1938 – 6 januari : De Zuster Annonciaden namen hun intrek in Leest.
De zusters Annunciaden van Huldenberg namen te Leest hun intrek in het nieuwe klooster naast de meisjesschool op 6 januari 1938.
De Zusters Annonciaden
In 1787 stichtte pastoor De Clerck de ‘Schoole van Bermhertigheyt’ te Veltem. Hij was een charismatisch man, die aangegrepen door de armoede van de bevolking, iets wilde doen voor de onwetende kinderen en de zieken van de parochie. Tijdens een eucharistieviering op Drievuldigheidszondag zou hem ingegeven zijn dat hij drie kloosters moest bouwen. Voor de eerste vier juffrouwen schreef de pastoor eigenhandig een regel, een manuscript dat nog altijd in Veltem bewaard wordt. Deze eerste zusters waren nog niet als religieuzen erkend. Pastoor De Clerck zal pas in 1816 kloosters stichten in Reninge (zijn geboortedorp) en in 1824 in Buken. Door een decreet van kardinaal Sterckx, aartsbisschop van Mechelen, werden de ‘Vrome dochters van de scholen van Bermhertigheyt’ in 1833 erkend als zusters Annonciaden of Annunciaden.
Die orde was niet onbekend in ons land. Het is een contemplatieve orde die in 1502 in Frankrijk gesticht was door Jeanne de Valois, de oudste dochter van Lodewijk XI. Voor de Franse Revolutie telde deze orde meer dan 50 kloosters in Frankrijk, Vlaanderen en Duitsland. Momenteel bestaat van de orde nog het monasterium ‘Magnificat’ te Westmalle. Uit de lokale statuten van pastoor De Clerck en de Regel van de Orde kwam een nieuw type van religieuzen tot stand : de Apostolische Annonciaden of Annunciaden met een zeer oprechte spiritualiteit.
‘De eigenheid van onze regels is het zich eigen maken van Maria’s denken, zeggen en doen zoals in het Evangelie beschreven staat. Dit houdt de streefnorm in, in Maria getransformeerd te worden. Wie een zuster Annonciade ziet, zou Maria moeten zien’, vertelde zuster Reinhilde, overste van het moederhuis te Veltem in 1983 (13 april) aan een journalist van Gazet van Antwerpen ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van de zusters Annonciaden.
De Annonciaden te Leest
Sinds september 1932 waren reeds de zusters Gonzaga (°Ravels 13/1/1893) en Wivina van het klooster te Hombeek, werkzaam te Leest in de kleuterklassen die ze toen hadden opgestart. Er was toen nog onvoldoende geld voor de bouw van een klooster. De meisjesschool telde toen 3 leken-onderwijzeressen. In 1933 werd er een leerkracht ziek in de bestaande lagere meisjesschool en toen die ontslag nam, kwam er een zuster in haar plaats : zuster Alberica, (°Bierbeek 4/11/1893) die eveneens te Hombeek verbleef. Tot in 1938 zou deze lieve zuster samen met de twee kleuterleidsters elke dag te voet de afstand Hombeek-Leest en terug afleggen. Met veel geduld zou zij de kinderen jarenlang de eerste beginselen van de lees-, schrijf- en rekenkunst bijbrengen.
In 1937 werd een aanvang genomen met de bouw van hun Klooster,dat ze in 1938 zouden betrekken. Rond Pasen 1937, toen een andere leerkracht van de lagere meisjesschool op pensioen ging, werd die vervangen door een tweede zuster, Virginie (°Merksem 8/12/1895), die nog een tijdje met de andere zusters te Hombeek zou verblijven en schoolbestuurster werd.
In september 1937 werd zuster Wilfrieda aangesteld tot overste van het klooster te Leest. Van 1941 tot 1943 was zuster Emeria kleuterleidster. Ze werd vervangen door zuster Annunciata (°Antwerpen 3/12/1911).
Op 6 januari 1938 , ruim 5 jaar nadat de eerste zusters hun bewaarschool openden, was het nieuw gebouwde klooster bewoonbaar en werd het door 5 zusters betrokken.
Later, in 1944, werd er een 6de zuster als hulp aan de groep toegevoegd : zuster Tarsilia.
In november 1953 kwam zuster Annuntiata te Leest in dienst. Bij de jongens en meisjes van mijn generatie werd ze de “dikke zuster” genoemd. Ze stond in het eerste kleuterklasje en was naar mijn herinnering zeer streng. Nog veel strenger was de “lange, smalle zuster”, zuster Gonzaga van de volgende klas.
In 1962 vierde zuster Annuntiata haar zilveren kloosterjubileum : “Een gebeurtenis die voor eenieder voorbij is gegaan en in alle intimiteit plaats had, is het Zilver Kloosterjubilee van eerwaarde Zuster Annunciata. Omwille van het privé-karakter dezer viering door de kommuniteit, is het ons onmogelijk hierover een omstandig verslag te geven. Evenwel willen wij toch de aandacht vestigen van onze lezers dat de gevierde reeds een twintigtal jaren onverdroten haar beste krachten ten dienste heeft gesteld van het vrij onderwijs, en inzonderheid van de kleinsten onzer schoolgaande jeugd van de gemeente Leest. Wij bieden eerbiedig onze welgemeende gelukwensen aan Zuster Annunciata en drukken de vurige hoop uit haar nog vele jaren in onze gmeente te mogen begroeten. (DB,1962)
In september 1959, n.a.v. het ontslag van zuster Virginie, kwam zuster Michelina (Leonie ‘Nieke’ Verstappen, °Geel 06/10/1900, + Geel 13/02/1982) naar Leest.
“…onverwachts is zuster Nieke van ons heengegaan. Geheel in haar stijl. Stilletjes en onopgemerkt bewoog zij in ons midden. Onopgemerkt is zij heengegaan, in haar slaap ontslapen. ’t Was zeker de eerste keer dat ze iedereen hier deed opkijken. Thuis had zij het al geleerd, dat het leven een weg naar God is. Haar thuis was als zovele andere in de ‘vrome Kempen’. Hebben de meesten van ons die niet gekend ? Een kroostrijk gezin, stille en rustige mensen eenvoudig maar tevreden met elkaar, één aan de arbeid en één in het gebed. Want zo lang en zwaar kon de arbeidsdag niet zijn of in de avond, voor het slapengaan werd alles en iedereen stil. Dan werd er gebeden. Dan werd het huis een heiligdom. Wij hoeven de ogen maar dicht te doen en nog zien wij het beeld van vader en moeder zoals zij thuis baden, nog horen wij de biddende stemmen gaan door de huiskamer, nog zien wij het kaarslicht flikkeren in de halve duisternis en nog zien wij van alle kanten de heiligen vanuit hun vergulde lijst op ons neerkijken en meebidden. … Geen wonder dat in zulke gezinnen de kinderen opgroeiden tot diepgelovige mensen en dat vele priester- en kloosterroepingen er hun voedingsbodem vonden. Twee priesters en drie religieuzen, zoals bij zuster Nieke thuis, dat is toch een ongewone weelde. …” (Zusters Annunciata en Adelwina in DB van maart 1982 nav het overlijden van hun Medezuster).
Onder het beleid van zuster Michelina werd, in samenwerking met de gemeente, de schoolbus Ingelegd. Gevolg : een grotere bloei voor de school. (DB,1973)
Bij het “herstructureringsplan” der zusters Annunciaden, werd die school en het klooster in 1973 overgenomen door de parochie.
De drie laatste zusters : Michelina, Annunciata en Adelwina verlieten Leest om hun splinternieuw rusthuis in Hadschot (Geel) te vervoegen. (LG,blz.159)
Op 12 juni 2003 overleed zuster Adelwina (geboren te Geel op 7 december 1918 als Rosa Mols), in haar slaap, op 85-jarige leeftijd. Ze had er 55 jaar kloosterleven opzitten. Te Leest was ze door generaties kleuters en lagere-schoolmeisjes beter gekend als de zuster van de keuken. Ze was een harde werkster : wassen, plassen, schrobben, schuren, koken en de tuin, ze deed het allemaal zelf. Jarenlang. Reeds vroeg weeskind werd ze opgenomen in het kindertehuis bij de zusters Anunciaden in Geel en bleef er tot haar 21ste jaar. Daarna ging ze werken, het waren de oorlogsjaren, op de boerderij en in de kinderkribbe bij de gasthuiszusters. Eerst op haar 27ste jaar trad ze binnen in het klooster van Huldenberg. Te Leest zou ze 21 jaar lang verblijven. (Kerk en Leven, 16/7/2003)
Foto’s : -Oude postkaart van het kloostergebouw van de Annonciaden te Huldenberg. -Zuster Gonzaga. -Zuster Alberica. -Zuster Anunciata. -Zuster Michelina. -Gedachtenisprentje van zuster Michelina (Leonie Verstappen). -Zuster Adelwina. Zij stond in voor de keuken, de tuin en het wassen en plassen…
1936 – Maandag 21 december : Hombekenaar schoot bruinvis neer in de Zenne te Leest.
Zeldzame vangst te Hombeek – Een bruinvisch van 1,54 m.
“Maandag werd door de jachtwachter Lodewijk Meulemans een zeldzame vangst gedaan. De jachtwachter had het geluk in de waters der Senne een bruinvisch, of in den volksmond een ‘zeevarken’ te schieten van ongewone grootte en gewicht. De bruinvisch meet niet minder dan 1,54 meter, en weegt het respectabel gewicht van 52 kg. Het beest werd opgemerkt nabij de brug te Hombeek, half boven water zwemmend, en nu en dan een straal water loozende. Een tweehonderd vijftig meter ver, werd de bruinvisch opgemerkt tot Lod. Meulemans op ’t grondgebied van Leest met een drietal rake scheuten het beest gedood kreeg en aan kant kon brengen.”(KH en GvM, 24/12/1936) (Zie foto onderaan)
1937 – Het Reizend Volkstheater bezocht Leest.
Dit gezelschap had een tent neergepoot op het dorpsplein en bracht “Genoveva van Brabant”. Julia en Rik Lauwens herinneren zich die tent voor hun huis nog goed. Zijzelf waren te jong om de voorstelling bij te wonen. (Zie foto onderaan)
1937 – 26 januari : Openbare verkoop van bomen.
“De Ontvanger der Domeinen te Mechelen, Gerechtshof, zal op 26 januari ten 2 ure, ter herberg ‘In het Sas’, bij Jozef Jacobs, sluismeester te Battel, overgaan tot de openbare verkooping bij opbod van 95 olmen, 13 canadaboomen, 3 acasias en één esch, wassende op de dijken der Vrouwenvliet, oude Dyle en beneden-Zenne, op het grondgebied der gemeenten Mechelen, Heffen, LEEST, Hombeek en Waelhem. De boomen zijn verdeeld in acht loten. De te koopstelling geschiedt eerst in massa en daarna per lot. Contante betaling of binnen de 10 dagen der goedkeuring. Onkosten 17%. Weghaling binnen de maand…” (GvM, 22/1/1937)
1937 – 24 maart – GvM : Rechtbank van Mechelen – Slagen.
“Een persoon van Leest, V. J.-B., stond onder beschuldiging van ten eerste, slagen en verwondingen te hebben toegebracht aan J. Fr. met gevolg onbekwaamheid tot werken, en tweedens van den heer burgemeester der gemeente, in het uitoefenen van zijn ambt te hebben geslagen en zijne kleederen gescheurd ;
al feiten welke beschuldigde worden aangerekend met :
1.-3 maand gevang, 350 fr. boete of 15 dagen gevang.
2.-15 dagen gevang en 70 fr. boete of nog 2 dagen.
3.-te betalen aan J. Fr. de som van 750 fr. en aan den burgemeester de som van 125 fr.”
1937 – 8 juni : Soldaat stal fiets te Leest.
De Krijgsraad van Antwerpen veroordeelde soldaat Marcel C. uit Puurs tot 1 maand gevang wegens verschillende diefstallen. Eén ervan was die van een fiets op 8 juni 1937 te Leest. (GvM, 23/7/1937)
1937 – 23 juni – Advertentie GvM : Plaats van hoofdonderwijzeres vacant.
“LEEST.- Plaats van hoofdonderwijzeres (gebeurlijk van onderwijzeres) te begeven. Wettelijke voorwaarden en vereischten. Wettelijke wedde. Aanvragen per aangeteekenden brief, moeten ten laatste op 10 juli 1937 toekomen bij den Burgemeester.”
Schoolhoofd Mathilde Hellemans had op 1 april dat jaar ontslag genomen. (Meer over M. Hellemans in deze Kronieken : 3/3/1904)
1937 – 1 juli – GvM : Examenuitslagen Vrije Katholieke Normaalschool voor onderwijzers te Mechelen.
Uitslag van de eindexamens voor het schooljaar 1936-37. Met onderscheiding vonden we op de 24ste plaats de naam van een Leestenaar terug : Robijns Alb.
1937 – 29 november : Gouden bruiloft Van Aeken-Van der Taelen.
“…de tweede viering betreft het gezin Van Aeken-Van der Taelen, wonende alhier in de Dijkstraat. De jubilaris is te Leest geboren en wel op 9 december 1868, evenzoo zijn echtgenoote Maria Victoria komt uit het naburige Leest, zij is van 28 maart 1863. Zij stapten den huwelijksweg in op 24 november 1887 en waren welhaast in gezelschap van drie kinderen. Vader Van Aeken was werkman in het Arsenaal, als smid, en geniet thans een welverdiende rust, zijnde drager der eereteekens van 2de en 1e klas, als belooning van trouwen dienst.” (Gvm, 28/11/1937)
1937 – 9 december – Advertentie GvM : Vacature onderwijzer.
“GEMEENTE LEEST.- De plaats van gemeente-onderwijzer, belast met het onderwijs in de vierde-graad klas is te begeven. Buiten de gewone wettelijke voorwaarden en vereischten moeten de kandidaten een diploma van vierden graad of van technisch leeraar in algemeene vakken bezitten. Wettelijke wedde. De aanvragen, per aangeteekend schrijven, moeten ten laatste op 25 december 1937 bij den Burgemeester toekomen.”
Foto’s :
-De Hombeekse jachtwachter Lodewijk Meulemans bij het kadaver van de neergeschoten bruinvis.
-Het Reizend Volkstheater bezocht Leest. Op de foto zijn volgende mensen geïdentificeerd of bijna toch : Frans Vloebergh (°1927), Georges Van Roey (°1925), Raymond of Frans Selleslagh (°1930), Jozef De Wit (°1926), Theofiel “Fille” De Prins (°1926), Desiré Coosemans (°1926), Victor Van Hoof (°1926), Vital Emmeregs (°1927), Antoon “Tony” Teughels (°1927), Lodewijk Verbruggen (°1927) vooraan met witte trui, is omgekomen door de V1 bom die te Leest gevallen is), Jan “van den Ossenboer” Jacobs (de wittekop op de foto). (Met dank aan Hugo Lauwens)
1936 – Vrijdag 26 juni : Landbouwer met paard en hooikar te water.
“In de Tiebroeckvaart, die tusschen Battel en Zennegat gegraven is, gebeurde even voorbij het stort vrijdagavond rond 6 ure, een ongeluk, dat nog een gelukkig verloop had. De landbouwer Prosper Busschot, 60 jaar oud, wonende te Leest, was hooi gaan binnenhalen uit de Tiebroeckerbeemden. De landbouwer reed langs den vaartdijk, die met versche grond en stort wordt opgehoogd, en die op den duur wel een zekere stevigheid krijgt maar die door het water van de vaart onderspoeld is. Toen de landbouwer een stukje opzij wilde gaan, zakte de kar plotseling weg en kwam in de vaart terecht. De landbouwer geraakte onder het paard, dat wild te keer ging, maar dat zoodoende ook gelegenheid gaf aan den landbouwer zich er onder uit te werken. Hij geraakte terug op vasten grond, en ontsnapte zoo aan een gewissen dood. Het paard is evenwel verdronken.” (GvM, 27/6/1936)
1936 – 30 en 31 juli – GvM : Examenuitslagen Provinciale Middelbare Landbouwhuishoudschool.
Deurne. Slaagden in het examen na het 2de studiejaar : met grote onderscheiding : – D’Hondt Melanie uit Leest. Met onderscheiding : Lamberts Leontine. De leerlingen van het 1ste studiejaar – met onderscheiding : -De Laet Louisa uit Leest.
1936 – Maandag 7 december : Jaarlijksche vermaarde Kalkoenen- en Wildschieting Uit Leest.
“Ter gelegenheid der kermis zal op maandag 7 december e.k., den groote kampstrijd, ontworpen door de Wipmaatschappij ‘Vrij Schutters’, doorgaan ten lokale van Petrus Van den Eede. Er zijn te winnen 8 prachtige kalkoenen, verdeeld als volgt : Hoogvogel, 1 kalkoen en 50 fr.; Zijvogels, elk 1 kalkoen; Kallen, elk 30 fr.; 4 kalkoenen in de latten (gekende vogels), enz.
Een kalkoen voor het meeste volk –minstens 10 man – van een vreemde gemeente. Gerekend op 50 schutters. Inleg 16 fr.; terug 10 fr. Inschrijving van 4 tot 5 ure; einde ten 9 ure. Indien er meer dan 90 schutters zijn, wordt er op twee wippen geschoten. Autobussen uit Mechelen, ten 4.50 u.; terug aan het lokaal ten 9 ure.” (GvM, 19/11/1936)
En in de krant van 22 november 1936 : “Ter gelegenheid van de kermis : jaarlijksche vermaarde kalkoenen en wildschieting op maandag 7 december. 8 prachtige kalkoenen, 15 dikke konijnen en 2 vette kiekens. … Het bestuur is niet verantwoordelijk voor de ongevallen. Waagspelen zijn in de zaal verboden.”
1936 – 22 en 29 november : Gala Vertoning Rust Roest.
Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van deze Leestse toneelvereniging werd er een Gala Vertoning georganiseerd die doorging in zaal “De Rooselaar” bij Theodoor Teughels. Prijzen 5 en 4 fr. Op het programma : -“De Bokskampioen”, een klucht in 3 bedrijven van Otto Schwartz en Carl Machem. -“Huwelijksreis van Neel en Net”, een “satiriek blijspel” in 1 bedrijf van J. Ballings.
1936 – 17 december : Alfons Scheltiens benoemd tot klokluider.
Fons Scheltiens werd benoemd tot klokluider, torenuurwerkverzorger en reiniger van het kerkhof in vervanging van de overleden Jan B. Selleslagh. Zijn specifieke taak : “tweemaal daags op de gewone gebruikelijke uren de klok te luiden (hiervoor ontving hij 450 fr per jaar), het torenuurwerk op te winden telkens dit nodig was, (ook hier kreeg hij 450 fr voor) en tenminste 4 x per jaar het onkruid van de gemeentelijke begraafplaats te verwijderen en er dan ook telkens de wegen te reinigen. (voor dit laatste ontving hij 100 fr)
“Fons van den Duits” (°24/8/1904, +2/7/1951) was gehuwd met Roos Beullens (°Kapelle-op-den-Bos 5/6/1910, +Hoeilaart 13/9/2003), een dochter van Jef Beullens, de pachter van het Hof ten Broecke. Alfons en Roos kregen één dochter : Maria Scheltiens (°Leest 29/7/1939, +Leuven 17/1/2004, die huwde met Luc Demaerschalk uit Hoeilaart die haar drie kinderen schonk : Eric, Carine en Chris)
Het echtpaar Scheltiens-Beullens baatte een tijdlang de herberg “Bellevue” uit (de latere “Sportvriend”) op de Dorpsplaats en een schoenwinkel in de Mechelse Adegemstraat. Na de dood van haar echtgenoot hertrouwde Roos met Maurice Dubois en vestigde zich bij haar dochter Maria boven café Thunderball in Hoeilaart. Dat was toen de supporterscafé van Anderlecht-speler Hugo Broos.
