooiste periode uit zijn carrière. Hij maakte er de promotie mee van tweede naar eerste klasse. De sfeer was er optimaal en hij speelde er naast vedetten als Michel De Wolf, Franky Van der Elst en Nico Janssen. Zes seizoenen lang zou hij er het goede weer maken. Nadien speelde hij nog drie jaar bij Lierse. Daar hield een knieblessure hem lange tijd van het veld. Hij maakte er de ontbolstering mee van talenten als Brocken, Serneels, Huysmans en Van Kerckhoven. Toch miste hij de gemoedelijke sfeer van Molenbeek, vooral omdat het publiek van Lier kritischer en veeleisender was. Op zijn 31-ste zette de sierlijke voetballer een stapje terug, hij ging bij derdeklasser Kapellen voetballen. Na twee jaar daalde hij af naar eerste provinciale waar hij respectievelijk bij Bornem (één jaar) en bij V.V. Leest (twee jaar) actief was. Toen die laatste club problemen kreeg met het uitbetalen van haar spelers vertrok hij naar SK en coördineerde ook de overgang van Askraba en Cireasa. In de hogere reeksen speelde Hans Bouwmeester in het middenveld als spelverdeler. In de lagere reeksen zakte hij af naar de defensie, een logische evolutie gezien zijn leeftijd. Daar organiseerde hij als libero de verdediging, maar brak toch regelmatig uit om de tegenaanval te lanceren. In zijn Leestse periode woonde Hans in het dorp samen met zijn Belgische echtgenote Sonja en kinderen Grace en Brian. Hij werd er de populaire cafébaas van “Het Knipke”op de Juniorslaan. Later werd hij nog trainer en jeugdcoördinator van SK Heffen.
Nita Cireasa Deze Roemeense verdediger (°Braila 21/1/1965) was niet de eerste de beste. Wie verwacht in tweede provinciale een speler die een Europabeker voor Landskampioenen op zijn palmares heeft staan. Nita Cireasa stond op het scheidsrechtersblad bij het grote Steaua Boekarest in de finale tegen Barcelona in 1986. Hij was toen amper 21 en leek een schitterende voetbalcarriëre tegemoet te gaan. Als Roemeens jeugdinternationaal speelde hij samen met wereldsterren als Hagi, Lacatus en Stoica senior. Op zijn 17de was hij in het eerste elftal van Brilea, zijn geboortedorp gedebuteerd. Daar werd hij niet veel later weggehaald door de Roemeense topclub Steaua Boekarest waar hij vijf jaar zou spelen. Hij was nog geen 25 toen zijn dochtertje ernstig ziek werd en in Roemenië niet kon geholpen worden. Toen de Belgische tweedeklasser Verbroedering Geel kwam aankloppen aarzelde hij geen moment. Haar gezondheid primeerde op zijn sportieve loopbaan en het kind kreeg in het rijke België mogelijkheden die in zijn thuisland ondenkbaar waren. Na meerdere operaties raakte het kind aan de beterhand.
Vier seizoenen bleef Nita bij Geel om daarna aan de slag te gaan bij V.V. Leest. In die periode was hij tewerkgesteld in de glaszaak van Jean Vos, de toenmalige sponsor van V.V. Bij SK Rapid Leest zou hij tot in het jaar 2005 actief blijven bij de veteranen. Nita is momenteel Belgisch staatsburger en woont met zijn familie in Mechelen.
Foto’s : -Rijkswachtkapitein Willems liet de ontmantelde mini-drugplantage voorlopig onderbrengen in de kazerne. (Foto : GvM) -Hans Bouwmeester. -Nita Cireasa.
1994 – 20 mei : Overlijden van Stany De Decker Van 1950 tot 1955 was Stany De Decker onderpaastoor te Leest. Constant ‘Stany’ De Decker was te Duffel geboren op 18 oktober 1924 en in 1950 te Mechelen priester gewijd. Dat jaar verving hij, op 25 oktober, in Leest onderpastoor Leo De Schutter. Het was zijn eerste benoeming. In Leest doopte hij van 11 december 1950 tot 22 september 1955 vierenveertig kinderen en hij zegende er één huwelijk in, op 14 juli 1951. Vijf jaar later, op 31 december 1955, werd hij onderpastoor in Sint-Jozef-Coloma te Mechelen.
Zijn vertrek werd in Leest ervaren als een serieus verlies en dit niet alleen door de pastoor. Tot twee jaar na zijn vertrek werd er in het decanaal verslag nog over hem geschreven. Wie hem tegenkwam, ontmoette een opgewekte, lachende persoonlijkheid. Na zijn werk in Coloma werd hij pastoor te Elewijt (15/7/1967). Zijn laatste functie was die van Secretaris van het Aartsbisdom (28/2/1973). Zijn zilveren priesterjubileum vierde hij weer in Elewijt (1975). Hij overleed op 20 mei 1994 als titularis-kanunnik (4/9/1992) in het Sint-Norbertusziekenhuis van zijn geboortedorp. (De St-Niklaasparochie in Leest – Wilfried Hellemans)
Als jonge priester te Leest en Coloma stortte Stany zich volledig in de parochiale werking. Zieken en jeugd genoten zijn speciale aandacht. Stany speelde viool en was vooral bij de Leestse Chiro zeer populair. Zijn populariteit was zo groot dat de Leestenaars hem in 1968 een gift van 16.145 frank overhandigden als bijdrage voor herstelling van zijn kerk te Elewijt, hij was toen reeds vele jaren uit Leest weg. (DB,nr.8,1968)
Stany was ook de eerste proost van Milac Leest en hij lag mee aan de basis van de creatie van het maandblad “De Band”. In het 50ste nummer (augustus 1957), een jubileumuitgave, liet de redactie enkele pioniers aan het woord waaronder Stany De Decker :
“...Regelmatig ontvang ik hier nog DE BAND, en ik moet zeggen, ik ben steeds nieuwsgierig...zo gauw die binnenkomt moet alle werk maar een beetje wachten, de gazet wordt opzij geschoven en D.B. doorbladerd. Zo kan ik nog echt meeleven met mijn vroegere parochie. Al die namen die men leest, zijn er nog allemaal die zoveel zeggen ; al die verslagen die men leest getuigen van die echt goede geest die er te Leest heerst.
Bij de aankondiging van het JUBILEUMNUMMER heb ik nog eens een groot pak bovengehaald : al de nummers van De Band van nummer één af, en ik zeg : het is een groot pak. Als men nu dat eerste nummer beziet, wel, het is om compassie mee te hebben : zo dun, zo schamel, zo primitief, zo’n artistieke tekeningen en een stijve soldaat die met een stuk geweer met een scheve-schele loop de wacht houdt bij een invallensgereed huis... En nochtans, toen dit eerste nummertje geboren was, waren we fier : HET WAS ER ! We konden nu verder bouwen. En dat verder bouwen heeft voortgeduurd, en het is er steeds op vooruitgegaan. De Milac-werking van Leest kreeg vaste vormen, meer en meer personen werden eraan geïnteresseerd. En zo kwam het tot een grote ploeg medewerkers. De medewerkers van voor een paar jaar, kunnen zeker getuigen dat we zo bij volle activiteit graag eens een foto zouden genomen hebben van mijn kamer ! Het was een warboel in de hoogste graad, maar er werd gewerkt en gezwoegd om tijdig een nummer klaar te krijgen. Aan mijn bureel zat er één de stencils te typen, aan de andere kant waren er een paar bezig te illustreren : hier een opschrift, daar een tekening. Aan de drukmachine werd er aan een geweldig tempo de ene stencil na de andere doorgedraaid. Het was van “draaien altijd maar draaien”, maar ook van “zweten altijd maar zweten”. Er zijn avonden geweest dat we er zo maar een 12.000 bladen papier doordraaiden : een speciaal Paas- of Kerstnummer ging tot 40 blz, en werd gedrukt op 300 exemplaren !
Maakt de vermenigvuldiging en ge zijt er ! En aan mijn tafel zaten intussen een paar medewerkers ijverig de adressen van de abonnenten op de eerste bladzijde te schrijven, of likten hun tong droog aan de adresbandjes. Eens het typen gedaan, alsook het tekenen en illustreren, adresseren en tourneren, begon het werk van het samenbundelen. En dat ging aan de lopende band ! Een drie tot vier man koersten de tafel rond, waarop al de bladen schoon in hoopjes bijeen lagen. Al lopens werd er van elke hoop een blad geritst en al die bladen kwamen samen bij iemand die ze gelijk legde, een volgende sloeg er haakjes in en de stapel “Banden” groeide gestadig. Dat werk gedaan werden ze gesorteerd per straat en de volgende dag meegesleurd naar de meisjesschool waar onze flinke helpsters steeds zo goed hun best gedaan hebben om die maandelijks rond te doen, nieuwe abonnenten te winnen, geld te ontvangen, enz.. De Eerwaarde Zusters hebben er dikwijls veel last mee gehad... De grote hoop “Banden” was nu weg, maar nu dienden er nog pakjes gemaakt voor de soldaten, de zusters en paters in de Missie en voor al de lezers buiten Leest. Hiermee kon ik dan de volgende dag naar de post geladen als een muilezel (meer muil dan ezel...)”
De begrafenis van Stany De Decker vond plaats op zaterdag 28 mei in Elewijt. De dag nadien werd hij herdacht tijdens de misviering te Leest.
“…Stany had een groot hart, zijn hele leven lang. Zijn hart sprak voor iedereen, zelfs in die mate dat zijn hart het sneller dan verwacht begeven heeft. ‘Jezelf geven voor de anderen’, dat was de rode draad in heel zijn leven, steeds het positieve zien in de wereld romdom hem, zijn eigen lief en leed was voor hem niet de hoofdzaak. Als jonge priester te Leest en Coloma heeft hij zich steeds volledig in de parochiale werking gestort. Zieken en jeugd genoten zijn speciale aandacht. Zieken konden steeds rekenen op zijn optimisme, zelfs dat korte praatje gaf hen een andere kijk op het leven. De jeugdbeweging had een speciale plaats in zijn hart, meedoen met de jeugd, dat was zijn kenspreuk. Als parochieherder van Elewijt werd het pas echt duidelijk hoe groot zijn inzet was voor de parochie. Gestoeld op een diep kristelijke overtuiging gaf hij richting aan het parochiale leven, zijn werkzaamheid in het verenigingsleven, het opknapwerk in de kerk…weinig woorden waarachter vele daden schuil gaan… Iedereen herinnert zich nog het feestelijk gebeuren toen hij als pastoor afscheid nam van zijn geliefde parochie; jaren later werd hij gevierd naar aanleiding van 25 jaar priester in Elewijt. Deze gebeurtenissen waren slechts het topje van de ijsberg voor de waardering die hij genoot. Zijn promotie naar een functie met zware verantwoordelijkheden in het bisdom, gevolgd door zijn benoeming tot kanunnik, geven aan dat de kerkelijke overheid overtuigd was dat zijn diep menselijke inzet een waarde had voor de gehele kristelijke gemeenschap van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel. Bescheidenheid heeft hem hierin steeds gesierd…Inzet en verantwoordelijkheid nemen vond hij het belangrijkste. Als familie denken wij met plezier terug aan de vele familiale bijeenkomsten; hij was er altijd, hij zocht zijn familie op, hij was een grote steun voor zijn moeder, hij deed met alles mee, zijn humor werkte aanstekelijk, voor iedereen van groot tot klein. Zelfs als hij wat zieker werd was de interesse voor zijn kleine neefjes en nichtje groter dan voor zijn eigen leed. Dankbaarheid is het enkele woord, de rode draad voor ons allen die je kenden; we kunnen niet teruggeven wat jij ons gaf. Dank je, Stany.” (Mooie woorden uit zijn gedachtenisprentje)
Foto’s : -Herinnering aan zijn priesterwijding. -Stany De Decker als jonge priester. (Foto : De St-Niklaasparochie, W. Hellemans) -Stany op oudere leeftijd.
1994 – Donderdag 5 mei : KWB-familiezwemmen In de B.I.M. Mechelen. Vertrek 19 uur op het dorp. (PB, 27/4)
1994 – 6 mei – G.v.M. : Autodief ging er met koeken vandoor “ In Leest heeft een dief woensdagavond bestuurslid J. Segers van de plaatselijke volleybalclub De Lemmekens bestolen. Het bestuurslid was in de gemeente koeken aan het verkopen om de kas van de vereniging te spijzen. Toen ze haar voertuig even onbeheerd achterliet in de Alemstraat, maakte een dief van de gelegenheid gebruik om er met haar auto en de koeken vandoor te rijden. De auto betreft een Mitsubishi Pajero met nummerplaat AUU100. De politie werd verwittigd maar de auto- en de koekendief blijft voorlopig spoorloos.”
1994 - 7 mei : Schermutselingen met Marokkaanse jongeren Tijdens een feest in de sporthal van Leest kwam het tot schermutselingen met Marokkaanse jongeren uit Mechelen waarbij spuitbussen met traangas werden gehanteerd. Een van de bezoekers liep een snijwonde op. Vier getuigen herkende de 18-jarige Nour-Eddin M. uit Mechelen als de dader van het toebrengen van de wonde. De betichte zou zijn aandeel in de vechtpartij hardnekkig ontkennen maar de correctionele rchtbank van Mechelen veroordeelde hem niettemin tot 4 maanden cel en tot 15.000 fr. boete. (GvM, 3 januari 1995)
1994 – Vrijdag 13 mei : Avondwandeling Davidsfonds-BGJG Om 18 uur in ‘Buggenhout-Bos’. (PB, 4/5)
1994 – 13, 14 en 15 mei : 24ste Leestse Volksfeesten. (Foto onderaan) Het hoogtepunt van deze gevarieerde 24ste editie was de spannende boksfinale die vrijdagavond werd georganiseerd. Maar liefst 700 zevenhonderd toeschouwers, een heroïsch titelgevecht en een sfeer die herinnering opriep aan grote, vervlogen bokstijden. De boksmeeting tussen Wuestenberghs en Mokthar voor de Belgische en Beneluxtitel eindigde na een knappe en spannende wedstrijd in het voordeel van Mokthar, deze laatste won op punten.
Vorige week zaterdag werden de feesten in feite al op gang gebracht met een driedaagse kaartwedstrijd die zondagavond werd afgesloten.Op Hemelvaartdag werden de deuren pas na het binnenlaten van iets meer dan 600 toeschouwers gesloten. Micha Marah en de ganse VTM-Soundmix-entourage waren naar Leest afgezakt om mee over het kampioenschap van België Soundmix te beslissen. De 23 finalisten hadden er zin in en uiteindelijk sleepte Mechelaar Bram Van der Auwera de eerste prijs in de wacht. Op zaterdagavond waren er optredens van Willeke Alberti, Gunther Neefs, Leopold 3, Mieke en het orkest Golden bis Band.
1994 – Zondag 15 mei : KWB-Wandelnamiddag In het ‘Mechels Broek’. Vertrek op Leest-Dorp om 13.45 uur (met eigen wagens). (PB, 11/5)
1994 – 16 mei – Gazet van Mechelen : Leys trainer bij VV Leest. Luc Leys, ooit topschutter bij RC Mechelen en later bij Tielen wordt de nieuwe trainer van VV Leest als opvolger van Yvan Emmerechts.
1994 – Maandag 16 mei : Vergadering ‘Viering 100-jarige’ Algemene vergadering om 20 uur in ‘Ons Parochiehuis’ voor alle verenigingen.(PB, 11/5)
Het betrof hier de voorbereiding van het eeuwfeest van moeder Selleslagh (Delphine ‘Fien’ Selleslagh-De Wit) die op 19 augustus 1894 was geboren. Haar feest komt uitgebreid aan bod in deze Kronieken op datum van 20 augustus 1994.
1994 – 18 mei – Kerk en Leven : De “Parochiale Ploeg” van Leest Onze parochiale ploeg heeft al een tijdje geleden een kleine persoonsverwisseling ondergaan. Dit groepje van mensen wil samen met de pastoor het “parochieleven” behartigen. Komt daarom gewoonlijk elke maand, op de tweede maandag samen op de pastorie. Op dit ogenblik maken deel uit van deze ploeg” :
Pater-Pastoor Van Aken, P. De Heuckstraat 2. Suzanne Broothaerts-Duysburgh, Juniorslaan 102. Marina De Wit, Kouter 13. Paul Peeters, Vinkstraat 28. Raf Selleslagh, Dorpstraat 72. Mark Somers, Elleboogstraat 15. Maria Vervoort-Gieselink, Ten Moortele 37.
1994 – 20 mei – Het Laatste Nieuws : Wegenwerken gooien roet in het eten van de lokale middenstand. (Foto onderaan) Het centrum van Leest oogt momenteel als een echte bouwwerf. De wegenwerken zorgen hier en daar voor grote problemen. Vooral de middenstand heeft weinig reden tot juichen. De werkzaamheden in de dorpskom zijn volop aan de gang. Het centrale kruispunt wordt verhoogd en een deel van de riolering vervangen. Drie verkeersdrempels moeten het autoverkeer aan banden leggen. Mits goed weer en voldoende personeel, hoopt de aannemer nog voor de zomervakantie de weg vrij te maken. Niemand van de middenstanders werd door het stadsbestuur op de hoogte gesteld van de nakende werken. Dat vinden ze duidelijk een spijtige zaak. Voor sommigen betekenen de werkzaamheden immers een serieuze aderlating. De uitbaatster van een krantenwinkel is formeel : “De winkelverkoop is met 50% gedaald. Gelukkig heb ik een goede krantenronde, anders was de halvering van de recette een echte ramp. De inwoners van Leest blijven komen, de anderen blijven meestal weg. Vraag is natuurlijk of we deze klanten terugzien, eenmaal de werken afgerond zijn. Indien we deze zekerheid hadden, zou het allemaal nog meevallen”. Voor de eigenaars van het benzinestation aan de Zennebrug is dit spijtig genoeg niet de eerste tegenvaller. Een twaalftal jaren terug vestigden ze zich op dezelfde plaats als hoveniers. De Zenne zorgde af en toe voor meer water dan hen lief was.
Onzekerheid is groot Na verloop van tijd besloot het echtpaar een pompstation uit te baten. Vorig jaar kende het aantal klanten een fikse terugval door de wegeniswerken aan de Leestsesteenweg. Ook nu blijven heel wat mensen weg. De onzekerheid is dan ook groot : “Vorige keer zijn we blijven draaien. Hopelijk lukt dat nu ook. Gelukkig kunnen we rekenen op een groep trouwe klanten, die er niet voor terugschrikken een eindje om te rijden. Dat is voor ons een hart onder de riem. Toch vinden we het droevig dat mensen die bereid zijn hard te werken, zoveel tegenslag ondervinden.” Ook de eigenaars van de voedingszaak “Bij Julia” worden er een beetje moedeloos van : “Eerst de Molenstraat, daarna de Leestsesteenweg, nu dit...” Wat zaakvoerder Willy vooral betreurt, is het gebrek aan coördinatie en informatie. “Er is geen overleg met de mensen die er rechtstreeks bij betrokken zijn. Je moet zelf de informatie bij elkaar sprokkelen. Een gemiste kans, want beide partijen hebben alles te winnen bij een goed contact. Als de handelaar precies weet wat er gaat gebeuren en hoe lang het duurt, kan hij zich beter voorbereiden. De kleine voedingszaken zitten sowiezo al in een weinig benijdenswaardige positie. Deze nieuwe tegenslag maakt de situatie er niet makkelijker op.”
Foto’s : -De affiche van de 24e Leestse Volksfeesten. -De uitbaatster van de krantenwinkel.
1994 – 30 april, 1 mei : Voetbedevaart Scherpenheuvel 5de voetbedevaart van de hernieuwde editie. Vertrek zaterdag om 04.00 uur, aankomst zondag rond 17 uur, waarna korte bezinning in de parochiekerk. (PB, 13/4)
1994 – mei : Johan De Win werd dirigent van de K.F. St.-Cecilia(Foto onderaan) In mei dat jaar nam Johan De Win de plaats in van Frans Violet als dirigent van de K.F. St.-Cecilia Leest. Johan De Win, een product van de Leestse fanfare, was ondertussen beroepsmusicus geworden en al een tijdlang hulpdirigent geweest. (meer details over de vervanging in deze Kronieken : 4 juli 1993 ‘Wereldmuziekconcours Kerkrade’.)
