Sinds enige tijd verblijven we in een rusthuis. Kamers voor twee bestaan niet meer. Mijn vrouw heeft een kamer op het vijfde verdiep, zelf verblijf ik op het gelijkvloers. Op 21 november kreeg ik een kamer naast mijn echtgenote. vanuit mijn kamer had ik een mooi uitzicht, recht over ons is de gemeente een zwembad aan het bouwen. Daarnaast liggen de jeugdvoetbalvelden voor de jeugd van Hoogstraten. Toen we hier kwamen waren onze kamers leeg. Van de vorige bewoners wisten we niks. Met de verhuis naar mijn nieuwe kamer was dat anders. We hebben Rosalin goed gekend, ze zat aan tafel naast ons. Rosalin was toen nog levenslustig en vriendelijk. We zagen Rosalin achteruitgaan. Ze kwam ook niet meer eten. Wat iedereen verwachtte gebeurde, Rosalin werd net 92 jaar toen ze haar laatste adem uitblies met veel pijn. De eerste nacht die ik op de nieuwe kamer, vanwaar Rosalin naar de eeuwige jachtvelden reisde, zoals het bij de indianen ging. Toen ik de lichten doofde en in mijn/haar bed kroop zag ik de eens zo vriendelijke vrouw duidelijk naast me op een stoel zitten. "Lig je goed hoorde ik haar vragen. "Het ligt heel goed." antwoorde ik. "Slaap wel." sprak de overleden vrouw. We hadden nog een vruchtbaar gesprek. Dan verdween ze langzaam terwijl ik mijn ogen sloot. Een voldane lach kwam op mijn gelaat toen ik in slaap viel. Ik hoorde haar fluisterend als een engel zeggen: “Ik hou boven een plaatsje voor u en uw lieve vrouw."
22-11-2014, 00:00 geschreven door Hellemans Jean
|