Wijzigingen – Aanvullingen.
1955 – Juli : Werklozen.
Tijdens de maand juli werden te Leest gemiddeld twee werklozen genoteerd. (DB-nr.6,1955)
1955 – Juli : Resultaten van de plaatselijke renners.
De behaalde resultaten van onze renners gedurende de maand juli :
Constant “Stanne” De Prins :
St. Katelijne Waver : 6de , 32 vertrekkers. St. Katelijne Waver : 7de, 35 vertr. Merksem : 5de, 50 vertrekkers. Ter Hulpen : 2de, 42 vertr. Kessel-Lo : 11de, 48 vertrekkers.
“Constant heeft deze maand niet veel koersen gereden, omdat hij ook heeft deelgenomen aan de “Ster der Nieuwelingen”. Na de vierde rit heeft hij moeten opgeven. Hij stond toen 27ste op 120. Wijzen we ook nog even naar de prachtige uitslag die hij behaalde in het nationaal kampioenschap der beenhouwers-coureurs. Geholpen door zijn broer Jan die ook meereed, wist hij een schitterende tweede plaats te behalen, en kwam met een dikke premie naar huis.
Croon Frans :
Westrode : 1ste, 35 vertrekkers. Beigem : gevallen wielbreuk. O.L.Vrouw Waver : gevallen-hersenschudding-14 dagen stil gelegen. Bornem : 5de, 34 vertr. Tisselt : 5de, 39 vertr. Rijmenam : 1e, 45 vertr. Rijmenam : 1ste (in sprint), 50 vertr.
“Vanaf 31 juli zal Frans rijden bij de Beginnelingen.”
Ceuppens Emiel :
Malderen : 11e , 42 vertrekkers. Mechelen : 17de, 33 vertr. Londerzeel : 11de , 45 vertr. St. Katelijne Waver : 17de, 36 vertr. Wemmel : 7de, 34 vertr. Asse : 5de, 23 vertr. Boortmeerbeek : 14de, 30 vertr. Anderlecht : 12de, 42 vertr. Kessel-Lo : 13de , 38 vertr.
Selleslagh Louis :
Rijmenam : 2de, 60 vertrekkers. O.L.Vrouw Waver : 6de, 39 vertr. Londerzeel : 3de , 26 vertr. Leest : 4de, 12 vertr. Bornem : 6de, 39 vertr. Tisselt : 7de, 34 vertr. Nerum : 5de, 52 vertr. Buggenhout : 4de, 34 vertr. (“DB”, augustus 1955)
1955 - Maandag 1 augustus : Zitting Gemeenteraad.
Een reporter van “De Band” (meer dan waarschijnlijk Jan De Decker) maakte volgend amusant verslag (“DB”, nr.8) : “Die maandag was “De Band” vertegenwoordigd in het “publiek” dat in de ruime Raadszaal van ons gemeentehuis de zitting van de “vroede gemeentevaderen” bijwoonde. Met onmiddellijk achter zich –als een ruggensteun ?- een groot kruisbeeld, twee massieve busten van Koning Albert en Koningin Elisabeth op de enorme schouw, zaten daar op de ereplaatsen : de Burgemeester (Noot : Pieter De Prins) met zijn schepenen, Emiel Verschueren en Prosper Busschot. Verder de raadsleden : Nante De Prins, Piet Verbeeck, Frans Verwerft, Frans Van der Hasselt, Louis Wuyts en Nest De Win, daarbij nog de secretaris. Van op het dorpsplein kan men de heren goed zien zitten, omdat men door de draperiën heen kan kijken. De Raad zou een tweetal uren beraadslagen ! De Burgemeester verklaart de zitting voor geopend. De secretaris leest het proces verbaal voor van de vorige zitting. Al wat we daarna te horen kregen, hebben we onmogelijk om diverse redenen kunnen noteren. Zo de eerste maal zulke zitting bijwonen, is voorwaar niet gemakkelijk. De Raad spreekt bijwijlen niet voor het “publiek”. Het debat neemt al eens de vorm aan van “esbattement”. De ogenblikken dat de toeschouwer de draad van de historie verloren is, kan hij al eens rondkijken. En waarom b.v. niet naar die bevallige juffrouw die misschien een menslievend werk vertegenwoordigt; naar de met een laag stof bedekte boekenrekken ; naar de vele dode vliegen die op de grond liggen ; men kan proberen ergens een foto te ontdekken van onze huidige Koning; zoeken waar men het beste