1917 11 januari : Jan Constant Moons werd door de voltallige raad benoemd
tot xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
hoofdonderwijzer in
vervanging van Jan Dumont.
Daarvoor ontving hij
2.100 fr jaarwedde, het genot van een woonst met hof en een
bestuursvergoeding van
100 fr. (GA)
Jan Constant Moons was te Leest geboren op 19 november 1878 en
getrouwd
met de zuster van Constant Buelens.
Hij woonde in de Koestraat. Amper
gehuwd in 1913, overleden beide echtgenoten
korte tijd na mekaar in 1918.
1917 16 januari : ...bij de weduwe
Vloeberghen, Koeistraat Leest, is heden het
volgende in beslag genomen en
nedergelegd ten gemeentehuize door de Duitsche
soldaten : 750 kg aardappelen, 450
kg rogge, 75 kg haver en 35 kg meel. (GA)
1917 20 januari : De weduwe Spruyt uit de Winkelstraat weigerde 1.450 kg
aardappelen, bij haar
aangeslagen door Duitsche soldaten Controleurs, af te
leveren in het
gemeentehuis.
Als reden gaf zij op dat
zij eerst mijnheer de Zivil-Kommissaris wou spreken.
(GA)
1917 25 januari : Bij Karel Lodewijk Van Aken in de Kleinheidestraat werd
850 kg
haver in beslag genomen.
(GA)
1917 25 januari : Met negen stemmen op negen werd Victor Jozef Selleslagh
verkozen
tot hulponderwijzer.
Zijn jaarwedde : 1.200 fr
plus 150 fr verblijfsvergoeding.
Victor Selleslagh was
tijdelijk dienstdoende onderwijzer te Tisselt. (GA)
Stan Gobien, zelf hoofdonderwijzer en inspecteur in 1996 in een brochure
Reünie van de Leestse vijftigjarigen over meester Selleslagh :
...Meester Selleslagh was ook een speciale figuur.
Hij was een rasechte optimist en een filosoof en daarbij een grappenmaker als
geen ander.
Tijdens de
catechismuslessen kon hij uitspraken doen die geen ander kon nadoen.
Wanneer iemand zijn
catechismusles niet had geleerd en toch probeerde een en ander van het antwoord
te geven, kon dat natuurlijk niet letterlijk zoals het in het boekje stond. Was meester Selleslagh
in een serieuze bui dan zei hij : half en half, maar toch niet heel. Was de
meester in een filosofische bui dan werd het een of andere spreuk die voor ons
erg aangebrand leek. De hele klas riep dan : Heu !!! Nog geen drie seconden
later vloog dan de deur open stond meester De Leers daar en hij riep dan : Wat
is dat hier nu weer !!! of Is t hier weer kermis ???
Meester Selleslagh trok
zich daar niets van aan en koos toen meester De Leers weg was een nieuw
slachtoffer waarvan hij met zekerheid wist dat die ook zijn catechismusles niet
kende. Toen die zijn tekst wat had gebrabbeld en toen het inderdaad kant noch
wal raakte, toverde hij een van zijn andere geijkte spreuken uit zijn mond. De
hele klas brulde dan nog luider dan voorheen : Heu!!! Heu !!! Meester De
Leers kwam toen niet meer opdagen. Dat wist de meester en dat wisten wij ook !
Er werd destijds nogal
wat kattekwaad in de klas uitgestoken. Meester Selleslagh vloog dan naar de
boosdoener. Deze zag de wervelwind naderen en sprong de bank uit en rende
tussen de banken door de klas. De meester zette natuurlijk de achtervolging in.
De andere leerlingen supporterden en joelden en de meester probeerde de belhamel
uit te schakelen door hem bij de kraag te pakken en een pak voor zijn broek te
geven. Sommige leerlingen waren hem echter te vlug af en toen hij moe werd van
de achtervolging probeerde hij een andere tactiek : hij zou het opgejaagd wild
uitschakelen door een rake trap. Velen ons ons hebben op deze manier een trap
onder hun achterste gekregen.
Daarna vlogen de
stouteriken in de hoek tot aan de speeltijd.
Wij zullen echter nooit te weten komen of meester Selleslagh het echt meende of
toneel speelde. Vermoedelijk beschouwde hij het als een toneelspel.
De lei en de griffel
bleven nog bestaan, maar in het derde en vierde leerjaar hadden we ook al een
kladboek om er onze oefeningen in te schrijven. We schreven nog steeds met een
ballonpen, waarmee we hadden leren schrijven aan het einde van het eerste
leerjaar.
Ballonpennen moeten er
destijds door het Leestse gemeentebestuur met duizenden gekocht zijn en meester
De Leers moet hectoliters schoolinkt hebben gemaakt...
|