Op de foto : de meesters van de jongensschool.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Van l. naar r. : Victor Selleslagh,
Flor Meyers, zittend Jan Baptist De Leers en
uiterst rechts Constant Huysmans.
...Onze
meester, men kan er van zeggen wat men wil, maar voor de jongens van zijn
school, in het bijzonder van zijn klas, had hij toch wel een boontje voor.
Iedere morgen, na het gebruikelijke gebed en de
uitvoerige verslagen over de oorlog, kregen we van hem een koekje met
vitamines. Echte koekjes !
Ze waren natuurlijk ter handgesteld door het Rode
Kruis van België. De Duitsers stonden zulks wel toe, tot gezondmaking van onze
jeugd en verbetering van het Germaanse ras.
Vroeger kregen we al vitamines, zo van die bruine
doorschijnende bolletjes, waarin men de levertraan kon zien zwabberen.
Geen mens die ze lustte, of liever mocht, daarom
werden ze door onze meester eigenhandig zo diep mogelijk in onze mond
gelanceerd, opdat we ze zeker zouden inslikken. Van die smeerlapperij moesten
we altijd braken...
Maar nu kregen we koekjes, echte koekjes. k Weet het
nog heel goed, acht langwerpige kartonnen dozen waren er binnengebracht.
Ik heb ze zelf nog helpen aflossen en op de kast
zetten, die grote glazen kast waarin de
gewichten waren opgeborgen, achter slot en grendel, alleen de meester kon
daarin, en de Jef want die had een sleutel gevonden die ook paste...
Vanaf de tijd dat die koekjes binnen gebracht waren
had de meester geen problemen meer om s morgens te klas te vagen. Buiten de
Jef vormden wij met nog vier anderen de vrijwillige schoonmaakploeg.
Op een dag, onze meester wou aan de dagelijkse
uitreiking van de koekjes beginnen, sneed daarom met zijn zakmes een nieuwe doos
aan, de voorlaatste.
Groot was zijn verwondering toen hij de doos geopend
had en geen enkel koekje meer zag liggen. Alleen een heel klein holletje aan de
onderkant was er in die doos te zien.
Dan werd de laatste doos opengesneden, daar staken er
nog juist een tiental in.
Geloofde de meester ons nog bij het openen van die
eerste doos, dat er waarschijnlijk muizen in de klas zaten, bij het openen van
de laatste kon hij dat niet meer aanvaarden.
Hij zou en moest de dader vinden. Groot alarm op de
koer, iedereen moest buiten en alleman in de rang voor de klas, de meesters
erbij.
Iedereen zou ondervraagd en afgetast worden...
Eén van de andere meesters opperde toen dat hij best
de schoonmakers eerst zou ondervragen.
Daar had onze meester nog niet aan gedacht, daarbij
die kon hij wel vertrouwen, dat waren stuk voor stuk brave jongens, nietwaar
Janneke zei de meester...
Dat is juist meester, zei de Jan die juist voor mij in
de rij stond ,daarbij ge weet gij toch
zeker wel dat ik geen koekjes mag. Op dat ogenblik had hij juist de handen in
zijn zakken, vielen daar toch juist twee koekjes uit, vlak voor mijn voeten. k
Heb die gauw opgeraapt en in de mond gestoken...
Daarop trok Jan de voering van de zakken van zijn
broek naar buiten en zei...se meester zie gij maar, alleen een paar stukjes
griffel en stukjes krijt en een stuk ijzerdraad vielen op de grond, daarbij nog
wat kruimels van koekjes van vorige dagen.
Na een uur, zonder een dader of koekje te vinden
mochten we weer in de klas.
De meester stuurde Jef naar zijn madame om twee
muizenvallen te gaan halen, ondertussen begonnen we met de zangles.
De meester heeft ons toen een mooi lied aangeleerd O,
Schelde...
Toen Jef met de muizenvallen kwam opdraven heeft de
meester die onmiddellijk opgespannen, een beetje kruimels van koekjes opgelegd,
daarbij leerde hij ons hoe we een muizenval moesten plaatsen.
Dat plaatsen van die vallen had wel succes, want de
volgende morgen, toen de klas begon zaten er twee platte mussen in...
Susse
Ministerie van Wetenschappen en Kunsten Lier, den
24-5-1927,
Schooltoezicht Gebied van Hoofdtoezicht
Mechelen
Schoolkanton Rumpst.
Mijn waarde Heer Hoofdonderwijzer,
Ik kom daarjuist vanwege den Heer Burgemeester eene
uitnoodiging te ontvangen om donderdag a.s. naar Leest te komen. Niet
tegenstaande het oogenblik minder goed gekozen is midden in de conferentiën-
wil ik nochtans al het mogelijke doen om de ontworpen vergadering te kunnen
bijwonen.