sigarettenas kan laten vallen. De toeschouwer kan zich overgeven aan bepeinzingen over de sappigheid van onze Vlaamse volkstaal en derzelve beoefenaren in de vrede des Heren, terwijl hij minutieus de grote wandplaat bekijkt “Dédié au Comte Wr De Mérode – Westerloo à l’occasion du 75me anniversaire de l’ Indépendance de la Belgique”… Als eerste punt : Kasnazicht van de Commissie van Openbare Onderstand, 2e kwartaal 1955. Goedgekeurd. Tweede punt : Kasnazicht gemeente, 2de kwartaal 1955. Goedgekeurd. Derde punt : Begroting Kerkfabriek, dienstjaar 1956. Goedgekeurd. (Er ontstaat vrolijkheid bij de lezing van “Inkomsten : …jacht : 67 fr.) Vierde punt : Verkoop grond van de kerkfabriek. Aangenomen. (Na dit punt hoort men –als intermezzo ?- een geestig-bedoelde opmerking van Lode Wuyts die voorstelt dat het publiek dichter bijeen zou gaan zitten. Onbeduidende vrolijkheid). Vijfde punt : Rekening C.O.O. 1954. Goedgekeurd. Zesde punt : Herstellingswerken worden goedgekeurd. Zevende punt : Leningsaanpassing tot financiering der herstellingswerken aan verschillende straten. Goedgekeurd. Achtste en negende punt : Aanstelling van een technisch adviseur en weddebijslag aan het onderwijzend personeel. Worden in geheime zitting behandeld.”
1955 – Zondag 7 augustus : Zomerfeest gewest Mechelen B.J.B.-meisjes te Putte-Grasheide.
“Op 7 augustus hielden de B.J.B.-meisjes hun Zomerfeest te Grasheide-Putte. De dag werd ingezet met een Communie-mis, en om 9 u vertrokken we met een dertigtal meisjes allen in uniform. Met 13 afdelingen samengekomen tegen 10u30 werd de grote herhaling van het Zomerfeest aangepakt tot de tijd aangebroken was voor het Lof, waar we in een flinke optocht naartoe gingen. Aan de ingang der kerk vormden de vlaggen de erewacht. Het Lof werd gezongen door de meisjes van O.L. Vrouw Waver. Na het Lof gingen we fier en strijdvol en al zingend naar het feestterrein, waar we de talrijke toeschouwers konden vergasten op een fijne namiddag. Onze openingsparade kende een overweldigend succes. Hierop volgde dan dansen, kampspelen, te betwisten tussen al de afdelingen van het Gewest. Ritmische oefeningen brachten een stijlvolle afwisseling. De B.J.B.-meisjes van Leest waren de grond van Grasheide zeker niet gewend, want zij voelden maar weinig vastheid onder hun voeten : bij ieder kampspel verloor er iemand het evenwicht, wat zeker wel nadelig werd voor de einduitslag. Nochtans, spijts al die tegenslagen hielden we ons hoofd recht en we dachten : “een slechte dag is nog geen slecht jaar !” Ook tot overmaat van ramp trad de regen dikwijls als echte spelbreker op, en zorgde voor de nodige verfrissing. De Charade met prijskamp voor de toeschouwers werd gewonnen door Yvonne De Boeck. Na de spelen volgde de uitslag, waar onze afdeling de 5de prijs ontving. Het B.J.B.-Zomerfeest werd besloten met een dankwoord door de Gewestleidster, door E.H. Proost, met een vurig gebed en het afscheidslied, waarna we ieder tevreden huiswaarts keerden. “We zeggen geen vaarwel, mijn zus, dra zien we elkaar weer !” L. De Smet.” (“DB”, nr.8)
1955 – Vrijdag 12 augustus : Wolkbreuk boven Leest.
“Op vrijdag 12 augustus heeft er een ware wolkbreuk plaats gevonden boven Leest. Op tien minuten tijd stonden de steenwegen bijna gans onder water. Overal spoelde het water met grote kracht. Maar op de Kouter, in de Bist en op de Heide was er geen lek gevallen.” (DB)
1955 – Van 16 tot 24 augustus : Bivak Chirojongens te Warnant in de Ardennen.
