Impressies van een leven
Jeugd!
11-02-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Weeral is er een jaartje voorbij.

Wij maken het goed, ondanks corona.

GELUKKIG KOMT DE LENTE ER WEER AAN..

We groeten alle vrienden en kennissen van ARK, VOOC en vele anderen. Dank voor het goede  samenwerken!


24-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.terug na de corona-crisis

We zijn aan de moeilijkheden ontsnapt, dank zij de goede zorgen van Kristine en Carl; dus heel veel dank hiervoor!

Aan alle oude vrienden van St Norbertusinstituut, de A.R.K , de V.O.O.C en Oikocredit dus mijn beste groeten.


05-12-2017
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik zoal deed!

St Norbertus en Katholieke Normaalschool Antwerpen
Hoger Instituut Opvoedkundige Studies: filosofie, logica, didactiek, pedagogiek, statistiek e.a. 1953-1955
cursus: informatica: analyse en programmatie- accountant
Leraar St-Xaverius en St-Norbertus 1952-1984
Auteur en supervisor Encyclopedie XX eeuw- Beckers 1963-1971
Auteur wiskundig pakket “Verzamel en Reken” 1971-1984 uitgeverij Die Keure- Brugge
Programmeur-auteur van wiskundig pakket 1984-1985 uitgever Van In- Lier
Bestuurslid, financieel beheerder en uitgever van “ARK-Berichten” van de Antwerpse Raad van Kerken 1974-1999
Mede-stichter van VOOC.cv in 1984 en tot 18 oktober 2004 afgevaardigd-bestuurder, financieel beheerder en uitgever van “Andersom” en “Autrement” van de Vlaamse Oecumenische Ontwikkelings Organisatie (V.O.O.C.cvso) en “Société Coopérative Oecuménique de Développement” (S.C.O.D. scfs) 1984-2004... Nu Oikocredit.be.
Internationale vergaderingen in Soest 1985- Frankfurt 1989- Genève 1990- Salzburg en Straatsburg 1991- Bazel 1992- Zeist en Berlijn 1993- Glay 1994- Toronto-Ancaster Canada 1995- Otterburn-Newcastle Schotland 1996- Parijs en Utrecht 1997- Nitra Slovakia 1998- Amersfoort Nederland 1999- Kopenhagen 2001- Lyon 2002- Bazel Zwitserland 2004
Ere-doctoraat geschonken door de University Orthodox Church Nigeria Inc.  in 1988.

Dit was een mooi, zinvol en boeiend geheel met veel uitdagingen en samenwerking met veel goede vrienden! Dank hiervoor!



15-02-2017
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We gedenken Jan en Luc.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het was zo...het is zo....en het is goed zo!

Luc en Jan, jullie blijven onze lieve zonen in 'lief en leed' !


07-03-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overlijden van Luc
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wij willen danken voor het respect en het medeleven: de rector,het personeel en de collega's van Luc van de KULeuven, idewe, vader abt en de monniken van Chevetogne, familie en vrienden, de buren en kennissen in Attenhoven, het Attenhovens toneel, de Reuzen van Landen en de vele anderen.

Dank voor alles wat jullie voor hem hebben betekend!


20-02-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afscheid van Luc !
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Hij was goed, vriendelijk maar verlaten door velen!

Mag Hij rusten in  VREDE ...

Hij schreef:' De Waarheid? Zo helpe mij God? Wordt vervolgd...' 25/11/2015

Het was voor hem zeer droevig...