Foto’s :
-Gala vertoning “Rust Roest”.
-De familie Scheltiens aan de ploeg. Toen de paarden opgeëist waren tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de zonen voor de ploeg gespannen. Achter de ploeg vader Scheltiens, bijgenaamd ‘den Duits’. Voor de ploeg zijn vier zonen : Cyriel, Fons, Jan en Piet. Jan zou na de oorlog foren en café’s aflopen en demonstraties geven van zijn kracht onder de naam ‘Waldemar de ijzerbreker’. Vader Scheltiens had nog twee dochters : Emma en Maria. (Foto : "LG")
1936 – Zondag 21 en maandag 22 juni : Gouden Priesterjubileum pastoor Beuckelaers
“Te Leest. Op zondag en maandag 21 en 22 juni e.k. zullen er in genoemde gemeente groote jubelfeesten doorgaan, ontworpen tot viering van het gouden priester-jubileum en het zilveren jubileum van Z.E.H. Beuckelaers, pastoor te Leest.
Op zondag 21 juni e.k. ten 2 ure hebben we alzoo een grooten prachtigen feeststoet, bestaande uit tal van folkloristische, historische en godsdienstige taferelen en groepen.
Op maandag 22 dezer, zullen de feestelijkheden onder meer voortgezet worden met een zeer aangename en afwisselende Vlaamse kermis, op de koer en in de lokalen der Zustersschool. Zonder uit de biecht te klappen meenen we wel te mogen aanstippen, dat gansch Leest als om strijd ijvert om genoemd, dubbel jubileum, zoo heerlijk mogelijk te maken en schitterend te doen gelukken. Op tijd en stond daarover nog wel wat.
Z.E.H. Beuckelaers Is geboren te Antwerpen op 5 mei 1861, trad in het Groot Seminarie den 28 september 1882 en werd tot priester gewijd den 19 juni 1886 en tot leeraar benoemd in Sint Bonifacus gesticht te Elsene op 16 augustus van hetzelfde jaar. Op 6 maart 1911 kwam hij als pastoor naar Leest, waar hij alras de genegenheid en ’t vertrouwen van eenieder had gewonnen en nog geniet door een waar liefdevol priesterhart voor iedereen. Feit waarvan de boven voorspelde jubelviering de beste getuigenis zal afleggen."
Dubbel jubileum van den Z.E.H. Beuckelaers te Leest
“De Zeer Eerwaarde Heer Jozef Maria Beuckelaers werd geboren te Antwerpen op 5 mei 1861 ; studeerde in de sinjorenstad bij EE. PP.Jesuieten, te Carlsborg bij de Broeders van de Christelijke scholen en te Mechelen in het Klein en Groot Seminarie; werd hij priester gewijd op 19/6/1886. Door Z. Em. Kardinaal Goossens werd de jeugdige leviet tot professor benoemd op 16 augustus 1886, in het Sint Bonifaciusgesticht te Elsene, om reeds zeven jaar later tot pastoor te worden aangesteld in een nieuw te stichten parochie van den H. Rozenkrans te Ukkel-Langeveld. Door zijn ijvervolle toewijding deed hij zich hier opmerken en werd op 11/3/1911 tot pastoor benoemd te Leest. In deze parochie ontplooide hij zijn volle gaven en bekommerde zich vooral om den luister en den pracht van het huis Gods en om een bloeiend godsdienstig leven.
Van 1915 tot 1919 herstelde hij de schade aan kerk en pastorij toegebracht door den oorlog ; in 1917 begiftigde hij de kerk met een prachtigen kruisweg ; in 1924-1925 liet hij door den heer Steyvaert, van Schaarbeek, 22 heel mooie kerkramen plaatsen en in 1925 werd de parochie heerlijk geschilderd ; in ditzelfde jaar kwam, door toedoen van Z.E.H. Beuckelaers, de elektrische verlichting in de parochie, ter gelegenheid van de tienjaarlijksche H. Missie ; in 1926 werd het orgel vergroot en gansch vernieuwd. Onder zijn pastoorschap beleefde Leest drie prachtig geslaagde H. Missies : in 1915, gepredikt door de EE. Paters Minderbroeders Didakus en Jozef ; in 1925 door de EE. Paters Redemptoristen Geerbaert en Ickx en in 1935 door de Paters derzelfde Orde, Van de Steen en De Clercq. Onder zijn leiding bloeiden in de parochie congregaties, communiebond en Eucharistische Kruistocht en steeg het jaarlijks H. Communiën van 10 tot 36.000.
Leest zal a.s. zondag 21 juni zijn voorbeeldigen herder luisterrijk vieren : ten 2 ure trekt een stoet met prachtige kostumeering door de straten van de parochie. ’s Maandag wordt ten 10 ure een plechtige dankmis opgedragen door den jubilaris en rond 4 ure wordt een kapel gewijd door de parochianen gebouwd ter ere van Ste Apollonia, ter gelegenheid van het zilveren pastoorsjubileum en het gouden priesterfeest van hun herder. De plannen van deze zeer mooie kapel werden opgemaakt door den heer architect Schaerlaekens.
Feestprogramma
Ter gelegenheid van het gouden priesterjubileum en het vijf en twintigjarig pastoorschap van Z.E.H. Beuckelaers te Leest, zijn onder meer de volgende feestelijkheden ontworpen. Op zondag 21 juni 1933, ten 2 ure, groote en prachtige feeststoet, bestaande uit folkloristische, historische en godsdienstige groepen. Op maandag 22 dezer voortzetting der feestelijkheden en groote Vlaamse kermis op de koer en in de lokalen der Zusterschool. Wie van aangenaam vermaak en luimig plezier houdt, bezoekt beslist dien dag de Vlaamsche kermis, waar het aangenaam zal toegaan.”
De krant van 23 juni : Z.E.H. Beuckelaers, Pastoor te Leest
“Onder en bij een Congoleesche hitte, heeft het naburige Leest zondag ll. op een ware sympathieke en aangename wijze het gouden priesterjubileum van zijn waardigen herder herdacht en gefeest. Gansch de gemeente, zoo de dorpskom tot de verst afgelopen uithoeken waren bevlagd met feestfestoen en heil- en jubelwenschen behangen. Tot de hagen en kanten der veldwegen waren met vlagskens getooid ter eere van Pastoor Beuckelaers, die dien dag niet alleen het groote weldoende geluk mocht smaken van vijftig jaar in den dienst des Heeren te staan, maar ook in zich het gevoel mocht dragen van in geweten en met zijn beste kunnen een kwaart eeuws gewerkt te hebben aan het geestelijk en stoffelijk heil van al zijne brave Leestenaars, zonder onderscheid. Dat hadden ook zijne parochianen blijkbaar ingezien en volkomen begrepen, daarvan getuigde de eensgezinde samenwerking zondag ll. luid sprekend. Op 15 maart 1911 hadden zij hun nieuwen herder, Pastoor Beuckelaers, met open armen en algemene vreugde ontvangen ; op 21 juni 1936, feesten zij hem met een dankbaar liefdevol gevoel van erkentelijkheid. Dat dachten we zondag ll. allen te Leest te bespeuren.
De Feeststoet
Zeker was er ijverig, dag voor dag, gewerkt om den praalstoet, ontworpen tot viering en huldiging van den Z.E.H. Beuckelaers, heerlijk te maken en flink te doen gelukken, en men was daar ook volkomen in geslaagd, maar om nu uren lang in de brandende zon te staan of te defileeren zoals zondagnamiddag het geval was, daar moet men een taaien wil en een flink uithoudingsvermogen voor hebben. En toch was het zoo ! Om 2 ure werd de feeststoet op de Biest, tegen Kapellen o.d. Bosch, ineengezet. Langs alle wegen doken de zoo talrijke als flink verzorgde groepen op, zoo ook de prachtige praalwagens, de kranige ruiters, enz. Eens allemaal present werd de optocht naar de kom der gemeente aangevat. De twee muziekmaatschappijen der gemeente zorgden voor de aangename noot, terwijl de onvermoeibare mannen van ‘Op Sinjoor’ niet uitgezongen geraakten van : ‘Vrienden, hier in ’t ronden, Wij hebben den Opsinjoor ! Wij hebben hem gevonden, En brengen hem hier voor’. Maar nu zijn we reeds van een groep aan ’t praten en we hebben nog niet eens gezegd dat er een zestigtal in den praalstoet voorkwamen, zooals de Ark van Noë, de verschillende naties, stil of landelijk leven, de onvermijdelijke Bohemers, enz., enz. Dat de stoet niet al te vlug vooruittrok laat zich begrijpen, het was toch zoo warm en dorstig. De optocht werd gesloten door den feesteling, vergezeld door Z.E.H. De Vits, onderpastoor, burgemeester De Laet, den gemeenteraad en het inrichtingskomiteit in open rijtuigen. Om 5.30 ure kwam hij in het dorp aan, waar zich eene samengepakte menigte verdrong. Maandag Was zondag het feesten meer uiterlijk, maandag was het ingetogen en in christen zin opgevat. Om 10 ure werd er in de prachtige Sint Niklaaskerk, eene plechtige dank- en jubelmis opgedragen door den jubilaris, bijgewoond door talrijke geestelijken en parochianen. Des namiddags had de wijding plaats der herstelde kapel van het Molenveld, welke door de tijden heen door de Leestenaars is bezocht en gekend. De groote Vlaamsche kermis, ingericht in de lokalen en op de koer der ruime Zuistersschool sloot de viering van den Z.E.H. Beuckelaers. Aan den achtbaren titularis onze hartelijkste wenschen.” (GvA)
Foto’s :
-Enkele sfeerfoto’s van de stoet.
-“Opsinjoor, wie hem raakt, raakt ons.”
-Links voorman Jaak De Croes naast Jaak Voet (in de wagen) en “Soï van Pachter”.
“Op zondag 9 februari groote wipschieting bij Frans Huybrechts, zaal ‘De Vlaamsche Leeuw’ in het dorp. Deze schieting is ontworpen door de maatschappij ‘Ons Vermaak’. Vooruit : 750 fr. Hooge 100 fr. ; zijde elk 50 fr.; kallen elk 30 fr.; 10 groene 20 fr., 10 primus 15 fr.; en laatste afgeschoten vogel 10 fr.; de voorlaatste 5 fr. meer.”
1936 – Zondag 16 februari : Voetbal te Leest.
“Leest.- Morgen, zondag, ontvangen onze jongens hier de sterke ploeg uit den Antwerpschen Groenenhoek, die thans aan het hoofd der afdeeling staat, en die bevoorrechte plaats ook niet graag zal ruimen; feit dat niet wegneemt dat onze jongens zich duchtig zullen inspannen om de punten te Leest te houden, iets wat wij hen ook toewenschen. Aanvang te 2.30 ure.”
1936 – 16 februari : Overlijden van zuster Stefanie Hellemans, zuster Maria Lutgardina.
Stephania Maria Josepha Arnolda Hellemans werd te Leest geboren op 22 juli 1899. In 1918 hielp ze als lid van het ‘comiteit’ soep bedelen aan schoolkinderen en vluchtelingen (zie foto). Die laatste oorlogsdagen van de Eerste Wereldoorlog werd aan de bevolking voedsel uitgedeeld : bloem, rijst, vlees en spek uit Amerika ‘Wilsonspek’ genoemd.
Als bijna 21-jarige wees trad ze in bij de Zusters van liefde van Jezus en Maria van Gent en werd zuster Maria Lutgardina. Te Gent legde ze zowel haar plechtige gelofte af (1921) als haar eeuwige belofte (1925). Daarna verbleef ze in het klooster te Velm (Limburg), waar ze in het ‘Pensionnat Notre Dame du Rosaire’ toezicht hield en naaldwerk onderwees (borduren) in de beroepsschool. Omwille van ziekte verbleef ze een tijd in het sanatorium van de congregatie in Antwerpen. Ze stierf er op 16 februari 1936 en ligt begraven te Deurne. (‘De Sint-Niklaasparochie te Leest’, W.Hellemans, ‘LG’) (Foto’s onderaan)
1936 – Zondag 23 februari : Voetbal te Leest.
“Heer Selleslag stelde zondag ll. de clubs ‘Zwarte Leeuw’ Leest en ‘Sport en Vermaak’ van Hombeek, in ’t gelid. Aan de 7e min. bekomt Leest een penalty, welke vrijwillig wordt nevens gegeven. Daarna zijn de Leeuwen aan den aanval en met een prachtschot doelt De Prins : 1-0. Leest valt immer verwoed aan, en aan de 16e minuut doelt linksbuiten De Prins : 2-0. Daarna is het de beurt aan ‘Sport en Vermaak’ en onze verdediging heeft de handen vol, vooral de backen onderscheiden zich. Leest verplaatst het spel langs Van Camp, deze speelt den bal naar De Prins : deze ijlt langs de lijn weg en geeft over aan Van Camp, die met een schuin schot den doelwachter voor de derde maal verschalkt. Nog komt een vierde doel. Daarop rust. De tweede helft is in het voordeel der mannen van ’t Heike Hombeek, welke langs hun middenvoor doelen : 4-1. Leest blijkt vermoeid en ingedrukt, en het wordt 4-2. Onze mannen hervatten zich toch nog en gelukken er in nog driemaal te doelen, waarop het einde komt met 7-2.” (GvM) (Zie foto’s onderaan)
1936 – Zondag 8 maart : Wipschieting bij Petrus Van den Eede.
“Op zondag 8 maart wordt er door de liggende wipmaatschappij ‘Vrijschutters’ ten lokale van Petrus Van den Eede een groote schieting gehouden van 750 fr., verdeeld als volgt : Hoogvogel 80 fr.; zijvogels elk 40 fr. ; kallen elke 20 fr. ; twee hoekvogels elk 25 fr.; 8 groen vogels elk 20 fr.; 20 premiën van elk 15 fr.; één laatste vogel 10 fr.; één voorlaatste vogel 5 fr. meer. Er wordt een premie van 25 fr. toegekend voor ’t meeste volk, of groep van minstens 8 man, uit een vreemde gemeente. Inleg : 16 fr.; terug : 10 fr. Begin ten 2.30 ure; einde rond 7 ure, na voltrokken ronde. Boven de 50 schutters één vogel van 10 fr. meer, onder de 50 schutters, één vogel van 15 fr. minder. (GvM)
1936 – 7 april – GvM : Plechtige inhuldiging van E.H. Cleeren, pastoor in Sinte Catharina parochie (Boschstraat) Boom.
“Een helder zonneweder begunstigde de bevolking der Ste Catharinaparochie, ter gelegenheid der inhaling van hun nieuwen herder. De gansche parochie was feestelijk bevlagd en versierd. Ten 2.30 ure werd E.H. Cleeren aan de Kortestraat ontvangen door de bevolking. Namens de kerkfabriek verwelkomde heer Fr. Bal den nieuwe harder waarop deze hartelijk dankte. Een prachtige stoet bracht E. Heer Cleeren, gezeten in een prachtig gespan en omringd door Z.E.H. deken Kermans, van Boom, E.H. de Beuckelaer, pastoor van Leest en E.H. Gijsen, prof. der Kath. Normaalschool van Mechelen, naar de kerk. De stoet was iets eenigs voor de Sinte Catharinaparochie. Voorafgegaan door tebaansche trompetters en de muziekafdeeling der veloclub ‘Nooit Vermoeid’ volgen de B.J.B., op flinke rossen gezeten. Vooral werd opgemerkt het triomfkoor. Calmthout, waar E.H. Cleeren vroeger onderpastoor is geweest, was door zijne Vlaamsche Meisjes vertegenwoordigd. Leest leverde een overtalrijk contingent deelnemers, vooral was de V.B.T.B. talrijk aanwezig. Enkele wagens, om hunne originaliteit fel gewaardeerd, brachten een folkloristisch cachet aan het geheel. De Boschstraat zelve, met de K.A.J., de H. Hartbonden, de K.A.V.,de Eendracht F.C. en andere parochiale kringen waren talrijk opgekomen. De katholieke fanfare ‘Iever en Volharding’ zorgde voor de vroolijke muziek. Eveneens waren de Katholieke Turnvrienden met een afvaardiging aanwezig. Op gansch den doortocht stond een overgroote menigte geschaard. Aan de pastorij werd de stoet door den E.H. Pastoor, de geestelijkheid en de kerkfabriek in oogenschouw genomen. De sleutels der kerk werden den nieuwen herder overhandigd door mej. De Groof, na voordracht van een gelegenheidsdicht. De E.H. Marsy, onderpastoor verwelkomt E.H. Cleeren namens de parochianen der Boschstraat en belooft hem in aller naam hunne medewerking.
De E.H. Cleeren, ontroerd, dankt voor de hem gebrachte hulde. De kerk van Ste Catharina was veel te klein om het toegestroomde volk te bevatten. Honderden en honderden konden onmogelijk binnen en in de kerk stond het volk als opeen gepakt. Na den zang ‘Veni Creator’ werd de plechtige aanstelling gedaan door Z.E.H. Deken Kermans, die na de godsdienstige plechtigheden den kansel betreedt. Z.E.H. Deken wijst op het werk geleverd door den E.H. Hellemans, door ziekte vertrokken, en huldigt dezen voorbeeldigen herder voor het ontzaglijk werk door hem geleverd. Hij verwelkomt den nieuwen herder E.H. Cleeren en wenscht hem geluk met zijne benoeming. Een feestzitting had daarna plaats in de zaal ‘Volkswelzijn’. De Z.E.H. Deken opent de reeks der spreekbeurten en wenscht E.H. Cleeren veel geluk en voorspoed in zijn nieuwe parochie. De E.H. De Beuckelaer, pastoor te Leest, betreurt het heengaan uit Leest van zijn goeden onderpastoor en wijst op het vruchtbare apostolaat van E.H. Cleeren. De heer Aimé De Roeck, namens de kerkfabriek, belooft den steun van gansch de parochie. Heer Plateau, uit Kalmpthout, in naam der Kampthoutenaars, brengt hulde aan den nieuwen pastoor, vooral namens den Chr. Werkliedenbond en der Vlaamsche Meisjes ‘De Heidebietjes’, wijst de parochianen van Ste Catharina op de groote kracht van E.H. Cleeren en op het geluk dat hun komt te beurt te vallen. Talrijke sprekers namen hier nog het woord, en de gezellige vergadering werd besloten door een dankwoord van den nieuwe Pastoor. De ‘Gazet’ biedt hare beste wenschen aan den nieuwen herder bij al degenen die hem zondag gebracht werden en roep hem toe : ‘Ad multos annos’.”
