Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
24-02-2011
Liefde met houvast aan tuitmondje
s Zomers stromen naarstig sappen gewekt door jonge blaadjes in tussendoortjes rechtop ja ik ben betula van de bomen
Tot de rand dan met uitzicht op mijn blanke bast hoor de vermetelen schreeuwen aan mijn prikkeldraad open gereten Schatje 't is maar tijdelijk
Alleen de ware liefde laat me vallen slaat in zomaar op momenten knippert naar me met tuitmondje laat weten je bent het ik hou je nu ff teveel - voor gezien
Stil timide glimlacht ze in stapjes trekt terug versnelt tot puntje in verste verten dat me kracht geeft haar boven de tijd uit te tillen in de glans van onwerkelijk hou vast om echt te leven
ware schoonheid vind je nog hoog gehakt vilein lonkend op paarse heksenlaarsjes onder leren coat gekleed maar schaarsjes van adeltakken die zwaar zijn doorgezakt
ze monstert elke kerel van top tot teen komt hij zonder schaamrood op zijn kaken klaar op borsten met getatoeëerde draken en denk niet daar draai ik snel omheen
je bent al in de ban van haar zwarte lusten vleselijk sloeg ze je verliefd aan de haak je gaat mee naar haar huis voor de inmaak
daar lees je namen van organen op fusten bij elkaar maken ze de man tot één geheel hees prikt ze haar vork geil in jouw steel
terwijl ik lurkte aan de hete koffie mijn kaken malend aan vette speculaas gevuld met amandelspijs nestelde mijn blik zich op tafel in de keuken parallel aan mijn overzij voor een potje neuken waar ik mijn lamswollen pet uit diep respect voor afnam waarbij mijn gedachten naar de zus gingen van hem die duidelijk nu in mijn overbuurvrouw schokkend en trefzeker tot een akkoord kwam
zij serveert in de octopus met hutspot op het menu een gehaktbal in de jus ik kijk er altijd binnen overdag ouderwets knus mooi dat gesteven linnen
het is weer bizar en raar met het bos in het najaar veel bonte paddestoel en kraai maar vooral de vlaamse gaai met bolle wangen volle keel
men zag de vogelminnares uitslaand groen en geel van boze ergernis bij afgebladderd struweel
het is immers geen kattenpis wie zit hij nu te pesten er zijn toch geen nesten buiten het broedseizoen zij sloeg er maar een slag naar
maar thuis zei zij heel kloek weet je ik zoek in het grote boek ontdeed zich eerst van boezeroen las na geblader met geduld zag de gaai in herfst gevuld met tal van eikels in de mond voor de verstop onder de grond
zo verbreidt hij elk jaar het woud vooral de eik wordt aangeplant zij zag ineens zijn andere kant is nu met een vlaamse gaai getrouwd
begon met pierre de barman om gratis wijn in de kan elegante francois uit cannes verleidde gehaaid bij de can-can twee walen in de grotten van han gingen voor een drie-in-de-pan vervolgens pietje kortjan met een eigen vergrotingsplan
direct daarop moh de algerijn met kaftan maakte er een muzelstandje van een hele grote uit kazachstan had ze meer klus dan gein van abdullah uit ispahan hield z'n broek d'r bij an zeven pieten met de goedheiligman met verse condooms uit san sebastian arthur ridder uit de kastelenroman wilde alleen als achterspan een schot met een rokkie an bleek eenmaal uit een charlatan meinsma van de friese meren meerman die volgde een driepalenplan uit mozambique een talisman met zwazigeld uit oetsbezikstan een tartaar op een hengst uit oman moest met uitjes hield ze niet van
vijf maffiosi in een lasagnepan verhit het werd een zwijnepan drie veelplegers uit pakistan stonden droog sinds de ramadan een bataviaan met veel durian op z'n javaans met veel passian een miljardair uit manhattan daar kreeg ze toen kinderen van
dat belerende als trekje - ik ken je nu beter - dat hoort bij je het mag van mij zelfs met die falsettoontjes maar dan wil ik absoluut ook wel bordeauxrood koket op koontjes zichtbaar zien draaien dat kontje
met gezien trillingen in je stem aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid omwinding oplaaiing diep binnen in jouw lontje opdat ik onder gehijg heel geinig les krijg van jou lieve betweter
de schilder moe bij de vrouw aan de koffie saampies knus biechtte s avonds laat zijn schoenen vol lood zijn model was daarstraks zoek
hij stond droog achter het doek uiteraard zwoel in zijn gevoel kunst een stuk dat inspiratie bood knielde en bad tot Sint Antonius geef mij die schoonheid vlug terug
hij zei mijn bede werd stante pede verhoord het secreet heeft verstopt achter de rug me valslijk onder het voorwendsel bekoord dat ze echt niet bloot ging voor een schilderij en rukte me de kwast uit handen ze wilde mij