Moeder de vrouw was zoo tevreden over de asperges van
Leest, dat ik zinnens ben er mij nog een paar botten aan te schaffen bij de
eerste gelegenheid.
Zoudt ge dus de goedheid willen hebben zoo mogelijk- voor mij er nog twee aan
te schaffen tegen donderdag 26 dezer ? In geval van slecht weder en het mij onmogelijk
zou zijn dien dag naar Leest te komen, gelieve ze dan s anderendaags mede te
brengen naar Boom. Met besten en innigsten dank,
Gansch
hartelijk, de Kantl Opziener J. Stuyck.
In het augustusnummer van De Band van 1983 gaf
meester Huysmans toelichting :
-Leest behoorde in
1927 bij het schoolkanton Rumpst (Rumst). Thans bij het schoolkanton Mechelen.
Tussenveranderingen waren schoolkanton Boom en schoolkanton Willebroek.
-de toenmalige
inspecteur J. Stuyck was woonachtig te
Lier. Bezoek der scholen gebeurde door hem per trein, deels per autobus en
verder deels te voet (zoals te Leest), of s zomers per fiets. De leerkrachten
kregen dan minder dikwijls inspectiebezoek.
-Persoonlijk meen ik
mij nog, meer duidelijk dan vaag, de gestalte en fysionomie van inspecteur
Stuyck te kunnen voorstellen. Ik herinner me, als leerling, hem slechts eenmaal
gezien te hebben in de klas van meester De Leers (1926 of 27). Ik zie de
inspecteur nog vooraan staan naast de meester, beiden een gemoedelijk praatje
voerend, waarbij meester De Leers, volgens zijn natuur en aandrift, toch de
leiding nam, ook graag t gesprek in t Frans overschakelde en, zoals steeds,
gelijk wilde halen.
Wij als leerlingen
zagen alles duidelijk, maar begrepen niets...
-Volgens die brief
had meester De Leers de inspecteur eens, quasi toevallig, Leestse asperges
bezorgd (onschuldige vriendendienst).
Anno 1983 lezen we
in stoute kranten hiervoor titels als : Giften in natura. Steekpenningen ?
Smeergeld ?
De keurasperges
kwamen, dat weet ik, van zijn overbuur Remy Jacobs (Remi van Ivos). En die was
zo meegevallen, dat hij smaakte naar nog en hij een spoedige nabestelling deed
van een paar botten.
Breng ze morgen
maar mee naar Boom, meester. Zo eenvoudig was dat...
Stan Gobien, gewezen
onderwijzer en schoolhoofd en later inspecteur schreef in 1996 in
de speciale brochure Reünie van de Leestse
Vijftigjarigen over de meester :
...Toen we zes waren moesten we naar de grote school.
Wij, de jongens belandden toen bij meester De Leers in
de eerste graad. Hij was toen al een dorpsfiguur. Hij was bijzonder fier op de
oorlogswonde onder zijn rechteroog. Meester De Leers was een oud-soldaat die
het vaderland écht verdedigd had.
We kregen toen ruim een half uur morgengebed en
catechismusvragen aan het begin van de dag. s Namiddags voor we naar huis
gingen ook nog een half uur gewijde geschiedenis. Tijdens de rekenlessen
tekende de meester bij de getallen allerlei dingen die wat te maken hadden met
zijn soldatenleven : Belgische vlaggetjes, geweren, bommen en helmen.
Wij zaten in oude, brede banken met zn vieren naast
elkaar.
We leerden er rekenen met een telraam. Het was veel
commandorekenen of hoofdrekenen in die tijd. De meester zei drie plus vier
en wees toen met zijn biljartkeu een leerling aan en deze moest dan direct het
antwoord zeggen. De biljartkeu diende ook om tijdens de schrijflessen de
knokkels bij of weg te werken.
Meester De Leers was destijds ook hoofdonderwijzer en oud-inspecteur
Nauwelaerts, heeft ons toen we daar zaten vereerd met een inspectiebezoek.
Toen ik hem een vijftal jaren geleden vertelde dat ik
afkomstig was van de gemeenteschool van Leest vertelde hij dat meester De Leers
hem steeds was bijgebleven als een speciaal iemand. Hij beaamde dat we in die
tijd leerden lezen met zijn speciale leesmethode. De eerste zin die we bij
meester De Leers leerden was : De kilometer is het veertigduizendste deel van
de wereldomtrek. Wij moeten nogal eens straffe leerlingen geweest zijn, want
ik vermoed dat we toch allemaal hebben leren lezen.
Nog dezelfde week leerden we met de decameter de
kilometer afmeten in de Kouter : van aan het café tot aan het kasteel Moyson
was precies 100 decameter of 10 hectometer of 1 kilometer. We deden er bijna
een halve dag over om dat te leren.
