KRANTENKNIPSELS
Over mijzelf
Ik ben Vandooren Lionel, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Robby.
Ik ben een man en woon in Zonnebeke (Belgiƫ) en mijn beroep is Pensioen.
Ik ben geboren op 01/07/1947 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen en fietsen.
Deze blog is bedoeld om dagelijkse zaken te noteren



Categorieën

Categorieën

Zoeken in blog


Blog als favoriet !

KRANTENKNIPSELS
KRANTENKNIPSELS
23-04-2024
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Speciale ontdekking in huis op de grote markt in Ieper

Plots blijkt je huis ooit eigendom te zijn geweest van luitenant-kolonel onder Napoleon: “Hij geraakte gewond tijdens slag van Waterloo”

Een huis met een ferme geschiedenis. Dat is het minste wat je kan zeggen over de woning op de hoek van Grote Markt met de D’hondtstraat in Ieper. Juwelier Yves Vandermarliere (62) viel bijna van zijn stoel toen hij onlangs het verhaal van zijn woning hoorde. Een van de vroegere eigenaars vocht ooit mee in het leger van Napoleon, maar zwoer later trouw aan de prins van Oranje-Nassau. Maar hoe kwam die hoge militair in Ieper terecht? En wat betekende hij voor de stad?

Het Ieperse stadsarchief is best blij met een schenking door de kleinkinderen van Robert Declercq (1855-1933). Robert Declercq was na de Eerste Wereldoorlog secretaris van de Handels- en Nijverheidskamer en vanaf 1921 gemeenteraadslid in Ieper. In 1924 wordt hij tot schepen benoemd. Hij is mee verantwoordelijk voor de wederopbouw van Ieper. Nu blijkt dat die man in bezit was van belangrijke verkoop- en hypotheekaktes van twee woningen in de D’hondtstraat in Ieper. De documenten dateren van rond 1650 tot 1850 en illustreren twee eeuwen Ieperse huizengeschiedenis.

Kronkels

“De twee huizen waarover het gaat lagen in de D’hondtstraat vlakbij de Grote Markt ”, zegt archivaris Rik Opsomer. “Een van de twee panden, het noordelijke, was bijna altijd een bakkerij gekend als ‘de Tinnen Pot’. Het zuidelijke huis was bekend onder ‘de Gouden Schaar’. Vermoedelijk was daar ooit een kleermaker gevestigd. De huizen werden in 1840 aangekocht door luitenant-kolonel Lambert Joseph de Stuers (1784-1866). Dat is een heel interessant, maar minder gekend figuur uit de Ieperse geschiedenis. Niet de eerste de beste, dat is zeker, hoewel zijn carrière nogal wat kronkels vertoont.”

De vader van onze officier kwam ooit in opstand tegen Jozef II en woonde in de regio van Roermond en Maastricht. Op een bepaald moment gaat Lambert bij het leger van Napoleon. Hij nam als officier deel aan de Slag van Waterloo en raakte daar, net als zijn broer, gewond. Later kreeg hij het Legion d’Honneur opgespeld. “Maar uiteindelijk wordt hij ‘maar’ luitenant-kolonel, terwijl zijn beide broers het tot generaal schoppen”, vertelt Rik Opsomer verder. “Op zoek naar een job meldt hij zich in het leger van Willem I der Nederlanden, een van de overwinnaars van de Slag bij Waterloo. Hij wordt naar Ieper gestuurd en in 1820 vervoegt hij daar het Nederlands garnizoen. Ieper was in die tijd, in tegenstelling tot vele andere Vlaamse steden, heel orangistisch, voor de Hollanders dus.”

Geadeld door koning

Willem I der Nederlanden.
Willem I der Nederlanden.

“Hier trouwt de militair met een Devroe, een dame uit de betere stand. In 1830 slaagde hij erin om samen met zijn zieke vrouw te vluchten met het vaandel van zijn regiment. Dat vaandel overhandigt hij in Den Haag aan Willem I, die hij altijd trouw bleef.  In 1831 slaan belgicisten zijn huis in Ieper kort en klein. Desalniettemin keert Lambert terug naar de Kattenstad, vooral omdat zijn familie er nog woont. Zijn eerste vrouw sterft en hij hertrouwt met een Vandenpeereboom, ook geen onbelangrijke naam in de Ieperse geschiedenis. Opvallend is dat Lambert Joseph de Stuers , als aanhanger van het huis van Oranje, er toch in slaagt tot ridder geadeld te worden door koning Leopold I.”

Ambetante buur

Wanneer Lambert in 1866 op 81-jarige leeftijd overlijdt gaan zijn bezittingen in 1894 naar zijn zoon Gustave. “Door het ontbreken van latere akten is de verdere huizengeschiedenis moeilijk te achterhalen”, aldus de archivaris. “Wel weten we dat er regelmatig miserie was met een buurman met de naam Peene. Dat moet een ambetante man zijn geweest, want er was wel langer twist rond een muur. Bij de dood van Gustave moet de familie Peene in bezit zijn gekomen van de twee woningen, vermoeden we. Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden de huizen, net zoals de rest van Ieper, tot op de grond platgebombardeerd. Na de oorlog kreeg Elodie Peene de volledige hoek van de Grote Markt en de D’hondstraat in handen. Stadsarchitect Jules Coomans tekent de plannen voor een groot hoekhuis met vier verdiepingen.”

