Foto :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
August Gust van Trien
Nuytkens en zijn echtgenote Julia Van Erp in 1936
voor hun huisje in het Pensenstraatje dat ze
toen betrokken.
1963 Passieve
Luchtbescherming
Door het gemeentebestuur werd een
welverdiende hulde gebracht aan leden van
de Passieve Luchtbescherming.
Werden het Brevet van Overheid
toegekend :
Neutiens Frans : Plaatselijke
Overste
Scheurmans Frans Albert :
Ploegleider
Van Paessen Antoon : Adjunct
Ploegleider
Als agent bij de Korpsburgerlijke
bescherming :
Simons Frans, Goovaerts Constant,
Coosemans Desiré, Leemans Karel, De Prins
Jean, Verschuren Theofiel, Van Dijck Jozef,
Vanderauwera Frans, Neutkens
August (zie foto), Van den
Heuvel Constant.
Totale getalsterkte van het Korps
van Leest : 22 manschappen.
Bij Gust in
de Wijk
In de nieuwe wijk op de Kerkenblok woont August
Nuytkens. Gust is van 1910, hij heeft volgend jaar 70 jaar Leestse geschiedenis
achter de rug. We laten hem vertellen :
Mijn vader sproot uit een echt Leests gezin, mijn
grootouders heb ik niet gekend. Mijn vader werkte in Schaarbeek aan t
gouvernement als ijzerbewerker. Mn moeder was een Steenackers uit Ramsdonk.
Zij heeft heel hard moeten werken om de acht kinderen groot te krijgen. Drie
zijn er jong gestorven: ons Fiens als ze twintig was, ons Bertha op haar
dertien en een broer stierf toen hij zes was. Het was een moeilijke tijd : om
half vier s morgens ging ons moeder al helpen patatten steken bij den boer.
Dan moest ze rap terug naar huis om de kinderen naar t school te doen. Ons
vader zagen we bijna niet, voor half zeven was die naar Schaarbeek en nie
vroeger dan acht uur was ie terug.
We hebben twee oorlogen meegemaakt : t was de tijd
dat de boterhammen geteld werden en wie direct van school naar huis koerste kon
de dikste boterham kiezen. De tijd dat we moeten leven van t comité. Iedereen
kreeg t zelfde voor de zegeltjes. De bedeling gebeurde in t schoolhuis en als
we onze zegeltjes moesten inruilen waren de juffrouwen en de paster al weg met
de witte bloem, da moogde gerust weten ! De rijken waren ermee weg, de armen
kregen den overschot. Gijlie weet er niks van wat da was. De weelde is nu te
groot , de jonge mensen verstikken erin. Misschien is terug nen oorlog nodig om
dat in te zien.
Vertel wat
over jezelf Gust.
Daar is weinig over te vertellen. k Ben uit Leest
nie weggeweest. Alleen van 1924 tot 28 in Battel gewoond. Daarvoor en daarna woonden we in de Scheerstraat, in het
oud huis van Van den Broeck en in t postgebouw. k Hem zoveel jaren schrijnwerker en
timmerman geweest te Mechelen en te Vilvoorde, k dee mijn werk zo goed als t
moest. Julia Van Erp heb ik leren kennen in Zemst op de kermis en wij zijn getrouwd
in 1932, de 15de oktober.
We kregen vijf kinderen : Daniël, Simone, Jean, Jeanne
en Jozef. Mijn Julia is gestorven in 1971 op 17 juli. Wat er vroeger allemaal
gebeurd is, daaraan denken is onnozel voor mij :
wat voorbij is, is voorbij. Over je jong leven daar
praat je wel over, maar tussen pot en pint.
Wat plezier je zelf gemaakt hebt op de kermissen van
Hombeek, Leest, Zemst, Willebroek, Tisselt, Kapelle of Stuivenberg, da denk je
wel eens aan terug. We gingen in compagnie te voet naar de kermis. We dronken
een goei pint. Ja, ik drink graag een goei pint maar ik ben nooit zat geweest
of heb nooit ruzie gemaakt. Er zijn veel van die mensen die willen vechten als
ze zat zijn, maar das niks waard.
Ik ben in Leest gewonnen en geboren, k zou nooit in
een stad kunnen wonen. Ik ga naar de voetbal of naar het café, als je alleen
bent, wa kun je anders doen om gezelschap te hebben.
