“Op zondagen 7, 14, 21 en 28 juni en op 5 juli 1959 : grote vijfdaagse met oude duiven uit Quievrain. Lokalen te Battel, te Heffen, te Hombeek-Heike en te Leest : De Croes, Dorp 24 en Geerts, Kleine Heide 19.” (DB) Hierna enkele sprokkels over de Leestse duivenmelkers :
Duivenmelkers en Leest
Albert Huysmans (DB, mei 1979) : “Tot voor de Eerste Wereldoorlog had elke duivenmelker de hulp van snellopers die na een sprint van 10 meter elkaar aflosten. Soms moesten de ringen, van af het hok uit een slechte richting geworpen of door mispakken der wachtenden, sakkerend ten gronde worden gezocht om dan met tijdsverlies het stempellokaal te bereiken. Duivenlokalen: in 1831 in Rome, 1919 Klein Heide, 1930 Het Fort.”
LG, blz. 197 :‘De Luchtreiziger’, zo luidde de naam van de duivenmelkersbond van Leest, die zijn lokaal had in ‘café Rome’ bij Pier Sijmons in de Dorpsstraat (vlak tegenover het latere St.-Cecilialokaal). Voor 14-18 hingen in dit café wel twintig ‘regulateurs’ aan de muur : de winnaar kreeg immers een slingeruurwerk. Gust De Prins (DB, maart 1976) : “Vroeger moest men de duif na haar aankomst in een zakje steken, om er dan mee naar het lokaal te hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk aangebracht in de vleugel was het enige en officiële ‘bestatigingsmiddel’. Later kwamen de caoutchouc-rekkers en de constateurs op de markt. Oef ! Wat was dat een vooruitgang en voor de melker werd het aardig wat gemakkelijker. Wat was dat toch een tijd, toen we soms uren, zo niet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der lossing nooit iets afwetend..’ Lange tijd was er slechts één constateur op het dorp. Dan was het een kwestie van rap te zijn : de duif werd opgevangen in de duiventil, het ringetje werd van het pootje gerukt en naar onder geworpen. Beneden stond iemand klaar om ermee naar de constateur te spurten. Het werd een aflossingskoers naar het lokaal.”
Website De Luchtreizigers Leest – 18/7/2004: “Reeds van bij de stichting van de duivenbond, rond 1905, heette deze De Luchtreizigers. Het lokaal was toen gevestigd in café Rome in de Dorpsstraat, tegenover het lokaal van de fanfare. Nadien is het verhuisd naar café De Zwaan op de hoek Dorpsstraat, Kouter. Daar bleef de duivenbond gevestigd tot Sinksen 1974. Toen is bij stemming beslist om naar onze huidige locatie te trekken, namelijk café In den Bareel, tegenover de kerk. Louis Polfliet zaliger uit de Kouter was toen de voorzitter. Andere oud-voorzitters zijn Emiel De Maeyer, Eugeen Vloeberghen en Henri Kestens. Vroeger waren er twee duivenbonden in Leest : Leest-Dorp en Leest-Heide. In 1991 echter hield de duivenbond van Leest-Heide, ‘De Snelle Vlucht’, het voor bekeken. Toen ook in 2001 de duivenbond van Tisselt met ons fusioneerde kwamen we uit op ongeveer 70 (noot: of meer cijfer na de 0 is onleesbaar) hoklijsten, (leden). Vroeger maakten we deel uit van het samenspel Het Zesverbond, met als maatschappijen : Leest-Dorp, Leest-Heide, Battel, Hombeek-Dorp, Hombeek-Heike en Heffen. Sindsdien hebben we een verbond dat luistert naar de naam ‘Tussen Vaart & Zenne’ met als maatschappijen : Leest-Dorp, Tisselt (tot 2001), Blaasveld en Ramsdonk over het spel op Quievrain. Voor ons Noyonspel maken ook nog Wolvertem en Meise deel uit van dit samenspel.”
Gazet van Mechelen 14 april 1983 : “Recht voor Allen (Zesverbond) - Samenspel met De Luchtreizigers (Leest), De Verenigde Vrienden (Hombeek), Het Vliegmachien (Heike), De Snelle Vlucht (Leest-Heide), De Jonge Liefhebbers (Heffen) en De Luchtklievers (Battel).
Voorzitter : Frans V.D. Broeck. Secretaris : Jan Geerts. Kassier : Jos Geerts. Vergezeller : V.D.Eynde – Van Dijck. Toegelaten afstand Quiévrain 91 km. Voor Quiévrain wordt ingekorfd volgens beurtrol. Voor Noyon wordt samengespeeld met Noord-Brabant en Hombeek. Inkorven bij De Laet, Dorp Leest, van 14 tot 15u.”
De Band op bezoek bij duivenmelker Gust De Prins (maart 1976) :“Dit artikel over één van onze oudste Leestenaars Gust De Prins lag klaar om te verschijnen, toen we de dorpsklok hoorden luiden over zijn dood. Daardoor wordt dit artikel tragisch actueel. Gust De Prins, de ‘guide’ genoemd, omdat hij als oudstrijder 14-18 bij het eliteregiment ‘de Gidsen’ (les Guides) had gediend. We laten dit artikel verschijnen in aandenken aan hem."
Op bezoek bij de oudste duivenmelker van Leest : Gust De Prins uit de Alemsteraat ! Wij waren nog geen vijf minuten bij hem thuis of hij had al een duifje ter hand. ‘Er steekt kwaliteit in dat beestje !’ zegt Gust, en hij kan het weten na een tachtigjarige ervaring als duivenmelker. Gust is nog een vooroorlogse crack en heeft zijn naam eer aangedaan in zijn duivenmelkersloopbaan. Het grootste succes als duivenliefhebber kende hij in het jaar 1969, dan won hij immers de interprovinciale vlucht vanuit Bordeaux, ingericht door het Zuid-Antwerps verbond, en daar namen bijna 1.700 duiven aan deel : een uitslag die iedere melker wel eens op zijn palmares zou willen schrijven. In datzelfde jaar wist hij nog een 1 mei-prijskamp weg te kapen over gans de provincie Antwerpen, waaraan duizenden duiven deelnemen. Voor die overwinning mocht hij een gouden uurwerk in ontvangst nemen. Op een sappige manier vertelde hij hoe hij begon met de duiven : dat begon in 1897 toen hij 13 jaar was en men de hedendaagse vervoermiddelen nog moest produceren. Wekelijks stapte het Gustje van toen, met de mand aan een stokje gehangen, en het geheel op zijn schouders tillend, naar Mechelen. Een wandeling van zowat om en rond de 15 km. Dit alles om toch maar met de duifjes te kunnen spelen. Hij kan nog vertellen van de tijd toen men de duif na haar aankomst in een zakje moest steken, om er dan mee naar het lokaal te hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk aangebracht in een vleugel was het enige en officieel bestatigingsmiddel. Later, en gelukkig maar, zegt onze gast, kwamen de caoutchouc-rekken en de constateurs op de markt. Oef ! Wat was dat toch een vooruitgang en voor de melker werd het aardig wat gemakkelijker. Wat was dat toch een tijd, zo gaat hij verder, toen we soms uren, zo niet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der lossing nooit iets afwetend. Wie weet, staat zijn overwinning van nu niet in verband met de dagen van toen ? Want toen ik Gust de vraag stelde wat er hem in feite toe aanzette op zo’n hoge leeftijd nog aan fondvluchten deel te nemen (hij is immers niet aan zijn proefstuk toe), kreeg ik een lachend maar gemeend antwoord, dat mij eerder onverwacht aankwam : ’t is omdat ik graag op duiven let. Misschien omdat ik het vroeger van jongs af zo dikwijls en zo lang heb moeten doen. Anderzijds, gaat hij verder, is het voor mij, nu ik de negentig overschreden heb, een aangename tijdsbesteding. En, voegt hij er aan toe, mijn duiven komen veel beter af van de grote etappes dan van vite vluchten, alhoewel, zoals u hoger hebt kunnen opmerken, hij daar af en toe ook wel eens primeert. Eerlijk bekent Gust dat hij in de behaalde uitslag nooit had geloofd. Wel in een mooie uitslag, maar een overwinning, neen zeg, dat had ik zelf niet durven dromen. Dat de “Vale” zo’n dingen kon vertelt hij verder, neen werkelijk, het klonk ongelooflijk. En toch is hij niet de eerste de beste; Als jonge duif vloog hij achtereenvolgens met succes Etampes, Orleans, Bourges, Angouleme, en na 14 dagen rust nogmaals Angouleme, waar hij gewestelijk geklopt werd door duivensportrubriekleider Georges Smedts uit Walem, en dus met een tweede plaats vrede moest nemen. Een zeer mooie uitslag alleszins voor een pieper. Als jaarse kreeg de duif in kwestie datgene wat hem in feite toekwam : een jaartje rust. Alles beperkte zich dat jaar tot een Orleans-vlucht, waar hij zijn kat stuurde. Dit jaar deed hij zijn reputatie alle eer aan, achtereenvolgens vanuit Noyon- Dourdan- Orleans en om te besluiten Bordeaux. Wat ik van de duif zelf onthouden heb is haar middelmatige lichaamsbouw rijk begiftigd met de kwaliteiten van een beste crack, een blik die alles vertelt. Het is een duif die steeds, met een behouden vaart natuurlijk, de man uit de Alemstraat nog veel en schone successen moet bezorgen… WEDUWSCHAP : hij is wel 91 geworden, maar heeft nog een hart van een tiener en klampt zich aan de modernste methodes vast om zich te verdedigen. Zo past hij het weduwschap toe, een proces dat hij heel normaal zijn verloop laat kennen, en toch deed Gust met zijn ondertussen ‘Bordeaux’ gedoopte crack iets waar vele melkers zouden voor terugschrikken en wat velen afraden. Ook zoon Louis, heel en al duivenmelker, raadde het hem af, maar de ondervindingrijke De Prins handelde naar eigen goeddunken : voor de inkorving kreeg ‘Bordeaux’ zijn duivin te zien en meer dan onrustig, zegt Gust die meent dat een duif nooit levendig genoeg kan zijn, ging hij de mand in. Een feit is zeker, hij hield zijn slag thuis, nietwaar zoon Louis die deze handelswijze afkeurde, toen hij te 17u30 de duif van zijn rek ontdeed, kon hij niet vlug genoeg uit zijn handen zijn, dit om toch maar bij zijn duivin te geraken, een beloning waar hij in feite een ganse dag voor had gestreden. En of hij er tegen sprak, zegt Gust verder. VERZORGING : onze gast beschikt over een bereidwillige zoon die bij hem inwoont en eveneens een hart heeft voor hok en duif. Toch houdt hij er zelf nog aan dagelijks zijn hok te reinigen, dat getimmerd is onder Boomse pannen. De duiven krijgen er dagelijks van de beste mengeling, hebben een prima huisvesting, rijk bedeeld met verse lucht wat veel bijdraagt tot een goede gezondheid, dat en dagelijks wat aviol. Want gezondheid en ras zijn z’n beste troeven voor succes. We vonden Gust zo’n sympathiek oud man, maar ene met een jong hart.”
August De Prins werd te Leest geboren op 23/12/1884. Hij huwde met Maria Van Boxem (°Leest 5/2/1886, +Leest 2/2/1971). De echtverbintenis werd afgesloten op het Leestse gemeentehuis door de toenmalige burgemeester Jaak Bernaerts in 1910 en kerkelijk ingezegend door pastoor Verbist. In de eerste wereldoorlog diende Gust bij de gidsen, een eliteregiment van het paardenvolk. Daarom noemde men hem ‘de guide’, naar het Frans ‘guides’. Hij woonde in de Alemstraat en stond bekend als een goed hovenier. Omdat zijn landbouwbedrijf te klein was om er veel uit te halen, schakelde hij reeds vroeg over op groententeelt in volle grond : vooral spinazie en bloemkolen. (LG, blz 275)
Foto’s : -Rechts Gust De Prins naast zijn vriend Karel De Laet (Broeder Romain) ergens achter het front tijdens de eerste wereldoorlog. (Foto : LG blz. 274) -Gust op de foto fier poserend met zijn “Vale” en geflankeerd door zijn echtgenote, haalde in 1968 de krantenkoppen na een zoveelste prachtige overwinning. (Foto : F.V.d.R.) -In 1970 was het weer prijs, hier op de foto met zijn zoon Mon en een kleinzoon. -Gust en Maria omringd door hun familie tijdens hun gouden huwelijksjubileum. -Pastoor Lornoy celebreerde de dankmis bij de diamanten bruiloft van Gust en Maria.
“Sinds verleden jaar bestaat er in onze gemeente weer een flinke groep aangesloten CVP-leden. Dit jaar hebben enkele nieuwe leden onze rangen komen vervoegen. Aan allen een welgemeende dank vanwege de partijleiding. Hun lidmaatschap is immers een materiële en morele steun aan de enige politieke groep in ons land die in staat is de belangen van de christelijke gemeenschap op de meest rechtvaardige wijze te verdedigen. In de CVP overheerst thans de geest van de jeugd en van de vernieuwing, het is daarom ook de partij van de toekomst. Waarop heeft een CVP-lid recht ?
1) op medezeggenschap bij de verkiezingen van plaatselijke, arrondissementele en nationale partijbesturen;
2) op medezeggenschap bij de samenstelling van alle kandidatenlijsten van de CVP;
3) op alle mogelijke raad en hulp van de CVP-mandatarissen en partij-instanties;
4) op het maandelijks ledenblad : “De Stem van het Volk”.
Voor een goede groepswerking en om de leefbaarheid op lokaal plan te bestendigen moeten wij echter dringend zorgen voor een goed bestuur, gekozen tussen de leden en door de leden, met eerbiediging van alle democratische wetten. Alle leden zullen tijdig op ’n algemene vergadering worden uitgenodigd. De niet-leden zullen nog de kans krijgen om lid te worden (40 frank voor gezinshoofd of 1e lid en 20 frank voor de overige leden).(A.D.V.)”
De oprichting van de C.V.P., afdeling Leest
De exacte initiële oprichtingsdatum hebben we niet kunnen achterhalen. Sommigen beweren 1971, anderen in de jaren ’60. Volgens Machteld Verbruggen werd deze C.V.P.-afdeling opgericht en beklonken in de Kouter nr. 29, in de woning van haar ouders Jeroom Verbruggen en Paula Bradt. Zij staafde dit met de eerste twee onderstaande foto’s.
Een tweede start in 1996
Na de breuk in de Mechelse CVP en de oprichting van de nieuwe partij CDV, in 1996, waartoe ook de belangrijkste Leestse politicus Gust Emmeregs was toegetreden, stond de werking van de CVP te Leest op een laag pitje. Op 26 maart 1996 werd er in het parochiehuis een nieuwe stichtingsvergadering georganiseerd in aanwezigheid van talrijke Mechelse CVP-mandatarissen. Het nieuwe bestuur van CVP-Leest werd voorgesteld met Ward Leemans als voorzitter en Maurice De Wit als secretaris.
1959 – Juninummer “De Band” : VERHOOG UW STANDING MET DE LOTTO.
“Leestenaren, verhoogt uw standing in uw huishouden, met u wekelijks LOTTO-kaarten aan te schaffen aan de prijs van 10, 20 en 5 frank. Met LOTTO kunt ge : 100.000, 15.000, 5.000, 1.500, 500 of 150 frank winnen. Als u niets gewonnen heeft, dan heeft u niets verloren : LOTTO behoudt zijn aankoopwaarde van 20, 10 en 5 frank en dit gedurende twee jaar na datum van uitgifte. DAAROM, LEESTENAREN SPEELT VOORTAAN L O T T O SPEELT ZEKER. Plaatselijk verdeler : APERS Frans, Scheerstraat 13 b Leest.” (Advertentie in DB)
1959 – Juninummer “De Band” : Landbouwtelling.
“Het gemeentebestuur deelt mede : alle inwoners die vanaf 1 are grond verbouwen (zelfs moestuinen voor eigen gebruik) dienen hiervan verplichtend aangifte te doen op het gemeentehuis. De achterblijvers dienen zich onverwijld in regel te stellen.”
Foto’s :
-Oprichting van de C.V.P.-afdeling Leest met v.l.n.r. : Herman Bradt, Karel Duysburgh, Fons Verbruggen en Jeroom Verbruggen.
-V.l.n.r.: Jeroom Verbruggen, Fons Verbruggen, Herman Bradt, Georges De Laet en vooraan met masker Paul Bradt.
-Nationaal CVP-Voorzitter Tindemans bezocht de Leestse afdeling in mei 1981. Hij was eerste minister van twee regeringen en recordhouder van het aantal voorkeurstemmen in 1979.
