Edward De Maeyer dirigeert de tweede jeugdfanfare in
de geschiedenis van St.-Cecilia. Rechts onderaan ouderdomsdeken Eugeen
Vloeberghen. Voor tuba- of basspelers werden geen leeftijdsgrenzen
toegepast. (Foto : Leest in Feest) xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1974 8 juni : Bruegelbal
van de Boerenbond
Waarom
Bruegelbal ? Pieter Bruegel de oude, bijgenaamd Boeren-Bruegel (1525-1569) was
in de eerste plaats de schilder van de boeren in hun dagelijks leven,
zowel in landschappen als in binnenhuizen, het paste
dan ook volledig in het teken van de Boerengilde dat zij hun bal Bruegelbal
zouden noemen.
Waar ? Het Hof ter Halen is nog één van de weinige
boerderijen in Leest dat buiten zijn geschiedenis, welke begint in de 14de
eeuw, nog een groot gedeelte van zijn vroeger
uitzicht wist te behouden.
Hoe Bruegelbal ? Het regende die avond oude wijven
toen we uit de kerk kwamen, onwillekeurig dacht ik aan het feit, dat er die
avond weer veel verliefde paartjes niet achter een boom of muur zouden kunnen
gaan staan. We vertrokken met een ietwat lange lip naar de Elleboogstraat. Tot
onze verbazing zagen we dat de parkeerplaats reeds op een overbevoking wees,
wat werd bevestigd toen we de schuur betraden. Een 700 tellende zotte massa
probeerde zich staande te houden, in een schuur die we tot in onze verste
dromen niet zo hadden kunnen voorstellen. Een maand lang hadden de inrichters
eraan gespendeerd om dit resultaat te bereiken. Het was dan ook geweldig :
muren met gildevlaggen getooid, personeel zo verkleed dat ik veronderstelde dat
ze rechtstreeks van een schilderij waren afgestapt, een balkon dat zeer
geheimzinnig leek, een bedwelmende pensengeur en spieren die pijn deden van het
lachen. Een tombola met echte, wat dacht je wel, natuurprijzen, een gezonde
pint, een gezond lied en bovenal gezonde aanwezigen. Later zou dit
waarschijnlijk veranderen, wanneer de laatsten omstreeks 5 uur afscheid namen
van deze geweldige uitgewerkte
manifestatie van echt onnagebootst plezier.
De Boerenbond, Oud K.L.J., K.V.L.V. mogen dan ook fier
zijn op het bekomen resultaat, dat dan toch ook voor een groot deel te danken
is aan de familie Verschueren die zo bereidwillig hun schuur ter beschikking
hebben gesteld. We zouden het zo durven te stellen dat het een morele plicht is
deze ingeslagen weg verder door te trekken. Niets negatief kan er van worden
gezegd, alleen misschien : spijtig dat het niet alle dagen kan.
Verslaggever
ter plaatse. (DB)
De volgende dag diende
Jozef De Smet aangifte in van de diefstal van twintig potten cyclamen en
sensiverias, elk met een waarde van 100 frank. De potten waren voorzien om de
tombola te spekken.
1974 24 juni : KVLV
Reis naar de Vlaamse Ardennen.
1974 1 juli : De
Mechelse vereniging voor archeologie deed opgravingen op de
site van het Norbertinessenklooster
Leliëndaal op de grens met Hombeek-Leest.
Het werd in de 16e eeuw
verwoest door de Geuzen en de ruïne werd
verlaten. (KH)
1974 23 juli : Start
Chiro Bivak te Bocholt.
1974 September :
Oprichting jeugdfanfare St.-Cecilia. (foto bovenaan)
Nu de Ceciliafeesten achter de rug waren, ging de
aandacht van het bestuur van de Leestse fanfare opnieuw naar het maken van
muziek door de eigen muzikanten.
Alle bestuursleden hadden ingezien dat de muzikanten
niet mochten in de steek gelaten worden en dat ze meer aandacht verdienden.
In september 1974 werd daarom de jeugdfanfare
St.-Cecilia opgericht, zoals dat twintig jaar tevoren het geval was met Jong
St.-Cecilia. Ook deze tweede jeugdfanfare van St.-Cecilia Leest werd opgericht om
de jongste muzikanten de kans te geven in een samenspeelgroep te musiceren en
om de doorstroming naar de grote fanfare gemakkelijker te laten verlopen.
Edward De Maeyer werd de dirigent van de jeugdfanfare.
Deze groep muzikanten was erg enthousiast en wou er wat van maken. Ook
muzikanten uit de grote fanfare die jonger dan dertig jaar waren, speelden mee
en kwamen naar de repetities. Eugeen Vloeberghen, de oudste fanfaremuzikant met
toen 56 jaar dienst en tubaspeler, was zelfs bereid om mee te doen omdat de zware
instrumenten onvoldoende vertegenwoordigd waren. Door zijn toedoen was er meer
evenwicht tussen de verschillende instrumentengroepen.
Al op zondag 2 november 1974 gaf de jeugdfanfare haar
eerste geslaagd concert op een verbroederingsfeest ingericht in de zaal
St.-Cecilia. (Stan Gobien, Leest
in Feest)
Die eerste jeugdfanfare
werd in 1954 gesticht onder impuls van Rik De Bruyn. Eén der eerste leerlingen
was toen Theo Fierens die al een zestal jaren muziekles had gevolgd en in het
Mechels Stedelijk Conservatorium een eerste prijs had behaald en daarbij de
Stadsmedaille had gewonnen met het Concerto
voor trompet van Haydn. Hij werd muziekleider van Jong St.-Cecilia.
De allereerste
muziek avond van Jong St.-Ceclia was een bijzonder groot succes. Stan Gobien
daarover :
Op deze muziekavond trad Ferdos, een humorist, op om
de pauzes tussen de verscheidene stukjes te vullen. Ferdos was niemand minder
dan fanfaremuzikant Ferdinand Meysmans. Op het programma stond De staking van
de muzikanten. De uitvoering van dit stuk heeft in de daaropvolgende dagen
voor beroering gezorgd. De hele jeugdfanfare begon dit stuk te spelen en één na
één verlieten de muzikanten het podium.
Een aantal mensen dacht dat het om een echte staking
ging, onder andere meester De Leers, het toenmalig schoolhoofd van de
Gemeentelijke Jongensschool. De eerste schooldag na het concert werden alle
muzikanten van Jong St.-Cecilia die naar de gemeenteschool gingen op het matje
geroepen en kregen ze een flinke uitbrander. Volgens het schoolhoofd kon het
niet dat jongen mensen en dan nog wel leerlingen van zijn school in staking
gingen. Het ergste vond hij nog dat dit gebeurde op een openbaar concert voor
de ogen van bijna de hele Leestse bevolking en heel wat belangrijke mensen uit
het omliggende. Het bestuur moest later het schoolhoofd uitleggen dat er in feite
geen staking van Jong St.-Cecilia was geweest
|