Hier beneden wil ik even iets testen, ik ben nl. nog een beginnende blogger... foto met link, knopjes naar linken, powerpoints enz...
Site : Jeruzalem bijbel centrum Klik op de foto
Rondvraag / Poll
Geloof je in God, die de wereld zo lief heeft dat Hij Zijn eniggeboren zoon Jezus Christus gaf opdat een ieder die in Hem gelooft , EEUWIG leven ontvangt?
Iedereen is van harte welkom op deze blog. Als je een zoekende bent naar de Here Jezus hoop ik dat je hier iets kunt vinden...Welkom...
WELKOM IN GODS KONINKRIJK.
ER KOMT EEN DAG DAT DE POORTEN VAN "GENADE"DICHT GAAN, ZORG DAT JE BINNEN BENT.. LAAT JE OUDE "IK"ACHTER EN DOE EEN NIEUW KLEED AAN...HET BRUILOFTSKLEED.
01-04-2017
WEEK5 DAG 28 : GODS NIEUWE WERELD
Dag 28 - 1 April 2017 - 40 dagen Marcus-----
32 Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat hem zou overkomen: 33 ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen. 34 Ze zullen de spot met hem drijven en hem bespuwen en hem geselen en doden, maar na drie dagen zal hij opstaan.’ 35 Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, kwamen bij hem en zeiden: ‘Meester, we willen dat u voor ons doet wat we u vragen.’ 36 Hij vroeg hun: ‘Wat willen jullie dan dat ik voor je doe?’ 37 Ze zeiden: ‘Wanneer u heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van u zitten en de ander links.’ 38 Maar Jezus zei tegen hen: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan?’ 39 ‘Ja, dat kunnen wij,’ antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen de beker drinken die ik zal drinken en de doop ondergaan die ik zal ondergaan, 40 maar wie er rechts of links van mij zal zitten, kan ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn bestemd.’ 41 Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, werden ze woedend op Jakobus en Johannes. 42 Jezus riep hen bij zich en zei tegen hen: ‘Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. 43 Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, 44 en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, 45 want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ 46 Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47 Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ 48 De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 49 Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ 50 Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51 Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ 52 Jezus zei tegen hem: ‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg. (Marcus 10:32-52, Nieuwe Bijbelvertaling)
Zoon van David
Nog steeds begrijpen de leerlingen niet wie Jezus is. Weer hebben ze een discussie over wie de belangrijkste is. Jezus’ reactie voelt als een koude douche: ‘Jullie weten niet wat je vraagt!’ En dan legt hij uit waar het echt om gaat: ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen.’ In het verhaal van Bartimeüs wordt duidelijk hoe je dat kunt doen.
Juist de blinde Bartimeüs ziet wie Jezus echt is. Hij roept Jezus namelijk door de naam ‘Zoon van David’ te gebruiken. In de tijd van Jezus verwachtte een deel van het Joodse volk dat er een nakomeling van David zou komen. Die zou het koninkrijk van Israël herstellen, en die zoon van David zou als nieuwe koning alle vijanden verslaan. Als Petrus Jezus ‘messias’ noemt, bedoelt hij daarmee die zoon van David (Marcus 8:29). Jezus is inderdaad de zoon van David. Maar hij komt niet met geweld. Hij komt juist om onbelangrijke mensen te helpen. Mensen zoals de blinde Bartimeüs. En zo laat Jezus zien hoe je andere mensen moet dienen. Door mensen aan de rand van de samenleving te zien. Door stil te staan en aandacht te hebben. Zo laat Jezus iets van het koninkrijk van God zien.
Voor wie zou jij vandaag meer aandacht kunnen hebben?
Wil je meer lezen over de stad Jericho, de titel Zoon van David of Bartimeüs? Ontdek het op debijbel.nl
13 De mensen probeerden kinderen bij hem te brengen om ze door hem te laten aanraken, maar de leerlingen berispten hen. 14 Toen Jezus dat zag, wond hij zich erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. 15 Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan.’ 16 Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen. 17 Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 18 Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19 U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 20 Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21 Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg mij.’ 22 Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23 Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 24 De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: 25 het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 26 Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27 Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ 28 Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om u te volgen!’ 29 Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, 30 zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. 31 Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’ (Marcus 10:13-31, Nieuwe Bijbelvertaling)
Worden als een kind?