12-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 jaar VOOC.cv - Oikocredit.be
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Soms vragen vrienden of vroegere aandeelhouders hoe het nu gaat met VOOC.
Wel, toen ik 10 jaar geleden de Vlaamse Oecumenische Ontwikkelingsorganisatie verliet, was deze 20 jaar een oecumenische ontwikkelingsorganisatie geweest waarin alle ontwikkelingsprojecten ( ook Vlaamse en Belgische) opgenomen waren. Het vermogen of aandelenkapitaal en geplaatst in projecten  was toen 2.524.250 euro groot.
Thans 10 jaar later bestaat de later opgerichte Oikocredit.be, die uiteindelijk alleen de projecten van de internationale Oikocredit (vroegere Ecumenical Development Cooperative Society opgericht door de Wereldraad van Kerken) steunt in zijn ontwikkelingsprojecten voor een bedrag van 10.000.000 euro. Dit is een mooi resultaat.
Er is een volledig nieuw bestuur en de werking gebeurd hoofdzakelijk langs de website van Oikocredit.int.
Wij wensen oprecht dat in de volgende jaren nog steun kan geboden worden aan de ontwikkelingsprojecten, waardoor mensen in eigen land mogelijkheden krijgen en niet gedoemd zijn om als vluchteling te stranden in Europa!


11-11-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen oorlog meer!

Graf en afbeeldingen gemaakt op kogelhulzen door Pierre Desager (nonkel Pierre)! We gedenken hem!








29-07-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Microfinanciering op maat van armen! (Tertio)

MICROFINANCIERING OP MAAT VAN DE ARMEN

door Katrien Verreyken (artikel overgenomen van Tertio 10 november 2004)

Op 18 november begint het internationaal jaar van de microfinanciering.De Vlaamse oecumenische ontwikkelingscoöperatie (VOOC) doet al twintig jaar succesvol aan ethisch bankieren. Tertio sprak met gedelegeerd bestuurder Lode Desager en Bernadette Kiebooms, lid van de raad van bestuur.

Wat zijn de doelen van VOOC?

"Naast uiteraard de bewustmaking voor ontwikkelingsprojecten stimuleren we particulieren, kerken en instellingen wereldwijd om hun financiële reserves sociaal-ethisch te beleggen. VOOC staat garant voor 2,5 miljoen euro van België, die bijna integraal naar ontwikkelingsprojecten gaan. Het was oorspronkelijk de bedoeling van VOOC zich op kerken en kloosterordes te richten. Daar zat toen veel kapitaal. Nu zijn alle Vlaamse bisdommen aandeelhouders bij VOOC, net als achttien congregaties en heel wat non-profitorganisaties en parochies.Vijftig procent van het kapitaal komt van privé-sponsors en de andere vijftig procent van kerkelijke organisaties. Ons doel is mensen verantwoord leren omgaan met bezit, stappen en op weg naar een sociale investering en armen meer zelfstandigheid geven."

Hoe stimuleert u particulieren, kerken en instellingen wereldwiid om hun financiële reserves sociaal-ethisch te beleggen?

'Wij garanderen minstens een teruggave van het aangeworven kapitaal en sinds elf jaar kan Oikocredit een dividend van twee percent uitkeren. Dat is al een grote stimulans om ethisch te beleggen. Bovendien kunnen mensen in de eerste zes maanden van elk jaar hun geld terugvragen.Waar banken met een klassieke ethische spaarformule in werkelijkheid maar een halve procent van hun kapitaal aan ontwikkelingsprojecten spenderen, gaat zeventig procent van het kapitaal van Oikocredit naar de ontwikkelingslanden.De overige dertig procent wordt ondergebracht in lange termijn investeringen - obligaties van de staat en van grote regionale ontwikkelingsbanken.In die dertig procent zit tevens een risicodekking voor afgeschreven projecten. Maar nog geen vijftien procent van de leningen die Oikocredit in de afgelopen 25 jaar heeft verstrekt, moest worden afgeschreven. De meeste projectpartners waren dus succesvol en betaalden hun lening terug."

U werkt zowel met giften als met een leningensysteem. Hoe werkt dat concreet?

"In economische projecten, zoals Oikocredit en VOOC, zijn leningen meer op hun plaats dan giften. Giften worden trouwens zwaar belast. Om toch tegemoet te komen aan gulle gevers, is de Vlaamse oecumenische ontwikkelingsvereniging (VOOV) opgericht. Dat is een aparte vzw, waar alle giften naar toe gaan.Maar niet iedereen kan op elk moment een grote gift doen. Via het leningensysteem is kapitaal dat mensen op lange termijn niet willen missen, toch beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.Sinds de start in 1975 heeft Oikocredit al meer dan 500 groepen wevers, koffieboeren, vissers, marktkooplui en vele anderen uit alle windstreken met krediet ondersteund in hun strijd tegen armoede."