Nog even terug naar Lambert Joseph de Stuers. “Hubert, de jongere broer van Lambert, was lange tijd generaal van het KNIL, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger”, weet Rik Opsomer. “Zijn zoon schreef het dagboek van zijn oom Lambert over. Die zoon, Victor de Stuers (1843 – 1916), was de oprichter van de Nederlandse monumentenzorg en de medestichter van het rijksmuseum in Den Haag. De leden van de familie de Stuer waren niet enkel militairen, ze hadden een grote culturele interesse. Net zoals Vandenpeereboom veel aan de bibliotheek en het archief schonk, deed ook Gustave dat. Hij ligt mee aan de basis van het stadsmuseum. Het is ook daarom dat Gustave de Steurs al vlug een straat naar hem vernoemd kreeg. Terecht, maar ik pleit ervoor om Lambert daar aan toe te voegen. Omdat ik persoonlijk vind dat die Lambert nog een interessanter persoon is dan zijn zoon.”

Op zolder

Hoe de verkoops- en hypotheekaktes in het bezit kwamen van de familie Declercq, weten de zussen Maria (68) en Lut (63) Declercq niet. “Wij hebben die documenten teruggevonden toen onze mama in 2017 is overleden. De papieren lagen op zolder en we herontdekten ze toen we het huis leegmaakten. We wisten van hun bestaan af. Toen we kinderen waren, toonde moeder ze ons regelmatig. We schenken ze aan het stadsarchief omdat ze hier toch in goede handen zijn. Nu ik dit hier allemaal hoor, waren we ons niet bewust dat het om zo’n belangrijke documenten gaat.”

Iemand die vol verwondering naar de verhalen over de huizen luistert, is juwelier Yves Vandermarliere (62), die al heel zijn leven in het pand op de hoek van de D’hondtstraat woont. “Het was mijn grootvader, die ook juwelier was, die zich in 1928 in Ieper vestigde”, aldus Yves. “Daarna kwam mijn vader Lucien, die door iedereen Luc werd genoemd, die op zijn beurt de zaak overliet aan mij. “Ik ken het huis dus al heel mijn leven. Het is een hele mooie geschiedenis in ieder geval.” Yves Vandermarliere baat zijn zaak nog altijd uit en met zijn zoon Louis is ook de vijfde generatie gegarandeerd.

 

23-04-2024, 09:36 geschreven door Lionel  

Reageer (0)
0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
01-04-2024
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levende poezen uit belforttoren gooien

“Levende poezen van de belforttoren in Ieper gooien, dat was een geweldig feest”: het bijzondere verhaal achter de Kattenstoet, na zes jaar eindelijk terug.

“Toen de Nederlanders in de 18de eeuw hier kwamen, snapten ze er niets van.” Ooit werden katten levend van de belforttoren gegooid, tegenwoordig houdt Ieper het op speelgoedbeestjes. Met Hannelore Franck van het Yper Museum duiken we in de geschiedenis van de Kattenstoet, die op 12 mei – na zes jaar – opnieuw uitgaat. “Dat ze in Ieper katten van de toren wierpen, omdat er te veel van die dieren waren? Klopt niet”, zegt Hannelore, die het échte verhaal uit de doeken doet.

Dierenrechtenorganisatie Gaia zal het niet graag horen, maar het verhaal van Ieper als Kattenstad begint met een wreed en harteloos gebruik. “We weten niet wanneer het precies is gestart, maar ooit startte in Ieper de traditie van het kattenwerpen. Een keer per jaar werden — jawel — levende poezen van de belforttoren gegooid.” Aan het woord is Hannelore Franck, historicus en wetenschappelijk medewerker van het Yper Museum, gespecialiseerd in de middeleeuwen.

Jaarmarkt

“Wanneer het gebruik precies is begonnen, weten we niet. Wel vonden we in de stadsrekeningen van begin 15de eeuw een vermelding voor de aankoop van katten. We weten niet wie de dieren aankocht, maar het waren vermoedelijk die katten die naar beneden werden gegooid. Wie dat deed, weten we ook niet. Dat het ging om levende katten komt nu gruwelijk over, maar het waren andere tijden uiteraard. Het gebeuren was een echt volksfeest. Er zijn verslagen in de kronieken die beschrijven hoe leuk het allemaal wel was en welke toffe sfeer er hing. Ook weten we dat het kattenwerpen altijd plaatsvond de tweede woensdag van de jaarmarkt. De grote jaarmarkt was heel belangrijk voor Ieper. In onze stad werd heel veel laken geproduceerd en het was tijdens die jaarmarkt, die begon met de vasten, dat er heel veel werd verkocht. Handelaars uit bijvoorbeeld Italië, Engeland en de Baltische staten zakten toen af naar de Westhoek om hun waren aan te kopen.”

Het kattenwerpen was in die tijd niet exclusief voor Ieper. “Ook in Gent bestond die traditie. Overal in Europa waren er rituelen met katten. In Frankrijk werden katten in manden gehangen aan een boom of een muur en dan beschoten met brandende pijlen.”

Maar wat was nu eigenlijk de bedoeling achter die tradities? “Dat is een beetje gissen. Er zijn verhalen dat er door een muizenplaag in de lakenhallen te veel katten in de stad waren. Door katten van het belfort te gooien, zou dat probleem worden aangepakt. Dat klopt uiteraard niet. Een keer per jaar enkele katten naar beneden gooien, gaat de plaag niet wegwerken. Vermoedelijk was het meer een ritueel om het kwade af te wenden of een goede jaarmarkt af te dwingen. Katten worden immers geassocieerd met het slechte, met de duivel.”