Johan De Win Johan De Win (°3 augustus 1968) kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn grootvader Hendrik De Bruyn. Ook André Van Driessche hield zich bezig met zijn opleiding. Zijn eerste muzikale stappen zette hij op trompet. In 1986 werd hij laureaat van Pro Civitate. Johan was gebeten door muziek en ging dan ook na zijn middelbare studies naar het Koninklijk Conservatorium te Brussel en naar het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen, waar hij onder meer les kreeg van Manu Mellaerts en Francois Violet. Hij behaalde een eerste prijs notenleer, een eerste prijs althoorn en een eerste prijs muziekgeschiedenis, telkens met pedagogisch getuigschrift. Later kwam daar ook nog het diploma van Meester in de Muziektheorie, optie directie, bij. Als althoornist was Johan eerst verbonden aan Brass Band Midden-Brabant, waarna hij solohoorn werd van Brassband Willebroek. Later werd hij solohoorn van Festival Brassband vzw Itegem.
In 1994 werd Johan dirigent van de Koninklijke Harmonie Rupelzonen Boom. Hij loodste dit korps op 8 jaar tijd van eerste afdeling naar ere–afdeling. Van zijn moederfanfare St.-Cecilia Leest zou hij van 1994 de dirigeerstok hanteren tot 2009. Met dit korps zou hij meerdere prijzen behalen. Samen met het jeugdorkest van deze fanfare haalde Johan een eerste prijs summa cum laude op het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt in 2009. In 2010 werd hij dirigent van de Koninklijke Harmonie Sint Jozef Tielt-Winge.
Momenteel is Johan als leraar verbonden aan het Muziekconservatorium van Mechelen, de Muziekakademie van Willebroek en het Onze-Lieve-Vrouw Instituut in Boom, waar hij notenleer, koper, muziekgeschiedenis en algemene muzikale vorming geeft. Hij is ook actief binnen de Belgische Kamerfilharmonie. (Wikipedia)
1994 – 1 mei : Davidsfonds Leest : namiddaguitstap Lier Literaire wandeling te Lier vanaf 14.30 uur. (PB, 27/4)
1994 – 1 mei : Gezinsbedevaart naar O.L.Vr.Kalfort van LG en KVLV Misviering en gebedstocht. (PB, 27/4)
1994 – 2 mei – Gazet van Mechelen : Boksen met Willeke Alberti en Gunther Neefs (Foto onderaan) “In Leest stelde Gust Emmeregs zopas het programma voor van de 24ste Leestse Volksfeesten. Eerst gaf hij een overzicht van de globaliteit en daarna vroeg hij speciale aandacht voor de boksmeeting van 13 mei. Die dag boksen titelhouder Hassan Mokthar en uitdager Bruno Wuestenberghs in het kader van de Belgische en Benelux-titel bij de middengewichten. Het is de derde keer dat Emmeregs boksen naar Leest haalt. Twee weken na het Eurovisiesongfestival is Emmeregs er in geslaagd de Nederlandse vertegenwoordigster, Willeke Alberti, te strikken. Naast Gunther Neefs, Mieke, Jo Vally en Leopold 3.
Gust onderstreept nog dat de Volksfeesten worden georganiseerd zonder winstbejag, louter met de bedoeling dat de kosten kunnen gedelgd worden en dat de baten zullen bijdragen tot essentiële waarden als sport, jeugd, groep, ontspanning en gastvrijheid. Basisprincipes waaraan hij zich al 24 jaar houdt. Tijdens de persconferentie was Gust Emmeregs niet weinig fier de geboorte van een nieuwe Mechelse boskclub te kunnen aankondigen. Een opzet waarop hij zelf steeds aangedrongen had omdat dat op termijn de enige manier is om een vervolg te breien aan het boksrijke verleden van de stad. In ’89 verdween met BC Muizen de laatste stedelijke boksclub. In het bestuur van BC Leest vinden we trouwens een aantal van die enthousiastelingen terug : secretaris Etienne Brusselmans en schatbewaarder Willy De Groof. Voorzitter Stanley Clough, materiaalmeester Willy Van der Veken en trainer Paul D’Hondt maken het bestuur rond. In september wil BC Leest in de Omnihal van start gaan.” (Samenvatting)
Foto’s : -Johan De Win. (Foto : familie Lauwens-Piessens) -Bruno Wuestenberghs, Gust Emmeregs en Hassan Mokthar.
1994 – 22 april – G.v.M. : Jan Van den Heuvel blijft bij SKR Leest(Foto onderaan)
Clubbestuur apprecieert werk
Met een vrij beperkte spelerskern draait SK Rapid Leest in eerste provinciale als middenmotor dit seizoen vrij soepel mee. Bij de start van de competitie werd links en rechts de vrees geopperd dat ditmaal de behoudskansen miniem waren. Trainer Jan Van den Heuvel heeft de voorgevoelens van de pessimisten met positieve resultaten volledig de kop ingedrukt. Zijn tactisch doorzicht koppelt Van den Heuvel aan de juiste psychologische aanpak van de spelersgroep. Het clubbestuur apprecieert het werk van de oefenmeester. Voor volgend seizoen werd de overeenkomst tussen beiden al hernieuwd.
“Mijn aansluitingskaart ondertekende ik als knaap bij KV Mechelen. Bij geelrood doorliep ik alle jeugdreeksen. Aan de periode bij de Uefa’s bewaar ik wel de mooiste herinneringen”, vertelt Jan. ”Het was onder het beleid van trainer Piet Teughels dat we toen de wedstrijden mochten betwisten op het hoofdterrein van alle eersteklassers. Van hem heb ik heel wat voetbalwijsheid opgestoken. Ik vond het dan ook bijzonder jammer dat hij achter de kazerne niet langer actief bleef. De trainingen als kadet en scholier stonden wel op een laag pitje. Er werd bijvoorbeeld nooit getraind op tweevoetigheid. Nochtans een basisprincipe dat door elke trainer aan de jonge voetballertjes zou moeten opgelegd worden. Na een aantal wedstrijden bij de invallers van KV Mechelen hield ik het voor bekeken en sloeg mijn tenten op bij provinciale clubs. Eerst als spelend lid van VK Weerde, waarmee ik onmiddellijk naar tweede provinciale promoveerde. Een seizoen later was ik actief bij FC Peutie, waar ik twee jaar verbleef. Geplaagd door kwetsuren moest ik op 28-jarige leeftijd afhaken. Gedurende een vijftal jaren heb ik dan het voetbal de rug toegekeerd. Ik gooide het over een andere boeg en ging volleybal spelen. Ondertussen stichtte ik ook zaalvoetbalclub Leest. Maar de voetbalmicrobe leefde nog in mij en toen mijn zoontje Bert bij VV Leest aansloot en ik door secretaris Willy Slachmuylders gepolst werd om de taak van jeugdtrainer op mij te nemen, hapte ik toe. Ik beleefde zeven prachtige jaren als jeugdtrainer en jeugdcoördinator bij blauwgeel. Bij de jonge spelertjes legde ik vooral de nadruk op het aanleren van voetballen met beide voeten. Spelers met talent liet ik op een plaats spelen tegen hun voet. Het resultaat viel later dan ook zeer positief uit.
Hoofdtrainer Mijn debuut als hoofdtrainer maakte ik ook bij VV Leest. Toen Julien Van den Broeck het als trainer rond nieuwjaar van het seizoen 1991-92 voor bekeken hield, nam ik zijn taak over. Met succes trouwens, want we speelden de eindronde voor promotie naar vierde klasse tegen SV Willebroek. Een wedstrijd die een beetje een wrang gevoel nalaat. Stel je voor dat we met nog een kwartier te spelen met 2-0 aan de leiding stonden. Er kwamen toch nog verlengingen aan te pas en we gingen nog de boot in. Bij mijn huidige club SK Rapid Leest vond ik een toffe groep spelers met een zeer sterke morele weerbaarheid. Ik mag gerust zeggen dat elke speler bereid is om er het hoofd voor te leggen om de zege te behalen. Over de inzet, lef en kameraadschap van de groep heb ik hoegenaamd niet te klagen. Ook het bestuur verdient alle lof. Men wil ook volgend seizoen een rol spelen in eerste provinciale. We hebben reeds gepraat over contractverlenging en hadden het ook over de sportieve middelen waarover ik wil blijven beschikken. Ik weet dat het bestuur alles zal doen om mij in de beste voorwaarden aan volgend seizoen te laten beginnen”, besluit Jan Van den Heuvel, die het diploma van adjunct-trainer behaalde. (W.V.D.)”
1994- Zaterdag 23 april : Omnihal Leest – Lenteconcert Seen on the Screen Met de “Sint Martinus Concertband” uit Hombeek olv Guido De Ranter, in concert met V.T.M. soundmix finalisten : Dave als Neil Diamond, Dave (jr) & Steve als The Walker Brothers, Jef Van Der Seypen gastsolist. Presentatie : Yves Pauwels. Kaarten in voorverkoop : 150 fr, aan de kassa 200 fr. (Folder)
Noot : Dave was de populaire Willebroekenaar Dave Goossens. Dave en Steve waren zijn tweelingzonen.
1994 – 23 april : Gouden huwelijk Lodewijk Van Roey-Maria De Greeff Lodewijk “Louis” (foto onderaan) werd te Leest geboren op 9 mei 1910, Maria zag het levenslicht te Perk op 7 juli 1913. Op 18 april 1944 traden ze te Mechelen in het huwelijk.
Op 15-jarige leeftijd begon Louis te werken op de boerderij van zijn vader. (Tiendeschuurstraat 13) Hij bleef steeds als landbouwer aan de slag en was ook ere-bestuurslid van de melkerij van Blaasveld. In november 1989 ontving Louis in het Mechelse stadhuis het bijzonder Landbouwereteken tweede klas. Ook Maria werkte op de boerderij bij haar moeder, haar vader was toen al overleden. Louis werkt nog altijd in de moestuin en houdt zich bezig met het keuren van rundvee, verder leest hij alle dagen de krant en is supporter van VV Leest. Maria neemt de bloementuin voor haar rekening en leest graag. Beiden zijn lid van de KBG en houden van televisie kijken en van de jaarlijkse familiebijeenkomsten. (Samengevat uit GvM van 23/4)
Louis overleed in het A.Z. Sint-Jozef te Mechelen op 2 januari 1996, zijn echtgenote overleed in het St.-Elisabethziekenhuis te Mechelen op 5 april 1998.
1994 – 9 en 10 april : Rust Roest bracht ‘Poetsoek of de verstoorde concentratie”. (Foto onderaan) Van Vaclav Havel in de ‘Parochiezaal’ Kouter Leest om 20 uur.
Personages
Prof. Dr. Eduard Humi, socioloog Marcel Verwerft Viasta Humlova, zijn vrouw Renild Polfliet Renata, zijn maîtresse Martine Degraeve Bianka, zijn secretaresse Christel Vinck Dr. Jitka Balcarkova, geleerde Ria Verschooten Karel Kriebl, mecanicien Christof Mahieu Cenek Machulka, opmeter Marc Windelen Beck, directeur van de research Paul Peeters Stem Poetsoek Frauke Vandenwyngaert Auteur Guido Hellemans
Achter de schermen
Receptie Palmire, Francoise, Marleen, Julia, Germaine, Staf, Jan en Raf Teksthulp Frauke Vandenwyngaert en Nadia Lahor Grime en kapsels Nancy en Tanja Vluymans Kostuums Werkgroep Geluidsband Benny Van Humbeeck en Johan De Laet Constructie Poetsoek Eric Vandenwyngaert Decorbouw Dominiek, Christof, Kurt, Jo, David, Frauke, Raf, Geert, Marc, Guido o.l.v. Fik Diddens Belichting/techniek Fik Diddens Algemene leiding Guido Hellemans (‘Rust Roest Onrmaskerd’, G. Hellemans)
1994 – Zondag 10 april :Naar het Pajottenland met “De Bond”.
Om 13u15 vertrek te Leest-dorp. Om 14 uur bezoek aan het trammuseum van Schepdaal o.l.v. een gids. Rond 15u15 bezoek aan de kerk van Strijtem alwaar de pastoor op een eenvoudige en amusante wijze de geboden liet uitbeelden in muurtekeningen en kleurrijk brandglas. Rond 16 uur begeleide rondrit in de streek van Urbanus (Gaasbeek, Lennik..). Om 17 uur gezellig samenzijn met broodmaaltijd aan het kasteel van Gaasbeek. Terugkomst Leest : rond 19 uur. Prijs : 320 frank (inbegrepen autocar, gids, bezoeken en broodmaaltijd). Gezinsprijs 1.000 frank (niet-leden 1500 fr.)
Inschrijven kon bij de families : -Dons-Verschueren Dorpstr.17. -Dierckx-Claes Tiendeschuurstr. 18. -Duran-Roelens Juniorslaan 29. -Jespers-Candries Vinkstraat 46 en -Mollemans-Van Rompaey Vinkstraat 66. (Folder)
1994 – 11, 12 en 13 april : Kennismaken met volleybal bij De Lemmekes In de Leestse sporthal organiseerde de volleybalclub De Lemmekes een volleybal-instuif. Onder leiding van trainers met een Bloso diploma kon de jeugd oefenen van 10 tot 12 uur. De toegang was gratis. (Folder)
1994 – Zaterdag 16 april : Opening nieuwe zaak : Taverne “Het Brughuis”. “Het Brughuis – Anno 1783. Virginia en René hebben het genoegen u uit te nodigen bij de opening van hun nieuwe zaak TAVERNE “HET BRUGHUIS”. Mogen wij u op de receptie verwachten zaterdag 16 april vanaf 10.00 uur. Het adres : “Het Brughuis” Pastoor De Heuckstraat 13 2811 Leest (Mechelen) Tel. (015) 21 16 99. Van Ingelgem-Poppe.”
Bijgevoegd : -Boven : Paul Peeters, Christel Vinck, Marcel Verwerft, Martine Degraeve, Renild Polfliet, Christof Mahieu, Ria Verschooten, Marc Windelen, Guido Hellemans. Onder : Raf Scheers, Fik Diddens, Johan De Laet, Nadia Lahor, Tanja Vluymans, Frauke Vandenwyngaert. -Het voorblad van de programmabrochure van ‘Poetsoek’ van Vaclav Havel. -De uitnodiging voor de receptie bij de heropening van ‘Het Brughuis’.
1994 – 1 april – G.v.M. : Yvan Emmerechts, trainer bij V.V. Leest(Foto onderaan)
Oefenmeester met vier promoties
“Yvan Emmerechts heeft er al 19 seizoenen opzitten als trainer.Hij maakte schitterende tijden mee maar bevestigt ook dat in een korte tijdspanne de hemel soms in een hel kan veranderen. ‘Wij kunnen niet ontkennen dat de taak van trainer er momenteel niet gemakkelijker op geworden is’, aldus de Mechelaar die in april 1945 het eerste levenslicht zag. ‘Vroeger kwamen de spelers uit puur plezier naar de oefenstonden. Nu komen ze omdat ze zich verplicht voelen, beducht omdat de clubleiding maatregelen op financieel vlak kan treffen bij ongewettigde afwezigheid’. Yvan Emmerechts begon als spler bij SC Mechelen. ‘Fysiek en snelheid waren toen mijn sterkste wapens’, begint hij ons gesprek. ‘Aan de technische opleiding werd in die tijd niet veel aandacht geschonken. Gelukkig is daar inmiddels veel aan veranderd. Stel je voor dat ik pas tijdens mijn opleiding aan de Heizelschool leerde op welke manier men een bal oordeelkundig met de borst kan opvangen. De jeugd kan nu veel leren van gediplomeerde trainers die hun vak onder de knie hebben. Ik bleef speler bij Sporting tot op mijn 28ste’. ‘Het was op aanraden van Staf Van Camp dat ik de Heizelschool ging volgen. Na het behalen van mijn diploma werd ik in 1976 trainer van de provinciale kadetten van Racing Mechelen. Een seizoen later kreeg ik het beleid over de provinciale scholieren van K.V. Mechelen’.
‘In 1978 zette ik de stap als trainer van een eerste elftal. Het werd Muizen, waar ik gedurende vijf seizoenen mijn tenten opsloeg en met geelgroen tweemaal op rij de promotie van vierde naar tweede provinciale lukte. Dan kwam VV Leest een eerste maal aan de deur kloppen. Vier seizoenen liep het lekker bij blauwgeel. We promoveerden na afloop van het eerste seizoen 1984/85 van tweede provinciale naar eerste en een seizoen later van eerste provinciale naar vierde nationale’. ‘Ik bleef echter niet bij VV Leest en kwam met FC Duffel tot een akkoord bij de start van het seizoen 1987/88. In januari 1990 nam ik daar ontslag en kon ik bij SK Leest het seizoen verder afwerken met als resultaat een plaats in de eindronde. Ook een seizoen later hetzelfde scenario bij oranjeblauw met deelname aan de eindronde. In januari 1992 stapte ik dan over naar FC Putte om te trachten daar het behoud te verzekeren. We slaagden in ons opzet na een schi!tterende vijf op zes tegen de drie titelkandidaten Hamme, Bornem en Hekelgem’.
‘Tijdens het seizoen 1992/93 bleef ik nog bij FC Putte om daarna in te gaan op een voorstel van het bestuur van VV Leest om de taak van trainer van bij de start van het seizoen 1993/94 op mij te nemen. Een aangenaam weerzien na tien seizoenen afwezigheid. De voorbereidingsperiode verliep vlot met enkele knappe resultaten in de beker van België. Maar bij de aanvang van de competitie liep het fout toen een paar basisspelers ernstige kwetsuren opliepen en voor geruime tijd onbeschikbaar bleven. De veer bleek wat gebroken, de opgebouwde automatismen gingen gedeeltelijk verloren en de resultaten bleven dan ook totaal onder de gestelde objectieven’, aldus Yvan die met de jaren als trainer een pak ondervinding opdeed. (W.V.D.)”
1994 – Zondag 3 en maandag 4 april : Posse Leest(Foto’s onderaan)
Programma :
Zondag : -Kermis -Aan de kiosk voor de kerk : 14 uur : optreden K.F.St.-Cecilia Leest en officiële opening. De kaartliefhebbers konden terecht in de Chiro-jongenslokalen. Alle deelnemers kregen van de Paashaas een ei, en de tafelwinnaar kreeg een kip. 14u30 : Start stratenloop georganiseerd door Vevoc. (met een 150-tal deelnemers) 16 uur : Optreden Volksdansgroep Korneel en Vendeliers. 16u30 : Poppenkast en klokkenwerpen. 17 uur : Hondenshow onder het motto : “Ieder hondje doet zijn ererondje.” -Chiro : 14 uur : kaartnamiddag en om 20 uur filmvoorstelling : “Sneakers”. -Tentoonstelling : in ons Parochiehuis ingericht door Davidsfonds. Met Frans Croes (schilderijen) en Mieke Selleslagh (keramiek).
Maandag : -In de kerk : missen om 8-9-10 en 11 uur en begankenis H. Cornelius. -Dorpsplein en omliggende straten : Kermis en Jaarmarkt. Ambachtenmarkt en Veetentoonstelling (schapen,paarden,runderen). -Aanwezig op de jaarmarkt : Wijngilde Balsemien met proefstand van zelfgemaakte wijnen. Vrije Basisschool met snoepstand ’t Karamelleke. Rode Kruis Mechelen met infostand. Bedevaart Comité Scherpenheuvel. -Ons Parochiehuis : Chiro : bar “In ’t zesde gebod”, uitstuif vanaf 20 uur. Gepensioneerden : (KBG) pannekoekenbak. -Stedelijke Basisschool : Vrienden van SBS : drankgelegenheid, rommelmarkt voor en door kinderen. Het Rijke Nest : kleinveetentoonstelling. -Zaal Sint Cecilia : Boerenkermis met balletjes met krieken, pensen en groot Decap-orgel.
