De weerlicht der geweren met
een klein dondergeluid versmachtte het gerucht van de kogels op de borsten...xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Gelukkiger dan de 30 anderen
was voor deze 11 de eerste slag ook de genadeslag.
1798
Op 1 november (Allerheiligen en volop in de opstand) werd een buitengewone
zitting gehouden van de
Willebroekse raad. Onder de aanwezigen was Elige
Van Der Hulst, adjoint.
Pour découvrir les régistres de
lEtat Civil. Ceux de Willebroek ont (été)
enlèvés
de force au nombre denviron 25 par le citoyen Jean Francois Peersman,
habitant
de Willebroek, (...)
Celles
de la commune de Leest au nombre de 7 ont été pris à la Municipalité par
le citoyen C. Van Assche d apres les
ordres des bourgois armés
(WDK,t Ridderke nr.2, 1998)
1798 Vanaf nu moest men om te huwen
naar Willebroek gaan om een eenvoudige
verklaring af te leggen in het
gemeentehuis.. De trouwdagen waren gereserveerd
op de 10de, 20ste en 30ste
van de maand, de nieuwe rust- of zondagen dus.
Tot dan trouwde men enkel voor de
pastoor en in de kerk.
Ward De Kempeneer vond in deze
periode dat de kerken gesloten
waren en er clandestien getrouwd moest worden
(1798-1800), te Willebroek,
slechts 5 huwelijken uit Leest,
waarvan er drie echtparen zich al kerkelijk
verbonden hadden. Waarschijnlijk
wensten die zich wettelijk in orde te stellen.
Matheus De Win, 23 jaar en Anna
Marie Mies, 25 jaar.
Huwelijk op 10 Vendémiaire An 7 en
la maison communale (29/9/1798)
Hij was pachter te Leest en een
zoon van Rombout De Win en Marian De Laet,
pachters te Hombeek.
Het kerkelijk huwelijk werd op 2
oktober ingezegend in een kapel te Leest door
onderpastoor Milis van Hombeek.
Christian De Roeck, 35 jaar en Anna
Monica Selleslagh, 28 jaar.
Huwelijk op 20 Vendémiaire, An 7 om
8 uur s morgens. (11/10/1798)
Hij was herbergier te Hombeek, zij
was de dochter van Gille Selleslagh en
Anne Willems, pachters te Leest.
Van hen werd geen kerkelijk
huwelijk teruggevonden, noch te Hombeek, nocht te
Leest.
Charles Coeckelbergh, 32 jaar en Anna Catherine Verbruggen, 21 jaar.
Huwelijk op 30 Prairial An 7.
(18/6/1799)
Hij was landbouwer en zoon van
Charles Coeckelbergh en Anna Marie Van
Assche, landbouwers te Leest.
Ze waren reeds kerkelijk getrouwd
op 6 juni 1799 te Leest door onderpastoor
Milis van Hombeek.
Guillaume Peeters, 35 jaar en Jeanne
Elias, 26 jaar oud.
Huwelijk op 10 Prairal An 8.
(30/5/1800)
Hij was landbouwer, zoon
van Adrien Peeters en Jeanne Van Camp.
Jean Francois Leemans, journallier 28 ans, et Marie Peeters.
Huwelijk op 10 Prairal An 8 a la salle (30/5/1800)
Hij was de zoon van Jean Leemans en
Jacqueline Bernaerts.
Zij een dochter van Adrien Peters en Jeanne Van Camp, dagloners
te Leest.
Er werd geen kerkelijk huwelijk
teruggevonden.
De burgerlijke registratie van
huwelijken werd na 1800 legio.
Een kerkelijke trouw volgde kort
daarop en werd eveneens geregistreerd.
Dit bleef tot heden zo voor de
personen die ook kerkelijk wensen te trouwen.
Onderpastoor Jan Frans Milis moet
een zeer moedig man geweest zijn. Hij
trotseerde het gevaar om zijn
gelovigen bij te staan niet enkel te Hombeek maar
ook te Leest waar pastoor De Heuck
ook verdwenen was.
