1647 6 april :
Gillis Bessems en Mayken Vleesage zijn huisvrouw wonende Leestxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
verkopen aan pastoor Calendries te Leest voor 170 gulden 6 dachwant land
gelegen te Leest in de Biest.
(Schepenakte van Mechelen,Parochie-Archief Leest)
1648 Petrus Van
Hanswijck volgde pastoor Caelendries op tot in 1674.
Dit gebeurde op voorspraak van de
abdis van Kortenberg Maria Blyleven.
1649 Een derde
klok
1649 : Eén van de twee klokken is
gebarsten. Om daaraan te verhelpen, steken
pastoor Van Hanswijck, met de kerkmeesters Jan
Bulens en Cosmas Van Vaecke
de koppen bij elkaar. Ook Nikolaes
Loyes en Jacques Bulens, H.Geestmeesters,
worden er bij betrokken, samen met
de gezworenen Gillis Verbruggen, Jan
Segers, Antoon Somers en Louis Van
Venze.
Men zal niet alleen de gebarsten
klok laten hergieten, men wil daarbij een derde
klok laten maken. Daartoe reist men tot zevenmaal
naar Antwerpen,want de 2800
pond klokspijs zal geleverd
worden voor 1540 gulden door Michaël van Laer
cooper in cooper te Antwerpen.
300 gulden zal men direct betalen. De rest van
de som wordt afbetaald tegen 5%. De
rekening is voor de kerk, maar de gemeente
zorgt voor de intrest tot het
bedrag is afbetaald.
Deze overeenkomst wordt op papier
gezet ten huyze ende comptoir van notaris
Dirk Retgen aan de Veemarkt te
Antwerpen. De rest wordt besproken tussen pot
en pint met Petrus Van den Gheyn
in de Ceulsche Kerre te Mechelen.
Hij zal de twee klokken gieten voor
385 gulden.
De grote klok zal 2.087 pond wegen,
de middenklok 1.305 pond.
Op 18 juli 1653 is alles afbetaald.
Driedubbel feestelijk gelui ! Op
deze nieuwe klokken wordt een stevige pint
gedronken : drij tonnen ende drij
vierendeelen bier of 34 gulden 10 stuivers.
En de pastoor krijgt een vergoeding
van 12 stuiver voor een tenne telloire die
verloren bleeff op het feest van de
clocken.
(WLS,blz.15 en 16)
Rekening van het feestmaal op de
pastorij gehouden ter gelegenheid van de
wijding van de twee klokken :
Verteer tot Leest over den
maalteyd ten opsigte van het weijden deser twee
clocken aen terven, corenbrood, aan
aberdaen, stockvis, zalm en cabilauw,
aen groenvisch, boter en caes,
pestinaeken en ajuin samen 59 14 - 1.
Aen het dessair, suyckerije, hueren
van then, servitten en fruijt, aen den cock
met
hulper, aen den werckman over t clieven van het houd 22 15 2.
Aen vierdedeel wijns, over drij
tonnen goed Mechels bier In de Half Maen
en
over den accijns 44 6 0.
1650 Anthon de
Steenhouwer werd aanzocht om : een colomme te setten inde
venster uit de sacristy, die aldaer
om diefverije met gewelt uitgebroken was.
(WLS,blz.13)
1650 21 mei : Voor
notaris Guill. Van Tongelen verschenen Gillis Moldermans
coninck, Jonkeer Jan Jeronimo De
Clercq heere van Bouvekerke hoofdman,
Nicolaus Coeckelbercks ende Niclaes
Loocx dekens van de Gulde van Sint
Sebastiaen van den dorpe ende
prochie van Leest representerende het corpus van
de selve Gulde ter eendre ende Jan
Verlinden den jongen landtman aldaer mede
guldebroedere ter andere zijden
welcke eerste comparanten hebben verclaert dat
dat alsoo de voors. Gulde is
competerende zekere ledige erffve daer eertijds eene
huysinge op gestaen heeft gel. In
de plaetse van Leest voors. hendt tegens het
kerckhoff aen de selve huysinge
eertijds gedient hebbende ten dienst van de
voors. Gulde alsdaer inne hunne
camer ende vergaderinge gehadt ende gehouden
hebbende ende dat het haer metten
quadentijt niet gelegen is thuys daer van µ
wederom op te bouwen, zij geraeden
hebben gevonden de voors. erve over te
setten...aen de voors.Jan Verlinden
op conditie dat hij de selve sal bebouwen
ende daer op een nieuw huys stellen,
ende dat de groote camer die sal moeten
gescildert ende gepaveyt worden
daer van sal zijn ten dienste van de voors.