De pers over Posse Leest 1994 :
Koude en natte Posse Leest toch een succes “Van oudsher is Posse Leest een ommegang in de gemeente waarbij men op Paasmaandag de H. Cornelius aanroept tegen stuipen en andere kinderziekten. Gisterenvoormiddag was dat niet anders. Tevens waren er zowel zondag als gisteren een massa activiteiten die tot ver buiten Leest gehoor kenden. Ondanks deze koudere en nattere versie van Posse Leest mochten de organisatoren niet klagen wat de opkomst betreft. Zondag was het onder een zonnetje van ‘ik wil wel maar het gaat niet’ de Koninklijke fanfare Sint-Cecilia uit Leest die deze Posse-Leest-uitgave mocht openspelen in de schaduw van de kerktoren. Voorzitter van het vernieuwde Posse-comité Willy De Nies verwoordde de grieven, verzuchtingen en toekomstperspectieven voor dit Posse Leest-gebeuren. Terwijl een deel van het centrum deel uitmaakte van de loopwedstrijden van Vevoc –waaraan een 150-tal lopers in verschillende categorieën deelnamen- was de volksdansgroep Korneel en Vendeliers de blikvanger. De gordijntjes van de poppenkast waren amper dicht toen een aanvang werd genomen met het traditionele klokkenwerpen. Voor alle graaiende handen, klein en groot, viel er wel wat te rapen. Op dit initiatief komt nog steeds geen slijtage…of wat had je gedacht. Dat nog weinig honden een honds bestaan kennen, werd duidelijk tijdens de hondenshow, die onder het motto ‘ieder hondje doet zijn ererondje’ werd gehouden. De tentoongestelde viervoeters lieten zich, de een al beter dan de andere, deze hondse gebeurtenissen welgevallen. Traditiegetrouw had het Davidsfonds weer wat moois te bieden in Ons Parochiehuis. Frans Croes exposeerde er zijn schilderijen. Mieke Selleslagh (Heindonk) stelde er haar keramiek tentoon. Beide kunstvormen, de kleurrijke schilderijen van Croes en de volgens de Japanse ‘Raku’-methode gebakken potten van Selleslagh, zetten elkaar in het zonnetje. De kleurencombinatie was schitterend.
Weer-brokken Het koude en natte weer zorgde voor een Posse Leest-start in mineur op maandag. Heel wat marktkramers en personen die de ambachtenmarkt moesten bevolken, stuurden omwille van het weer hun kat. Dat kon niet beletten dat rond 11 uur, toen de wind het van de regen haalde, er zeker een duizendtal kijklustigen doorheen de verschillende centrumstraten kuierden. De warme wijn van de wijngilde Balsemien deed voor koude ingewanden wonderen. Diverse andere Leestse verenigingen, het Rode Kruis, het bedevaart-comité Scherpenheuvel en ’t Karamelleke van de vrije basisschool, kenden eveneens de nodige bijval. Uiteraard kon niemand eraan ontsnappen : het weer zorgde op alle fronten voor minder respons. Ook de Leestse chiro deelde in de weer-brokken. De tent voor de TD verloor het van de wind. Gust Emmeregs werd bereid gevonden om de omnihal-infrastructuur voor de jeugdigen open te stellen, zodat het feestje (letterlijk) zondagavond toch nog plaatsvond. Bovendien kon het parkeerterrein voor ruim 100 wagens, waarvan het parkeergeld in de bivakkas terechtkomt, niet worden opengesteld. De weide was door het weer tot een slijkboel herleid. Niet enkel negatief nieuws echter voor de chiro, want de chiro-bar ’het zesde gebod’ deed dan weer gouden zaken, terwijl de belangstelling voor film en kaarten eveneens goed was.”
En ook de stratenloop van Vevoc kreeg een verslag (GvM, 6/4) : “Ruim 150 personen schreven zich in om in de drie reeksen van 1, 7 en 10 kilometer hun sportiefste beentje voor te zetten. Voor de 1 km voor -14-jarigen schreven zich 7 meisjes en 16 jongens in. Bij de meisjes won Sofie Lambaerts (13 jaar) en bij de jongens was de eindmeet voor Gert De Rooster (9 jaar). De tweede wedstrijd was 7 km en de +14-jarigen en veteranen mochten hiervoor inschrijven. In de categorie senioren heren schreven zich 12 deelnemers in. Respectievelijk wonnen Filip Goovaerts (Boortmeerbeek) en Rita Van Steenwinkel (Eppegem). Bij de veteranen heren (9 deelnemers) en de veteranen dames (2 deelnemers) wonnen respectievelijk Freddy Walschaers (Leest) en Rachel Tubex (Noorderwijk). De derde en laatste wedstrijd was eveneens een gemengde stratenloop, maar dan over 10 km. Bij de veteranen heren waren er 42 deelnemers, terwijl voor de dames ook hier maar één persoon zich inschreef. Respectievelijk werd de 10 km gewonnen door Roland Gallee (Brasschaat) en Bernadette Van Horenbeeck uit Leest. Bij de senioren dames (8) won An De Greef uit Puurs en bij de senioren heren noteerden we Alain De Boeck (Grimbergen) als eerste van de 63 ingeschreven stratenlopers.” (G.v.A., 5april)
Foto’s : -Yvan Emmerechts. (Foto : bc in GvM) -Op zondag was er een waterachtig zonnetje en ’s maandags was het koud en nat maar uiteindelijk haalde de wind het van de regen en werd Posse Leest toch nog een succes. -Het concert van St.-Cecilia o.l.v. Frans Violet in de kiosk voor de kerk. (Foto : familie Lauwens-Piessens)
1994 – Zondag 20 maart : Natuurwandeling Blaasveld Broek Met SP-Afdeling Leest onder leiding van Jef Vloeberghen. Vertrek te 14.00 uur Leest-Dorp met wagen naar Blaasveld – parking Hazewinkel. Voetgangers konden mee met de wagen van bestuursleden en in de brasserie ’t Fonteintje boden de SP-kandidaten een drankje aan. Na de wandeling kregen alle wandelaars gratis belegde broodjes in het Supporterslokaal van SK Leest. De SP-kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen ’94 waren Ivan De Borger, Romy Roelants, Malvina Verschaeren en Mariette De Bont. (Folder SP–afdeling Leest)
1994 – Zondag 20 maart : Algemene Vergadering KVLV Om 14.30 uur in ‘Ons Parochiehuis’. Thema : ‘Een dorp, ons dorp’. (PB, 16/3)
1994 – Zondag 20 maart : Verbondelijke bezinningsdag Ziekenzorg In de stedelijke feestzaal ‘De Mol’ te Lier. Vertrek Leest Dorp : 13 uur. Thema : ‘Kiezen voor nabijheid’. (PB, 16/3)
1994 – 26 maart : Jenny Capiau won KWB-kaarttornooi(Foto onderaan) De 12-delige kaartwedstrijd van KWB-Leest in “Ons Parochiehuis” werd gewonnen door Jenny Capiau. Deze vrouwelijke kaartster zette zich met haar 8 beste resultaten van de 12 aan de kop. Na een gezamenlijk etentje werd nog eens om 40 beurten gekaart. De super-kaartwedstrijd –de eerste vier van het eindklassement namen het tegen elkaar op- werd ook hier gewonnen door Jenny Capiau, ze werd meteen gekroond tot super-kaartster.
Uitslag : 1. J. Capiau 1.179 slagen, 2. Jozef Vloeberghen 1.160, 3. Theofiel De Prins 1.158, 4. Tony Dons 1.149. In het totaal namen 86 verschillende kaarters deel aan één of meerdere avonden.
1994 – 27 maart : 49ste Palmzondagconcert van Sint-Cecilia Geen vol Sint-Ceciliahuis maar toch ruime belangstelling voor deze klassieker op de kalender van de Leestse fanfare. Het concert werd uitgevoerd onder leiding van huisdirigent Frans Violet. In het eerste deel was er een solo op cornet van Edmond Muyldermans met werk van Philip Sparke en in het tweede deel stond onderdirigent Johan De Win op alt-hoorn in de schijnwerpers. Hij bracht een stuk van Geoff Richards. De toegangsprijs tot het Palmzondagconcert bedroeg 100 frank. (Folder en GvM van 25/3).
1994 – 28 maart : Overlijden van Elvire Claes.(Foto onderaan) Vier dagen nadat ze 52 werd overleed Elvire Claes. Samen met Gust Emmeregs, Jos Meel en Leonie Windelen stond zij in 1980 aan de wieg van Volksdansgroep Korneel alwaar zij van bij de start dansleidster werd. In 1985 ontving ze uit handen van VVKB-voorzitter Mon De Clopper een gouden erepenning.
Elvire was op 24 maart 1942 geboren te Deurne (Brabant) als derde van zes kinderen. Als dochter van hoofdonderwijzer Maurice Claes mocht ze studeren voor onderwijzeres in Wijnegem. In 1963 begon ze haar loopbaan in Zichem. Bij haar huwelijk met Karel Soors, eveneens onderwijzer, kreeg ze een plaats in Hombeek. Het echtpaar kreeg samen vier kinderen : Bart, Veerle, Griet en Jan. Ondertussen zijn er (2014) 9 kleinkinderen : Tim, Katoo, Samber, Wout, Hannelotte, Landt, Lien, Nele en Silke. Elvire heeft zich heel erg ingezet voor haar onderwijs, de voorbereidingen van de Plechtige communie, de misvieringen en de volksdansgroep als dansleidster. In Leest deed ze vanaf de jaren ’80 sporadisch interims in de Vrije Basisschool tot de laatste maand van haar leven. Een vaste benoeming aldaar zat er niet in omwille van een veto van het Mechels schoolcomité. Elvire Claes was een bekwame onderwijzeres met een groot hart en een sociaal zeer bewogen mens.
“Ons huis in de Cecilialaan heeft niet enkel een bewoner verloren maar veel meer, zijn ziel en geest.
Een lieve vrouw en moeder met het hart op de tong en de eerlijke overtuiging.- een leven lang compromisloos beleden.- is dichtbij haar verjaardag van ons weggegaan.
Deze bezige, eerlijke vrouw en moeder, die duidelijke stellingen innam, die ze zonder vaar of vrees tegen om het even wie verdedigde, was de laatste weken erg verzwakt, maar haar alerte bezorgdheid om allen en alles, flakkerde nog vaak op.
De idealen die haar dierbaar waren, heeft ze onverminderd en onverminkt tot op haar laatste dag gehandhaafd : “Ik zorg altijd voor jullie.” Veel van wat ze droomde, is vandaag nog een droom gebleven en veel van wat ze voltooid had willen zien, staat nog in de steigers, maar haar geloof, het hemelse en het aardse, gaf haar kracht tot verdubbelde trouw.
Elvire laat een schitterende herinnering na. Maar veel verdriet.
Tot ziens Elvire, mijn goede en lieve vrouw. Tot ziens mama, onze goede en lieve moeder.” (Beklijvende woorden uit haar gedachtenisprentje)
Foto’s : -Het ereschavotje van het KWB-Kaarttornooi editie ’93-’94 met van links naar rechts : Tony Dons, Jenny Capiau, Jozef Vloeberghen, Leo Van Laenen en Theofiel De Prins. -Elvire Claes.
1994 – Zaterdag 5 februari : Schoolbal Vrije Basisschool
In ‘Ons Parochiehuis’. (PB, 26/1)
1994 – 11 februari : Bestolen “In de kleedkamer van het Sint-Romboutscollege werd Tom Van den Eede uit Leest door een onbekende van zijn geld bestolen.” (GvM)
1994 – 12 februari : Ledenfeest “Jubileumviering 75-jarig bestaan” Landelijke Gilde. Met feestmaal in “Ons Parochiehuis”.
Programma : -17.45 uur : receptie en huldiging verdienstelijke leden. -18.30 uur : aan tafel met feestmenu. Op zondag 6 februari was om 10 uur een eucharistieviering-dankmis gehouden. (PB, 2/2 en 9/2)
1994 – Zaterdag 19 februari : Dodelijk ongeval met landbouwtractor(Foto onderaan) In de Leestse Winkelstraat kwam zaterdag 19 februari rond 16u30 de zevenjarige Cindy Genijn uit de Kouter 91 Leest, met haar fietsje onder het wiel van een landbouwtractor terecht. Het meisje fietste daar in het gezelschap van haar vader. Cindy overleed ter plaatse. Zij werd te Mechelen geboren op 30 mei 1987 als dochter van Robert Genijn en Tinneke Vloeberghen. Ze was een kleindochtertje van SP-gemeenteraadslid Jozef “Jef” Vloeberghen uit de Scheerstraat (Ten Moortele). (GvA,21/2)
De afscheidsplechtigheid had plaats in de Sint-Niklaaskerk te Leest op donderdag 24 februari 1994 om 10 uur. Daarna volgde de crematie in familiekring.
Uit haar doodsprentje :
“Liefste schatje, Wat hebben we lang op jou moeten wachten. Toen je er eindelijk was, kon ons geluk niet op. Vooral voor je zus Wendy was je het kostbaarste geschenk dat ze ooit had kunnen wensen, want we hadden het samen zo mooi gepland. Bijna zeven jaar lang was je een zonnetje in ons leven : zo levenslustig, opgewekt en blij. Daarvoor blijven we jou eeuwig dankbaar, lief zoeteke. Nu is ze plots zo wreed uit ons leven gerukt. Woorden schieten ons tekort. Wie ooit haar levenslustig snoetje zag, begrijpt ons verlies, maar kent ook onze schat aan herinneringen.”
1994 – 19 en 20 februari : Restaurantdagen K.F. St.-Cecilia Leest (“T&T”, december ’93)
1994 – Vrijdag 25 februari : Ledenvergadering Landelijke Gilde Om 20 uur in de ‘Kleine zaal’ van ‘Ons Parochiehuis’. Met gastspreker Jaak Van Outryve over ‘Landbouw na de Europese eenmaking”. (PB,16/2)
1994 – Woensdag 2 maart : Bedevaart naar St.-Jozef Leuven en het graf van Pater Damiaan Vertrek in Leest om 08.50 uur. Terug in de vooravond. Inschrijving in de pastorie. De reiskost bedroeg 260 frank voor volwassenen, 130 frank voor kinderen. “In dit jaar van de zaligverklaring van Pater Damiaan een welgekomen gelegenheid om niet te laten voorbijgaan.” (PB, 16/2)
1994 – 7 maart – Gazet van Mechelen :
CDV de partij van de verzoening “Leest.- De CDV is en blijft de partij van de verzoening. Dat beklemtoonden zowel fractieleider Herbert Crol als burgemeester Jos Vanroy, vrijdag op de info-avond van de CDV in een bomvolle parochiezaal in Leest. Als de ultieme verzoeningspoging met de CVP echter niet lukt, gaat de CDV resoluut naar de gemeenteraadsverkiezingen “met de macht van onze overtuiging”, zoals Vanroy dat uitdrukte. Dat de CDV bij wijze van spreken zijn burgemeester heeft aangeboden als zoenoffer, is volgens Crol het beste bewijs dat de partij echt wel bereid is om opnieuw de rangen te sluiten. Ook Vanroy beklemtoonde met veel energie in zijn stem dat hij voor de grote verzoening is en bereid om samen met Fons Vanstappen en anderen van het toneel te verdwijnen. “Maar dan moet men ons wel ernstig nemen”, aldus Vanroy. “Als dat niet kan, gaat de CDV op 9 oktober naar de verkiezingen en dan sta ik hier binnen enkele maanden opnieuw om u te vragen voor ons te stemmen.”
De voorwaarden die de CDV stelt, zijn inmiddels bekend. Op de reeds goedgekeurde ontwerplijst van de CVP moeten verkiesbare plaatsen vrijgemaakt worden voor CDV-ers, zodat ze uitzicht hebben op een ambt als schepen of mandaten in het OCMW en de Mechelse Goedkope Woning. In het voorstel dat de CDV vorige week dinsdag aan de CVP heeft overgemaakt, stond concreet de eis dat de tweede, vierde en zesde plaats op de CVP-lijst voor een CDV-er moest zijn. Daarop deed de CVP een tegenvoorstel, waarover zaterdag of zondag nog moest onderhandeld worden. De inhoud van dat tegenvoorstel werd vrijdagavond nog stil gehouden, teneinde de besprekingen niet te bemoeilijken. Maandag zal in elk geval moeten blijken of er een verzoening dan wel een definitieve breuk uit de bus komt. Het partijbestuur van de CVP komt immers maandagavond voor de tweede keer in één week tijd bijeen om de knoop met de CDV door te hakken. Waarnemers meenden vrijdagavond dat de CDV in elke geval handig gemaneuvreerd heeft door de bal in het kamp te leggen van de CVP, waar de eensgezindheid rond heel de situatie de voorbije dagen ver zoek was.
Primeur Gust Emmeregs, afgevaardigd bestuurder van de Mechelse Goedkope Woning, kwam vrijdag in zijn uiteenzetting nog met een primeur voor de dag. De geplande verkaveling in Leest, voor een sociale woonwijk van meer dan 90 woningen, werd niet goedgekeurd door het huisvestingsfonds Domus Flandria. De MGW heeft de grond dan ook niet langer nodig en gaat in op de vraag van een bouwfirma om heel het perceel te verkopen. Volgens Emmeregs komt er mogelijk nog dit jaar een particuliere verkaveling van sociale woningen.”
1994 – Zaterdag 12 maart : Actiedag voor India door Korneel Volksdansgroep Korneel zette de schouders onder een actiedag ten voordele van India. Twee jongeren van Korneel trokken in het verleden reeds twee maal richting India, om er gedurende enkele maanden als vrijwilliger te gaan werken. De opbrengsten van de actiedag gingen integraal naar het ziekenhuis in Palayamcottai, waar zuster Bruyndonx reeds 43 jaar werkzaam was. Van 14u30 tot 16u30 traden de Korneeltjes op in de parochiezaal. Jong Korneel organiseerde om 18 uur een aangepaste jeugdviering in de parochiekerk en vanaf 19 uur kon men een sobere maaltijd van gebakken rijst met groenten komen nuttigen, eveneens in de parochiezaal alwaar na 20 uur een informatieve diareportage werd gegeven. (PB, 2/3 en GvM van 10/3)
1994 – Zaterdag 12 maart : Oudijzerslag “Vanaf 9 uur gaan een aantal vrijwilligers bij u langskomen om u te verlossen van uw oudijzer en andere metalen. Heeft u iets mee te geven dat te groot of te zwaar is gelieve dit dan kenbaar te maken door iets aan de straat te zetten of “Ons Parochiehuis” te verwittigen (015/21.65.76) tussen 9 en 12 uur. Helpende handen zijn welkom vanaf 9 uur aan “Ons Parochiehuis”. “ (Folder) Deze ‘oudijzerslag’ was ten voordele van de verbouwingskosten van ‘Ons Parochiehuis’. (PB, 9/3)
1994 – 12 maart – Gazet van Mechelen :
Leestenaar Emmeregs weerlegt de roddels
“DE GUST IN SLECHTE PAPIEREN ? ZE WETEN NIET WAT ZE ZEGGEN !”
Het verhaal doet in het Mechelse de ronde dat “de Gust in slechte papieren zit”. Daarmee wordt bedoeld dat Gust Emmeregs, aan de wieg van, vergroeid en verbonden met de sporthallen in Leest, aan het einde van zijn financieel latijn zou zijn. Men roddelt daarenboven ook nog dat Gust door zijn werkgever, Eternit in Kapelle-op-den-Bos, aan de deur zou zijn gezet. Dat heeft te maken met het feit dat Gust Emmeregs sedert enkele maanden het etiket “zakenman” op zichzelf heeft gekleefd. Nu we in de volle voorbereidingsfase van de gemeenteraadsverkiezingen zitten, waar ook Gust Emmeregs een voorname rol hoopt in te spelen, vinden al die sterke verhalen een vruchtbare voedingsbodem. Om te weten wat daar allemaal van aan is, waar zou zijn en gefantaseerd wordt, vroegen we aan “de Gust” persoonlijk om een en ander te verduidelijken. We moesten niet eens lang aandringen om “zijn verhaal” uit eigen mond te horen.