-De nieuwe ploeg in 1996 : voorzitter Ward Leemans, secretaris Maurice De Wit, penningmeester Alfons Leemans en de leden Simonne Moerenhout en Jan Emmeregs, hier in gezelschap van de Mechelse” delegatie met schepen Nobels, CVP-voorzitter Mariën en OCMW-voorzitster Lieve Keuleers.
1959 – Juninummer “De Band” : Jaarverslag van de vereniging voor Rundertuberculosebestrijding
"Het is altijd goed, op het einde van een werkjaar, even terug te kunnen blikken op de bekomen uitslagen en het is voorwaar verheugend te kunnen zeggen : “het was goed”. – Wij hebben de wind in de zeilen. De ouderen zullen zich wel herinneren hoe de gezondheidstoestand van onze veestapel was voor 20 jaar. Aan de hand van cijfers zal men nu kunnen oordelen over de bekomen uitslagen van een, in organisatorisch verband, gevoerde strijd voor de uitroeiing van de rundertuberculose. De huidige toestand is het resultaat van 20 jaar werking, van 20 jaar strijd, moeilijkheden, zware financiële offers die tal van boeren zich hebben getroost, niet alleen voor zichzelf maar ook voor het welzijn van gans de gemeenschap. Ook deze laatste zou dit niet mogen vergeten.
Hoe is de verdeling van de veeestapel op onze bedrijven ?
-minder dan 5 dieren 58 -van 5 tot 10 dieren : 58 = 71% -van 11 tot 15 dieren : 27 -van 16 tot 20 dieren : 12 = 24% -meer dan 20 dieren : 9 = 5%.
Besluit : Nu sinds verleden jaar de verplichte tuberculosebestrijding bij het vee in gans het land werd ingevoerd, is het aantal positief reagerende dieren van de totale veestapel gekend. De laatste cijfers van voorbije winter wijzen te LEEST op een daling van 50 à 60 stuks, wat het aantal reageerders op ongeveer 100 zou brengen. Vier jaar geleden hadden wij nog 20% reagerende dieren ; verleden jaar nog 11% en nu staan wij waarschijnlijk op een percentage van 8%. Wanneer de uitzuiveringen blijven doorgaan in het tempo zoals wij dit sinds verleden jaar kennen, dan is het bijna zeker dat binnen 1 à 2 jaar gans de veestapel van Leest vrij zal zijn van t.b.c. Het tot op heden bereikte resultaat is niettemin schitterend te noemen ; het is het zoveelste bewijs van de vooruitstrevende geest die de overgrote meerderheid onzer boeren bezielt.
VERENIGING DER RUNDERTUBERCULOSEBESTRIJDING LEEST
De voorzitter A. Van den Brande. De ondervoorzitter Victor Schaerlaecken. De secretaris Alfons Verbruggen. Bestuursleden : Felix Van der Hasselt en Egied Selleslagh.
1959 – Juninummer “De Band” : Victor De Laet verkozen tot afgevaardigde Hoge Landbouwraad.
“Victor De Laet sr, werd door de “Provinciale Landbouwkamer van Antwerpen” als afgevaardigde bij de HOGE LANDBOUWRAAD gekozen. Wij wensen hem van harte proficiat met deze eervolle benoeming en hopen dat hij nog vele jaren als lid van die hoge adviserende vergadering de landbouwbelangen zou mogen dienen.”
“De nieuwe samenstelling van de C.O.O. ziet er uit als volgt : -Polspoel Frans, voorzitter. -Van den Brande Albert, Verwerft Frans, De Decker Frans en Piessens Leopold.
Plaatsvervangers : -Polspoel Benedikt, Huys Bert, De Smedt Jan, De Prins August en Geens Juul. -Secretaris : Louis Verbruggen. -Ontvanger : Alfons Hellemans.
Gemeentehuis
Na de verbouwings- en herstellingswerken heeft ook het interieur van ons gemeentehuis een fris en fraai uitzicht gekregen. We mogen er fier op gaan dat wij nu, naast een mooie kerk, ook een mooi gemeentehuis hebben. Zodra de hopeloos verouderde meubilering door een moderne zal zijn vervangen, zal Leest over een gemeentehuis beschikken dat zijn gelijke niet vindt in de omliggende gemeenten.
Foto’s :
-Oud-Burgemeester Victor De Laet werd afgevaardigde van de Hoge Landbouwraad.
-C.O.O.-Voorzitter Frans Polspoel met zijn echtgenote Stefanie Maes.
1959 – 17 mei : Soldaat Roger LAUWERS vanuit Aken.
“We zijn juist terug van een kampperiode in Den Helder (Holland). Denkelijk kom ik de 7de juni naar huis. De goede dag aan al de mensen van Leest en in het bijzonder aan Milac.” (“DB”, juni ’59)
-Roger Lauwers vanuit Aken, 7/7/59 : “Donderdag doen we een oefening van één dag op de Botrangeberg. Te Elzenborn zullen soldaten zijn van Soest, Kassel, Düren, Westhoven en uit België. Ik wens het allerbeste aan deze Leestenaren en in ’t bijzonder aan de Milac die voor onze soldaten zo goed is.”
-Roger Lauwers uit Aken, 17/8/59 : “Ik ben blij dat de Milac een bezoek brengt aan de B.S.D. We zijn volop in voorbereiding van de bataljonsfeesten, op 12 en 13 september. Hartelijke groeten aan allen.”
-Roger Lauwers uit Aken, 18/1/1960 : “Hier kom ik dan weer met een briefje; met mij is alles heel goed. Nu volgende week, de 25ste januari, word ik overgeplaatst naar een andere kazerne in Keulen, dit komt omdat ik nu als NATO één jaar dienst achter de rug heb en ik hoop maar dat ginder alles net zo goed zal gaan zoals het hier is gegaan, want hier in Aken hebben we geen klagen gehad van oefeningen. Als ik in Keulen zal zijn ben ik ook niet ver meer van mijn broeder Willy die in Westhoven gekazerneerd is. Ik eindig dan maar mijn briefje met de beste groeten van Roger Lauwers.”
-Roger Lauwers vanuit Longerich, 6/3/60 : “Hier ben ik dan met een paar woordjes. Ik ben dus uit Aken weggegaan en ben naar hier in Longerich gemoeten bij Keulen. Ik ben het hier ook al heel goed gewoon geworden. Oefeningen hebben we hier maar weinig, maar de wacht kloppen dat is wat anders, dan heb ik het liever omgekeerd. Het weder is hier nu ook heel goed geworden en echt winter hebben we nu dit jaar in West-Duitsland niet gekend. Ik sluit dan maar met de beste groeten aan al de mensen van Leest en bijzonder aan Milac.”
-Roger Lauwers vanuit Keulen, 22/5/60 : “Hier kom ik dan weer met een briefje en eerst en vooral bedank ik Milac voor de lekkere sigaartjes die ik heb ontvangen. Met mij gaat hier alles opperbest. Er is nu ook sprake dat we tegen de 1ste augustus voor goed naar België komen, naar Leopoldsburg of Tienen, er is maar één of twee bataljons die uit Duitsland naar België terug komen en onze kazerne zal dan worden ingenomen door de Duitsers. Tegenwoordig heb ik hier mijn volle werk aan het repareren van auto’s, want tegen als we terug naar België komen moet alles piekfijn in orde zijn, en de 9de juli zijn het dan ook de bataljon feesten. Ik eindig dan maar weer met de beste groeten aan alle Leestenaren en bijzonder aan Milac.”
-Roger Lauwers vanuit Siegen, 9/4/1961 : “Hier kom ik dan met wat nieuws uit Siegen. Na 16 maanden gedaan te hebben in Duitsland, ben ik dan voor 7 maanden in België geweest en dan heb ik nu ook weer mijn verplaatsing gekregen naar Siegen. Ik ben hier nu twee dagen in het bataljon bevrijding maar het ziet er toch niet zo goed uit als in de vorige kazernes waar ik geweest ben. Het eten : daarover is het hier geen klagen en oefeningen zijn er toch ook niet te veel maar de grote strengheid die hier is, is wat anders en toch moet ik mij daar ook weer voor aanpassen. Ook nog een goede dag aan al onze soldaten van Leest.”
1959 – 18 mei : De Leestse Boerenkapel op de radio.
“Maandag 18 mei van 11 tot 11u15 en van 11u45 tot 12 uur werd door het N.I.R., in uitgesteld relais, van uit de parochiezaal te Leest, een optreden uitgezonden van de Boerenkapel van Leest o.l.v. Theo Fierens. Volgende stukken werden uitgevoerd : Liechtensteiner Pölka, In de Rozentuin (wals), De Postkoets, Gloria (Rheinlander), Boemel Petrus, Heimliche Liebe, Anthonie-mars, Regina wals, Der Schönste Strauss, Bloempolka, In de Meitijd (Tirolerwals), Casino-polka, Groet aan Marieken wals en Kadettenmars. De uitvoering, die werkelijk op een hoog peil stond, vond een grote weerklank bij de muziekliefhebbers en sympathisanten.” (DB, juni ’59)
1959 – 20 mei : Lourdesbedevaart van de Vrouwengilde.
Bertha D’Hollander, winnares van de gratis reis naar Lourdes, uitgeloot door de Parochiale Vrouwenbond, en Frans Verbruggen, idem maar dan van de B.J.B.- jongens, waren samen met de onderpastoor van de partij. De bedevaart duurde een week. (DB, april ‘59)
1959 – Donderdag 21 mei : Aloïs Hendrickx vast benoemd.
In de gemeenteraadszitting van die dag werd Aloïs Hendrickx uit (Peulis) Rijmenam, sinds 1 september 1958 d.d. onderwijzer aan de gemeentelijke jongensschool, benoemd in vast verband. (G.v.M., 23/5)
“De Band” van december 1958 : “Zoals wij vroeger meldden, is sinds het begin van het schooljaar 1958 de Heer Hendrickx van Peulis titularis van het eerste en tweede studiejaar. Naar ons wordt verzekerd is deze jonge kracht niet alleen een flink onderwijzer maar ook een flink opvoeder. In een korte tijd heeft hij de harten weten te winnen van zijn jonge leerlingen en zeker die van de ouders die trouwens voor hem een hoge achting koesteren. Unaniem zijn de ouders van mening dat het Gemeentebestuur aan het onderwijs te Leest een zeer grote dienst zou bewijzen, door de Heer Hendrickx vast te benoemen. Samen met de ouders wensen wij dat deze flinke kracht te Leest in dienst zou blijven..”.
Jaren later zou hij overgaan naar de Vrije Basisschool (de zogenaamde meisjesschool) om daar in 1986 de afscheidnemende directrice Paula Bradt op te volgen.
Hij was gehuwd met Maria Teughels (°Leest 22/2/1937, +Mechelen 3/5/2024) die hem twee kinderen schonk. Aloïs Hendrickx was te Rijmenam geboren op 1 april 1937 en hij overleed te Mechelen in het A.Z. Sint-Maarten op 7 mei 2008.
1959 – 22 mei : Retraite van de toekomstige soldaten.
1959 – 26 mei : Uitstap van de Vrouwengilde naar de Vlaamse Ardennen en de kust.
1959 – 27 mei : Gouden Jubileum Elektriciteitsmaatschappij.
Op 27 mei vierde de Elektriciteitsmaatschappij van Noord-België te Mechelen haar gouden jubileum. Een 300 genodigden zaten aan voor het jubileummaal : Mgr. Schoenmackers, Minister Segers, de gouverneurs van Antwerpen en Brabant, senatoren en volksvertegenwoordigers en vele andere personaliteiten, ook de burgemeesters uit het omliggende, onder wie Miel Verschueren, burgemeester van Leest. (DB)
1959 – 31 mei : KWB op bedevaart naar Bornem
Foto’s :
-De programmatie van de radio-uitzendingen van 18 mei met de vermelding van het optreden van de Boerenkapel van Leest.
-Meester Aloïs Hendrickx met één van zijn vele klassen.
-De meester met het team van de Vrije Basisschool waarbij de afscheidnemende directrice Paula Bradt uiterst links. Aloïs Hendrickx staat tweede van rechts.
1959 – 14 mei : Soldatenbrieven van Maurits DE PRINS.
“Ik ben van Turnhout naar het hospitaal te Berchem gegaan. Volgens ze zeggen zal het maar voor enkele dagen zijn.”(DB, juni 1959)
-Maurits De Prins vanuit Turnhout, 24/6/59 : “Ik ben van het militair hospitaal te Berchem teruggekeerd naar Turnhout. Ik moet er alles binnenleveren. Dan ga ik naar huis voor zes maanden. Het spijt me, ik deed liever mijn term voort dan nu uitstel te bekomen. Vele groeten aan de Milac !“
-Maurits De Prins, uit Turnhout, 1/7/59 : “Ik had geschreven dat ik voor 6 maand naar huis kwam…Het is nu het geval niet. Die “paar” dagen dat ik in Turnhout nog moest zijn, zijn al een week geworden. Beste groeten.”
-Maurits De Prins vanuit Bevekom, 31/7/59 : “Het gaat hier met mij zeer goed. We lopen hier gelijk “echte” voddeventen. De eerste dag dat ik hier was, was er een vliegtuig naar beneden gestort : bij het doorbreken van de geluidsmuur was de motor ontploft en langs één kant brak de vleugel af. Ik doe de complimenten aan de K. Fanfare “St-Cecilia” en de Chef.”
-Maurits De Prins, vanuit Leopoldsburg, 10/2/1960 : “Ik heb vroeger niet geschreven en dat spijt me. Het gaat hier met mij zeer goed. De dagen gaan hier zo snel voorbij. Het werk dat men hier moet doen is nog altijd niet veel of niets. Over een week of drie heb ik hier moeten snoeien, wel interessant maar het duurde wat lang. Na het snoeien een lokaaltje schilderen wat ik nog nooit gedaan had, maar ik deed het zo goed ik kon. Met de rol ging het beter, dat is werken dat men hier doet. Ik dank Milac voor alles wat voor mij is gedaan, en nog 91 dagen en dan ben ik terug thuis.”
-Maurits De Prins, vanuit Leopoldsburg, 28/4/1960 : “Ik dank eerst en vooral Milac voor dat pakje dat ik gekregen heb en vooral wat voor mij gedaan werd tijdens mijnen term. Het gaat hier met mij zeer goed. De laatste dagen zijn in aantocht, nog 16 dagen en ik ben er voor goed van af. Ik doe de beste groeten aan de K.F. Ste Cecilia en de Chef Rik De Bruyn.”
1959 – 15 mei : Algemene landbouwtelling te Leest.
De oudste vermelding van Sinksen-kermis vonden we terug in 1599. “...betaelt aen den maeltheyd des maendags in de Sinxerdagen, wesende onse kermisdag, voor den pastor en de andere priesters die den dienst in de kerck helpen doen, met den coster en andere sangers, kerckmeesters en meijer en over 26 potten bier alsdan gedroncken...”
Buiten Sinksen-kermis waren er nog de kermissen met Pasen en Sint-Niklaas. Van wanneer de St Niklaaskermis dateert hebben we tot dusver nog niet kunnen achterhalen. In de lijst van de “vrije dagen” (voor de school) geeft men op de gemeenteraadsvergadering van 31/7/1915 aan: “...maandag en dinsdag van de kermissen Sinksen en St-Niklaas,...” De kermis op Paasdag schijnt te bestaan van 1933. Op de raadsvergadering van 6 maart 1933 werd er voor gestemd : 5 stemmen voor en 4 tegen...
1959 – 17 mei : Huwelijk Antoon Lauwens-Agnes Piessens.
Die dag vond het huwelijk plaats van Antoon Lauwens en Agnes Piessens. Zij kregen twee kinderen : Bart en Ilse. Antoon was één van de negen kinderen van Jan en Mathilleke Lauwens De Bruyn. Agnes was het jongste kind van Frans “Den Blokmaker” Piesssens en Melanie “Melle” Robijns.
Foto’s :
-Antoon en Agnes in het gemeentehuis tijdens hun huwelijk. Links de getuige van de bruid : Jan Piesssens (een broer van Agnes). Rechts de getuige van de bruidegom : Rik Lauwens (een broer van Antoon).(Foto : Hugo Lauwens)
1959 – 10 mei : Soldaat Alfons ABSILLIS vanuit Leopoldsburg.
“Donderdag ben ik met de bus meegeweest naar SCHERPENHEUVEL. Aalmoezenier Marcelis die in Leest op de laatste Milac-avond gesproken heeft, was er met de soldaten van Antwerpen : 56 km te voet. Met mij is alles goed en ik hoop dat het in Leest met u allen hetzelfde is. De opleiding in dit warm weder is niet van de poes…In de dag lijden we veel dorst maar na 18 uur betert het ! Beste groeten aan alle soldaten en…rekruten van Leest.”