Gulde. (Gijs-Thys, reg. Nr.72 f°13)
1655 4 maart :
Marten Hasendonks, pachter Leest proces tegen Philip Verschueren
rent abdij van Grembergen.
(Notariaat Sporckmans Verhulst Mechelen)
1655 25 mei : Jan
Vlemincx zal afkwijten rente tot laste van Jacob Vlminck bezet op ¼
van bos te Leest.
Jacob Vleminck priester verkoopt
zijn broer Jan ¼ van een Bleckbos gekomen uit
Scheiding op 14/6/1638. (Notaris
Verhulst,Mechelen)
1655 26 oktober :
Maria Van Hanswijck, weduwe van Willem Coop, haar zoon
Willem Coop, Jaspar Huberti,
echtgenoot van Elisabeth Coop, Anna Maria
Coop, Joanna Verberckt, weduwe van
Jan van Hanswijck, Catharina van
Hanswijck, Hendrik en Willem van
Hanswijck, Jan en Maria van Hanswijck
verkopen aan Bernard Alexander Van
den Zijpe en diens echtgenote Isabelle
Douglas, gezegd Schot, een bunder
beemd onder Leest aan de brug, belast met
een ½ brasp. aan de heer van
Mechelen. (MS)
1656 26 januari :
Jacques Vleminckx priester transporteert Hendrik Brants echtgenoot
van Maria Gootens 1/8 beemd de
Cleyne Cragels onder Leest, geërfd van Anna
Bernaerts, moeder van den
comparant. (Notaris Verhulst Mechelen)
1656 24 maart :
Cornelis Matthijs,Schepene van Leest, 1/2 Barbara Matthijs wwe
Marten Van Immerseel ½ verhuren
beemd aan Niklaes Loycx en Gillis
Verbruggen , pachters te Leest.
(Notariaat Mechelen -Sporckmans
Verhulst)
1656 7 mei : Notaris
P. Verhulst Mechelen :
Ontvangst van Bestiael geld door de
stad Mechelen. Lijst van 800 personen
gerangschikt volgens gemeente.
Leest : Andries Diddens. Bertelmeus
Aerts. Adriaan Aerts. Cosmas Van Vaeck en
Christiaan Van Vaeck tsamen.
Andries Vermerchten. Anthonis Somers
wwe Van Den Broeck.
Augustijn Dillis. Wwe Diddens. Anthonis Feermans. Wwe Gommar Aerts.
Adriaan Verlinden. Wwe Verschueren.
Gillis de Win. Wwe Marten Martens.
Gillis de Win. Wwe Jan Buelens.
Gommar Aerts.
Gillis Verbruggen. Gillis Troy.
Gerard Coeckelberg. Jan Verbruggen. Jan
Verlinden. Wwe Maeldermans
veracordeert met Gillis Maeldermans.
Gillis Fierens. Hendrik De Wint.
Gerard Sleubus. Jan Vermijlen. Jan Vlemincks.
Jacob Mollemans. Joeris Van den
Bemde. Jan Zegers. Jan Dilis. Jacob Buelens.
Jan Huysmans. Ingel Verbruggen.
Lonijs Vermijlen. Lauwerijs Van Coetsem.
Lauweijs van Rijmen. Am. Maarten
Ruelens. Matheus Peeters.
Merten Huysmans. Marten Bertels.
Niklaas Persoons. Niklaas Loicx.
Niklaas Coecelberg. Pieter Suys.
Pieter Vermijlen. Pieter Huysmans.
Pieter Lauwers. Pieter Zegers.
Pieter De Laet. Wouter Maes.
1656 13 juni : Maria
Goitens = Henri Brants gaan af van koop van 8 paart in beemd
de clyne cragels onder Leest tegen
priester Jac Vleminckx item 1/8 in de
Karrebeemd Heffen. (Notariaat
Sporckmans Verhulst Mechelen)
1656 14 juni :
Corneel van Laeck gezworene van Muizen, Mathias Van Winghe,
gezworene van Hombeek, Jaak
Mollemans gezworene van Leest, enz... hebben
hunnen laste aanvaard bastiaangeld.
(Notaris P.Verhulst Mechelen)
1657 19 februari :
Niklaas Neefs x Maria Matheusens ontvangen van Rumoldus Van
Hoof i.n.v. zijn zuster Elisabeth
Van Hoof.
(Notaris P. Verhulst Mechelen)
1658 19 oktober :
Cornelis de Meyer verhuurt Adriaen Aerts pachter Leest opden
heffense kauter. (Notariaat Sporckmans Verhulst, Mechelen)
1659 30 maart :
Niclaes Loicx pachter te Leest ontv v
Bartel van Elsen...