Vaak worden de verhalen over Jezus en de kinderen uitgelegd alsof het om de openheid en het grote geloof van kinderen gaat. Alsof kinderen het goede voorbeeld geven dat wij moeten volgen. Maar in de tijd werden kinderen niet als voorbeeld gezien. Ze telden helemaal niet mee! In de tijd van de Bijbel deed je er alleen toe als je volwassenen was, en dan eigenlijk ook alleen als man. Maar hier wil Jezus laten zien dat je de minste moet willen zijn, de allerlaatste, en alles moet willen opgeven (lees ook Marcus 8:34-37) als je Gods koninkrijk wil ingaan.
Het gaat er niet om dat je jezelf niets waard moet vinden. Nee, het gaat erom dat je afstand neemt van alles wat je belangrijk maakt in de ogen van de wereld. Je positie, status, imago, geld, enzovoort. Net als de rijke man dat moet doen. Want je rijkdom of je status brengt je niet in het koninkrijk van God. Wat dan wel? Dat je weet dat je God nodig hebt. Dat je zwak en kwetsbaar durft te zijn. Dan word je als een kind, een kind van God. En dan is dit geen zoet verhaal over Jezus als kindervriend, maar een glimp van Gods koninkrijk.
Wil je meer lezen over het koninkrijk van God of geld en rijkdom in de Bijbel? Ontdek het op debijbel.nl. Lees ook Deuteronomium 6:4-9. Hierin wordt duidelijk gemaakt dat het belangrijk is om je kinderen te vertellen over Gods wetten en regels. Of bekijk de afbeelding uit de Samenleesbijbel.
42 Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. 43 Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur. 45 Als je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. 47 En als je oog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, 48 waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft. 49 Iedereen moet met vuur gezouten worden. 50 Zout is goed! Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zullen jullie het zijn kracht dan teruggeven? Zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkaar de vrede.’
1 Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. 2 Er kwamen ook farizeeën op hem af. Ze vroegen hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze hem op de proef stellen. 3 Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ 4 Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ 5 Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft dat voor u opgeschreven omdat u zo harteloos en koppig bent. 6 Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; 7 daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, 8 en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. 9 Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ 10 In huis stelden de leerlingen hem hier weer vragen over. 11 Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; 12 en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’ (Marcus 9:42-10:12, Nieuwe Bijbelvertaling)
Naar de hel?!
Wat een woorden spreekt Jezus hier weer! ‘Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur.’ Bedoelt Jezus dat letterlijk? Nee, maar wel bloedserieus. De Gehenna waar Jezus het over heeft is een afkorting van het ‘Hinnomdal’. In dit dal werden mensen begraven, maar er zouden ook kinderen geofferd zijn aan de god Moloch (2 Koningen 23:10). In het Nieuwe Testament werd Gehenna daarom een naam voor een plaats waar voor eeuwig vuur brandt, de hel. En op die plek beland je volgens Jezus als het je niet lukt om alle mogelijke verleidingen te weerstaan.
Eigenlijk legt Jezus een rekensom aan zijn luisteraars voor. Wat vind je meer waard: je hand/je voet/je oog, of een plek in Gods nieuwe wereld? Je moet er dus alles voor over hebben als je naar het Koninkrijk van God wilt gaan. Als er dingen zijn die jou bij God weg kunnen houden, moet je die dingen wegdoen. Zelfs als het dingen zijn waarvan je denkt dat je niet zonder kunt.
Probeer vandaag eens te bedenken welke dingen jou kunnen afhouden van een leven met God. Hoe kun je daar afscheid van nemen?