“Is het waar dat ze dat allemaal van mij vertellen ? Nu goed, laat ze maar kletsen. Als maar duidelijk is dat ik me beter dan ooit gelukkig voel met de dingen die ik doe en waarmee ik me verbonden voel. Financiële problemen rond VV Leest, het Sportcentrum en de NV Omni zijn er niet. Zorgen ? Ja, die wel. En het zal nog wel een zevental jaartjes aanslepen vooraleer ook die van de baan zijn”, zegt een zelfverzekerde Gust Emmeregs, zaakvoerder van zowel de NV Sportcentrum Leest en de NV Omni, voorzitter van VV Leest, zaakvoerder van de sociale bouwmaatschappij Mechelse Goedkope Woning, CVP-gemeenteraadslid in Mechelen en momenteel “moeilijk liggend” in de verzoeningspoging tussen CVP en de afgescheurde CDV. Emmeregs verheelt immers niet dat hij politiek nog lang niet uitgeblust is zoals sommige andere CDV-ers die het hoofd laten hangen. Om die reden ook dat hij voor zichzelf en voor de anderen de lat hoog legt.
Absolute voorrang In september van vorig jaar hakte Gust Emmeregs de knoop door. Hij besloot absolute voorrang te geven aan de activiteiten waarmee hij persoonlijk verbonden is en waarin hij ruime verantwoodelijkheid heeft opgenomen. Dat zijn de NV Sportcentrum Leest en de NV Omni waarvan hij net als van de vzw VV Leest afgevaardigd-bestuurder is. Die drie organisaties zijn nauw met elkaar verweven en vinden bij mekaar hun bestaansrecht. Gust richtte in ’74 mee VV Leest op. Hij bouwde voor voetballend Leest de accommodatie op, als het ware met eigen handen. De Leestse Volksfeesten die jaarlijks werden ingericht, moesten voor de nodige financiële ondersteuning zorgen. Het ging allemaal goed tot in 1983. Op Hemelvaartdag 13 mei van dat jaar stortte de feesttent in. De schadeclaims beliepen 20 miljoen. “Heel die ramp is op mij persoonlijk terechtgekomen. Gelukkig hadden we een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten. We richtten beniefietmanifestaties in. Dank zij heel wat creativiteit slaagde ik er in om al wie schade leed, te vergoeden”.
Sporthal Onder persoonlijke impuls van Gust Emmeregs werden op 9 maart 1984 de werken aangevat van de bouw van de sporthal in Leest. Van het maatschappelijk kapitaal van 6 miljoen, bracht Gust 75 procent uit eigen vermogen bij. De oprichtingskosten van de sporthal beliepen 20 miljoen. Daarvoor werd bij de NMKN 11 miljoen geleend. De overige miljoenen mochten aan de constructeurs worden betaald naargelang de exploitatieinkomsten dat mogelijk maakten. Gust Emmeregs : “Ik ga vandaag niet wegsteken dat ik het dikwijls moeilijk heb gehad. Dank zij een ganse reeks nevenactiviteiten konden we echter het hoofd boven water houden”.
Bevordering In 1987 promoveerde VV Leest naar bevordering. Sponsor Pauwels kwam in die tijd op de proppen. Op de terreinen van VV Leest verrees een tribune met 450 zitplaatsen, sanitair, receptiezaal e.a. Daartoe diende voor 1,5 miljoen grond te worden aangekocht. Pauwels stelde renteloos 4 miljoen ter beschikking. Op het ogenblik dat de grondaankoop bij de notaris diende beschreven te worden, ontdekte men in Leest dat Pauwels eigenaar van de gronden zou worden. Gust Emmeregs ging resoluut in het verzet. Het bestuur van VV Leest was bang om het financiële engagement aan te gaan. Emmeregs toverde de succesformule tevoorschijn. Hij kon de NV Sportcentrum er toe bewegen de grond aan te kopen en daartoe een financiering aan te gaan. Op die manier werd het Sportcentrum eigenaar van de terreinen. De Pauwelslening van 4 miljoen is inmiddels terugbetaald.
Omni Op 4 januari 1991 werd de NV Omni opgericht. Het initiatief daartoe kwam van de NV Sportcentrum Leest omdat de combinatie sporten en nevenactiviteiten nadelig op de sporthal inwerkten. In de NV Omni nam de NV Sportcentrum een meerderheidsparticipatie. In het sportcentrum kwam er een nieuwe sportvloer (1,5 miljoen) en de recreatiesporten konden terecht in de omni-sporthal. Met deze derde uitbreiding werd een stevige basis gelegd opdat de drie initiatieven leefbaar zouden blijven. Aan de omnihal in Leest hangt een prijskaartje van 21,6 miljoen. De financiering werd mogelijk dank zij een lening van 11 miljoen en een afbetalingskrediet dat Gust Emmeregs vanwege Eternit, die het complex optrok, kreeg.
Weg bij Eternit Van bij de start vermeldden de statuten van de NV Omni ook dat de maatschappij zich zou bezighouden met de verkoop, verwerken, bewerken en behandelen van bouwmaterialen. Gust Emmeregs : “Ik had toen reeds de bedoeling om me voltijds met de NV Omni te gaan bezighouden. Bij velen kwam het nochtans als een donderslag bij heldere hemel aan toen ik in september 1993, na 33 jaar dienst, bij Eternit ben weggegaan. Ik zag mij daartoe verplicht. Maar Gust is niet buitengekegeld bij Eternit. Als secretaris van de ondernemingsraad zou dat overigens zo goed als onmogelijk zijn geweest”. (Noot : dit werd weerlegd door Eternit-directiesecretaresse mevrouw G. Volgens haar werd Gust Emmeregs verplicht om ontslag te nemen) Emmeregs staat er op te vermelden dat de verstandhouding met zijn vroegere werkgever nog steeds optimaal is. Overigens is er een sterke commerciële relatie Eternit-Omni.
Geen geld verdienen Het is Gust Emmeregs de voorbije jaren via het voetbal, de sporthal en de omnihal in Leest, nooit te doen geweest om persoonlijk geld te verdienen. Vanzelfsprekend dat heel wat commerciële initiatieven werden genomen om de aangegane verbintenissen te kunnen nakomen. “Het gebeurt wel eens dat we enkele weken achterop geraken met enkele honderdduizenden te betalen. Steevast krijg ik dan de deurwaarder aan de deur. Bij die gebeurtenissen steken de gebruikelijke roddels de kop weer eens op”.
57 miljoen Voor wie het allemaal nog eens netjes op een rijtje wil, cijfert Gust Emmeregs uit dat de vzw VV Leest, de NV Sportcentrum en de NV Omni, samen 57 miljoen schuld hebben gemaakt. Vandaag is de schuld voor de vzw tot 0 herleid. De NV Sportcentrum dient de eerstvolgende 3 jaar nog 4 miljoen terug te betalen aan de NMKN ; de NV Omni heeft bij BACOB nog 7 miljoen openstaan en bij Eternit nog 3 miljoen. Diverse leveranciers hebben samen nog circa 3 miljoen te goed. Dat maakt een subtotaal van 17 miljoen.
Persoonlijk garant “Ik stel er me persoonlijk voor garant dat deze schuld binnen de gestelde termijn zal afgekort worden. Over 7 jaar, als alles betaald is, neem ik me voor het geheel van de sportinfrastructuur die met VV Leest vergroeid is, aan de Leestse gemeenschap over te dragen. De sportieve toekomst van Leest staat er daarmee heel wat beter voor dat in de rest van Mechelen het geval is. De Gust in slechte papieren ! Ze weten niet wat ze zeggen !”
Foto’s : -Cindy Genijn, slachtoffertje van een dodelijk ongeval. -Gust Emmeregs bezorgde Leest een prachtige voetbalcaccommodatie. De tribune kan aan 450 toeschouwers een comfortabel zitje bieden. (Foto's : GvM)
Hilde Silverans interviewde Mark De Bie in het ‘Praatcafé’ voor het Davidsfonds.
Mark De Bie gewoon blij dat hij mag schrijven.
“Mark De Bie, vijfenvijftig, behoort nog tot de gezegende na-oorlogse generatie die opgroeide op het platteland en blij was met een vel onbeschreven papier en een stomp potlood. Dat stak hij niet onder stoelen of banken, toen hij vrijdagavond bij Davidsfonds in het praatcafé te gast was.
Ondertussen beschikt hij toch over een tekstverwerker, zoals het een bekend en gewaardeerd schrijver past. Bijna stond hier ‘gevierd’ schrijver maar daarvoor is Mark De Bie te bescheiden. Hij is fier dat hij mag schrijven over het gewone Vlaamse volk, zoals in ‘De dag toen het kampioenschap van België verreden werd’. Hij is blij dat hij zijn nostalgie van zich kan afschrijven, zoals in ‘Negentienhonderdzesenvijftig’, dat hem de Paul De Montprijs van de provincie Oost-Vlaanderen opleverde en dat een tijdje geleden bij ‘Rust Roest’ een beklijvende uitvoering kreeg. Hij is dankbaar dat hij een stuk onverwerkt verleden, met name de koningskwestie, kwijt kon in zijn roman ‘Het Koningsjaar’.
Mark De Bie en toneel, het stond in de sterren voorgeprogrammeerd. Het hele gezin speelde toneel, zijn schoolopstelletjes mochten er wezen , toneel was een feest voor hem, vooral omdat hij het allereerste toneelstuk dat hij zag, in 1946, associëert met het stuk chocola dat hij toen kreeg; hijzelf werd lid van de toneelkring ‘Hoop in de Toekomst’. Het geluk moest hem slechts een klein handje toesteken. Dat gebeurde toen de cursiefjes die hij inzond naar Piet Thijs voor ‘Sportmagazine’ waard bevonden werden om voorgelezen te worden. Mark Stassijns roemde de spitse dialogen en moedigde hem aan zijn kans te wagen bij het toneel.
Mark schreef een stuk voor de wedstrijd van Noordstar Boerhave Gent. Het werd niet bekroond, maar trok de aandacht van jurylid Dré Poppe en werd geselecteerd voor een TV-spel. Het enthousiasme van Dré Poppe voor de ‘nieuwe Gaston Martens’ bracht ‘De Paradijsvogels’ aan het vliegen. Ze vlogen 38 afleveringen lang en de kijkcijfers liepen ver in de miljoenen.
Doch de gouden jaren van het Vlaamse feuilleton vlogen voorbij. Mark had een aardige stielkennis opgedaan en verliet het uitputtende TV-werk om zich toe te leggen op een rustiger manier van werken, toneelschrijven. Hij liet zich inspireren door het succes van ‘koningsfeuilletons’ bij de BBC, verzamelde een uitgebreid dossier over Leopold I en schreef een monoloog, het goedkoopst om realiseren. Hij zond ‘de Coburger’ naar Jo De Meyere, die hij via via kende en die er positief op reageerde. Eens in het professionele circuit binnen, liep alles op rolletjes. Antigone (‘Honden in het zegekoor’), het MMT (‘Te voet naar Scherpenheuvel’ en ‘Huis te koop’) volgden snel. De opdrachten ook.
Collega’s Dat, en nog veel meer werd hem ontfutseld door Hilde SILVERANS, die net als hij in het bankwezen zit, zij het voor een andere instelling. Een gezamelijke interbanken literaire wedstrijd bracht hen met mekaar in contact. Hilde Silverans, die ook muzikaal begeleider is van de Leestse dansgroep Korneel, vond nog nipt de tijd om enkele representatieve passages uit het werk van Mark De Bie voor te lezen.”
Hilde Siverans
Hilde Silverans bevestigde dit interview met de auteur dat plaatsvond te Mechelen tijdens een ‘Praatcafé’ georganiseerd door het Davidsfonds. Hilde werd te Hombeek geboren op 21 oktober 1939 en huwde op 5 mei 1962 met Louis Vloebergh. Hun huwelijk werd een item in deze Kronieken : “Een society huwelijk in het dorp”. Louis was toen chiro-leider, Hilde was leidster bij de Landelijke Jeugd, de voorloper van de chiro. Pas na hun huwelijk mocht de Landelijke Jeugd ook chiro heten van pastoor Coosemans.
Hilde schonk Louis twee kinderen : Erwin (°4/11/1963) en Kathleen (°5/12/1969). Hilde’s grootvader, Alfons Vanderhaegen, was ‘muziekmeester’ en dirigeerde verschillende fanfares. Muziek zat in haar genen. In de lagere school van Hombeek (Hilde was van ’t Heike) kon je pianoles volgen bij zuster Melanie en al op heel jonge leeftijd behoorde Hilde tot haar leerlingen. Tegen dat ze haar plechtige communie deed kreeg ze een piano cadeau van haar grootvader en peter en later tijdens haar humaniorajaren op het internaat van de Ursulinen Londerzeel gingen de pianolessen verder en bracht ze de speeltijden meestal door in een ‘pianokot’ om de klassiekers onder de knie te krijgen.
Bescheiden als ze is wil ze zichzelf geen pianiste noemen maar ze is altijd wel op één of andere manier actief met zang- en dansbegeleiding (mandoline, mini-trekzak, klein orgel, accordeon, altsax) bezig gebleven. Ze is ook geen onverdienstelijke dichteres. In deze Kronieken kan je een gedicht van haar (Ildebergh) terugvinden, geschreven n.a.v. het eeuwfeest van moeder Selleslagh (20/8/1994). In de kerk kan je haar soms aan het werk zien als er geen organist beschikbaar is. Op de samenkomsten van de KVLV begeleidt ze de zangstonden en bij BEEB (het Leestse groepje waar haar zoon Erwin leadzanger is) doet ze wel eens een gastoptreden van enkele nummertjes op accordeon.
Haar echtgenoot, Louis Vloebergh, was een figuur in het Leestse verenigingsleven. Bestuurslid of lid van heel wat verenigingen. Stichter en jarenlang voorzitter van Vevoc en de massajeugdcross. Afgevaardigde in sport- en feestcomité Mechelen. Raadslid van het O.C.M.W., gemeenteraadslid…
Foto’s : -Hilde Silverans als jonge muzikante. -Hier als muzikaal begeleidster van de Leestse volksdansgroep Korneel. -In 2012 met “Beeb”. -Met echtgenoot Louis Vloebergh.
1994 – Maandag 17 januari : Vertrek naar Zaïre van Pater René De Laet. De pater drukte zijn dank uit in het Parochieblad van 26/1 voor de parochiale omhaling in de kerk die 24.000 fr opleverde.
1994 – 17 januari – Gazet van Antwerpen : Alarm verraadt inbreker “De voorzitter van SK Leest werd gewekt door het stil alarm in het lokaal van zijn vereniging. Hij ging ter plaatse en trof er een auto van het merk Opel aan. De voorzitter noteerde de nummerplaat. Dank zij die gegevens kon de politie de indringer identificeren. Het betreft Frank V. uit Mechelen die bekende in de lokalen van SK Leest te zijn binnengedrongen en er o.a. een brandblusser te hebben leeggespoten.”
1994 – 19 januari – Parochieblad : Kinderoppasdienst Bond Grote en Jonge Gezinnen Plaatselijke verantwoordelijke : Luce Candries, Vinkstraat 46 Leest.
1994 – 19 januari – Gazet van Mechelen :
Kato is de Samson van Hombeek(Foto onderaan)
“Hombeek heeft er een nieuwe televisiester bij. Kato heet zij en ze maakte vorige zaterdag haar debuut op het kleine scherm. Kato is nog maar vier jaar maar niettemin leverde ze in de aflevering van ‘RIP’ vorige zaterdag een prachtprestatie. Minutenlang trok ze een zware melkkar door de nauwe straten van Geraardsbergen. De opdracht zit er voor Kato nog niet op. Volgende zaterdag en ook de zaterdag daarna is ze er weer bij. Tot grote vreugde van baasjes Cois en Maria die haar, bij wijze van felicitaties, een extra kluif toegooiden. Kato behoort imers tot het hondenras. Overigens niet van het alledaagse soort : Kato is een heuse Berner Sennenhond. En van nu af aan de Samson van Hombeek. Cois en Maria Kerremans-Geerts zijn niet weinig trots op hun viervoetige huisgenoot. (…) De filmmakers die de komische RIP-reeks inblikten, waren maar wat blij toen ze, via-via, op de Hombekerkouter 120 in Hombeek terechtkwamen. (…) Het moet zijn dat de Mechelse deelgemeenten niet helemaal onbekend zijn bij de televisiemakers. Hoe anders te verklaren dat vorige maandag een hele voormiddag een VTM-filmploeg in De Rozelaer op het Dorpsplein in Leest draaide in het kader van fragmenten voor het succesfeuilleton Familie. Samen met een heleboel andere plaatselijke figuranten, liet ook Maria Geerts zich niet pramen. Op 5 maart krijgt men de kans om het resultaat van die opnames te bekijken.” (Fons Jacobs)
1994 – Donderdag 27 januari : BGJG in samenwerking met Davidsfonds Leest Om 20 uur in “Ons Parochiehuis” sfeervolle reportage over “Mexico” door antropoloog Lieven Sioen. De plaatselijke verantwoordelijke van de Bond voor grote en jonge gezinnen was Luce Candries, Vinkstraat 46 Leest. (PB, 19/1)
1994 – Zaterdag 27 januari : Diamanten huwelijk voor Robert Huysmans- Julia Goossens (Foto onderaan) Omdat schepen Lea Clarijs in extremis verontschuldigd was kreeg het echtpaar Robert Huysmans – Julia Goossens uit handen van collega-schepen Leo Stevens de medaille van koning en koningin overhandigd. Robert, een geboren en getogen Leestenaar, zag er het levenslicht op 31 augustus 1905. Hij was de oudste van drie. Hij huwde op 27 januari 1934 te Heffen met de van daar afkomstige Julia Goossens (°26/9/1911) maar het echtpaar vestigde zich onmiddellijk te Leest op de Kapellebaan 38. Robert heeft steeds op de boerderij gewerkt. Eerst nog met zijn ouders, later nam hij het bedrijf over. In 1970 ging hij met pensioen dat hij opvulde met televisie kijken, de krant doornemen en deelnemen aan de activiteiten van de gepensioneerdenbond van Kapelle-op-den-Bos.
Zijn echtgenote was voor haar huwelijk werkzaam als dienstmeid. Naast haar dagtaak, het huishouden en opvoeding van hun twee kinderen, heeft ze steeds een handje toegestoken op de boerderij. Julia was afkomstig uit een gezin van vijf kinderen. (GvM, 31/1/94)
Foto’s : -Maria Geerts met Kato, de trots van de familie. (Foto: GvM) -Robert Huysmans en Julia Goossens vierden hun 60-ste huwelijksverjaardag.
1994 – Vanaf 1 januari : Ontruiming van graven Berichtgeving van de stad Mechelen. Ontruiming van de graven : Jan De Hertogh, Joannes De Schoenmaeker, R. Kerremans, L. Lambrecht, E. Schoovaerts, J.B. Simons, J. Storms, Ch. Vanhoyweghen en Cyriel Vleminckx. Nadere inlichtingen konden bekomen worden op de dienst ”Begraafplaatsen” Ziekenbeemdenstraat, Mechelen. (Kerk en Leven 20/10/93)
- De hernieuwing van een abonnement op het Parochieblad kostte voor het jaar 1994 500 frank.
1994 – 9 januari : Aperitiefconcert Vond plaats vanaf 11 uur in “Ons Parochiehuis” ; Voor de 12de maal ging dit door in samenwerking met de Raad van bestuur van ‘’Ons Parochiehuis’ en de K.F. St.-Cecilia Leest. (“T&T”, december ’93)
1994 – 16 januari : Derby SK Rapid Leest- VV Leest : 0-0.
De oefenmeesters aan het woord voor de derby :
Yvan Emmerechts van VV : “In de heenronde toonde Rapid Leest zich de betere ploeg. Vooral op het middenveld haalden zij hun slag thuis. Ik meen dat we met de terugkeer van Bert Wets op die veldstrook nu beter uit de verf komen. Een derby is nutuurlijk altijd iets speciaals. De vorm van de dag van de spelers zal bepalend zijn voor het resultaat. We houden ons aan het normaal spelpatroon en onze verdedigers zullen in zone voor de bewaking zorgen. Ik meen echt dat we aan de Grote Bleukens het verlies uit de heenronde kunnen rechtzetten.”