Ik tuinier nog een beetje, zet wat vroege patatten, ook sjalotten en selder en
prei in mijn tuintje. Mijn bonen heb ik binnen in potjes geplant en als ze
gekiemd zijn zet ik ze buiten. En nu zet ik u ook buiten want ik zou men spek
willen bakken voor menne middag.
(K.S. in DB,
augustus 1979)
Gust was te Leest
geboren op 21 mei 1910 en hij overleed in het U.Z. Gasthuisberg te Leuven op 8
september 1986. Zijn echtgenote Julia Van Erp was te Hombeek geboren op 25
maart 1910 en zij overleed te Mechelen op 7 juli 1971.
Uit het
gedachtenisprentje van Gust :
bezorgdheid voor de anderen, bereidwillige
hulpvaardigheid voor de evenmens hebben het leven gevuld van deze dierbare. Hij
was een mens om van te houden, een onvermoeibaar werker, een eerlijk en
eenvoudig man, een door en door goed mens
1963 Wachthuisjes
In 1963 plaatste het
gemeentebestuur te Leest op diverse plaatsen wachthuisjes
voor de autobusgebruikers. (DB)
1963 Sportclub
B.J.B.-meisjes
Door
de zorgen van het bestuur der B.J.B.-meisjes werd overgegaan tot het
oprichten van een sportclub, met als doel aan ieder een buitenkansje te
gunnen
tot
het beoefenen van volleyball, dans en atletiek.
Om
de 14 dagen zal er geoefend worden.
(DB,1963)
1963 Programma
Vrouwengilde 1963
Godsdienstig
programma:
De godsdienststudiekring op elke
algemene vergadering.
Gelegenheid tot het bijwonen van
een retraite in februari en retraite per
briefwisseling voor jonge gezinnen.
Plaatselijke bezinningsdag op
zondag 10 maart.
Kapellekenshulde in de meimaand.
Lourdesbedevaart in mei of
september 1963.
Een vergadering voor de moeders van
kinderen die hun doopbeloften hernieuwen.
Een vergadering voor de moeders van
eerste communiecanten.
Bedevaart naar Schepenheuvel en
Leuven op 7 oktober.
Voordrachten:
Zondag 10 februari : Leef gezellig
thuis.
Zondag 28 april : Het gezin, open
de wereld.
Zondag 7 juli : Het gesprek
thuis.
Technische
Vergadering: voor landbouwers-
en tuiniersvrouwen op 18 februari.
Praktische
lessen : woensdag 6 maart : eierbereidingen.
Gezinswerking:
4 februari : Onder-Onsje voor
vaders en moeders met kinderen van 10-18 jaar.
24 februari : Onder-Onsje voor
jonge gezinnen.
22 april : Oudervergadering over :
De toekomst van onze kinderen.
Uitstappen:
Begin juli : zomeruitstap naar
Holland.
Groot verlof : Uitstap voor moeders
met kinderen.
1963 Januari : Ongevallen
Onze
dorpsgenoot Pieter Publie kwam in aanrijding met een bestelauto
toehorende aan een zekere Isidoor Buts uit Mechelen.
Marcel Verschuren kwam met zijn bromfiets in aanraking met een auto,
gelukkig zonder persoonlijk letsel, zijn bromfiets werd wel beschadigd.
Ingevolge de gladheid van de baan kwam Remi Emmerechts uit Leest tegen
de
brugleuning van de zennebrug terecht. Zijn auto werd zwaar beschadigd.
Op
Sylvesterdag , gladde baan, deed mevrouw Vloebergh-Van Dam, Dorpstraat,
bij
het uitwijken van een autobus, een val, met het gevolg dat zij een enkelbreuk
opliep. Na verzorging in de kliniek te Mechelen werd zij terug thuis
gebracht.
Anderzijds was hetzelfde lot beschoren aan mevrouw Lafosse,
onderwijzeres aan
de
zusterschool, die een polsbreuk opliep na een val bij gladde baan.
Hetzelfde gebeurde met L. Broothaers uit de Dorpstraat, die ook door een
val,
omwille van de gladheid, een enkelbreuk opliep.
Ook
tijdens het speeluur in de zusterschool ging het al niet beter met Rudi Van
Hoof, die door een val een armbreuk opliep.
Vernieling
Misleid door de mist en anderzijds door baangladheid werd de
straatomheining
van
J. Potoms uit de Dorpstraat door een vrachtauto stukgereden.
(DB,nr.1, 1963)
1963 26 januari : Rust
Roest in de Mechelse Stadsschouwburg
In het kader van de toneelwedstrijd
Dienen-Mechelen bracht Rust Roest
Leontientje van Felix Timmermans.
