Dag 35 - 10 April 2017 - 40 dagen Marcus-----
1 De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. 2 Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand. 3 Toen hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanwezig was bij een feestmaal, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten flesje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het flesje en goot de olie uit over zijn hoofd. 4 Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? 5 Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit. 6 Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. 7 Want de armen zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. 8 Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. 9 Ik verzeker jullie: waar ook maar ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ 10 Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. 11 Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren. (Marcus 14:1-11, Nieuwe Bijbelvertaling)
Kostbare olie Het is bijna Pasen. Een vrouw giet olie uit over het hoofd van Jezus. Ze zalft hem. Marcus plaatst dit verhaal tussen de plannen om Jezus te doden en het verraad van Judas in. Zo geeft hij het handelen van de vrouw nog meer lading.
Jezus benoemt het zelf al: zalven hoort in de tijd van de Bijbel bij het begraven van mensen. Je kunt er ook nog een andere betekenis in zien. In het Oude Testament is zalven een manier om iemand of iets te heiligen, aan God toe te wijden. Wie in het Oude Testament priester, koning of profeet wordt, wordt gezalfd. Jakob giet olie uit over de steen waar hij de hemel open ziet. Eerder heeft Petrus Jezus al ‘messias’ genoemd, letterlijk ‘de gezalfde’ (Marcus 8:29)
De vrouw giet olie uit over iemand die nog niet gestorven is, en die in dit verhaal ook niet officieel tot koning, priester of profeet wordt gemaakt. Ze gebruikt dure olie, die ook geld had kunnen opleveren om aan arme mensen te geven. Ze doet iets wat vragen oproept. Maar misschien ziet zij Jezus juist wel heel scherp. Begrijpt zij dat hij gauw zal sterven én dat hij bij God hoort?
Deze vrouw doet iets voor Jezus wat ongebruikelijk is. Wat doe jij deze week anders dan anders?
Wil je verder lezen over zalven bij een begrafenis of zalven als heiliging? Ontdek het op debijbel.nl
|