1983 24 september : Samenkomst familie DIDDENS
Diddens-stam in feest.
Voor
de derde keer hielden de leden van de familiestam Diddens een
feestelijke samenkomst in het dorp
van hun gemeenschappelijke voorouders.
Priester Leon Bernaerts, zoon van
Bertha Diddens uit Willebroek, ging de
eucharistieviering in de
St.-Niklaaskerk voor.
Tijdens de voorbeden werden
speciaal de familieleden herdacht die sinds
de tweede Diddens-dag (1978) zijn
overleden.
Zowat 160 gegadigden staken daarna
in de parochiezaal hun voetjes
onder de feesttafel.
Als oudste van de oudste tak sprak
André Diddens uit Hoboken het
welkomstwoord uit.
Bij de koffie zette Hendrik Diddens o.m. de nieuwe
ouderdomsdekens
in het zonnetje. Het zijn : Maria
Elisabeth Diddens, weduwe Victor Van den
Bemt uit Kapelle-op-den-Bos en
Theodoor Diddens uit Tisselt.
Al de 80- en 75-plussers kregen een
geschenk aangeboden en de kinderen
werden met een verrassing bedacht.
Tot in de vroege uurtjes speelde
het orkest vrolijk ten dans.
(Gvm,26/9/83)
Die
van den Diet.
Geleerde
mensen hebben aangetoond dat de familienaam DIDDEN(S) één van onze oudste
stamnamen is. Een zeer mooie, echt Germaanse naam, zegt Jozef van
Overstraeten. De wortel ervan is DID (mogelijk een vervoegde vorm van het
werkwoord DOEN), dat een variante is van DAD en dus oorspronkelijk daad of
handeling betekende. In zijn verder ontwikkelde vormen o.m. DIED en DIET
kreeg het de betekenis van stam, volk of natie.
Alzo
de samengestelde roepnaam DIEDERIK = rijk onder de zijnen of heerser over zijn volk.
De
stamnaam DIDDE of DIDE is misschien de
alleroudste vorm van al de huidige familienamen DIDDEN, DIDEN, DITEN, DIEDEN,
DIETEN, DIDDENS, DIDENS, DITENS, DIEDENS en DIETENS, tenzij er (zoals prof. Dr.
A. Cornoy vermoedt) ook een afgeleide vorm DIDDON of DIDON bestaan heeft,
waarin door de forse klemtoon op de eerste lettergreep, de o van de
uitgang later toonloos is geworden.
Al
deze namen betekenden zoveel als : behorend tot de familie van den Diet. Tot
op onze dagen is dit gevoel voor het wortelwoord levendig gebleven. Rond het
voetbalveld van Racing Mechelen hoorden we omstreeks de dertiger jaren door de
supporters tot Jan of Fons Diddens vaak roepen : Allez, vooruit, Diet
! In mijn kinderjaren noemden wij
de familie Diedens uit de Geerdegemstraat (nabij Hofstade) niet anders dan die
van den Diet en nu nog zijn er stamgenoten, voor wie men in de wandeling de
familienaam vervangt door VAN DEN DIET.
B.v.
onze betreurde Louis Diddens uit Leest was gewoon gekend als : Louis van den Diet.
De
oudste vormen van de naam liggen mee aan de oorsprong van een aantal
plaatsnamen.
Zo betekent het huidige DIEGEM (dat in 1208 nog DIDENGHEM werd
geschreven) niets anders dan heim of woonplaats van de Diden. Verder
kennen we o.m. DIEDENHOFEN (=Thionville), DIDENBERG (=Thiaumont)
en DIEDENHEEM (=Dienem, een gehucht van Bunsbeek).
Het
einde van DIDDENS, DIDENS, DITENS, DIEDENS, en DIETENS
is ongetwijfeld van iets latere oorsprong. Mogelijk is het een meervouds-s,
maar het kan ook de enig overgebleven letter van SON (=zoon) zijn. Vele
familienamen zijn inderdaad gevormd door toevoeging van SON aan de roepnaam van
de familievader. Deze ontwikkeling kan best met een gekend voorbeeld worden
aangetoond :
JANSON DIDDENSON
JANSEN DIDDENSEN
JANS DIDDENS
De
oudste vermelding van de naam DIDDENS hebben we gevonden bij C. Theys in zijn
Geschiedenis van Kapelle-op-den-Bos, hoofdstuk over de schuttersgilden, blz.
212. Daarin is er sprake van Mechelse boogschutters die in 1490 naar Kapelle-op-den-Bos gingen schieten en
het aldaar met de plaatselijke gildebroeders aan de stok kregen
Eén van die
Mechelse (kruis)boogschutters was een zekere WILLEM DIDDENS !