De prijs per persoon was 240 fr., 410 fr. voor twee broers en 480 fr. voor drie broers. “De Band” nr.6 : “Wat verwachten we van het Bivak ? Eerst en vooral een geest van blijheid : alles prikkelt tot blijheid, de frisheid van de natuur, het spannende van het avontuur, het samenleven van jonge mensen, de heerlijkheid van de zang en de eigen jeugdmuziek, het spel in al zijn vormen, de jeugdigheid van de stijl. Als er blijheid is op het bivak, kunnen we van onze jongens alles bekomen. En de stilte is er ook. Ze is er nodig. Bijzonder ’s avonds na het avondwoordje tot ’s morgens na de H. Mis, tijdens de formaties, de middagrust, het aantreden. Verder het wachtwoordprogramma. De wachtwoordbeleving wordt ingeschakeld en ingeweven in al de activiteiten van de hele dag. Zo wordt het bivak een echte retraite voor onze jongens. Het bivak wordt een intens beleefd jong Christendom, met dagelijks gezamenlijke H. Mis en communie, met morgenopdracht en drie Weesgegroeten, met de avondwijding en de samengezegde completen, met het prevelen van het rozenhoedje rond het Mariakapelleke aan de vlaggemast of het stemmig zingen van Marialiederen. Zo weeft het gebed van jonge Christenen gans deze dag aaneen tot een echt jongensachtig christendom. Verder mogen we weer beroep gaan doen op onze goede bivakmoeders, Marie en Stinne, die ginder een week lang een groot huishouden moeten doen van rond de 50 man. En ze zorgen als echte moeders voor al de Chirojongens. Dat weten allen die de vorige twee jaren mee geweest zijn op bivak. Het kan niet anders of het bivak van dit jaar moet uitgroeien met de medewerking van allen tot een verwezenlijking van de bovenste plank.”
“De Band” nr. 8 : “Laatste voorbereidingen op ons Bivak. Het was zowat 15 uur zaterdag namiddag, toen er van uit “Ons Parochiehuis” begonnen werd met het rondhalen van patatten en groenten en gasvuren en potten en pannen en pollepels en visspanen en lepels en vorken, enz… De meeste helpers waren leiders en kerels, maar onze kleinsten lieten zich toch ook niet onbetuigd : met 3 wagentjes en een 20 man verspreidden we ons zowat overal op de parochie. En of er binnengehaald werd, van alles : bloemkolen met de macht, bakken sla, peekes en charlotten, savooien en rabarber, patatten met karrevrachten, rode en witte kolen, selder en prei, snijbonen en gewoon boontjes. “Ons Parochiehuis” was op enkele uren tijd veranderd in een echt stapelhuis. Vooraleer over deze voorbereidingen te zwijgen, toch nog eerst een klein feitje : in de pikdonkere, in een stromende regen, kwam er een indrukwekkende karavaan van de Alemstraat en de Bist de Juniorslaan opgereden : allen bepakt en beladen met zakken, en achter zich wagentjes aanslepend. Ter hoogte gekomen van de Blaasveldstraat, werden we plots opgeschrikt door de gendarmen, die breedzwaaiend met hun lampen op de baan stonden. Nu volgt er een gesprek, woordelijk opgenomen : “Stop, stop. Blijft bijeen ! Hier gij ! Bijeen ! Haalt allen uw paspoort boven, geen beweging. Waar is uw pas ?” “Ik heb er geen meneer.” “Hoe oud zijt gij ?” “Dertien jaar meneer !” “En gij ?” “Mijne pas verloren meneer !” “En gij ?” “Mijne jas verwisseld en mijn pas stak erin !” En zo ging dat verder. Enfin, na een kwartiertje kon de karavaan verder. Het was inmiddels zeer laat geworden, en we zijn maar gaan slapen, doodmoe en dromend van gendarmen, patatten, karrekens en processen. Zeker een eigenaardige inzet van het schoonste bivak dat wij tot hiertoe meemaakten.
