1987 – 18, 19 en 20 april : “Posse Leest”
“De grote begankenis ter ere van de H. Cornelius met als hoogtepunten de hoogmis om 10 uur opgeluisterd door het gemengd zangkoor, en om 15 uur het plechtig lof met kinderzegen. Na het bezoek aan onze parochiekerk wacht u een waaier van activiteiten in onze kleine maar geliefde dorpsgemeenschap van Leest.” (“Parochieblad”, 16/4)
Programma :
-14e Handelsbeurs ingericht door V.V. Leest, met 26 standen en aanwezigheid van de acteurs Manu en Rene Verreth en de zangeres Liliane St. Pierre. Er werd ook een gelegenheidsrestaurant uitgebaat ten voordele van de voetbalclub. -Kleinveebond “Het Rijke Nest” had zich opgesteld met kippen, konijnen en ander kleinvee. -Voetspoor was aan zijn tiende Paastentoonstelling toe en stelde werken tentoon van Friede Willems, Karel Soors en Marijke Van Kenhove. De kunstvereniging mocht ook de “Archeologische Vereniging Oud Mechelen” in haar midden verwelkomen. -In de parochiezaal op de Kouter konden de mensen zich verdiepen in “het weer” met alle mogelijke facetten. Didactisch materiaal als weerballon, pluviograaf, thermometerhut enz. kregen flinke aandacht. Voor de vrolijke noot zorgden de weerspreuken en extreme weersomstandighedente Leest en omstreken tussen 1315 en 1955. Het betrof de 19e paastentoonstelling van het Davidsfonds. -KBG had zijn handwerktentoonstelling. -De Chiro organiseerde op zaterdag een kaartnamiddag ‘voor een kip en een ei’ en op zondag een Filmvoorstelling ‘Breakfast-Club’ met muziek van o.a. Simple Minds en op maandag ging er om 9 uur ’s morgens de beruchte gelegenheidsbar ‘Het Zesde Gebod’ open. ’s Avonds vond dan de Posse Leest T.D. plaats met de huiveringwekkende Studio Satan. -Kunstkring “Kwak” stelde tentoon in de “Drij Gapers” met werken van Hans en Stef De Laet, Pol Van Roy en Georges Herregods. -Volksdansgroep Korneel nodigde iedereen uit in het “Posse-Leest restaurant”in zaal Piessens waar onder begeleiding van hun muzikanten aan vendelen en dansen werd gedaan wijl men kon kiezen uit koude schotels, ossetong met madeirasaus, stoofvlees met witloof, kip fricassée... -De hobbyclub van de gepensioneerden stelde tentoon in de lokalen van de meisjeschiro met handwerk gemaakt gedurende het voorbije werkjaar. Traditiegetrouw zorgden de 60-plussers ook voor pannenkoeken met verse koffie. -Verder de traditionele kermis en jaarmarkt waar de gebroeders Ceuppens van de elijknamige Mazda-garage een demonstratie gaven van “Hit-Flon 2000”, “een gewone motor draait zelfs zonder olie ! Uniek...”
In ‘De Band’ van april 1987 werd Kunstkring ‘Kwak’ voorgesteld :
KWAK
Vier mensen die in hun vrije uren aan kunst doen en ter gelegenheid van de Paasdagen hun werken aan het publiek willen tonen. Het zijn voor Leest geen onbekenden : het zijn mensen van eigen bodem en dit jaar is het voor de vierde maal dat zij onder de benaming ‘Kwak’ op de affiche staan.
Hans De Laet Hij volgde tekenen en boetseren aan de kunstacademie te Mechelen. Dit jaar komt hij uit met een vrouwenbeeld en enkele kleinere geboetseerde werken. Hans is 27 jaar en de jongste van de groep.
Pol Van Roy Presenteert enkele foto’s in zwart-wit en in kleur. Hij volgde de leergangen fotografie aan het Sint-Lukasinstituut. Zijn werken zijn origineel en getuigen van een gevoelig en poëtisch temperament. Elk jaar zien we hem in stijgende lijn evolueren.