-Alfons Absillis uit Leopoldsburg, 21/5/59 : “Eten en slapen zijn hier uitstekend. Alhoewel ik nog een bleu ben, begin ik stilaan de trukken te kennen. Op 5 augustus vertrekken we naar Werl in Duitsland. Ik hoop er de “schippers” Ture en Paul te ontmoeten. Beste groeten aan alle soldaten en rekruten van Leest.”
-Alfons Absillis uit Leopoldsburg, 3/6/59 : “Vooreerst hartelijk dank voor “De Band” die ik hier gisteren reeds in ontvangst mocht nemen met blijdschap. Ik moet de Koninklijke Fanfare “Ste-Cecilia” ook gelukwensen met de prestatie in Londerzeel ; ik vergeet ook de Chef (foto onderaan) niet. Ik heb veel kans binnenkort bij Paul Van Beersel en Ture Mertens te vallen : ik ben bij de 4de Lansiers en moet naar Werl. Beste complimenten aan de soldaten van Leest en in ’t bijzonder aan de lichting 1 juni.”
-Alfons Absillis uit Leopoldsburg, 1/7/59 : “Ik dank u hartelijk voor de gazet die ik dagelijks ontvang : dat is weer een zoveelste schone geste van Milac. Op 5 augustus vertrek ik naar Duitsland. Aan Frans De Kock, die hier mijn plaats komt innemen, zeg ik : het is hier ver van slecht. Beste groeten aan Milac, soldaten en rekruten van Leest en aan Johnny Van Riet die ik het beste toewens in het burgerleven.”
-Alfons Absillis vanuit Leopoldsburg, 21/7/59 : “Nog 8 dagen, dan nog 5 dagen verlof en dan naar…Duitsland. Deze voormiddag hebben we deelgenomen aan het défilé; deze namiddag zijn we op bedevaart gegaan naar het kapelletje van O.L. Vrouw van Koersel, op 5 km van hier ; we waren met tien man en de aalmoezenier. De vergaderingen van Milac worden gevolgd door een 20 man op de…2.000 : dat is niet blinkend. Ik sluit met de beste groeten aan de Koninklijke Fanfare “St-Cecilia”, aan alle soldaten van Leest en aan Milac.”
-Alfons Absillis uit Werl, 8/8/59 : “Een bleu schrijft u dat hij het genoegen heeft gehad hier de “TWEE SCHIPPERS” ontmoet te hebben : Paul Van Beersel en Arthur Mertens liggen in dezelfde blok als ik ; ze waren trouwens ook rap om mij te komen bezoeken. Ik stel het hier goed ; echter veel piket en karwei moet er gedaan worden. Voor mijn vertrek uit Leopoldsburg heb ik er gezocht naar Frans De Kock, doch zonder resultaat. Beste groeten aan alle anciens en rekruten van Leest !”
-Alfons Absillis uit Werl, 30/8/59 : “Alhoewel we hier veel piket en karwei hebben stel ik het goed. Langs deze weg doe ik de beste groeten aan de K. Fanfare “Ste-Cecilia” en aan de Chef : beste gelukwensen voor de uitslag in Pulle.”
-Alfons Absillis vanuit Werl, 20/9/59 : “Ik heb van Jan Vloebergh een briefje gekregen : hij maakt zich klaar om af te zwaaien. Ik zal nog veel bouletten achter zijne tap eten, dat kan ik hem verzekeren, net als Ferdinand Put die zich ook niet doodgezweet heeft bij de troep.”
-Alfons Absillis uit Werl, 29/10/59 : “Vandaag defileerden we te Soest voor de Koning. Langs deze weg wens ik Ferdinand Put en Jan Vloebergh het beste in het burgerleven. Beste groeten aan alle soldaten van Leest, ook aan K.F.S.C. en de Chef. Nen dikken bleu Alfons.”
-Alfons Absillis uit Werl, 22/12/59 : “Vandaag heb ik de Band ontvangen daarvoor hartelijk dank. Ik houd er aan de Band en medewerkers een voorspoedig nieuwjaar toe te sturen, geldt ook voor de Leestenaren, soldaten, K.F.S.C. Er kan niet genoeg gezegd worden welk genoegen een soldaat heeft aan een blad zoals de Band ; men moet soldaat geweest zijn om te begrijpen wat er moet voor gedaan worden. De Band geeft nieuws van huis en ook andere jongens lopen om hem te lezen (uit het kleine Leest). Nog een goeden dag aan allen en we drinken een glaasje en nog…94 dagen.”
-Alfons Absillis uit Werl, 28/1/1960 : “Hier kom ik van mij nog eens iets te laten horen. Ik stel het hier opperbest, maar de troep begint zowat mijn voeten uit te hangen, maar laat alles maar draaien binnen 2 maand is ’t mijn toer om af te zwaaien. Verder voel ik mij hier nog altijd n’en dikken bleu. Van het eten heb ik hier niet te klagen, en drinken dat doe ik wel, en de “Gerard” ook wel een pintje, maar met mate, je bent barman of niet. Ik ga nu maar sluiten, met de beste groeten aan de K.F.Ste Cecilia en de Chef en in ’t bijzonder aan alle soldaten van Leest.”
-Alfons Absillis uit Werl, 18/2/60 : “Ik stel het goed. Het is hier zowat winter en verder hetzelfde, alleen dat verschil dat we met een dag seffens beginnen af te korten, nog 36 dagen vandaag. Beste groeten langs deze weg aan de K.F. Ste Cecilia en aan alle soldaten van Leest.”
1959 – 13 mei : De Kruistochters vierden feest te Averbode.
'Alle Kruistochters van het Vlaamse land vierden feest te Averbode. Ook die van Leest waren er bij ! Te 7u10 vertrok de autocar met twee zusters, twee onderwijzeressen en een 50-tal leerlingen. Te Scherpenheuvel werd de Heilige Mis bijgewoond. Het was mooi weer ! Van alle kanten kwamen de autobussen naar Averbode gebold : duizenden kinderen kwamen er hun dank betuigen aan “Nonkel Fons” (E.P. De Kesel) die zou worden gevierd. “ZONNELAND” en “ZONNEKIND” waren zijn werk. Thans zijn het de twee meest verspreide kinderbladen van het Vlaamse land. Vijfentwintig jaar werkt Nonkel Fons reeds aan deze kindermagazines. Te 11 uur werd een plechtige H. Mis gecelebreerd door Hoogeerwaarde Heer Prelaat van Averbodes Abdij. Zijne Excellentie Monseigneur Forni, Pauselijk Nuntius woonde de mis bij. ’s Namiddags werd een revue opgevoerd door de Toneelkring van Savenberg : de voornaamste personages uit “Zonneland” en “Zonnekind” werden er in uitgebeeld. Aan Nonkel Fons werd een gouden kelk overhandigd en verschillende sprekers huldigden de Jubilaris. Na 4 uur trok het jonge volkje de mooie bossen in om nog wat te joelen en te spelen. Een echt mooie en onvergetelijke dag. (DB)
Daniël Omer De Kesel, beter bekend als “Nonkel Fons” (°Adegem 19/1/1912, +Averbode 14/6/1996) was norbertijn, uitgever en schrijver van jeugdboeken bij de Uitgeverij Averbode van de gelijknamige abdij. Ongeveer 40 jaar zou hij zijn stempel drukken op deze uitgeverij die in 1919 gestart was met de uitgave van het tijdschrift Zonneland. Samen met Zonnekind waren die wekelijkse uitgaven zeer populair. Later startte hij ook de reeks “Vlaamse Filmpjes” op, hierbij kon hij rekenen op de medewerking van bekende auteurs zoals John Flanders. Nonkel Fons was een neef van de bisschoppen Leo en Jozef De Kesel, die eveneens uit Adegem afkomstig waren.
Foto’s :
-De “Chef” van soldaat Fons Absillis was de dirigent van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia Henri “Rik” De Bruyn.
Wijzigingen - Aanvullingen- Vervolg Jan Van Rompaey - zijn briefwisseling met Leest.
-Jan Van Rompaey vanuit Aarlen, 10/5/1959 : “De kazerne OLT Callemeyn voor opleiding van onderofficieren is hier prachtig gelegen. Alles is juist geverfd en de vloeren blinken als spiegels. Natuurlijk vraagt dit een zorgvuldig onderhoud : ieder dag karwei. We liggen op de kamer met acht. Er zijn er van Antwerpen, Gent en Moorsele. Nu we onze uitrusting gekregen hebben en we gisteren werden ingeënt tegen typhus en tetanos, voelen we ons reeds ingeburgerd. Verleden dinsdag zagen we hier in Aarlen een défilé van Amerikaanse, Schotse, Nederlandse en Franse troepen. Canadese, Franse en Amerikaanse gevechtsvliegtuigen scheerden boven de stad. Tijdens de 7 dagen die we hier al “mochten” doorbrengen, kregen we reeds 4 dagen verlof. Maar vanaf volgende week zal de opleiding ernstig beginnen te worden. Niettegenstaande die verlofdagen hebben we hier toch ons werk met al het koper te kuisen en allerhande stukken ineen te steken. Een goede dag aan alle militairen uit Leest en aan alle vrienden.” (DB, juni ’59)
-Jan Van Rompaey vanuit Aarlen, 15/6/1959 : “Wanneer men zo 200 km van huis gelogeerd is, dan VOELT GE U TOCH NOG DICHTBIJ ALS GE WAT NIEUWS OVER UW DORP KUNT LEZEN IN DE BAND. De opleiding is nu volop aan gang. Af en toe wordt het ons toegestaan een wandelingetje te maken van enkele kilometers. Om wat afwisseling te bekomen geven ze dan wat drill, kruipen of springen. Tijdens de lesuren hebben we wat…rust (af en toe valt er iemand in slaap). De beste groeten aan alle vrienden en kennissen uit Leest.”
-Jan Van Rompaey vanuit Aarlen, 12/7/59 : “Eerst en vooral moet ik de Milac bedanken voor de gazet die ik dagelijks ontving tijdens de Ronde van Frankrijk. De jongens op de Kamer begrijpen niet hoe u het aan boord legt om aan 20 soldaten gedurende 22 dagen een dagblad te versturen. Wegens de geweldige hitte werd onze gewone dagorde veranderd. Om 4 uur worden we reeds uit ons bed gehaald en tijdens de middaguren is er dan verplichte rust. De beste groeten aan alle soldaten en vrienden uit Leest, bijzonder aan Edmond Jacobs die ook de smaak der soep in de kazerne al wel zal kennen !”
-Jan Van Rompaey uit Aarlen, 15/8/59 :“De examens voor korporaal zijn achter de rug en onze fysische proeven zijn afgelegd. De geslaagden zijn in de 4de compagnie gebleven. Het tweede deel van onze sessie is nu begonnen en schijnt nog zwaarder te zijn dan de eerste. We hebben nu veel tactiek, nachtmarsen en droppings. Beste groeten aan vrienden en soldaten uit Leest.”
-Jan Van Rompaey uit Aarlen, 27/9/59 : “Op 3 oktober zijn het hier de Infanteriefeesten. Nog vier weken zal ik hier mijn “vrije tijd” mogen doorbrengen. Binnen twee weken volgt een bivak van 6 dagen. De Milac-vergaderingen kennen hier veel bijval. Beste groeten aan soldaten en vrienden uit Leest.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 1/11/59 : “Na de examens en testen ben ik sergeant benoemd op 28 oktober 1959. Spijtig dat bij het 5de Linie geen Leestenaren liggen. Elke morgen wordt hier 5 km gecrosst. Beste groeten aan alle soldaten uit Leest en aan al mijn vrienden.”
-Jan Van Rompaey vanuit Soest, 10/1/1960 : “Vooreerst bedank ik u van harte voor uw nieuwjaarswensen en bied ze u wederkerig aan. Verder gaat hier alles zijn normale gang. Sinds de kompagnie is afgezwaaid wordt er hier niet hard meer gewerkt. De onderofficieren krijgen nu al 2 weken lessen van de kapper om hun “geestelijk” peil wat hoger te brengen. Morgen komt er een ganse kompagnie “wederopgeroepenen” binnen. Er staat ons dus weer een harde maand te wachten. Op het einde van die maand komen er “bleukens”. Dan zitten we dus met twee kompagnie’s bijeen. Hoe ze daaruit gaan wijs geraken weet ik niet. Maar ja…dat zullen de grote bollen wel opknappen ; daar bestaat zo een spreuk die zegt “en ze zaten als haringen in een kastje”. Wel ik geloof dat ze dat gaan toepassen. Nu zal het lang duren voor ik nog naar Leest kom. De beste groeten aan al de soldaten van Leest en aan al mijn vrienden.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 16/2/1960 : “Buiten het koude weder alles opperbest. Vorige maand hebben wij hier nog wat les gegeven aan wederopgeroepenen. De “bleukens” zijn op 5 februari aangekomen, dat betekent veel werk voor mij. Een rekrutenopleiding is niet van de poes ; ganse avonden lessen voorbereiden en lesfichen maken. De “griep..” heeft hier in ’t bataljon ook haar woordje geplaceerd. Gedurende twee weken was hier ongeveer 20% ziek. Nu waren het geen “karottentrekkers” die de dokter onder handen kreeg. Een goeden dag aan al mijn vrienden uit Leest. Nog 70 dagen.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 20/3/60 : “Hier volgt dan weer wat nieuws uit het 5de linie. Na een verlof van een week ben ik hier weer met veel “moed” (lees moeT) teruggekeerd. Eigenlijk was er wel een beetje moed bij want het begint zo stilaan op zijn laatste benen te lopen. Nu begint men zich eigenlijk een “ancien” te voelen. Na de strenge koude zijn er hier al enige mooie dagen geweest. Men zou zich in ’t midden van de lente gewaand hebben. Vanaf de eerste maart is gans het bataljon overgegaan naar de 16de Pantserdivisie, wat wil zeggen dat wij de laatste elite zullen zijn die 60 km en meer te voet aflegden. De “nieuwelingen” zullen in full- en half tracks vervoerd worden. Verder doe ik nog de beste groeten aan alle vrienden, bijzonder aan de gebroeders Roger en Willy Lauwers, E. Jacobs en A. Absillis die ik het beste wens in ’t burgerleven.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 25/4/60 : “Hier volgt dan mijn laatste briefje uit Duitsland. Er is wel een spreuk die zegt : “Veni, Vidi, Vici”. Volgens mij zouden ze in ’t leger beter een andere spreuk gebruiken : “Ik kwam, ik zag, maar ik ging gaarne terug”. Hiermede wil ik dan ook Milac bedanken voor alles wat zij voor mij gedaan heeft : brieven, parochieblad, de Band. Ook kreeg ik nog regelmatig tijdens de Ronde van Frankrijk de gazet. Eveneens moet ik bedanken voor het prachtige paasgeschenk. Mijn vurige wens is dat Milac nog lang mag blijven bestaan, daar het een grote steun is voor de soldaten, zeker als ze zo ver van huis zijn. Ik wens u slechts één zaak “veel succes” en vooral : dank.”
Foto’s :
-De OLT Callemeyn kazerne in Aarlen waar Jan zijn opleiding genoot.
1959 – 9 mei : Gouden Bruiloft Ferdinand Van Praet - Philomena Fierens.
“Nante” werd te Leest geboren op 8 februari 1884 en “Meen” op 25 oktober 1885. Pastoor Beuckelaers huwde het echtpaar op 9 mei 1909. Ze kregen 10 kinderen. De buren hadden niets onverlet gelaten om de woningen te versieren. Boven de deur van de jubilarissen hadden ze volgende tekst aangebracht : DAT NANTE NOG MENIG JAAR ZIJN MEEN BESTURE(N) DAT ZIJN DE OPRECHTE WENSEN VAN UW GEBUREN ! Om 10 uur was er een dankmis opgedragen door pastoor Coosemans en geassisteerd door E.H. Shaw (onderpastoor van Battel) en E.P. Marinus. Nadien kregen de gevierden een officiële ontvangst op het gemeentehuis alwaar hun twee clubzetels werden overhandigd. (DB)
“Nante” was een gepensioneerde van de NMBS alwaar hij de job uitoefende van machinearbeider. Uit een verslag in Gazet van Mechelen van 11 mei 1959 : “Dat Nante een braaf en graaggeziene mens is, weet men niet alleen te Leest, maar men moet het eens vragen aan E.P. Matheus, van de Minderbroeders te Mechelen waarmee hij jaarlijks in de gemeente de omhaling doet. Meen heeft altijd het huishouden gedaan en daarbij nog een handje toegestoken op de akker. Thans op hun jubeldag waren de geburen heel vroeg uit de veren om hun woning prachtig te versieren met frisse dennenboompjes, vlagjes en bloemen. Om 9u30 reden ze te samen gezeten in prachtige auto’s naar de parochiekerk van Leest waar ze te 10 uur een dankmis bijwoonden, opgedragen door Z.E.H. Coosemans en bijgestaan door E.H. Shaw, onderpastoor te Battel en E.P. Marinus, pater van de Minderbroeders te Mechelen. Na de H. Mis trokken ze te voet in stoet naar het gemeentehuis waar ze werden ontvangen door dhr Emiel Verschueren, burgemeester, dhr Constant De Prins, schepen van Onderwijs en de peter van de jubilaris; de raadsleden Constant Beulens, Juul Geens en Hendrik De Bruyn. De burgemeester heette de gevierden hartelijk welkom, de erewijn werd geschonken, twee prachtige kipzetels als geschenk werden aangeboden en de jubilaris bracht er de stemming in met het zingen van enkele mooie oude liedjes. Hierna ging de feestviering verder op de Kleine Heide, tot in de late uurtjes.”