1936 – 20 april : Alfred DE VITS werd onderpastoor te Leest.
Hij was te Gooik, in het Pajottenland, geboren op 21 mei 1908 en werd op 26/5/1934 priester gewijd te Mechelen. Dag op dag één maand later volgde zijn benoeming tot onderpastoor te Essene (bij Asse) en een kleine twee jaar later werd hij dat te Leest. Alfred De Vits was de stichter en eerste proost van de B.J.B. (1939). In 1941 schreef deken Leys dat de onderpastoor wegens zijn spraakgebrek gezag miste.
Na zes jaar apostolaatswerk in Leest werd hij op 29 mei 1942 aalmoezenier van het “Adolf Stappaertsgasthuis” op het Kiel in Antwerpen. Hij bleef het dertig jaar tot bij zijn overlijden op 8 november 1972. (“De Sint-Niklaasparochie in Leest”, W. Hellemans en “DB”, nr.8 van 1956)
In “De Band” nr. 8 van 1956 schreef hij vanuit het Stappaertsgasthuis in Antwerpen : “…Mijn herinneringen aan Leest ? U kunt begrijpen dat ik op zes jaar tijds te Leest veel meegemaakt heb, wat mij daarvan het best bijgebleven is, is misschien het volgende. Tijdens de mobilisatie in de winter van 1939-40 waren er natuurlijk ook verscheidene jonge Leestenaars gemobiliseerd. ’t Was voor de jongens een harde tijd : eindeloze verveling…hangen tussen hoop en vrees, moedeloosheid. Om die jongens een hart onder de riem te steken, heb ik al de gemobiliseerde Leestenaren maandelijks een gezamelijke brief geschreven, dat was ook een “band” tussen de parochie en de piot. Het feit dat er in de parochie aan hen gedacht werd, heeft de jongens zonder twijfel veel goed gedaan. Daarvan vond ik het bewijs in de vele en ontroerende brieven die ik teruggekregen heb. Als proost van de Boerinnenbond heb ik mijn steentje bijgedragen (figuurlijk gesproken natuurlijk) tot het oprichten van het kapelleke van de Boerinnenbond op de Juniorslaan in 1938. De Boerenjeugdbond werd ook opgericht tijdens mijn verblijf te Leest met als leider meester C. Huysmans.
Een woordje over mijn huidig werkterrein. Ik ben aalmoezenier van het Stappaertsgasthuis te Antwerpen, een gasthuis uitsluitend voor besmettelijke zieken waarvan het grootste deel longlijders zijn. Er is hier veel lichamelijke miserie, maar toch is de geestelijke en morele nood nog groter. Morele opbeuring brengen en geestelijke hulp bieden is hier dus mijn taak. Soms behaal ik troostrijke resultaten, soms ook toch jammerlijke mislukkingen. Tussen die massa onverschilligen en andersdenkenden zal het bovennatuurlijk effect wel doordringen, met de hulp van Gods genade. Oprechte groeten in Christo, A. De Vits.”
Foto’s : -Soepbedeling in oorlogstijd. Van links naar rechts : Stefanie Hellemans, de zussen Philomena en Maria Verbeeck.(Foto familie Hellemans) -Stefanie Hellemans als zuster Maria Lutgardina. -De mannen van ‘Zwarte Leeuw’. Een der sterke ploegen der Klas B. (GvM) -Frans Geerts uit de Scheerstraat, rond 1937, in een uitrusting van "Zwarte Leeuw" ?
Tijdens de oorlogsjaren en na de bevrijding moest terug aan de opbloei van Het Boerenfront gewerkt worden. Voor het eerst verscheen ook het wekelijkse verenigingsblad “HB”. Juist in deze moeilijke periode kon beroep worden gedaan op Henri Van den Heuvel, die als jongste zoon uit het landbouwersgezin Van den Heuvel-Verdickt hard labeur kende en op 20-jarige leeftijd als bestuurslid de plaatselijke Boerenfrontafdeling mee opbouwde.
In 1947 werd het vaandel van Leest ingehuldigd. Clementine Geerts opende als vaandrig op een machtige hengst de stoet. Ze werd geëscorteerd door haar broers Jan Geerts, Frans Geerts en Pol Schaerlaeckens die Brabantse paarden bereden. De moeder van de kinderen Geerts was weduwe en hertrouwd met voorzitter Victor Schaerlaeckens uit de Blaaveldstraat.
Nauwelijks twee jaar later telde het Boerenfront al 94 leden. Naast het harde werk op het veld en op de boerderij was er bij de Boerenfronters ook nog tijd voor leute en plezier. In ’49 werd op een “biertap” en bal voor 5.333 frank en 25 centiemen opgedronken en kon er in ’55 nog gefeest en geteerd worden aan de prijs van 30 frank per deelnemer. In juli ’56 werd te Heist-op-den-Berg het 20-jarig bestaan gevierd. De bestuursploeg bestond toen uit voorzitter Victor Schaerlaeckens, schatbewaarder Constant Daelemans en bestuursleden Jan Maes, Jozef Van Kerckhoven, Constant Gobien, Jan De Smedt, Henri Van den Heuvel en Constant Busschot. Er werden jaarlijks bals georganiseerd. Zo stonden in ’69 ‘de Spoetniks’ in voor de muzikale omlijsting en was er een gelegenheidsoptreden van ‘Miss Zenne’. Ook teerfeesten kwamen elk jaar aan bod.
Victor Schaerlaeckens werd als voorzitter opgevolgd door Jan Maes die, na zijn overlijden in 1958, werd opgevolgd door zijn zoon Emiel Maes. Frans Van Den Broeck kreeg een plaatsje als ere-voorzitter. In die periode werd er in de Leestse afdeling hard gewerkt. Er werden spreekbeurten georganiseerd met Ludo Sels die kwam praten over ziekten onder de gewassen, er stonden ook uitstappen op het programma naar Hoei en Luxemburg. Het aantal leden begon te verminderen samen met het verdwijnen van de landbouwbedrijven. In ’72 werden nog 56 leden geteld, in ‘82 nog 40.
Op vrijdag 12 juli 1974 overleed in zijn 42ste levensjaar voorzitter Emiel Maes, dit tengevolge van een ongeval met zijn landbouwtractor. Hij werd opgevolgd door Henri Van den Heuvel die op zijn 21ste zijn intrede had gedaan in de Leestse afdeling van het Boerenfront en ook medestichter was. In 1982 werd Henri voor zijn 45-jarige inzet als bestuurslid gevierd tijdens een breugheliaans feest met ruim 200 gasten. De feestrede werd uitgesproken door de Willebroekse journalist en schrijver Karel De Decker : “Henri Van den Heuvel is een leider met inhoud en met allure. Hij is een mens van goeden wil. Hij is, en hier wil ik met de woorden van algemeen voorzitter Louis Van Kerkhoven besluiten, altijd een man van de daad geweest die liever de hand aan de ploeg sloeg dan tafelspringer te zijn. Hij heeft samen met de vele boeren die ons zijn voorgegaan en die wij op 1 november herdenken, de spitse ploeg van Het Boerenfront altijd door de meest rechte voren gedreven... Henri Van den Heuvel is een man van adel. Hij is een man van boerenadel...”
Henri, ook ‘Heinke’ of ‘Speleman’ genoemd, was muzikant van de Kon. Fanfare St.-Cecilia en vanaf 1959 gemeenteraadslid. In ’65 werd hij te Leest schepen van openbare werken, een functie die hij zou blijven uitoefenen tot de fusie met Mechelen. Henri Van den Heuvel kon moeilijk tegen ruzie en tweedracht. Als er wat heibel was, greep hij op een zachte manier in zodat alles binnen de kortste keren terug in orde kwam. Toen Constant Van Alsenoy, ook muzikant, in Leest kwam wonen, werden ze direct goede vrienden. Na de repetitie van de Leestse fanfare, en die duurde toen tot omstreeks halftwaalf, konden ze nog uren babbelen over het werk op het veld en over de manier waarop de rechten van de landbouwers en hoveniers beter konden gevrijwaard of verdedigd worden. Het was dan ook geen toeval dat Henri na zijn dood in 1987 werd opgevolgd door Constant Van Alsenoy.
In 2007 werd Jan Smets voorzitter van het Boerenfront Leest en datzelfde jaar vond, tijdens het teerfeest, de viering plaats van enkele gedreven Boerenfronters : Frederik De Rooster was 65 jaar lid, Emiel Van Praet 60 jaar, Jan Spoelders 55 jaar en Frans Geerts 50 jaar. Secretaris in 2007 was Francis De Prins, penningmeester Albert Van Alsenoy en Frans Van den Heuvel bestuurslid. Deze laatste werd in 2010 opgevolgd door zijn broer Eddy.
In januari 2011 werd het 75-jarig bestaan van het Boerenfront gevierd met een groot feest in zaal Sint-Cecilia te Leest. Er waren 94 mensen. ”Het was een fantastisch feest,” vertelde Albert Van Alsenoy aan GvM, ”Na een uitgebreide maaltijd hebben we de dansvloer ingepalmd. Sommige landbouwers zitten bij de fanfare en hebben oude klassiekers gespeeld, zoals ‘Ach was ik maar bij moeder thuis gebleven’ maar die tekst hebben we niet letterlijk genomen. Het feest was zo plezant dat we pas zondag om 10 uur naar huis zijn gegaan…”
Naar aanleiding van dit 75-jarig bestaan verscheen dat jaar ‘Geschiedenis Boerenfront –Leest en omstreken’ een mooi fotoboek van fotoservice Pixum samengesteld door Eddy en Marina Van den Heuvel–Van Bosstraeten.
Bronnen : -Wikipedia. -‘Leest in Feest’, Stan Gobien. -‘Leest Geweest’, blz. 183. -Periodiek van Milac Leest ‘De Band’ diverse artikels jaren 1969, 1982-83-85. -‘Geschiedenis Boerenfront, Leest en omstreken’, Eddy en Marina Van den Heuvel-Van Bosstraeten. -Het Laatste Nieuws, 28/10/1982, 30/10/1982 en 9/11/82. -Het Nieuwsblad van 18/11/1982. -Gazet van Mechelen 8/10/1986. -Gazet van Antwerpen 31/1/2011.
Foto’s : -Clementine Geerts opende in 1947 als vaandrig op een machtige hengst de stoet. -Jong Boerenfront Leest in 1951. -Henri Van den Heuvel. -Constant Van Alsenoy. -Frederik De Rooster gevierd met zijn 65-jarig lidmaatschap. -Viering leden tijdens teerfeest in 2007. Boven van l. naar r. : Francis De Prins, Jan Spoelders, Albert Van Alsenoy, Jan Smets en Frans Van den Heuvel. Onder : Frans Geerts en echtgenote,Emiel Van Praet en echtgenote,
Volgens Wikipedia is het Boerenfront een Belgische belangenvereniging voor boeren die sinds de jaren negentig van vorige eeuw deel uitmaakt van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) met Mechelen als hoofdzetel. Het Boerenfront was een van de eerste Vlaamse syndicale landbouworganisatie en vond haar oorsprong in de aardappelstaking van de zomer van 1936 in de omgeving van Heist-op-den-Berg en Mechelen. Het Boerenfront werd feitelijk opgericht op 31 juli 1937 als coöperatieve vennootschap. Louis Van Kerkhoven, landbouwerszoon en landbouwlesgever, werd datzelfde jaar verkozen als eerste voorzitter. Hij zou de bezieler van de beweging blijven tot aan zijn dood in 1983.
Secretaris in de beginperiode was de Vlaams-nationalist Piet Meuwissen. Eind jaren 30 vonden opnieuw enkele melk- en aardappelstakingen (1938 en 1939) plaats en werden de militanten succesvol gemobiliseerd voor een betoging op 25 juni 1939 te Brussel waaraan zo'n 15 à 20.000 landbouwers deelnamen. De banden met het Vlaams-nationalistische gedachtegoed werden omstreeks deze periode versterkt door enerzijds de slechte situatie waarin de Belgische landbouw verkeerde en anderzijds de groeiende rancunes ten overstaan van de Belgische Boerenbond.
De Tweede Wereldoorlog betekende een scharnierpunt in het bestaan van de organisatie, tal van leidende figuren hadden immers gecollaboreerd met de Duitse bezetter (o.a. Piet Meeuwissen die aan het hoofd stond van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie tijdens de bezetting) en de organisatie kende dan ook een massaal ledenverlies na afloop van de oorlog. Hierdoor moest ze zich noodgedwongen toeleggen op de uitbouw van het eigen sociaal verzekeringsfonds Multipen en verdwenen de directe syndicale acties naar de achtergrond.
Anno 1962 telde het BF nog zo'n 6000 à 7500 leden, een fractie van het vooroorlogse aantal. Hoewel de organisatie afstand nam van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie (NVLC) na WOII, bleven de banden met het Vlaams-nationalisme duidelijk bestaan. Zo lag het BF en haar leden mee aan de basis van de oprichting van de Volksunie (VU). In de jaren 60 werd het BF actief in de drietandacties, toen echter duidelijk werd dat deze acties zouden uitmonden in de oprichting van een nieuwe landbouworganisatie trok het BF zich terug.
Na het overlijden van voorzitter Van Kerckhoven op 10 april 1983 werd hij opgevolgd door de landbouwer Jos Mertens. In ’86 kondigde deze laatste tijdens een persbijeenkomst in het administratieve centrum van het Boerenfront aan de Van Benedenlaan 32 te Mechelen een academische zitting aan die zou plaatsvinden in het gemeentehuis van Heist-op-den-Berg op 18 oktober. Dit, om een halve eeuw actief verenigingsleven in de verf te zetten. Het Boerenfront telde toen zo’n 75 afdelingen maar een precies ledencijfer wou of kon de voorzitter tijdens de persbijeenkomst niet meedelen. Het ledental werd tussen de 10 en de 20.000 gesitueerd en vertoonde een dalende trend. Een reden voor deze evolutie werd gezocht in het inkrimpende boerenbestand. “Nochtans heeft het Boerenfront als ‘niet Boerenbondgerichte organisatie’ gewettigde hoop nog een lang leven beschoren te zijn als verdediger van het kleinere, overwegend familiale boerenbedrijf. De rol van het ‘Boerenfront’ is zeker nog niet uitgespeeld en in de loop van de voorbije vijftig jaar werden hier en daar de accenten verlegd om passend en blijvend te kunnen inspelen op de nieuwe noden die zich bij de aangesloten leden hebben gesteld.”
In de jaren 90 werden gesprekken aangeknoopt die leidden tot een (formele) fusie met het Algemeen Boerensyndicaat (ABS). Officieel bleef het Boerenfront bestaan en behield ze haar eigen werking.
Geschiedenis Boerenfront Leest
Het begon allemaal in Heist o/d Berg. De acties van de opstandige boeren werden geleid door Frans Bruyndonckx en Wies Boogemans. Zij waren de pioniers van de harde strijd voor het bestaan van de boeren, in de crisisjaren voor de oorlog. Machteloos van woede wierpen ze de riek in het veld, omdat ze wisten dat de ‘vroege patatten’ ongelooflijk laag betaald werden. In juli 1936, in volle crisistijd, ontvingen de boeren slechts 5 à 6 frank/100 kg voor ‘vroege patatten’. Er werd voor de boeren 30 fr geëist én verkregen. Dit verhaal verspreidde zich zoals een lopend vuurtje van boerenhof tot boerenhof en bereikte zo ook de velden van Leest.
Diezelfde zomer rooiden Prosper BUSSCHOT en z’n knecht Constant aardappelen. Na enkele uren rooien stelden ze vast dat ze voor nog géén 20 fr aardappelen boven de grond hadden gegooid. De knecht plantte zijn riek in de grond en riep : ‘WIJ GAAN STAKE, lijk die van Heist !’ Verbolgen zochten ze contact met hun buren-collega’s en na onderling overleg namen ze hun riek op de schouder en togen naar Blaasveld om daar het laden van de aardapelen in het station te beletten.
Die mannen van het eerste uur, allen Leestse boeren, Prosper Busschot, Stanne Gobien, Louis Nuytkens, Frans Huyghe, Victor Schaerlaeckens, bijgenaamd ‘den Dockx’, Corneel Verbeeck, Jan Maes en Henri Van den Heuvel zouden de plaatselijke Boerenfrontafdeling vorm geven en hetzelfde jaar werd bij Pierreke Van den Eede in café ‘Boerenhandel’ de afdeling Leest van het Boerenfront opgericht. Voorzitter werd Victor Schaerlaekens, ondervoorzitter werd Remy Bradt. Ze werden omringd door de bestuursleden Antoon Polspoel, Constant Daelemans, Stanne Gobien, Louis Nuytkens en Henri Van den Heuvel.
Hun eerste leider en algemeen voorzitter Louis Van Kerckhoven kwam in die tijd tal van vergaderingen geven in Leest. Met de eerste grote boerenbetoging in ’36 te Heist-op-den-Berg was ook de Leestse afdeling present. In juni ’39 organiseerde Het Boerenfront een algemene protestbetoging tegen de te lage prijzen in de landbouwsector. Een manifestatie die door ruim 30.000 boeren werd bijgewoond, waaronder een grote delegatie uit Leest.
Vervolgt.
Foto’s : -Café ‘Boerenhandel’ van Pierreke Van den Eede op de Juniorslaan waar de afdeling Leest van het Boerenfront werd opgericht. Foto dateert van de jaren ’50. -Prosper Busschot. -Corneel Verbeeck. -Victor Schaerlaeckens. -Jan Maes. -Emiel Maes.
Dat jaar hield Mariette De Prins een uiteenzetting over “tafelgerief en tafeldekken” en werden er drie vormingsavonden “Klaar voor het Leven” georganiseerd. De derde avond met dokter Lindemans over sexualiteit kende de grootste opkomst.
Josephine De Prins uit de Juniorslaan ging huwen en werd gevierd op haar laatste vergadering.
In de gemengde meivergadering was Leon Bernaerts uitgenodigd. Hij vertelde aan de hand van 250 dia’s over zijn opleiding en zijn werk in Kongo.
Het gemengde kerstfeest begon met een mooie jeugdmis opgedragen door de Proost. Na de misviering werden de tafels opzij gezet, schraven aangebracht, wit papier, eetgerij en de kelners van het Volksbelang brachten de smakelijke kiekens met frieten binnen. En of er gesmuld werd. Even een schaduw op dit vredelievende feest toen er nog enkele niet-ingeschrevenen kwamen opdagen en er niet genoeg kippen waren. Na wat over en weer gepraat om toch maar reden te verstaan kwam de kerststemming terug boven en werd er nog duchtig gevierd met spel, zang en dans.
1971.
Op 6 maart vond het “Oud-Leden feest van de B.J.B. K.L.J.” plaats. Het werd geopend met een voetbalwedstrijd op het besneeuwde veld van Telstar tussen de oud-leden en de huidige generatie. De sportieve match werd in goede banen geleid door scheids Robert De Rooster en eindigde op 2-1. Daarna trokken de 150 gasten naar de parochiezaal waar ze werden verwelkomd door pastoor Lornoy en onderpastoor Van Dessel. De traiteur van het Volksbelang had voor de maaltijd gezorgd en nadien werden de schraven opzij geschoven en nog eens duchtig gedanst met het aangepast orkest van Mandus uit Battel.
