Foto :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In
het Arsenaal had Jan Van Riet de leiding over de vervaardiging van de 700 kg
wegende geleibaan van de kruiskop van de drijfstand van de zware locomotieven.
(foto GvM)
1977 14 december Gazet van Mechelen
:
Jan Van Riet uit Leest : smid in
het arsenaal
Jan
Van Riet is van Ramsdonk afkomstig, waar hij op 3 januari 1899 geboren werd.
Deze
krasse 78-jarige bewoont nu, samen met dochter Mariette en schoonzoon Louis,
een
knus huisje aan de Kapellebaan nr. 38 te Leest (op de scheiding met
Kapelle-op-den-Bos).
Jan,
beter gekend als Jenske, liep in zijn geboortedorp tot zijn 13 jaar school.
Op
deze jeugdige leeftijd had hem reeds de microbe van de smederij te pakken.
Op
13-jarige leeftijd ging Jenske werken bij de smederij Verlinden uit Ramsdonk.
In
1919 verliet hij die smederij en verhuisde naar de werkhuizen van de NMBS (het
Arsenaal) te Mechelen.
Zijn
dagtaak bestond erin stukken te fabriceren voor de locomotieven.
Vanaf
1920 ging Jenske zich, na zijn dagtaak, verder specialiseren in zijn vak.
Gedurende
2-1/2 jaar volgde hij nog metaalleer aan de nijverheidsschool van TSM.
(Technische Scholen Mechelen)
De
atmosfeer waarin Jan indertijd moest werken, stond hem helemaal niet aan en hij
overwoog zelfs om drie jaar verlof zonder wedde te nemen, met de bedoeling een
eigen smidse te beginnen.
Gelukkig
werd hij in 1930 naar het studiebureel van het arsenaal gestuurd en hier viel
het voor hem veel beter mee.
In
de jaren 1925-26 volgde Jenske, steeds bekommerd om zijn werk en zijn stiel,
nog de staatsmiddelbare leergangen van de hoefsmederij te Brussel, alwaar hij
het diploma van meester-hoefsmid behaalde.
Juist
voor de oorlog slaagde hij in een examen voor brigadier smederij en vier jaar
later werd hij zelfs tot meestergast eerste categorie benoemd.
Hij
kreeg dan een 100 a 120-tal gasten onder zijn gezag en zijn manschappen moesten
onderdelen smeden voor de locomotieven.
Jan
vertelde ons volgende pittige anekdote : in die tijd werd aan de directeur van
de werkhuizen van de NMBS van Mechelen gevraagd om stangen voor de Duitse
dieselmotoren, de Malbachmotoren, te vervaardigen. De toenmalige directeur
Verbeemen, gaf hierop een ontkennend antwoord, doch ingenieur Titeca zei : Dit
zal ik eens aan mijn meestergast vragen. De meestergast, Jenske, maakte van
dit probleem een studie van werkwijze en van tijdsduur en die studie werd naar
de directie in Brussel gestuurd voor onderzoek met als gevolg dat die stangen mochten
gefabriceerd worden in de centrale werkplaatsen van Mechelen.
Jan
toonde ook een foto van een 700 kilo wegende geleibaan van de kruiskop van de
drijfstang van de zware locomotieven type 29, die onder de bevrijding onder
zijn leiding in Mechelen werden gemaakt. In 1946 heeft Jenske ook van dichtbij
meegewerkt aan de organisatie en de inrichting van de verhuizing van de oude
naar de nieuwe smidse. Van toen af is het zware smeedswerk verhuisd naar het
Waalse plaatsje Salzinnes, zodat er op dit ogenblik nog slechts 3 à 4 echte
smeden werkzaam zijn. Dit omdat tegenwoordig bijna alles verkregen wordt langs
machinale weg, zodoende dat er nog slechts aan plaatbewerking gedaan wordt en
niet meer aan het artistieke smeedwerk.
Jenske betreurt het ook dat er geen opleiding meer gegeven wordt in de
scholen voor dit mooie beroep, dat gedoemd is tot verdwijning.
In
1952-53 heeft Jan nog de tijd gevonden om, na zijn werkuren, nog een cursus te
geven voor de smeedkunst.
Pensioen
Na
37 jaar gewerkt te hebben aan het arsenaal te Mechelen is Jenske in 1956 wegens
een minder goede gezondheid met vervroegd pensioen gegaan.
Eens
in pensioen hielp hij zijn zoon lanceren in een eigen smederij, een zaak die
achteraf werd overgenomen door zijn schoonzoon.
In
zijn vrije tijd hield Jan zich steeds bezig met het vervaardigen van allerlei
soorten kunstsmeedwerken, waarvan zijn laatste werk een prachtig kruisbeeld is.
Dit
ongeveer 10 kg wegende waardevol kunstwerk heeft Jan vervaardigd op hoevenagels
en dit op aanvraag van Monseigneur Daelemans, directeur-generaal van het vrij
onderwijs en oud-burgemeester Van Campenhout van Meise.
Op
donderdag 1 december werd te Meise op de Hasseltberg Sint Elooi gevierd en
tijdens de misviering werd het kunstsmeedwerk
geofferd en geschonken door Jan Van Riet, ere-gezel van de vereniging.
Dat
Jenske zich steeds met hart en ziel inzette voor de kunstsmederij weet wellicht
iedereen die Jan kent en, in het huis waar Jan woonzaam is, hangen en staan tal
van getuigenissen van zijn kunst.
In
1925 had hij een plan uitgekiend en de werktekeningen gemaakt om het de
landbouwers mogelijk te maken de ploeg achteraan met de voet te bedienen om
alzo de ploeg dieper of ondieper in de
grond te laten dringen. Met deze plannen en tekeningen trok Jan naar Brussel
voor brevettering van zijn plannen.
Aangezien
hij voor het brevet 300 frank moest neertellen (wat in die tijd een hele som
was) trok Jan onverrichterzake terug huiswaarts toe.
Ook
op syndicaal gebied heeft Jan het ver gebracht.
Hij
zetelde een bepaalde periode in de Nationale Paritaire Kommissie van Brussel en
is gedurende meer dan 50 jaar lid geweest van hetzelfde syndicaat.
Jens
werken zijn steeds producten door zijn technisch kunnen bekomen en van zijn
ambachtelijke bekwaamheid.
Hij maakt zijn kunstwerken steeds in ijzer en maakt voor de vervaardiging van
zijn stukken nooit een tekening op voorhand. Zijn inspiratie laat hem dan ook
nooit in de steek.
Hij
is ook gedecoreerd met het bronzen, zilveren en gouden ACV-ereteken, alsook met
een bronzen, zilveren en gouden burgerlijk ereteken en heeft ook nog een
herinneringsmedaille van 1940-45 met 2 gekruiste sabels in zijn bezit.
|