Zij zit voor 't raam in gedachten haar dagen zijn bijna geteld een mens, zij is een van de velen maar niemand die haar ooit eens belt. En is dan de avond gevallen en klopte geen mens bij haar aan dan is al haar hoop weer vervlogen zo is het al heel lang gegaan.
Ze heeft altijd hard moeten werken dat heeft ze met vreugde gedaan haar kinderen werden steeds groter en zijn toen het huis uit gegaan. Ze wonen nu ver in de vreemde maar denken ze ooit nog aan haar zo af en toe krijgt ze een kaartje met Kerstmis en soms met Nieuw Jaar.
Alleen zijn is moeilijk te leren alleen zijn doet dikwijls verdriet je ziet daag'lijks mensen passeren zo velen, maar jou zien ze niet. Alleen zijn is moeilijk te leren geen sterveling die jou verwent je bent zo alleen, geen mens om je heen alsof je n' verschoppeling bent.
We dromen in 't leven van geld en succes geluk, dat je duur moet betalen. Maar leren met schande en schande, de les dat niets in de wereld kan halen bij 't simpel geluk dat een kind voor je heeft. Dat op je verjaardag een bloemetje geeft en dan kijk je ontroerd naar die twee kinderhandjes naar die knuistjes, geklemd om een bloempje voor jou dan ligt al je geluk in die twee kleine handjes en geen rijkdom in geld die je dat geven zou.
We hebben een kind in een wereld gebracht vol spoetniks, raketten, atomen een argeloos kind, dat nog speelt en nog lacht en niet weet hoe angstig wij dromen 't pakt onze hand, met z'n handjes zo klein en denkt dan naïef, dat 't veilig zal zijn en dan kijk je ontroerd naar die twee kinderhandjes naar die knuistjes, geklemd om een bloempje voor jou dan ligt al je geluk in die twee kleine handjes en geen rijkdom in geld die je dat geven zou.