Dat jaar werd Frieda Diddens, die met Willy Slachmuylders in het huwelijksbootje stapte, uitgewuifd. “Frieda heeft voor de KLJ meisjes zeer veel gedaan, zij zorgde voor nieuwe aangepaste versieringen, zij was altijd bereid om te werken en de vrolijke noot in de KLJ te brengen. Zij, evenals haar verloofde, miste nooit één enkele vergadering. Haar afscheids-vergadering beleefde zij dan ook met een tikje spijt omdat die schone jeugdjaren voortaan definitief achter de rug zijn. Met een mooi geschenk als blijvende herinnering en met een hartelijk woord nam zij afscheid van al haar vriendinnen en bijzonder van haar leidster Maria. Zaterdag 5 juni droeg E.H. Van Dessel de huwelijksmis op van Willy en Frieda en zegende hun huwelijk in. Na de mis stonden de leden hen aan de kerk af te wachten en werd er een gelegenheidsbrief afgelezen door Willy Bernaerts. Omringd door de leden en de beide vlaggen werden er foto’s genomen. De jongens schonken hen een mooie houten schotel en de meisjes gaven hen een mooie blauwe Lieve Vrouw. Naar trouwe gewoonte werden er na de mis heel wat smakelijke biefsteaken binnen gespeeld op de gezondheid van het jonge paar.”(“DB”)
In de algemene en gemengde ledenvergadering stond nog een afscheid centraal. Ditmaal dat van Yvonne Huyghe en van Willy Slagmuylders. Het toeval wilde dat dezelfde Yvonne en dit samen met Paula Beullens winnares werd van de Lourdes-reis. Bij de jongens waren dat Jules Selleslagh en Emiel Van der Hasselt.
1972.
Het bal van de KLJ op 6 februari kende een geweldige bijval en met de opbrengst van deze dansavond konden de vier jaarlijkse Lourdesreizen betaald worden, twee voor de meisjes, evenveel voor de jongens.
In juni werd afscheid genomen van Mia Slagmuylders die haar laatste vergadering bijwoonde : “twee thermometers hingen aan de wand. Alle meisjes kregen bij het binnenkomen een letter M of een letter F. Ook de thermometers hadden bovenaan de “M” of de “F”. De M-kens kampten gans de avond tegen de F-kens en zo kon men na elke overwinning het kwik in de kolom hoger kleuren. Die M en die F hadden zeker iets te maken met Mia en Francois. Natuurlijk werd er gesmuld, geschenken afgegeven en een toespraakje gehouden. Voor de eerste keer had de jongen de moed om bij het afscheid van zijn verloofde eveneens een wijle aanwezig te zijn. Dat vonden ze allen zeer sympathiek. Intussen is dit koppel al getrouwd en wonen zij op de hoeve in de Kapellebaan. Of Coiske nu nog veel koersen zal winnen zoals in zijn jonge furie-tijd moet men afwachten. Wij wensen hen beiden een heerlijke levenskoers.”
Op 26 augustus bezochten 52 jongens en meisjes het Boudewijnpark in Brugge. Verder ging het naar Zeebrugge, het Zwin in Knokke om via Sluis Philippine te bereiken waar ze genoten van de overheerlijke mosselen. De reis eindigde in baancafé “Castel” te Breendonk waar nog veel plezier gemaakt werd.
Op de laatste bijeenkomst van november gaf leidster Maria Bernaerts een praktische les over geschenken en hadden de meisjes een fijne bijeenkomst voorbereid onder het motto ”Wie zingt het best ?”. Vijf à zes kandidaten van de KLJ-meisjes boden zich aan en de presentatrice Maria De Prins of kortweg voor de gelegenheid “Mieke” geheten, heeft deze zangavond met humor en afwisseling geleid. Alle deelnemers ontvingen een prijs, want uiteindelijk was het belangrijkste al zingend hun talent ten beste geven en leute en pret op de vergadering te brengen.
Op het kerstfeest van 22 december traden twee van die zangkandidaten met veel succes op : Anita Peeters zong “Adio” en Marleen Gobien bracht “Tonio”.
1973.
Dat jaar stelden Maria Daelemans en haar Tisseltse vriendin, beiden kinderverzorgsters, al hun kennis en handigheid ten dienste van de KLJ-meisjes tijdens een leerrijke les over het wassen en verzorgen van kleine baby’s. Zij hadden van hun school een hele berg aanschouwelijk materiaal meegebracht en van enkele firma’s stalen van diverse producten. Tijdens deze vergadering werden de Lourdesreizen gewonnen door de juffrouwen De Beck en Lefever. Bij de jongens waren Marc Lamberts en Francois Selleslagh de gelukkigen.
1974.
De mei-vergadering werd geleid door Maria Daelemans en Maria De Prins. De gevierde van de avond was Maria Lefever die in het huwelijk trad met Jules Selleslagh. Er werden “pateekens” gesmuld en trefbal gespeeld.
Monique Verbelen en Christiane Verstrepen werden uitgeloot voor de Lourdesbedevaart.
1976.
Op vrijdag 19 maart organiseerden de Landelijke Verenigingen in de Parochiezaal een filmavond. Op het programma “El Cid” met in de hoofdrollen Sofia Loren en Charlton Heston.
1978.
Op zondag 3 december richtte de KLJ voor het eerst een “grote Ontdek de Ster” wedstrijd in. Er waren 10 kandidaten opgekomen. De uitslag :
1. LEBEER Raoul, 79 punten
2. CORNELIS Sonja, 75.
3. ”PAR HASARD”, 74.
4. DE SMET Els, 74.
5. DE MAEYER, 73.
6. VAN NOBELEN, 65.
7. DE WACHTER, 65.
8. FRANCOIS, 62.
9. NAEGELS Patrick, 60.
10. DE SMET Dirk met JIMMY, 55.
Als gastoptreden had de KLJ een muziekgroep uitgenodigd van eigen bodem : de Keten. Een groep die pas 7 maanden geleden gestart was. De deelnemers werden muzikaal begeleid door Mevrouw VAN SAET – JACOBS. De Jury was samengesteld uit : Jan Van den Heuvel (Voorzitter), Ward Van Doren (BRT), Griet Degryse (pianiste), Hilde Silverans (accordeoniste) en Guido Hellemans (regisseur van de plaatselijke toneelgroep Rust Roest).
Na dit succesvol evenement werden de bestuursleden van de K.L.J. Rita De Smet, Ingrid Casteels en Sigrid Van Nobelen nog feestelijk in de bloemetjes gezet.
1979.
De tweede versie van “Ontdek de Ster” werd op 16 september gebracht. Het ingekort verslag uit “DB” : Deze avond was rijk gevuld met een variëteit aan zangers, muzikale groepen en zelfs voordracht en sketches. Een moeilijke taak voor de jury, zowel om het verschil in genre als in scholing. Zo was er geen vergelijking mogelijk tussen een muzikaal optimale “High beat” groep (een selectie uit de plaatselijke jeugdfanfare) en de meeste andere occasionele amateurgroepjes die hun kans kwamen wagen. De High Beats kaapten dan ook tweemaal een eerste prijs weg. Er was eenvoudig geen concurrentie. Wat de “prijs van het publiek” betreft, betreuren wij dat eens te meer het GELD de hoofdzaak was, daar de stembriefjes zo maar voor het kopen waren (en ook in massa werden verkocht); Om een klaar beeld te weten van de beoordeling van ’t publiek, had men beter aan elke aanwezige bij het binnenkomen een stembriefje gegeven. Dan kon een eerlijke stemming uit de bus komen…”
1980.
Op 17 augustus organiseerde KLJ Leest, samen met de Landelijke Gilde en KVLV “Hoevefeesten” te Leest. Dit op de bedrijven van Adolf Peeters, Vic Verschueren en Emiel Lamberts. Zo werden achter de hoeve van Adolf Peeters in de Winkelstraat ook helikoptervluchten georganiseerd en was er een kennistest over voornoemde bedrijven met op de prijzentafel een echt varken en een paar flinke hespen.
Van 3 tot 10 oktober richtten Boerenbond, KVLV en KLJ een speciale treinbedevaart in naar Rome.
1982.
Op 13 maart organiseerde de K.L.J. een bal in de parochiezaal. Inkom : 70 fr, in voorverkoop 60 fr. 1983.
In maart werd er een “Ontdek-uw-ster” georganiseerd. In het verslag van “De Mechelse Week” van 17 maart stond foutief dat de organisatie berustte bij de K.A.J. : “De Leestse parochiezaal was te klein om het massaal opgekomen jeugdige publiek te kunnen bevatten. Organisator was de Leestse Katholieke Arbeidersjeugd (?), met als voornaamste coördinator Dirk De Smet. Tien deelnemers dienden hun beste (muzikale) beentje voor te zetten voor niet alleen een paar honderd sympathisanten, maar tevens voor een heuse jury, bestaande uit Leen Verschueren, Jan De Decker, Mieke De Wachter en voorzitster Hilde Silverans. Marc Verschueren kwam als eerste uit de bus, tweede werd Pol Van Roy, derde Marc Keulemans en de Leestse groep “Onkruid” behaalde de vierde plaats. Noot : in Leest is nooit een K.A.J actief geweest.
Op zondag 21 augustus organiseerde de KLJ Groene Kring van het Gewest Mechelen zijn derde ploegwedstrijd op een terrein aan de Kouter te Leest. Na Hombeek en St.Katelijne Waver was Leest aan de beurt. Een 15-tal jonge boeren en tuinders gaven elkaar partij in “om ter best rechte vormen ploegen zonder dat nog één stukje gerstestoppel of onkruid te zien is”. De beste twee mochten meedingen in het provinciaal kampioenschap.
1984.
19 april 1984 : “Ontdek de Ster” van KLJ Leest. Geringe opkomst maar wel veel sfeer schreef Gazet van Mechelen. Negen groepen of personen drongen mee naar de titel en zochten hun inspiratie in zowel shownummers, voordrachtnummers als moderne of minder moderne muziek. Winnaar werd de 21-jarige Willebroekenaar Carl De Kunst met een kleinkunstlied over de Rupelstreek. Deze jonge artiest brengt vooral kleinkunstnummers, is in Willebroek actief bij een lokale radio evenals bij een dansorkest “Jelly Rolls” aldus Gazet van Mechelen. Hij heeft amper twee jaar notenleer gevolgd aan de Willebroekse muziekacademie en werkte nadien vooral op improvisatie, zich richtend naar één van zijn kleinkunstidolen Boudewijn De Groot.
Paul Van Roy werd tweede, gevolgd door Marc Verschueren, Els Van den Bosch, Hans De Laet, Els Marivoet, Chiro Tippers, L. Van Itterbeek en Herman De Nef.
Foto’s : -Leon Bernaerts.
-Frieda Diddens en echtgenoot Willy Slachmuylders.
-Maria “Mieke” De Prins.
-Helicoptervluchten tijdens de hoevefeesten van 1980.
Op 11 maart kampten de B.J.B.-meisjes van Leest mee in een wedstrijd op de Cultuurdag te Mechelen. Zij hadden als onderwerp “Vlaanderen” gekozen en Lamme, Tijl en Nele hadden ze daarvoor uitgedost in hun nationale kleding. Dan hebben ze achtereenvolgens het Breughelse, het biddende en het minnende Vlaanderen uitgebeeld.
Dezelfde maand werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om “een verdienstelijke leidster te vieren. HILDE SILVERANS, de zo geliefde Madeliefjesleidster was dit gegund. Wij vinden het erg als een zo trouw lid onze rangen verlaat. Het groot aantal aanwezigen op onze feestvergadering toonde zo ruime sympathie voor leidster Hilde, en zeker werden er voor haar liedjes gezongen, gedichten voorgedragen en een luisterrijke brief kwam als slot. Er wordt wel eens gezegd dat het “geschrevene” blijft maar dat kan ook waar zijn voor het “gezegde”, zelfs al komt het uit Lourdes, dat heeft Hilde nu kunnen ervaren tijdens het voorlezen van een huldebrief. Een kaartje werd aangeboden met de handtekeningen van de aanwezigen, meevierders, waarop volgende tekst stond : ’God plantte U als edelweiss op d‘oude rotsen van zijn volk, opdat de mensen die U vinden een spoor ontdekken van zijn schoonheid nog hoger zouden klimmen tot zij belanden in de mateloze ruimten van zijn volkomenheid’. ”
Hilde Silverans trad op 5 mei in het huwelijk met de even populaire chiroleider Louis Vloebergh. Daarover verscheen in “De Band” volgend verslag : “Zaterdag 5 mei waren de jeugdorganisaties in feest, want zij jubelden om het geluk dat twee jeugdfiguren tegemoet gingen. Beiden zouden in den echt treden en begunstigd worden door het weertje. Tot buiten toe weerklonken de jubelliederen van de meisjes van de Landelijke Jeugd en B.J.B. bij de intrede van het jonge paar in de kerk. De huwelijksmis werd buiten de meisjes van voornoemde verenigingen ook bijgewoond door de chirojongens met vaandels incluis. Als assistenten van de pastoor aan het altaar de huidige proost E.H.Verbist en zijn voorganger E.P. Clementiaan. Het was een eenvoudige en aangrijpende plechtigheid. Toen de twee stralende wezens de kerk langzaam verlieten als man en vrouw zagen we menig traantje wegpinken. Door de B.J.B.-leidster Mariette De Prins werd een gelegenheidstoespraak gehouden waaruit, het kon niet voldoende gezegd worden, de dank, de genegenheid naar voren kwam. Ook door een chirojongen, een burchtknaap, werd een mooie plant aangeboden en de B.J.B.-meisjes kwamen voor de pinnen met een zeer schoon O.L.Vrouwbeeldje. En dan terwijl de orgeltonen de blijdschap ondersteunden, vertrokken onder grote belangstelling en sympathie twee gelukkige mensen. Een jongen en een meisje die het beste van hun krachten gegeven hebben, jaren lang, om de jeugd op te voeden, er wat van te maken en of ze iets bereikten ! Twee voorbeelden voor de jeugd. Louis en Hilde, dank voor wat u beiden hebt gedaan voor uw Leestse broeders en zusters, vaart veilig over de golven der bruisende zee en we wensen u beiden een “goede vaart en behouden thuiskomst”. “ (Zie foto’s onderaan)
Een geslaagde toneelavond dat jaar met een talrijke opkomst. De meisjes brachten het komisch detectivespel : “Zes meisjes op een eiland” van Jef Heirband. Actrices waren : Jeanne Beullens, Hilde Silverans, Elza Lamberts en Jeanne Van de Poel. Souffleuse was R. Selleslagh en de regie berustte bij L. Van den Heuvel.
1963.
Op kerstavond brachten de BJB-meisjes het toneelstuk “Strijd aan het Witte Front” in een regie van de Hombekenaar Van den Heuvel. Geen topper qua opkomst maar ook toen al bleven de mensen liever thuis met kerstavond.
1963 was het jaar van de stichting van de meisjeschiro te Leest onder impuls van Hilde Silverans en Reinhilde Verbruggen. Dit na lange discussies met pastoor Coosemans die tegen was.
1964.
Op Kerstdag 25 december brachten de B.J.B.-meisjes in “Ons Parochiehuis” het toneelstuk “Tante kiest een man”, nadien waren er demo’s dans en rythmiek.
1965.
In 1965 veranderde de BJB zijn naam in Katholieke Landelijke Jeugd. De jongerenbeweging wilde zich immers meer richten op àlle jongeren in een dorp. Voor jonge boeren en tuinders werd een gespecialiseerde werking opgericht: de Groene Kring. Gewestelijke werkingen daarvan brachten deze jongeren samen voor belangenverdediging en vorming. Tot op vandaag zijn KLJ en Groene Kring nog steeds verenigd in één vzw.
1967.
Dat jaar werd door de KLJ-meisjes een verkoop georganiseerd ten voordele van zwart Afrika en op 19 maart hebben ze samen met de jongens van KLJ een gezamelijke actie op touw gezet : een “appelsienendag”. Die dag trokken ze door de straten van Leest met paard en kar en de nodige appelsienen… De bedoeling was om de samenwerking en de verstandhouding tussen de beide jeugdverenigingen te verstevigen.
Dat jaar was er ook een gemengde vergadering geleid door E.H. Van Dessel. Het ontspanningsgedeelte was georganiseerd door Sylvain Teughels die een week voordien op de kultuurdag te Mechelen nog een tweede plaats had behaald in de reeks “voordragen”. Op de algemene vergadering van mei hadden Maria Geerts en Maria Bernaerts het druk om alle vragen te beantwoorden over hun voorbije bedevaart met de KLJ naar Lourdes. Op het einde van deze vergadering lieten deze meisjes hun meegebracht souvenir verloten onder de aanwezigen en het lot viel op Simonne Fierens. Zij won een mooi zicht uit Lourdes met de afbeelding van O.L.Vrouw.
De jaarlijkse reis ging in 1967 naar het Luxemburgse Echternach en die verliep niet zonder incidenten. Twee lekke banden en problemen met de remmen…maar iedereen is veilig thuis geraakt.
Ook het kerstfeest werd gezamenlijk gehouden. De feesttafel was in T-vorm geplaatst en met 60 borden bedekt, alles mooi versierd met kaarsen en groene takjes. Een kerstboompje op de piano en passende teksten aan de muren verhoogden de sfeer. En sfeer en gezelligheid waren er in hoge mate : verrassingspakjes kwamen aan de beurt, er werden moppen getapt, de kip met appelmoes smaakte heerlijk en op de tonen van de “Lets-kiss” kon iedereen de beentjes strekken…
1968.
De vergaderingen dit jaar stonden in het teken van sport en spel. Vooral de volksspelen waren populair : zakken lopen, touwtrekken, flessen vullen, koers met hindernissen, een knik lopen… De meisjes hadden bovendien hun Breugheliaans feest en de winnaressen van de Lourdes-reis hadden voor de verloting gezorgd van vier mooie halssnoeren uit de Maria-stad.
Op het sportfeest van 12 mei te Mechelen waren enkele honderden jongeren present om zich te meten in verschillende disciplines. De meisjes werden 4de in de algemene rangschikking terwijl de jongens van Leest de overwinning wegkaapten. Enig minpuntje was de sleutelbeenbreuk van de winnaar van de hindernissenwedstrijd Marc Beterams die naar een Mechelse kliniek diende overgebracht.
De eerste uitstap dat jaar ging naar de meststoffenfabriek van Tertre. Op 20 juli ging de reis naar het Waalse Aat. 63 meisjes en jongens brachten eerst een bezoek aan de oude slottoren van Cambron-Casteau vooraleer Aat aan te doen. In Beloeil werd het kasteel bezocht en op de terugweg werd de muur van Geraardsbergen genomen met een klein oponthoud om de plaatselijke specialiteit “mattentaart” te kunnen proeven. Tussen Geraardsbergen en Leest werd nog halt gehouden aan een dancing waar iedereen zich kon uitleven en de laureaat van de “Busconzonissima” was Paula Huyghe, zij klopte Emiel Van der Hasselt.
