|
Bij iedereen slaat de schrik wel eens om het hart: hartkloppingen, zweten, kortademigheid, gespannenheid en misselijkheid. Eigenlijk zijn deze lichamelijke angstsensaties een hele normale reactie wanneer je je bedreigd voelt.
Wie angstig is, ervaart de drang om te vluchten of te vechten. Vaak gaat dit gepaard met gevoelens van paniek. Het lichaam wordt in paraatheid gebracht om het gevaar optimaal het hoofd te bieden. Angst is eigenlijk een interne raadgever die zegt: Gevaar, kom direct in actie. Zodra het gevaar geweken is, keert de rust in geest en lichaam weer terug. Gebeurt dit laatste niet dan kan een aanhoudende gespannenheid leiden tot stress.
Angst als slechte raadgever Anders is het wanneer de ernst van de situatie niet overeenkomt met de heftigheid van de angstgevoelens. In dit geval spreken we van een paniekaanval die zich onverwacht en zonder aanwijsbare reden voordoet. Soms zijn er wel herleidbare oorzaken aan te wijzen zoals het krijgen van allesoverheersende angst bij het zien van spinnen, honden, bloed of bij het oversteken van een groot plein; de zogenaamde fobieen Er zijn een aantal symptomen die samenhangen met angst.
Symptomen paniekaanvallen:
- hartkloppingen
- transpireren, trillen of beven
- het gevoel te stikken
- angst om dood te gaan
- angst om gek te worden
- diepere en snellere ademhaling
- gevoel los te staan vanzichzelf
- hyperventileren
- misselijkheid, duizeligheid
- gevoel van onwerkelijkheid tintelingen of een
gevoel van verdoving
- ongerustheid over de gevolgen van
- een nieuwe aanval
- opvliegers of koude rillingen
Wat is het? Paniekaanvallen komen niet alleen voor bij mensen met een paniekstoornis, maar ook bij mensen die bijvoorbeeld een extreme angst hebben voor bijvoorbeeld vliegen, bacteriën of gesloten ruimtes. Zon fobische reactie wordt uitgelokt door een bepaald object of situatie. Bij een paniekstoornis ligt dit anders. Mensen die last hebben van een paniekstoornis worden zonder een duidelijke aanwijsbare aanleiding, overvallen door paniek. Ze vrezen nieuwe aanvallen en proberen situaties te vermijden waarin hulp van anderen niet voorhanden is. Paniekaanvallen gaan vaak gepaard met agorafobie, beter bekend als straatvrees.
Hoe komt het? Waarom de één gevoeliger is voor het ontwikkelen van een paniekstoornis dan de ander, is voor een deel terug te voeren op de erfelijkheid. Een ander deel wordt verklaard door de gerichte aandacht op de lichamelijke sensaties en de betekenis die er aan wordt gegeven. De paniekaanval begint meestal met de waarneming van lichamelijke gevoelens, waardoor deze in sterkte toenemen. Vervolgens vergroot deze angst weer de symptomen en de cirkel is rond. Mensen vermijden liever plaatsen waar ze ooit overvallen zijn door paniek. De angst en het vermijden van situaties gaat het leven steeds meer beheersen. Vermijding wil echter niet zeggen dat een paniekaanval zich nooit meer zal voordoen. Integendeel, vermijden van situaties en de angst voor een nieuwe aanval houden elkaar juist in stand.
Wat kun je er aan doen? De verslavende werking van angstdempende medicijnen en de grote kans op terugval, heeft de belangstelling voor alternatieve therapieën doen toenemen. Veel mensen hebben baat bij het aanleren van ontspanningstechnieken, meditatie en zelfhypnose. Ook homeopathische en fytotherapeutische geneesmiddelen kunnen een positief effect hebben.
Tips om de paniekcirkel te doorbreken:
- Belangrijk is dat je zo min mogelijk toegeeft aan de angst
- Ga angstaanjagende situaties niet uit de weg. Laat je eventueel begeleiden door een vertrouwd iemand
- Zodra hartkloppingen, kortademigheid, zweten of andere symptomen zich voordoen, bedenk dan dat dit niet automatisch betekent dat het voorbodes zijn van een rampzalige gebeurtenis
Het zal niet gemakkelijke zijn om aan angstige gevoelens een andere betekenis te geven, maar zodra je in staat bent om de eerste tekenen van angst te herkennen en onderkennen, kun je de paniekcirkel doorbreken en neem je de controle over jouw gemoedstoestand weer over.