(Notariaat Sporckmans Verhulst
Mechelen)
1659 22 augustus :
Jaak De Wit, gezworene te Hombeek, Ferry Feermans met Francois
Elias te Battel, Lonijs Vermijlen
en Gerard Couckelberg te Leest, Philips
Quackels Pennepoel akkoord met
Gerard De Potter over bestialen.
(Notaris P. Verhulst, Mechelen)
1659 Jan De Win
pastoor in Leest/Hombeek tot 1660 ?
F. De Ridder schrijft : 1659-1660.
Jan De Wint of De Win, pastoor van Leest,
bediende de parochie van Hombeek
als deservitor. En tegelijk verwijst hij
naar een Hombeeks document (van 14
januari 1660) waarin heer Johannes de
Wint, pastoor tot Hombeek wordt
genoemd.
In de rij Hombeekse pastoors
situeert F. De Ridder deze Jan De Win(t) tussen het
overlijden van pastoor A. Steemans
(1659) en de erop volgende benoeming
van N. De Clerck (op 25/9/1660).
(xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />Wilfried
Hellemans, Pastoors Gevraagd, t Ridderke nr.2, 2004)
1660 17 september :
Catharina Bernaerts transporteert aan Anna Vlemincx,echtgenote
Jan De Grauwe, al haar goederen bij
haar overlijden, te weten een erfelijke
vleesbank in het vleeshuis, de helft van
de beemd Den Cleynen Burchval onder
Heffen, het ¼ deel van Den Grooten
Borchval, de ½ van de kerkbeemd onder
Leest, en verder zoveel renten en
mobilaire goederen als nodig opdat Anna
evenveel zou hebben als Jan en Joos
Vlemincx. (MS)
1662 13 mei :
Pater...de Buer verhuurt Jan Bullens = C van Broeck hoeve thof ter
meulen onder Leest.
(notariaat Sporckmans Verhulst,
Mechelen)
1662 22 mei : Gilles
Verbruggen pachter Leest = Guilleam zelve verb. 1 het saefvoet
blocke te Leest.
1 carolus daniels erve 2
kinderen.... 3 het kouter...
(notariaat Sporckmans Verhulst,
Mechelen)
1663 In 1663 was er
groten watervloet te Leest en daarbij moet ook de pastorij onder
water gestaan hebben want datzelfde
jaar werden de plaetse en het
pastoorsachterhuis met aarde
opgehoogd : Louis Vermijlen gaat met synen
waghen ende peerden om 20.500
careelstenen, den calck, de savel ende gesaecht
hout halen voor dat
pastoorsachterhuysken. (Zie ook Kerk en Pastorij)
1665 24 april : De
H. Geesttafel van Sint Rombouts legt beslag op een half bunder land
Groot Aerland onder Leest van
Petronilla Burino en Jaspar Theunissen wegens
vertoef. (MS,nr.1196)
1672 11 maart :
Cornelis Daneels ontleent aan Peter Blondel 2.000 gulden tegen 100
rijnsgulden intrest. Hij geeft tot
onderpand drie bunder land onder Leest, evenals
de drie bunder land het
Houtenblok aldaar. (Opene brieven van Karel II van
Spanje, Charters, H.Geesttafel en
Huisarmen, nr.22)
1674 Gerard Van
Espen werd pastoor te Leest in opvolging van Petrus Van Hanswijck.
Hij overleed op 19 janauri 1691 morto periculoso infectus, door een
gevaarlijke
ziekte aangetast.
Pastoor Van Espen ligt begraven in
de linkerzijgang van de kerk. Op zijn grafzerk
staat te lezen : D.O.M. Sepulture
van den Eerweerdighen Heere GERARDUS
VAN ESPEN, pastoir alhier den tydt
van 17 jaeren, die de gemeynte loffelyck
gedient hebbende, is gestorven den
19 Januarius 1691 requiefcat in pace.
1677 Dat jaar werd
een sauvegarde aangesteld tot bewachnisse om onze kercke te
bevrijden door ordre van mijnheer
pastoir Van Espen. (WLS,blz.16)
1678 20 december :
Jan Frans de Roubaix tot meier genoemd van Hombeek, Leest,
Auweghem en Geerdeghem. Hij volgde
Perico Bordel op.
De Meier
Na de afschaffing van de Leestse
schepenbank en tot aan de Franse omwenteling
werd Leest bestuurd door Mechelen
via een meier en gezworenen. Het recht deze
meier te benoemen behoorde de stad
toe. De meier was haar rechtstreekse
vertegenwoordiger en stadhouder.