Huwelijken van Leest werden ook
door Milis ingezegend maar waarschijnlijk
te
Hombeek. Hoe het er juist is aan toegegaan is niet te achterhalen.
Waarschijnlijk kwamen ze samen in
een hoeve.
Het gebeurde in het donker en
zonder enige ceremonie, zonder verwanten of
familieleden als getuigen.
(WDK, t Ridderke nr.2,1998)
1798 - Op 1 november
signaleerde commissaris Auger van op de toren te Mechelen een
zeer aanzienlijk getal
opstandelingen langs de kant van Hombeek, Heffen en
Leest.
...Des
rassemblements ont toujours lieux dans nos environs, hier et toute la
nuit. Aussi au moment que je vous
écris, ils sont très nombreux du côté de
Hombeek, Heffen et Leest. Du haut de la tour on voit bien l
avant-garde
Armé de fusile au nombre de trente
environs.
Verder schreef hij nog dat vijftig infanteriesoldaten die vorige nacht
van
Brussel naar Mechelen gekomen waren
en op hun weg vier gedoofde vuren
met nog gloeiende as hadden
ontdekt, wat er op wees dat brigands net daarvoor
op de vlucht geslagen waren. In
Mechelen was het wel rustig maar terreur stak
de kop op. Hij kon er niet genoeg
op drukken dat er een sterkere troepenmacht
in de stad nodig was om vooral
tijdens de feesten op te treden tegen de
heetgebakerde volksmenners. De
priesters waren de ophitsers.
In de nacht van 3 op 4 november
trokken de Fransen vanuit Brussel naar Kapelle
op den Bos waar zij de Brigands
verrastten.
De Brigands, die zich opgesteld
hadden in de beboste omgeving van de oude
sluis (Kapelle o/d Bos) langs de
oostoever van t kanaal, werden door een Franse
legerafdeling onder het bevel van
luitenant Meinzveig, overvallen.
Tijdens dit treffen werd de leider
van de Brigands, F. Verhoeven, ernstig
gekwetst, wijl de andere
opstandelingen wisten te ontsnappen.
Achtervolgd door de Sansculotten
zochten enkelen onder hen het oud Brughuis
als schuilplaats op. Onophoudend
werd dit gebouw onder vuur genomen.
Om aan de kogelregen te ontsnappen
hadden al de ingeslotenen zich op de vloer
gelegd.
Na een minutenlange beschieting
staken de Fransen het gebouw in brand.
Toen het gans in lichtelaaie stond
sloegen ze de weg naar Tisselt in.
In deze gemeente richtten ze ook
grote verwoestingen aan. Hiervan maakten de
opgeslotenen -een 25-tal- dankbaar gebruik om langs achter
het brandend
gebouw te verlaten en door de beboste
streek naar veiliger oorden te vluchten.
(Het Vaartland nr.4 1973)
1798
3 november : Volgens een brief van 3
november van Auger aan commissaris
Leveque te Antwerpen hadden de brigands
te Hombeek gepatrouilleerd en
werd de brug er vernield. Verder
schreef hij : velen hebben in diverse rapporten
meegedeeld dat op dit ogenblik
brigands zich ophouden in de streek van
Hombeek, Leest, Heffen en Willebroek.
Ze zijn het onderling oneens over de
betaling van hun soldaten en
bedreigen de rijke pachters hun hoeven in brand te
steken als ze niet vergoed worden.
De bruggen over de Zenne in Hombeek en
Leest hebben ze afgebroken.
Patrouilles en wachtposten van de boeren zijn nu
op geen tien minuten van de stad
verwijderd. Het is nu de hoogste tijd dat een
afdoende troepenmacht daarnaar
oprukt om deze omgeving schoon te borstelen.
Hoe meer tijd er verloren gaat hoe
gevaarlijker het wordt omdat ze dan de tijd
krijgen om zich beter te
organiseren, de dorpen te verwoesten en zich aan te
passen aan de vermoeienis van de
strijd...
|