Hij overleed te Leest op 15 december 1967. “Meen” was hem op 18 september 1966 voorafgegaan. Ook zij overleed te Leest.
1959 – 10 mei : KROO Jan VAN ROMPAEY vanuit Aarlen.
Jan Van Rompaey was op 31 december 1939 te Blaasveld geboren waar hij ook gedoopt werd en tot en met het 1ste studiejaar school liep. In 1946 verhuisde de familie Van Rompaey naar Leest en zo kwam hij in de jongensschool terecht, in het 2de studiejaar bij meester De Leers. Vanaf 1966 betrok hij, samen met zijn gezin, een nieuwbouw aan de Juniorslaan. Tijdens zijn drie dagen in het Klein Kasteeltje werd hem voorgesteld om officier te worden maar dat zag hij niet zitten omdat hij dan drie maanden meer legerdienst moest kloppen. Met zachte dwang werd hem dan de opleiding voor onderofficier aangeraden en die richting was beperkt tot een diensttijd van twaalf maanden. Op 2 mei 1959 begon hij zijn legerdienst in de Callemeyn-kazerne te Aarlen waar hij tijdens de eerste zes maanden werd opgeleid tot onderofficier in de Commando infanterieschool. Hij volgde daar de lessen in de 4de Compagnie, 16de peloton. In november 1959 werd hij, als sergeant, overgeplaatst naar het Vijfde Linie Bataljon te Soest, in de Rumbeke kazerne en dit tot eind april 1960.
Op 28 april 1960 zwaaide hij af, enkele dagen vroeger dan voorzien omdat hij in België examens diende af te leggen voor Sabam en alle nationale ministeries (Overheidsdiensten). Er waren meer dan 5.000 kandidaten. Jan eindigde bij de eerste honderd en maakte carrière bij het Ministerie van Financiën. Voordien was hij een tijdlang omroeper bij de Radiodistributie in Mechelen.
Vervolgt met de chronologie van de brieven die hij als dienstplichtige naar De Band stuurde.
Foto’s :
-Gedachtenisprentje en doodsbrief van Nante Van Praet.
-Jan Van Rompaey in verschillende fasen van zijn leven.
In mei waren er te Leest 10 mannen volledig en 12 tijdelijk werkloos. Vrouwen : 4 volledig en 12 tijdelijk werkloos. (DB, juni ’59)
1959 – De Processie passeert langs de Dorpstraat.
Foto onderaan : de familie Piessens kijkt devoot toe.
1959 – 1 mei : Parochiale Bedevaart en Kapellekenshulde.
“Op 1 mei werd de Mariamaand in de kerk geopend met een Lof te 19u30. Daarna ging men processiegewijs naar de kapel van O.L. Vrouw van Fatima. In de optocht werden vlaggen opgemerkt van KWB, BJB/J, Kruistocht en Meisjesschool. Onderweg werd er gebeden. Bij de aankomst aan de kapel bidt Z.E.H. Pastoor de Rozenkrans. Bij elk tientje werd een intentie gevoegd : voor de zieken, voor de soldaten, voor de vervolgde kristenen, voor de Paus, voor alle aanwezige bedevaarders. Hierna volgde de opdracht aan O.L. Vrouw. In zijn sermoen behandelde E.H. Onderpastoor onze diepe verering voor de “moeder” om haar goedheid en offerliefde. (...) Dan werden de 15 kapellekens ingezegend door de pastoor. Deze schone avondplechtigheid werd besloten met een Vlaams Marialied.” (DB)
1959 – 1 mei : Milac bezocht kazernes in Duitsland.
“Milac-karavanen naar 72e Artillerie Aken, naar 1e Jagers te Paard te Arnsberg en het 6e Artillerie te Soest.”(DB)
1959 – Zondag 3 mei : Parochiale Vrouwenbond – Algemene Vergadering met voordracht.
“Kermis in ons dorp”. (DB)
1959 – Zondagen 3 en 10 mei : Uitstap van de KWB naar het N.I.R.
Die dagen organiseerde KWB Leest uitstappen naar het N.I.R. te Brussel, de bloemenserren van het Hof en andere merkwaardigheden van de hoofdstad. (DB, april ’59)
1959 – 7 mei : Rerum Novarumstoet te Mechelen.
Naar jaarlijkse gewoonte nam ook de Koninklijke Fanfare “Arbeid Adelt” uit Leest deel aan de stoet. (DB, juni)
1959 – Zaterdag 9 en zondag 10 mei : Voetbedevaart Scherpenheuvel.
“De 8ste mei was het de hele dag warm geweest, het weertje beloofde ! Doch ’s avonds moest het toch eens regenen… Op 9 mei, te half vier in de morgen, werd door E.H. Onderpastoor in de parochiekerk een H. Mis opgedragen. De meeste bedevaarders waren hier aanwezig ; een 25-tal communiceerden. Iets later dan vorige jaren waren wij aan de kapel van St-Anna waar E.H. Onderpastoor de bedevaarders toesprak. Daarna volgden de gebruikelijke gebeden : voor de geestelijke overheid, voor de burgerlijke overheid, voor de zieken, voor wie een gebed had gevraagd, voor wie de “Kompagnie van Scherpenheuvel” steunde, voor wie zo graag de bedevaart had willen meedoen maar wegens ziekte of andere redenen belet was, om ’n goede reis af te smeken, en zo meer. Al deze intenties zouden tijdens de tweedaagse tocht herhaaldelijk aan Maria worden aangeboden. Niet alleen voor de bedevaarders werd er gebeden, maar voor allen en voor elk afzonderlijk in de parochie, ook VOOR ONZE SOLDATEN, voor de vervolgde kristenen en voor de zondaars. Het zou één litanie worden van rozenhoedjes en van gezangen, zoals het reeds zeer vele jaren geschiedt. Wij moesten zeker voor geen enkele andere bedevaardergroep onderdoen : zowel wat het bidden als orde en tucht betreft. Aan allen proficiat en dank om hun onbaatzuchtige toewijding en opoffering. Mogen zij allen een diepe godsvrucht tot Maria bewaren in hun hart en naar die godsvrucht leven elke dag opnieuw ! Vertrokken te 4u15 aan het St-Annakapelletje, waren wij te 5u15 op de Grote Markt te Mechelen. Te 6 uur werd halt gehouden aan de kapel te Bonheiden. Dan naar Keerbergen waar ontbeten werd. Over Tremelo gingen wij naar Betekom, verder naar Aarschot waar wij arriveerden te kwart na twaalf. Het middagmaal werd er genomen. Te 13u10 vertrokken we naar Rillaar : we kwamen er toe te 14 u. Te 8 minuten voor 15 uur waren wij op ’t grondgebied van Scherpenheuvel. Om vijf na half vier bereikten we het “Witte Huis”, ons logement op 200 meter van de Basiliek. Te 16 uur werden wij door de Geestelijkheid van de Basiliek processiegewijs afgehaald. Te kwart na vier : Lof. Daarna werd de Rozenkrans gebeden aan de verschillende staties. Tot slot volgde de Kruisweg. Te 18 uur kon iedereen zich gaan verfrissen, wat eten en voorbereidingen maken om zijn moede ledematen te gaan uitstrekken. Want het zou weer vroeg dag worden ! Op zondag 10 mei werd door E.H. Onderpastoor te half vier een H. Mis opgedragen aan een zijaltaar in de Basiliek. Rond half vijf vertrokken we uit Scherpenheuvel. Te 6u40 waren we te Aarschot (ontbijt, verfrissing). Vertrek te 7u40. Te Betekom werd weer even halt gehouden om dan te kwart voor 12 te Keerbergen aan te komen : een lekkere soep met veel asperges deed ons deugd als een verkwikkend bad en waar handen, hoofd en voeten eens duchtig werden gewassen. Te 12u45 werd met nieuwe moed de laatste grote mars aangevat : onder een brandende zon. Verfrissing te Bonheiden te 14u40, ondertussen waren reeds heel wat familieleden van de bedevaarders en de Chiro ons tegemoet gekomen. Te 17u10 kwam Z.E.H. Pastoor ons aan de St-Annakapel te Leest afhalen na ’n woord van dank en proficiat van Eerwaarde Heer Onderpastoor aan al de bedevaarders. In de kerk werd de zegen gegeven met het H. Sacrament. Nogmaals werd een danklied aan Maria gezongen. Iedereen ging nu naar huis : met stijve ledematen en “blijnen” maar met de zon in ’t hart en met een grotere liefde tot onze Hemelmoeder. Moge het nog vele jaren zo gebeuren !” (Meegedeeld aan “DB”, van juni 1959)
Aan deze bedevaart namen 34 mannen en 12 vrouwen deel.
Foto’s :
-Familieleden van “Blokmaker” Frans Piessens. Uiterst rechts moeder “Melle”, Melanie Robijns.
-De kapel van O.L.Vr. van Fatima met achteraan het Hof ter Haelen.
-De Rerum Novarumstoet : advertentie in een Mechelse krant.
-Herinnering aan de “Kompagnie van Scherpenheuvel, gemeente Leest”.
1959 – 6 april : Wederoproeping voor Antoine Van Praet.
Antoine Van Praet, Kapellebaan 19, werd die dag heropgeroepen te Tongeren voor 13 dagen. (“DB”, maart ’59)
1959 – 8 april : Les van de Vrouwengilde :
“Keurig tafel dekken en dienen”. (DB)
1959 – Zondag 12 april : Provinciale Culturele dag van de B.J.B. te Mechelen.
1959 – 17 april : Milac-karavaan naar 1e Grenadiers te Soest.
1959 – 17 april : Openbare Aanbesteding.
Op het gemeentehuis werd een openbare aanbesteding gehouden ivm onderhoud aan een gedeelte van de Juniorslaan. (DB)
1959 – 18 april : Overlijden van Hendrik Alfons Van Gijsel .
In G.v.M. van 18 april stuitten we op volgend overlijdensbericht : “Men verzoekt ons het overlijden te melden van de Heer Hendrik Alfons Van Gijsel, echtgenoot van Mevrouw Maria Sophia Verbruggen. Geboren te Leest op 7 oktober 1886 en godvruchtig overleden te Mechelen op 18 april 1959, voorzien van de H.H. Sacramenten der stervenden. De plechtige lijkdienst, gevolgd van de begrafenis op het gemeentekerkhof te Leest, zal opgedragen worden in de parochiekerk van St-Jozef te Battel, dinsdag 21 april om 10 uur. Vergadering aan het steerfhuis, Hoge weg 99 Battel om 09u30. Aann. Begr. M. Verbruggen, Befferstraat 21 Mechelen, tel. 145.00.”
1959 – 20 april – G.v.A. : Eerlijke vinder.
“Dhr Lauwers Jozef, wonende te Leest, Kouter 12 J, reiziger, vond vrijdagavond een dameshandzakje in bruin slangenleer waarin een som van 10.000 frank en een mandaat van 2.300 fr. De eigenaarster Mevr. Tomson Fernande, wwe Lambert, wonende te Brussel, Gemeenschapstraat 53, werd door de vinder terug in het bezit gesteld van haar eigendommen.”
1959 – 20 april : Antoon De Rooster en Henriette Wauters 50 jaar getrouwd. (DB, april ’59)
Antoon Lodewijk De Rooster was te Mechelen geboren op 21 augustus 1886 en hij overleed te Leest op 27 januari 1966. “Hij was een onvermoeibaar werker, rechtschapen, eerlijk, minzaam in de omgang, een door en door goed mens. Zijn nagedachtenis zal blijven voortleven als een zegen…” mooie woorden uit zijn gedachtenisprentje. Zijn echtgenote Henriette Ludovica Wauters was te Leest geboren op 23 december 1886 en zij overleed er op 16 januari 1975. “Zij was eenvoudig en rechtschapen vol onderwerping aan Gods wil in de zware beproevingen waarvan zij gedurende haar leven niet gespaard is gebleven. Zij was een goed en deugdzaam mens, zeer bekommerd om het welzijn en het geluk van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen…”
1959 – Zondag 26 april : Plechtige communie.
Dit jaar een 35-tal communicanten. Jongens : Croon Louis, De Borger Frans, De Schouwer Jozef, Fierens Frans, Leemans Edward, Leemans Richard, Peeters Paul, Somers Emiel, Van den Brande Edwig, Van den Brande Frans, Verbeeck Willy, Robijns Frans, Verbruggen Cyriel, Muysoms Frans en Geerts Frans.
Meisjes : Fierens Antoinette, Geerts Greta, Huysmans Godelieve, Jansens Maria, Lauwers Jeanne, Spoelders Anny, Van Beveren Celine, Van den Heuvel Maria, Van der Auwera Jeanne, Van den Vondel Hilda, Van Praet Gerarda, Verbeeck Marie-Rose, Verbeeck Christine, Verbeeck Marie-Therèse, Verlinden Greta, Verwerft Louisa, Vleminckx Nicole, Van Winghe Maria, Geerts Petronella, Couturiaux Rachel.
Mogelijk komen bij deze 15 jongens en 20 meisjes nog anderen bij die elders de voorbereidende catechismuslessen volgen. (DB, april 1959)
Foto’s :
-Eerlijke vinder Jef Lauwers.
-Doodsbrief van Antoon De Rooster.
-Enkele van de communicanten datzelfde jaar in Averbode. Boven van l. naar r. : Godelieve Huysmans, Celine Van Beveren, Marie-Therèse Verbeeck, Nicole Vleminckx en Gerda Van Praet. Onder : Louisa Verwerft, Greta Geerts, Maria Janssens, Hilda Van de Vondel en Francine De Hertog. (Foto : Greta Geerts)
-Celine Van Beveren kwam fier haar outfit tonen bij haar buren Victor Van Hoof en Leonore Mees. Rechts de jongste van de garde Rudi Van Hoof.
-Het vijfde en zesde leerjaar van de meisjesschool van Leest. Voor de meesten onder hen was het twee dagen voor hun grote feest. Bovenaan van links naar rechts : Antoinette Fierens, Hilda Van den Vondel, Maria Van den Heuvel, Josephine De Prins, Gerda De Laet, Rosette Verschueren, Marie-Louise Boonen, Paula Beullens.
Middelste rij van links naar rechts : Christiane Verbeeck, Jeaninne Van der Auwera, Jeaninne Lauwers, Godelieve Huysmans, Nicole Vleminckx, Anna Spoelders, Marie-Thérèse Verbeeck, Gerda Van Praet, Celine Van Beveren, Greta Verlinden.
Onderaan van links naar rechts : José Van der Meulen, Greta Geerts, Vera Huysmans, Marie-José Apers, Francine De Hertogh, Wis Verwerft, Viviane Rottiers. Afwezig : Maria Janssens.
1959 – Aprilnummer “De Band” : De Gewestelijke Culturele dag van de B.J.B.
“Naar jaarlijkse gewoonte werd ook dit jaar de gewestelijke culturele dag van de B.J.B.-jongens een succes. Voor onze afdeling mochten wij ons verheugen in een eerste prijs in de zangwedstrijd. In de wedstrijd voor welsprekendheid behaalde Gust Emmeregs een derde plaats, die schitterend mag genoemd worden door het feit dat in deze reeks deelnemers aantraden die binnenkort hun diploma zullen behalen in het St-Romboutscollege te Mechelen. In de vrije welsprekendheid en declamatie werd een derde en vierde plaats behaald door Jos De Smet, zodat wij mogen zeggen dat wij er met onze afdeling goed uitgekomen zijn. Aan deze twee laureaten “proficiat en doet zo voort”. Door het feit dat een eerste prijs behaald werd in zang, worden wij automatisch geklasseerd voor de PROVINCIALE CULTURELE DAG die doorgaat op zondag 12 april, in de nieuwe feestzaal van het Volksbelang te Mechelen. Wij naderen stilaan onze zomerperiode, die weer druk belooft te worden : meibedevaart naar Scherpenheuvel, Lourdesactie, zomerfeest en het ruiterfeest dat te Leest zal plaats hebben. Naar onze jaarleuze : “De Wereld heeft ons nodig ; geen woorden, DADEN”, zullen wij ons dit jaar bijzonder inspannen om door ons voorbeeld en katholieke actiewerking de jongeren uit te nodigen zich bij onze rangen aan te sluiten. Jozef Vloeberghen.”