Jan Van Den Heuvel van SK Rapid, een rasechte Leestenaar, was er zich van bewust dat er heel wat polemieken gevoerd werden tussen de aanhangers wanneer een derby geprogrammeerd staat : “Daar doe ik echter niet aan mee, voor mij telt het sportieve, de rest is randgebeuren. De spelers in beide kampen voelen de wedstrijd helemaal anders aan dan de supporters. Tenslotte zijn er welgeteld slechts een drietal echte Leestenaars tussen de acteurs.” (GvM, 15/1)
Het wedstrijdverslag : “Ondanks het feit dat in de derby geen van beide ploegen tot scoren kwam, konden de talrijke aanhangers in de twee kampen van een aangename wedstrijd genieten. Naargelang de partij vorderde werd het meer en meer duidelijk dat niet verliezen de belangrijkste opdracht was die de respectievelijke oefenmeesters Jan Van den Heuvel en Yvan Emmerechts aan hun spelers hadden meegegeven.
SK Rapid startte met Ralf De Smedt als libero. Chris Goossens speelde waakhond op Paul Lopoke en Pedro Landerloo kwam opnieuw tussen het ijzerwerk. Bij de gasten begonnen Paul Huys en Marc Van Oppem op de bank. Gerre Dijkstra bezette de laatste plaats en Hans Simons klampte zich als een kwal aan het lichaam van Jean Lumuanganu.
Johan De Vos stak het vuur aan de lont na vijf minuten. Uit een geharrewar stak hij de bal voorbij Geert Claes maar Bert Wets kon net voor de doellijn ontzetten. Reactie van de bezoekers langs Danny Claes en Koen Baudet. Over en naast. Dan zien we een vrijschop van Geert Haentjes nipt over de lat zoeven en vijf minuten later rukt zelfde speler zich de haren uit het hoofd wanneer hij zijn 30-meter knal op de dwarsligger ziet uiteenspatten.
Na de koffie vervangt Paul Huys zijn broer Werner. Sinisa Askraba wordt voorstopper. Hans Simons schuift naar het middenveld. Paul begint er goed aan met een banaanschot dat tien centimeters over doel belandt. Een goedleidende scheidsrechter zorgt er voor dat de derby sportief blijft verlopen. Slechts na 65 minuten spel geeft hij geel aan Chris Goossens na fout op Paul Lopoke. Marc Van Oppem wordt na een goed kwartier ingehaald voor Bert Wets die last ondervindt van een schouderletsel. Samenspel tussen Geert Haentjes en Johan De Vos leidt tot een unieke scoringskans voor Jean Lumuanganu. De spits mikt verkeerd. Tweede maal geel uit het zakje van de ref voor Dany Claes voor fout op Peter Engelen. Beide verdedigingen blijven bijzonder waakzaam. Geert Claes krijgt nog het meeste werk maar de brilscore blijft op het bord.” (GvA, 17/1/94)
Foto’s : -Bert Wets van VV Leest kwam terug na een voetbreuk. -De spits van SK Rapid Leest : Jean Lumuanganu.
Vervolg Secretarissen van de Kon. Fanfare St.-Cecilia
-Stan Gobien, secretaris van 1968 tot 1984 en van 1994 tot 1997. Zie bovenaan.
-Johan Vandeputte (°Mechelen 30/7/1948, +Duffel 11/3/2001), administratief secretaris van 1982 tot 1993 en algemeen secretaris van 1984 tot 1993. Hij kwam in 1978 in Leest wonen en werd het jaar daarop lid van de fanfare. In de eerste twee jaar van zijn secretariaatswerk bestond zijn taak uit het bijhouden van de ledenadministratie. Vanaf 1984 werd hij algemeen secretaris en hij bleef dat tot in 1993. Op de Ceciliafeesten deed hij de permanentiedienst op het secretariaat. Tijdens zijn ambtsperiode als secretaris veranderde de vereniging tweemaal van lokaal en werd de fanfare een ‘vereniging zonder winstoogmerk’. Johan zorgde ervoor dat de administratie netjes werd bijgehouden en dat de besluiten van de beheerraad werden uitgevoerd. Johan Vandeputte was ook een tijdlang nationaal voorzitter van de KVG-jongeren en voorzitter van de KVG – Zennevallei. Hij was gehuwd met Lieve Van obberghen.
-Diane Lammens, secretaris Ceciliafeesten van 1984 tot 1993. Diane Lammens, echtgenote van dokter Julien Van Medegael, was lid van de fanfare geworden in 1977 en volgde Stan Gobien op als secretaris van de Ceciliafeesten vanaf eind 1984. Zij zorgde ervoor dat de communicatie tussen de deelnemers aan het concours en het fanfarebestuur vlot verliep. Vooral zorgde zij ervoor dat de muzikanten uit de Oostbloklanden konden geherbergd worden bij gastgezinnen en met deze beslommering had ze meer dan haar handen vol. Al haar kinderen kregen de kans muziek te leren bij de fanfare. Eén van haar zoons, Tim Van Medegael, bracht het tot beroepsmuzikant. Tim speelt trombone. Nadat het bestuur besliste geen internationale muziekwedstrijden meer te organiseren oordeelde Diane dat haar taak ook niet meer diende ingevuld te worden en nam ze ontslag als bestuurslid.
-Maggy De Borger (°Mechelen 1967), secretaris van 1993 tot 1994. Zij was ook penningmeester van 1994 tot 1996. Maggy is de dochter van bestuurslid-muzikant Hubert De Borger en van Nicole Huysmans. In 1975 werd ze lid van het trommelkorps, later van de drumband en nog later van de fanfare waar ze cornet speelde. In 1993 volgde ze Johan Vandeputte op als secretaris en een jaar later volgde ze Yves De Wit op als penningmeester. Zij werd hiermee de eerste vrouwelijke penningmeester. Op 30 september 1996 zette ze een voorlopig punt achter haar loopbaan als bestuurslid van St.-Cecilia Leest.
-Stan Gobien, tweede termijn als secretaris van 1994 tot 1997. Zie bovenaan.
-Erwin Van Nobelen (°1957), secretaris van 1997 tot 1999. Hij volgde Stan Gobien op als secretaris in september 1997. Deze secretaris zorgde ervoor dat het ledenbestand nog meer dan voorheen wordt bijgehouden met moderne informatie-technologische middelen. Mede onder zijn impuls werd vanaf 1997 van start gegaan met het jaarlijks muziekkamp voor de aspirant-muzikanten en de jonge muzikanten. Een even succesrijk initiatief was de werving van sponsors naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van de fanfare. Hij deed dit voorstel in 1998 samen met bestuurslid Johan Hendrickx. Hij was ook verantwoordelijk voor het drukwerk. In de loop van 1999 werd hij opgevolgd door Gunter Peeters, maar hij bleef nog wel lid van het bestuur en ontfermde zich vooral over de organisatie van het muziekkamp voor de jeugd. Erwin Van Nobelen was een tijdlang voorzitter van Vevoc en mede-oprichter van de Leestse band ‘Hoera’, dit samen met de neven Bart en Hugo Lauwens. Bij een wedersamenstelling van dit groepje tijdens een benefietconcert eind 2004 en met de versterking van zanger-gitarist Erwin Vloebergh kregen enkele leden opnieuw de smaak te pakken en Bart Lauwens, Erwin Van Nobelen, Erwin Vloebergh en Bart Verlinden stichtten in 2005 “BEEB”, een groepsnaam gecreëerd uit de initialen van hun voornamen.
-Gunter Peeters (°Mechelen 24/11/1974), secretaris van 1999 tot 2002. Gehuwd op 20 december 2008 met Tineke De Decker (°Duffel 7/11/1982). Hij werd leerling-muzikant op 1/9/1982 en volwaardig muzikant vanaf 1986. Op 20 oktober 2002 werd hij verslaggever en op 3 april 2006 voorzitter van de Feitelijke Vereniging van de fanfare. Een tijdlang was hij ook voorzitter van de VZW tot hij in die functie werd opgevolgd door Kamiel Verschueren.
-Ingrid Van Laer (°23/1/1950), secretaris van 2003 tot op heden. Zij is gehuwd met Dominique Van Houcke en muzikante bij de Leestse fanfaren sinds 11 december 1998. Ingrid speelde eerst cornet, nadien bariton.
(Bronnen : “Leest in Feest”, “T&T” en Antoon Lauwens)
Foto’s : ("Leest in Feest" en Familie Lauwens-Piessens) -Johan Vandeputte. -Diane Lammens. -Maggy De Borger. -Erwin Van Nobelen.
1994 – Stan Gobien werd secretaris van de K.Fanfare ‘St.-Cecilia’ Leest Dat jaar volgde Stan Gobien Johan Vandeputte op als secretaris van de Leestse fanfare. Hij had deze functie al waargenomen van 1968 tot 1984. Stan Gobien werd geboren in 1946. Veeleer tegen wil en dank werd hij leerling-muzikant in 1959, eerst bij Rik De Bruyn, later bij Edward De Maeyer en toen hij al in de fanfare speelde nog bij Theo Fierens. Het was vooral zijn grootvader Victor Robijns en zijn moeder Clementine Robijns die aandrongen om toch maar fanfaremuziek te maken omdat zijn jongere broer Vic dat ook deed. Vanaf 1961 speelde hij bugel en hield dat vol tot in 1985. In 1967 werd hij verslaggever in opvolging van Bert Robijns, die daar zelf op aangedrongen had. Het was een slimme zet om hem in het bestuur te krijgen, want in 1968 werd Bert Robijns terug verslaggever en datzelfde jaar werd Stan Gobien fanfaresecretaris. In de jaren zeventig gaf hij samen met vooral Pol Piessens en August Lauwers de muziekwedstrijden en de latere Ceciliafeesten handen en voeten. Aan het eerste Europees kampioenschap voor brassbands en aan de internationalisering van deconcertwedstrijden besteedde hij erg veel tijd en zorg. Veel tijd en moeite gingen naar het verkrijgen van subsidies voor deze organisaties. In 1978 startte hij met het fanfaretijdschrift ‘Toeters en Trompetten’. Vanaf 1982 kreeg hij de hulp van Johan Vandeputte voor onder andere de ledenadministratie.
In de periode dat hij als onderwijzer en later als schoolhoofd met lesopdracht verbonden was aan de Leestse gemeenteschool gaf hij muziekles met zijn bugel of liet hij klassieke, beschrijvende muziek beluisteren als ‘1812’ . Daarbij werd geschiedkundige uitleg gegeven. Een van de muzikanten die toen in de klas kwam vertellen over vroegere tijden was Eugeen Vloeberghen en tijdens muzieklessen speelde die tuba. Ooit had hij met leerling-muzikanten van de fanfare een orkest dat de conferenties muzikaal inleidde. Na zijn onderwijzersloopbaan te Leest werd hij inspecteur basisonderwijs. In die hoedanigheid gaf hij voor het Muziekverbond van België uiteenzettingen over de wijze waarop amateurmuziekverenigingen en basisscholen kunnen samenwerken.
Na een onderbreking van ongeveer tien jaar werd hij terug fanfaresecretaris in 1994 op aandringen van een aantal van zijn oud-leerlingen. Vanaf 1997 nam hij terug zijn eerste bestuursfunctie van verslaggever waar en ging hij zich bezighouden met het opnieuw organiseren van de internationale concertwedstrijden. In 1998 zn 1999 werkte hij aan het prachtige ‘Leest in Feest’, een geweldig boek over de geschiedenis van de fanfare ‘St.-Cecilia’, waaruit in deze Kronieken rijkelijk geput is.
De secretarissen van de Kon. Fanfare St.-Cecilia
Van de twee eerste secretarissen van St.-Cecilia is bijzonder weinig bekend. Ze waren wel allebei herbergiers. Geen toeval waarschijnlijk, rond de eeuwwisseling toen Sint-Cecilia gesticht werd, telde Leest 52 herbergen…
-Johannes Van Crombruggen (°Londerzeel 27/4/1859, +Leest 2/11/1918) was de eerste fanfaresecretaris. Hij vervulde deze functie van 1899 tot… Hij huwde in 1885 te Leest met Ludovica(“Louisa”) Van den Bergh (°Mechelen 21/12/1864, +Leest 31/10/1927). Deze secretaris was bakker, herbergier en winkelier en had zijn woning in het “Keizershof”, Dorp 44 te Leest.
-Pieter Van den Eede (°Kapelle-op-den-Bos 1878, +Leest 1960), secretaris van…tot 1924. Hij huwde te Leest met Anna Somers in 1908. Pieter Van den Eede was herbergier en hovenier.
-Floriaan Meyers (°Kortenaken 16/11/1902, +Mechelen 7/9/1981) secretaris van 1924 tot 1949. Hij werd onderwijzer te Leest in 1923 en aangesteld door een gemeenteraad waarin St.-Cecilia sedert 1921 de meerderheid had. Het jaar nadien werd hij fanfaresecretaris. Meester Meyers huwde in 1926 met Joanna Wilms (°Mechelen 28/9/1900, +Sint-Katelijne-Waver 11/6/1990). Eén van de eerste en voornaamste taken van Floriaan Meyers was het schrijven van een fanfarereglement. In 1964 ging hij als schoolhoofd met pensioen.
“Hij bracht zijn jeugd door te Orsmaal-Gussenhoven. Na de normaalschool te Tienen kwam hij in 1923 als onderwijzer naar Leest. Gedurende 41 jaren hielp hij de Leestse kinderen de weg te vinden naar de grote-mensenwereld. Ongeveer 600 jongens zijn aan hem voorbijgegaan. Ook na de uren hielp hij hen, zodat niemand ooit van bij hem wegging, zonder te kunnen lezen. De school was zijn leven, want hij hield van de jeugd. Dat zag men ook aan de vele kinderkoppen die hij schilderde in zijn vrije uren. Want Flor Meyers was ook kunstenaar en zondagschilder. Hij stond tussen de mensen. Dat maakte hem vele vrienden. Ze waardeerden vooral in hem zijn bescheidenheid, want ook dat was een karaktertrek van hem. Meester Meyers vond zijn vreugde vooral in zijn gezin. Hij was een trouwe en attentievolle echtgenoot voor Jeanne, een echte vader voor zijn kinderen Godelieve en Edgard, een goeie grootvader voor zijn drie kleinkinderen Johan, Peter en Patricia. Tamelijk snel is hij van ons heengegaan, bij het morgengrauwen van 7 september 1981 in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen, waar hij de avond voordien was heengebracht. Bij het leed dat we voelen om de lege plaats in ons midden beseffen wij meer dan ooit met dankbaarheid welk goed mens hij was. Zijn oprecht geloof en zijn manier van leven blijve ons een licht op onze levensweg.” (Uit zijn gedachtenisprentje)
-Theofiel Dens (°Blaasveld 1921, +1968), secretaris van 1949 tot 1952. Hij kwam met de fanfare in aanraking door zijn huwelijk met Mathilde Piessens (°Leest 6/10/1924, +Schaffen 18/9/2008), de dochter van ondervoorzitter Frans Piessens sr. Hij zag als eerste secretaris in dat de fanfareleden door toespraken konden beïnvloed worden. Dit werd door sommige en vooral oudere fanfareleden geïnterpreteerd als overdreven bemoeizucht. Nochtans hebben zijn toespraken veel bijgedragen tot het succes van de fanfare in de jaren vijftig. Hij hield zijn laatste fanfaretoespraak ter gelegenheid van de festiviteiten van 15 juni 1952 naar aanleiding van de erkenning als “koninklijke fanfare”. Zijn opvolger August Lauwers nam de gewoonte over om de fanfareleden in dezelfde stijl toe te spreken.
-Frans August Lauwers (Leest 3/4/1921, +Duffel 2/8/1990), secretaris van 1952 tot 1965. Hij werd lid van de fanfare in 1946 en vanaf 1950 bestuurslid tot aan zijn overlijden. Van 1972 tot 1980 was hij feestbestuurder en ondervoorzitter van 1971 tot 1990. Gust Lauwers was de laatste burgemeester van het autonome Leest. Hij vervulde deze functie van 1965 tot en met 31 december 1976, de dag waarop Leest werd gefusioneerd met Mechelen. Daarna zegde hij de politiek vaarwel en hield zich vanaf dan uitsluitend bezig met het muzikaal beleid van de fanfare. Hij hield ervan muziekwedstrijden te organiseren. Daarnaast ijverde hij ervoor dat de fanfare per jaar zelf ook ten minste aan één muziekwedstrijd deelnam.
-Antoon Lauwens (°Leest 2/8/1936), secretaris van 1965 tot 1968. Hij werd leerling-muzikant in 1950 en muzikant in 1951. In 1959, op vrij jonge leeftijd was hij lid van het feestcomité naar aanleiding van de tweede muziekwedstrijd die St.-Cecelia Leest organiseerde. Het jaar daarop, in 1960, was hij bestuurslid en huwde hij met Agnes Piessens (°14/3/1939), de jongste dochter van ondervoorzitter Frans Piessens sr. Door zijn afkomst en door zijn huwelijk is hij altijd erg verbonden geweest met St.-Cecilia Leest.
Hij speelt nog altijd bij de fanfare en zal volgend jaar (2015) zijn 65-ste jaar ingaan als muzikant, impressionant ! Vroeger speelde hij cornet, later tuba (eupfonium na omvorming van fanfare naar Brassband St.-Cecilia Leest). In het bestuur heeft hij allerlei taken uitgevoerd, soms meer dan één tegelijkertijd. Secretaris van 1965 tot 1968 en op andere momenten was hij wijkverantwoordelijke en hield hij de bibliotheek met de muziekpartituren in orde. Hij hield ook de inventaris bij van de muziekinstrumenten, van het fanfaremateriaal en van de uniformen. Dikwijls was hij ook secretaris van de jury op de internationale concertwedstrijden. De meeste verdienste haalde hij door zijn nauwgezetheid bij het bewaren van archiefstukken van de fanfare. Op een overzichtigelijke wijze wist hij foto’s, belangrijke brieven, fanfaretijdschriften, leden- en muzikantenlijsten te ordenen en te bewaren, ook wanneer hij geen bestuurslid meer was. Zonder zijn archiefwerk zouden “Leest in Feest”, “Leest Geweest” en deze blog moeilijk tot stand zijn gekomen en zeker niet zo’n schat aan gegevens hebben bevat. Ik zal Antoon steeds dankbaar blijven voor zijn bereidwilligheid om dit archief te delen en zijn onbetaalbare hulp bij andere domeinen dan de fanfare.
Francis Van Heck volgde Gustaaf Hendrickx op als voorzitter van SK Rapid Leest.
1994
1994 – Januari : Voorzitterswissel bij SK Rapid Leest en nieuwe fusiegesprekken In januari 1994 had er een voorzitterswissel plaats bij SKR Leest. Voorzitter Gustaaf Hendrickx bood, om beroepsredenen, zijn ontslag aan en werd opgevolgd door Francis Van Heck. Hendrickx bleef wel nauw betrokken aan de club als raadgever en sponsor.
In het Cenrumblad van 19 januari verklaarde de nieuwe voorzitter dat er opnieuw zou onderhandeld worden over een fusie : “Leest is te klein voor twee voetbalclubs. Nu krijgt elke ploeg een honderdvijftig betalende toeschouwers over de vloer, waardoor de financiële middelen beperkt blijven. Voor een derby geraken we aan bijna vijfhonderd betalenden, wat veel leefbaarder is. Fusioneren zou het voortbestaan van beide clubs garanderen en zou Leest rustig aan de kop van het klassement brengen.”