Bijgeloof

Het gebruik bleef lang bestaan, maar werd wel een paar keer onderbroken. Na de calvinistische machtsgreep in 1578 vielen er geen katjes meer uit de lucht. De protestanten zagen het werpen van katten als een soort bijgeloof. “Het gebruik herpakte zich echter. We troffen in kronieken getuigenissen van mensen die blij waren dat er opnieuw katten werden gegooid. In het begin van de 18de eeuw, toen hier in Ieper een Hollands garnizoen was gestationeerd, viel het gebeuren opnieuw stil”, vertelt Hannelore. “De Nederlanders begrepen het gegeven niet en lachten er eigenlijk mee. Nadat de Hollanders waren verdwenen, begon het ritueel opnieuw. De laatste keer dat er levende katten de diepte in werden geworpen, was wellicht in 1817. Dat weten we omdat de toenmalige stadsarchivaris het neerschreef.”

In Ieper zijn ze heel lang blijven doorgaan met het kattenwerpen en daarom bleef het kattenverhaal verder leven tot nu. Waarom dat precies in Ieper wel zo was en in Gent niet, is een raadsel. “Ieper heeft heel veel migratie van het platteland gekend en wellicht was het kattenwerpen iets dat mensen meebrachten naar de stad en bleef de traditie daarom zo lang bestaan. Of dat dit klopt, is echter moeilijk na te gaan”, aldus de historicus.

Toerisme

Tijdens het interbellum, de periode tussen de twee wereldoorlogen, pikte de stad het gebruik opnieuw op. “Maar dan niet meer met levende poezen, maar wel met speelgoedkatjes. Het was ook toen de eerste keer dat er een kleine stoet aan het evenement vooraf ging. In de Tweede Wereldoorlog was er opnieuw een breukmoment. Begin de jaren ’50 doken in Vlaanderen veel folkloristische stoeten op. Ieper sprong mee op de kar. Vooral onder impuls van toenmalig burgemeester Albert Dehem groeide de stoet uit tot een optocht met 1.500 figuranten, allemaal getooid in mooie kostuums. Burgemeester Dehem rakelde de traditie opnieuw op om twee redenen. Na de oorlog kon Ieper wel een positief verhaal gebruiken. Daarnaast was het de bedoeling om met de stoet toeristen naar Ieper te lokken. In die tijd sprak het WO I-verhaal nog niet veel bezoekers aan. Het was dus het ideale moment voor een grootse Kattenstoet en het was ook toen dat Ieper als Kattenstad werd gelanceerd”, verduidelijkt Hannelore Franck.

Verliefd

Onder meer Octaaf Mus zorgde voor het inhoudelijk programma van het evenement. In de stoet komt het verhaal van de stad aan bod, maar zijn er bijvoorbeeld ook de thema’s ‘katten in taal en legende’ en ‘de kattenverering in de geschiedenis’. “Inhoudelijk veranderde het af en toe wel eens. Denk aan de geboorte van de kittens van Minneke Poes en reus Cieper in de stoet van 2018. Wist je dat Minneke Poes eigenlijk van Zwevegem afkomstig is? Tijdens een uitwisseling van reuzen werd ze verliefd op Cieper en verhuisde ze tot bij ons.”

Het koppel heeft ondertussen vijf kinderen: Bas, Bert, Mimi, Neko en Snoezie. In de Kattenstoet lopen er wel nog meer reuzen mee. Godfried de Tempelier bijvoorbeeld, een knaap van zo’n 5 meter hoog. De tempeliers zijn een middeleeuwse ridderorde die ooit in Ieper waren gevestigd. In het Yper Museum is een beeld van en een schilderij met daarop Goliath te zien. Het beeld staat normaal op het dak van de Lakenhallen, maar door de restauratie kreeg het onderdak in het museum. Reus Goliath die meeloopt in de stoet, werd gebouwd in 1683 en is veel ouder dan de stoet zelf. De kolos staat symbool voor de macht van Ieper en trouw aan het Ieperse volk. Het Yper Museum is momenteel aan een kinderboek bezig over de reus.

Paus Johannes Paulus II

Nog een merkwaardig figuur in de stoet is de Ieperse duivel Pietje Pek, die voor hij dit jaar nog eens naar buiten komt, een grondige poetsbeurt kreeg. In het Yper Museum zijn tevens de juwelen van de Kattenkoningin uit 1962 te zien. De eerste Kattenkoningin werd in 1959 verkozen.

De Kattenstoet werd aanvankelijk jaarlijks georganiseerd, maar vanaf 1991 koos de stad voor een driejaarlijks uitgave, om financiële en organisatorische redenen. In 1985 was er geen stoet door het bezoek van paus Johannes Paulus II. Op zondag 9 mei 2021 stond de 46ste stoet op het programma, maar corona stak daar een stokje voor. Ook in 2022 was dat het geval en daarom besliste de stad de editie af te gelasten. Maar ondertussen stijgt de spanning opnieuw in Ieper, want de hoogdag staat gepland op 12 mei.

