1950.
Vervolg Pater René De Laet.
Missionaris in Afrika.
Meer dan een halve eeuw was hij missionaris in Afrika (Belgisch Congo, later : Zaïre en Demokratische Republiek Congo). Steeds in de Noord-Oost provincie met een ondergrond vol rijkdommen, mee de basis van de voortdurende spanningen en oorlogen. In 1950 vertrok René naar de missie in Bunia. Hij werd er benoemd op de “aumônerie” in Kilomines (waar ook de hoofdzetel van de goudmijnontginning van Kilo-Moto was). Hij leerde er Kiswahili, de taal van oostelijk Kongo en werd er “professeur en commerce” aan de middelbare school voor het administratief personeel. Later, tot juli 1970, woonde en werkte hij als onderpastoor, daarop als pastoor in Badiya, veertig km westwaarts van Bunia en leerde daartoe Kibira, de plaatselijke taal. Precies in die periode begonnen in Kongo, na de onafhankelijksheidsverklaring, de eerste politieke moeilijkheden (juli 1960). Maar ze waren een lachertje in vergelijking met de bezetting en de terreur door de rebellenbeweging “SIMBA” (van 1/9 tot 1/12/1964). (Zijn verhaal over deze donkere periode staat te lezen in deze Kronieken : augustus 1964)
René De Laet kreeg nieuwe posten : eerst onderpastoor aan de kathedraal van Bunia (augustus 1970 - augustus 1972) en dan acht jaar in Geti (september 1972 – eind 1980), zestig km bezuiden Bunia en bij de grens (toen) Zaïre en Oeganda.
In 1973 kreeg René op zijn missie bezoek van twee dorpsgenoten : zijn broer Georges en Karel Duysburgh. Deze laatste schreef daarover een gedetailleerd reisverslag dat in deze Kronieken te lezen is op datum van 4/7/1973.
Na een verlof in Leest (1978) realiseerde René in Geti het “Centre des Jeunes” met o.a. een bibliotheek. Zijn missiegebied was wel uitgestrekt : ongeveer 120 km van noord naar zuid en een 40 km van oost naar west met tezamen een honderdtal “schoolkapellen”. En opnieuw verhuizen : terug voor zes jaar (januari 1981 – augustus 1987) naar het vroegere Kilomines, nu: Bambu. Een paar keer (in 1981 en 1986) was hij op verlof in Leest. Maar intussen had pater René, na 34 jaar verblijf in Kongo, voor het eerst moeraskoorts of malaria gekregen (1984). En in Bambu werd zijn “parochie” overgenomen door drie inlandse priesters (augustus 1987). Zo verhuisde hij naar het hem bekende Badiya. Daar kreeg hij een tweede, zware malariacrisis in 1990…
Het jaar nadien was er feest : een 36 m lange “brug der vriendschap” een “Bailey-brug” over de Shari -een rivier op drie km van de missiepost- werd er ingehuldigd. Dankzij de hulp van heel veel mensen uit o.a. Heist a/zee (waar een confrater woonde), uit Leest en van elders kon het materiaal ervoor (in België) worden aangekocht en de brug aangelegd.
Omwille van een oogkwaal was hij (in 1993) in België. En al kreeg René drie jaar later een nieuwe benoeming in Geti, na amper drie maanden stond hij hier terug, nu omwille van de rebellenbeweging van Kabila, die ageerde tegen de dictatuur van Mobutu (1996). Met een Canadees en een Nigeriaan, confraters, ontsnapte hij te voet door het moerasgebied van de Semliki, een grensstroom tussen Kongo en Oeganda. Maar het volgende jaar (1997) was hij weer…in Geti. Tijdens zijn eerste verlof erna werd hij op Pinksteren (2000) in Leest gevierd voor zijn gouden priesterjubileum. En dan vertrok hij opnieuw, bestemming Geti. Bij een overval op de missie werd hij er (begin 2001) bijna doodgeschoten. Dronken, gedrogeerde gewapende mannen eisten de missieauto op. De pater hield er een oorletsel aan over : zijn gehoorvlies bleef gescheurd en werd in België geopereerd. Toch vertrok hij nog maar eens, in september 2001. En als zou zijn parochie in Geti, op 28 februari 2002, doorgegeven worden aan inlandse priesters, geen enkele plek was nog veilig en noodgedwongen moest René terugkomen naar ons land (mei 2002). Tijdelijk verbleef hij bij zijn zus in Battel. Tot hij (in januari 2003) opnieuw -dit keer voor het laatst- naar Zaïre ging. De onlusten in Bunia en ruime omgeving duurden echter voort en (in mei 2003) diende hij definitief terug te komen na meer dan een halve eeuw missiewerk. Hij vestigde zich te Antwerpen op de Prokuur der Missionarissen van Afrika.
Op haar honderdste verjaardag vergat Stefanie Van Steenwinkel (°Mechelen 24/10/1905, +Leest 9/12/2010) haar vroegere overbuur in de Tiendeschuurstraat niet. In plaats van geschenken en bloemen vroeg ze te storten op een rekeningnummer voor de missie van Badiya, waar René vijfentwintig jaar gewerkt had. Ze kon hem 1157,5 euro schenken.
Meer over pater René in deze Kronieken, o.a. : -23/2/1960 : Spreekbeurt over Kongo. -6/3/1960 : Afscheidsfeest en filmavond. -Augustus 1964 : “Het geval Kongo”, zijn ervaringen met de Simba’s. -4/10/1972 : Brief uit Geti. -4/7/1973 : “Reis door Rwanda en Oost-Zaïre” van Karel Duysburgh. -30/8/1989 : Een brug voor pater De Laet. -27/4/2003 : Brief uit Bunia.
Bronnen : “De Sint-Niklaasparochie in Leest”, W. Hellemans, “LG”, “Vijf eeuwen familiegeschiedenis De Laet van Kontich tot Leest” van Lieve Huysmans en “De Band”.
Pater René De Laet overleed te Antwerpen op 8 december 2019. De verrijzenisliturgie en de uitvaart hadden plaats op zaterdag 14 december 2019 in de parochiekerk Sint-Niklaas te Leest om 10u30, gevolgd door de begrafenis op het kerkhof van zijn orde te 8490 Varsenare (de Manlaan 50). De rouwadressen : Missionarissen van Afrika, Keizerstraat 25 2000 Antwerpen en Familie De Laet, Spoorwegstraat 3, 1880 Kapelle-op-den-Bos.
Omdat de paters geen overlijdensberichten en doodsbrieven hadden verspreid was er niet zo veel volk op de begrafenisplechtigheid te Leest. Het was wel een zeer mooie uitvaart en op het einde hadden zijn medepaters zich in een kring rond de kist opgesteld, onderwijl ter zijner ere mooie Latijnse liederen zingend. Ontroerend. Nadien werd de kist overgebracht naar Varsenare om daar bijgezet te worden bij de andere overleden paters van zijn orde.
Foto’s : - Het gezin De Laet-Meuldermans na de eremis. (Foto : Lieve Huysmans) -Zijn vertrek naar Kongo. -Pater René De Laet in 2018. (Foto : Gerda De Laet) -Zijn medepaters zongen mooie Latijnse liederen rond zijn kist. (Foto : Familie De Laet) -Zijn gedachtenisprentje.
Vervolgt met 1950 : wijding der kerkklokken.
|