Waaraan moet een project voldoen om in aanmerking te komen voor Oikocredit?

"Het project moet in de eerste plaats arme en achtergestelde mensen ten goede komen. De baten van de onderneming mogen niet leiden tot de verrijking van enkele leidinggevenden, maar moeten zo veel mogelijk mensen helpen. Het project moet ook bijdragen tot de sociale en economische ontwikkeling van de streek. Speciale aandacht gaat daarbij naar de milieugevolgen.Het project moet uiteraard ook levensvatbaar zijn en over de juiste technische deskundigheid beschikken, zodat de onderneming binnen een redelijke termijn op eigen benen kan staan en zonder financiële ondersteuning verder kan. Die projecten krijgen de voorkeur, waarin vrouwen de directe begunstigden zijn en rechtstreeks betrokken worden bij de besluitvorming op alle niveaus. In Latijns-Amerika en Afrika lukken projecten beter bij vrouwen, omdat die in de regel meer te vertrouwen zijn. Bovendien zijn zo vaak hele families geholpen."

Worden de mensen of coöperaties aan wie jullie geld lenen, voorgelicht over het concept van lenen, interest en terugbetaling?

"Ja, anders loop je toch het gevaar dat ze het geld voor consumptie gebruiken. De projecten worden op de voet opgevolgd en lopen erg goed. Oikocredit vraagt wel eerlijke garanties voor zijn leningen. Het is belangrijk een stok achter de deur te hebben. Almaar meer mensen krijgen nu de kans mee te werken aan ons financiële systeem.Wij worden op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen via het aandeelhouderschap van VOOC bij Oikocredit. Vroeger schreven we projectboeken over elk nieuw project, maar dat was op de duur niet meer vol te houden. Aandeelhouders die willen weten waar ze precies in investeren, kunnen nog altijd informatie over de 1 projecten opvragen."

Hoe staan de plaatselijke banken en de autoriteiten tegenover het lokale ondernemerschap?

"De lokale banken lenen meestal tegen veertig tot vijftig procent. Dat is volledig onhaalbaar voor mini-bedrijf)es en particulieren die een eigen handel willen opstarten. Oikocredit leent tegen negen procent. De plaatselijke banken stonden dus heel weigerachtig ten opzichte van de microfinanciering. Maar we zien hen niet over het hoofd. Ze krijgen kansen om mee partner te worden in de projecten, weliswaar tegen democratische tarieven.Heel wat lokale autoriteiten hebben sterke banden met grote multinationals, die de micro ondernemingen natuurlijk liever kwijt dan rijk zijn. Het is erg moeilijk om op te roeien tegen Multinationals, maar hoe groter de coöperaties worden, hoe meer lokale banken hen ondersteunen en hoe beter ze stand kunnen houden."

Hebt u een recent voorbeeld van een succesvolle microfinancierings onderneming?

"Toen tijdens de zware economische crisis in 1999 de overheid de Amerikaanse dollar als betaalmiddel in Ecuador invoerde, zorgde Oikocredit voor ondersteuning van de Banco Solidario, een alternatieve bank die krediet verleent aan kleine ondernemers, hoe afgelegen ze ook wonen en hoe weinig ze ook bezitten.Nu bezit Oikocredit niet alleen acht procent van het aandelenkapitaal van Banco Solidario, ter waarde van één miljoen euro. De instelling heeft daarnaast ook bijna 1,2 miljoen euro krediet verschaft aan de bank.Die investering loont. Meer dan negentig procent van de leningen, door Banco Solidario verschaft, worden op tijd terugbetaald. Dat alleen al geeft aan dat het vertrouwen in die mensen - vissers, automonteurs, wevers, bakkers, enzovoort - niet misplaatst is."