Hij zwoer de eed van getrouwheid in handen
van de schout, ten overstaan van de
communiemeesters en schepenen van de stad.
Hij bekleedde vervolgens zijn ambt
meestal tot aan zijn dood.
Wel kon hij er vrijwillig afstand
van doen of mocht om gewichtige redenen
worden afgezet.
Het was de meier geoorloofd, naar
vrije keuze, de meierijen van verschillende
dorpen of heerdijen gelijkertijd te
bedienen.
Voor alles behoorde de meier de
rechten van de Mechelse gemeenschap voor te
staan en te handhaven.
Hij zat de vergaderingen van de
gezworenen voor, gaf hun raad ende assistentie
en als er geld nodig was tot
betaelinghe van eenighe pressante schulden, tsy
schip ofte waegenvrachten moest
hij de penningen voorschieten een jaar lang en
zonder intrest.
Verder had hij de gezworenen de
kost te geven wanneer zij de landen van het
hadden ghescauwt ofschoom hem het
profijt van die schauwinghe eerst geviel
met Baafmis.
De eed, die de meier aflegde bij
zijn aanstelling, verbond hem nyet te laeten van
recht te doene ende die goede
lieden te beschutten. Hij was derhalve gehouden
hem dagelijx te bevinden opte
velden alomme ende aldaer te verheuden alle
scade.
Dieven en kwaaddoeners, wie die ook
waren, moest hij stoutelec arresteeren
en
uitleveren aan de schout van Mechelen.
Indien er kosten kwamen kijken bij
een arrestatie dan mocht hij ze in rekening
brengen.
Zo is er terug te vinden in een
rekening van Jan Frans de Roubnaix over
1929-30
een uitgave van een gulden,
achttien stuiver voor het verteir van
die patrouille
die in februari 1729 gevat hadde
eenen voleur domestique, die een gat gemaeckt
hadde in een leemen wandt. De
inbreker werd gestraft met de koorde en in juli
tererchtgesteld. Om hem naar
Mechelen te voeren had de meier een kar opgeeist.
Hij ontving daarvoor twee gulden
extra.
Krakeel, getwist, vechtpartijen en
al wat van die aard in zijn meierij voorviel,
moest hij eveneens clachtelyck aen
die wet van Mechelen overdragen.
Minder zware delicten zoals
bescadinge van der goede lieden vruchten, beemden
ende houtwas, mocht hij zelf
beboeten. Het stond hem daarbij vrij, dien hij
ghecalengiert hadde te panden voor
de opgelopen boete.
Zulks mocht geschieden sonder
wederseggen van iemandt, op voorwaarde
Nochtans, dat die calengie waere
naer geleghentheyt vande saecke ende naer
uytwijsen van sijnen rollen. (naar
de lijst der strafbare feiten opgemaakt ten
gerieve van de meier door de wet
van Mechelen).
In de uitoefening van zijn functie
werd de meier bijgestaan door een dienaar die
men de naam gaf van preter, s
meyers sergeant ofte onderofficier of ook
ondermeier.
In de middeleeuwen heette hij
algemeen scutter, scutator, custos agrorum
(veldwachter).
De preter was de onmiddellijke
ondergeschikte van de meier: zijn plaatsvervanger
voor al wat het politiewerk van het
dorp aanbelangde.
De meier liet hem meestal het
goedt regardt over het naleven van de rol
en
ontlastte zichzelf helemaal of ten
dele van het dagelyckx bevinden op die
velden om eventuele kwaaddoeners
te calengieren, betrouwend daarvoor op
synen preter oft sergeant.
(Geschiedenis der gemeente Hombeek,
F.De Ridder, blz.30 en volgenden)
1680 In dit jaer
lagen 12.000 hollandsche soldaten te camperen op de Hombeekschen
Cauter. (MK,F.Berlemont)
1690 16 september :
Notaris Van der Veken, Willebroek : stuk over bekostiging der
wachten van Heffen, Hombeek, Leest,
Blaasveld, Battel, Zemst en Willebroek.
1690 9 november :
Notaris Antoon Van der Veken, Willebroek : stuk over de levering
van wachten door Grimbergen aan
Leest, Blaasveld, Kapelle op den Bos,
Kampenhout, e.a.
1691 Michael Gijsens
werd pastoor te Leest van juni tot 31 juli 1693, de dag van zijn
overlijden. Tot er een nieuwe
permanente pastoor kwam(april 1694) werd hij
tijdelijk opgevolgd door deservitor
Nikolaus Van Dienant.
|