In
Leest stond de bakermat
De
grootste concentratie van Diddens-namen ligt nog steeds in het Mechelse.
Bovendien kunnen al deze mensen genealogisch rechtlijnig opklimmen naar
stamouders, die minstens van in de 17e tot in de 19e eeuw
te LEEST gevestigd waren. En allen zonder uitzondering hebben één
gemeenschappelijke stamouderpaar te LEEST.
Dat
verklaart meteen ook waarom de eerste heuglijke Diddens-dag op 5 mei 1974
nergens anders dan te Leest werd gehouden.
Blijkens
de oudste parochieregisters van Leest was de familienaam DIDDENS bij het einde
van de 16e eeuw te Leest reeds goed en wel ingeburgerd. Op de eerste
bladzijde van het eerste sterfregister, nl. op 12 maart 1599 staat reeds een
zekere FRANCISCUS DIDDENS vermeld.
En
de allereerste inschrijving in het doopregister, nl. op 21 september 1599
betreft Magdalena DE MEYERE, waarvan de moeder CORNELIA DIDDENS heet, die op 18
januari 1618 overlijdt.
(Hendrik Diddens : De Oude Diddens-Stam
te Leest.)
De eerste Diddens die Hendrik Diddens in
1977 te Leest in werkelijk gezinsverband situeerde was EGIDIUS die in 1617
huwde met BARBARA VISSCHERS. Dat echtpaar kreeg zes kinderen maar hun
gebeurlijke nakomelingschap was bij zijn weten geheel uitgestorven.
Om de stamouders van alle toenmalige (en
bekende) Diddens-gezinnen te bepalen moest hij oorspronkelijk wachten tot een
gegeven van 1677 bij het huwelijk van :
FRANCISCUS
DIDDENS(°18/3/1646,+18/3/1718) met CATHARINA DELAET (1654-1720).
Zij kregen tien kinderen, waarop Hendrik
Diddens zijn uitgebreide stamboom verder uitwerkte.
In 1985 kon hij daar, door een gelukkig
toeval, (met de hulp van Henri Keuleers en Paul Behets) nog enkele takken aan
toevoegen. Het bleek dat er in de tijd van Keizer Karel al Diddensen woonden in
Leest.
Franciscus Diddens (+Leest 12/3/1599) trouwde op 16 juli 1588 in de
St.-Romboutskerk met Joanna VERLYNDEN (elders ook Verlinden geschreven).
In september 1589 werd in dezelfde kerk hun eerste kind Gillis (ook Egidius
genaamd) gedoopt. Vervolgens keerde het gezin naar Leest terug, waar het
blijkens de duidelijke familiebanden eigenlijk vandaan kwam. Te Leest werden
nog 6 kinderen geboren waaronder RUMOLDUS (°Leest 2/7/1592, +Leest
4/2/1653).
Deze RUMOLDUS DIDDENS huwde op
46-jarige leeftijd met MARIA LENSENS op
23/3/1638.
Het echtpaar kreeg vier kinderen en na
de geboorte van het eerste kind verhuisde het gezin naar Hombeek waar de andere
drie werden geboren. Als derde kind kwam dan
FRANCISCUS op de wereld, die uiteindelijk zou huwen met Catharina
DELAET (zie hierboven).
(DB, juli 85)
Deze nieuwe documenten bevestigden het
voordien ingenomen standpunt van Hendrik Diddens : Leest is werkelijk voor alle Diddensen het dorp van hun voorvaders !
Om dat te illustreren citeerde de auteur
een uitteksel uit een notarisakte van 1604 :
Peter
Diddens ingesetene van Mechelen oudt over de 80 jaeren die verclaert
dat hy
eertyds heeft gewoont op de hoeve van mijn heer Van der Aa gelegen tot Leest,
alwaer des requirants wijlen ouders oock hadden liggen zekere hoeve hun
competerende
WAARUIT BLIJKT DAT ER TEN TIJDE VAN
KEIZER KAREL (eerste helft van de 16e eeuw) TE LEEST AL DIDDENSEN
WOONDEN !
Volgens een Mechelse schepenakte schenkt
die Pieter Diddens in 1604 een stuk grond op het Hertsveld aan de kerk en de H.
Geesttafel (armenzorg) van Leest mits te
doene eene misse tot leefenisse sijne comparante siele.
Uit de stamboom distileerden we de meest markante feiten en persoonlijkheden.