Symptomen fobieën:
- angst voor object of situatie
- blootstelling aan object of situatie wekt angst
- persoon weet dat angst overdreven is
- probeert object of situatie zo veel mogelijk te vermijden
- onzekerheid, opwinding, onrust en paniek
- stoornissen in denken en waarnemen
- hartkloppingen en verhoogde pols
- zweten, braken, misselijkheid
Type van specifieke fobie:
- Diertype: angst voor dieren
- Natuurtype: angst voor hoogten, water, storm, onweer
- Bloedletseltype: angst voor bloed, letsel, injectie e.d.
- Situationeel type: angst voor tunnels, bruggen, liften, openbaar vervoer, autorijden, vliegen of afgesloten ruimtes
- Overig type: angst voor stikken, overgeven of oplopen van ziekte etc.
Wat zijn het? Angsten voor specifieke situaties of objecten (enkelvoudige fobie) komen veel voor, maar de lijdensdruk die iemand hierdoor ervaart is meestal gering. In tegenstelling tot de paniekaanval is bij een enkelvoudige fobie de angst gericht op een bepaald object of situatie, die doorgaans gemakkelijk te vermijden is. In principe kunnen allerlei objecten en situaties als fobische prikkel fungeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan spinnen, honden, bloed, grote open ruimtes, onweer, tunnels of vliegen.
Welke fobieën zijn er? Een algemene indeling van veelvoorkomende typen is hierboven gegeven; hoogtevrees valt bijvoorbeeld onder natuurtype en straatvrees (=agorafobie) valt onder situationeel type. Naast enkelvoudige fobieën, komt de sociale fobie ook veel voor. Mensen zijn dan extreem verlegen en hebben het gevoel steeds bekritiseerd te worden. Telkens wanneer sociaal fobische mensen in gezelschap van anderen verkeren, zijn zij bang om last te krijgen van blozen, trillen en zweten. Een specifieke vorm van een sociale fobie is spreekangst. Ten slotte onderscheidt men nog de dwangstoornissen. Mensen worden dan geplaagd door dwanggedachten en dwanghandelingen; het voortdurend de handen wassen of steeds opnieuw het huis schoonmaken om besmettingsgevaar te voorkomen, telkens controleren of het gas uit is of de deur op slot zit. Er zijn ook mensen die bijvoorbeeld door de gedachte aan scherpe messen volledig in beslag worden genomen. Iedereen heeft wel eens een bizarre gedachte. Het verschil met gezonde mensen is dat mensen met een dwangneurose deze bizarre gedachte niet van zich af kunnen zetten en er heel bang voor worden.
Hoe komt het? Over het ontstaan van fobieën bestaat onduidelijkheid. Psychoanalytici zijn van mening dat een fobie een uiting is van verdrongen wensen. Gedragspsychologen zoeken de oorzaak van de fobie in verkeerd aangeleerd gedrag. Wanneer bijvoorbeeld een moeder haar dochter voortdurend waarschuwt voor honden, dan kan zij daar ook echt bang voor worden. De evolutietheorie heeft als uitgangspunt dat bepaalde objecten of situaties voor onze voorouders een serieuze bedreiging zijn geweest en dat daarom de huidige mens nog steeds heftige angst ontwikkelt bij het zien van bijvoorbeeld een spin of bij het horen van onweer. Onlangs zijn fobieën zelfs in verband gebracht met de walgingsgevoeligheid van mensen. Zo zou bijvoorbeeld de angst van mensen met een spinfobie gerelateerd zijn aan gevoelens van walging. Zij vertonen buitensporig veel afkeer als ze worden blootgesteld aan spinnen. Walgingsgevoeligheid zou wellicht ook een rol spelen bij sociaal-fobici. De angst die deze mensen ervaren in gezelschap van anderen, zou dan voortkomen uit gevoelens van walging en schaamte voor zichzelf.
Wat kun je eraan doen? Het vinden van de oorzaak zal zekere helpen om de angst te verklaren, maar zal niet zonder meer leiden tot het verdwijnen van de angst. De meest succesvolle psychotherapie bij enkelvoudige fobieën is de zogenaamde exposure-therapie; het langdurig blootstellen aan een angstopwekkend object of situatie totdat de angst gedaald is. Dit kan eventueel gepaard gaan met ontspanningstechnieken. Belangrijk is dat je hulp zoekt zodra je de angst niet langer de baas bent of wanneer de angst jouw dagelijks leven te veel gaat beïnvloeden. Schaam je niet voor jouw klachten want je bent niet de enige met een fobie |