Wij kregen bij meester De Leers aardrijkskunde en
geschiedenis die nu in het vijfde en zesde leerjaar wordt gegeven : de loop van
de Leie, de Schelde en de Maas kenden we van buiten en we konden die aanwijzen
op de kaart van België maar we hadden deze stromen nog nooit gezien. We wisten
zelfs dat de Zenne er wat mee te maken had, maar de kinderen van de Heide
hadden deze rivier nooit van dichtbij gezien.
De geschiedenislessen gingen vooral over de eerste en
de tweede wereldoorlog en vooral over koning Albert. Hij werd voorgesteld als
de koning-ridder die gezeten op zijn paard de Duitsers in 1918 zo goed als
helemaal alleen ons landje had uitgedreven.
Natuurkennis en biologie kregen we ook, maar dan op
een praktische manier.
In de groententuin leerden we spruiten en kolen
planten. Heel wat belhamels staken deze planten moedwillig omgekeerd in de
grond !
We hebben schadelijke insercten uirgeroeid bij de
vleet. We brachten in een luciferdoosje eerst meikevers mee en later
coloradokevers en de meester reeg deze diertjes aan een lange draad die in de
klas was gespannen en verklaarde naarmate de rij beestjes langer werd dat we
een flinke inspanning hadden gedaan om het ongedierte uit te roeien.
Muskusratten werden ook betitteld als bijzonder
schadelijke dieren omdat ze gaten in de dijken maakten. Het zou wel eens kunnen
dat door hun graafwerk de Zennedijk zou breken en dan zou heel Leest onder
water kunnen lopen. Daarom moesten die dieren worden uitgeroeid en moesten we
er jacht op maken. Maar we werden gewaarschuwd : het waren laffe en
verraderlijke dieren die zelfs mensen durfden aanvallen en in de broekspijpen
kropen en zo naar boven. Toen we dat vernamen, lieten we de muskusratten met
rust.
Toen de meester de klas uit moest, ging hij zijn hond
Fifi halen, een soort witte keffer met een strik rond de hals. Fifi werd dan
op de lessenaar van de meester geplaatst en hield de klas in t oog. Als er
iemand een bruuske beweging maakte, begon Fifi te blaffen.
In het begin hadden we schrik en niemand durfde haast te bewegen. We geloofden
zelfs dat Fifi aan de meester kon zeggen wie er stout was geweest. Later heeft
Fifi heel wat te verduren gekregen toen we wisten dat het beestje vermoedelijk
meer schrik had dan wijzelf.
De meester had ook een sprekende ekster in een hok
achter het schoolhuis.
Meester De Leers had een bijzonder waardevol en
onbetaalbaar juweel in zijn bezit : een praline die hij had gekregen van
koningin Elisabeth toen hij in het militair hospitaal lag.
Tijdens de lessen lichamelijke opvoeding leerden we marcheren
als soldaten en we mochten een stok meebrengen die we dan droegen als een
geweer.
Op zeker moment mocht dat niet meer, want er waren
klachten gekomen. We waren na de turnles in zon militaire stemming geraakt dat
we die stokken gebruikten als sabels en er tegenaan gingen als de Witte van
Zichem in zijn strijd tegen de sanculotten van Napoleon.
We hebben in die tijd zelfs op het droge leren
zwemmen. De meester leerde ons op de speelplaats de schoolslag aan. We deden de
bewegingen al rechtstaand. Toen de vacantie begon, zei hij dan wie er kon
zwemmen en wie nog wat op het droge moest oefenen.
Wij, de jongens van de Leest-Heide, gingen het
uitproberen in de vijver bij Pieter De Prins in de Kleine Heide. Rechtstaand in
de modder deden we onze oefeningen, maar zwemmen lukte op die manier niet. We
denken dat heel wat voorbijgaande boeren destijds moeten gedacht hebben : die
hebben weer leren zwemmen bij meester De Leers. Zijn leerlingen uit het Dorp
zullen waarschijnlijk hetzelfde hebben ervaren in de vijver bij Jan Spoelders,
die van de Winkelstraat en de Tiendeschuurstraat in de Dorpelput, die van het
Kruispunt in het Blauw Putteke in de Molenbeek, die van de Geuzen Hoek in de
Zwarte Beek of in de Raketput.
We waren zon naarstige leerlingen dat we omstreeks 15
augustus al inbraken in de school, niet om er te gaan leren, maar om de
halfoogstappelen te gaan proeven. Op de speelplaats stond zon appelboom en het
was verboden van die appels te eten.
Velen zijn er destijds betrapt door de meester toen ze
over het muurtje klommen om een aantal van die verboden vruchten in hun bezit
te krijgen...
|