Mijn "mama" wordt nu stillekens oud. De noorderwind waait door het najaarshout. Wij waren al groot toen vader stierf. Zij bleef alleen met een diep verdriet. De jaren ontnamen haar menigen waan. Wellicht heb ook ik haar leed gedaan. Haar been wordt wat dik, zij gaat wat gebogen, maar stil is haar stem en zacht zijn haar ogen. Mijn moederken wordt nu stillekens oud en 'k voel mij zo bang om haar verder behoud. Wat ga ik, wat zal ik dan moeten beginnen als zij mij niet langer zal mogen beminnen. Hoe dieper wij zelf in het leven staan, hoe meer behoef ik haar dapper bestaan. Zij is als zon die schemeren gaat en nog schoon maar weemoedig in goudglans staat
|