1959 – April : Werkloosheid.
In de maand april telde Leest 8 volledig en 11 tijdelijk werkloze mannen en 5 volledig en 9 tijdelijk werkloze vrouwen. (DB, juni ’59)
1959 – Aprilnummer “De Band” : De verwarmingsinstallatie van de kerk.
Enkele technische gegevens : -kosten installatie : 180.000 fr. -inhoud mazoutketel : 6.000 liter. -systeem : “Thermobloc”, generator van warme lucht. -verbruik per uur : 25 liter. -verbruikskosten (per uur, theoretisch) 62,50 fr voor mazout, elektriciteit nog niet gekend. -firma : Wanson te Haren. -maximum vermogen : 225.000 cal/u. -normaal vermogen : 200.000 cal/u. -luchtdebiet : 17.350 kg/u. -gemiddelde uitblaastemperatuur : 48° C. -ventilator-motor : 3,4 PK. -brandermotor : ¼ PK. -maximum olieverbruik : 25 kg/u. -normaal olieverbruik : 8,2 kg/u. -diameter schoorsteen : 300 mm. -netto gewicht : 870 kg.
1959 – Aprilnummer “De Band” : Verzending Parochieblad aan soldaten.
“Voortaan zal Louis Vloebergh, hoofdleider van de Chiro, zich gelasten met de wekelijkse verzending van het Parochieblad aan onze soldaten. Hij zal tevens ons blad aan onze soldaten verzenden. Wij danken hem voor deze grote en zeer gewaardeerde hulp.”
1959 – 1 april : Alfons Absillis begon zijn legerdienst.
Alfons Absillis, Blaasveldstraat 4, begon die dag zijn legerdienst te Leopoldsburg (OC/Pantsertroepen, Infanteriekamp, sectie H.) (“DB”, april ’59)
1959 – 1 april : Leestenaar winnaar in de reisprijskamp van Reizen Duerinckx.
M. Polfliet, Kouter 14 Leest, werd de winnaar van de 2de prijskamp van het Mechelse reisbureau Duerinckx. Hij kon kiezen tussen een gratis reis naar Lourdes of de Costa Brava. (G.v.M., 22/6/1959)
1959 – 3 april : Verkeersongeval.
In het goederenstation van Nekkerspoel te Mechelen werd een reclamepaneel van de Mechelse kolenhandel stukgereden door een kamion bestuurd door de Leestenaar Alfons De Smet.
1959 – 5 april : Ontsmetting stallen tegen rundertuberculosebestrijding.
De veehouders die hun stal wilden laten ontsmetten (eventueel witkalken) voor bemiddeling van het Verbond voor R.T.B. dienden voor 5 april de secretaris te verwittigen. De prijs bedroeg 1,10 frank de m2 muur- en zoldering oppervlakte. Dit bericht uit de krant van 27 maart gold voor Leest, Hombeek en Mechelen.
Foto’s :
-Gust Emmeregs viel in de prijzen op de Gewestelijke Culturele dag van de BJB.
-Jos De Smet behaalde er een derde en vierde plaats.
-Chiro-hoofdleider Louis Vloebergh nam de verzending van parochieblad en De Band op zich.
1959 – 28 maart : KROO Edmond JACOBS. (Foto’s onderaan)
-Edmond Jacobs vanuit Brasschaat , 28/3/1959 : “Ik krijg hier de opleiding van KROO (=Kandidaat Reserve Onderofficier) en blijf hier denkelijk zes maanden, als ik in al de examens slaag. Na vier maanden ben ik dan brigadier (misschien). Langs deze weg doe ik de hartelijke groeten aan de Koninklijke Fanfare ‘Ste.-Cecilia’ en het Zangkoor, ook aan de soldaten en de rekruten, vooral aan de gebroeders Lauwers, Jan Van Rompaey en den Boey, ook aan de mannen van Milac, de Chiro en alle andere organisaties van Leest.”
-Edmond Jacobs , Brasschaat, 27/6/1959 : Ik dank Milac ten zeerste voor de gazet die ik alle dagen krijg. Onze basisopleiding is gedaan, nu begint de specialisatie. Op 2 juli defileren wij te Brussel ter gelegenheid van het huwelijk van Prins Albert en Paola. MAG IK VOORSTELLEN DAT DE SOLDATEN VAN LEEST WAT MEER AAN ELKAAR ZOUDEN SCHRIJVEN : vooral voor de jongens in Duitsland zal dit vreugde brengen. Het moet niet gaan over hun droevige geschiedenissen. Ik voeg hierbij soortgelijke brief : ge moogt er een paar stukjes uitnemen voor DE BAND. We zijn voor drie dagen op bivak geweest : infanterie-tactiek, het was niet van de poes hoor ! Ik zit nu op mijn kamer en ik denk aan Leest, de Milac, het natuurschoon en de organisaties. Langs deze weg doe ik hartelijke groeten aan Van Riet Johnny en Geets Ludo die afzwaaiden en achter pot en pint zullen gezeten hebben : ik wens ze veel geluk in het burgerleven. Ik sluit met speciale groeten voor Lauwers Willy en Roger, Boey Francois, Jan Van Rompaey en al de anderen, ook aan de Milac en de Leestenaren.”
-Edmond Jacobs, Brasschaat 18/8/1959 : “In voorbereiding van het examen voor brigadier, valt er hard te blokken. Donderdagvoormiddag zijn we gaan lopen : ik deed de 9 km in 56 minuten. Groeten aan Milac, de K.F. Ste.-Cecilia en aan de soldaten, vooral de lichting 4 mei 1959.”
-Edmond Jacobs, Aken 25/9/1959 : “De 12e oktober gaan we op grote maneuvers tot de 24e te Elsenborn. Woensdag is aalmoezenier Mercelis komen spreken. Hartelijke groeten aan Milac, de soldaten, de K.F. St.-Cecilia.”
-Edmond Jacobs, Aken 30/10/59 : “Ons kamp in Trauen was allesbehalve plezant. Ik ben nu kantinier en slijt dus een goed leven. Ik ben ook lid van de Milackern in de kazerne. Ik sluit met groeten voor Milac, K.F. ‘Ste.-Cecilia’ en Zangkoor, soldaten Lauwers, Van Rompaey, Boey en Geerts.”
-Edmond Jacobs uit Aken, 10/1/1960 : “Ik zal maar beginnen met u een zalig en gelukkig Nieuwjaar te wensen alsook aan al de soldaten van Leest. Het is hier zondag en ik zit in de kantine zonder iets te doen terwijl er zoveel soldaten van hun oren zitten te maken. Het is hier koud en er valt ook sneeuw, de eerste van het jaar die we te zien kregen, daardoor zijn er vele oefeningen afgeschaft, het is te koud om in de tenten te slapen en wordt verboden door de dokter, kwestie van vele zieken te noteren. In de week zijn wij aan ’t oefenen voor het militair kampioenschap te Brussel dat er zal plaats hebben op de 20ste februari en waar ik moet aan deelnemen en dan denk ik toch dat we daar ons best mogen voor doen ; er staan een paar dagen verlof in het verschiet en daar kan men wel eens van genieten want het is alles wat een soldaat gelukkig kan maken. Nu ga ik sluiten met de groeten aan Milac, de K.F.C. en de soldaten Lauwers, Van Rompaey, Geerts en alle Leestenaren.”
-Edmond Jacobs, Aken 3/2/1960 : “Ik ben hier terug met een woordje tot de Leestenaren. Met mij is alles o.k. hoor, ik zit hier goed, ik heb ook mijn plaats als kanonnier en van chauffeur heb ik me terug getrokken omdat ik nu veel minder moet doen en een schoner leven heb. Nieuws uit zijn gemeente doet een soldaat niet slecht, vroeger lachte ik er mee, maar nu als men in Duitsland zit dan weet men best wat het is nieuws uit zijn gemeente te krijgen. Nu ga ik sluiten met de groeten voor alle Leestenaren, K.F. Ste.Cecilia en ook het Koor, de soldaten Van Rompaey, Lauwers en Geets.”
1959 – Zondag 29 maart : Pasen – Naar Melchtal met de Mutualiteit. (Foto onderaan) Vertrek van de Kristelijke Mutualiteiten naar Melchtal (tot 9 april). (DB)
1959 – 30 maart : Tweede Paasdag, begankenis, jaarmarkt en kermis.
G.v.A. van 25 maart : “Op maandag, 30 maart, tweede Paasdag, wordt te Leest de grote jaarlijkse begankenis gehouden ter ere van de Heilige Cornelius, aangeroepen tegen de stuipen, de vallende ziekte, geraaktheden, verlammingen, enz. Te dezer gelegenheid wordt in de parochiale kerk van de H. Nikolaas op voornoemde dag Heilige Missen te 6, 7, 8, 9 en 10 (Hoogmis) uur opgedragen en wordt te 15 uur een plechtig Lof gezongen. Na ieder van deze plechtigheden zal men de Relikwie van de Heilige Cornelius laten vereren.”
Foto’s :
-Buren uit de Scheerstraat gingen in 1948 een dagje naar de kust. Onder links : Edmond Jacobs, Edward Geerts en de zus van Edmond Maria Jacobs. Boven v.l.n.r. : Stef De Boeck (moeder van Edmond), Paula Solie met de kleine Greta Geerts op schoot en de man van Paula Frans Geerts. Stef was gehuwd met Gerard Jacobs en ze hadden nog twee dochters :Roza en Simonne (gehuwd met postbode en veldrijder Frans Feremans).
-Edmond Jacobs (rechts) naast zijn vriend en buur Edward Geerts.(Foto’s : Greta Geerts)
-Een herinnering aan Melchtal in 1965 met o.a. Leestenaar Freddy Lauwers (bovenaan tweede rij rechts met brilletje) uit de Dorpstraat.
-Sfeerfoto van Posse Leest (30/3/1959) in café “In den Bareel” met v.l.n.r. : Hilda Van Steen, Frans De Laet, Victoire Van Dam, Magda Van Steen en Lena Vloebergh.
-Nog Posse Leest : Simonne Verbruggen, Vicky Vloebergh, José De Laet, Victoire Van Dam en Lena Vloebergh. (Foto’s : Gerda De Laet)
1959 – Zondag 8 maart : Voetbalmatch B.J.B. Leest-B.J.B. Zemst-Laar.
Leest verloor de match met 2-7. (DB, april ’59)
1959 – 10 maart : Private auditie van de “Boerenkapel van Leest”.
“Het eerste openbaar optreden van de “Boerenkapel van Leest”, o.l.v. Theo Fierens, kende een grote bijval op de mooie Milac-avond van 2 februari 1959. In voorbereiding van een eventueel optreden in de studio’s van het N.I.R. (Noot : Nationaal Instituut voor de Radio Omroep, de voorloper van BRT Radio) gaf de Boerenkapel op 10 maart in “Ons Parochiehuis” een private auditie die werd afgenomen door een speciale jury door het N.I.R. afgevaardigd : Pieter Leemans, Jef Van Hoof en Gust De Roeck. Tijdens deze séance, die ongeveer 45 minuten duurde, werden volgende werkjes uitgevoerd : Antonie-mars, Regina-wals, Lichtensteiner-polka, De Postkoets, Boerenblaaskapel, Kadettenmars. Naar ons werd verzekerd sprak de jury zich lovend uit over de uitgevoerde nummers. Verwacht wordt dat de Boerenkapel zal uitgenodigd worden om een programma te verzorgen in het N.I.R. Zoals men weet bestaat deze jonge en veelbelovende kapel uit : Leider : Theo Fierens, bugel solo : Louis Verschueren, eerste bugel : Jan De Borger, tweede bugel : Frans Verbruggen, trompet : Rik Lauwens, alto : Juul Vloeberghen, eerste bariton : Rik De Bruyn, tweede bariton : Frans Jacobs, trombone : Albert Robeyns, tuba : Eugeen Vloeberghen, bombardon : Louis Alewaters, slagwerk : Jan Spinnael. (DB, april 1959)
1959 – Woensdag 11 maart : Studiekring KWB.
De laatste studiekring van de KWB van de winterwerking ging door in “Ons Parochiehuis” met als onderwerp “De KWB op de rooster”. De inleiding werd verzorgd door de gewestleider Emiel Polfliet. (DB, april ’59)
1959 – 11 maart : Les van de Vrouwengilde : “Toasten en broodbelegsels”. (DB)
1959- 13 maart : Ongeval.
In de Consciencestraat te Mechelen botste een lichte vrachtwagen, bestuurd door Gohy Joseph, wonende te Leest met de fietser Ooms Jan, wonende te Hofstade. Deze laatste werd licht gekwetst aan de rechterhand.
1959 – Zondag 15 maart : Muziekconcert en Zangavond K. Fanfare “Sinte-Cecilia”.
Die dag hield deze fanfare in de zaal “Sint-Cecilia” bij Frans Huybrechts een grote muziekavond. Hieraan werkte ook het “St-Cecilia-Zangkoor” o.l.v. August Fierens mee. Rik De Bruyn had de leiding over het geheel. Voor de afwisseling zorgden Frans Cras en Jo Busschots voor humor, fantasie, zang en accordeon. Frans Verwerft leidde de stukken in met een passende commentaar. Op het programma stonden : -“St-Cecilia 59”, mars van F. Scheltiens. -“Heldenstoet”, ouverture van A. Mahy. -“Herinnering aan de slag van Waterlo”, ouverture van H. Kessels. -“Firenza”, ouverture van C. Allier. -“Op een Perzische Markt”, van Ketelbey met gemengd koor (samen 85 uitvoerders). -“Het Witte Paard”, (Benatzky) met gemengd koor. -“Walk Over”, mars van Strauwen. -“Fedekam”, mars van Brants. -“De Klokken van Corneville”, fantasie van Planquette. -“De Stervende Stad”, ouverture van Doyen. -“De Bergsuite”, (Moerenhout) met koor. -“Fédérés”, mars van F. Rousseau. -“Het Vaderlands Lied”, (Van Campenhout). (DB, april ’59)
1959 – Zondag 15 maart : Gewestelijke Culturele dag B.J.B. te Zemst-Laar
Om 15 uur in de parochiezaal van Zemst-Laar. (DB, april ‘59) “Ondanks het slechte weer kende deze gewestelijke culturele dag van de B.J.B.-jongens een groot succes. Een 100-tal B.J.B.-ers uit de afdelingen van Zemst-Laar, Hombeek, Blaasveld, Leest, Tisselt en de Tuinbouwschool van Mechelen waren samengekomen om zich in de schiftingswedstrijden te komen meten. Na de proeven richtte gewestleider Alfons De Smet uit Leest een woord tot allen en maakte in naam van de jury de uitslagen bekend. Zang : 1) Leest; 2) Zemst-Laar; 3) Tisselt; 4) Blaasveld. Voordragen : 1) Van Praet Tisselt ; 2)Van Roey Zemst-Laar; 3) Goovaerts Hombeek; 4) De Smet Leest. Vrije welsprekendheid : 1) De Smet Tisselt ; 2) Lauwers Zemst-Laar ; 3) De Smet Leest. Gewone welsprekendheid : 1) De Craen Zemst-Laar ; 2) De Smet Tisselt ; 3) Emmeregs Leest.” (G.v.A., 18 maart)
1959 – 19 maart : Les voor moeders met communicanten. (DB)
1959 – 20 maart : Milac-karavaan naar het 2de Artillerie te Siegen. (DB)
1959 – 21 maart : Film van “Het Vliegend Wiel”.
Op het programma van deze filmavond : “Het Purperen Masker” dit ten voordele van de supportersclub “Het Vliegend Wiel”. (DB)
1959 – 21 maart : "Territoriale Wacht “
Antoine Van Paesschen wordt op 21 maart opgeroepen voor één dag prestatie.” (DB, maart ’59)
1959 – Zondag 22 maart : Voetbal Chiro St Jozef Coloma – Chiro Leest.
De Chiro van Leest won de wedstrijd met 0-1. (DB, april ’59)
1959 – Dinsdag 24 maart : Boerenbond Film.
Op het programma : “De wijdvertakte boom”. (DB)
1959 – 25 maart – G.v.A. : Rijwieldiefstal.
In de Blauwhondstraat te Mechelen werd het rijwiel gestolen van Sophia Rottiers uit Leest.
1959 – 26 maart : Eerste communie.