Ondanks deze voor de hand liggende argumenten liepen de gesprekken het jaar voordien met een sisser af. Francis Van Heck : “Ten eerste waren we te laat begonnen met de onderhandelingen. Rond Pasen zijn de meeste contracten al getekend, of zijn de besprekingen te ver gevorderd om nog voorstellen te doen. Ik zal dan ook niet lang meer wachten om met concrete plannen naar VV te gaan. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk tot een overeenkomst te komen, zodat er liefst volgend seizoen of ten laatste binnen twee seizoenen één Leestse ploeg ontstaat. Elke club zal zijn VZW-statuut behouden en samen een nieuwe VZW oprichten, voor het sportief management. Dit houdt in dat alle modaliteiten met uitzondering van de accomodaties, worden overgeheveld naar de nieuwe VZW. Zo kunnen we komen tot een volledig jeugd- en oefencentrum met acht velden op de terreinen van SK. Het veld van VV Leest is dan weer beter geschikt voor competitie, o.m. door de tribune. Zowel SK als VV behouden op die manier hun eigenheid, maar werken samen aan goed georganiseerd Leests voetbal.”
De reden waarom er tussen beide ploegen de laatste maanden betrekkelijk weinig communicatie was, werd volgens Van Heck veroorzaakt door mentaliteitsverschillen en het incidentje met een vermeend overlijdensbericht. “Die doodsbrief is een uit de hand gelopen grap van supporters van Hamme, waarvoor SK Leest met de vinger werd gewezen,” vergoeilijkte de nieuwe voorzitter. “In een café hadden die supporters een overlijdensbericht van VV-voorzitter Emmerechts uitgehangen, om iemand uit hun vriendenkring een peer te stoven. Het bericht werd gekopieerd en verspreid, wat uiteraard in het verkeerde keelgat schoot bij VV Leest. Met de afgesprongen fusie in het achterhoofd, was de link snel gelegd..." Sommige betrokkenen zouden ook hun eigen belangen te hardnekkig blijven verdedigen. "En er is geen sprake van vetes, maar enkele getrouwen proberen een zware dorpspolitiek te voeren, die de eenheid niet echt bevordert. Als we tot de nodige gemeenschappelijke overtuigingen komen, kan een samenwerking niet veraf zijn.”
In 1995 bood de voorzitter het bestuur zijn, overigens nooit aanvaard, ontslag aan. Enkele van de redenen omschreef hij als volgt : -na jaren ijveren teneinde uniformiteit en controle te krijgen tussen bestuur, beheerraad en beheer kantine is dit nog steeds niet gelukt. -de kantine is verlieslatend omdat er méér verstookt en verlicht wordt dan nodig en gratis drank wordt uitgedeeld, meer dan er in de kassa komt. -dat de rijkelijk betaalde spelers liever ergens anders gaan drinken dan in het eigen lokaal. -de contracten van de spelers liggen te hoog en er moet een systeem gevonden worden om meer prestatiegericht te spelen waaronder bv. enkel de spelers te betalen welke zijn geselecteerd. De anderen krijgen enkel hun echte kosten zoals km-vergoeding, een vergoeding voor schoeisel en wassen kledij. Dit ook in functie van de aanwezigheden op training. -dat vele mensen in Leest mij nog steeds niet vergeven dat er geen fusie gekomen is, of zal komen met V.V. Leest. -...
(Noot : de ontslagbrief is integraal te lezen in deze Kronieken : begin 1995)
Alle plooien werden gladgestreken en de nieuwe voorzitter zou zijn functie behouden tot Ludo Verschuren hem zou opvolgen in het seizoen 2005-2006.
1993 – Einde jaar : Heraangepast bestuur Rust Roest Hilde De Kock nam ontslag in de bestuursploeg van de toneelvereniging Rust Roest en het bestuur zag er dan als volgt uit : Ere-voorzitter : Jaak Publie Voorzitter-secretaris : Guido Hellemans Ondervoorzitter : Fik Diddens Verslaggeefster : Renild Polfiet Kassier : Marcel Verwerft. (‘Rust Roest Ontmaskerd’ van G. Hellemans)
1993 – Jaaroverzicht “Kerk en Leven”(22/12/93) Te Leest werden 8 kerkelijke huwelijken ingezegend en er werden vier gouden huwelijksjubileums gevierd. 28 kinderen werden gevormd en in de parochie vonden 21 begrafenissen plaats waarbij 18 parochianen te betreuren waren. 18 kinderen werden gedoopt (waarvan 2 van buiten de parochie en 7 die geboortig waren in het jaar 1992).
1993 – Decembernummer “T&T” : Terugblik van de Voorzitter
Beste vrienden van St. Cecilia
“Weerom glijdt een jaar naar zijn einde toe. En of we nu droevig zijn omdat een fijn jaar voorbij is, of gelukkig omdat een moeilijk jaar achter de rug is, 1993 heeft zijn tijd gehad.
Voor onze fanfare was het een jaar van zoeken en luisteren, van vernieuwen en aanpassen, van vragen en oplossingen vinden. Er was het zoeken naar een nieuwe aanpak, naar een manier om te motiveren, zoeken naar een hedendaagse stijl. Er was ook het luisteren naar diegenen die anders niet wilden, konden of durfden uitkomen voor hun gedachten. Vernieuwen om met onze tijd mee te gaan of uit noodzaak omdat de oude formules voorbij gestreefd waren, en de aanpassing aan deze vernieuwingen voor ieder van ons. Ook blijven er nog de vele vragen die wij ons stellen en waarvoor we nog oplossingen moeten vinden.
Wat is er dan allemaal gebeurd zullen sommigen zich afvragen. Wel, er waren gelukkig hoogtepunten maar ook dieptepunten. Zo hadden we een prachtig Nieuwjaarsconcert en goede eetdagen, maar ook een bedroevend lage aanwezigheid op de repetities tijdens de eerste maanden. Maar niet alleen de muzikanten, ook de leden waren in grote getale afwezig op onze inrichtingen. Ik wil hier vooral het carnavalbal aanhalen omdat we dachten hiermee onze leden uit hun winterslaap te halen.
Na een toch nog behoorlijk Palmzondagconcert zijn we dan voor een eerste maal met het bestuur en muzikanten en dirigenten rond de tafel gaan zitten om naar oplossingen te zoeken voor de heersende malaise. En we mogen stellen dat deze vergadering toch wel de nodige vruchten heeft afgeworpen, omdat iedereen de kans had om zijn gedachten en zijn visie naar voor te brengen en ook omdat we tot een aantal wijzigingen en oplossingen zijn gekomen. Dus zeker een initiatief om over te doen.
Op de repetities en concerten die volgden in mei en juni was inderdaad het positieve van de vergadering te merken. Denken we maar even terug aan ons concert in Zandvliet en de voorbereidingen voor het W.M.C. te Kerkrade. Het waren momenten die deugd deden. Ik wil hier iedereen die meewerkte aan deze voorbereiding van harte danken en nogmaals proficiat wensen voor de inzet en het prachtige resultaat. Het daarop volgend verlof was welkom en zeker verdiend. Opnieuw starten na enkele weken rust is ook niet altijd gemakkelijk. Gelukkig konden we vanaf september rekenen op de eerste lichting jonge muzikanten uit onze eigen muziekschool. Niet minder dan negen meisjes en jongens kwamen onze rangen vervoegen. Wij heten hen hartelijk welkom en hopen dat ze zich snel thuis voelen in onze vereniging.
Ook een nieuwe recrutering voor onze muziekschool stond op het programma, waar we dankzij de inzet van enkele bestuursleden en muzikanten konden starten met een nieuwe klas van achttien leerlingen. Enkel op deze manier kunnen we onze toekomst veilig stellen. We herinneren nog even aan onze Ceciliafeesten, ons zondagvoormiddagconcert, de teerfeesten en het kinderfeest om 1993 af te sluiten en ons hoopvol te richten naar 1994, een nieuw jaar, het jaar van onze 95ste verjaardag.
Ik zou graag dit nieuw jaar willen inzetten met enkele wensen en ook beloften, opdat 1994 hoopvol mag beginnen. Vooreerst wens ik U allen in naam van het ganse bestuur en ook in mijn persoonlijke naam het allerbeste voor het nieuwe jaar. Een stralende gezondheid, bergen geluk en al wat je graag voor jezelf had gewenst.
Beloften doen is altijd wat moeilijker, vooral als je ze wil verwezenlijken. Toch wil ik U beloven om samen met gans het bestuur ons uiterste best te doen om van onze fanfare een vereniging te maken waar goede en toffe muziek wordt gemaakt, waar iedereen welkom is en waar we ons allen thuis voelen. Met uw steun en medewerking en vooral uw aanwezigheid kunnen we er samen iets heel mooi van maken. Een uitdaging die wij graag aangaan en hopen van U hetzelfde. Dan wil ik nog graag alle mensen danken die nooit in de bloemetjes gezet of vernoemd worden voor al wat zij in stilte presteren om alles vlot te laten verlopen, week in week uit, een gans jaar lang. Heel erg bedankt en blijf volhouden. We kunnen niemand missen. Laten we dan samen toosten op het nieuwe jaar zodat ook onze wensen mogen uitkomen en dat de naam van onze fanfare op ieders lippen ligt in de goede zin. Dan kunnen we hoopvol en met open vizier de toekomst tegemoet gaan en met zijn allen werken naar 100 jaar St. Cecilia Leest.
Graag wil ik U allen nog prettige feestdagen toewensen en durf U te vragen, blijf uw vereniging trouw voor nog vele jaren. Hartelijk dank en nog vele muzikale groeten vanwege uw voorzitter Kamiel Verschueren.”
Kamiel Verschueren is een achterkleinzoon van de stichter-voorzitter van de K. Fanfare Sint-Cecilia Theofiel Verschueren (°Leest 1853, +1942) en zoon van de vorige voorzitter Vic die hij in 1992 had opgevolgd. Hij werd op 10 maart 1956 te Willebroek geboren en is muzikant sinds 1966.
Foto’s : -Kamiel Verschueren met en zonder instrument.
1993 – Zondag 21 november : Plantenruildag BGJG Om 14.30 uur. (PB, 17/11)
1993 – Vrijdag 26 november : Algemene Vergadering Landelijke Gilde In de kleine zaal van ‘Ons Parochiehuis’ . Om 19.30 uur etentje en om 20 uur handelde notaris Schotsmans over ‘successierechten’. (PB, 17/11)
1993 – Zaterdag 27 en zondag 28 november : Eetdagen Vrije Basisschool Leest In ‘Ons Parochiehuis’. Op zaterdag van 18 tot 20.30 uur en op zondag om 11.30 en om 13 uur. (PB, 24/11)
1993 – Zaterdag 4 december : Chiro Leest – Papierslag “Het is weer zover. Zaterdag 4 december ontlasten we onze dorpsgenoten van al het overtollige of niet bruikbare papier. Dit gebeurt vanaf 9u00 ’s morgens. Voor een vlot verloop van deze omhaling willen we U vragen het papier goed zichtbaar klaar te zetten. Liefst in kartonnen dozen of samengebonden met een touw. Gebruik a.u.b. geen plastic zakken of houten kratten, deze zijn niet recycleerbaar en ze worden door de fabrikant niet aanvaard. De volgende papierslag mag je eind februari verwachten. De Chirojeugd dankt U bij voorbaat !!! De Chiroleiding.” (deur-aan-deur folder)
1993 – Zondag 5 december : Sinterklaasfeest In ‘Ons Parochiehuis’, voor alle kinderen van parochiale verenigingen. (PB, 17/11)
1993 – 7 december – Gazet van Mechelen : Slijk sluit derderangsburgers van buitenwereld af.
Hombeek-Leest “Met een maand vertraging volgens de opgestelde termijn begon men begin september aan het opbreken van de Kapelseweg, de grens tussen Hombeek en Leest. Bedoeling is er over een beperkte strook riolering aan te brengen en anderzijds het lamentabele wegdek te vervangen. Door pech achtervolgt , blijft nu een strook van de Kapelseweg al enkele weken onafgewerkt liggen. Met de recente weersomstandigheden was het bakker, post, buren, enz. onmogelijk om een woning te bereiken zonder hoge rubberlaarzen. …”
1993 – Dinsdag 7 december : Davidsfonds Cultuurforum K.U. Brussel 20 uur ‘Geloof uit wetenschap’. (PB, 1/12)
1993 – Zaterdag 11 december : Kinderfeest K.F. St.-Cecilia “De zaal was netjes klaargezet. Om 14.15 uur begon ze stilaan vol te lopen met kinderen en ouders. Ieder kind had zijn eigen instrumentje bij, om mee op te treden met het poppenkastspel van Tedje Trommelaar en Doremi. Spannend volgden alle kindjes het poppenspel dat zeer prettig in elkaar geknutseld was door Bart Lauwens. Het verhaaltje speelde zich af tussen een trommelaar en een saxofonist, die nieuwe trommelstokken gingen zoeken in het bos. Tijdens het aanpassen van het decor speelden onze leerlingen hun stukjes op hun instrument onder de leiding van Roland Van Welden. Om 16.30 uur hebben we allen ons buikje gevuld met pistolets en koffiekoeken. Na de koffietafel kregen de kinderen hun geschenk en een zakje snoepgoed. Daarna ging iedereen tevreden terug huiswaarts.” (“T&T”, maart ’94)
1993 – 20 december : Overlijden van Frans “Çois van Bertha Spruyt” Verbruggen(Foto onderaan) François Verbruggen werd te Hombeek geboren op 13 april 1932. Hij was gehuwd met Angèle Van Camp en heeft bijna zijn hele leven op de Leest-Heide gewoond, eerst aan de Blaasveldstraat en later aan de Juniorslaan.
“Hij was muzikant en begon muziek te leren in 1947. Eerst speelde hij bugel en later bariton. Hij stopte noodgedwongen met muziek in 1980. Hij was ook lid van de Boerenkapel, een gelegenheidsformatie die tijdens de jaren vijftig en zestig furore maakte. Çois zocht graag contact met de jongere muzikanten en stelde hen gerust toen ze aan hun eerste muziekwedstrijden deelnamen en dat was in die omstandigheden geen gemakkelijk karwei. Çois wa een uiterst vriendelijk man die geen vlieg kwaad kon doen.” (“Leest in Feest”, Stan Gobien)
Naast lid van de K.F. Sint-Cecilia Leest was Frans Verbruggen ook lid van de gepensioneerden van Eternit en lid van de duivenmaatschappij “De Luchtreizigers” Leest. Hij overleed in het O.L.-Vrouwziekenhuis te Mechelen.
“Terwijl rondom ons alles wemelt van Kerstmis en vreugde, is er iemand die ons verlaat. Eens zou deze trieste dag komen, toch kwam hij veel te vroeg ondanks de lange harde strijd. Hij was een eenvoudig mens, ’n echte vader voor zijn kinderen, een trotse opa voor zijn kleinkind Melissa en tevens een trouw echtgenoot. Gans zijn levensstijl was een onbeperkte toewijding aan zijn onmiddellijke omgeving : hij gaf zichzelf weg aan anderen, maar vroeg nooit iets terug. Een mooi voorbeeld van kristelijke naastenliefde. Beste papa, kostbare herinneringen zullen we nooit vergeten, zo zal je altijd in onze gedachten blijven bestaan. Dierbare echtgenote hoe moeizaam het voor U is, heb dank voor al uw goede zorgen. Vaarwel, eens zien we elkaar weer, allen verenigd bij de Heer.” (Uit zijn doodsprentje)
1993 – 21 december : Stichting Zangkoor ‘Orlandus Lassus’ Leest, thans KORILE. Het gemengd koor ‘Orlandus Lassus’ Leest werd opgericht op 21 december 1993. Met een vijftiental enthousiaste koormuzikanten werden de eerste stappen gezet in, wat later zou blijken, een bloeiende koorcarrière. Na goed anderhalf jaar werking was het ledenaantal verdubbeld. Op 6 september 1995 werd er gestart met een kinderkoor. Het succes was overweldigend. Meer dan 40 kinderen maakten in 1996 deel uit van dat koor. En datzelfde jaar werd gestart met een jeugdkoor. Van dan af bestond het uit een gemengd koor, een jeugdkoor en een kinderkoor. Muzikale leiders waren Els Van den Bossche als dirigent van het kinderkoor en Wim Van Ranst als dirigent van de andere koren. (Marc Keulemans in de Brochure van het gemengd concert “Koper&Koren” van de K.F.’St.-Cecilia’ en ‘Orlandus Lassus’ van 25/10/1996)
Omdat het koor geen werken van Orlando di Lasso op zijn repertoire had, besloot men om die polyfonist andermaal ten grave te dragen en in het jaar 2000 kreeg het koor een nieuwe naam. Met meerderheid van stemmen werd er toen gekozen voor KORILE, wat staat voor ‘Koor in Leest’.
Foto’s : -François, ‘çois’ Verbruggen. -Korile, het gemengd zangkoor uit Leest. (Foto: website Korile)
1993 – Vrijdag 19 november :Davidsfonds naar Ballet van Vlaanderen. 20 uur in de Stadsschouwburg van Leuven. (PB, 17/11)
1993 – Vrijdag 19 november : Jozef Moeseke won super-kaarttornooi en wagen (Foto onderaan) Die vrijdag, om middernacht, werden de autosleutels van de Ford Fiësta overhandigd aan de winnaar van het super-kaarttornooi van SK Rapid Leest. Jozef Moeseke uit de Kloosterstraat in Bornem was de gelukkige. De overhandiging gebeurde door de schatbewaarder van SK Rapid, Jozef Van der Elst. Voor deze 10de editie waren terug wat meer kaarters komen opdagen dan bij de vorige editie vertelde het mede-organiserende duo Mark Magnus en Philip Bergen aan Gazet van Antwerpen (22/11). Op 10 jaar tijd was de prijzenpot gestegen van 300.000 naar 1 miljoen frank. Op deze laatste avond van het tornooi, waarop de 5 beste resultaten van de 7 wedstrijden meetelden voor het eindklassement, haakten heel wat deelnemers traditiegetrouw af.
Einduitslag (eerste vijf) 1.Jozef Moeseke 749 2.Edwig Vrijders 742 3.Kamiel Van Hocht 739 4.Jan Van Rompay 737 5.Jenny Capiau 737 (de eerste vrouw).
1993 – 20 en 21 november : Teerfeest St.-Cecilia
“Op zaterdag 20 en zondag 21 november 1993 ll. vierden we ons jaarlijks teerfeest en zoals de vorige jaren werd ongeveer hetzelfde programma gevolgd. Een bijna voltallig muziekkorps vertrok even voor 15.00 uur aan het lokaal richting kerk om de feestelijkheden in te zetten met een H. Mis ter nagedachtenis aan onze overleden leden. Na het herbergbezoek aan de ‘Roozelaer’ trokken we stoetsgewijs terug naar ons lokaal. Iedereen had even de tijd om zich om te kleden en om 17.30 uur vonden we elkaar terug aan de feestelijk gedekte tafel, om zo aan ons jaarlijks banket te beginnen. Na het opzoeken van onze plaatsen, werden de 142 aanwezigen door de voorzitter verwelkomd. Met de leuze indachtig ‘dat de beste redevoeringen de kortste zijn’ dankte hij de muzikanten, dirigent, bestuur en de leden voor de vele inspanningen die tijdens het afgelopen muziekjaar werden geleverd om kwaliteitsmuziek te brengen. Nog een klein gebedje en er kon eindelijk begonnen worden met dat waarvoor de meesten gekomen waren, lekker smullen en een gezellig onderonsje. Het banket was van uitstekende kwaliteit en werd keurig geserveerd. Tussen de gerechten door werd ons het jaarverslag ten oren gebracht door Ilse Peeters. Inderdaad, formidabel dames en heren, de eerste keer is het immers niet altijd gemakkelijk. Na het lekkere dessert kon het dansen beginnen. D.J. Satan alias Willem nodigde de bestuursleden uit om de traditionele vermenigvuldigingsdans te openen. Dit was het begin van een wervelende nacht. Net zoals ieder jaar werden rond middernacht de eerste 15 prijzen van onze tombola getrokken en vergastte de traiteur ons op heerlijke boterhammen met kaas en kop. Op deze manier konden we in de late uurtjes nog eens iets tussen onze tanden steken, tussen al dat geestelijk nat. Zeker door velen geapprecieerd en voor herhaling vatbaar. Bedankt Luc, en ook het hele team. Het familiebal werd intussen lustig verder gezet tot in de vroege uurtjes.
