Foto: de Australische
kapitein-piloot Cavanaghxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1943 Nacht 22/23
juni : Een Engelse Halifax-bommenwerper werd neergeschoten en
kwam
neer in de Tiendeschuurstraat kort bij de hoeve van Scheers: 7 slachtoffers.
t Ridderke november 2010 : Oorlog
in de lucht
Een
vliegtuigcrash in juni 43 op de grens van Hombeek en Leest
Bijzonderheden
over deze raid
Datum : 22/23 juni
1943
Vertrekbasis :
Lissett, Yorkshire, UK.
Eenheid : eskadron
158
Inzet : 557
vliegtuigen
Target : de stad
Mülheim
Verliezen : 35 vliegtuigen en 198 manschappen
Bijzonderheid : de
Halifaxbommenwerper JD259 werd door een jager afgeschoten en stort hier neer.
De zeven bemanningsleden komen om.
Getroffen door :
Oblt Willehm Telge.
Het neergeschoten
vliegtuig betrof de Halifax JD259 van het 158ste eskadron en het
werd ingezet op Mülheim aan de Ruhr. Volgens gegevens van de RAF was het de
avond van 22 juni 1943 vertrokken om 23.09 uur van de basis Lisset
(Yorkshire,Engeland) met zeven jonge bemanningsleden : zes Engelsen van de RAF
en één Australiër van de RAAF.
Dat waren :
Flight Sergeant Leonard Ernest Cavanagh
(kapitein-piloot),20 jaar, RAAF 415377.
Sergeant Robert James Sage
(boordwerktuigkundige),21 jaar, RAF
Sergeant Thomas
Ridley Forster (navigator),21 jaar, RAF
Flying Officer Daniel Valentine Elliott
(bommenrichter), RAF
Sergeant Walter Richard Green (radio-operator en
schutter),22 jaar, RAF
Pilot Officer Ronald
Albert Charles Maund (schutter midden), RAF. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.
Flight Sergeant Oliver William Todd (schutter achter),
RCAF
De lichamen warden
gekist en op een Duitse legerwagen geplaatst. Een aalmoezenier las nog de
gebeden. Dan werden ze afgevoerd.
De ganse crew van
deze Halifax rust nu op het kerkhof Schoonselhof bij Antwerpen.
In de vroege morgen die woensdagochtend warden we
opgeschrikt door ongewone vliegtuiggeluiden. Niemand kan nog getuigen van een
luchtgevecht maar volgens de oorlogsrapporten moet het zich boven ons hebben
afgespeeld. Een Halifax op terugweg uit Mulheim, werd uit koers gedreven en
achtervolgd door een Duitse Messerschmitt. Sommigen zagen nog het rokend
vliegtuig dat in de lucht ontplofte en neerstortte tussen de Kapelseweg en
Tiendeschuurstraat. Vanaf nu ervoeren we luchtoorlog anders, tastbaarder. Voor
onze ogen lagen op bekende velden en akkers de verspreide brokstukken van deze
kolos een vliegend fort maar ook de lichamen, jong, halfverkoold, dood.
Mülheim
Mülheim was die nacht aan de beurt gekomen en
bestookt door 242 Lancaster-, 155 Halifax-, 93 Stirling-, 55 Wellington- en 12
Mosquitovliegtuigen. In dit derde bombardement werd de hele stad vernield in
drie opeenvolgende golven.
De Britten rapporteerden dat de stad voor 65% plat
lag. De brandweer bleef dagen nablussen. 1.630 huizen waren totaal vernield,
2.100 huizen moesten ontruimd worden zodat 40.000 mensen elders hun toevlucht
moesten zoeken. Er waren ook 530 doden.
Het bombardement in Mülheim was om 1.30 uur afgelopen
en één uur later werd de Halifax JD259 getroffen door een Duitse jager die
opgestegen was van het vliegveld Venlo in Nederland op de Duitse grens.
De vliegenier Oblt. Wilhelm Telge van het eskadron
nachtjagers II (NJG 1) schreef het neerhalen van deze Halifax op zijn palmares.
De Duitse jagers schoten diezelfde nacht niet minder
dan 23 vlietguigen af.
Zowel een Duits Bericht als een RAAF-rapport geeft
2.30 uur op als tijdstip dat deze vlieger afgeschoten werd op 5 km ten westen
van Mechelen. De Hombeekse ooggetuigen daarentegen geven een latere tijd. Deze
Halifax is blijkbaar uit de koers van het eskadron gejaagd en nagezeten door de
Duitse jager tot in Mechelen. De plaatselijke getuigen zagen geen luchtgevecht maar
slechts het getroffen en rokend vliegtuig.
Getuigenissen
Brokstukken van de bommenwerper lagen sterk verspreid
op de velden tussen de Kroningerhoeve van de familie Scheers in Leest en het
Hoefijzer van de familie Onghena in Hombeek.
Yvonne
Onghena woonde als jong meisje in de ouderlijke hoeve :
het was zomer en heel goed weer, echt warm. Een
groot stuk van de motor stak dwars door onze stal. We hebben de koeien er met
veel moeite moeten onderuit halen. Een stuk vleugel stak in de weide achter ons
huis. Daar rond en op vele plaatsen was het gras allemaal verschroeid. Eén van
de Engelse piloten werd twee à drie weken later teruggevonden in een
patattenveld van Fierens wat verder. Het lichaam was in ontbinding.
Virginie
Dons-Soli, woonde destijds als twintigjarige bij haar ouders op
het Heike. Daar was die vroege ochtend het hele gezin naar buiten gelopen; ze
vertelde :
Het was ongeveer 5 uur of 5.30 uur. We hoorden het
vreemd geluid van het vliegtuig dat in moeilijkheden scheen te verkeren. Kort
daarop was er een ontploffing. Ik heb met eigen ogen gezien hoe het vliegtuig
in de lucht met een grote knal in een vuurbol veranderde en uiteenspatte. De
brandende delen vielen wat verder neer overal verspreid.
Het grootste deel is kort bij de hoeve van Scheers
neergekomen op een zo wat hoger gelegen weide kort bij de boerderij. In de
voormiddag nog waren de Duitsers er bij en werden de dode piloten afgevoerd.
Victor Van
Hoof, later garde in Leest was er ook snel bij en getuigde :
In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de
hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten. Al de
inzittenden werden hierbij gedood.
Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken
uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets,
een eind in het veld.
Zoals zovele souvenirjagers ging ook ik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik
op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik
toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het
hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.
Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag
opvallend scheel, begon iedereen af te
tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die
een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en
hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om
de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten
vallen.
Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele
kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht.
Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de
voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig
gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zon
slag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder
adem zat.
Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in
mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig
krijgsgevangenkamp aangetroffen.
Dat de militaire wacht niemand doorliet kan in de
eerste momenten wel zo geweest zijn. Eens de dode lichamen van de piloten
afgevoerd waren, kon men er volgens andere getuigen toch vrij rondlopen.
Frans Tersago
:
We zijn als jonge gasten gaan kijken naar de
brokstukken van dit vliegtuig. Die lagen ver verspreid over de velden. Een
motor stak door de stal van Onghena. Het grootste wrakstuk lag verder naar
Leest en daar zijn we niet bij geweest. Er waren Duitsers die de wacht hielden.
De lichamen van de gesneuvelde vliegeniers waren in kisten aan de rand van de
weg gebracht. Ze stonden juist voor de spooroverweg aan de Kapellebaan. Toen
wij er waren, werd er een gebed uitgesproken door een Duitse aalmoezenier. Daarna
werden de kisten op wagens afgevoerd.
|