liefste je begrijpt nu wat ik bedoel als ik zeg dat ik me genomen voel ze was me echt veel te transcedent een volgend model neem ik meer decent
u weet wel zij ik die hier altijd samen kwamen ze friemelde zo lief met haar laarsjes terwijl ze in tolkien las we woonden in de baarsjes
u weet toch wel jullie zeiden poeslief lekkerding die ik op het surinameplein opving terwijl ze haar gezicht kwijt was met al haar spulletjes om het er weer op te doen
u weet wel de schat voor wie ik op het mercatorplein omdat ze in deel één pas was deel twee en drie de hele trilogie gebonden haalde uit de bibliotheek omdat ze die staccato steeds herlas
ja u weet wel die van toen en wat ik nu zeggen wilde tot voor kort geleden dat we het een keer publiekelijk deden s nachts op de markt van vespucchi m'n liefie is nu veni-vidi-foetsie helemaal weg bij mij op de admiraal de ruyterweg
ze woont nu op de admiralengracht maar niet alleen zoals ik tot op gister nog dacht
vandaag super en vertrouwelijk ben in val van voetstuk opgewonden aan de hinnik als gewilde merrie caballa
niet eens elegant in galop nee in hondse teefdraf midden in de bommerwaard tussen Brakel en Rossum
ben thans hups hengstig lijkt wel op onder de staart straks ook als ik uitkijk word ik nog gedekt ja weet niet wat ik moet doen die boer hier heet Van Dalen wil voor mij n echte fries halen straks ben ik drachtig wordt het veulenen hij zegt al stamboek prachtig
lieve schat ik moet er niet aan denken schijt hijgend gave vijgen en dat in de wijmaand maart tijd lief voor onze grote beurt schat ik weet niet wat me gebeurt het is echt niet om je te krenken dat ik me zo lekker edel voel zo dierlijk vrij op mijn gevoel
wat ik al doende nu verzekeren wou als ik denk ben ik je nog steeds trouw
groetjes je lieve caballa uh ik bedoel toos
Toelichting: * deze brief ontving ik zojuist van mijn eigenste Toos, al jarenlang trouw mijn teder lief in de LAT-relatie; haar tedere koosnaampje voor mij nog ver voor deze wonderbaarlijke transformatie, ik geloof het zelf nog niet, moet er van huilen
drijfveerzoeker vroeg vrouw met carnaval 's morgens in de kroeg wat beweegt u zo al
zij zei krijg het heen en weer mallerd kijk eens uit je doppen ik beweeg toch helemaal niet en als ik me laat bewegen dan doe ik dat grammaticaal juist niet door wat maar door wie
kijk mafkees ik zeg het voor je zielenrust jaap mag met me schuiven als-ie erbij kust mijn lieve schat die met arie staat te matten daar we te mobiel intiem zijn bij het chatten
je staat er voor open je denkt er niet aan je kunt het niet beramen je bent niet in tel of juist wel tel eens je knopen
's nachts in de kalverstraat een jongedame die danste lachte bewoog naar me woof
door sidder bevangen gelost mijn puike relatie dagelijkse belangen ogen werden vochtig schijnbaar omhoog getild lustig hartstochtig de ware zwevend en mild alles kwam in mij samen perplex en geprikkeld engelen die zongen
ijlde de sprookjesprins vluchtig niet raakbaar en aan te spreken zonder enige inspanning der wille lichaam ging recht toe recht aan zonder remming zijwaartse weging of bedenking wij vlogen in elkaar niks van ja maar
togen naar haar boot waar wij met veel slagzij in een meer ver weg dreven geen bedding of oevers gedicht of simpel vers terwijl het tranen goot voor éénmaal en andermaal geschiedenis schreven
Langs s Heerenweg voorbij het kruispunt stond een lief mispunt met een bord voor haar kop deed zij aan autostop
de lieve onschuld vervuld van geduld zwaaide al uren op weg naar tervuren terwijl zij betreurde dat alles voorbij scheurde
daar stopte een keurig heer man van eer van weleer zijn cabriolet had een targadak directeur was zijn geleerde vak zij ademde diep terwijl ze riep ik kan je wel kussen trouwens waarom ook niet
zij zoende met natte lippen de rug van zijn hand die begon te trillen zijn hele gestel te rillen ga weg vieze meid zonder wens toch intimiteit hij stond stil met lekke band en niet om te wippen
niet te kreuken die denktank van de Schweizerische Nationalbank
oh nee toch sprak zij het is toch niet waar en zij schreide bitt're tranen
nou ja zei hij zoals alles wat echt gebeurt is het een beetje waar het waren mijn oom en tante niet zij stootte hem niet echt af na zestig jaar huwelijkse trouw voor haar eeuwige liefde de vlam van hare jeugd en het was niet gisteren hij had alle twee zijn benen nog hij viel niet om hij kon er nog op staan zij hielp hem overeind
tegelijkertijd dacht hij ze zou eens moeten weten hoe het echt was