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1955 : ’t Sloeg 06u30 op de toren van de kerk. 50 Chirojongens zitten piekfijn in uniform de H. Mis bij te wonen. Ze smeekten met de priester Gods zegen af over dit bivak, en in de H. Communie gingen zij de kracht halen om zich als echte Chirojongens helemaal te geven. Wat er na de H. Mis nog allemaal gebeurde, gaan we u allemaal niet vertellen. Na een fijne mars gaan we ons op de grote verhuiswagen zetten, en we rijden weg te 09u15 tegen gemiddeld 60-65 per uur. Over Mechelen, Leuven, Namen, dan neven de Maas, en zo zijn we rond 11u30 ter bestemming. Daar werd afgeladen en gewroet om de bedden van 50 jongens gereed te maken. Weldra overspoelden grote plassen zweet onze nieuwe bivakplaats. Een grote Ardeense boerderij, en rondom ons bergen, bossen en rotsen. Dat belooft ! Alles is op zijn plaats, de “bedden” zijn gereed, de rugzakken van de jongens staan er ordelijk voor, de vlaggenmast is geplant, en ons Mariakapelleke er aan bevestigd. De bivakmoeders zijn geïnstalleerd in hun keuken. Nu dan vooruit ! Spel, verkenning van de streek, het eerste contact met het goede eten van onze moeders, en zo is deze dag dra ten einde. Trompetten schallen tussen de bergen. Alle jongens spoeden zich naar de slotformatie. Dan nog een stemmige kaarskensprocessie en de toewijding van onze afdelingen aan Maria. In stilte zoekt ieder zijn strozak op, en het zal mondje dicht zijn tot morgen na de H. Mis. Eerst wordt rechtstaande nog de completen samen gezongen en gebeden. We knielen neer voor onze drie weesgegroeten, en dan…bed in. E.H. Onderpastoor buigt zich over ieder neder om een kruiske op het voorhoofd te tekenen, en weldra slapen zij de slaap der gelukzaligen : de Kerels, die harde ruwe jongens, vol innige vreugde en verwachting voor dit bivak. De Knapen : die taaie, verbeten wroeters, die zich voornemen eens te laten zien wat ze waard zijin. De Burchtknapen : die prachtige jonge blijde en zonnige mannekens, enthousiast voor al wat komen gaat. Ze sliepen…Morgen zullen ze ontwaken in een nieuwe natuur, waarvan ze liefst nooit meer zouden willen van scheiden. Het zou HET Chiroleven zijn, van de morgen tot de avond, het leven dat geen enkele van u, beste lezers kent. Het leven dat gij nooit zult vernemen, want het werkt te diep op uw jongen, op onze jongens.
WOENSDAG 6u… De boerderij is al vol leven. In de schuur is het nog een geronk en een gesnork van een heel escader vliegtuigen…Onder een tasten en kruipen wankelt er een schaduw naar het “bed” der leiders, blijft er voor recht staan, neemt een gaffel, en duwt ze zachtjes tegen de geachte ribben van de slapers. Een lichte kreet, en ze zijn wakker. Met hun wasgerief onder de arm, en in lichte morgenkleding dalen ze de ladder af. Tegen half zeven zijn ze kant en klaar, en een fluitsignaal snijdt door de slapende stilte. De jongens zijn er met de hulp van de leiders snel uit. Drie weesgegroeten, en dan vol spoed naar beneden waar de leiders op hen wachten om het morgenturnen te doen. Daarna is het wassen : met een 25 op een rij. In de drinkkribbe van de beesten. Ze worden streng geïnspecteerd, daar er anders twee zaken in omgekeerde zin zouden gebeuren : in plaats van te zwijgen : babbelen en in plaats van te wassen : niet wassen. Alles moet vlug gebeuren. De jongens zetten zich in volledig Chiro-uniform, en daar blazen de trompetters van de Muziekkapel reeds voor het aantreden. De jongens nemen plaats in een schone vierkantformatie rond de banier. Hier staat de Vlaamse jeugd van heden ! De Hoop van de toekomst. Na appel, melding en kreten wordt traag de vlag gehesen : tegenwoordigheid van Christus in ons jeugdleven. De jongens brengen de Chirogroet voor hun Koning. De muziekkapel dreunt. Het wachtwoord voor de dag wordt dan gegeven, en uitgelegd door leider Miel, met steeds een klaaromlijnd actiepunt : ’t zij de blijheid, edelmoedigheid, kameraadschap, kranigheid, enz… We treden nu aan voor de stille mars naar de kerk tegen 07u30. De H. Mis wordt uitgelegd en gedialogeerd. Allen ontvangen we in de H. Communie onze Koning in ons. Na het Offer van onze dag wordt de stilte verbroken, en nu gaat het in triomfmars terug naar de boerderij. Schetterende klaroenen en roffelende trommen : de 14-man sterke muziekkapel doet haar best. Want waar we gaan komen alle mensen buiten, klappen geestdriftig in hun handen, roepen van “Leve de Vlamink” en roepen hun felicitaties