Pieter Jan Wannes Pateet Intervieuw met Karel Soors - De Band november 1976 :
Wannes Pateet en de oorlogxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
...Jan Pateet werd te Leest geboren op 13 mei 1890.
Zijn vader Henri en zijn moeder Marie Publie woonden
achtereenvolgens op een boerderij op de Kouter en in de Scheerstraat.
Wannes was de oudste van elf kinderen.
In 1914 maakte hij kennis met de gruwelen van de oorlog.
Het zou voor hem een pijnlijke herinnering blijven.
Het begon al slecht voor Jan in 1912 toen hij binnen
moest.
In plaats van te mogen loten zoals voordien moesten de
mannen van zijn lichting allemaal binnen.
Men sprak van oorlog, maar dat sloegen onze rekruten
niet hoog aan.
Soldaat Jan werd ingelijfd bij het 7de
Linieregiment en gekazerneerd te Antwerpen.
Wat Jan zich nog herinnert van het oorlogsgebeuren wil
hij ons wel vertellen...
De eerste kennismaking met de oorlog !
We lagen gebivakeerd buiten Namen. Daar zagen we de
vijand voor het eerst.
De Duitsers overspoelden de hele streek, een overmacht
die we nauwelijks konden schatten. We trokken ons hals over kop terug. We
wisten niet waar we t hadden.
Nu de eerste kogels langs onze oren floten, deden we
in ons broek.
En verder...
We probeerden zover mogelijk van t oorlogsgeweld te
geraken en terug te groeperen.
We waren grote sukkelaars : kleren, schoenen, wapens,
alles geraakten we kwijt.
We liepen verloren omdat niemand kaart kon lezen.
Onze soldaten en officieren waren op zulk een oorlog
niet voorbereid.
Na een afmattende tocht hergroepeerden we ons.
Toen koning Albert op 25 augustus 1914 de Sint
Romboutstoren beklom om de opmars van het Duitse leger langs de Leuvense
steenweg in ogenschouw te nemen, had je reeds aan de lijve ondervonden wat
oorlog was ?
Zeker, Halen, daarna Aarschot, dat was oorlog !
Wat een beestigheden daar gebeurd zijn zal ik nooit
vergeten !
Ik moet wel zeggen : langs beide kanten waren er goeie
en slechten.
Terwijl we in Aarschot de Duitsers onophoudend
bestookten en ons daarna terugtrokken werd er in de stad een bloedbad
aangericht.
Onder het geroep : Man had geschossen ! werden brave
burgers omgebracht.
Bij een van die straatgevechten werd adjudant Van
Peuvelde zwaar gekwetst.
Ik dacht dat de man zou sterven ! Ergens in een
boerderij haalde ik een paard uit de stal en legde de gewonde daarop. Zo bracht
ik hem naar de kazerne. Later verkocht ik het paard nog voor 10 frank aan een
andere boer.
Hoe raakten jullie aan de Ijzer ?
Na een moeizame tocht groepeerden we ons in Zelzate.
De verdediging van Antwerpen was ingezet. De Duitsers bestookten de forten rond
Antwerpen.
Niet lang daarna werd de aftocht geblazen. De bruggen
werden opgeblazen.
Op 8 oktober lieten we Antwerpen achter ons en
marcheerden tot half oktober.
Drie maanden waren we op pad geweest.
De Ijzer zou bijna onze dood worden.
De Ijzer was wel een nachtmerrie ?
Langs een puzzel van tracees en passerels bereikten we
Nieuwpoort. Daar begon de loopgrachtenoorlog. De Duitsers gebruikten gifgas om
ons klein te krijgen, daar hadden we hevige schrik van ! Soms blies een
gasalarm alleen van schrik.
het front moest brengen.
In Lombardsijde, het was juist na Allerheiligen en men
sprak van wapenstilstand, lagen we wat hoger in stelling. De Duitsers schoten
een bal door mn schouder. Het was op 7 november 1917.
Toen we die morgen naar Diksmuide opstapten, zagen we
ze plots zitten. Als gieren zaten ze in de bomen en beschoten ons. Vanuit
ijzeren kooien richtten ze hun mitrailleuzen op ons. Wat daarna gebeurde werd
me achteraf verteld : ik lag in een put, mijn been was afgeschoten. Mijn broer
Charel en een korporaal bonden mijn been af, anders was ik doodgebloed.
Twaalf van mijn maten waren gesneuveld.
Ze brachten mij naar het hospitaal in Adinkerke, waar
ze mijn been hebben afgezet.
Ik werd achteraf naar Rouen gevoerd.
Daar ben ik gebleven tot 1921, totdat ik de zekerheid
had dat alles ermee in orde was...
De oorlog...wat denk jij over de oorlog ?
Wat ik er over denk ? Oorlog deugt voor niets !
Men mag dan zeggen dat een rechtvaardige oorlog er mag
zijn, als je oorlog zag zoals ik die zag, zoals ik die meemaakte, dan kan je
niet anders zeggen dan dat oorlog pure waanzin is, uitgevonden door enkelen,
terwijl velen er voor sterven.
Ik heb blinden gezien, mensen zonder benen of armen en
veel, veel doden, alles door die oorlog !
Pieter Jan Wannes
Pateet overleed te Mechelen op 25 juni 1980, hij werd nog negentig.
|