Sinds de oprichting van Oikocredit gaat de organisatie met rasse schreden vooruit. Waarin schuilt het geheim?

"Volgens de vroegere algemeen directeur van Oikocredit, Gert van Maanen, schuilt dat in zes wonderen: het eerste wonder was dat de voormalige Nederlandse minister van Economische Zaken, Wim Duisenberg, bereid was de organisatie belastingvrijstelling te geven als het dividend nooit meer dan twee procent zou bedragen.Het tweede wonder is het ontstaan van steunverenigingen zoals de VOOC. Het derde wonder is dat het overgrote deel van de uitgekeerde leningen kon worden terugbetaald. En dat geen enkele belegger in Oikocredit een cent van zijn belegging heeft verloren, is het vierde wonder.Het vijfde wonder is het dividend van twee procent dat Oikocredit sinds elf jaar kan uitbetalen. En wonder zes is de onophoudelijke inzet van honderden vrijwilligers en stafleden die samen een grote coalitie vormen en bewijzen dat het kan."


17-03-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.over iconen

OVER ICONEN

 

Door Dom Lucas P. Desager OSB

 

De icoon is thans een algemeen bekend begrip. De in het Westen meest verspreide iconenvoorstelling is ongetwijfeld Onze‑Lieve‑Vrouw van de Altijddurende Bijstand. De functie van de icoon is essentieel religieus: steeds een godsdienstige voorstelling, door de christenen van het nabije Oosten vereerd. Wij kennen hier eenzelfde verering van kruisbeelden, beelden van de Moeder Gods en andere heiligen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het Oosten geen voorstellingen in reliëf aanvaardt. Het Oosten heeft een scherp inzicht bewaard in de juiste functie van de beeldenverering. De Westerse Kerk gaat nooit zover als de Oosterse, behoudens misschien in de verering van het kruis.

Uiterlijk bekeken is een icoon een godsdienstige afbeelding, meestal op een houten paneel aangebracht en uitgevoerd volgens een bepaalde kerkelijke traditie. Zij is bestemd voor liturgisch gebruik of voor privé‑devotie. De icoon is een schildering op een rechthoekig houten paneel, eerder gering van afmeting. Het paneel is gewoonlijk naar het midden uitgediept, zodat het een rand van enkele cm breedte heeft, waardoor een inlijsting overbodig is. De boord heeft meestal een passende neutrale kleur. De achtergrond dient de uitgebeelde gebeurtenis uit het leven van Christus of van de heilige te situeren. Wij leven immers in de tijd, en wachten op de wederkomst van de Heer Jezus. In deze tijd van hoopvolle verwachting maakt de H. Geest alles nieuw en streeft de aardse mens ernaar zich los te maken van de nasleep der zonde. Wij hebben daarvan slechts een zeer onvolmaakt visueel inzicht dat ons bekend is door de kerkelijke traditie: de Gedaanteverandering van Jezus, Zijn verschijningen na de Verrijzenis, mystieke ervaringen van heiligen, verschijningen van Onze‑Lieve‑Vrouw. Daarom zal de achtergrond meestal uit bladgoud zijn, geen perspectief (of misschien eerder een ‘ omgekeerd perspectief ‘) of schaduwen vertonen en alle overbodige details of afleidende bijkomstigheden weren. Iedere icoon is duidelijk voorzien van haar titel. Zij bevat bovendien een aantal traditionele gegevens, die de uitbeelding herkenbaar maken voor elke gelovige. Het schema van de behandelde gebeurtenis is getrouw uitgebeeld naar het verhaal van het evangelie of van de bijbel. Het ‘ portret’ van Christus of de Moeder Gods of van een heilige zal die kentrekken vertonen die de kerkelijke traditie getrouw heeft overgeleverd. Vaak is in de schilderstraditie een rijpingsproces aanwezig dat op het essentiële is toegespitst.

