Vervolg Globetrotster Alida Polfliet.
In december 2015 bezocht Alida voor de tweede keer Namibië. Voor de periodiek van de zangvereniging maakte ze daarvan volgend verslag :
Namibië, elf jaar later
Op een mooie dinsdagvoormiddag in november, in volle Sinterklaaskoorts, werden wij verwacht op de luchthaven van Zaventem. Het was duidelijk dat het terreuralarm opgedreven was naar fase 4, zwaarbewapende militairen kleurden de inkomhal.
Met 18 personen vertrokken wij met de bus richting Frankfurt. Ook in Duitsland was het duidelijk te zien dat er onheil in de lucht hing. Op verschillende plaatsen werden auto’s voor controle aan de kant gezet.
In de luchthaven van Frankfurt hetzelfde scenario en zware controle van de bagage. Omdat ik mijn haardroger vergeten was, nog gauw eentje gekocht en na een paar uur wachten volgde het boarden en na een vlucht van 10u30, maakte het vliegtuig een perfecte landing in Windhoek, de hoofdstad van Namibië.
Eens buiten de luchthaven zag ik een moderne stad, niet Westers, maar erg geëvolueerd. Er zijn kleine industriegebieden die o.a. vrachtwagens, kranen voor de vrachtwagens en graafmachines maken.
Langs de weg zag ik, in tegenstelling tot elf jaar geleden, dorpen met kleine huisjes die voorzien zijn van water en elektriciteit. Tot grote spijt van de regering zijn er talrijke mensen, doorheen de eeuwen heen zijn het altijd nomaden geweest, die op eigen houtje willen wonen en het is het begin van townships met alle gevolgen van dien.
De bevolking is gestegen met 500.000 en het toerisme met 600.000, wat de tewerkstelling ten goede komt. 120.000 mensen werken in de horeca.
De Himba’s, een stam die zich, 300 jaar geleden, vanuit Angola kwamen vestigen in Namibië leiden nog steeds hun eigen leven.
Ze hebben hun eigen nederzettingen waar de activiteiten van de vrouwen en de kinderen zich beperken tot het halen van water en hout, maken van sieraden en een beetje rond hangen. De mannen houden zich bezig met het hoeden van het vee. Ze wonen in hutten, ook pontok genaamd.
De outfit van de vrouwen beperkt zich tot een aantal versieringen en een rokje gemaakt uit geitenleer. Ze wassen zich nooit en kleuren dagelijks hun huid met een pasta van boter en roodhout. Het mengsel beschermt hun huid tegen de stralen van de zon en geeft de vrouwen een diep roodbruine tint. Dit ritueel wordt toegepast vanaf het ogenblik dat ze voor de eerste maal menstrueren.
Als de kinderen 12 jaar zijn worden de vier snijtanden van het onderste gebit uitgeklopt. Zij gebruiken een kliktaal met 3 toonhoogten en als de tanden weg zijn vergemakkelijkt dit het spreken.
Elf jaar geleden zag je de himba’s alleen in hun nederzettingen, maar nu zag ik ze op een Afrikaanse markt in Swakopmund en aan de ingang van de wildparken waar ze trachten hun sieraden aan de man te brengen. Zelfs in een koopcentrum in Windhoek, liepen ze ongegeneerd rond in hun bijna-blootje.
Bollebozen verlaten de stam om te studeren en een diploma te behalen om nadien de stam geldelijk te onderhouden.
Afrika zonder wilde dieren is Afrika niet en wij deden de Kalahariwoestijn aan waar de dieren in vrede kunnen leven. Hier bevinden zich geen roofdieren en dus kunnen de giraffen, zebra’s en springbokken met een gerust hart rustig grazen.
Vervolgt…
Foto’s : -Namibië. -Een Himba-meisje. -Springbokken in het Erindi-reservaat. -Mooi plaatje van een arend in het Etosha-park. -De “social weavers” maken een groot nest in de bomen. In zulke constructies kunnen tot 650 wevers huizen. -Een gele wever voedert haar jongen.
|