Speciaal voor jou Jely...
Nachtverpleegster
In de gang hoor ik je dwalen, langzaam kom je naar mijn deur. Voor elkeen met al zijn kwalen heb je iets, al is 't odeur.
Je geeft zieke mensen pillen, sluit een nieuwe infuus aan. Krijgt een tikje op je billen van die opa aan het raam.
Snel die oude dame wassen, een wit laken op het bed. Dan haar buurvrouw laten plassen, grapje en we hebben pret.
'k Hoor je bij mijn buurman stoppen met je medicijnenkar. 'k Hoor je op zijn kussen kloppen, met hem lachen, d' oude nar.
Dan kom je mijn kamer binnen, jij, jij nachtverpleegster mijn. "Binnenkort kan jij beginnen met te stappen langs de lijn".
Zeg je en je helpt me zitten, in de zetel naast het raam. "Blijf jij nou maar even zitten, 'k kom meteen weer bij je aan".
Want er is iemand aan 't bellen, die je nodig heeft gewis. 'k Wacht wel, 'k wil jou iets vertellen, over hoe ik jou hier mis.
Over hele zachte handen, die me heelden, d' eerste nacht. Over lichtjes die toen brandden, in je ogen wonderzacht.
Over hoe je met de mensen overweg kan, iedere nacht. Hoe je lacht, vervult de wensen, huilt en grient tijdens de wacht.
Lieve nachtzus, wil je weten, dat, al zie ik je nooit meer, ik je nooit meer zal vergeten, jij, jij altijd in de weer.
Beer (25.05.2005)
|