1925 7 mei : De
kerkfabriek vestigde de aandacht van de gemeenteraad op de xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
bouwvallige toestand van de
kerkhofmuren en van de omheiningsmuur rond de
pastorij.
...herstelling
gevraagd of zoo niet zou het de gemeente gelieven de aanvraag te
willen doen bij de bestaande
commissie om deze muren te kunnen rangschikken
en
aannemen bij de monumenten...
In dat kader schreef pastoor Beuckelaers dat jaar een
opmerkelijke brief naar
het gemeentebestuur :
...Over
meer dan honderd twintig jaren tijdens de fransche revolutie hebben de
revolutionairen abdijen, kerken en kloosters verwoest, vernield en in
t brand
gestoken, zoo nochtans er daarvan in
de puinen nog zekere gedeelten van zijn
blijven rechtstaan. De overgeblevene puinen zoals in de abdijen van
Orval, van
Villers la Ville, Afflighem en menige andere, om te vermijden dat zij
nog verder
afbrokkelen zouden en om ze te behouden zijn die overblijfsels van
vermaarde
abdijen in den loop der tijden door de Comissie van Monumenten
gerangschikt
geworden tusschen de monumenten van 1e, 2de of 3de
klas en als dusdanig zijn
daar
door den Belgischen staat voorzorgen genomen opdat zij door de
wedergesteltenissen of door bandietenstreken niet zouden vernietigd
worden.
Zoo
bestaan er hier in Leest als omgeving van het kerkhof en ook als sluiting van
de
pastorij oude versleten muren die langzamerhand in puinen veranderen, en
om
die te bewaren en te waarborgen tegen bandieterijen van kinderen of zelfs
gezettem menschen, vindt het kerkfabriek geraadzaam aan het
gmeentebestuur
voor
te stellen dat het aan de Commissie van Monumenten zoude vragen die
muren te willen rangschikken tusschen de monumenten en als gevolg van
dit
besluit te vragen dat de Commissie het er zou willen in groote letters
opzetten
dat
het monumenten zijn, anders zou men het niet geloven, en men zou voort gaan
met
te zeggen dat men in de gemeente Leest beschaamd is, hetgeen men
inderdaad peinst en waarvan men overtuigd is : over den schandaligen
toestand
der
muren. Ware het nochtans dat het gemeentebestuur er niet in toe stemme om
zulks aan de commissie te vragen, dan verzoekt het kerkbestuur het
gemeentebestuur wien het toekomt zonder vertoeven zoodanig herstellingen
te
doen
aan de kerkhofmuur en pastorijmuur dat alle schandaal verdwijne.
Ten andere weten wij dat de heer
provinciale bouwmeester Careels al van over
verschillige jaren er op aangedrongen heeft !
Maar
dat hij tot hiertoe er nog niet in gelukt is.
Deze
brief zal gezonden worden aan het gemeentebestuur van Leest en een
afschrift ervan aan Mr den Gouverneur...
(Parochiearcheif Leest nr. 76)
In 1985 werd zowel kerkhof als pastorij als monument
geklasseerd.
|