-Van de tien kinderen van Franciscus en
Catharina bereikten er vijf de leeftijd van vijf jaar niet, twee anderen zijn
respectievelijk 16 en 21 jaar geworden. Een schrijnende illustratie van de
grote kindersterfte en het gebrek aan hygiëne uit die dagen.
-Op 6 juli 1837 huwde Guillielmus
Diddens met Maria Theresia Vleminckx, later nationaal bekend als Moederke
Diddens, Ze werd 107 en de oudste vrouw van het land (°1837, +1912).
-Over de voettocht vanuit Rusland van
Pieter Jan Diddens (1794-1863) schreef Hendrik Diddens de novelle Deserteur
onder Napoleon (Uitgeverij De Sikkel NV, Antwerpen 1974).
-Maria Nicolaus Jozef Diddens werd als
gijzelaar op 22 september 1914 te
Zemst-Laar door de Duitsers doodgeschoten.
-Ludovicus-Joannes Diddens (1850-1917)
baatte in Mechelen een buurtherberg uit. Men noemde hem den Bisschop. Later
nam zijn broer Franciscus (1852-1933) de herberg over. Hem noemde men de
Kardinaal.
-Jan Frans Diddens (1884-1939) gehuwd
met Helena Somers was een gekende bakker in de Mechelse Katelijnestraat.
-Zij waren de ouders van Jan (1906-1972)
en Fons (1908-1943) Diddens, befaamde Racing-voetballers en internationalen in
de twintiger jaren. (foto)
-Karel Diddens, lid van de Nieuwendijkse
Wielervrienden, legde tussen 2001 en 2006 ruim 11.000 km af voor het goede
doel. Zo fietste hij samen met enkele vrienden naar o.a. Santiago de
Compostella, Fatima, Assisi, Rome, het Griekse Olympia
-Niet te vergeten uiteraard Hendrik
Diddens zelf. Dichter, jeugdschrijver, auteur van o.a. Het Woordenboek van het
Mechels dialect en ereburger van Leest. (Meer over Hendrik Diddens in deze
kronieken onder 1/12/1973 en 9/8/1986 n.a.v. zijn overlijden)
Voor
zover wij het konden nagaan, waren al de Diddensen van de oude stam te Leest
hard wroetende, bescheiden landbouwers of handwerkers. Met doorgaans veel
kinderen en maar weinig weelde. Slechts een paar van deze mensen troffen we in
een gemeentelijke bestuursfunctie aan. De enige die door zijn avontuur
misschien een beetje bekendheid verwierf, was Pieter Jan, deserteur onder
Napoleon.
Er
is me verzekerd dat de oude Leestse Diddens-stamvaders bijna zonder
uitzondering een licht ontvlambaar karakter hadden. Hun huidige nakomelingen
aarden derhalve aan geen vreemden
We
hebben becijferd dat er op het Leestse kerkhof in de schaduw van de eeuwenoude
Sint-Niklaaskerk ongeveer veertig stamouderparen en in totaal zowat
honderdzeventig naamgenoten begraven liggen. Vormt dit alles voor een Diddens
(waar hij zich ook mag gevestigd hebben) niet een band met Leest, die sterker
is dan sommigen willen
voorgeven
?...
In De Band van juli 85 nuanceerde
Hendrik Diddens dit :
voor zover wij
het konden nagaan, waren al de Diddensen van de oude stam te Leest hard
wroetende, bescheiden landbouwers of handwerkers. Dat moet even hertoetst
worden. Ik zou thans zeggen : Ofschoon hun levenswijze steeds eenvoudig is
geweest, waren de opeeenvolgende boerengeneraties van Diddensen te Leest over
t algemeen zeker niet onbemiddeld. Ze waren geen hereboeren, maar toch ook
geen keuterboertjes. Dat zij van geslacht tot geslacht hebben kunnen
standhouden, bewijst hun werklust en hun gezond boerenbloed !
Fotos :
-De
broers Diddens in het fanionelftal van Racing Mechelen, seizoen 1926-27.
Van
l. naar r. : Dogaer, Verschaeren, Fons Diddens, Mossoux, Jan Diddens, Verbist, Nouwens, Blickx,
Coenegracht, Vankesbeeck, Cauwenbergh, De Ron, Van Tulden en Siroen.
-De
cover van Deserteur onder Napoleon van Hendrik Diddens.
-Karel
Diddens (als derde van links) tussen zijn wielervrienden Jef Vander Kuylen, Ivo
Van Loock en Willy Op de Beeck. De foto dateert van 2003 n.a.v. hun trip naar
Rome, waarbij ze tien landen doorkruisten onder het peterschap van Ludo
Dierckxsens.
|