“Op Witte Donderdag, in de namiddagmis, naderden 16 jongens en 9 meisjes voor de eerste maal tot de H. Tafel.” (DB, april ’59)
Foto’s :
-De eerste Boerenkapel met uitsluitend Leestenaars. (“Leest in Feest” blz. 321) Staand van links naar rechts : dirigent Theo Fierens, Rik Lauwens, Juul Vloeberghen, Frans Jacobs, Rik De Bruyn en Jan Spinnael. Zittend : Jan De Borger, Frans Verbruggen, Marcel Jacobs, Louis Verschuren, Louis Alewaeters, Eugeen Vloeberghen en Bert Robijns.
-Toïne Van Paesschen werd opgeroepen door de “Territoriale Wacht”.
-Voor- en achterkant van het communieprentje van één van de zestien jongens die hun eerste communie deden. Op de foto Jos Steemans, op oudere leeftijd, die zich na zijn huwelijk te Blaasveld vestigde.
1959 – Maartnummer van “De Band” : Broeder Romain (Karel De Laet) vanuit Lac Sergent.
“M’n beste wensen voor u en voor uw zorgenkinderen “Milac” en “De Band” ! ’t Moet niet altijd gemakkelijk zijn al die lezers tevreden te stellen; zoveel mensen, zoveel verschillende karakters en zienswijzen. Met de beste bedoelingen geschreven, lezen sommigen juist het tegenovergestelde wat men ze klaar en duidelijk meende op papier te hebben gezet. Altijd recht door zee ; zich boven de bekrompen geesten plaatsen. Weldra zal men bemerken dat onze zienswijze niets te maken heeft met hovaardigheid, wraakzucht, maar dat zij wortelt in een groot en edel hart. Men vreest een dwingeland, men eerbiedigt een geleerde maar men bemint een goedhartig mens. Deze laatste behaalt de overwinning waar geweld en redenering faalden. Ik wens u dus veel gezond verstand, tact, een grote dosis geduld en een hart vol menslievendheid dat uw lezers kan warm maken voor de goede zaak. God zegene uw pen en uw inspanningen. Uw gans toegenegen, Broeder Romanus.”
“Sommige leden zullen zich al afgevraagd hebben waarom men “Raak” niet kan bestellen langs de post. Wel, de wijkmeester komt niet om die x frank (het is noodzakelijk kwaad) maar wel om te vernemen wat er verlangd wordt, wat er in de KWB zou kunnen gedaan worden. De KWB-ers zouden dus aan hun wijkmeester hun wensen moeten bekend maken ! Al onze diensten en verwezenlijkingen moeten meer en meer afgestemd worden op gans de arbeidersstand. We staan voor het feit dat de arbeidersstand verdeeld is in twee kampen : de christelijke en de niet-christelijke. Wij willen een christelijke arbeidersstand bouwen, een christelijke arbeidersgemeenschap die niet tegen onze kameraden is die niet christelijk zijn. Gans de christelijke arbeidsersmassa behoort aan de KWB, een apostolisch-veroverende beweging. Louis Solie.”
1959 – Maart : Werkloosheid.
In maart telde Leest 12 volledig en 16 tijdelijke werkloze mannen en 4 volledig en 15 werkloze vrouwen. (DB, juni ’59)
1959 – Zondag 1 maart : Parochiale Vrouwenbond – Algemene Vergadering met voordracht.
“De kleuren van onze woning”. (DB, februari ’59)
1959 – 1 maart (en 8 maart) : Toneel van Rust Roest.
Op deze twee zondagen voerde de toneelkring “Rust Roest” het romantisch spel in 3 bedrijven “De Rebel” op. Auteur : Arie Van der Lugt. Acteurs : Frans Van Neck, Berta Willems (Mechelen), Marcel Leemans, Lutgarde Hellemans, Maria Selleslagh, Leo Hellemans, Alfons Hellemans jr, Jozef Coeckelbergh, Frans Teughels en Alfons Hellemans sr. Souffleur : Raf Selleslagh.
1959 – 2 maart : Soldatenbrieven van Alfons DE SMET.
“Op 2 maart begon soldaat Alfons De Smet zijn vrijwillige dienst als Nato-technieker. Zijn adres : Soldaat Alfons De Smet, 1e Kie, kamer 59, 3 OC/Infanterie, Kazerne Majoor Blairon, Turnhout.”(DB, april ’59)
-Alfons De Smet uit Turnhout, 2/3/1959 : “Hier zit ik vijf jaar gevangen. Hier zal ik vijf jaar hangen. Het weinige dat ik schrijf is het begin van mijn vijf jaar vrijwillige legerdienst in dienst van het land. Het is nu zeven uur en nu hebben we juist gegeten : het was negen uur geleden dat ik nog iets tussen de tanden heb gehad. De groeten aan alle Leestenaren, soldaten van Leest en ook aan de Chiro en aan de BJB.” Nota van de redactie : wij danken Alfons voor het vlug meedelen van zijn adres : de allereerste dag reeds in de kazerne !
-Alfons De Smet vanuit Turnhout, 27/4/1959 : “Ik dank Milac voor de brieven, DE BAND en het parochieblad. Wij zijn nu dicht bij het bataljonsfeest, dus we zijn druk aan ’t oefenen voor het defilé. Dan kunnen we beginnen in te pakken en te vertrekken naar Duitsland. Nog vele groeten aan Milac, Chiro, BJB en aan alle soldaten van Leest.
-Alfons De Smet vanuit Soest, 9/5/59 : “Ik stel het hier goed. Het eten is goed en zoveel ge wil, en niets doen. Ik ben nu al acht dagen in Duitsland. We hebben hoop en al 4 lessen gehad. Ik ben nu juist de wacht op. Vele groeten aan Milac, Chiro en BJB.”
-Soest, 21/9/1959 : “Deze morgen hadden we juist gedaan met eten en het klaroen blies alarm. Binnen twee uur moest gans de kazerne ontruimd worden. In de namiddag rond half twee kwamen we terug in de kazerne : scheel van de honger waren we. Vele groeten aan Milac, Chiro, BJB en alle soldaten van Leest.”
-Soest, 2/1/1960 : “Ik ben nu tien maand binnen en heb maar vijf wachten geklopt. Ik wens langs De Band aan Milac, Chiro, BJB en alle vrienden soldaten van Leest een zalig en gelukkig Nieuwjaar.”
-Soest, 11/1/60 : “Hier kom ik weer met een briefje te schrijven. Ik heb hier een week met een verstuikte voet gezeten wat nooit plezant is. Ik heb gisteren Jos VERLINDEN ontmoet en ook Jan VAN ROMPAY. Het sneeuwde hier gans de dag en nacht. Nu ga ik maar sluiten met nog vele groeten aan Milac, BJB, Chiro en alle soldaten van Leest.”
-Soest, 28/3/60 (?)(De Band vermeldt het jaar 1961) : “Hier weer wat nieuws uit Soest. Wij zijn nu juist terug van het kamp van Vogelzang en onze fameuze vuurdoop in Leopoldsburg. In Vogelzang was het uitstekend, de oefeningen niet al te zwaar voor een chauffeur althans. Wat de fuseliers betreft, die hebben het niet onder de markt gehad. Ook de onderofficieren sakkerden als ze moesten kruipen door slijk en modder. Het gevaarlijkste daar was een sectie-aanval met echte munitie (scherpe patronen) op ballonnetjes. Zo hebben we ons daar veertien dagen geamuseerd om zo te zeggen, soms donderden wij ook eens als chauffeurs, omdat we te lang ter plaatse moesten blijven. Van in Vogelsang zijn wij vertrokken naar Leopoldsburg voor de zware vuurdoop. Ik heb die gedaan, het is niet zo erg dan ze ons gezegd hadden; ze schieten op één meter boven de grond, daar kunt ge gemakkelijk op een afstand van 90 meter onder door kruipen zonder geraakt te worden. We hebben daar ook nog andere schietoefeningen gehad zoals vuren uit bewegende voertuigen, dat was een camion met een sectie in, terwijl de camion zicht voortbeweegt moesten zij schieten op schijven. Dan had ge ook nog nachtschieten. De manschappen moesten schieten bij het licht van een mortierbom. Zo hebben we dan drie dagen in Leopoldsburg doorgebracht, dan zijn we terug naar de kazerne gegaan in Soest om dan terug te zitten uitdrogen. Dat is voorlopig weer alles. Nog vele groeten aan Milac, Chiro, B.J.B. en alle soldaten van Leest.”
-Soest, 19/4/60 : “Ik dank je eerst en vooral voor hetgeen ge voor mij gedaan hebt gedurende de veertien maanden van mijn legerdienst. Met mij gaat alles nog steeds opperbest. Weinig oefening en veel rust, dat is hetgeen een soldaat moet hebben. Ik ben hier ook bij de Crossploeg van het Bataljon. We hebben hier alle namiddagen training over een omloop van bijna tien kilometers. We zijn ook de 5de april naar Düren gaan crossen, dat was een ploegencross. Een ploeg bestond uit honderd man, daar mochten er vijf van afvallen, maar er moeten er zeker 95 over de eindmeet zijn om de tijd op te nemen. We behaalden daar de 2de prijs achter het 5de Linie die eerst waren. Het verschil van tijd tussen onze beide ploegen was 16 seconden. Bitter weinig. De 7de mei gaan we naar Weiden crossen. Ik hoop dat we daar even goed zullen lopen als in Düren. Veel meer nieuws is hier niet meer te vertellen. Nog vele groeten aan Milac, Chiro, B.J.B. en alle soldaten B.V.S. en Militianen van Leest.”
-Soest, 20/5/60 : “Hier nog wat nieuws uit de kazerne. Eerst en vooral moet ik de Milac danken voor het paasgeschenk. We zijn voor 6 dagen te Sennelager geweest. Daarna moesten we terug naar de kazerne om alles binnen te leveren om naar Congo te vertrekken. We vertrekken maandag of dinsdag te Melsbroek. We zijn de 7de mei naar Weiden gaan lopen. We hebben daar de 4de plaats behaald. We moesten 3-1/2 km lopen op de minst mogelijke tijd, we hebben het gelopen op 14 minuten en 40 seconden, hetgeen niet slecht was. De kolonel was zeer tevreden, en daarbij kregen wij nog twee dagen vergunning. Langs deze weg groet ik de B.J.B., de Chiro en Sgt Van Rompaey, nu al dikken burger en vooral De Band en spoedig weerzien.” (Noot : Jan Van Rompaey begon zijn legerdienst op 2 mei 1959 in de Callemeyn-kazerne te Aarlen aan de commando-infanterieschool voor officieren en onderofficieren. Begin november werd hij gemuteerd als sergeant naar het 5de Linie te Soest.)
-Kamina, 29/5/60 : “Hier schrijf ik je nu een brief uit het verre Congo. Ik ben hier donderdagmiddag te Kamina goed aangekomen. Na een zeer schone en interessante reis genoten te hebben, rechtuit gezegd de wereld is mooi van uit de lucht gezien. En dan begint Egypte met zijn warme atmosfeer waar ze buiten op de grond slapen. Ja, zo heb ik nog vele dingen gezien en ik zou er dagen kunnen over schrijven, maar andere gedachten plagen mij. Denkelijk zal ik hier 3 à 6 maanden blijven. Terwijl ik hier van dat groot en leuk comfort geniet, is het hier natuurlijk warm, doch er is hier een licht briesje dat ons humeur opwekt, het is hier een echt verlof voor mij. We hebben vandaag in een negerdorp gaan verkennen en hebben daar ook plantages gaan bezoeken. Als slot wens ik je het beste, alsook de B.J.B., en de Chiro.”
-Kamina, 6/6/60 : “Hier breng ik je weer wat nieuws uit onze Kolonie. We hebben hier al een paar oefeningskes achter de rug. Meestal schieten en veel dril. Ik geloof dat we naar hier gekomen zijn als de ‘élitte compagnie’ want wij doen hier meer dril dan iets anders, en dril doen is niet plezant. Als we vrij zijn zitten we in de brousse, of in de plantage aan de appelsienen, annanas of bananen. Maar bananen groeien ook in de brousse. In Kamina stad is alles rustig tot nog toe. Hier zijn wel een paar accidenten gebeurd, maar dat is ook alles. We hebben verleden zondag met een paar man in de brousse getrokken en ook naar een negerdorp , waar we een goed pintje Simba (Kongolees bier) gedronken hebben. Hiermede ga ik sluiten, nog vele groeten aan Milac, B.J.B. en Chiro.”
-Soest, 6/1/1961 : “Hier nog een brief uit het verre Duitsland. Met mij gaat alles nog opperbest. Veel nieuws is hier niet, want wij doen hier niets. We staan nu al veertien dagen onder alarm voor naar België te gaan, maar nu zitten we nog steeds hier, en God weet hoe lang nog. Ik dank De Band ook voor het regelmatig opsturen van het Parochieblad en De Band. Nu ga ik eindigen met de beste groeten en een zalig en gelukkig Nieuwjaar aan de B.J.B., Milac, Chiro en aan alle soldaten van Leest.”
-Alfons De Smet uit Ruanda-Urundi (“De Band” van december 1961, brief niet gedateerd) : “Beste Leestenaren, hier wat van een ancien uit Ruanda-Urundi. Zoals u ziet, met mij gaat nog alles redelijk goed. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op de baan. Als chauffeur hier is het niet al te plezant met al die bergen en ravijnen. Op een zondag zijn wij eens gaan jagen, drie officieren en ik, dit op een goede 40 km van hier af. Het dorpje heette Oakoma, het was een zeer machtige streek met zijn schone valleien en moerassen. De streken zijn veel mooier dan in Katanga, maar de bevolking veel wilder. Wij zijn hier tamelijk goed geïnstalleerd. Wij hebben hier voertuigen moeten overnemen van de Ardeense Jagers. Wij hadden vijf voertuigen maar geen enkele die bolde. We hebben van twee slechte een goede gemaakt om ’s anderendaags toch maar naar Bigali te kunnen rijden. We hebben hier anders veel regen gehad, al veel meer dan op twee maand in België. Het is hier ’s nachts tamelijk koud, en over dag verschrikkelijk warm. Wij zijn hier nu al meer dan drie maand, de tijd is al goed voorbij gegaan. Wij hebben hier nogal veel werk. Ik geloof dat we hier reeds over de helft van onze term zijn. Dat is nu alles voor het ogenblik. Beste groeten aan alle Leestenaren, de soldaten van Leest en vooral aan de Chiro en de B.J.B.”
-Kigali, 6/12/61 : “Hier weer wat nieuws uit het verre Ruanda-Burundi. Met mij gaat het nog uitstekend. Het leven hier is alles behalve aangenaam. We hebben hier eenmaal per week Bal en cinema hebben we alle dagen bij ons in de Kom., en tweemaal per week in de stad. Voor de rest is het hier hetzelfde als in Duitsland. Alleen met het verschil dat ge hier als chauffeur langere afstanden doet. Er zijn soms dagen van 300 à 400 km. Van Astrida naar Kigali is het 150 km, dan moeten we altijd nog het een en ’t ander doen en dan moeten we nog terug. En dat is twee keren per week. Verleden week moest ik naar Usum.. (onleesbaar) met mijn jeep, dat was niets maar mijn remmen werkten niet, en de weg was prima; valputten en berg op en berg af, dat was een weg van een 200 km. Dan heb ik van tijd gedacht dat ik beneden in een rups zat, maar ik ben er nog maar met de schrik vanaf gekomen. Nog vele groeten aan de soldaten van Leest, Chiro, B.J.B. en zeker aan de Milac.”
-Niet gedateerd bericht en zonder plaats van verzenden : “Hier nog wat nieuws van een ancien, teruggekeerd in het burgerlijk leven. Hiermede bedank ik De Band voor al hetgeen gedaan werd gedurende de 3 jaar dat ik bij het leger ben geweest en voor het regelmatig opzenden van andere bladen. Nog vele groeten aan alle soldaten van Leest, B.J.B., Chiro.” (DB, november 1962)
Foto’s :
-Karel De Laet (Broeder Romain) -Louis Solie. -Fons De Smet. -Links Leestenaar Jan Van Rompay in de kazerne van Soest.