Zondagmorgen, 9 uur en de deurbel. Enkele bestuursleden hadden bij ons (Maggy en Roland) afgesproken voor de verdere trekking van de tombolanummers. Tussen de koffie en de koekjes werden de nummers rechtstreeks per computer verwerkt, zodanig dat de lijst met winnende nummers klaar was tegen 11.30 uur. Tijdens het biefstuk eten werd er reeds duchtig naar de lijst gekeken. Hiermee wil ik ook de vrouwen van bestuursleden bedanken, alsook enkele mannelijkheden voor de hulp bij het serveren van deze traditie. Nog even een afwasje doen en iedereen kon zich klaar maken voor de optocht naar de Heide. Lichte sneeuwval en af en toe een flinke windstoot herinnerden er ons aan dat we stilaan naar de winter toegaan. Onder leiding van Roland gingen we op leuke marsmuziek richting Heide-herbergiers. Zoals steeds werden de dames verrast op een lekker zoet taartje in het S.K.-lokaal. Nog even een deuntje spelen in beide café’s en na deze concertjes vertrokken we terug richting dorp. Iets later, en iets kouder onderweg, arriveerden we toch bij de Dry Gapers. Van daaruit begonnen we aan ons laatste herbergbezoek, natuurlijk bij Ann en Fikke ‘Op den hoek’. Om half zes zaten we terug aan tafel en net zoals ieder jaar waren de stoelen weer een probleem. Een plaatsje vinden is soms toch moeilijk. Weer eens lekker smullen van het fijn klaargemaakte diner en we stonden sterk voor een boeiende avond. Na het eten begon het pas. De ‘PLAY BACK SHOW’. Jong en oud had iets voorbereid, vele uren van repetities waren aan deze avond vooraf gegaan. Afspraken werden gemaakt, wie, wat, waar en wanneer, iets moet doen. Als de één niet naar de avondschool ging, kon bij de ander gerepeteerd worden enz. Toch was van enkelen de verbijstering groot toen ze een groep schaars geklede mannen in de living aantrof. Anderen zijn goed in het laten verschieten van mensen, door stiekem thuis binnen te sluipen. Alle deelnemers zullen wel plezier beleefd hebben aan de repetities, allé wij toch. Op de grote avond zelf was de sfeer gespannen, een beetje zenuwen kunnen geen kwaad. Om het met de woorden van Fred Becky (alias Freddy Walschaers) te zeggen : ‘dames en heren het was subliem’. Het was inderdaad geweldig, en velen zijn daarvan getuige geweest. De enige echte Bart Javell was er om de show aan elkaar te praten en de artiesten te interviewen. Dalida mocht de zogenaamde spits afbijten met de wereldhit ‘Gigi’. Josephine was in topform, artiestiek was het een topprestatie, maar Charel bezweek voor haar schoonheid en betrad de scène. Dalida was daar niet gelukkig mee en liet dat ook merken. Na haar optreden stelde Bart Javell haar enkele vragen in zijn beste Frans : ‘Vous ètes une voorbeeld pour toe les autres, parceque vous ètes une vedette tres bienne.’ Niettegenstaande begreep iedereen wat er bedoeld werd. Bart Javell vervolgde zijn interview : ‘Les jurileden va donnez les point et tu va ruste run peu dans la cuisinne.’ Paul De Leeuw (Paul Van Roy), Fred Becky (Freddy Walschaers), Simon LeBon (Simonne Gobien) en Hans De Booy (Hans Verschueren) werden als juryleden aangesteld. Eén voor één gaven ze hun commentaar in geuren en kleuren. Allé Maurice, ’t kon niet rap genoeg gaan met dat fietske. Vooral die zware laatste klim naar de Roda Hal te Kerkrade zat zwaar in de benen. Roland bracht een gepaste imitatie van Frank Dingenen die zeer tipperend was voor zijn fietstocht tijdens ons bezoek aan het W.M.C. te Kerkrade. Ondersteund door twee welriekende dreefjes kwam er toch al beweging in de zaal. Tijdens het interview werd duidelijk hoe zwaar die rit was door de straten van Kerkrade. Als een professionele renner werd er een bondig ritverslag gegeven. Allé Roland, je bent toch in Kerkrade geweest hé. Bert Javell had er geen woorden voor, want Adrienne zonder naam was door iedereen geliefd en gekend. Zelfs van de danseresjes konden we onze ogen niet afhouden. Blijkbaar hadden José en Rosa veel gerepeteerd, gelijker kon niet. Een volgende optreden zal niet lang meer uitblijven. Ondertussen ging de verkleedpartij nog steeds door. Boven in het leslokaal, in de keuken en zelfs aan de overkant bij Magda bevonden zich groepen die nog het één en ander te doen hadden. Men kan wel spreken van een echte gedaanteverwisseling. Zo’n moderne Paul Severs (Veerle Lamberts) had nog niemand gezien. Voor de gelegenheid had hij zelfs twee nieuwe meisjes meegebracht in een bijzondere outfit. (Robuste sportschoenen, witte tennis sportsokken, gebloemde boxershort, opgerolde t-shirt gevuld met appelsienen). De meisjes (Jurgen Verschueren en Gunter Peeters) vonden het zelf te gek, geweldig en gaaf. De punten voor deze groep waren dan ook behoorlijk. Zelfs onze negatieve Fred Becky had een hoge score gegeven, want meisjes met haar tussen hun borsten had hij nog nooit gezien. Doortje (Ann Van de Vondel), Bieke (Maggy De Borger), Pascale (Linda Moons) en Carmen (Kristel De Maeyer), het vrouwelijk schoon van FC de Kampioenen waren er natuurlijk ook om hun nieuwste medley te presenteren. Kristel was in haar nopjes en wist direct wie ze wou imiteren (Alleen is mijn kleedje een beetje uitgerokken). Succes hadden ze wel bij het publiek, niettegenstaande dat twijfelden enkele juryleden wel aan een hormonen-vrij optreden. De enige echte reden waarvoor zij gekomen waren was natuurlijk voor de SPECIAL ACT. Maar daarover straks wat meer commentaar. Er resten ons nog drie optredens. Ze hadden reeds lang moeten wachten in de file. Ik wist niet dat Frank Dingenen (Lieve Vlemincks) dagelijks in Sint Katelijne Waver aan de veiling in de file staat. Enkele toeschouwers konden er over meepraten. De Welriekende Dreefjes (Paula Van Hool en Nicole Huysmans) hadden bijna een auto moeten afbreken om hun act te kunnen uitvoeren. Een deur, een stuur… Het was ook de enige groep die na het optreden met bloemen werd verwend door Willem (Lauwens), een hevige fan van Lieve en ooit Sint-Cecilia koppel geweest op één van onze vorige teerfeesten. Niet de special act, maar een internationale act stond eveneens op het programma. Een aankondiging had clown Josephine niet nodig. Vlot (??) in drie (vier) talen kondigde ze zichzelf aan : ‘Vandaag, enig in deze zaal, nog nooit gebeurt in België, het buitenland dat weet ik niet juist, maar hier in zaal St.-Cecilia voor het eerst de act van de slapende kip. Mesdames et messieurs, aujourd’hui ici dans la salle St.-Cecilia, la grande act de voir la poule fricassé dormant. Damen und Herren, heute sullensie sehen in diese Sahle, für die erste mahle, achter die krieche von Adolf und seine Freunde, die act von die schlafende kippe, achter schlaf sacht mein kindje schlaf sacht. Ladies and Gentlemen, yes, yes today, yes,…(en de opstoker liet het afweten) Het was iets van de greatest Albert Hall en een soort chicken soep.’ We verstonden het toch allemaal. En daar was ze dan, een echte kouterse kip. Alle dagen een eike, een spiegeleike, een pierre-oog, ma ze leit er. Na een paar goocheltrukken, gezwier en gezang was de kip haar bewustzijn verloren en daar lag ze dan. Plots werd het stil in de zaal, de lichten werden gedoofd, sigaretten werden uit gedaan, tafels en stoelen werden verschoven. Alles was klaar voor DE ACT van de avond, de SPECIAL ACT. Vijf heren, Play-boy achtig gekleed in hun beste jeans hadden plaats genomen op het podium. Mille Van Moer, Yves De Wit, Rik Verschueren, Francky-boy en Roland Vanwelden, de CHIPPENDALES van Leest en omstreken, overgoten met welriekende aftershave en stijf van de gel begonnen zich traag, maar zelfzeker te ontdoen van hun jeanskledij en dat op de sensuele muziek. De Championettes zaten natuurlijk op de eerste rij, want deze mannelijke schoonheden moesten van dichtbij eens goed bekenen worden. Hier en daar hadden ze beroep gedaan op bollekes wol, die diende als opvulsel, nochtans hadden sommige van hen dat niet echt nodig. Er werd gefloten, geld gesmeten, zelfs de traiteur met een hele ploeg volgde aandachtig het optreden. Ze waren immers om ter ’t mooist (om ter ’t dikst). Ongeloofelijk en dat in LEEST ?...Spijtig stopte de muziek iets te snel. Yves, de torso had bovendien ook een sprekende kommentaar.Of ze daarin geslaagd zijn is heel wat anders. ‘All we want, is to get the ladies hot, hot, hot, and they think, they even can get Dalida wet’. De vertaling hiervan staat echter niet zo goed op video. Als professionele afscheidnemer is Xavier De Bare nergens meer weg te denken, zelfs niet op onze playback show. Met veelzeggende woorden nam hij formidabel, fantastisch afscheid van een formidabel publiek en ongeloofeljke artiesten. Nu nog de resultaten en de jury was het er over eens dat de groepen met een score boven de 10, volgend jaar kunnen meedoen aan de finale. En je raad het nooit…iedereen had het gehaald. De juryleden spraken vol lof over de verschillende artiesten. Fred Becky altijd even kritisch vond het ECHT SUBLIEM. Simon Lebon wil volgend jaar zeker weer terug komen, Paul De Leeuw kon niet zwijgen en Hans De Booy ziet graag de lichtjes van de Zenne terug. De zondag was een spetterende dag, en zeker voor herhaling vatbaar. Dus denk er maar over na en strek je benen reeds voor ons volgende teerfeest.
Voor de echten is er natuurlijk nog de derde dag. Bowling stond op het programma. Zwaar dat die ballen wogen, en glad dat die vloer was. Zelfs sommigen vonden de zijkanten van de bowlingbanen interessanter dan de kegels achteraan. Als winnaar was onze voorzitter niet te kloppen en Jan De Decker sloot achteraan de rij. Nog eens lekker eten en nog een deuntje spelen in ’t café en de teerfeesten 1993 zater er weer op. Bedankt aan iedereen die heeft meegewerkt en dit jaar minstens zo spetterend als toen. Maggy De Borger.”
De verslaggeefster van dit evenement Maggy De Borger (foto’s onderaan), was secretaris van de K.F. St.-Cecilia van 1993 tot 1994 en van 1994 tot 1996 penningmeester. Zij is de dochter van bestuurslid-muzikant Hubert De Borger en van Nicole Huysmans. Maggy is geboren te Mechelen in 1967. In 1975 werd ze lid van het trommelkorps, later van de drumband en nog later van de fanfare waar ze cornet speelde. In 1993 volgde ze Johan Vandeputte op als secretaris om een jaar later Yves De Wit op te volgen als penningmeester, meteen de eerste vrouwelijke penningmeester van de vereniging. Op 30 september 1996 nam ze ontslag als bestuurslid en ze deed hetzelfde als muzikant in november 2000 waarna ze erelid werd. In februari 2008 vertrok ze met haar gezin naar Australië omwille van beroepsbezigheden. Haar vader Hubert De Borger nam in ‘96 ontslag als bestuurslid en muzikant omdat ook hij veelvuldig in het buitenland vertoefde. Ook hij bleef erelid. (‘Leest in Feest’, Stan Gobien en Antoon Lauwens)
Foto’s: -De winnaar van het super-kaarttornooi van SK Rapid Leest met zijn gezin. -Maggy De Borger met cornet als leerling-muzikante en op latere leeftijd. (Foto’s : Familie Lauwens-Piessens)
1993 – 14 november : Aperitiefoncert K.F. St.-Cecilia In zaal St.-Cecilia vanaf 10.30 uur m.m.v. drie gastsolisten op hoorn : Hers Spencer, André Vandriessche en Louisa Van Dessel. (“T&T” september ’93)
1993 – 17 november : Overlijden van Albert ‘Bert’ Huysmans(Foto’s onderaan) Drie dagen voordien was zijn dochter Julienne overleden. Hij werd 86, zij 50 jaar (PB, 1/12)
Jarenlang publiceerde Albert Huysmans onder het pseudoniem “Anselms Jedrie” cursiefjes in het heimatblad ‘De Band’, geschiedkundige pareltjes die door iedereen werden gewaardeerd. Jacob Jan Albert Huysmans was te Battel geboren op 19 oktober 1907 als zoon van Jan en Victoria ‘Toor’ Coosemans. Hij had nog twee broers : Alfons, die ongehuwd bleef en Constant, onderwijzer in de dorpsschool en gehuwd met Julia De Laet. Albert was gehuwd met Julia Alida De Rooster (°19/7/1912, +20/5/1976) die hem één dochter schonk : Julienne (°Mechelen 25/4/1943, +Duffel 14/11/1993). In 1909 verhuisden zijn ouders naar de Warande en twee jaar later vestigden ze zich in ‘de Toekomst‘ op het Dorpsplein te Leest waar vader Jan een limonadefabriekje opstartte. “... bij bestellingen van suiker aan een Mechelse limonadefabrikantje, was mijn vader daar bevriend geraakt en door deze man kreeg mijn vader raad en inlichtingen en vestigde een winning voor frisdranken onder het kenmerk “In de Proef”, weldra geroemd door de aanbieding van haar vermaarde produkten in originele recipiënten met een magisch sluitmiddel. Het werd een zilveren eigen taak. 90% der ingrediënten was onbezoedeld bornwater. De verbruikersprijs was toen in de herbergen 10 centiem voor zulk een frisdrankje”. Limonade wat toen een nieuwigheid, in de café’s werd enkel bier geschonken. In de hals van de limonadeflesjes zat een ‘marbel’ en door de druk hield de marbel het flesje gesloten. Om te drinken moest men de knikker indrukken, zodat het gas ontsnapte en men de limonade kon uitschenken. De eerste limonade werd gefabriceerd ‘In de Toekomst’ en uitgedragen met paard en kar. Het paard moest telkens via de voordeur door de herberg geleid worden om binnen en buiten te raken. Rond 1930 kocht Nante De Prins de woning aan. Hij betaalde er 27.000 frank voor en verbouwde ze tot beenhouwerij (thans beenhouwerij Cremie). In 1913 kocht en sloopte Jan Huysmans, aan de overzijde van de dorpsplaats, het oude “Knippershof” en bouwde er de herberg met fabriekje “In de Proef”. Gedurende de oorlogsjaren, 1914-1918, moest moeder zelf met de limonade rondrijden omdat vader Huysmans aan het front zat. In 1924 schafte Jan Huysmans zich een wagen aan. De tweede op de gemeente, de eerste was eigendom van “den Blokmaker”. (Piessens) Twee jaar later vroeg en verkreeg Jan Huysmans de toelating van het Schepencollege om “twee elektromotoren van I en van ½ PK te stellen en te benuttigen ter plaetse te Leest, nr.5, in zijn werkhuis aan de woning palende, en dienende tot het veraardigen van limonaden.” De machtiging werd verleend voor dertig jaar.
Na zijn huwelijk in 1943 vestigde Albert zich in de boerderij van zijn schoonouders in de Blaasveldstraat en dagelijks fietste hij naar de zaak van zijn ouders waar hij, samen met zijn broer, tewerkgesteld was. In 1945 is hij met vrouw en dochter bij zijn ouders ingetrokken, tot in 1976, na het overlijden van zijn echtgenote. Toen verhuisde hij met zijn dochter en broer naar zijn woning in de Kouter. Albert “Bert” en Alfons “Fons” Huysmans zetten de zaak van hun vader voort tot in 1972. Alfons (°Mechelen 2/12/1908) overleed te Mechelen op 3 januari 1985. Albert overleed, net zoals zijn dochter, in Duffel.
In een hommage aan Jacob Albert Huysmans (Anselms Jedrie), hierna enkele van zijn onvergetelijke pennenvruchten.
Over de Eerste Wereldoorlog : “1914 : Na enkele schermutselingen in ons gewest, naar het einde augustus toe, verhogen de Duitsers, in de streek bezuiden Mechelen, Kapelle op den Bos en Londerzeel, hun overmatige druk tot een ware veldslag, en werden de Belgische Linietroepen, door die pletrol overrompeld of uitgeschakeld... Meerdere van deze overspoelde jongens bleven alzo van hun regiment gescheiden achter. Dit bracht voor hen en vele families dramatische problemen... Heel de duur der bezetting hing als het ware het zwaard van Damocles dag en nacht over die mensen... Van collaborateurs hadden wellicht de Duitsers achterhaalde lijsten van verdachten, en dezen werden thuis meestal ’s nachts onverwachts omsingeld, en van kelder tot zolder uitgekamd. Zolang het zomer was zochten sommigen ondergedokenen hun heil in de graanvelden... Doch de oorlog ging verder, en bij het naderen van de winter, werden de Duitsers in de Vlaanderen gestuit, en voor de beide tegenstrevers begon het beslechten daar van ’n vierjarigen loopgrachtenstrijd...
