1906 Alfred OST schilderde dorpsfort van Leestxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Leest
had al voor en nog veel jaren na 1800 een soort van hoofdstraat
met 10 huisjes, deels 6
neringdoeningen, waarvan 5 met een winkeltje en op het
erf van een boerderijtje, drie
Marollenketen.
Op de hoek Dorp-Kouter, woonde een
halve eeuw later, de kolenhandelaar.
Op een perceel tuin voor zijn huis,
liet die Meulemans een schuur bouwen,
waardoor de dorpsplaats het
uitzicht kreeg van een vesting, met enkel
toegang van amper vier meter breed,
tussen de schuurgevel en gevel aan
de overzijde van de herberg In de
groene linde.
Dat is duidelijk te zien op een
akwarel van Alfred Ost uit de jaren +/- 1906.
Samen met A. Ost maken we een
wandeling aan De Plaetse.
Enkele witgekalkte huisjes staan
keurig in t rond. Ze vormen de Dorpsplaats
van Leest.
Het typisch Leests kerktorentje
steekt boven de huisjes uit. Er gaat een indruk
uit van landelijkheid en rust.
(Karel Soors in de periodiek Ost-Info nr.40 , herfst 1994.)
Alfred Ost (°Zwijndrecht 1884,
+Antwerpen 1945) was voor de eerste
wereldoorlog een aanhanger van het
anekdotisch realisme : hij gaf dit echter
dikwijls een symbolische dimensie.
Onder invloed van de oorlog werd
zijn werk gekenmerkt door een diep sociaal
medeleven.
Ost ontwikkelde zelfstandig een
kunst die losstaat van de grote esthetische
problematiek van zijn tijd. Hij
beeldde landschappen, figuren, bloemen en
vruchten uit, maar bij voorkeur
koos hij dieren, vooral trekpaarden, als thema.
(Grote Nederlandse Larousse)
In 1902 verhuisde het gezin Ost
naar Mechelen . Hier brak het kunstenaarstalent
van Alfred Ost volledig open. Hij
volgde lessen schilderkunst aan de academies
van Mechelen en Antwerpen.
Typisch voor zijn werken tijdens
deze Mechelse periode was de
volksverbondenheid met folkloristische trekken en pittoreske
facetten, soms licht
karikaturaal en hekellustig.
(Alfred Ost 2003 Biografie)
1906 De prijs van eenen werkdag tot herleiding der hulp in onderhoudsdagen
voor het
jaar 1906 beloopt fr : 1.20.
1906 Dat jaar werden door het Bureel
van Weldadigheid 13 gezinnen volledig en 15
tijdelijk ondersteund.
Werd gemeentesecretaris August Van
den Bossche benoemd tot het doen der
aanstaande landbouwoptelling.
Telde de gemeenteschool 116 jongens
voor 2 onderwijzers en de gemengde
school 236 leerlingen voor 4
leerkrachten.
1906 Het getal buitengewone opcentiemen door de gemeenteraad gestemd voor
1906
is als volgt : grondbelasting 60,
de gewone opcentiemen belopen tot 7. Te samen
67.
Personele belasting 58, de gewone
opcentiemen zijn 7, samen 65.
1906 Gazet van Mechelen vrijdag 9
februari :
Leest
Een Aardig Vermaak.
Dinsdag middag rond één uur, waren
eenige bedronken lotelingen, alhier nog
op zwier, en nabij de herberg In
de Warande gekomen, staken zij eenen hoop
aspergiën loof in brand, die aldaar
nabij een hondenkot opeen gestapeld lag.
In een oogwenk stond dit dorre loof
in lichtlaaie vlammen, en dreigde den hond
levend te verbranden.
De lotelingen gingen bij het zicht
van dit gevaar op de vlucht.
De eigenaar en voorbijgangers
kwamen toegelopen om het vuur uit te dooven.
De schelmen zijn gekend en proces
verbaal is tegen hen opgemaakt.
1906 12 maart Gazet van Mechelen : Springvloed met storm veroorzaken
overstromingen in het
Scheldebekken. Een dijkbreuk in het Zennegat met zware
schade in Battel en Walem. Hombeek
blijft grotendeels gespaard door deze
dijkbreuk. (KH)
1906 15 maart : De gemeente Leest
wordt aangewezen tot het leveren van 4 gewone
trekpaarden, bij op
oorlogsvoetstelling des legers.
1906 Gazet van Mechelen zondag 15
juli :
VELO ONGEVAL.
Verleden donderdag s avonds, rond
7 ure, kwam de genaamde Neutjens Joannes,
oud 29 jaar, brouwersgast en
wonende te Leest (Heyken), in de Arme Clarastraat
gereden per velo, als juist een
gerij in deze smalle straat kwam aangerend.
Neutjens werd van zijn rijwiel
gesmeten en tegen den grond geslinged en bekwam
erge wonden aan arm en hoofd.
Men heeft het slachtoffer de eerste
zorgen toegediend bij M. Rodhain, door M.
Verhelst en later met een rijtuig
naar Leest overgebracht.
1906 20 september : Brief van
Burgemeester Bernaerts :
Op
donderdag 20 september omtrent 4 ure namiddag is er door brand vernield
eene graanmijt toehoorende aan Desire Slachmuylders, landbouwer alhier
Capellebaan.
Uit het onderzoek door den
veldwachter gedaan is gebleken dat deze graanmijt
in brand gesteken is door drij
minderjarige kinderen of beter gezegd door Jan
Juliaan Lauwens, oud 5 jaren,
dewelke daartoe is aangezet door twee andere
kinderen : Jan Karel Stevens, ook 5
jaren oud en Slachmuylders Emiel, kinderen
wier ouders allen wonen te Leest.
Wat aangaat de ouders der kinderen, dezen hun gedrag, leven noch zeden
laten
niets te wenschen gedurende hun
verblijf in deze gemeente.
Wat de waakzaamheid betreft
deswegens kan ik melden dat kinderen in dezen
ouderdom als bovenvermelden, gewoonlijk
medegeleid worden naar het veldwerk,
bijzonder in den verloftijd der
school.
Vader Slachmuylders heeft alhier
verbleven van 28 juni 1894 tot 14 september
1901, en heeft zich kortelings hier
teruggevestigd.
Vader Stevens,hovenierswerkman,
verblijft in de gemeente sedert 20 februari
1894.
En de weduwe Lauwens-Verhoeven
verblijft hier sedert haar geboorte en mag met
haar 7 minderjarigen als een
voorbeeldige landbouwster doorgaan.
(getekend : de burgemeester van
Leest, J.Bernaerts)
|