aan Marsleider en kapelmeester. Terug op de kampplaats gekomen wordt de refter ingenomen door een hongerige bende. Nog even geduld : het gebed, en daar schiet er een lawaai op uit een 40-tal kelen (leiders niet !). Na het eten : bedden piekfijn in orde brengen en speluniform aantrekken. Na de inspectie door de dienstleider, gaan Knapen en Burchtknapen spelen, de Kerels doen nog eerst de diensten, en gaan dan ook hun heil zoeken in het onontbeerlijke spel. Terwijl allen zich lustig aan ’t vermaken zijn, verblijven in het kamp nog twee Leestenaren die werken, onze goede bivakmoeders ! Zij werken er van de morgen tot de avond in een ononderbroken tempo om de 4 maaltijden tot echte festijnen te maken. En dat lukt hen, want elke Chirojongen zal getuigen dat het eten steeds naar nog smaakte. Om 11u45 zijn ze daar terug, onze jongens, vuil en bezweet. Ze knappen zich op, en schuiven naar binnen. Het angelus wordt gebeden, en dan “Bikke, bikke, bik…Hap, hap, hap” en alles rijst naar binnen. Die schone dampende soep, de patatten en bloemkolen met worst, de koekjes voor dessert, alles wordt verslonden door de moegespeelde Chiromannen. Om nu de nasmaak ten volle te kunnen genieten gaan ze één uur rusten. Na de rust, klaar maken om, ja waarom ? Om te gaan spelen. Pas rond 16u30 komen ze terug om Stinne en Marie weer eens hun handen vol te geven. Terug weg, en rond 19 uur kunt ge ze zien komen, hun tong op hun tenen, hun armen stijf, doodop. Doch daar daagt de reddende engel weer op onder de gedaante van aardappelen, groenten en pap. Thans is het tijd voor de diensten, zoals schoenen poetsen en zo meer. Nu roepen de klaroenen voor de slotformatie. In stilte staan we geschaard rond de vlaggenmast, rond het eenvoudig Mariakapelleke. We luisteren naar het avondwoordje van onze eerwaarde Heer Proost. In de duisternis klinkt stil een avondlied, ons danklied gericht aan Maria en haar Goddelijke Zoon. En wanneer we toevallig elkaar in de ogen kijken, slaan we onze blikken niet neer, we zijn niet beschaamd om onze vernedering. We voelen des te beter wat onze Hemelse Moeder met ons te maken heeft. In de verte weerklinken de tonen van de avondsonnerie. Een sterke lichtstraal valt op de vlag, een goede nacht aan Christus. We knielen, ontvangen de avondzegen en begeven ons in stilte naar bed. Daar doen we de avondwijding : “Wij danken U o Koning voor de vele genaden die we vandaag mochten ontvangen. Wij danken U, omdat Gij ons dat grote voorrecht laat bemind te worden door U. Wij smeken U reeds voor de volgende dagen. Geef ons een kameraadschap onder elkaar, die niet zal smelten. Leer ons edelmoedig te zijn tegenover onze makkers, opdat we eens zouden kunnen zeggen : God, Gij hebt ons één gemaakt met U”. De jongens duiken tussen hun dekens, de leiders dekken de kleinsten nog eens onder, en waken nog een tijdje. Dan vergaderen zij nog een tijdje om het verloop van de dag te bespreken, en de volgende dag voor te bereiden. Laat gaan ze slapen, doen nog eens hun ronde en dekken er gewoonlijk nog enkelen onder. Zo eindigt die goedgevulde dag. Zulk een Bivak is voor elkeen van de Chirojongens de schoonste tijd van het jaar. Daar leven ze onbezorgd hun jong leven. Ondanks het vele dat van hen gevraagd wordt, ondanks hen geen snoep of lieve woordjes ten dele vallen. Ziehier beste lezers een kort (?) verslag over een normale Chirodag. De volgende maand hopen we u één en ander te vertellen uit dit schoonste, maar hardste bivak. Leider Eddy Beterams.”
“De Band”, nr. 8 : Moedige daad van twee Chirojongens. “Bij een trektocht op het kamp te Warnant hebben twee Chirojongens Florent Daelemans en Theo Teughels een auto tot stilstand gebracht, op het ogenblik dat er juist een trein kwam aangereden aan een onbewaakte overweg. De chauffeur liet zijn dankbaarheid zien door ze 50 frank te geven.”
Omdat ze dit jaar met te veel waren (een 50-tal deelnemers) werd dat jaar geen beroep gedaan op Rik Verschueren en zijn vrachtwagen. Een grote verhuiswagen van de firma Schroyens uit Battel bracht soelaas.
Foto’s :
-Een gemeenteraad uit die periode, v.l.n.r. : Ferdinand De Prins, Frans Van der Hasselt, Emiel Verschueren, veldwachter Victor Van Hoof, Juul Geens (?), secretaris Bradt en Louis Wuyts. -Rechts Miel Polfliet tijdens het bivak van 1954 in Baarle. -Kookmoeder Stinne De Hondt in 1972. -Twee foto’s van Eddy Beterams, de auteur van het verslag van het Chirobivak in Warnant.
Vervolgt.
|