Stef De Laet Werkt actueel aan het Stadspoppentheater te Mechelen. Ook hij volgde de Sint Lukasschool te Brussel, de lessen Bouwkundig Tekenen. Stef is zeer begaafd in publiciteit. Maar ook als aquarelist en als tekenaar is hij begaafd. Hij vergast ons dan ook met enkele aquarellen.
George Herregods Is de oudste van de groep. Deze legeraalmoezenier is stilaan bekend in de streek om zijn origineel gedecoreerde potten en kruiken in steengoed. In zijn studententijd volgde hij lessen in sierkunst aan het Sint Lukasinstituut te Gent en eigende zich achteraf de oeroude techniek toe van de ‘zoutglazuur’ die men vooral in de Rijnstreek aantrof. Georges Herregods stelt tevens een aantal aquarellen ten toon.
De tentoonstelling gaat traditiegetrouw door op de bovenverdieping van de ‘DRIJ GAPERS’. Zij is kosteloos en iedereen is welkom.
“Posse Leest met wind in de zeilen”,blokletterde Gazet van Mechelen (21/4) :
“Omdat de meeste organiserende verenigingen Paasmaandag uitkiezen om naar buiten te treden hoeft het geen betoog dat juist op die dag Leest-dorp één gonzend bijennest lijkt.
In de marge van deze drukte beet de Leestse handelsbeurs in het Sportcentrum de commerciële spits af. Heel wat belangstellenden liepen de zaal binnen en slenterden rustig langs de diverse stands, gokten voor een reisje of bestelden kaartjes voor de reuze-happening welke de 17de Leestse Volksfeesten wellicht zullen worden.
Onderweg zich opgesteld met kippen, konijnen en ander klein gedierte. De tent die ze op vorige jaren gebruikte was wellicht weggeblazen want de bond trotseerde de grillen van de natuur.
De kermismolen draaide op volle toeren maar ook in de omliggende zaaltjes stapten de mensen druk over en weer.
Voetspoor, aan zijn tiende Paastentoonstelling toe, mocht voor zijn fijn verzorgde artistieke expositie zodanig veel bezoekers begroeten dat alle programmablaadjes rees kort na de middag uitgedeeld waren.
In de parochiezaal op de Kouter konden de mensen zich verdiepen in ‘het weer’ met alle mogelijke facetten. Didactisch materiaal als weerbalonnen, pluviograaf, thermometerhut, enz., kregen flinke aandacht. Voor de vrolijke noot zorgden de weerspreuken en extreme weersomstandigheden te Leest en omstreken tussen 1315 en 1955.
De geur van de geelbruine pannenkoeken lokte menigeen naar de handwerktentoonstelling van de KBG. Een eindje verderop stelde KWAK tentoon in galerij ‘Drij Gapers’. Even drummen tussen de massa tooghangers om het knappe werk te kunnen bewonderen van Hans en Stef De Laet, Pol Van Roy en Georges Herregods. (J.T.)”
In haar licentiaatsverhandeling ‘Kindertijd in Leest’ (Leuven, 1997) beschreef Hilde Smets hoe er in de periode van het Interbellum kermis gevierd werd te Leest :
Kermis in Leest
Leest had vroeger veel buurtkermissen. De Bist, de Alemstraat, de Tiendeschuurstraat en de Heide deden niet voor elkaar onder. Waar de buren goed overeenkwamen en er een paar cafés waren, werd een kermis op getouw gezet. De kermissen waren niet groot : er stonden wat snoepkraampjes, een paardjesmolen en een danstent met een orgel. Je moest geen inkom betalen in de tent, maar je betaalde tien centiemen per dans die je deed. De tent was streng verboden terrein voor mensen die nog geen achttien waren. Sommige kinderen gingen, als het donker was, door de spleten loeren.