 

Sommige feesten worden uitgebeeld naar gegevens van de apokriefen: eerder te rade gaan bij de fantasie van de eerste christenen dan bij die van onszelf. Tenslotte wordt de icoon gewijd door een priester of een bisschop. Spijts alle tekorten eigen aan mensenwerk, wordt de icoon opgenomen in de hogere sfeer van de sacramenten en de middelen van de H. Kerk, schakel tussen hemel en aarde, tussen tijd en eeuwigheid. De kunstenaar is zich hierbij sterk bewust van het godsdienstig karakter van zijn taak. Daarom streeft hij naar de getrouwste weergave van het oergebeuren, dat het eenvoudig volkse geloof ertoe uitnodigt zo vaak beroep te doen op de legende: Onze‑Lieve‑Vrouw door de evangelist Lucas geschilderd, of het ‘niet door mensenhanden gemaakte’ Heilig Aanschijn.

Hier denken we aan het Doek van Veronika. Deze ‘ vrome’ verklaring heeft voor ons weinig waarde. Het feit echter, dat daarnaar teruggegrepen wordt, onderlijnt duidelijk de liturgische betekenis van de icoon. Deze religieuze‑‑zij het dan uiterlijke‑‑benadering van de icoon behoedt ons ervoor deze « trouw aan de traditie " als een knellend keurslijf te ervaren, of andersom, als een tekort aan verbeelding of als een makkelijk kopiëren.

De afwezigheid van perspectief heeft daarom ook niets te maken met primitivisme of onbekwaamheid. Bij deze benadering treft ons de suggestieve waarde van het geidealiseerd lijnenspel en een ongewoon en soms vinnig kleurencontrast. Deze elementen roepen een andere wereld dan de onze op. Het omgekeerde perspectief leert ons dat Christus op ons neerkijkt en niet wij op Hem neerkijken. We voelen meteen aan dat realisme of anderzijds gevoelerigheid misplaatst zouden zijn.

Vanzelfsprekend is niet iedere icoon een kunstwerk. Maar dikwijls is een icoon beroemd evenzeer door haar godsdienstige als door haar artistieke waarde. Blijkbaar hebben de grote schilderstalenten zich aangepast aan het vrij enge werkterrein van kerkfresco's en iconen. Een profane schilderkunst kwam er nooit tot ontplooiing, behoudens in enkele vorstelijke milieus.

 “ Is die icoon een kopie of een origineel werk ? " Die vraag wijst duidelijk op een verkeerd benaderen van het probleem. De icoon streeft voor alles naar oprecht en creatief werk. De trouw aan het door de overlevering bewaarde oerbeeld geldt als de leidende gedachte. Een van de meest gezaghebbende critici uit Rusland, Leonid Ouspenski, zegt zeer terecht: « De ikonenschilderkunst is in geen geval een kopiëren. Zij is verre van onpersoonlijk, de overlevering is geenszins bindend voor de scheppende kracht van de kunstenaar, die zich uit in compositie, in kleur­en lijnvorming. Het persoonlijke openbaart zich echter op een meer subtiele wijze dan in andere kunsten. Nooit vindt men twee voorstellingen met eenzelfde thema, die volkomen aan elkaar identiek zouden zijn. Wanneer ze zich herhalen zijn het telkens andere omschrijvingen met een aantal scheppende en variërende hoedanigheden".

 