Wil je meer lezen over het Hinnomdal of het dodenrijk in het Nieuwe Testament? Ontdek het op debijbel.nl
30 Ze vertrokken uit die streek en reisden door Galilea, maar hij wilde niet dat iemand dat te weten kwam, 31 want hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ 32 Ze begrepen deze uitspraak niet, maar durfden hem geen vragen te stellen. 33 Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’ 34 Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 35 Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’ 36 Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: 37 ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar hem die mij gezonden heeft.’ 38 Johannes zei tegen hem: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ 39 Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. 40 Wie niet tegen ons is, is voor ons. 41 Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden. (Marcus 9:30-41, Nieuwe Bijbelvertaling)
Onbelangrijk zijn?
Jezus zegt: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ Maar de leerlingen begrijpen zijn woorden niet. Ze begrijpen niet dat Jezus zijn dood al voelt aankomen. In hun beleving kan de messias (lees Marcus 8:29) niet sterven. In plaats van echt te luisteren naar Jezus, gaan de leerlingen juist ruziemaken. Ze willen weten wie van hen de belangrijkste is. Maar als Jezus ernaar vraagt, zwijgen ze. Ze durven niet toe te geven waar ze het over hadden. Ze voelen dus zelf ook wel aan dat wat ze doen, niet de bedoeling is.
Jezus laat dan aan de hand van een kind zien hoe zijn boodschap begrepen moet worden: je moet de minste willen zijn, en andere mensen dienen. Als je zorgt voor mensen die er niet toe lijken te doen, voor mensen die aan de rand van de samenleving staan, dan doe je wat Jezus bedoelt. En dan doe je wat God wil dat je doet. Dan richt je je echt op Gods koninkrijk.
Wie kun jij dienen? Probeer vandaag eens iets heel concreets te doen voor iemand voor wie je normaal geen belangstelling hebt.
Wil je zien hoe Kafarnaüm er nu uit ziet? Of meer lezen over kinderen in de tijd van de Bijbel? Ontdek het op debijbel.nl
14 Toen ze terugkwamen bij de andere leerlingen, zagen ze een grote menigte om hen heen staan. Er waren ook schriftgeleerden bij, die met hen aan het discussiëren waren. 15 De mensen waren verbaasd toen ze hem zagen, en liepen meteen naar hem toe om hem te begroeten. 16 Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren?’ 17 Iemand uit de menigte antwoordde: ‘Meester, ik heb mijn zoon naar u gebracht omdat hij door een geest bezeten is en niet kan praten; 18 steeds wanneer de geest hem overweldigt, gooit die hem op de grond, en dan komt het schuim hem op de mond te staan, hij knarst met zijn tanden en wordt helemaal stijf. Ik zei tegen uw leerlingen dat ze hem moesten uitdrijven, maar dat konden ze niet.’ 19 Hij zei tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie verdragen? Breng hem bij me.’ 20 Ze brachten de jongen bij hem. Toen de geest hem zag, deed hij de jongen meteen stuiptrekken, en met het schuim op de lippen viel hij op de grond en rolde heen en weer. 21 Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van?’ Hij antwoordde: ‘Al vanaf zijn vroegste jeugd, 22 en hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid en in het water met de bedoeling hem te doden; maar als u iets kunt doen, heb dan medelijden met ons en help ons.’ 23 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ 24 Meteen riep de vader van het kind uit: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’ 25 Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak hij de onreine geest op strenge toon toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’ 26 Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven. 27 Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op. 28 Hij ging een huis in, en toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ 29 Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’ (Marcus 9:14-29, Nieuwe Bijbelvertaling)
Ongelovig volk?!
De woorden van Jezus kunnen hard klinken: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ Als je dat leest, kun je je zelf vragen stellen. Bijvoorbeeld als je ziek bent en niet geneest: Is mijn geloof dan niet groot genoeg? Maar als je verder leest in het evangelie volgens Marcus, zegt de vader van de zieke zoon: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp!’ De vader wil dus de hulp van Jezus, want hij weet dat hij het niet alleen kan. En Jezus geeft de vader de hulp, want hij geneest zijn zoon. Zo komt Gods nieuwe wereld ineens heel dichtbij.