August Lauwers, secretaris van de Kon. Fanfare St.-Cecilia :
(...) Uwe benoeming, heer burgemeester, mag om verschillende redenen verdiend genoemd worden. Zo zal het dan in 1959 zestig jaar geleden zijn dat uw vader, Theofiel Verschueren zaliger, de basis legde aan het tot stand komen van onze vereniging en wel als de stichter van de fanfare Sint-Cecilia mag genoemd worden. En gij, heer burgemeester, die toen nog uw kinderjaren doormaakte, u was er zich wellicht niet van bewust welk een edel werk vader zaliger daar stelde, en wat een schitterende loopbaan u als politieker te wachten stond. Wanneer we de geschiedenis van onze vereniging doorbladeren, dan komt de naam Verschueren vanaf ons ontstaan tot op heden veelvuldig voor. Wij waren er ons van bewust dat u er prijs op stelde, al was het dan nog in de herfst van uw levensdag, nog eenmaal als hoogste burgerlijk gezagsdrager in onze gemeente te worden aangesteld : deze wens is thans in vervulling gegaan. Driemaal hebt gij uw kandidatuur gesteld bij de gemeenteraadsverkiezingen, driemaal de lijst “St.-Cecilia” de overwinning helpen bezorgen en driemaal wist gij het hoogst aantal voorkeurstemmen te behalen vandaar dat uw benoeming gewettigd is. Uw heraanstelling als burgemeester is ook een bewijs dat uw houding en handelingen gedurende de laatste 20 jaar onaanvechtbaar en onberispelijk waren. Een reden te meer dat gij het ambt van burgemeester waardig zijt. Onze gedachten gaan vandaag ook naar uw voorganger, onze voorzitter, de heer Pieter De Prins, die ondanks zijn wankele gezondheid steeds trouw op post is geweest, en de belangen van alle Leestenaren op een eerlijke manier heeft gediend. (...)
De nieuwe Burgemeester dankt :
Zeer Eerwaarde Heer Pastoor, Eerwaarde Heer Onderpastoor, Eerwaarde Zusters, Mevrouwen, Mijne heren, Beste medeburgers en vrienden, ik dank u allen oprecht voor de vele blijken van genegenheid en aanhankelijkheid die ik in het verleden en bijzonder vandaag mocht in ontvangst nemen. Het is zeer schoon, maar zoveel was wel niet nodig. Het doet mij genoegen dat omzeggens de ganse gemeente zich bij deze hulde heeft aangesloten en aldus haar tevredenheid over mijn benoeming uitdrukt. Onze kleine landelijke gemeente telt zovele verenigingen die mij allen hun beste wensen toestuurden : ik dank ze allen voor de eer mij aangedaan. Ik heb nooit mijn verantwoordelijkheid ontweken, gelijk ik in het verleden geweest ben, zal ik in de toekomst zijn. En als laatste, maar niet het minste, gaat mijn dank naar hen die vele jaren naar best vermogen onze gemeente hebben gediend : als schepene, mijn vriend Prosper Busschot en als burgemeester, mijn vriend Pieter De Prins. Hij zorgde voor de aflossing van de wacht, als ik mij zo mag uitdrukken. En nu zijn gezondheidstoestand de taak voor hem te zwaar maakt, heeft hij mij terug de wachtpost toevertrouwd, ons daarbij de jonge steun van zijn zoon als schepene toezeggend. Ik wil onder U staan als uw gelijke, als iemand die de vriendschap en het vertrouwen waard is van alle eerlijke mensen. Ik dank u nogmaals allen, nu ik weet dat ik tussen alle rangen, boven alle persoonlijke meningen uit, vele vrienden tel. Ik dank ook de nieuwe schepenen en gemeenteraadsleden voor het vertrouwen in mij gesteld. En als O. L .Heer mij te midden van mijn brave vrouw, kinderen en kleinkinderen nog enkele jaren gezondheid wil schenken, laat ons dan samenwerken voor een steeds schonere en welvarender gemeente onder de nationale leuze : “Eendracht maakt macht” en Leest ten bate. Ik dank U.”
Foto’s :
-August Lauwers, de secretaris van de Kon. Fanf. Sint-Cecilia en latere burgemeester.
Vervolg 22 februari 1959 – Plechtige aanstelling burgemeester Verschueren
Pieter De Prins, aftredend burgemeester :
Alles heeft een eind, zelfs de openbare opdrachten. Maar alles kan herbeginnen, ook de openbare opdrachten. Zeker zal ik mij niet als profeet voordoen, dit is een gevaarlijk spel, en gevaarlijke spelen zijn niet meer voor mijn leeftijd. Tenminste mogen wij hopen dat, voor het werk verricht tijdens deze enkele jaren, de bevolking zich onpartijdig zal tonen in haar beoordeling, en ik denk dat wij in dit geval de toekomst optimistisch mogen tegemoet zien. (...) Ik heb misschien mijn plicht vervuld. Maar U, burgemeester en de heren van de gemeenteraad, U deed het met een geweten, een verkleefdheid, een begrijpen en een kennis van de publieke en sociale vraagstukken, die mijn bewondering uitmaakten gedurende de enkele jaren die wij samen doorbrachten. De bewijzen van de doeltreffendheid van uw optreden zijn gemakkelijk te geven. Zij springen in het oog. Bekijk de financies. Kunnen ze gezonder zijn ? En de begroting ? Deze is in evenwicht. En welke werken werden de laatste tijd uitgevoerd ? De herstelling van kerk en pastorij. De vernieuwing van de Grote Heide, Scheer- en Vinkstraten in cementbeton, alsmede de Kleine Heide en Bist. De bekleding met cut-bac verharding der Tisseltbaan, Elleboogstraat, Winkelstraat en Tiendeschuurstraat. De verbeteringswerken van het gemeentehuis en het schoolhuis zijn in aanvang genomen. (...) Ja, heer burgemeeester, ik ben U en de andere raadsleden veel schuldig. En niets vermag mij uw kostbare samenwerking te doen vergeten. (...)
Floriaan Meyers, schoolbestuurder:
In naam van het onderwijzend personeel en van gans de schoolgaande jeugd heet ik U van harte welkom als burgemeester van Leest. (...) Dat U nog altijd de waardering en de genegenheid van de bevolking geniet, bewijst de aanwezigheid van zovelen op deze luisterrijke plechtigheid. Het moet voor U een gelukkig en tevens een aandoenlijk ogenblik wezen te mogen bestatigen, dat Gij nog niets van de vroegere sympathie hebt verloren. (...) Mijnheer de Burgemeester, U weet dat ik steeds dankbaar geweest ben tegenover de familie Verschueren en ik zou het mijn ganse leven betreuren door een kleine vergissing dat wederzijds vertrouwen in het gedrang te brengen. Indien het mij echter veroorloofd is enige suggesties naar voren te brengen en uw bijzondere aandacht durf te vragen, dan doe ik zulks maar alleen in het belang van het kind. Het zal U zeker niet ontgaan zijn en U zult wel opgemerkt hebben bij Uw bezoek, enkele dagen geleden, in tegenwoordigheid van de heren schepenen, dat de school een nijpend gebrek aan degelijk materiaal heeft om een onderwijs te verstrekken, dat onder alle opzichten volledige voldoening kan schenken. (...)
Z.E.H. Coosemans, Pastoor:
Bij deze plechtige aanstelling houd ik er aan U van harte een voorspoedige ambtsperiode toe te wensen. Wij staan hier in de schaduw van het Kruis op de schouw, van Kristus-Koning, het Opperste Gezag, van wie alle gezag voortkomt. Hij legt vandaag een deel van zijn gezag op uw schouders, weliswaar langs een omweg maar in werkelijkheid is Hij het toch die van zijn gezag meedeelt. Van heden af hebt Gij te zorgen niet alleen voor uw eigen welzijn, maar ook, en nog wel op de eerste plaats voor het algemeen welzijn. Voorwaar geen gemakkelijke taak ! Wij leven in een tijd dat de levensstandaard van de mensen heel wat is gestegen. Wat voor vijftig jaar als een luxe werd beschouwd, wordt nu als een dringende noodzakelijkheid aanzien. De evolutie van het mensdom gaat nu veel rapper. Wat vroeger op tien jaar gebeurde, gebeurt nu op een jaar. De wetten en reglementen die Gij zult moeten toepassen worden dan ook maar steeds ingewikkelder en talrijker. (...) Wat vandaag verplichtend is, is morgen misschien verboden. Er is ook zoveel dat de mensen scheidt : standsbelangen, rijkdom, bekwaamheden. Maar dieper dan al dat uiterlijke is er toch iets dat hen bindt. Hier te Leest zijn het allemaal gedoopte mensen met dezelfde levensbeschouwing. Die geestelijke band is sterker dan de band van het bloed en voor die geestelijke band moet alle verdeeldheid wijken. Hier te Leest lopen de grenzen van de parochie samen met die van de gemeente. Ik heb geen andere parochianen dan burgers van Leest en alle burgers van Leest zijn parochianen. Meer dan op welk ander gebied ook zijn we dus geroepen om samen te werken. Weliswaar is de taak die ons is opgelegd enigszins verschillend : de Uwe is meer van tijdelijke aard en de mijne meer van geestelijke aard. Maar het geestelijke en het tijdelijke zijn niet te scheiden, maar vullen elkander aan. Ons werkterrein is dus hetzelfde. Mijnheer de Burgemeester, U moogt dan ook op mijn medewerking rekenen. Ik eindig dan met de vurige wens dat we Leest weer wat schoner en gelukkiger mogen maken.
Jan De Decker, namens al de parochiale organisaties:
(...) Met een bijna kinderlijk vertrouwen richten wij ons tot u om u te zeggen dat wij zo vrij willen zijn, op u en op uw gezag beroep te doen om op tijd en stond een hulp te zijn voor onze parochiale werken. Het is toch ook een zegen voor de burgerlijke overheid als het op alle gebied goed gaat in de gemeente en daaraan werken wij toch ook krachtdadig mee. (...) Heer Gemeentebestuurder, het gezag dat u zult uitoefenen is een DIENST die moet : voorzien, organiseren, gebieden, coördineren, controleren en besturen. Dat gezag en deze dienst betekenen dat u zoveel mogelijk uitgaat van het genomen initiatief, dat u waardeert waar het openbloeit, aanvult waar het, vooral FINANCIEEL, ontoereikend is, richt en leidt waar het in gebreke blijft, vormt en bevordert waar het vatbaar is voor verrijking, beveelt waar het verkeerd loopt en terechtwijst waar het stremt in onwil. Vooral zult u in al die delicate schakeringen open oog en nog meer open hart hebben voor het eigen karakter, de eigen gevoelens en de levensproblemen van hen die u te leiden en te besturen heeft. Samen met onze hulde en onze diepgemeende gelukwensen, hopen wij dat het u mag gegeven zijn er het uwe toe bij te dragen opdat uw burgers geestelijk-schoner en cultureel-rijker kunnen “gewonnen en getogen” worden in een Leestse atmosfeer waarin het goed is te leven –soms-, soms ook bitter... (...)
Vervolg 22 februari 1959 – Plechtige aanstelling burgemeester Verschueren.
In de trouwzaal van het gemeentehuis had de officiële hulde plaats. Op het balkon waren luidsprekers opgesteld zodat het publiek de toespraken kon horen. Aan de eretafel hadden plaats genomen : de burgemeester en z’n dame, oud-burgemeester De Prins en Z.E.H. Coosemans, pastoor. Rondom de eretafel bemerkten wij : E.P. Clementiaan o.f.m., onderpastoor, de oude en de nieuwe gemeenteraad, de secretaris en afgevaardigden van onderwijzend personeel en plaatselijke organisaties.
Het woord werd achtereenvolgens gevoerd door : oud-burgemeester De Prins, pastoor Coosemans, meester Meyers, Jan De Decker, Frans Van der Taelen, August Lauwers en Louis Verbruggen waarna de burgemeester alle sprekers bedankte.
Het officieel gedeelte van de viering werd ten gemeentehuize besloten met het drinken van (meerdere romers) champagne. Aan de schoolkinderen werd de volgende dag vrijaf gegeven. Zij werden verder nog bedacht met chocolade. In de zaal “Sinte-Cecilia” bij Frans Huybrechts werd door de burgemeester een “tournéé génerale” aangeboden...”
Vervolgt…
Foto’s :
-Op het kerkhof legde de burgemeester een ruiker neer bij het gedenkteken van de gesneuvelden en oorlogsslachtoffers.
-De nieuwe burgemeester schreed, geassisteerd door zijn voorganger, het gemeentehuis binnen.
-Aan de eretafel in de trouwzaal van het gemeentehuis.
-De nieuwbakken burgemeester sprak zijn dorpsgenoten toe. Op de foto zijn echtgenote Catharina Lauwers, pastoor Coosemans, Prosper Busschot, secretaris Bradt, Ferdinand De Prins en pater Clementiaan (Clement De Wilde).
-Het publiek op het dorpsplein luisterde aandachtig toe.
1959 – Zondag 22 februari : Cultuurdag van de B.J.B.-meisjes gewest Mechelen.
“Dat de BJB-meisjes het menen met hun jaarleuze : “Geen woorden maar daden”, dat hebben ze afgelopen zondag eens te meer bewezen. Te kwart voor tien reeds, was het op de speelplaats van het instituut der Ursulinen één bonte wemeling van blauw-gele uniformen. Even na 10 uur werd, na een flinke stapoefening, de openingsformatie gehouden onder leiding van A. Van Hoeymissen, clubleidster. De gewestleidster verwelkomde de ruim 250 aanwezigen en gaf tevens een korte uitleg over de betekenis, het programma en het verloop van de voormiddag. Stijlvol, en onder het zingen van stapliederen, trokken de deelneemsters naar de onderscheidene lokalen waar de schiftingswedstrijden plaatshadden.”
De resultaten van Leest : in de proclamatie van het zangtornooi kwam Leest, samen met Blaasveld, Grasheide en St. Kat. Waver met onderscheiding uit. In het verteltornooi haalden de Leestenaars J. Beullens en R. Goovaerts grote onderscheiding.
1959 – 22 februari : Plechtige aanstelling te Leest van burgemeester Verschueren.
“De Band” wijdde in het nummer van maart 1959 een artikel aan de nieuwe burgemeester en zijn aanstelling :
Ons dorp in feest !! Emiel Verschueren – Inhaling en Viering.
“...maandagavond 16 februari kwamen afgevaardigden van plaatselijke organisaties op het gemeentehuis bijeen om de officiële viering van de nieuwe burgemeester te regelen. Deze vergadering werd voorgezeten door schepenen Frans en Ferdinand De Prins. Waren verder aanwezig : Louis Verbruggen en Jozef De Decker (C.O.O.), Flor Meyers, schoolbestuurder, Constant Busschot (Boerenfront), Jan Verbruggen sr (Boerengilde), Frans Van Der Hasselt (Arbeid Adelt), Victor Selleslagh (Rust Roest), Richard Van Praet en Louis Solie (KWB), August Lauwers en Frans Polspoel (St.-Cecilia), Alfons Hellemans sr (Davidsfonds), Maria Rheinhard (Vrouwengilde), Edward Van Steenwinckel (Kerkfabriek) en Jan De Decker (Milac). Schepen Frans De Prins aanvaardde het voorzitterschap van het feestcomité.”
Zondag 22 februari : feestelijke dag.
“Te 15 uur bood burgemeester Verschueren een receptie aan in zijn woning. Oud-burgemeester Pieter De Prins overhandigde aan zijn opvolger de driekleurige sjerp. Namens de K. Fanfare St.-Cecilia werd aan de nieuwe burgemeester een bloemtuil aangeboden door Leopold Piessens, terwijl de muzikanten een feestmars uitvoerden. Ondertussen regelden Richard Van Praet en Emiel Polfliet de volgorde van de optocht, waarin werden opgemerkt : de Chiro met haar muziekkapel, vaandels en vendelvlaggen. De jongensschool, de meisjesschool, Oud-soldatenbond, Boerenfront, Katholieke Werkliedenbond, BJB-meisjes, Vrouwengilde, Toneelkring “Rust Roest”, BJB-jongens, Boerenbond, Kon. Fanfare St.-Cecilia, Kerkfabriek, Commissie van Openbare Onderstand en de Gemeenteraad. De burgemeester en zijn dame, oud-burgemeester De Prins, Z.E.H. Pastoor, W.E.P. Onderpastoor en de schepenen volgden in een wagen. De optocht ging langs de Elleboogstraat, Tisseltbaan en Dorp naar het kerkhof waar de burgemeester een mooie ruiker neerlegde bij de gedenksteen der Gesneuvelden en Oorlogsslachtoffers. Een minuut stilte werd in acht genomen. De K.F.S.C. voerde er de Nationale Hymne uit. Bij de poort van het kerkhof werd een erehaag gevormd door de schoolkinderen. Na verloop van de korte plechtigheid op het kerkhof, schreden de burgemeester en zijn gevolg naar het gemeentehuis terwijl een grote menigte hem toejuichte.
Vervolgt…
Foto’s:
-Pol Piessens overhandigde bloemen namens de fanfare.
-De Chiro met vaandels en vlaggen in de optocht.
-De Kon. Fanfare St.-Cecilia passeert de Tisseltbaan.
1959 – Zondag 8 februari : Optreden van Sint-Cecilia te Heffen.
De Leestse fanfare Ste-Cecilia gaf om 17u30 een muziekuitvoering in de zaal “Het Witte Paard” met 85 uitvoerders waaronder het zangkoor.
1959 – 8 februari : Soldaat Leon VAN PRAET vanuit Heverlee.
