1918 Op 31 januari
ontvingen Victor De Laet (zie foto), Mevrouw Frans De Prins en Josephxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Verlinden uit de Kouter volgend
schrijven :
Op
bevel der Duitsche overheid zijt gij aanzocht en verplicht op den 2 februari
1918
om 2 ure namiddags (Duitsche tijd) uw ruinpaard aan te bieden te
Antwerpen, kaai 28, in de nabijheid der noordstatie.
Het
paard moet voorzien zijn van eene halster met goede koord en moet zijnen
numero aan den kop hebben op zichtbare plaats.
1918 9 februari :
In de gemeente werden geschilderde borden uitgehangen waarop de
verblijfplaats van de Duitse wacht
was aangewezen.
Dit gebeurde in het Dorp, het gehucht
de Knip, de Winkelstraat, aan de
Kauterweg en in de Kapellebaan.
1918 18 februari :
Remi Karel Lodewijk Kets, geboren te Calcken (Oost-Vl.) op 12 juni
1888, werd benoemd tot tijdelijk
onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool.
Hij verving Jan Constant Moons die
door ziekte onbeschikbaar geworden was.
Remi Kets ontving 1.200 fr per jaar
plus 150 fr vestingsvergoeding.
(GR-11/4/1918)
1918 19 februari :
Het aantal bewoners der gemeente beliep 1682.
Het getal vluchtelingen 60.
1918 20 februari :
Een vermoedelijk geval van schurft deed zich voor bij het paard van
Pieter Jan Diddens uit de
Blaasveldstraat.
1918 21 februari :
De volgende personen kregen van de Duitsers het bevel om hun
merriepaard op 27/2 e.k. naar
Antwerpen over te brengen :
-de kinderen Buelens,
Tiendeschuurstraat.
-Polycarpus Verhoeven, Kapellebaan.
-Karel Verbeeck, Tisseltbaan.
1918 12 maart :
Polycarp Verhoeven en Pieter Jan Diddens kregen bevel om op 25
maart, om 10 u, hunne van schurft
verdachte paarden aan te bieden ter keuring
te Lier, op de Grote Markt.
1918 14 maart :
Elodie Rosseel, geboren te Dadizeele op 26/2/1892 en vluchtelinge uit
Moorslede, werd naar het Gasthuis
overgebracht met typhuskoorts.
Ze was geplaatst in de
Tiendeschuurstraat.
De gemeente Leest droeg de kosten
van de verpleging.
1918 Op 19 maart
deed landbouwer Karel Lodewijk Van Aken uit de Kleinheidestraat
een aanvraag om 105 kg zaaihaver te
bekomen, dit omdat hij 150 kg haver had
moeten inleveren.
1918 Op 25 maart
verliet Leon Sioen, een vluchteling uit Moorslede, de gemeente om
vrijwillig in Duitsland te gaan
werken.
Sioen verbleef in de
Tiendeschuurstraat.
1918 11 april : De
dokters De Becker uit Tisselt en Van Assche uit Hombeek ontvingen
volgend schrijven :
Op
bevel der Duitsche Overheid doen ik u kennen dat alle gevallen van
aanstekende ziekten door de geneesheren onmiddellijk aan de Duitsche
Overheid
moeten gemeld worden met de Meldekaarten.
De
Meldekaarten zijn verkrijgbaar bij den garnizoenarts te Mechelen.
Was ondertekend : de burgemeester
van Leest.
1918 Op 2 mei
kreeg pastoor Beuckelaers via het gemeentebestuur volgende brief
besteld :
Keizerl.Gerecht Mechelen
26-4-1918
des Kreises
Mechelen
Dagboek nr. 960 III
Aan het
gemeentebestuur Leest
t.h. van den heer
Burgemeester
Ik
heb rede erop te verwijzen, dat over t uitgaan van Precessien eene aanmelding
derzelve niet voldoende is, maar dat daarvoor mijne toelating noodig is,
dat de
dees
betrekkelijke aanvragen ten laatste 5 dagen voor t plaats grijpen der
Precessien bij mij moeten ingekomen zijn.
De burgemeesters
moeten de Geestelijken hunner gemeente van dees schrijven in
kennis stellen.