Levende schilderijen

“Er staan 85 verenigingen en bijna 2.000 medewerkers te trappelen om mee te werken aan de 46ste stoet”, zegt regisseur Bart Cafmeyer. “De stoet zal een beetje een restauratiestoet zijn. Belangrijke oude wagens krijgen een likje verf. Zo zal de wagen van de Lakenhallen minstens even hard blinken als de echte Lakkenhallen. En Pietje Pek wordt uiteindelijk verlost van zijn jarenlange talkpoederlaag. De reus spuit elke stoet kilo’s talk naar buiten om aan te tonen dat binnen in zijn buik het hellevuur brandt. Dit jaar mogen we ook een nieuwe wagen voorstellen. Het is een ontwerp geworden van een wagen waarop het middeleeuwse Ieper herleeft. Met daarbij zelfs enkele levende schilderijen. Om naar uit te kijken.”

 

01-04-2024, 00:00 geschreven door Lionel  

Reageer (0)
0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
15-07-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De slag bij Westrozebeke
Filips van Artevelde (rechts) en zijn Gentenaars werden verslagen bij de Slag bij Westrozebeke.
Filips van Artevelde (rechts) en zijn Gentenaars werden verslagen bij de Slag bij Westrozebeke.

HET VERHAAL VAN WEST. De Slag bij Westrozebeke: “Hele horden kraaien vlogen boven de hoofden... Dat voorspelde niet veel goeds”

Wat Tom Waes voor Vlaanderen heeft gedaan, doet HLN deze zomer voor West-Vlaanderen. Amateurhistoricus Ivan Vanherpe uit Ieper, auteur van tientallen geschiedenisboeken over de provincie, selecteerde voor ons tien verhalen die de geschiedenis van de kustprovincie hebben bepaald. Vandaag brengen we de Slag bij Westrozebeke. Minder bekend dan de Guldensporenslag, maar als ‘revanche’ minstens even belangrijk. Want Filips van Artevelde en zijn Gentenaars werden er stevig in de pan gehakt.

Ieperling Ivan Vanherpe noemt zichzelf ‘geen echte historicus’, maar schreef wel tientallen kronieken over de kustprovincie. In het spoor van Tom Waes selecteerde hij tien gebeurtenissen die de geschiedenis van West-Vlaanderen hebben bepaald. “Na de machtsovername van Filips van Artevelde in Vlaanderen gaat graaf Lodewijk Van Male klagen bij zijn schoonzoon Filips van Bourgondië, ook gekend als Filips De Stoute. De Franse oorlogsmachine schiet in gang en een groot Frans leger steekt de Leie over. Ondertussen heeft Artevelde zijn manschappen gemobiliseerd en vol overmoed wacht hij de Fransen op aan de Goudberg, tussen Passendale en Westrozebeke. Het wordt een bloedige Franse revanche voor de verloren Guldensporenslag van 1302.” 

We zeggen en schrijven 1382. De Gentenaars liggen in conflict met graaf Lodewijk Van Male, die hoge belastingen heft en een nieuw kanaal wil graven waardoor Gent inkomsten dreigt te verliezen. De stad komt in opstand en krijgt bijval van heel wat andere Vlaamse steden. Van Male kan de Franse troon overtuigen om hem te helpen de Gentse Opstand te smoren. Tijdens het beleg van Oudenaarde (die stad was trouw gebleven aan Van Male, red.) krijgt Van Artevelde te horen dat de Fransen van plan zijn om op te rukken naar Brugge. Hij trekt noodgedwongen 40.000 manschappen weg uit het beleg en laat die richting Brugge marcheren. “Hun vertrek zorgt voor een immense opluchting bij de bewoners van Oudenaarde”, zegt Vanherpe.

 

Een kaart van de ‘Bataille de Rosebecque’, ofte de Slag bij Westrozebeke.
Een kaart van de ‘Bataille de Rosebecque’, ofte de Slag bij Westrozebeke.

“Na zes maanden staat het water hen tot aan de lippen en dreigt het gebrek aan levensmiddelen voor nog meer ellende en zelfs de dood. Volgens de kroniekschrijvers ziet men het wegtrekkende leger van Artevelde in de lucht vergezeld worden door hele horden kraaien. Die voorspellen niet veel goeds. Volgens de kronieken scandeerden de bewoners ‘Ga, ga naar de dood, die uw lichaam zullen eten vliegen boven uw hoofd’.”

1. Arteveldemonument op dorpsplein in Westrozebeke

Het monument voor de Slag bij Westrozebeke op het dorpsplein.
Het monument voor de Slag bij Westrozebeke op het dorpsplein.

Op het Juul de Windeplein, pal voor het voormalige gemeentehuis van Westrozebeke, staat al sinds 1982 een monument dat gewijd is aan de middeleeuwse veldslag. Het werd opgericht naar aanleiding van de 600ste verjaardag van de Slag bij Westrozebeke en is van kunstenaar Frans Corneillie. Eind vorig jaar, toen het dorp de 640ste verjaardag van de slag vierde, kreeg het monument een stevige opfrisbeurt. Er is met de Filips Van Arteveldestraat tot slot ook een straat in het dorp vernoemd naar de leider van de Vlaamse opstandelingen.

Er is ook een Filip Van Arteveldestraat in Westrozebeke.
Er is ook een Filip Van Arteveldestraat in Westrozebeke. 