Datzelfde jaar bezocht de KLJ met 50 deelnemers de Nationale Plantentuin te Meise en na een bezoek aan het Atomium ging het naar Melsbroek waar velen hun luchtdoop kregen in een DC-6.
1969.
Met 64 waren ze, de jongens en meisjes van KLJ Leest, die het gure weer trotseerden om gezamenlijk een prettige dag door te brengen bij de leeuwen van Hilvarenbeek en de Efteling. Het was middernacht toen ze, na een bezoek aan de “Toverfluit” in Schilde en de “Misty” in Waarloos terug in Leest werden afgezet.
Op de vergadering van mei werd afscheid genomen van Simonne Fierens die in het huwelijksbootje ging stappen en gaf Marie-Rose Verbeeck praktische tips over “recepties”. Simonne Gobien, Adeline Bevers en Maria Lefever waren de gelukkigen die de Lourdes-reis hadden gewonnen.
Op de maandvergadering van oktober kwam de heer Duysburgh praten over de “Jeugd in de moderne tijd” waarop een zeer lange en boeiende discussie volgde.
Dat jaar waren er 83 jongens en meisjes komen opdagen voor de 1ste avond rond het thema : Levensvorming, nu over “Sexuele Kultuur” gegeven door de heer en mevrouw Ackermans. Na deze les kregen de aanwezigen papier en mochten alle vragen stellen die op hun hart lagen. Er zouden nog verschillende vervolgen komen.
Vervolgt.
Foto’s: -De huwelijksmis van Louis Vloebergh en Hilde Silverans in 1962. -Toegangsticket van “Tante kiest een man” uit 1964. -Sylvain Teughels zorgde jarenlang voor het ontspanningsgedeelte. -Maria Geerts. -Simonne Gobien. -Maria Lefever.
Tijdens de feestvergadering van 20 januari waren de BJB-meisjes in uniform naar het Lof gekomen om een kleine plechtigheid bij te wonen. Gedurende het Lof hernieuwden 7 meisjes hun toewijding aan O.L.Vrouw. Ze gingen naar voor en legden volgende belofte af : “Ik aanvaard apostel te zijn van Christus en zijn kerk en, gelijk Maria, Christus te dragen naar mijn medemensen.” Hilda Diddens, Maria Emmeregs, Paula Moons, Jeanne Polspoel, Maria Somers, Godelieve Verbruggen en Maria Vloeberghen kregen voor het eerst hun B.J.B.-kenteken en moesten hun handtekening zetten in ’t boek van de B.J.B. Ze kregen hun erelintjes die ze een gans jaar verdiend hadden. Op de feestvergadering nadien werden de nieuwe leden door de pastoor en door alle meisjes gefeliciteerd. Voor en na de godsdienstles was er een korte zangstonde, er werd een nieuw lied aangeleerd : “Het weverkijn”. De meisjes leerden ook een taart versieren. Elke wijk had gezorgd voor een ontspanningsnummertje zodat er veel plezier gemaakt werd en de pastoor had voor muziek gezorgd zodat ze ook konden dansen.
Voor de Lourdesactie werd gekozen voor de “minutenverkoop”. Ieder lid zou alzo 37 minuten verkopen, elk aan 2 fr stuk. De persoon die de minuut gekocht had waarop de wekker bleef stilstaan, had de wekker gewonnen.
Het jaarlijkse wintertornooi ging op 10 februari door te Mechelen. Op deze gewestelijke culturele dag waren 22 BJB-meisjes van Leest aanwezig.
Op 27 mei vertrokken vijf leden van de Vrouwengilde/B.B. en twee B.J.B.-meisjes naar Lourdes : Mevr. Polspoel-Verhaegen, Mevr. Somers-Van den Heuvel, Mevr. De Prins-Verbeeck, Mevr. Van den Brande-Nagels en Juff. M. Absillis. De B.J.B.-meisjes waren : Georgette Daelemans en R. De Donder. Een zeer gedetailleerd verslag verscheen in “DB” van juni ’57 van Georgette Daelemans. (gepubliceerd in deze Kronieken : 27/5/1957)
De B.J.B. richtte dat jaar ook een cursus in voor meisjes ouder dan 20. Telkens waren er 30 aanwezigen waaronder een aantal niet-leden en 5 meisjes van Blaasveld.
Op Kerstdag hielden de BJB-meisjes hun jaarlijkse toneelavond. Ze voerden “De Grote Getuige” op, een familiaal drama in drie bedrijven van E. Van der Cruysse en de komedie “Een dolle proef”. De actrices waren : Mariette Solie, Paula Bradt, Gusta Polfliet, Maria Diddens, Maria Vloeberghen, Jeannine Van de Poel, Greta Vloebergh, Hilda Diddens en Maria Emmeregs. De regie was in handen van Jozef Coeckelbergh. De actrices die de komedie tot een goed einde brachten : Gusta Polfliet, Maria Emmeregs, Paula Moons, Maria Somers, Maria Vloeberghen, Mariette Solie, Roza Somers en Hilda Diddens.
1958.
Op 19 januari werden na het Lof vijf meisjes lid van de Katholieke Actie. Ze werden op de feestvergadering nadien eerbiedig verwelkomd door de pastoor. Helaas werden hun namen niet vermeld in het verslag van De Band. Wel die van Jeannine Van de Poel die op eenvoudige doch mooie wijze het gedicht “Kerstnacht in de loopgraaf” voordroeg en Jeanneke Daelemans die een boeiende spreekbeurt over “Schoon Vlaanderenland” hield.
De Algemene Vergadering van 16 maart stond vooral in het teken van de 19de verjaardag van de Pauskroning. Er werd een eerbiedige hulde gebracht aan de Heilige Vader door het zingen van het Eviva Pio Duodecimo. Georgette Daelemans las voor uit een wereldbrief van Pius XII, geschreven naar aanleiding van de honderdste verjaardag der verschijningen te Lourdes.
“Ware kennis van weefsels” was het onderwerp van de nuttige beroepsles die gegeven werd door Mariette De Prins.
1959.
Op het zomerfeest van 30 augustus te O.L.Vr. Waver eindigden de meisjes van Leest vierde. De overwinning was voor Hombeek voor O.L.Vr. Waver en Blaasveld.
Op Kerstdag hielden de BJB-meisjes hun jaarlijkse toneelavond. Op het programma : zang, reidansen, ritmische oefeningen en het toneelspel : “Het Blanke Negermeisje” naar de roman van C.R. Summer voor damestoneel bewerkt door F.J. Rostink. De rollen waren in handen van Paula Bradt, Mariette De Prins, Emilia Verbruggen, Roza Somers, Florentine Muysoms, Jeannine Van de Poel, Maria Emmeregs, Jeanne Beullens en Maria Vloeberghen. De regie was in handen van Jozef Coeckelbergh.
1960.
“Voor onze cursisten van de Mijarc zijn nu de dagen geteld. We weten dat het voor hen nog zoveel keren dit of dat is en we zien Lourdes echt. Die is dan voor Jeannine Van de Poel, Jeanne Beullens en Hilda Silverans, de gelukkigsten uit onze afdeling. Zij hebben gedurende maanden gespaard en als beloning werd dan ook onder hen de frisco niet, maar het frisco-geld verdeeld. In de Maria-maand zullen ze de Lourdesgrot gaan bestormen met gebeden, gezangen en ook gunsten-voor hen, maar zeker voor onze afdeling…” (“DB”)
Dat jaar werd afscheid genomen van Leonie Muysoms die 5 jaar leidster is geweest. “Al die tijd heeft ze de BJB gediend en het schoonste en ’t beste van haar jeugd en blijheid en vertrouwen geschonken voor de buitenmeisjes. Ook Fernand was bij dit feest van de partij. Beladen met bloemen trokken ze huiswaarts al brommend”.
Op de algemene vergadering van 16 oktober waren 25 meisjes komen opdagen. Therese Wauters was per fiets uit Keerbergen gekomen om praktische wenken te geven over “Hygiëne van het meisje”.
Het toneelstuk dat in 1960 werd opgevoerd was “Vrouwen in paniek” onder leiding van Mr Van den Heuvel uit Hombeek.
Vervolgt.
Foto’s : -Georgette Daelemans -Paula Bradt. - -Mariette De Prins. -Maria Emmeregs. -B.J.B.-meisjes in 1960.
1935 – Zondag 14 juli : Gewestelijke Boerinnenjeugdvergadering en Vlaggefeest.
B.J.B.-Meisjes (later K.L.J.)
De exacte stichtingsdatum van de B.J.B.-meisjes te Leest heb ik niet kunnen achterhalen. De BJB-jongens werden in 1936 gesticht. In Gazet van Mechelen van 17 juli 1935 botsten we op een artikeltje over de wijding van de vlag van de B.J.B. meisjes :
“Zondag ll. kende ’t rustig-stille dorpje Leest een zonnig-blijen dag : gewestelijke boerinnenjeugdvergadering, bij gelegenheid van de wijding der plaatselijke B.J.B.-vlag. Ten 2 ure waren al de jonge boerinnekens der streek verwacht in Leest’s stemmige kerk voor het lof. We mochten er het bezielend priesterwoord aanhoren van E.H. Cleeren, proost, die wees op de betekenis van den dag, die het leger der boerinnenjeugd ten strijde opriep voor Christus-Koning. Aan O.L.Vrouw zijn we toegewijd –zij pronkt immers op onze vlag, zij zal ons helpen in ons apostolaat. E.H. Cleeren overweegt nog de betekenisvolle woorden onzer dagelijkse B.J.B.-opdracht, en zet ons aan ze trouw elke dag op te zeggen. Volgt dan de wijding der vlag door Z.E.H. Beuckelaers, pastoor, vernieuwing onzer toewijding aan O.L.Vrouw, en alle posten buigen diep eerbiedig neer voor den zegen van het Allerhoogste. De vlaggen vooraan, gaat nu een korte optocht door de landelijke straten en weldra bevat de net opgesmukte zaal al de aanwezigen. Dadelijk heerst een gezellige stemming, want mej. Rheinhard, leidster, stuurt na gebed en bondslied op eigen wijze hartelijk welkom tot allen, dit is tot Z.E.H. Pastoor en andere heren proosten, het bestuur der boerinnengilde en het bestuur der boerengilde, beide vol belangstelling voor hun jonge afdeling ‘de Boerinnenjeugd’ en de afgevaardigden van Leuven. Vooral gaat haar welkom tot de talrijk opgekomen B.J.B.-meisjes. Mej. De Craene heet eenieder welkom, vooral vanwege Leuven : Boerinnenbond en Boerinnenjeugdbond. Mej. Rheinhard leidt verder op onverbeterlijke wijze de vergadering. We kregen te horen en te zien : een zeer belangrijk verslag. ‘Hoe bekomen we regelmatigheid en tucht in onze jeugdafdeling,’ uitgebracht door de leidster van Waarloos. Goede en nieuwe gedachten voor eigen werking dragen we er allen van mee. ‘Hoe wekken we belangstelling voor de landbouwlessen’ wordt besproken door de leidster van Bonheiden. Insgelijks heel interessant. Leest komt nu voor de pinnen met het puik uitgevoerd spreekkoor ‘Vaandelwijding’ dat terecht allen bijval oogstte. Mej. Wuyts van de Boerinnenbond onderhoudt ons dan in een passende toespraak over ons B.J.B.-ideaal, over ons apostolaat. We onthouden vooral wat ze zegde over de macht van ons voorbeeld : onze voornaamheid, de invloed van ons uiterlijk kenteken, als uniform, pots, vlag. En nadat het ernstig deel goed zijn recht kreeg, volgt de ontspanning. Puurs komt gezwind voor met : ‘Dat is het boerke naar de zin’, Duffel met ‘Dikke Trees’. Twee luimige nummertjes, die er goed bij mochten. Als slot geeft Leest een fijne klucht ten beste, die allen hartelijk deed lachen. Nog een gezamenlijk ‘Geloofd zij Jezus-Christus’ en af was het programma. Een dag waar we nog eens graag aan terugdenken.” (GvM, 17/7/1935)
Met de stichting van Milac in Leest in 1953 kwam er ook een periodiek voor de miliciens van Leest en dra kregen ook andere verenigingen hun forum in “De Band” waaronder de B.J.B. Zo stuitten we op verschillende verslagen van deze vereniging waarin we een beeld krijgen van vele van hun activiteiten. Hierna chronologisch een samenvatting van de meest representatieve verslagen.
1955.
Op 7 augustus 1955 hielden de B.J.B.-meisjes hun Zomerfeest te Grasheide-Putte. De dag werd ingezet met een communiemis en om 9 uur vertrokken een 30-tal meisjes vanuit Leest in uniform. Met 13 afdelingen waren ze in Grasheide samengekomen tegen 10u30 waarna ze in groep naar de kerk gingen voor het Lof. Aan de ingang vormden de vlaggen de erewacht en het Lof werd gezongen door de meisjes van O.L.Vrouw Waver. Daarna gingen alle deelnemers al zingend naar het feestterrein. De openingsparade kende een overweldigend succes bij de toeschouwers en dan volgden de dansen en de kampspelen. De meisjes van Leest waren de grond van Grasheide niet gewend, zij voelden weinig vastheid onder hun voeten en bij ieder kampspel verloor er wel iemand het evenwicht, nefast voor de einduitslag. De Charade met prijskamp voor de toeschouwers werd gewonnen door Yvonne De Boeck. De afdeling van B.J.B.-Leest eindigde uiteindelijk vijfde. Het Zomerfeest werd besloten met een dankwoord door de Gewestleidster, door de Proost en dit met een vurig gebed en een afscheidslied.
In de laatste vergadering van 23 augustus zorgde Mariette De Prins voor het thema “beroepsvorming”. Deze keer ging het over “Koude Schotels”. Het Lievevrouwbeeldje dat uit Lourdes was meegebracht door Irma Selleslagh werd door het lot toegewezen aan Mathilde Verbruggen.(Verslag van L. De Smet in “De Band” nr. 8 van 1955)
1956.
Op zondag 15 april 1956 kwamen de B.J.B.-meisjes van Leest en van de omliggende dorpen samen in “Ons Parochiehuis” om de recollectie geleid door pater Elibeer te volgen. Reeds van zaterdagavond had Louisa Vloebergh met leden van haar wijk, de lokalen klaargezet. Niettegenstaande dreigende wolken toch 42 aanwezigen. “Na een stijlvolle openingsformatie en een kort inleidend woordje gingen we in stille ingetogenheid naar het lokaal voor een eerste onderricht dat handelde over de gedachte aan de Eeuwigheid, die ons de zin van het leven beter helpt begrijpen en ons leven te richten. Te 11 uur baden we gezamenlijk het rozenhoedje. Onze aanhankelijkheid aan Onze Lieve Vrouw zongen we vurig uit door het Toewijdingslied van de BJB aan O.L.V. De tweede onderrichting ging over het gebedsleven. Te 12 uur spraken we gretig onze knapzak aan. Zo vlug mogelijk gingen we over tot het spel. Alle meisjes deden mee aan de volksdans. Te vlug was het weer tijd om te eindigen. Om de tweede helft van onze recollectiedag in te zetten, zongen we het “Eucharistisch Strijdlied”. De pater sprak over Onze Lieve Vrouw, onze Moeder en onze Toevlucht en over Lourdes. Even voor twee uur stapten we al zingend naar de kerk om het Lof en de Kruisweg bij te wonen. Hierna hadden we een korte vergadering. Maria Polfliet leidde een flinke formatie. Met vreugde verwelkomden we onze dierbare leidster, Maria Vrints. Georgette Daelemans las een mooi verslag voor van de vorige vergadering. Geestdriftig lieten we onze jeugdliederen weerklinken. Maria Emmeregs droeg voor : “Bloeiende …(onleesbaar)” door zuster Maria-Jozefa. Het leiderswoord handelde over “Keurig en voornaam naar buiten”. Hierop gaf Mariette De Prins enige uitleg over het Katholiek Jeugdcongres te Mechelen en deed zij nog een laatste oproep opdat we er allen zouden aan deel nemen. De H. Mis-vertegenwoordiging blijft steeds ons grootste actiepunt, daarom moeten we weer eens flink ons best doen om deze actie goed te doen lukken. Met het oog op de komende zomermaanden sprak Gusta Polfliet in de praktische les over “Fijne Meisjes kleding”. Eindelijk konden we overgaan tot de trekking van de Lourdesreizen. De gelukkige winnaars waren : José DE SMET en Jeanne POLSPOEL. Wij danken zeer al de mensen en meisjes die ertoe bijgedragen hebben onze Lourdesactie te doen lukken, want het is door hun hulp dat twee afgevaardigden kunnen meegaan. Zij zullen voorzeker genaden bij God en O.L.V. afsmeken voor alle mensen van Leest. Wij verlangen dan ook vurig dat allen met deze bedevaart zouden meeleven en meebidden. Vertrek : 7 mei, thuiskomst 15 mei. Na een begeesterend woord van onze diocesane leidster Maria Vrints, deed onze Z.E.H. pastoor het gebed. Wij danken God voor deze heerlijke dag. Voor de BJB-meisjes, Leonie Muysoms.” (“DB”, nr. 5 van 1956)
Op zondag 8 juli kon, onder een heerlijke zomerhemel, te Leest het gewestelijk zomerfeest doorgaan. Afdelingen van Blaasveld, Putte-Grasheide, Hombeek, Mechelen, O.L.Vr.Waver, Peulis, Putte, Rijmenam, St. Katelijne Waver, Tisselt en Leest namen er aan deel. Na het Lof stapten de afdelingen naar de feestweide in de Elleboogstraat. “Het programma werd geopend door een formatie. De blauw-witte uniformen en de frisse kleuren van de vaandels kwamen bijzonder tot hun recht door de stralende zon. Na het gebed, het Bondslied en het “Eviva Pio”, sprak juffrouw Van Beersel, gewestleidster, het welkomwoord uit. Zij begroette Z.E.H. Coosemans pastoor, E.P. Omer onderpastoor, juffrouw Rheinhard voorzitster van de Boerinnengilde, dhr Verschueren Schepen van Openbaar Onderwijs, de heren Wijnants en Hens leden van het arrondissementeel bestuur van de Belgische Boerenbond, juffrouw Vrints diocesaan leidster, juffrouwen Jacobs en Van Aken clubleidsters, dhr Victor De Laet voorzitter van de Boerengilde en dhr Louis Solie voorzitter van de K.W.B. Een hartig woordje had de gewestleidster over voor de familie Verschueren, eigenaar van de feestweide, voor haar gulle gastvrijheid en ook voor de BJB-jongens voor hun medewerking. Hierna volgden talrijke volksdansen, ritmische oefeningen en kampspelen. Als intermezzo bracht de B.J.B.-er Fons De Smet een prachtig staaltje van vendelzwaaien. “Wees fier, Moeder, ik draag de vlag. Mijn handen zijn te sterk om tere kransen te weven. Ze zijn gewend aan ruwer werk. Mijn hart draagt een dieper merk Het brandt van een ander geven…”
En de “Nonnen van de Belgische Boerinnenbond” dansten verder : Duitse wals, Narzissus, Rheinlander, Toselli serenade, Vijfparendans, Vlaggezigzag, Molenmazurka, Zweedse Maskerade…
Dan de prijsuitreiking :
1. Putte.
2. O.L.Vr. Waver.
3.Grasheide, Rijmenam, St. Kat. Waver.