“Eindelijk is het er van gekomen, u mijn beste groeten te zenden. Het valt mij hier goed mee. Nu we aan onze laatste maand scholing zijn (auto) en we elke dag op de baan zijn, wordt het plezanter. Ik dank Milac voor de brieven en kaarten die ik hier aankrijg. Beste groeten aan alle Leestenaren !”
1959 – Zondag 8 februari : Muziekconcert K. Fanfare “Arbeid Adelt”.
Vond plaats in de zaal “De Rozelaar” bij Theo Teughels. Op het programma : “Flinke en fier”, mars van R. Kumps. “Walk-Over”; mars van Strauwen. “Antigone”, ouverture van Rousseau. “Terug uit Dinant”, mars van F. Teugels. “Zwart Water”, ouverture van Jourquin. “Oude Kameraden”, van Teike. “Siciliaanse ouverture”, van Dax. “Judex”, (Mors et Vita) van Gounod. “Kermesse”, van De Roeck. Tot slot het Vaderlands Lied. De leiding was bij J. Van der Taelen en voor de afwisseling zorgde Bux, een humorist-conferencier. (DB, april ’59)
1959 – Maandag 9 februari : KWB organiseerde een filmavond.
Om 19u30 werd de film “Het onsterfelijke lied” vertoond ten voordele van de KWB. Toegangskaarten aan 15 frank. (DB, januari 1959)
1959 – 10 februari 1959 : Matroos Willy VAN ASCH vanuit St-Kruis.
“Ik verneem dat ik de eerste matroos ben van en te Leest. Ik heb het mij nog niet beklaagd dat ik matroos ben. We hebben hier in St-Kruis schoon leven. De dagen vliegen hier voorbij. Ik hoop van de nieuwe 12-maanden-dienst te kunnen genieten. Aan alle soldaten en toekomstige soldaten van Leest wens ik van ganser harte veel plezier en ik hoop dat er nog wel mannen van Leest bij de Zeemacht zullen komen !”
1959 – 10 februari : Mère Aleydis (Jeanne De Boeck) vanuit Titulé.
“Beste vrienden, langs De Band wil ik u nogmaals hartelijk dank zeggen voor al de lieve attenties die u voor mij gehad hebt onder mijn verlof en voor de vele giften langs alle kanten gegeven. Ik wil u nog eens zeer speciaal danken voor die prachtige avond ter mijner ere gehouden. Die avond was opgenomen op band en werd hier in Kongo afgedraaid voor mijn medezusters. Die hebben er al zoveel van genoten als ik toen zelf en eenstemmig zeiden ze dat het nogal mannen zijn in Leest. Ze stelden vooral uw grote genegenheid voor de missionarissen op prijs. Ik dank ook langs deze weg Jong-BJB en Kruistocht B voor het tijdschrift “Bij de Haard” en “De stem van Moerzeke”. Hier is sedert mijn vertrek uit het moederland al veel gebeurd. U hebt allen zeker veel gelezen over de opstand in Leo. Dat is een zeer spijtig iets geweest maar bij ons is alles zeer kalm ; hier en daar loopt er wel een stuk évolué rond die peinst het beter te kunnen dan de blanken, maar zo’n enkeling is niet in staat de massa te doen bewegen. Hier zijn de zwarten nog altijd even grote sukkelaars die niets van leven afweten. In onze streek zijn er nog geen echte geëvolueerden. Als ze een beetje kunnen lezen en schrijven, denken ze reeds alles te kunnen en daar het bij ons een landbouwstreek is, zijn ze dan te goed om een veld te bewerken. Hier zowel als in Leo zitten veel jonge mannen zonder werk door hun eigen schuld omdat ze zich voordoen als geschoolde mannen die dus recht zouden hebben om een bepaald beroep, namelijk van klerk, uit te oefenen. De hoogmoed is de gevaarlijkste vijand van ons werk. Dus u moet absoluut geen zorgen om mij maken. Verleden week hebben wij hier groot bezoek gehad. De apostolische nuntius, Monseigneur Bruniera, heeft onze missie Titulé willen vereren met een bezoek. Voor deze eerste gelegenheid zijn mijn nieuwe vlaggen uitgehaald die ik in België gedurende mijn congé kocht. Duizenden kinderen en mensen waren hier aanwezig om in Monseigneur onze Heilige Vader de Paus te groeten. Het was een schoon zicht al die mensen, schoolkinderen en scouts in uniform te zien en daar tussen een wemeling van vlaggen. Een onderwijzer las een brief voor en de Pauselijke Nuntius sprak prachtig en vol gloed de mensen toe in het Frans. De zwarte priester vertaalde het in het Lingala. Monseigneur sprak ook over de incidenten te Leo. Verder heb ik hier terug mijn werk hernomen, met dit verschil dat we met twee zijn in hospitaal en materniteit. Ik houd het hospitaal en dispensarium met daarbij de consultaties in de brousse en de melaatsen. De andere Mére heeft de zorg voor de materniteit en de consultatie van Titulé en wat materieel werk. Het bureelwerk is ook voor mij en ’t is door de vele rapporten van ’t einde van ’t jaar dat ik u nu slechts kan vertellen hoe het hier gaat. Ik ben ook met de Gidsen begonnen. Het marsjeert buitengewoon goed en ‘k heb zelfs twee groepen moeten nemen. Zo gauw we enkele bijzonderheden kunnen melden, een kampvuur of een belofte, schrijf ik breedvoeriger over de beweging. Ik ga nu eindigen en zie reeds verlangend uit naar een of andere gelegenheid om nogmaals mijn lieve Leestenaren met een briefje te kunnen vergasten. Ik geniet samen met de vele zwarten van de vreugde die de vele kleren en schoenen en saccochen enz. brachten onder onze sukkelaars. Tot later. Ik bid voor u allen. Denkt ook eens aan mij. Zeer genegen.” (DB, maart 1959)
1959 – 16 februari : Vergadering Feestcomité nieuwe burgemeester.
De afgevaardigden van de plaatselijke organisaties kwamen samen op het gemeentehuis. Doel : regeling officiële viering van de nieuwe burgemeester. De vergadering werd voorgezeten door schepenen Frans en Ferdinand De Prins. (Foto’s onderaan) Waren verder aanwezig : Louis Verbruggen en Jozef De Decker (C.O.O.), F. Meyers (schoolbestuurder), Constant Busschot (Boerenfront), Jan Verbruggen Sr. (Boerengilde), Frans Van der Hasselt (Arbeid Adelt), Victor Selleslagh (Rust Roest), Richard Van Praet en Louis Solie (KWB), August Lauwers en Frans Polspoel (St.-Cecilia), Alfons Hellemans Sr. (Davidsfonds), Maria Rheinhard (Vrouwengilde), Edward Van Steenwinckel (Kerkfabriek) en Jan De Decker (Milac). Schepen Frans De Prins aanvaardde het voorzitterschap van het Feestcomité.
1959 – 17 februari : KWB-Studiekring : “Het communisme in China”.
Op woensdag 17 februari gaf pater Clementiaan een voordracht over “Het Communisme in China”. De pater kon met kennis van zaken spreken want hij verbleef jarenlang in China. Er kwamen slechts 20 toeschouwers opdagen.
Foto’s :
-“Mère Aleydis” missionaris in Titulé.
-Frans en Ferdinand De Prins zaten de vergadering van het feestcomité voor.
-Pater Clementiaan, hier met en zonder sigaar, in de wereld Clement De Wilde, gaf een voordracht over het communisme in China.
Omstreeks 09u45 in de ochtend deed zich een aanrijding voor ter hoogte van het huis met nummer 42 in de Mechelstraat te St-Katelijne Waver. Daar stond de defecte wagen geparkeerd van René Van den Broeck uit Kapelle-op-den-Bos. Die wagen werd per jeep weggesleept door de Leestenaar J. Van den Brande. Terwijl men de wagen aanhaakte werd hij aangereden door een personenwagen bestuurd door een chauffeur uit Zele. De Leestenaar die zich bij het aanhaken tussen beide wagens bevond, werd gekwetst aan armen, benen en aangezicht.
1959 – 7 februari : Met de KWB naar de “Zes dagen van Antwerpen”.
Er werd een autocar ingelegd die om 18 uur in het dorp van Leest vertrok. Het inschrijvingsgeld bedroeg 75 frank, toegang tot het sportpaleis inbegrepen. (DB, januari ’59)
1959 – 7 februari : Territoriale Wacht.
“Werden ingelijfd bij de TWL en beginnen hun prestatie op 7 februari : Marcel Van Winghe, Alfons Boey, Juul Van Linden, Louis De Decker, Louis Vloebergh, Alfons Keulemans en Ferdy Polfliet.” (“DB”, januari 1959)
1959 – 7 februari : Soldatenbrieven van Willy LAUWERS.
-Willy Lauwers vanuit Gent, 7/2/59 : Ik schrijf hier reeds m’n eerste briefje uit Gent. We hebben onze kledij gehad zodat we totaal ingelijfd zijn. Wij beginnen ook onze opleiding te krijgen ; tevens lessen. ’s Morgens krijgen we opleiding en ’s namiddags les. Het eten is uitstekend. Wij kunnen hier ook les volgen van de Aalmoezenier. Ik sluit m’n eerste briefje met een goede dag aan alle Leestenaren en bijzonder aan de soldaten, Milac en mijn kameraden.
Kommentaar van De Band : “Wij danken vriend Willy voor deze eerste brief, amper een paar dagen na zijn inlijving in het NAVO-Korps. Milac wenst hem veel succes !”
-Willy Lauwers vanuit Gent, 16/3/59 : “Ik dank u voor DE BAND en parochieblad. Onze opleiding is niet zwaar. We zijn naar een andere blok verhuisd en liggen nu met 15 man op een kamer. Op 30 april vertrek ik naar het 1ste Genie te Westhoven in Duitsland. Het eten is hier zeer goed. Twee maal per week mogen wij uitgaan, dinsdag en donderdag. De andere avonden hebben we studie. Met Pasen hebben we vier dagen verlof. In juni gaan we waarschijnlijk naar Lourdes. Beste groeten aan al m’n kameraden, in ’t bijzonder aan de Milac en z’n soldaten.”
-Willy Lauwers vanuit Westhoven, 6/5/59 : “Hier m’n eerste briefje uit Duitsland. Verleden maand heb ik geen brief kunnen schrijven omdat ik volop in de examens zat te Gent. We moesten in elk vak 5 op 10 punten behalen en in het totaal 55%. Hier in Westhoven heb ik een goede makker ontdekt : JAN VLOEBERGH die hier kantinier is. Ik ‘lig’ in de stafcompagnie als infirmier en ik verzorg heel de dag de zieken. Het eten is zeer goed. Een goede dag aan alle Leestenaren, in het bijzonder aan al de soldaten en aan Milac.”
-Willy Lauwers vanuit Westhoven, 21/6/59 : “De dagen vliegen hier snel voorbij. We hebben al twee Welfare avonden gehad : Charel Janssens, Co Flower, Han Verne, Duo Berry en Henk De Bruyn traden voor ons op. Hier is de tucht zeer streng. Deze week ben ik mee naar de schietstand geweest als infirmier, ook de Jan Vloebergh was daar als kantinier. We vonden niet beter dan maar gezellig samen in ’t gras te gaan liggen om wat te babbelen ! Beste groeten aan alle Leestenaren, de soldaten, Milac en mijn vrienden.”
-Willy Lauwers vanuit Westhoven, 24/1/60 : “Het is nu weeral een gehele tijd geleden dat ik weer een briefje aan de Milac heb geschreven. Wat mijn lenigheid betreft, dit is veel beter nog dan vroeger. Nu ben ik voor de wacht overgeplaatst naar het Medisch Huis in Porz, dit is dan 3 dagen op de week daar gaan zitten en daar telefoontjes opnemen, de visieten bellen aan de dokter van wacht en dan ook wanneer de B.V.’s komen met briefjes van de dokter, de medicijnen mede geven, dat is al wat we daar te doen hebben, en wanneer ik dan in het Bataljon ben alleen nog het doktersrapport mede maken. Nu heb ik ook een nachtvergunning op 15 februari tot 00u30, dan zal het wel de moeite zijn om eens uit te gaan want om 10 u binnen zijn dat is dan ook geen leven. Ik mag dan ook tevens in burger gaan wat de hoofdzaak is in Duitsland om buiten te gaan. En wat het weder hier betreft dit is fel verbeterd, hier heeft zeer veel sneeuw gelegen en is het al een veertien dagen goed winter geweest, maar gelukkiglijk is het nu weer een mooi weder. Nu ga ik maar stilletjes eindigen met aan alle soldaten en bijzonder aan mijn broeder Roger, Edmond, Eduard en aan Jan Van Rompaey het beste toe te wensen. Tot de volgende brief.”
-Willy Lauwers vanuit Westhoven, 14/2/60 : “Hier een kort briefje van uit het garnizoen. Ons mooi leventje is hier al een paar weken achter de rug. We hebben hier zeer veel werk met de griep. Wij moeten hier lopen van ’t een naar ’t ander en wanneer ik de wacht moest doen in het Medisch Huis was dat ook niet slapen en eten zoals dat eerst het geval was. Eén man kreeg het werk niet gedaan en er werd van de dokter nog een man bij geplaatst. Het eten is nog immer goed zoals met het weder. Ik heb mijn burgervergunning plus nachtvergunning tot 00u30, geen avondappel van 10 u. De beste groeten aan alle soldaten maar bijzonder aan mijn broeder Roger, aan Geerts E., Jacobs E. en Jan Van Rompaey.”
-Willy Lauwers vanuit Westhoven, 20/3/60 : “Hier is den Willy Lauwers uit Westhoven. Met de hoop dat het met al de Leestenaren goed is zoals hier met ons. Nu ik moet de Milac er ook hartelijk voor danken voor de Juxe Box en het Goede Zaad, evenals het maandblad ‘De Band’ die ze me hier maandelijks toesturen. Nu ik neem hier ook dagelijks het dagblad plus Juxe Box en Song Parade, gezien ik een verwoed Juxe Box fan ben. Nu wat het weder hier betreft ’t is hier zeer goed, vrij warm en zacht weder. Wat het uitgaan hier betreft ’t is hier ook uitstekend en zeker vanaf ik nu mijn vergunning tot 00u30 en mijn burgervergunning heb, ja ik ga zeer veel in burger nu, ik heb nog wel mijn burgerkledij niet hier maar trek toch mijn plan, dan ga ik naar de gestrafte B.V. en vraag hun burgerkledij. Ja, hier in Westhoven is totaal niets te zien, wil men plezier maken dan moet men naar Keulen, waar ik dan ook zeer veel naartoe ga. Voorts hier nog altijd hetzelfde leven, drie dagen op de week naar het Medisch Huis, daar blijft dan niets anders te doen dan brieven schrijven, gezien er hier totaal geen werk is. Maar ik ben ook van plan mijn plaats hier op te zeggen en alle maneuvers van de zomer mede te maken, het is gezond. Men komt overal en niet teveel doen. Ziezo weer wat nieuws over mij.”
1959 – 7 februari : Zilveren bruiloft Jozef Meuris – Maria Schellens.
“Wij vernamen dat de echtelingen Jozef Meuris-Schellens (Dorp 31) op 7 februari a.s. 25 jaar getrouwd zijn.” (DB, januari 1959)
Jozef Meuris was te Itegem geboren op 21 augustus 1902 en hij overleed in het O.L.Vrouw ziekenhuis te Mechelen op 11 februari 1976. “Toen hij tien jaar was, trok hij reeds naar alle jaarmarkten als liedjeszanger. ‘De koord van Nijlen’, ‘Het mirakel van Herentals’, enz.. Zo kende hij 150 van die liedjes. Hij heeft ook nog met bier rondgereden. Later was hij verbonden aan het Vrijbroekpark voor de Rozenhof. Tien jaar lang heeft hij de kerk gekuist, samen met zijn Anna…” (“DB”)
In het oorspronkelijke bericht van De Band van 1959 woonde het echtpaar in huisnummer 31 in de Dorpstraat. Later betrokken zij het huisje van de kerkfabriek tussen het klooster en zaal Sint-Cecilia, mogelijk voor een prikje als tegemoetkoming voor het reinigen van de kerk. De echtgenote van Jef Meuris Anna Maria Rosalia Schellens was doof en drukte zich uit via ongewone rare geluiden. In Leest noemde men haar “doëf (noot : dove) Anna". Anna was in 1905 geboren en overleed in 1977.
Foto’s :
-De infirmerie van de Passendale kazerne in Westhoven, de tijdelijke biotoop van Willy Lauwers.
-Anna Schellens, bijgenaamd “Doëve Anna”. (Foto : Hugo Lauwens)
-De laatste rustplaats van straatzanger Jozef Meuris en Maria Schellens op het kerkhof van Leest. (Verzameling Eddy Apers)