Wanneer de Franse koning en zijn oom, de Bourgondische hertog Filips De Stoute, zich met hun leger in Ieper bevinden, trommelt Van Artevelde nog extra volk op uit Gent, Brugge, het Brugse Vrije, Aardenburg en steden die hem trouw zijn. Via Kortrijk trekt hij naar de omgeving van Roeselare, waar hij de Fransen wil tegenhouden. Op 26 november 1382, niet zo ver van Westrozebeke, krijgen de twee legers elkaar in zicht.

2. Speelboerderij en maïsdoolhof ’t Ganzengoed in Westrozebeke

In speelboerderij 't Ganzengoed in Staden vind je een fruitdoolhof en een maïsdoolhof.
In speelboerderij 't Ganzengoed in Staden vind je een fruitdoolhof en een maïsdoolhof. 

De slag vond plaats in de omgeving van de Goudberg, ongeveer op de grens tussen Poelkapelle en Westrozebeke. Tegenwoordig is daar van de historische veldslag niets meer terug te vinden, maar dat betekent niet dat de omgeving geen bezoekje waard is. In de Wallemolenstraat kun je namelijk speelboerderij ’t Ganzengoed vinden, inclusief een fruit- en maïsdoolhof. Wie beide doolhoven combineert, is al snel anderhalf uur zoet. Onderweg is er ook een ganzenzoektocht, waarbij je gekleurde ganzen moet vinden. Meer info op www.tganzengoed.be.

Tussen beide strijdkrachten bevindt zich een partij land en een molendam, ter plekke de ‘Guldenberg’ genoemd, in de buurt van waar nu de straat Goudberg is. Op dat moment ontrolt de vijand de koninklijke standaard en begint het echte gevecht. De Fransen vallen de onbeschermde flanken van het Vlaamse leger aan en nemen de Vlamingen in de tang. “Ze omsingelen hen en persen hen hard op elkaar, zodat de Vlamingen amper in staat zijn zich te bewegen of hun wapens te gebruiken. In dit onoverzichtelijk kluwen van menselijke lichamen hakken en kerven de Fransen verschrikkelijk in op de Vlamingen. In nog geen uur is de veldslag beklonken. Onder de massa lijken treffen de Fransen ook dat van Filips Van Artevelde aan. De jonge Franse koning laat hem ondersteboven ophangen aan een boom.” Minstens zevenduizend Vlamingen vinden de dood. De verliezen bij de Fransen zijn erg klein.

4. De Onze-Lieve-Vrouwekerk in Kortrijk

Henk Deleu

Het verhaal van de Slag van Westrozebeke eindigde in Kortrijk, met de plundering van de stad en het terug meenemen van de gulden sporen uit de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Volgens de overlevering hadden de Vlamingen daar vijfhonderd gulden sporen van dode Franse ridders opgehangen aan het koor. Daar kan je tegenwoordig Kortrijk 1302 vinden, een museum dat gewijd is aan de geschiedenis van de Guldensporenslag. Meer info op www.kortrijk1302.be.

Dat de Fransen 1302 niet vergeten zijn, blijkt uit de volgende halte van het Franse leger. Na de strijd in Westrozebeke trekken ze namelijk naar Kortrijk, waar ze de stad plunderen en in brand steken. Opmerkelijk detail is dat ze de sporen die na de Guldensporenslag als trofeeën waren opgehangen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk opnieuw meenemen. Die krijgen een nieuw onderkomen in de kathedraal van Saint-Denis in Parijs. Toch betekent het niet het einde van de Gentse Opstand. Gent blijft een flink stuk van Vlaanderen controleren, tot het conflict opgelost wordt met de Vrede van Doornik in 1385.

5. Erfgoedwandeling en educatief pakket sinds belevingsweekend

De erfgoedwandeling 1382 voert je langs de acht kapelletjes.
De erfgoedwandeling 1382 voert je langs de acht kapelletjes.

Eind vorig jaar vond in samenwerking met erfgoedcel TERF een middeleeuws belevingsweekend plaats in Westrozebeke, naar aanleiding van de 640ste verjaardag van de Slag bij Westrozebeke. Het belevingsweekend was eenmalig, maar in het het kader daarvan werd wel een erfgoedwandeling uitgewerkt. Starten doe je aan het Arteveldemonument. De wandeling doet elk van de acht Mariakapelletjes aan en via de Erfgoedapp krijgen wandelaars een woordje uitleg over de slag. Nog naar aanleiding van het belevingsweekend werd ook een educatief pakket uitgewerkt waarmee scholen aan de slag kunnen gaan. Meer info op erfgoed.app/tourid/?id=1537.

640 jaar na de Slag bij Westrozebeke keerde de Stadense deelgemeente eind september vorig jaar even terug naar de middeleeuwen.
640 jaar na de Slag bij Westrozebeke keerde de Stadense deelgemeente eind september vorig jaar even terug naar de middeleeuwen.

15-07-2023, 00:00 geschreven door Lionel  

Reageer (0)
0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
08-07-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De slag om het Beverhoutsveld

HET VERHAAL VAN WEST. De Slag om het Beverhoutsveld, ofwel de strijd tussen Bruggelingen en Gentenaars: “Die dwazen kiezen zelf voor hun ondergang”

Wat Tom Waes voor Vlaanderen heeft gedaan, doet HLN deze zomer voor West-Vlaanderen. Amateurhistoricus Ivan Vanherpe uit Ieper, auteur van tientallen geschiedenisboeken over de provincie, selecteerde voor ons tien verhalen die de geschiedenis van de kustprovincie hebben bepaald. Vandaag belichten we de Slag om het Beverhoutsveld. Waarom gingen Brugge en Gent met elkaar in de clinch? Wie trok aan het kortste eind en wat waren de gevolgen? Ontdek hier deel 2 van het Verhaal van West-Vlaanderen.