4. Peulis, Blaasveld.
5. Leest.
6. Hombeek.
7. Mechelen.
8. Tisselt.
Tot besluit werd er een receptie aangeboden aan de speciale genodigden. Origineel en prima !”
Vervolgt.
Foto’s : -De B.J.B. meisjes in 1935 (LG, blz. 187). Boven : Maria Leemans, Louisa Fierens, Mathilde Absillis, Maria Beullens, Mathilde De Wit, Maria Bradt. Midden : Pelagie De Laet, Louisa Somers, Roza Lamberts, Maria Robeyns, Mathilde Diddens, Bertha Diddens, Anna Geerts, Louisa Van de Velde. Onder : P. Erszebeth, Leontine Verbeeck, Maria Busschot, Emmerance De Hondt, Pauline De Hondt, Angéle Van Praet, Louisa De Prins en Clementine Brugghemans. -Maria Polfliet. -Haar zus Gusta Polfliet naast Emmerence Van den Heuvel.
“De fanfare ‘Arbeid Adelt’ zal op de dagen van 13 en 14 januari e.k. haar jaarlijksch Ste Cecilia- of teerfeest houden, feest dat zal voorafgegaan worden met eene piëteitsvolle nagedachtenis aan de overledenen der maatschappij te brengen door het celebreren eener H. Mis, maandag a.s. te 9 uur ter hunner intentie opgedragen.” (GvM, 9/1/1935)
1935 – 17 april : Erge aanrijding te Mechelen. Een meisje dodelijk gewond.
“Woensdagvoormiddag, kwart na 10 ure, gebeurde aan de Koeipoort te Mechelen een erge aanrijding, die wellicht en doodelijken afloop zal hebben. De 15-jarige melkverkoopster Alice Desmedt, wonende in het dorp te Leest, kwam met haar fiets waaraan twee melkstoopen, over de brug gereden om den Lierschensteenweg op te draaien. Van dezelfde baan kwam een met 4 ton steenen geladen vrachtauto, van Terhaegen en gevoerd door J. Hallewaeys. Toen de camion de Frans Halsvest wou opzwenken geraakte het meisje er onder, het zware achterwiel ging haar over het lichaam, zoodat ze in bedenkelijken toestand naar het gasthuis moest gevoerd worden, ndat Dr. Mutsaerts en een priester, geneeskundige en geestelijke hulp boden. Men vreest het ergste. De gendarmen openden het onderzoek en waarschuwden het Parket, dat ten half een ter plaatse kwam.” (GvM, 17/4/1935)
Alice Karolina De Smedt was geboren te Leest op 3 april 1920 als dochter van Jan (‘Jankske den Bakker’) en van Virginia ‘Virske’ Van Crombruggen . Ze zou het ongeluk niet overleven, ze stierf dezelfde dag 17 april 1935 te Mechelen.
“Trouw lid van de B.J.B. schikte zij haar leven en haar gedrag naar de wet van Kristus. Aanminnig, toegevend, zachtzinnig, dit alles ging gepaard met een jonge werklust, met een minzamen omgang met haar huisgenoten en haar jeugdige gezellinnen. Teergeliefde en diepbeproefde Ouders, lieve Broeders, ’n bloem groeide en bloeide met ’n weelderige pracht, toen een storm opkwam en met geweld de stengel brak en de bloem ten gronde sloeg. Dit was ook met mij. Te midden mijner bezigheden werd ik door den dood verrast. Treurt echter niet als hopeloozen, maar bidt : Dat uw wil geschiede, o Heer. Binnen korten tijd zien wij elkander weer, en wezen wij malkaar indachtig in onze gebeden.” Uit haar gedachtenisprentje.
De begrafenis vond plaats op 20 april om 09u30 en de kerkelijke lijkdienst, voorafgegaan van de vigil., geschiedde op 24 april om 09u30 in de kerk van Leest.
1935 – Zondag 26, maandag 27 en dinsdag 28 mei : Vlaamse Kermis.
“Die dagen en ook op zondag 1 juni, wordt op de hoeve van heer P. De Prins een Vlaamsche Kermis ingericht ten voordele der Fanfaremaatschappij ‘Ste-Cecilia’. Allerlei feestelijkheden zullen plaats hebben. Men raadplege de programmas.” (GvM, 25/5/1935)
1935 – 11 juni : Overlijden van Jozef Theofiel SELLESLAGH.
Jozef Selleslagh was nog geen 35 toen hij overleed. Dit gewezen gemeenteraadslid en vaandeldrager van de Fanfare St.-Cecilia was te Leest geboren op 13 augustus 1900. Hij woonde tot aan zijn huwelijk met Rosalie Verbruggen aan de Alemstraat. Hij deed mee aan de gemeenteraadsverkiezingen op de lijst van de Blekken en werd tweede opvolger. Later zou de fanfare in die hoek van de gemeente nog kandidaat-gemeenteraadsleden zoeken, maar niemand uit deze wijk en op de lijst van de Blekken bracht het ooit tot raadslid. Vanaf ongeveer 1921 tot aan zijn overlijden op 11/6/1935 te Leest was hij vaandeldrager van St.-Cecilia.
In Leest was Jozef Selleslagh beter bekend als ‘Jef van Toenke Sjarels’ en hij was een oom van het bekende muzikale broederpaar Edward en Victor De Maeyer. Zijn weduwe Rosalia Verbruggen was te Leest geboren op 25 juni 1903 en overleed te Mechelen op 2 mei 1967. Zij was hertrouwd met Alfons Rens.
Bijgevoegd : -Gedachtenisprentje van Alice De Smedt. -Jozef Theofiel Selleslagh. -Zijn doodsprentje.
1934 – 6 november – GvM : Constant Huys in de zes dagen te Brussel.
“We vernamen dat Constant Huys na zijne schoone koers van zaterdagavond in het Sportpaleis van Brussel aangeworven werd voor de aanstaande 6 dagenkoers aldaar. Met genoegen zal ieder de aanwerving van Huys vernemen, want zoo er een moedig renner is, dan mag men zeggen dat Stan een der allermoedigste is. En wat er veel tot bijdraagt, om de sympathie te verrechtvaardigen die de renner van Leest overal geniet, dat is zijn opgeruimd karakter. Aangenaam van omvang, aller gedientig en voorkomend zijn, is hoofdzaak bij Huys. En dat is veel : wanneer men dan wat athletische gaven bezit, is het niet te verwonderen dat de dag komen moet waarop loon naar werken komt.” (GvM, 6/11/34)
Volgens de stamboompagina van de familie Keysers-Huys en geschiedkundige David Wellens was Constant “Stanne” Huys een zoon van de uit Blaasveld afkomstige Willem Frans Huys en van Rosalia Peeters uit Heindonk. Hij werd te Heffen geboren op 13/7/1910 en overleed op 61-jarige leeftijd te Bonheiden op 6/10/1971. Zijn volledige naam is Constantinius Guillielmus Ludovica Huys. In 1910 staat hij vermeld in de bevolkingsregisters van Heffen, zijn ouders woonden toen op de Steenweg op Heindonk 68. In de verkiezingslijsten van Heffen van 1966 wordt hij niet meer vernoemd. Hij was professional van 1932 tot 1945 en lange tijd houder van het Belgisch uurrecord.
Een broer van Constant, Arthur (°Heffen 7/11/1911, +Bonheiden 24/6/1974) was lange tijd burgemeester van Heffen en kabinetschef van minister-staatssecretaris André Vlerick. Volgens Rik Lauwens hadden Stanne en een broer een verf- en behangwinkel in de Kazernestraat te Heffen. Ze deden ook schilderwerken bij mensen thuis en door dat werk kwamen ze in alle omliggende gemeenten. Ze waren heel bekend en geliefd aldus Rik, door hun uitstekende arbeid. Zo heeft Stanne nog de voorplaats geschilderd van de ouders van Rik (Jan en Mathilleke Lauwens-De Bruyn), in de woning in de Kouter die later bewoond werd door aalmoezenier Herregods. In de jaren ’50 hebben ze ook het interieur van de kerk van Leest geschilderd. Dat was onder pastoor Coosemans. Voordien was de kerk tot boven in de nok in het rood geschilderd.
Ooit kreeg Rik Lauwens een koersfiets van Constant, een echte piste-fiets. Maar het was een afdankertje, hij heeft er amper een half jaar mee gereden, er mankeerde van alles aan. Het palmares van Stanne Huys is ons niet bekend maar op 5 september 1933 werd hij in Brasschaat 3de in een wegrit voor het kampioenschap van België. Winnaar werd Louis Duerloo voor Joseph Vanderhaegen. Sylvere Maes werd vierde en Romain Maes vijfde.
In “Het wielrennen in België tijdens WOII” van Geldhof en Vanijsacker botsten we op zijn oorlogse periode : “…Roger De Neef (1905-2001) en Constant Huys (1910-1971) maakten gedurende het voorjaar van 1940 het mooie weer op de piste van Buenos Aires. Samen met een tiental Europese renners hadden ze vanuit de haven van Marseille koers gevaren richting Argentinië. Van Buenos Aires trokken de Belgen vervolgens voor een half jaar naar Chili, waar ze opnieuw voor een aardige som geld de show stolen op de piste. Huys en Neef reisden tijdens de Tweede Oorlog het Latijns-Amerikaanse continent af en zouden pas aan het einde van de oorlog naar hun vaderland terugkeren.” Zie foto’s onderaan.
1934 – 27 november – GvM : Rechtbank van Mechelen – Grafschennis.
“De grafmaker der gemeente Leest stond onder de beschuldiging van aldaar op 20 juni 1934, een graf te hebben geschonden, en een zinken kist te hebben ontvreemd, feiten waarvoor hij ter rechtbank te Mechelen 6 maanden gevang opliep, met 700 fr. boete of nog een maand, plus 3 maanden gevang, 350 fr. boete of nog 15 dagen gevang.”
1934 – 5 december – GvM : Rechtbank te Mechelen – Woonstschennis.
“Een drietal personen uit Leest, J. Jan, St. Maria en A. Leon, waren ervan beticht van te Willebroek in de nacht van 22 op 23 juli l.l. met geweld in eene afsluiting te hebben vernield en nachtrumoer te hebben gemaakt. De volgende straffen worden daaromtrent uitgesproken : de eerste 700 fr. boete of 1 maand gevang, de tweede 350 fr boete of 15 dagen gevang, met uitstel 3 jaar, de derde werd vrijgesproken. De twee eersten moeten de som van 300 fr. aan de burgerlijke partij betalen.”
1935 – Alfons Hellemans keizer op de liggende wip.
“Na de eerste wereldoorlog werd enkel nog geschoten op de liggende wip en op doelen. In het lokaal bij Huybrechts in de Dorpstraat (zaal Sint-Cecilia) was de schuttersvereniging ‘Ons Vermaak’ aktief en in de zaal ‘Boerenhandel’ bij Petrus Van den Eede was nog een andere liggende wipmaatschappij onder de naam ‘De Vrijschutters’. Beide verenigingen overleefden de tweede wereldoorlog niet.” (LG, blz. 165)
In deze kronieken bij datum 9/2/1936 wordt de zaal in de Dorpstraat ‘De Vlaamsche Leeuw’ genoemd en de wipmaaschappij ‘Ons Vermaak’ (ook op 11/10 en 20/11/1939) Alfons Hellemans werd in 1935 keizer op de liggende wip. Foto onderaan.
Foto’s :
-Constant “Stanne” Huys. -Het interieur van de kerk van Leest werd geschilderd door de broeders Huys. (Foto : Hugo Lauwens) -Keizer Alfons Hellemans.
Man tracht zijn aanstaande vrouw neer te schieten “Een moordpoging, waarvan de oorzaak nog niet geheel is vastgesteld, heeft te Heffen plaatsgehad. De 33-jarige Ivo De Schoenmaeker, landbouwer, wonende in de Hertstraat te Heffen, had trouwplannen. De vrouw waarmede hij in het huwelijk wilde treden was de 45-jarige weduwe Maria Jacobs, moeder van vier kinderen, wonende in de Blaasveldstraat te Leest. Waarschijnlijk zijn er tusschen beiden meningsverschillen geweest. Zondagmiddag was de vrouw Apers, geboren Jacobs, gaan kaarten met de familieleden van De Schoenmaeker. De man zelf was afwezig. Toen hij om vijf uren binnentrad, trok hij plotseling een revolver en schoot vijf achtereenvolgende kogels naar de weduwe Apers, die in de zijde en in de schouders getroffen werd. Niettemin gelukte zij er in de vlucht te nemen naar haar huis, waar zij zich onder geneeskundige behandeling stelde. Het bleek dat de wonden niet levensgevaarlijk zijn. De vrouw werd naar het gasthuis van Willebroek overgebracht. De dader die de vlucht had genomen onmiddellijk na zijn laffe daad, keerde zondagavond weer naar zijne woning waar hij door de gendarmen van Blaasveld werd aangehouden. Het parket van Mechelen is op de hoogte van de moordpoging gesteld.” (GvM,11/6/1934)
Op 14 december verscheen de uitspraak in GvM : “Op zondag 10 juni 1934 had er te Heffen een drama plaats, waarvan we destijds alle gegevens hebben meegedeeld. Het betrof de moordpoging door De S., landbouwer te Heffen, welke trouwplannen had opgevat met weduwe J., landbouwster, en moeder van vier kinderen, wonende te Leest. Deze laatste op bezoek zijnde bij familie van betichte, werd er om 5 ure door hem aangetroffen. Bij het ontmoeten der vrouw, loste hij vijf revolverschoten op haar. Getroffen in de zijde en aan de schouder, werd het slachtoffer naar het gasthuis van Willebroek overgebracht, en de dader aangehouden. Bij arrest der inbeschuldigingstellende Kamer van Brussel werd de dader op datum van 22 november ll. naar de Boetstraffelijke Rechtbank verzonden, die op hare beurt, op 13 dezer uitspraak heeft gedaan. Betichte stond onder beschuldiging van vrijwillige verwondingen te hebben toegebracht ; ten tweede van het dragen van verboden wapens en ten derde van dit wapen niet te hebben aangegeven. In deze droeve zaak werden een vijftal getuigen opgeroepen. Voor de burgerlijke partij trad op meester De Ridder, voor betichte meester Van Kesbeeck. De rechtbank velde het volgende vonnis : 1. Vijftien maanden gevang, 350 fr. boete of nog 15 dagen gevang. 2. Drie maanden gevang, 700 fr. boete of 1 maand gevang. 3. 700 fr. boete of 1 maand gevang en de kosten van het geding met lijfsdwang van 1 maand. Aan de burgerlijke partij heeft hij te betalen 1780,50 fr., met lijfsdwang van 1 maand gevang.”
Ivo De Schoenmaeker was te Heffen geboren op 25 december 1898 als zoon van de landbouwer Jan-Frans De Schoenmaeker en van Catharina Antonia De Vleeshouwer. Hij was een buitenbeentje en het zwarte schaap van de familie. Voor de Tweede Wereldoorlog baatte hij een “rendez-vous“ huis uit in het Mechelse Blauwhondstraatje. Toen de weduwe Apers hun relatie wou verbreken heeft hij haar beschoten met een revolver. Maria Paulina overleefde de aanslag en na zijn gevangenisstraf te Mechelen vonden de twee elkaar terug met een huwelijk tot gevolg. Op 10 april 1937, amper drie jaar na de moordpoging, zou hij zijn slachtoffer trouwen.
Maria Paulina Jacobs, zij was herbergierster in de Tisseltbaan te Leest, was te Leest geboren op 6 december 1890 als dochter van Petrus Ludovicus Jacobs en Anna Maria Seraphina De Laet. Zij was de weduwe van Frans Alfons Apers, een broer van Jozef Apers, de uitbater van het Brughuis.
In 1938 verhuisden Ivo De Schoenmaeker en Maria Paulina Jacobs met de kinderen uit haar eerste huwelijk (Franciscus Albert, Cesar Albert, Edmund Renaat en Emerentia Maria Julia Apers) van de Putsesteenweg in Sint Katelijne Waver naar de Nekkerspoel in Mechelen en datzelfde jaar naar de Molenweg te Heffen. In 1943 vestigden zij zich in de Statiestraat nr. 37 te Mechelen. Ivo De Schoenmaeker overleed voor het jaar 1954. Maria Paulina Jacobs overleed op 22 december 1954 na een verkeersongeval op de Mechelse Leuvensesteenweg. Ivo De Schoenmaeker was een broer van mijn grootmoeder Sofie De Schoenmaeker.(MVH) Zie foto’s onderaan.
1934 – 6 juli – GvM : Rechtbank van Mechelen – Vrijwillige vernieling.
“Een zekere A. Frans, landbouwer te Leest, stond onder de verdenking van in den nacht van 13 op 14 mei l.l., vrijwillige vernieling te hebben bedreven op het veld van een dorpsgenoot. De rechtbank veroordeelt hem voor dit feit tot 700 fr. boete of 1 maand gevang.”
1934 – Zondag 8 juli : Beginnelingenkoers te Leest.
Uitslag 1.Van Gucht 2. Van Damme 3.Van Dyck. “Renner Robijns van Leest rijdt op een moto die op de weg stond…” (GvM, 9/7/34)
1934 – 9 juli – GvM : Onrustwekkende verdwijning Willebroeck.
“De genaamde Philomena De Borger, geboren te Leest, op 5 november 1912, wonende bij hare ouders, Overwinningstraat 58 te Willebroek, heeft sinds zondag 1 juli ll. de ouderlijke woning verlaten, en sinds 7.30 ure ’s avonds, is men er alle spoor van verloren. Daar men voor een gebeurlijk ongeluk vreest, worden door de politie opzoekingen gedaan naar het verdwenen meisje, dat nagenoeg beantwoordt aan onderstaande persoonsbeschrijving : Groot : 1,50 m; zwart haar; bruine oogen; witte sloeffen; zwarte kousen; roos kleed, met zwarten band van onder. Men veronderstelt ook dat het meisje zou kunnen ronddwalen in de omliggende gemeenten. Bij ontdekking er van, wordt men verzocht het meisje ter beschikking te houden, en de Willebroeksche politie te verwittigen. Teleoon : 109.”
1934 – 11 juli – GvM : Rechtbank van Mechelen – Wederzijdse slagen.
“De smid, C. Karel, wonende te Tisselt en C. Philomena, wonende te Leest, hadden op 7 mei ll. te Tisselt, onderling een bokspartijtje gehouden, zelfs had de tweede zich gewapend met een matrak. De rechtbank is met zulke dingen weinig gediend en stuurde den eerste naar huis met 350 fr. boete of 15 dagen gevang plus 700 fr. boete of 1 maand gevang. De tweede kwam er vanaf met 175 fr. boete of 3 dagen gevang, met uitstel van 3 jaar.”
1934 – 16 juli – GvM : Verpesting.