Natuurlijk ontdekken we in de kunst van de iconen zoals in de andere domeinen van de kunst, scholen en stromingen die vaak nauw verband houden met de andere kunstvormen en hier ook met de theologie en de mystiek van de tijd, en met de ideeën van classicisme, humanisme en barok. De oudste iconen werden ons bewaard door het Sinai‑klooster in de gelijknamige woestijn. Zij dateren uit de zesde eeuw en zijn nog in wastechniek, zoals de oude mummieportretten van de Nijlvallei. Het Byzantijnse rijk heeft een rijke traditie in de iconenkunst overgeleverd. Haar kenmerken vinden we in vele mozaieken terug. Rusland heeft drie grote bloeicentra gehad: rond Kiev, Novgorod en Moskou. Er zijn ook nationale scholen: de Roemeense, de Buigaarse, de Grieks‑Makedonische en de Kretenzerscholen. Vanaf de 18de eeuw treedt een algemene decadentie in; het Oosten is bezweken onder de Westerse druk. Sedert de Byzantijnse periode zijn de iconen meestal uitgevoerd in de techniek van het eiwittempera. Deze techniek beantwoordde goed aan de idealen en theorieën, die langzaamaan evolueerden en ook in de schildersboeken aan bod kwamen. Vandaar haar succes. Eiwittempera is duurzaam en verschaft frisse en vinnige kleuren. Heldere kleuren worden als echte lichttoetsen over de donkere kleuren aangebracht. Er dient opgemerkt te worden dat meestal monniken de iconenkunst beoefenden. Het was voor hen als een vorm van gebed. Hun liturgie kent trouwens een wijdingsplechtigheid voor de iconenschilder. Toen bij het begin van de 8ste eeuw een sterke afkeer voor de iconen ontstond kwamen de monniken in het verweer: zij traden op als de grote beschermers. De strijd groeide uit tot het iconociasme. De Byzantijnse keizerlijke macht werd erbij betrokken. Het verantwoorde bestaansrecht van de iconenverering triomfeerde en werd vastgelegd in het 7de oecumenisch concilie. De verering werd toen volwaardig ingeschakeld in het kerkelijk leven; zij werd tevens aan heilzame banden gelegd.

De theologie van de iconen heeft veel te danken aan de heilige kerkvader van dit concilie, Johannes van Damaseus. ‑Voor het Westen is de afbeelding eigenlijk bijkomstig in het leven van de Kerk: een versiering, een illustratie voor de ongeletterde, hoogstens een hulpmiddel om de tegenwoordigheid van God en de heiligen voor ons op te roepen. De Westerse bisschoppensynode onder Karel de Grote in 794 weigerde uitdrukkelijk de beelden of afbeeldingen op gelijke voet te stellen met het kruis of met de bijbel. Wellicht heeft het Westen toen de ware grond van de zaak niet begrepen. Verschillen in wijsgerige denkvormen liggen hierbij ook aan de basis. Ons erfgoed van Kruis en Bijbel loopt gevaar een dode letter te blijven als het niet voortdurend wordt doorgegeven als een levende en altijd nieuwe boodschap aan de gemeenschap van alle mensen door tijden en volkeren heen. Het hele liturgische beleven van de Kerk is er essentieel op gericht Jezus en Zijn Evangelie voortdurend tegenwoordig te stellen voor de mens van het ogenblik. De liturgie behoort bovenal een" levende" traditie te zijn, die de mens treft door dezelfde krachten waarmee Jezus de apostelen trof in het Heilig Land. Het Oosten heeft niet alleen behoefte aan een “ liturgie van Sacramenten” en een “ liturgie van het Woord”. Zij wil ook de verrezen Christus aanschouwen in een “ liturgie van het Verschijnen". God, het goddelijke, is onzichtbaar, maar de menswording van Jezus, Zijn gedaanteverandering, Zijn verschijnen als Verrezene, waren een gebeuren voor oog en oor van zijn leerlingen omdat en opdat ze geloofden. Voor zover wil de Oosterse Kerk dit goddelijk gebeuren levendig houden voor oog en oor van al wie gelooft. En in zoverre die eruptie van het goddelijke onder de mensen door de kracht van de genade en van de H. Geest voortdurend tot uiting komt in de heiligen, wil de Oosterse Kerk deze “ gedaanteverandering”, die zich in haar voltrekt, laten aanschouwen.

 

Moge het ook het Westen gegeven zijn door het aanschouwen, het biddend aanschouwen van de iconen, iets te vermoeden van de « hemelse liturgie “ die in het Oosten als een gesluierd maar blijvend visioen de “liturgie van het Woord “ begeleidt.

 

Chevetogne, Pinksteren 1968.










>

Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!