Ieperling Ivan Vanherpe noemt zichzelf ‘geen echte historicus’, maar schreef wel tientallen kronieken over de kustprovincie. Hij ging, in het spoor van Tom Waes, op zoek naar tien gebeurtenissen die de geschiedenis van West-Vlaanderen hebben bepaald. Zijn mening over de Slag aan het Beverhoutsveld: “De gebeurtenissen van mei 1382 zijn het gevolg van de enorme tweespalt tussen de voor- en tegenstanders van de Fransgezinde graaf Lodewijk van Male. De stadsbesturen en de gegoede mensen van Gent, Brugge en Ieper steunen de graaf terwijl de ambachtslieden van die drie steden de Fransman absoluut niet zien zitten. Tussen de fracties van Gent en Brugge is er voortdurende een wissel van de macht. De werklieden van Gent halen zich de haat van hun graaf op de hals, terwijl die van Brugge zich op dat moment in zijn kamp bevinden. Na een beleg en een poging tot uithongering van de Gentse bevolking komen de Gentenaars in opstand. Onder leiding van Filips van Artevelde willen ze die van Brugge een lesje leren. Na afloop van deze confrontatie grijpt die de macht in Vlaanderen. De dodelijke slag van Westrozebeke staat in het verschiet.”

08-07-2023, 00:00 geschreven door Lionel  

Reageer (0)
0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
01-07-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verhaal van Karel de Goede

HET VERHAAL VAN WEST. De moord op Karel de Goede: “Hij werd genadeloos vermoord in de Sint-Donaaskerk, terwijl hij aalmoezen uitdeelde aan zijn volk”

Wat Tom Waes voor Vlaanderen heeft gedaan, doet HLN deze zomer voor West-Vlaanderen. Amateurhistoricus Ivan Vanherpe uit Ieper, auteur van tientallen geschiedenisboeken over de provincie, selecteerde voor ons tien verhalen die de geschiedenis van de kustprovincie hebben bepaald. We beginnen vandaag met een moordcomplot in een Brugse kerk op een man die vrede en welvaart bracht in West-Vlaanderen. Is er in Veurne nog een spoor te vinden van de moordenaars van Karel de Goede? En wat heeft het biertje Hapkin met dit verhaal te maken? Ontdek hier deel 1 van het Verhaal van West-Vlaanderen.

Ieperling Ivan Vanherpe noemt zichzelf ‘geen echte historicus’, maar schreef wel tientallen kronieken over de kustprovincie. In het spoor van Tom Waes ging hij op zoek naar tien gebeurtenissen die de geschiedenis van West-Vlaanderen hebben bepaald. “Het relaas van Galbert, de secretaris van graaf Karel de Goede, is zowat het vroegste getuigenverslag uit de geschiedenis van Vlaanderen. Ik vind vooral de details interessant, hoe bijvoorbeeld Ieper en Brugge er in het begin van de jaren 1100 uitzagen. De armoede op het platteland is schrijnend op een moment dat machtige landheren allerminst aarzelen om de hand te leggen op het beschikbare voedsel en sommigen zelfs zo ver gaan dat ze de macht willen grijpen in Vlaanderen door de graaf te vermoorden.”

Een zachtaardige, vrome en zorgzame prins die alleen maar orde en vrede voor ogen heeft. Zo wordt graaf van Vlaanderen Karel de Goede omschreven in de 12de eeuw, een eeuw waarin geweld en anarchie regeren. Karel de Goede, ook Carolus Bonus, is de zoon van Knud IV van Denemarken. Zijn moeder vlucht met hem naar Vlaanderen na de moord op haar man. Bij ons wordt hij opgeleid tot ridder. Na een kruistocht naar Jeruzalem wordt Karel vertrouwensman van Boudewijn VII, bijnaam Hapkin. In 1119 volgt Karel de kinderloze graaf Boudewijn op. De man installeert wetten en hervormt justitie en legt zo mee de basis voor de groei en de bloei van Vlaanderen.

Het biertje Hapkin ontleent zijn naam dus aan de voorganger van Karel, wiens bijnaam Hapkin of ‘met de bijl’ was. Vermoedelijk omdat graaf Boudewijn VII gekend stond als streng in zijn optreden tegenover bandieten en rovers. Het sterk blond bovengistend biertje, met een alcoholpercentage van 8,5, werd oorspronkelijk gebrouwen door brouwerij Louwaege in Kortemark, die in 1877 werd opgericht en vijf generaties bestond tot 2002. Alken-Maes nam de brouwerij ondertussen over. Ook de Thouroutenaere werd in het assortiment behouden. De gemeente Kortemark kocht het terrein in 2006 op om er een woonwijk te bouwen. Eind 2013 werden de gebouwen effectief gesloopt.

Portret van graaf Karel de Goede.
Portret van graaf Karel de Goede.