Het Volk bracht daar in de editie
van 31/1/1963 het volgende over :
De
toneelgroep Rust-Roest bracht een heel goede uitbeelding van dit
ontroerende volkse thema.
Agnes Polfliet in de titetrol was onbetwistbaar een geknipt Leontientje.
Haar
lieftallige verschijnining veroverde onmiddellijk de sympathie en het
meevoelen der aanwezigen.
Goede mimiek doch op sommige ogenblikken een te lichte stem om tot
achter
in
de zaal verstaanbaar te zijn.
Alfons Hellemans, regisseur van het werk, vertolkte de pastoor. Hij deed
het
eenvoudig, doch knap. Zijn voorkomen was helemaal zoals wij ons de
pastoor uit
de
bloeiende wijngaard hadden voorgesteld.
Gommaar, knorrige broer van de pastoor en hardvochtige vader van Leontientje,
kende in de persoon van Frans Van Neck een waardige uitbeelding.
Bijwijlen liet zijn rolkennis hem even in de steek en zijn armengezwaai
was nogal
hevig maar desondanks heeft hij er aan toe bijgedragen het geheel een
pittig
verloop te geven.
De
beste speelster was o.i. Bertha Willems als de eeuwige zeurende babbelzieke
pastoorsmeid met het gouden hart.
Een
veelbelovende Leo Hellemans tekende op een goede manier de ongelovige
dichter Isidoor.
Hubert Selleslagh zagen wij slechts kort als de wijnhandelaar Van Mol,
niettemin bewaren wij een beste indruk van zijn baardige figuur.
Hetzelfde kunnen wij zeggen van Eddy Beterams als dokter Bos.
De
eigenschappen van Frans Teughels zijn voldoende gekend en hij leverde
een
uitstekende creatie van de speelman.
Een
speciaal woordje nog voor de uitmuntend geslaagde grime evenals voor
de
wondermooie toneelschikking en de kunstig aangepaste belichting...
Op 30/1/1963 was Gazet van Mechelen
iets strenger :
...het
is een repertorium-stuk geweest, genietbaar mits een sterke regie, ervaren
spelers en een fijn dekor. Een beetje strategie is ook wel nodig om aan
een
wedstrijd deel te nemen. Kwestie van keuze.
De
eeuwige Bertha Willems (Mechelen) heeft het evenmin kunnen verhelpen.
Dat
de schouwburg een rooskleurige voorkeur heeft voor bepaalde kamerdecors
stoort ons niet meer, maar dat emn niet eens in staat is een wijngaard
en een
straat aan te leggen...dat is de dood van alle liefhebberij. En er werd
geliefhebberd.
Alfons Hellemans, de pastoor-regisseur, koos een reuzerol, vol
gemoedelijkheid.
Hij
slaagde erin, in hem te doen geloven, maar sprak soms zo stil dat de getrouwe
opgeefster het moest opgeven.
Leontientje, (A.Polfliet met-de-pruik, speelde vlak als een makadam met
heel
veel
zakken van de vorst.
De
poging blijft echter lovenswaardig. Stierf tijdig in het negende tafereel.
Isidoor de Hongaar (Leo Hellemans) kan wel wat. Wij hadden hem graag wat
romantischer gezien, minder op zijn Conscience.
Vader Gommaar (Frans Van Neck) was een rots in de branding, maar de
zeewind
bracht ons toch enkele storende dialectfouten.
Alles bij mekaar, een troepje mensen die het goed menen en die geven wat
ze
kunnen.
Enkele regie-knepen brachten afwisseling in het stuk, doch echter niet
voldoende
om
er de roestvlekken mee uit te vagen.
Geen
kwestie van op te geven, want al doende leert men. De moeite en de
inspanning worden niet altijd beloond, maar moeten altijd aangemoedigd
worden.
Rust Roest behaalde de 6de
prijs en regisseur Alfons Hellemans mocht een
eervolle vermelding in ontvangst
nemen.
Weken later werd Leontientje
opgevoerd door een Leuvense toneelkring
waarvan een speler die de rol van
de pastoor zou vertolken, ernstig ziek werd.
De Leuvenaars riepen de hulp in van
hun Leestse collegas en Alfons Hellemans
is
toen ingesprongen om de zieke te vervangen.
Op zondag 27 januari gaf de Leestse
toneelkring een voorstelling in zaal Grettry
te Heffen, dit ten voordele van de
K.Fanfare St.-Cecilia Heffen.
|