Ingeval hier nog brieven inkomen, dewelke aan deze bepalingen niet
voldoen, zoo
zal ik mijne toelating voor t
uitgaan der Processien niet meer verleenen.
Handtekening is onleesbaar.
1918 6 mei :
Melkhandelaar Lodewijk Frans Polfliet uit de Tisseltbaan werd
geverbaliseerd door de
politiekommissaris van Koekelbergh omwille van de
verkoop van vervalste melk. Er was
water bijgevoegd. (PV)
Lodewijk Frans Polfliet :
(19/12/19)
...Ik
heb mijne melk dien dag te huis nagezien voor mijn vertrek en al de
kruiken hadden voldoende gehalte. Ik moet mijne kruiken op den trein in
den
bagagewagen plaatsen en kan dus niet weten of er soms, bij het vervoer,
in
mijne afwezigheid, geene mengeling gedaan is.
Zijn kleinzoon Jan Van Rompaey wist te vertellen dat de PV van zijn grootvader zonder gevolg werd gelaten omdat hij de Duitse kommandant een haasje kado had gedaan...
1918 ...In den nacht van 18 op 19 mei, zijn op
het land van vrouwe Frans Lauwers,
Bist
te Leest, uit de putten gestolen, de plantaardappelen op eene oppervlakte van
8
aren 40 centiaren, ter plaatse Boschveld.
1918 Op 27 mei
kreeg weduwe Bonifacius Lauwers verbod van de Duitsers om
peulvruchten (erwten, bonen,
paardenbonen) te malen.
Indien zij daarmee betrapt zou
worden, zou haar molen onherroepelijk worden
gesloten.
1918 4 juni :
Teneinde het stelen en beschadigen bij nacht van aardappelen en andere
beplantingen te beletten werd een
wacht in het leven geroepen.
41 dorpelingen gaven zich op om
deze nachtwacht te verzekeren.
1918 4 juni : Uit
een brief van de burgemeester tot de kontroleur der rechtstreekse
belastingen :
...bij
deze doen ik u kennen dat er tijdens den oorlogsduur geene feesten van
kermissen noch jaarmarkten in de gemeente gehouden geweest zijn.
1918 7 juni : Op
een verkoopdag te Heffen werden drie Leestenaars betrapt bij het
opbieden en kopen van hooi zonder machtiging.
Jaak Troch, Lodewijk Frans Polfliet
en Joannes Siebens.
De gezamelijke aankoop werd op
bevel van de Duitsers in beslag genomen.
1918 13 juni : Bij
Henri Van Eecke uit het Dorp werd het tabaksnijmachien
verzegeld door de burgemeester, dit
op bevel van de Duitsers.
1918 19 juni :
Verdachte gevallen van schurft bij de paarden van Jan Fierens uit de
Bist en weduwe Apers uit de Hertstraat.
1918 21 juni :
Overlijden van Jan Constant Moons, de hoofdonderwijzer van de
gemeentelijke jongensschool.
Jan Moons was te Leest geboren op
19 november 1878.
1918 ...In den nacht van 24 op 25 juni zijn er
ter plaatse Kauter, nabij de Winkelstraat
op
het land van Jan Lauwens, aardappelen uitgesteken door 2 dieven, die verrast
werden door de patrouillerende nachtwacht en de gestelen aardappelen, 35
kg,
moesten achterlaten.
Een der dieven is herkend, het betreft de
vluchteling Cyriel Van Neste, alhier
verblijvende met zijn gezin, Winkelstraat nr. 7.
Burgemeester Bernaerts verzocht de Ortskommandant te
Mechelen om dergelijke
diefstallen te bestraffen, daar hij
zelf niet bij machte was om dit te doen en het
Belgische gerecht onwerkzaam was.
1918 1 juli :
...De
hengsten in de gemeente bestaande, zijn besneden op bevel der Duitse
overheid, behalve het hengstje (pony) van vrouwe August De Prins uit de
Alemstraat.
1918 4 juli :
...De
genaamden Coppens Pieter uit Vilvoorde werd heden op heterdaad betrapt
bij
het stelen van aardappelen.
1918 6 juli : Vraag van de burgemeester aan de Duitsers om
levering van 1.000 kg
carbuur, voor de verlichting van de gemeente, waaronder huizen, gemeentehuis,
kerk, scholen, enz..
|