|
Wie medemensen wil begeleiden, zieken en gezonden, op hun weg ten leven moet van ze houden:
moet leren luisteren naar al wat leeft in hun hart aan verlangens en pijn
en zal zacht nabij komen bij hun vreugde en verdriet hun vragen en vertwijfeling
en stil worden in zwijgende aandacht en diepe eerbied voor de mens en het levensgrote mysterie van het bestaan
zal diep in zichzelf tekenen en taal van liefde laten geboren worden om dan schroomvol te proberen, in eenvoud en oprechtheid, het broze woord te spreken, zo uit Gods hart genomen, een tekenwoord van begrip geborgenheid en vergeving van eindeloos vertrouwen en hoop op leven...
zal zichzelf zijn en zo waarden voorleven waaraan een mens zich kan rechttrekken
en zal ook in de pijn om eigen onmacht, niet moedeloos worden maar in sterk geloof de hand vasthouden van Hem die altijd groter is in liefde en trouw
wie medemens wil begeleiden zal zelf ook gewoon maar mens zijn die echt oprecht probeert te leven.
|