Terug naar de geschiedenisboeken. Karel is vijf jaar graaf wanneer een hongersnood Vlaanderen treft. “‘Op 15 augustus 1124 om 9 uur etaleert zich een schaduw voor de zon’, lezen we in oude geschriften”, gaat Ivan verder. “‘Een angstaanjagende duisternis hult zich over het landschap. Een onheilspellende voorbode van ongeluk.’ In het gelovige Vlaanderen verwijzen de voorspellers naar psalm 104: ‘De Heer riep een hongersnood af over het land en vernietigde elke voorraad van brood.’ De profetie wordt werkelijkheid. Een nooit geziene hongersnood volgt. Door de menselijke gulzigheid en de excessen met de vruchten van de natuur worden mensen ziek van indigestie, terwijl anderen verteerd worden door honger en dorst.”

Aalmoezen

Karel de Goede toont zich een waardige heerser, maar maakt door zijn optreden de kleine adel zenuwachtig. “Er wordt gesmeekt om aalmoezen”, gaat Ivan verder. “De hongersnood treft echter niet de goddelozen, die al snode plannen smeden tegen hun graaf, die de armen zo goed en zo kwaad mogelijk probeert bij te staan.”

Tussen vasten en de periode van de nieuwe regens krijgen honderd arme Brugse sukkelaars dagelijks een extra groot brood toegestopt. Ook in andere kastelen wordt er voedsel uitgedeeld. In dat jaar van onheil beveelt de graaf dat iedereen die twee stukken grond bezaait er één extra moet voorzien van erwten en bonen. Die groeien snel en zo kunnen de groentes op redelijk korte termijn de grootste noden lenigen. Bier brouwen wordt verboden. De gerst kan beter gebruikt worden voor brood. De armen proberen in leven te blijven met een mengeling van haver en water.

 

‘De dood van Karel de Goede’ van Henri Dobbelaere in de collectie van het Groeningemuseum in Brugge.
‘De dood van Karel de Goede’ van Henri Dobbelaere in de collectie van het Groeningemuseum in Brugge.

De kleine adel heeft het moeilijk met de beslissingen van Karel. De neven Bosschaert bijvoorbeeld en de Veurnse Erembalden, met proost Bertulf. Die laatste familie heeft het ver geschopt in Brugge en heeft maar één doel: zelf de touwtjes in handen nemen in het domein Brugge. De Erembalden willen niet langer ondergeschikten zijn van de graaf en willen dezelfde vrije status als ridders en edelen. Met geld en macht steken ze de traditionele aristocratie naar de kroon. Dat leidt tot een conflict tussen de traditionele Vlaamse adel en Bertulf, een conflict waarbij graaf Karel gedwongen wordt een keuze te maken.

 

Portret van Karel de Goede in de Sint-Salvatorskathedraal.
Portret van Karel de Goede in de Sint-Salvatorskathedraal.

Complot

Het woekerend gezwel komt brutaal tot uitbarsting. De graaf probeert zijn proost, een hoge functionaris in die tijd, er op te wijzen dat de oude ridders een punt hebben, maar Bertulf houdt voet bij stuk. In realiteit bezitten hij en zijn achterban van neven en familie al een hele tijd de werkelijke macht in Vlaanderen. ‘Laat de graaf maar brood en kleren uitdelen’, denken ze, ‘ondertussen zullen wij wel de lakens uitdelen’. Na de graaf is Bertulf de machtigste man van het land en dat laat hij duidelijk voelen. Op arrogante wijze eist hij een vrije status op voor zijn hele familie. Karels traditionele adellijke achterban kan dit voorkomen. De graaf wil via Tancmaar van Straeten, heer van Varsenare, hun eigendommen laten aanslaan. Een smerig complot ontvouwt zich in de geesten van Bertulf, Bosschaert en co.

Belegering

Op 22 februari 1127 komen de samenzweerders samen in het Sint-Maartensklooster in Ieper en zweren ze onder elkaar dat de graaf zal boeten voor ‘deze ultieme vernedering’. Het is nu alleen maar wachten op een gepast tijdstip en een perfecte locatie om hun perverse plan tot uitvoer te brengen.

Alles begint met een aanval op de woning van Tancmaar. Een krachtige belegering. De grachten worden overgestoken, de poorten verbrijzeld. Zijn eigendom wordt met de grond gelijkgemaakt en daarbij vallen veel doden en gewonden. Overal is er sprake van grote vernielingen en daarbij worden de bezittingen van het landvolk al evenmin gespaard. Ook het huis van Bosschaert sneuvelt.

3. Bezoek het Sint-Maartensklooster in Ieper

Het lapidarium herinnert de Ieperlingen nog aan het klooster dat er ooit was.
Het lapidarium herinnert de Ieperlingen nog aan het klooster dat er ooit was.

Het had ooit het stadsmuseum van Ieper moeten worden, maar de Eerste Wereldoorlog besliste daar anders over. Het Sint-Maartensklooster bevond zich naast de Sint-Maartenskathedraal en werd na de oorlog niet heropgebouwd, in tegenstelling tot de kerk zelf. Ieper was in de 16de eeuw een bisdom. Een overeenkomst tussen  Napoleon Bonaparte en paus Pius VII in 1801 schafte het bisdom Ieper af. Ieper kwam eerst onder het bisdom Gent terecht en later onder het bisdom Brugge. Van het klooster blijven enkel wat resten over, die te bekijken zijn in het lapidarium - een verzameling van stenen - naast de kerk. Ook de kerk is een bezoekje meer dan waard. 