“In de jongste gemeenteraadszitting kloeg heer Houthuys terecht over de stank en bijkomende zaken, veroorzaakt door het straatmest, komende van Antwerpen en uitgestort aan de vaart tusschen Heffen en Battel. …
Om het even, de stad Mechelen kan in die kwestie weinig of niets uitrichten, dan met de besturen van LEEST en Heffen te Antwerpen protesteren tegen de hier bedoelde verpesting. …”
1934 – 20 juli – GvM : Plechtige prijsuitdelingen Sint Romboutscollege Mechelen.
“Deze plechtigheden zijn voor het College doorgegaan op woensdag 18 dezer voor de voorbereidende afdeling en donderdag 19 juli voor de leerlingen der beste Humaniora-afdelingen; de laatste onder het voorzitterschap van Mgr. Tessens, groot-vicaris, voorzitter van het groot seminarie alhier,en afgevaardigde van Zijne Eminentie den Kardinaal Aartsbisschop, bijgestaan door het Beschermingscommiteit van het College. De prijsuitdeling ging door in de grote feestzaal van het gesticht en was voorafgegaan door toneel- en toonkundig gedeelte, dat zeer in den smaak van het overtalrijk publiek viel, en ook allen bijval genoot. Moderne humaniora, vierde klas : eerste prijs, Alfons VAN ROEY, Leest.”
“Slaagden in het overgangsexamen van het 1ste naar het 2de studiejaar. Met voldoening : Selleslagh Amelie van Leest.”
1934 – 28 juli – GvM : Examenuitslagen Middelbare Land- en Tuinbouwschool Mechelen
“Uitgangsdiploma toegekend na drie studiejaren en na het afleggen van een theoretisch en practisch eindexamen, in aanwezigheid der afgevaardigden van Staat, Provincie en Beheerraad. Met de grootste onderscheiding : Lodewijk Robijns van Leest. Met voldoening : August Van Moer van Leest.”
1934 – 4 augustus – GvM : Examenuitslagen Hogere Normaalschool voor Landbouwhuishoudkunde Berlaer Tuinbouwafdeling.
Behaalde het diploma van tuinbouwhuishoudkundige regentes : V. Diddens, Leest.
1934 – 9 augustus – GvM : Ongeval.
“Bij het wegrijden veroorzaakte de auto van de firma Huyghebaert, in de St Jansstraat een ongeval dat hier ook weeral goed verliep. Aan de Apostolinnen stond de melkboer Jozef Steemans van Leest met zijn triporteur, en was melk aan het overgieten. Ten gevolge van de gans verwrongen as kon de voerder moeilijk het stuur van de wagen houden en reed de triporteur aan. De melkboer Steemans werd ten gronde geworpen, doch bekwam geen letsel. Echter zijn triporteur was gans ontredderd, en tientallen lieters melk gingen verloren. De politie, die verwittigd werd, heeft de nodige vaststellingen gedaan.”
1934 – Zaterdag 11 augustus : Fietsen gestolen.
“Vrouw Philomeen Van Loo, van Leest, uit de Kapellestraat 13, was zaterdagmorgen per fiets naar Mechelen gekomen. Zij plaatste haar rijwiel op de koer der herberg Teugels op de Graanmarkt, om in de tussentijd haar boodschappen te doen. Rond 11 uur kwam zij om haar rijwiel te halen maar het was verdwenen…”
1934 – 24 oktober : Begrafenis te Leest van Jan Borgers.
“Men verzoekt ons het overlijden te melden van Mijnheer Jan Borgers, echtg. van mevr.B. Huyghebaert, geboren te Mechelen, op 18 mei 1890, aldaar overleden op 20 oktober 1934. Bediend van de HH. Sacramenten. Lijkdienst, gevolgd van de begrafenis in de familiekelder te Leest, op woendag 24 oktober ten 11 ure in de kerk van O.L.Vr. over de Dijle. Vereniging ten sterfhuize, Van Benedenlei 63 Mechelen ten 10.30 ure.” (GvM, 23/10/1934)
Foto’s : -Ivo De Schoenmaeker. -Maria Paulina Jacobs.
1932 – Vrijdag 11 november : Woedende vrouw te Leest.
“De gezinnen D.P. en V. wonende te Leest, leefden sinds langen tijd in onmin. Vrouw D.P. , die zich vrijdag namiddag in een herberg bevond, zag daar vrouw V. voorbijgaan. In dolle woede sprong ze buiten en bracht haar vijandin twee stampen toe op den buik. Het slachtoffer zeeg neer en werd door geburen naar haar woning gebracht. De ongelukkig moest eene heelkundige bewerking ondergaan en haar toestand is uiterst zorgwekkend. De plichtige werd ter plaatse aangehouden. Zij uitte niets anders dan onsamenhangende woorden. Zij werd naar het gasthuis van Mechelen overgebracht alwaar men haar geestestoestand zal onderzoeken.” (GvM, 15/11/1932)
1932 – 31 december : Balans ‘NV Mechelsche Houthandel’.
Werd gepubliceerd in GvM van 1 maart 1933. In de beheerraad vonden we de naam terug van een Leestenaar : L. Moyson, zonder beroep uit Leest-bij-Mechelen.
1933 – De familie Scheers bij huwelijk Jozef Selleslagh – Clotilde ‘Mathilde’ Scheers.
Enkel het jaartal van dit huwelijk is me bekend. Clotilde, men noemde haar Mathilde, was de derde dochter van Jef Scheers en van Hendrika Van Causbroeck van de ‘Kroningerhoeve’ (ook ‘Cruininghemhof’ of ‘de hoeve van Scheers’). Vader Jan Jozef ‘Jef’ Scheers was te Leest geboren op 8 december 1869 en zou er overlijden op 22 april 1946. Hij was medestichter en lid van de fanfare St.-Cecilia van Hombeek-Plein. Moeder Sofie Hendrika Van Causbroeck was te Hombeek geboren op 13 oktober 1870. Zij overleed te Leest op 4 augustus 1965, op de drempel van haar 95ste verjaardag.
De naam ‘Cruyninghem’ zou afkomstig zijn van de aanvankelijke eigenaars. Het hoevetje zelf is een van de oudse best bewaarde gebouwtjes van Leest. Het staat reeds op de kaart van 1723 van Jan Van Acoleyen. Het deed toen dienst als buitenverblijf van kanunnik Blondeau. De schuur is van latere datum. Door erfenis kwam de Kroningerhoeve later aan de familie de Cannart d’Hannale-Dutrieu de Terdonck. De omwalling rond de weide achter de schuur gelegen, laat de mogelijkheid open dat op deze ‘motte’ in het verleden een gebouw zou hebben gestaan. De sporen van de vroegere grachten zijn nog te zien. (Foto’s onderaan)
1933 – Dinsdag 10 januari : Herbenoeming Victor De Laet.
“Dinsdag ll. kwam hier de tijding toe dat heer Victor De Laet door den Koning was herbenoemd tot burgemeester der gemeente. Vreugdeschoten werden gansch den dag door gelost. Goed heil, Burgemeester De Laet.” (GvM, 13/1)
Zijn benoeming verscheen in het Staatsblad van 9 januari 1933. (Foto onderaan)
1933 – Donderdag 16 februari : Jan Baptist Van Hoof verongelukt.
“Donderdag avond, rond half zeven, bestelde de 39-jarige broodvoerder J. Baptist Van Hoof, geboortig van Leest, en thans wonende Dorpsplaats te Heffen, als naar gewoonte brood op den Battelschen Steenweg. Het paard sloeg op hol en Van Hoof werd kreunend langs den weg gevonden met kwetsuren aan handen en hoofd. Hij werd binnengebracht bij Van Craen, waar De. Tambuyser hem verzorgde. De kwetsuren die niet erg bleken, hadden nochtans erge gevolgen : de gekwetste overleed kort nadien. Men vermoedt dat Van Hoof zich mistrapt heeft waardoor het paard op hol sloeg, ofwel is hij neergestuikt tijdens de dolle vlucht van het dier. Het lijk is naar het doodenhuis te Mechelen gevoerd.” (GvA, 18/2/1933)
Julia De Laet uit Leest behaalde het ‘uitgangsdiploma’ met onderscheiding. (GvM, 24/7)
1933 – Maandag 21 augustus : Gouden Bruiloft Jan Baptist Maes – Francisca De Maeyer.
‘Wannes’ en ‘Siska’ Maes – De Maeyer vierden die dag hun 50-jarig huwelijksjubileum. Gazet van Mechelen wijdde er volgend artikeltje aan : …vandaag maandag zal de gemeente Leest in volle feest en vreugde zijn en bij dit al voorzeker de Leestsche Heide de kroon spannen en niet zonder reden want daar woont het gelukkig echtpaar dat vandaag zijn vijftigjarig huwelijk herdenkt en ook zal vieren te midden van een talrijken familiekring en al de bewoners der gemeente. Het gelukkig echtpaar is J.B. Maes en Fr. De Maeyer, landbouwers wonende Thisseltbaan. De jubilaris is afkomstig van Ruysbroeck, bij Willebroeck, waar hij geboren werd op 16 januari 1853. Zijne vrouw is van Leest, geboren op 2 november 1861. Beiden stapten te Leest in het huwelijksbootje op 21 augustus 1883 en namen in het huwelijksschuitje 7 jonge matroosjes (vijf jongens en twee meisjes) op, waarvan er nog 6 leven, met een eeregevolg van 22 nakomelingen , wat al aantoont dat we hier voor een van die brave burenfamilies staan welke de eer van ons Vlaamsche ras uitmaken. Omtrent de feestviering moeten we zeggen, dat deze met eene plechtige Dankmis zal ingezet worden ; dat eene officiële ontvangst op het gemeentehuis zal volgen en kortom, dat het er zal spannen te Leest, want Jan en Francisca worden door alleman gaarne gezien.” (GvM, 21/8/1933)
Francisca De Maeyer was te Leest geboren op 2 november 1861 als dochter van Willem en Maria Marnef. Jan Baptist ‘Wannes’ was op 16 januari 1852 te Ruisbroek geboren. Hij overleed als weduwnaar te Leest op 2 december 1940. “Hij was een man, eenvoudig en oprecht van harte, vreesde God, vluchtte het kwaad en volhardde in de onschuld…” aldus zijn gedachtenisprentje. (Foto onderaan)
1933 – 2 oktober : Pieter Frans Edw. Van der Meeren, oud-pastoor van Terhagen, begraven te Leest.
De pastoor overleed te Mechelen, Dageraadstraat 53 op 29 september 1933 op 83-jarige leeftijd. De lijkdienst vond plaats op 2 oktober om 11 uur in de parochiale kerk van het H. Hart en onmiddellijk daarna volgde de teraardebestelling in de familiegrond op het kerkhof van Leest. (GvM, 30/9)
1933 – 28 oktober – GvM : Rechtbank van Mechelen.
“Zekere vrouw Joanna C., wonende te Leest, stond onder beschuldiging van te Tisselt, ten nadele van Doms Emiel, een partij veldvruchten moedwillig te hebben vernield. De rechtbank veroordeelt haar voor dat feit, voorgekomen op 30 augustus 1933, tot eene boete van 350 fr., of 15 dagen gevang, met uitstel 3 jaar.”
1933 – 30 oktober : Een kloosterlinge als onderwijzeres.
“De gemeenteraad besluit een kloosterlinge als onderwijzeres te benoemen ‘alzoo vermijdende van altijd maar verschillende interims te moeten aanstellen hetgeen onvermijdelijk nadelig is voor het onderwijs’.” (“DB”, oktober 1957)
Foto’s : -Centraal in beeld de pasgehuwden Jef en Clotilde Selleslagh-Scheers. -De Kroningerhoeve in 1723 naar Van Acoleyn. -Dezelfde hoeve in 1981. -De Kroningerhoeve anno 2012. -Burgemeester Victor De Laet. -Jubilarissen Wannes en Siska Maes-De Maeyer omringd door familie en vrienden.
Die dag vond, op initiatief van het Davidsfonds en enkele andere plaatselijke verenigingen de viering en herdenking van de Guldensporenslag plaats. Om 15 uur startte een optocht op de Heide waarna er een feestzitting plaats had in zaal ‘De Roozelaar’ met een feestrede van J. De Vroe. (GvA, 18/7)
1931 – 31 juli – GvA : Examenuitslagen Leestenaars.
Middelbare land- en tuinbouwschool van Mechelen.
Eerste studiejaar overg. naar het tweede jaar met grote onderscheiding :Cyr. Verschueren. Voldoening : Selleslagh Jan.
Derde studiejaar – Uitgangsexaam : met onderscheiding : Frans Voet.
1931 – 28 september : J. Maes kreeg toestemming uitbating autobusdienst
“Een koninklijk besluit, dagtekenend 28 september 1931, heeft de beraadslaging van 29 juli goedgekeurd, waarbij de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen de heer Maes J. van Mechelen, gemachtigd heeft voor een termijn eindigend op 24 juli 1940, tot het uitbaten van een openbare en regelmatige autobusdienst :
a)dagelijks tussen Mechelen (Graanmarkt) en Tisselt, langs Hombeek en Leest.
b) wekelijks en op de kermisdagen , tussen Tisselt en Willebroek.” (GvA, 10/10/1931)
1931 – 28 november : Botervervalsing.
“Vrouw V., uit Leest, had zich te verantwoorden voor het verkoopen van vervalschte boter, of boter welke 20 ten honderd andere stoffen bevatte dan ware boter. De rechtbank veroordeelt haar tot eene geldboete van 700 fr. of 1 maand gevang, met uitstel tot 4 jaar.”(GvM)
1932 – Maandag 11 januari : Schielijke dood “Heffen. -
"Maandagavond kwam de 52-jarige Lod. Van Aken, wonende in ’t dorp, van een teerfeest uit Leest. Hij ging langs de Zennedijk huiswaarts. Zijn zoon die aan hetzelfde feest deelnam, ging veel later naar huis en langs denzelfden weg. Halverwegen vond hij een manspersoon op den dijk liggen, die opgehouden had te leven. Bij nader toezien herkende de zoon het lijk van zijn vader, die door een schielijken dood werd getroffen.” (GvM, 13/1/1932)
1932 – 4 maart : Begrafenis te Leest van ere-notaris Alfred Van Melckebeke.
De notaris was geboren te Mechelen op 12 juli 1853 en de lijkdienst had plaats gehad in de parochiale kerk O.L.Vrouw over de Dijle te Mechelen. Alfred Van Melckebeke was gehuwd met Livina Adam. (GvM, 3/3/1932)
1932 – 9 juni – GvM : Leestenaar aangerand te Blaasveld.
“Toen de 48-jarige werkman Pateet, wonende Scheerstraat te Leest, ’s avonds van Breendonk kwam, werd hij in de Klaterstraat aangevallen door onbekenden, die hem afranselden en zijn geldtas met 140 fr. robberden.”
1932 – 27 juli : Examenuitslagen van Leestenaars in GvM
Middelbare land- en tuinbouwschool van Mechelen
Overgang van het 1e naar het 2de studiejaar met grote onderscheiding : Albert Bruggemans.
Met voldoening : Robeyns L.
Overgangsexamen van het 2de naar het 3de studiejaar met grote onderscheiding : Cyriel Verschueren. Jan Selleslagh met onderscheiding. (GvM, 27/7/1932)
1932 – Zondag 9 oktober : Kiezersherrie
“Zondag avond bij het bekend maken der kiezingsuitslagen , ontstond er aan het gemeentehuis wat herrie. Ten gevolg van uitlatingen van een genaamden Verbist kreeg deze het aan den stok met tegenstanders. De heer burgemeester De Laet, met zijn veldwachter, kwam er tusschen en stelde een einde aan deze herrie.” (GvM, 11/10/1932)
Op 15 oktober dat jaar publiceerde de krant een rechtzetting : “Uit nadere toelichting is gebleken dat er van geen herrie is sprake geweest en dus ook de drie vermelde personen aan dat al vreemd zijn gebleven.”
1932 – Zondag 30 oktober : Verkiezingen –
‘Uitroeping van kandidaten te Mechelen Kath. Arrondissementsverenigng De bijeenkomst der afgevaardigden der drie standen : boeren en hoeveniers, werklieden en bedienden en middenstanders en burgers, zondag namiddag, ten 2.30 ure gehouden in de grote feestzaal van ‘St-Jozefskring’, is onder elke oogpunt een veropenbaring geweest inzake partijleven en partijbedrijvigheid. Nooit was de opkomst zo groot en zoo instemmend als verleden zondag. Aan dat gevoel dachten we eerst uiting te geven. De Uitroeping Heer ridder Dessain, voorzitter der Kath. Arr. Vereeniging, nam bij het eerste deel der zitting het voorzitterschap waar en stelde de vergadering in kennis met de rangorde en de titularissen voor de Wetgevende en Provinciale verkiezingen van 27 november en 4 december, zooals deze door de verschillende standen was aangenomen en ingevuld…”
Op de lijst van de ‘werkelijke kandidaten’ voor de Senaat stond uittredend senator en burgemeester van Mechelen Ridder Dessain als eerste. Op de vierde plaats vonden we burgemeester De Laet van Leest terug. (GvA)
1932 – 3 november : Meester De Leers contra onderpastoor Cleeren.
Om kwart voor negen in de ochtend stapte meester De Leers aan het hoofd zijner kudde kinderen, een 30-tal (waaronder Jefke Vloeberghen en Victor Van Hoof uit de Scheerstraat die dit verhaal bevestigden) naar de kerk. De bedoeling : een gezamelijke biecht die zou afgenomen worden door onderpastoor Cleeren.
Toen de meester met zijn pupillen de kerk wou betreden werd hem dit belet door de onderpastoor die de toegang versperde aan de meester door op de bovenste trap van het kerkportaal te staan. Er brak een felle woordenwisseling uit tussen die twee, meester De Leers zou zich niet aan het uur van afspraak gehouden hebben en was veel te laat gekomen. Het één woord bracht een ander mee en weldra ontaarde de ruzie in een fikse vechtpartij en vielen er klappen. Voor het aanschijn van de hele klas kinderen rolden de beide kemphanen op de stoffige stenen van het kerkportaal.
De meester zal daarbij wel het onderspit gedolven hebben want Jozef Cleeren had in zijn jeugd nog aan boksen gedaan… In elk geval diende meester De Leers later klacht in bij veldwachter Huybrechts (zie kopie) . De afloop daarvan is ons onbekend.
Bijgevoegd : -De klacht van meester De Leers. -Jozef Cleeren. -Jan Baptist De Leers.
1931 – Maandag 6 april (Tweede Paasdag) : Een jonge Hombekenaar op Posse Leest.
Hombekenaar Louis Buelens in ’t Ridderke nr. 4 van oktober 2004 :
“De paasweek van 1931” “…ik had er vol verwachting naar uit gekeken. De eerste keer dat ik op eigen benen op ‘beeweg’ naar Posse Leest zou gaan. Tot nu toe was dat een bedevaart onder moeders hoede : zonder verantwoordelijkheid, met weinig verdienste, een meelopen als vijfde wiel aan de wagen. Nu kon ik mijn eigen schema opstellen : eerbiedig de mis volgen, het te zegenen gaan vooraan in de kerk, een geldstuk onder het latwerk werpen, en driemaal biddend rond de kerk gaan.