In de zomer 1915 vond ons moeder op ’n morgen een onder de deur geschoven open brief van onze vader, waarin zijn foto als convooibegeleider aan het front, en een geheel vol geschreven blad, met aanmoedigingen voor ons allen, en de hoop dat alles weer gauw goed zou zijn... Dat was een ontroerende geruststelling voor ons... Op een avond, wat daarna, werd er op de achterdeur getokt, en daar komt Gust van den Ossenboer (August Jacobs, zoon van Frans en van Maria Anna Van Loock) binnen, ook een ondergedoken strijder, en zegt : “Toorke, ik ben het die u daar laatst die brief van uwen Jan gebracht heb, als ge soms iets wil terugschrijven zal ik dat morgen komen afhalen. Van af en naar het front worden hier en daar brieven en foto’s van vaders en zonen, langs Holland overgesmokkeld, maar zorg dat gij mij nergens vernoemt. Gij hebt geluk, want al maanden weten wij reeds dat mijn broer Louis te Londerzeel is gesneuveld...” (deze sneuvelde op 29/9/1914 bij de eerste schermutselingen) Jaren achter dien oorlog, heeft Gust eens aan moeder verteld, dat hij die open brieven door zijn broer Frans en Frans Boonen, ook uit de Kouter, toegespeeld kreeg, langs een geheime inlichtingendienst, en hij herinnerde lachend haar schrijven naar vader : hoe blij zij was te kunnen melden dat hij een zoontje had bijgekregen : Constant ! En zij ook had gevraagd welke mengeling zij moest bereiden, om zelf limonade te fabriceren ! Bij het lezen van die brieven, zei Gust, wist ik in mijn schuilplaats mij met de frontmannen en hun thuis wat verbonden. Toen wist nog maar één vriend mij levend begraven, grinnikte Gust, mijn zusters en broer vermoedden ’t zelfs niet...Dore van Vleeskens, ’n buur uit onze straat, hovenier op het kasteel Empain te Battel, en onderhoudsman van hun graftombe alhier, die had mij daarvan een deursleutel bezorgd... Op een niet heel duistere avond waag ik mij toch uit den grafkelder, om langs den pastorijtuin, door het achterpoortje het veld te bereiken, en eens naar huis te gaan om wat nieuws... Na genoegzaam uitkijkend stap ik buiten, en zag daarginds, toch mij gezien door pastoor Beuckelaers huishoudster, plots buitengekomen uit de sacristie, die even verschrikt stopt, en dan gejaagd naar de pastorij rent... Twee dagen nadien bereik ik, nu ongehinderd, den pastorijtuin, en eensklaps roept de spiedende wat bange juffrouw van achter een heester mij toe : “Och Gust, zijt gij het Gust ?...” “Ssst...stiller,” vermaan ik..., en ze fluistert : “Kom jongen onze pastoor is niet thuis, kom iets eten en drinken, ocharme.” en de juffrouw vertelde mij haar sacristieavontuur : “Ik was,” zei ze, “in de kerk nog wat bloemen gaan schikken en toen ik buitenkwam, zag ik een man uit dien grafkelder komen, en ik stamelde : “Och God, och God...en herhaalde dit nog binnenshuis, en de pastoor vraagt : “Gij hebt toch zeker geen spook gezien ?” – “Neen, maar daar kwam een man uit de tombe van Empain, echt gezien !” - “Emma ! Houd dat voor u, en zwijg er ook stillekens over tegen anderen ! “ zei de pastoor...Maar ik bedacht, ik wil er meer van weten !” “Alzo, zei Gust, ben ik meermaals daar goed onthaald.” Viktor De Hondt, ook te boek als ondergedoken krijgsgevangene der Duitsers, woonde in het huisje voor de Rennekouter aan de Tisseltbaan. Die man heeft niet te tellen oorlogsdagen en nachten in hun gereinigde aalput doorgebracht... Binnen het kolenhok had hij hun bouwstenen wc afgebroken en vervangen door een te kunnen wegnemen en terug te plaatsen houten model, en de buitenhuistoegang dichtgemetseld... Was er verraad, kwam er vreemd of familiebezoek of voelde hij drang naar zekerheid...Viktor dook erin... Moeder en kinderen wisten dan enkel : “onze vader is aan het front...” Slechts éénmaal heb ik later Viktor eens iets als klacht horen uiten : “Er zijn ook mensen die geen besef hebben wat een opgejaagd dier moet voelen, wanneer het aan klopjachten tracht te ontsnappen...” In den herfst 1918 werden Frans Jacobs en Frans Boonen opgepakt door de Duitsers en verbleven te Mechelen opgesloten, wellicht voor latere deportatie naar Duitse strafkampen, doch zij werden bij den wapenstilstand vrijgelaten... Na nog ’n tijd van deelname aan de bezetting der Duitse Roergebieden, keerden onze Belgische overlevenden naar hun haardstede terug, en stichtten almeteen een oudstrijdersvereniging. Zij zouden hun eerste verbroederingsfeest geven op 11 november 1919... Een jongere broer van Viktor De Hondt, Edward is als groot invalide uit den oorlog gekomen... Na een Duitse stormloop die door onze jongens was afgeslagen, waarbij aan beide zijden honderden doden en verminkten, werd hij gevonden met een onvermijdelijk, tot bij de knie af te zetten been, en nadien helaas, wellicht bij ontbreken van meerwaardiger materiën, primitief verholpen, met een door riempjes vast te hechten elastische overtrek, waarin een stalen holle stang, met gummi omhulsel, om op te staan en mee te gaan... Zo reilde en zeilde Edward : minzaam ongeknakt moedig... Dagen voor het feest kwam Warre, met zijn goed been de fiets trappend, tot bij ons, om met mij en onze Fons, nog leergasten, maar hij reeds als vroeger muzikant, elk op ’n trompet, onder leiding van onze vader, samen de krijgshymne te repeteren... In aanwezigheid van een bijna volle kerk gemeentenaren, begon een dankmis, ter nagedachtenis en als huldebetuiging aan de gesneuvelden... Voor de communiebank, onder de consecratie, stonden, ik links, en onze Fons rechts, van den op zijn wandelstok zich dapper rechtende Warre van Jonkers, en bliezen gedrieën het “Te Velde”...onvergeetlijk.. Vanaf den wapenstilstand was het al begonnen : er raasde ’n volkse vreugderoes in crescendo... Peer de wagenmaker timmerde een danstent ineen, op zijn woonerf, hoek Tisseltbaan –links Koestraat, met gevolg dat de Leestse kermis in de dorpskom plat ging, en bij Peer, hemelhoog... Doch enkele jaren later probeerden de Oudstrijders ten voordele van hun steunfonds, de uitbating van een huurdanstent op de Dorpsplaats en het werd een gouden zaak... -“Nieuwe bezems vagen ’t best”, wist en zei Peer, en hij staakte de strijd... Onze Oudstrijders van toen weerden zich soms ook, als studentikoze vechtjassen... Enkelen opperden eens hardop het plan om bij de komende jaarlijkse ommegang van een toen late Sinksenprocessie, en dan kan het heet zijn ! : dat hun ledengroep, omwille hun aan het front gekregen kaalkop, nu bij mogelijke hitte, het hoofddeksel zouden ophouden...’n hoge raad, bedacht dat zij zulks niet in overweging wenste te nemen, en weerkaatste de bal : dat ieder zoiets zelf in eigen verantwoordelijkheid kon beslissen... Na die stunt was het lidmaatschap wat geslonken... Edward De Hondt verwierf ondertussen het opengekomen ambt van gemeenteontvanger... Toen hij eens, voor die taak, naar het posthuis te Hombeek was geweest, en bij het buitenkomen van den Kouter, moest uitwijken voor een kar, raakte hij met den pedaal van zijn moto een boordsteen aan het smal looppad nevens Meulemans’schuur, en stuikte met het hoofd op de kasseien...en is ervan gestorven. Edward liet een vrouw en zeven kinderen achter... Oktavie was een meisje uit Aarschot, als vluchtelinge in Engeland beland, en hulpverpleegster in een rustoord voor oorlogsverminkten, en ginds met Warre gehuwd, en beiden vestigden zich na den oorlog, eerst in het oude hoeveke van Verbruggen aan de Tiendeschuurstraat... Ik hoor Warre nog zeggen : “-Ons Tavie, is ma vie...” Seders 1919 wordt na de dankmis, een hulde, aan den voorkant der rechterbeuk van de kerk, bij den gedenksteen met de namen der gesneuvelden, jaarlijks herhaald.. Ik verontschuldig mij, indien soms, in samenhang met voorgaande nog meer “Onvergeetlijk”, tijdens en na die oorlog, zou zijn vergeten...” (DB, april 1981)
Notenkrakers(DB, november 1981) “In de huidige Dorpstraat, achter de Sint-Jozefskapel, staat nog hetzelfde hoeveke, al zeker twee eeuwen oud. Dit is het geboortehuis van mijn vader, en tot over vijftig jaar nog de woning van mijn peter Jacob : ‘Jaak van Rosse Mus’, door den volksmond zo aangewezen naar zijn ouders : Anselmus en Roos. Zij droeg de broek, zei men,…en doordoor werd het ‘Rozemus’. Wanneer ik in gezelschap van onze Fons naar mijn Peter, ’n nieuwjaarswens ging voorlezen, eerst onze klompen uit, wat tokken op de deur, en hij begroet ons steeds : ‘Ha, wie we daar hebben, mijne Peter Kobèrtje, en Fonske !’…En telkens na de felicitatie kregen wij van Peter : ik drie sollen van tien, en onze Fons één van tien centiem, en beiden ’n appel. … Winters gingen, lentes gingen, zomers gingen, tot eens op 19 oktober, mijn verjaardag in de zoveelste herfst aan gang was ten jare 1918…Die avond komt mijn Peter op bezoek, en tussen wat gekeuvel, rond de reeds ronkende stoof, weet mijn Peter plots : “Kobèrtje, in de komende lente doet gij uw plechtige communie, en wordt ge bij de grote mensen gerekend, en kunt gij zelf al Peter worden, dus is het binnenkort, naar gebruik, dat ge de laatste keer om uw Nieuwjaar zult komen, doch ik zal die laatste keer wat vergulden : ge moogt donderdag nanoen schoolvrijaf bij Neske van de ‘Lierse Vlaai’, ’n paar winterschoenen laten aanmeten, met sluitende wanden, toe te rijgen door nestels in blinkende koperen haken, daar zitten uw voeten zo warm in als de okkernoten in hun bolsters, zie hier, zoals dit jagerspaar die ik nu aan heb, en geef hem dit briefje, daar staat alles op, en dat ik ze zal betalen, en stap er met Nieuwjaar eens tot bij mij mee…” Ik heb mijn Peter gekust…Ik en onze Fons trokken de volgende donderdag naar Neske in de Blaasveldstraat, ons blokken uit, en binnen zei ik de reden van onze komst en gaf hem Peters briefje…De schoenmaker knielt op den vloer, en ik moet mijn rechtervoet op ’n blad papier zetten, waarop Neske die voet langzaam omschrijft, over den groten teen tot den hiel…- “Wat ’n voet, zegt Neske, met zo’n voet komt ge door dik en dun, en overal, wat zouden wij zijn zonder voeten : geen dans, geen voetbal…Ik zal schoenen voor u maken die niet wringen, daar is al genoeg in de wereld dat wringt; schoenen waarin ge nooit zoiets als lood zult voelen zinken; schoenen met dikke zolen, waar ge alle ambras en zotte zorg kunt aan vegen; schoenen met felle hakken, zodat ze u van ver horen komen, een eerlijk mens mag men horen komen…Vandaag over drie weken mag u ze komen halen…” -“Bedankt Neske…” Wij buiten en onze klompen aan…Thuis vroeg ik aan moeder : “Die Neske, is dat een Lierenaar ?” “Neen”, zei ze, “maar Neskens vader wel, die was hier sjampetter geweest, met loense noten in zijn zang, want die man maakte het de bevolking zo grimmig lastig, om hun naar zijn zin wat te schuin het rechte pad te kruisen…Het regende procesverbalen op de overheidsburelen en klachten uit elke buurt over die man, zonder iets raad, maar met veel onbillijkheid…Dat zou mislopen…’n Zondagnacht zijn ’n viertal huiswaarts kerende jonge mannen van Heffen kermis, zingend aan het Sint-Apolloniakapelletje toegekomen…Eén daarvan gaat daarachter zijn grote behoefte doen…De sjampetter komt plots uit den veldweg vanachter ’n tuinhaag, en vindt hun kabaal al genoeg voor een procesverbaal…maar drie te vurige kereltjes grabbelden hem vast voor ’n harde rammeling…Later werd verteld dat de vierde getracht had zijn juist gebakken vlaai aan de sjampetter zijn snor te smeren, tot deze zou willen zeggen hebben : “ ’t is goeie !” Gebeurd of overdreven, de daders bleven onbekend…De volgende maanden werd de sjampetter dubbel uitdagend bitsig, want kwajongens riepen hem achterna : “Lierse vlaai !” Voor Nieuwjaar werd hij van zijn ambt ontheven, en kreeg ’n andere job in Lier…Doch de zoon Nest, ’n bezadigd man, die zijn schoenmakerij heeft daar niet onder geleden… … In de lente van 1919, deden ik en onze Fons, samen onze plechtige communie, ik was één jaar ouder dan mijn broer, ik had een jaar mogen wachten, op de terugkeer van onze vader uit den oorlog. Beiden droegen wij lichte feestschoenen, want mijn jagersschoenen, die reageerden reeds niet meer op blink, door het ravotten verweerd, in bos en beemd, en het labeur op Leirekensveld…”
Ode aan de aardappel :
“Geen één dieet dat méér volstaat !
Van der Tahlen ging z’uit zijn kelder halen. Perstijns Pelle begon er ’s wijls te schellen. Jan en Mie uit de root gaven d’hunne, van elk ’n beurt zout. Bij Vanoof stonden ze juist op de stoof. Bij den Taar waren ze al half gaar. Bij Flore Trog preutelden ze nog. Bij Heinke Patheet waren ze bijkans gereed. Bij den slager Nant roken z’of tot aangebrand. Bij den Pastoor lagen z’al in zijn teljoor. Bij den Vit bakten ze temsen frit. Bij den Batee mokten ze puree. Bij Busschot waren ’t er voor hutsepot. Bij den Brat stoomden ze pelpatat. Bij ons, dagen aaneen, geen gezien onder den oorlog van veertien.
Refrein : ‘Da zijn patatten, eh, Pataat !’”
Foto’s : -Links de woning in 1933 alwaar achteraan de eerste limonade werd gefabriceerd. Voordien was hier de herberg ‘In de Toekomst’ gevestigd. Later zou Ferdinand ‘Nante’ De Prins er zijn beenhouwerij vestigen. -Diverse etiketten van het limonadefabriekje van de familie Huysmans. (Bezit familie Spruyt-Huysmans) -Victoria ‘Toor’ Coosemans met haar drie kinderen, Albert, Alfons en Constant, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vader Jan was aan ’t front en baby Constant zou pas op zijn derde levensjaar zijn papa voor het eerst zien. -Centraal achteraan café “In de Proef” van de familie Huysmans. Foto dateert van begin jaren zestig. -Albert, vaak aanwezig in deze Kronieken onder de naam Jacob Albert Huysmans of onder zijn pseudoniem Anselms Jedrie, in de herfst van zijn leven. (Foto : familie Spruyt-Huysmans)
1993 – 14 oktober : Overlijden van kleermaker-kruidenier Marcel Leemans (Foto onderaan) Die dag overleed in het A.Z.Sint-Jozef te Mechelen Marcel Leemans, kleermaker en kruidenier op het dorpsplein. Marcel was te Hombeek geboren op 6 april 1921 en gehuwd met Yvonne Smets. In 1957 waren Marcel en Yvonne gestart met hun ‘Centra’ winkel tegenover de kerk, een bloeiende zaak die ze in 1982 zouden overlaten aan Willy en Julia De Nies-Lauwers. (Zie ook in deze Kronieken : begin augustus 1982 : ‘Zelfbediening Leemans…’)
1993 – Vrijdag 15 oktober : Landelijke Gilde – Srpeekbeurt door Louis De Lentdecker(Foto onderaan) Iedereen was welkom op de spreekbeurt van journalist-schrijver en televisiefiguur Louis De Lentdecker. Hij handelde over ‘Zware jongens-lichte meisjes’. (PB, 6/10) Louis De lentdecker (°Dendermonde 22/4/1924, +Brussel 10/10/1999) was een Vlaams journalist, berucht vanwege zijn scherpe pen en kritische houding. Hij schreef ook een aantal boeken waaronder ‘Zware jongens, lichte meisjes’ uit 1962 over de georganiseerde misdaad en de prostitutie. Via zijn radio- en televisieoptredens, waar men hem vaak controversiële uitspraken hoorde doen, werd hij één van de bekendste journalisten in Vlaanderen.
1993 – 17 oktober : Logeerhuis Willecom in Omni-sporthal Leest De omni-sporthal van Leest was het decor voor een receptie en toespraken ter gelegenheid van het iets meer dan 1 jaar geleden in gebruik genomen logeerhuis Willecom in de Galgestraat te Mechelen: een tijdelijk tehuis voor gehandicapte kinderen. (GvM, 18/10)
1993 – Donderdag 21 oktober : Gewestelijke activiteit KVLV ‘Ouders met zorgenkinderen’ In het ‘Klooster’ om 19.30 uur. (PB, 13/10)
1993 – 24 oktober : Provinciaal Concerttornooi (“T&T” juni ’93)
1993 – Woensdag 3 november :Met Davidsfonds naar Europalia “30 eeuwen kunst in Mexico” om 18 uur. (PB, 27/10)
1993 – Donderdag 4 november :KVLV-Jongeren Om 19.30 uur in het Klooster : “Luisteren naar kinderen”, door Greta De Rycke. (PB, 27/10)
1993 – Dinsdag 9 november : Brand in groentenbedrijf “Leest.- Dinsdagochtend om half vijf is brand ontstaan in het groentenbedrijf van Henri Verbeeck aan de Juniorslaan 38. Daar worden groenten gedroogd en tot soepgroenten verwerkt. Het vuur ontstond in een industriële loods waarin droogmachines staan. Na een explosie werd een oven met brander totaal vernield. Er is ook veel rookschade. Het verlies beloopt verscheidene miljoenen. De Mechelse brandweer was spoedig ter plaatse en trok de persluchtmaskers aan om de vlammen te bestrijden. Na een half uur was men de brand meester. Op het ogenblik dat alarm werd geslagen, lag de eigenaar te bed. Hij werd gewekt. In zijn haast viel hij van de trap en liep daarbij een beenkwetsuur op. Hij werd naar het Sint-Jozefziekenhuis overgebracht.” (GvM,10/11)
1993 – Donderdag 11 november :Herdenking Wapenstilstand 1914-1918.
Programma : 09.15 uur : Bijeenkomst in lokaal St Cecilia. 09.40 uur : Vormen van de stoet. 09.50 uur : Optocht naar de kerk. 10.00 uur : Plechtige Mis voor de overleden makkers. 10.45 uur : Bloemenhulde aan het Monument. Na de plechtigheid optocht naar het lokaal met de Kon.Fanfare St.-Cecilia Leest, waar een consumatie werd aangeboden. 13.00 uur : Feestmaal bestaande uit : tomatensoep – videke – kalfsgebraad met seizoensgroenten – roomijs met slagroom. Alle deelnemers werd verzocht een geschenk mee te brengen voor de tombola. (Uitnodiging ondertekend door voorzitter E. Van Beersel en feestbestuurder A. Walschaers)
1993 – Donderdag 11 november : Inlichtingsavond ‘Gebedsdienst’. Om 20 uur in het ‘Klooster’. “Worden zeer wenselijk verwacht : alle lectoren van de misvieringen; de parochiale ploeg; de mensen die zich in de toekomst willen bekommeren om liturgische gebedsdiensten (bij noodzakelijke vervanging van een misviering). Graag ook iemand vanuit elke parochiale vereniging, om toekomstige ‘kerkelijke’ vieringen, zo nodig, te helpen begeleiden.” (PB, 3/11)
1993 – Zaterdag 13 en zondag 14 november : Optredens “Rust Roest” (Foto onderaan) Telkens om 20 uur brachten de Leestse amateurs het volks blijspel : “De droom van zotte Rik” van J. Christiaens.
Personages Va Louis Tersago, een gehandicapte bejaarde Marcel Verwerft Jan, zijn zoon, bode op het stadhuis Jan Devos Anna, diens bazige vrouw Imelda Van der Hasselt Hugo, hun zoon, werkman op ‘de petrol’ Christof Mahieu Paula, hun dochter, bandwerkster op ‘den Bell’ Cindy De Maeyer Erik, hun zoon, student ‘Germaanse’ Rudi De Neve Linda, dochter van Francine (dochter van va Louis) Christel Vinck Maria, verloofde van Hugo, verkoopster in ‘den bazaar’ An Thomas Andrè, vriend van Paula ‘Fondé de pouvoir’ Agence Marit. Marc Windelen Tante Amelie, oudste dochter van va Louis Renild Polfliet Nonkel Prosper, haar man, loodgieter Eric Vandenwyngaert Mariette, cafébazin van de ‘Blue Moon’ Martine Degraeve Rik Bonami,een duiker,geestelijke opvolger van zotte Rik Rudi De Neve Fred, klant van de ‘Blue Moon’ Raf Scheers Josée, een dienster Ria Verschooten Sois Paggardo, de pooier –vriend van Josée Paul Peeters Mevroud de directrice, bestuurster van ouderlingengest. Nancy Verelst Politieagent Paul Peeters Mopske, hondje van Rik Bonami Gizno
Achter de schermen Receptie Palmire, Francoise, Marleen, Julia, Germaine, Staf en Jan Teksthulp Frauke Vandenwyngaert en Vanessa Walschaerts Grime en kapsels Nancy en Tanja Vluymans Kostuums Werkgroep Geluidsband Benny Van Humbeeck Bouw rekwisieten Geert Selleslagh Decorbouw Dominiek, Christel, Eric, Guido, Frauke olv Fik Diddens Decorschildering Tony Baarendse Belichting en techniek Fik Diddens Algemene leiding Guido Hellemans. (‘Rust Roest Ontmaskerd’, G.Hellemans)
Foto’s : -Marcel Leemans -De Landelijke Gilde haalde Louis De Lentdecker naar Leest. -Eric Vandenwyngaert, Renild Polfliet, Paul Peeters, Geert Selleslagh, Martine Degraeve,An Thomas, Raf Scheers, Marcel Verwerft, Imelda Van der Hasselt, Marc Windelen, Jan Devos, Rudi De Neve, Cindy De Maeyer, Nancy Verelst, Christel Vinck en Ria Verschooten.