Wraak

De graaf keert terug naar Brugge en krijgt daar te horen dat de Erembalden wraak willen voor de verwoesting van het huis van Bosschaert. Tijdens het avondmaal met zijn adviseurs is de graaf duidelijk: de vierschaar zich zal moeten uitspreken over de daden van de Erembalden. De familie zal niet zomaar vrijuit gaan. Het vijandelijke kamp zet de zaken diezelfde avond ook op scherp. Als ze niets doen, is het morgen afgelopen met hun machtspositie. Ze komen met zijn zessen samen in de binnenstad van Brugge, in de schaduw van de Burg. Isaak, Bosschaert, Willem van Wervik, Ingerrand van Esen, Wilfried Knop en Robrecht de Jonge komen tot het besluit dat ze Karel moeten liquideren om erger te voorkomen. Robrecht, de neef van Bertulf, lijkt de geknipte figuur om de moord uit te voeren. Maar die ziet het niet zitten. De bende zal de klus dan maar samen klaren.

 

Opgravingen op de Burg in Brugge. De restanten van de Sint-Donaaskerk komen bloot te liggen.
Opgravingen op de Burg in Brugge. De restanten van de Sint-Donaaskerk komen bloot te liggen.

De dag van 2 maart 1127 begint somber en nevelig. Karel maakt aanstalten om naar de kerk te vertrekken. Hij is naar goede gewoonte vroeg opgestaan en nu al druk bezig met het uitdelen van aalmoezen aan de armen. Daarna trekt hij richting de Sint-Donaaskerk. De graaf ziet er bezorgd en getormenteerd uit. ‘Hij vertrekt naar Sint-Donaas’, gaat al snel rond in de stad. De mannen van Bosschaert zijn er als de kippen bij om het nieuws door te geven aan hun leider. Karel is in de overdekte galerij, met wat arme stakkers in zijn kielzog, wanneer zijn tegenstanders met zwaarden verscholen onder hun mantels hem achterna sluipen.

4. Ontdek wat er nog overblijft van de Sint-Donaaskerk

Restanten van de kerk zijn nog te zien in het Burghotel.
Restanten van de kerk zijn nog te zien in het Burghotel.

De Sint-Donaaskerk in Brugge was als hofkerk van de graven van Vlaanderen de belangrijkste kerk van de stad en stond op de (omwalde) Burg, tegenover het stadhuis en naast de residentie van de graaf. De kerk werd de Sint-Donaaskathedraal toen het bisdom Brugge in 1559 werd opgericht en bleef dit tot aan het einde van het ancien régime (1795). De kerk werd genoemd naar haar patroonheilige, Donatianus van Reims. In 1799 werd de kerk afgebroken. Toen men in de jaren 1990 bij het bouwen van het nieuwe ‘Crowne Plaza Burghotel’ op de fundamenten van de Sint-Donaaskerk stootte, werd actie gevoerd om dit als een soort ‘Forum Romanum’ te consolideren en in openlucht te bewaren. Dit zou uiteraard betekend hebben dat het hotel niet op die plek kon gebouwd worden. Er werd beslist het hotel toch te bouwen en een deel van de funderingen om te vormen tot kelders van het nieuwe hotel. Deze restanten van de kathedraal zijn nog altijd te bezichtigen in het Burghotel.

De zes samenzweerders splitsen zich op in twee groepen en houden nu de twee toegangspoorten van de kerk in de gaten. De stilte is hoorbaar wanneer graaf Karel zich op een nederige treeplank neerknielt voor het altaar. “Hij zingt psalmen voor zijn heer. Even later wordt de graaf van Vlaanderen genadeloos doodgestoken. De aanslag is het begin van een wekenlange afrekening met de daders. Bertulf wordt een maand later terechtgesteld in Ieper.” Karel werd in 1883 zalig verklaard door paus Leo XIII en is de patroon van Brugge.

5. De Sint-Salvatorskathedraal, waar het reliek van Karel de Goede te zien is

De Sint-Salvatorskathedraal.
De Sint-Salvatorskathedraal.

Oorspronkelijk was Sint-Salvator een romaans stenen kerkje gesticht in de 9de eeuw. Toen was de Sint-Donaaskerk op het Burgplein een van de belangrijkste godsdienstige gebouwen van de stad. De bouw van de huidige kerk situeert zich tussen 1275 en 1527. De neoromaanse torenbekroning kwam tot stand tussen 1844 en 1871. Ten slotte werd in 1912 begonnen met de bouw van het kapittelgebouw. Het neogotische reliekschrijn (1883-1885) van Karel de Goede staat in een zijkapel van de Sint-Salvatorskathedraal. Zijn rechter bovenrib werd bewaard in een kristallen, neogotisch reliekschrijn, die sinds 1880 was tentoongesteld in de Torhoutse Sint-Pieterskerk. Het reliekschrijn werd op 16 juli 2004 gestolen.  De Sint-Salvatorskathedraal herbergt nog tal van andere kunstvoorwerpen en is een bezoek meer dan waard. 



 

01-07-2023, 00:00 geschreven door Lionel  

Reageer (0)
0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Inhoud blog
  • Speciale ontdekking in huis op de grote markt in Ieper
  • Levende poezen uit belforttoren gooien
  • De slag bij Westrozebeke
  • De slag om het Beverhoutsveld
  • Het verhaal van Karel de Goede

    Gastenboek
  • Fijne dag.
  • Succes met uw blog.

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!