Tijdens de rondgang moet men onophoudelijk bidden voor Sint-Cornelius, patroon tegen de stuipen en alle andere kinderziekten maar ook tegen vallende ziekte, reumatis en nog ergere kwalen.
De bedevaart naar Posse-Leest was een regulier ritueel in de kerkelijke kalender. Deze rite werd overgedragen van moeder op dochter : zij waren beter op de hoogte van alle kerkelijke reglementen en godsdienstige gebruiken. De mannen kenden daar niks van maar volgden gedwee de voorschriften, kwestie van in vrede te leven met de gelukzalige voorspreker maar vooral ook met moeder-de-vrouw.
Dit jaar zou ik zelf de zaak in eigen hand nemen en vertegenwoordigde aldus ons hele gezin. Ik keek niet op een paar vaderonzen en kneep mijn ogen toe tijdens de mis om zeker niet verstrooid te geraken. Tweemaal schoof ik aan voor het genadebeeld : eenmaal met offergeld en de tweede maal gratis. Op dat ene solleke kon het ook niet aankomen en voor Cornelis kwam devotie zeker voor geldgewin. We gingen misschien wel vier keer rond de kerk, als de mis niet te lang duurde. Sommige heel goede kristenen deden dat ook, zo vertelde moeder ons. Dat waren mensen met veel tijd die geen koeien hadden die op hen stonden te wachten. Eerlijk gezegd, wij hadden geen stuipen of andere kwalijke kinderziekten gehad; Sint Cornelis zal met de aanpak van moeder wel content geweest zijn. Ze was van Leest; dat zal ook wel een rol gespeeld hebben. In haar geboortedorp was Cornelis de voornaamste goddelijk voorspreker. Hij stelde Sint Niklaas, de patroon van de parochie, in de schaduw wat geen teken van enige zichtbare rivaliteit opleverde tenzij in het laadvermogen van de offerblok. …
Het was een zonnige maandagmorgen, echt ‘beeweg’ weer. Na een stevige wasbeurt met veel schuim kreeg ik toch nog een er klassiek bijhorende controle. Moeder kende mijn zwakke plekken; hals en oren werden langs alle kanten gekeurd en naar het licht gehouden… Op de tafel werden twee stapeltjes geld gelegd. ‘Dit is voor de stoel, de schaal en om te offeren. Uw geld goed ver van het lattenwerk werpen anders gaat het verloren. En dat is om op de foor iets te kopen, maar iets meebrengen voor uw zussen, en goed op uw centen passen tussen al dat volk, en braaf zijn en op tijd thuis zijn voor het eten.’
...
Tist en Beire waren op post en weldra op de Leestse Kouter sloten we ons aan bij andere groepen uit het dorp en van verderop. Posse Leest was overbekend en werd druk bezocht. Meestal waren het moeders met hun kinderen maar hier en daar liep er ook een man bij met een hoogrode kop en zichtbaar in acute ademnood. Regelmatig wurmde hij een paar vingers tussen keel en kol om de nodige zuurstof te krijgen. -‘Ne mens is die halsband niet gewoon, maar vrouwenwetten zijn soms sterker dan gezond verstand, en wij zijn gewoon water bij de wijn te doen.’ Na de mis kreeg dat bovenste knoopje rap een draai.
De Dorpstraat was een mierennest van drummende mensen. Men wilde zo rap mogelijk binnen de kerk zijn om nog een stoel te bemachtigen. De mannen van de achturenmis haastten zich om bij Noldus of in een ander café binnen te geraken, om daar de smaak van de wierook weg te spoelen en hun keel terug open te krijgen. Aan de kerkdeur was het nog erger. De ene helft van het portaal was één en al geduw en gewring om binnen te geraken, de andere helft werd vrij gehouden voor hen die naar buiten wilden. De mis begon al en het volk stond daar nog opeengepakt tot buiten de poort; geen middel om nog binnen te geraken. Wij waren die morgen al naar de vroegmis geweest en moesten niet langer geweld gebruiken om vooraan te geraken; de haastigen mochten voorgaan. We zochten dan maar een plaatsje tegen het ijzeren hekken naast de kerkhofmuur. We hoorden de muziek en de priester wel maar zagen enkel pluimen en siersels op vrouwenhoeden en enkele lichtende plekken van kale mannenschedels.
…
De warmte uit de kerk kwam ons toegewaaid : een van microben bezwangerde lucht, goed om er een zware ziekte van te krijgen. Den Beire bracht te berde dat zulke plechtige kerkdiensten geweldig lang konden duren. Hij had meer aandacht voor wat er op straat gebeurde. Posse Leest was toch ook wat er op de kramen te zien was, dacht hij hardop. Het belgerinkel kondigde het begin van de consecratie aan. Dat was toch het bijzonderste deel van een mis en de rest kwam erbij om niet te brutaal te moeten stoppen. -‘Zouden we niet best aan de rondgang beginnen, terwijl het nog rustig is ?’ Dat was een goed gedacht, dan konden we ons daarop concentreren. Er waren weinig mensen op het kerkhof en we schoten goed op. Als we na de tweede ronde voor de poort belandden, was de mis gedaan. Een grote groep kwam buiten gedrumd en nam ons willens-nillens mee de straat op. Aan binnen geraken viel niet meer te denken, zuchtend en puffend stroomden we mee de poort uit. We zochten naar wat koele lucht en verfrissing. Cornelis en soortgenoten zouden ons wel begrijpen. Onze bedoelingen waren goed maar tegen een golf van geweld was nu eenmaal niets opgewassen. We belandden op de foor. Het smoutbollenkraam stuurde zijn vette geurige walmen over de mensenmassa. Dat kregen we niet alle dagen op tafel, dat hadden we zeker verdiend. Ook het schietkraam moesten we met een bezoek vereren. De papieren roos kreeg men niet cadeau. Dat verried een scherp zicht en vaste hand. Er zijn weinig jonge mannen zonder die eigenschappen, als men op de rozen te werk gaat. Bij het viskraam konden een hele boel nuttige zaken uit de bak opgehaald worden : zakmessen, spiegeltjes, poederdozen, sigarettendozen, poppen en allerlei diertjes en postuurtjes. Alle vislijnen waren bezet, we konden rustig eerst onze keuze maken. Uiterst links stond een kleine vent zich koortsachtig af te sloven om een pluchen beertje aan de haak te slaan. Ver voorovergebogen, de rug haaks gekromd, trachtte hij zich op de punt van de tenen staande te houden. Telkens als hij nauwkeurig gemikt had, ging de haak rakelings naast het kleine ringetje in het heelal verloren en was zijn kans verkeken. Wie had nu interesse in een pluchen diertje, terwijl daar messen en sigarettendozen naast lagen. … Wij waagden ook nog een kans om dat zakmes op te halen maar waren even onhandig als Guske.
De uren waren voorbij gevlogen. Aan het snoepkraam dacht ik aan mijn zusjes. Het stoel-, schaal- en offergeld kwam hierbij goed van pas. Dan hadden ze thuis iets dat met de beeweg sterk verbonden was. Sint-Cornelius begreep dat wel. Hij had ook wel gezien dat het bijna onmogelijk was om in de kerk te geraken. Volgend jaar zouden we dat driedubbel vergelden en onze goede wil hadden we toch getoond. Met die troostende gedachten draaiden we de Kouter in. We hadden een goed gevoel…”
1931 – 16 april - Schepencollege : Dispuut hoofdonderwijzer-onderpastoor.
“Gezien het schrijven van Eerw. Heer Cleeren, onderpastoor, klagende dat hij bij sluiting der poort van de jongensschool, niet in de klas kan om nazicht te doen over de lessen van godsdienst en gewijde geschiedenis, en tevens bij bezoek in de school, de handeling van Mr De Leers laakt. Er zal aan Mr Stuyck (noot : de “schoolopziener”) gevraagd worden, om in die zaak handelend te willen tusschen komen als Kontonalen opziener, doch, er zal aan den heer onderpastoor gevraagd worden of hij die handeling bijtreedt.”
Dat was niet het eerste en het laatste dispuut tussen meester De Leers en onderpastoor Cleeren. De onverzettelijke Vlaamse overtuiging van Jozef Cleeren had hem eerder al in conflict gebracht met kardinaal Mercier en in Leest was er geen grotere “Belgicist” dan de hoofdonderwijzer. Hun relatie kende een absoluut dieptepunt toen ze aan de ingang van de kerk op de vuist gingen (zie 3/11/1932).
1930 – 19 juni : Wijziging van het sluitingsuur der drankhuizen.
“...de openbare plaatsen, alwaar men drank verkoopt zullen alle dagen worden gesloten van den 1ste april tot den 30ste september om 1 ure ’s nachts en het blijven tot 4 ure ’s morgends, en van 1 october tot den 31ste maart om 12 ure middernacht en het blijven tot 4 ure ’s morgends. Om te voorkomen dat de schikking van dezen artikel niet worde verijdeld, is het aan eeniegelijk verboden zich te verzamelen na de uren in zelven artikel vermeld, voor de deuren der herbergen of op andere plaatsen, am aldaar te drinken of gezelschappen te maken...” (GR)
Dit reglement van politie werd aan de verschillende herbergiers (30) van de gemeente ter hand gesteld en daarvan werd volgende lijst opgemaakt :
1930 – 18 februari : Bouwingen en verbouwingen sedert 1927.
Aan Mijnheer de Toeziener der Fiskale Taksen, Leopoldstraat 41 Mechelen.
Tot gevolg aan uwe vraag van den 13e dezer geven wij Ued. hieronder de aanduidingen der personen welke in de gemeente nieuwe bouwingen en herbouwingen deden sedert 1927.
-Verbruggen Constant, Koeistraat 25, bijbouwing.
-De Smedt-Verbergt Edward, Bist, bijbouwing.
-Van Loo-Diddens Jan Frans, Blaesveltstr 3, bijbouwing.
-Leemans-De Muyer Jan, Blaesveltstraat 12, nieuw huis.
1931 – 4 juli : Overlijden van Jozef Cyriel SELLESLAGH
“Eerwaarde Heer Jozef Cyriel SELLESLAGH, Onderpastoor van St.Willibrordusparochie te Berchem. Geboren te Leest op 13 mei 1882, godsvruchtig in den Heer ontslapen te Berchem, op 4 juli 1931. Bediend van de HH. Sacramenten. De lijkdienst op dinsdag 7 juli, ten 10 ure, in de parochiekerk van den H. Willibrordus. Vereeniging in de kerk. De begrafenis zal plaats hebben te Berchem. Een tweede dienst, vanwege het Kerkfabriek, zal plaats hebben op vrijdag 10 juli ten 10 ure. De vrienden en kennissen welke bij vergetelheid geen doodsbericht zouden ontvangen hebben, worden verzocht dit bericht als dusdanig te aanzien. St. Hubertusstraat 17.” (GvA, 6/7/1931)
Cyriel Selleslagh was te Leest geboren op 13 mei 1882 als oudste kind uit het gezin van Jan Frans Selleslagh (°Leest 24/8/1857, +Mechelen 29/2/1896) en van Dominica Van den Brande (Kapelle-op-den-Bos 6/1/1861, +Leest 19/12/1915).
Van de tien kinderen in dat gezin zouden er twee zeer jong overlijden en was Victor, de latere populaire schoomeester van de jongensschool, de jongste telg. De vader van het gezin Selleslagh kwam tragisch aan zijn einde. Tijdens zijn werk als seingever bij de N.M.B.S. raakte hij op 29 februari 1896 geplet tussen de buffers van twee treinstellen. Zolang hij zich tussen die buffers bevond kon hij praten met de hulpverleners maar zodra de treinstellen uit elkaar werden getrokken overleed hij onmiddellijk. Hij liet een weduwe na met acht kinderen waarvan Cyriel als oudste amper veertien was. De tegemoetkomingen na het ongeval waren ontoereikend om de zware gezinslast te dragen en moeder kon de touwtjes aan mekaar knopen door de uitbating van een herberg, kruidenierswinkel en feestzaal tegenover de kerk van Leest. Zij runde ‘Feestzaal Eldorado’ tot aan haar plotse dood op 19 december 1915.
Op 23 januari 1902 ontving ‘Mijnheer Cyriel Selleslagh leerling in Wijsbegeerte te Mechelen’ volgende brief, ondertekend door de burgemeester van Leest : “Bij deze heb ik de eer U de goede ontvangst te melden van uwe gedane vraag tot vrijstelling van den Militairen dienst, in hoedanigheid van leerling in wijsbegeerte van onbemiddelde ouders. De stukken in te dienen tot staving uwer vraag zullen in behoorlijken tijde opgemaakt worden…”
“Wij werden streng opgevoed,” vertelde Victor Selleslagh later, “basis voor een formidabele samenhorigheid in ons gezin, en algehele inzet voor elkaar. Ook aan leute ontbrak het zeker niet. Zij die ons genegen waren, en dat waren er zeer velen, keerden na bezoek geamuseerd huiswaarts. Het was bij ons echt de zoete inval. Sommigen suggereerden zelfs de naam Eldorado te vervangen door ‘In de Zoete Inval’. Ons moeder was streng maar tevens een graag geziene figuur in onze Leestse gemeenschap.”
Op 25 mei 1907 werd Cyriel priester gewijd te Mechelen en de volgende dag droeg hij zijn eremis op te Leest. Op 17 september 1907 werd hij leraar aan het Sint-Stanislasgesticht te Berchem en op 20 juni 1909 werd hij onderpastoor op de Sint-Willibrordusparochie eveneens te Berchem. Daar overleed hij onverwacht op 4 juli 1931 nadat hij die nacht iemand de ziekenzalving had toegediend.
Cyriel Selleslagh was in het bezit van een bijzondere zeventiende-eeuwse beker/kelk die hij ooit gekregen had van zijn Kapelse vriend kanunnik J. Muyldermans. Volgens Wilfried Hellemans zou de kanunnik de beker op zijn beurt gekregen hebben van de Leestse pastoor Jozef Verbist en stond er op gegraveerd : “BEWIJS /van genegenheid / AAN DEN / Eerweerdigen heer / J. Verbist Onderpastoor te Leest / by Mechelen / 1875”. De kanunnik had erbij genoteerd dat de beker afkomstig was uit de abdij van Tongerlo. (“De Sint-Niklaasparochie in Leest”)
Volgens de familie Selleslagh zou de kanunnik de kelk gekregen hebben van pastoor Joris, toen pastoor in Kapelle-op-den-Bos en was volgende tekst gegraveerd : “van Pastoor Joris, Pastoor van Kapelle o/d Bosch aan kanunnik Jaak Muyldermans”. Cyriel Selleslagh zou de kelk gekregen hebben omdat zijn moeder Dominica Van den Brande afkomstig was van Kapelle-op-den-Bos. Cyriel Selleslagh schonk het kleinood uiteindelijk aan Mathilde Hellemans, toen schoolhoofd in Leest, met het verzoek die later te schenken aan John Hellemans, toen priester in opleiding. Mathilde liet er na de dood van Cyriel Selleslagh volgende tekst liet in graveren : “Ter Herinnering / VAN WIJLEN DEN / EERW. HEER / Selleslagh / 4-7-1931.”
Na de dood van John Hellemans erfde Mia (Maria) Hellemans de kelk en schonk hem op 26/8/1998 aan Wilfried Hellemans. Broer Victor schreef eigenhandig het in Gazet van Antwerpen verschenen In Memoriam over :
"Het plots en totaal onverwacht overlijden van Eerw. Heer C. Selleslagh, eerste onderpastoor der Willibrordusparochie, heeft niet enkel in de oude parochie, maar in gansch de gemeente een groote verslagenheid teweeg gebracht. Vrijdag jongstleden hadden velen den Eerw. Heer Onderpastoor nog in de straten van Berchem gezien en gegroet. Des avonds had hij zelfs het lof gezongen en achteraf vertelde hij nog, op eene wijze hem alleen eigen, enkele grappige moppen. In ’t midden van den nacht van Vrijdag op Zaterdag, kwam men hem opbellen om mevrouw Weduwe Leclef, die plots erg ongesteld was geworden, de laatste troostmiddelen der H. Kerk toe te dienen. Zoo moedig als ’t maar eenigszins mogelijk was ijlde de steeds gedienstige geestelijke naar het bed der stervende. Na de laatste H. Sacramenten ontvangen te hebben, verwisselde Mevrouw Leclef het tijdelijke met het eeuwige. Dit plotse verscheiden maakte een grote indruk op op E.H. Selleslagh, zoodanig zelfs dat wanneer hij, moe van zich te haasten, terug ten zijnent kwam, hij zegde zich ongesteld te voelen…enkele oogenblikken later viel de Eerw. Heer in onmacht en wanneer zijn huishoudster, die spoedig om eene dokter en Z.E.H. Hendrickx, bestuurder van St. Stanislasgesticht was geloopen, naast haar meester neerknielde en hem vroeg of hij niets meer te zeggen had, opende hij nog even de oogen als wou hij zeggen : ’t is mij niet meer mogelijk…zijn hoofd zonk op de borst en E.H. Selleslagh was overleden. Thans luiden de doodsklokken over den daareven nog frisch-gezonden, levensblijen, braven en voorbeeldigen dienaar Gods. Ontelbaar zijn de geloovigen die het stoffelijk overschot van den zoo diep betreurden priester zijn gaan groeten. De parochianen van St.Willibrordus hadden toch zulke groote achting voor hem. Was hij geen Berchemnaar zoals zij ? Hij werd weliswaar geboren te Leest bij Mechelen op 13 mei 1882, doch priester gewijd op 25 Mei 1907, zoo kwam hij op 17 September daarop volgend als leeraar aan het St Stanislasgesticht naar Berchem, waar hij zich twaalf jaar lang, geheel aan de opvoeding onzer jeugd wijdde. Op 30 juni 1919 verliet hij het gesticht om als onderpastoor de plaats in te nemen van E.H. Leysen, die pastoor geworden was te Meerhout. Heel zijn priesterlijke loopbaan heeft hij dus te Berchem doorgebracht. De omgeveer 25 jaren die hij midden Berchemnaren doorbracht, hebben hem eenieders sympathie en genegenheid doen winnen. Hij kon zoo goed zijn voor de menschen. Altijd was hij bereid om hulp te bieden. Altijd was hij te vinden om met een opgeruimd en blijmoedig woord moed te geven. Levenslustig als hij was, verblijdde hij het leven van allen die met hem omgingen. Zijn Eerw. Heeren collegas droegen hem op de handen. Hij was eenvoudig en oprecht voor allen. ’s Heeren wil geschiede. Heden, op den dag van zijn naamfeest, werd de dierbare aflijvige ter aarde besteld onder een overgrooten toeloop van volk, de burgerlijke overheid, ontelbare priesters en een tallooze schaar parochianen. Moge de ziel van dezen dienaar Gods bij uitstek, reeds haar eeuwig loon verkregen hebben.”
Foto’s : -Herinnering aan de eremis van Cyriel Selleslagh. -Onderpastoor Cyriel Selleslagh. -De kerk van de St.Willibrordusparochie aan de Grotesteenweg te Berchem. -Cyriel Selleslagh op oudere leeftijd. -De kelk die hij kreeg van kanunnik Muyldermans.