Durf jij dingen aan God te vragen? Je twijfels uit te spreken? Misschien kunnen de woorden van Psalm 31 je daarbij helpen: ‘In uw hand leg ik mijn leven, HEER, trouwe God, u verlost mij.’
Welke dingen zou jij vandaag in Gods hand willen leggen? Spreek ze eens hardop uit en kijk wat er dan gebeurt.
Wil je verder lezen over verdriet en hoe de Bijbel daarover spreekt? Of over demonen? Ontdek het op debijbel.nl
2 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, 3 zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen. 4 Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus. 5 Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.’ 6 Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik overweldigd. 7 Toen viel de schaduw van een wolk over hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem!’ 8 Ze keken om zich heen en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij hen stond. 9 Toen ze de berg afdaalden, zei hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn opgestaan. 10 Ze namen zijn woorden ter harte, maar vroegen zich onder elkaar wel af wat hij bedoelde met deze opstanding uit de dood. 11 Ze vroegen hem: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?’ 12 Hij antwoordde: ‘Elia komt inderdaad eerst en herstelt alles, maar over de Mensenzoon staat toch geschreven dat hij veel moet lijden en met verachting behandeld zal worden? 13 Ik zeg jullie: Elia is al gekomen, en ze hebben met hem gedaan wat ze wilden, zoals over hem geschreven staat.’ (Marcus 9:2-13, Nieuwe Bijbelvertaling)
Om nooit te vergeten
Jezus ontmoet Mozes en Elia, op een berg. In de Bijbel zijn bergen vaker een plek waar God en mensen elkaar ontmoeten. Mozes krijgt de tien geboden van God op de berg Sinai (of: Horeb; Exodus 24:12-18). En Elia ontmoet God in de stilte op dezelfde berg (1 Koningen 19:11-13). Dat Jezus juist deze twee mensen hier ontmoet, is niet zo vreemd. Mozes vertegenwoordigt als het ware de wetten van God. En Elia de profeten. Zo ontmoet Jezus eigenlijk het hele Oude Testament. Petrus wil dit bijzondere moment meteen vastleggen door drie tenten neer te zetten. Maar dan klinkt er een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem!’ En meteen zien de leerlingen alleen nog Jezus. Dezelfde woorden klonken uit de hemel toen Jezus gedoopt werd, aan het begin van het evangelie volgens Marcus. Nu komt de stem uit een wolk. En wolken zijn in het Oude Testament vaak een symbool van Gods aanwezigheid (lees maar in Exodus 24:15-18). Zo wil Marcus dat we echt zien dat dit een heel bijzonder moment is. Een moment dat we nooit mogen vergeten. We kunnen het misschien niet vastleggen, zoals Petrus dat wil, maar vergeten moeten we het zeker niet.
Wanneer en hoe ontmoet jij God?
Wil je verder lezen over Mozes, Elia of de berg Sinai? Ontdek het op debijbel.nl
OPMERKELIJK!!! Ben nooit bang om iets nieuws te doen Denk
eraan: Amateurs hebben de Ark gemaakt, professionals maakten de
Titanic! Groetjes van Erich
Over mijzelf
Ik ben Skottke Erich
Ik ben een man en woon in Maasmechelen (België) en mijn beroep is Bruggepensioeneerde.
Ik ben geboren op 23/08/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Familie, kleinkinderen,tuin, honden.....
Ik zou gaarne langs deze weg mensen bereiken die op zoek zijn naar de dingen die met het geloof te maken hebben. Men moet niet persé met mij eens zijn maar ik wil de mensen aanzetten tot nadenken over hun geloofsleven...over de relatie met onze Here Jezus
Rondvraag / Poll
Als je moet kiezen tussen:
Rondvraag / Poll
Zou je, indien je een Christen bent voor crematie kiezen????
Door Zijn genade bent u gered; doordat u in Hem ging geloven.
Dat is niet uw eigen verdienste, maar een geschenk van God. Niemand zal
zich erop kunnen beroemen het zelf gepresteerd te hebben.
Efeziërs 2:8-9
Dropbox
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.