1904 21 april : De gemeenteraad
besloot eenparig :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een
eeuwigdurende vergunning van begraafplaats toe te staan op het
gemeentekerkhof van Leest, tot het
maken van eenen grafkelder en begraafplaats
voor Mijnheer en Madame Bayoz,
Mijnheer en Madame De Marré-Gerardi, en
hunne kinderen en afstammelingen,
van zeven meters vierkant grond, op
voorwaarde dat er gestort worde in
de gemeentekas van Leest, de som van 700
franks, en in de kas van het
plaatselijk Weldadigheidsbureel degene van 350 fr.
Op dezelfde gemeenteraad werd een
bestek goedgekeurd van den steenweg van
Heffen naar Leest, voor 178.840 frank.
1904 Gazet van Mechelen 2 september
: EEN SUKKELAAR BESTOLEN
De genaamde V., wonende te Leest,
had enkele dagen geleden vlas gekocht en
had dit in de Blaesveldse beemden
te drogen gelegd.
Verleden zondag was alles
verdwenen. Een onderzoek ingesteld door de
veldwachter van Blaesvelt bracht
aan het licht dat de dieven richting Heyndonck
waren ingeslagen. De garde van deze
gemeente werd verwittigd en weldra had
men den hand gelegd op den
vlasdief.
Dezelfde dag in dezelfde krant:
Bij
landbouwer Rumold Lodewijk Neefs werd bij een zijner runderen koolziekte
vastgesteld.
De Opziener-veearts schreef hem, bij monde
van het gemeentebestuur, volgende
maatregelen voor : ontsmetting van
den stal, mest wegnemen en verbranden, den
stal kuischen en daarna afgieten
met kokend water alsook met een mengsel van
pheniekzuur Braillol ok
kopervitriool sulfate de fer 5%.
De dieren gedurende 10 dagen
opsluiten, het is voorzichtig de melk gedurende
10 dagen te koken.
Verder werd hem gevraagd zijn
dieren jaarlijks te laten inenten, zoniet zou hij
geen vergoeding krijgen bij een 2de
geval.
En ook : Kasseiers die tussen Hombeek en Leest aan de steenweg werkten zijn
dinsdag (30 augustus)
aan slag geweest. Een hunner, de genaamde L. heeft een
messteek bekomen in de zijde. Men
heeft de gekwetste met een berrie naar de
hoeve gedragen, alwaar hij op
logist was. Dr. Van Assche heeft de gekwetste
de nodige zorgen toegebracht. (KH)
1905 Stichting van de
maatschappij Voor vorst en vaderland (zie foto)
De bond Voor Vorst en Vaderland werd in 1905
door de toenmalige
veldwachter Constant Van Hoof en
door Constant Spiessens gesticht.
Niet veel later telde de
maatschappij 100 leden.
Het eerste bestuur bestond uit
volgende personen : Frans Cnops, Jan Beullens,
Frans De Hondt, Jan Verbergt, Frans
Lauwers, Jacobs en voorzitter Constant
Spiessens van de Heide. Later werd
Corneel Cnops, die men de kolonel
noemde, voorzitter.
De leden werden in uniform gezet en
droegen in feestkledij een mooie kepi (de
zogenaamde sjako) en een kleine
staf die gekleurd was met de nationale
driekleur.
Hun vaandel werd tijdens een groot
festival op het dorpsplein door de kolonel van
de Artillerie te Mechelen aan de voorzitter overhandigd, die het dan
overgaf aan
Jozef Solie, vaandeldrager.
Dit vaandel berustte samen met dat
van de toenmalige Gildebroeders bij
burgemeester Bernaerts. Tijdens de
oorlog 1914-1918 werd het aldaar door de
Duitsers gestolen.
Voor 1914 vormde de maatschappij,
in uniform, de erehaag rond het H.
Sakrament tijdens de processies.
Hun teerfeest ging door bij Noldus
Teughels in De Rozelaar.
Op 8 november 1955 mocht de
maatschappij zich Koninklijke noemen.
Toen zag het bestuur er als volgt
uit : Erevoorzitter : Louis De Wit.
Voorzitter: Victor Diddens.
Bestuursleden : Corneel Solie, Jef Van Beersel uit de
Vinkstraat, Rik Spoelders uit de
Kouter en Albert Van den Brande uit de Grote
Heide. (DB-1955)
Victor Diddens uit de Warande die
Jef Solie had opgevolgd als voorzitter bleef dit
tot aan zijn dood in 1973.
Nog even bleef de vereniging
voortleven onder het voorzitterschap van zijn
weduwe Pauline Van Boxom, maar in
1977 ontbonden de oud-soldaten hun
vereniging en de meeste
overblijvende leden werden lid van de N.S.B.
|