De tweede grootste kermis was die van de Heide (nu Juniorslaan, Kleine en Grote Heide) :dit was een buurtkermis waar toch ook mensen van elders dan Leest naartoe kwamen. Deze kermis begon op de tweede zondag van juli en duurde twee dagen. Naast het hierboven genoemde stond er ook een kettingmolen. Vrijwilligers die deze molen hielpen op gang trekken mochten gratis opspringen. De tweede dag was eigenlijk de belangrijkste : dan werd er een dierenjaarmarkt gehouden. Boeren kwamen hun paarden, koeien, geiten, schapen of kippen laten keuren en probeerden ze te verkopen. De jongens die konijnen of duiven kweekten om extra zakgeld te verdienen, konden hier ook terecht. Die dag werden er ook volksspelen georganiseerd zoals zaklopen en ook ‘hanenkap’ : een haan werd in een mand gestoken en zo aan een koord gehangen. Zijn kop stak buiten de mand. Wie geblinddoekt de kop kon afkappen, won de haan. Een ander spel bestond er uit met perensiroop bestreken koeken, die aan een koordje hingen, zo snel mogelijk op te eten. Wel met de handen op de rug. Na een tijdje hingen de deelnemers vol siroop tot groot genoegen van de omstaanders.
De belangrijkste kermissen waren die van het dorp. Drie maal per jaar was het daar kermis : met Pasen, Pinksteren en op de dag van de patroonheilige St.-Niklaas. De zalen van St.-Cecilia (in de Dorpsstraat) en Teughels (Dorpsplein) waren dan twee danszalen. In alle twee was “ ’t volle bak “. In St.-Cecilia dansten de Blekken, bij Teughels de Sussen. Voorts stond er de ‘foor’, een frituur, snoepkramen, rad van fortuin en een loterij. Ook de liedjeszanger ontbrak niet, hij verkocht zijn teksten. Sommige Leestenaars herinneren zich een zekere Jaak Van Gestel nog. En dan waren er nog de gebruikelijke kermisattracties : een paardjesmolen, een zwiermolen met kettingen en een molen met fietsjes waarbij je zelf moest trappen. Ook stonden er schommels in de vorm van varkens of bootjes. De ‘moddermolen’ of het ‘apekot’ was iets voor de groteren, dat was een soort schommel met een goed afgesloten bak. Als je hard genoeg ging, draaide je helemaal rond de as. Ook stond er een ballenkraam, als je alle potten omgooide, kreeg je een prijsje. Soms stond er ook een ‘kakkewalk’, dat was een kraam dat je helemaal moest doorwandelen, maar doordat de vloer in alle mogelijke richtingen bewoog, werd dat veel moeilijker.
Als het kermis Dat wil zeggen dat ze eens lekker aten, al of niet met familie erbij. Op het menu stond vaak soep met rundvlees, tapioca en ‘lettertjes’. Daarna aten ze het soepvlees met savooikolen. De volgende schotel bestond uit varkensgebraad met worteltjes en erwten. En dan volgden er nog twee desserten : eerst krieken of pruimen met balletjes, daarna rijstepap met bruine suiker. Zij vierden dus feest met een vijfgangenmenu. Om 16.00 uur zaten ze al terug aan tafel voor rozijnenbrood. Het vet dat ze normaal op hun boterham deden, werd nu vervangen door boter. ’s Avonds dronken ze nog een glas wijn en aten er een koekje bij. Andere families kregen stoofvlees of konijn voorgeschoteld. Na het middageten gingen de mensen dan naar de kermis. De kinderen kregen van de familieleden en de ouders wat geld. Een loterijbiljet kostte vijf centiemen, frieten en de paardjesmolen kostten vijfentwintig centiemen. Andere attracties en een dans kostten tien centiemen. Met tien frank deed je al heel wat.
Foto’s :
-Opening van de Handelsbeurs tijdens Posse Leest 1987. Links op de voorgrond Leestenaar Leo Lauwens naast zijn echtgenote Rosa Doolaeghe. (foto : GvM) -De folder van ‘Hit-Flon 2000’, van de gebroeders Ceuppens.
|