Gedachtespinsels en andere kronkels van een Neder-Waalse.
ik ben Loewiesa ik ben belgo-néerlandaise of neder-waalse Ik woon in "Le Hainaut" In dit blog probeer ik te schrijven over dingen die mij aan het denken zetten dingen die mij aan het lachen maken dingen waarover ik me zorgen maak en dingen die ik gewoon uit mijn duim zuig
Als je je beperkingen kent, kun je daarbinnen, onbeperkt te werk gaan
Jules Deelder
schrijver,dichter
Don't walk behind me I may not lead Don't walk in front of me I may not follow Walk beside me That we may be as one
I'm Out Of Estrogen
AND I HAVE A GUN!
Gedachtespinsels en andere kronkels van een Neder-Waalse.
Loewiesa
26-11-2025
Commedia dell'arte
Hoofdrolspeler: Een 56‑jarige Italiaan die dacht: “Waarom afscheid nemen van mama, als haar pensioen zo gezellig blijft binnenkomen?”
Plot twist: Moeder overlijdt, maar zoon besluit haar lichaam in een slaapzak in de diepvriezer te bewaren.
Vermomming: Pruik, make‑up, jurken en sieraden van "la mamma".
Financieel voordeel: Ongeveer €53.000 per jaar. Dat is meer dan sommige acteurs krijgen voor figureren in een soap.
Door de mand: Ambtenaar merkt dat “mevrouw” een lage stem en een nek als een rugbyspeler heeft. Fotovergelijking bevestigt: dit was geen Graziella, maar haar zoon in full cosplay.
Eindscène: Politie vindt het gemummificeerde lichaam, burgemeester noemt het “zeer vreemd” en vooral verdrietig.” Ik vergelijk het voorval vooral met tragikomische misdaadfilms, genre Norma Bates in Psycho.
Heb je dat ook wel eens, dat je niet weet of je nu wel of niet iets hebt gedaan? Dat je de keuken binnenloopt en je afvraagt “wat kwam ik hier ook weer doen?" Of dat je portemonnee spoorloos is en je je afvraagt of je hem misschien met de boodschappen in de koelkast hebt opgeborgen.
Tot nu toe komt alles goed en vind ik mijn spullen altijd terug. Geen reden nog voor mijn kinderen om zich al zorgen te gaan maken voor hun oude moeder, laat staan alvast een plek in een “home” te reserveren. Ik praat er met hen trouwens ook niet over, want stel je voor.
Net nog, water gekookt voor een kopje thee. Want daar had ik vanochtend zin in. Onlangs de dessert koffie van de Lidl eens geprobeerd, want het zijn nu eenmaal moeilijke tijden. Maar die smaakt nergens naar: te slap en als ik er meer van in de filter deed, werd het te bitter. Dus dan maar thee. Terwijl het water kookte zag ik In de gootsteen een pannetje staan waarin mijn zoon de vorige avond nog iets in had opgewarmd. Het was wat aangekoekt en ik dacht, ik zal met de rest van het hete water wel even een sopje maken zodat het pannetje wat kan weken.
Met mijn kopje thee liep ik naar de eettafel zette de krant online open en begon te lezen, toen ik me ineens bedacht: heb ik nu wel of niet heet water in dat pannetje gegoten?
Van die dingen dus, het pannetje stond dus al te weken, ik vergeet soms niet alleen wat ik doe, ik vergeet soms ook dat ik het al gedaan heb.
Zondagmorgen. Hoewel het eigenlijk niet noemenswaardig is, noem ik het toch: het heeft vannacht een beetje gesneeuwd. Riep ik als kind nog: “Joepie!" Tegenwoordig ben ik een stuk minder enthousiast na een smak op mijn achterste waardoor ik drie weken niet meer kon zitten. Maar ik geef het toe, zo’n witte wereld blijft een schilderij dat zichzelf maakt.
De wind giert, de kou bijt en waar is de zon? Geen weer om voor je plezier buiten te lopen. Ik heb besloten om mezelf in ieder geval deze morgen huisarrest op te leggen met een extra warme trui, warme sokken en koffie als bewakers, misschien bak ik zelfs een cake, of een appeltaart...
Onze Cesar staat bij de deur en kijkt mij met zijn trieste ogen vragend aan “Wat? Gaan we niet wandelen vandaag?”
Ik pak zijn bal zwaai de keukendeur open en katapulteer het ding de tuin in. Cesar sprint erachteraan, pakt de bal, triomfantelijk, en maakt aanstalten om hem terug te brengen. “Pipi” roep ik. Hij gehoorzaamt, doet zijn plicht en kijkt mij aan alsof ik meer verwacht…
Nog een worp, nog een sprint. Cesar rent terug naar binnen. Dan nestelt hij zich op zijn deken en zucht diep: “Ach, zondag, ach, sneeuw, ach, mens.”
Mijn afspraak met de oogarts werd afgezegd via een brief, er wordt mij geen nieuwe afspraak voorgesteld zoals soms het geval is en of ik even wil bellen voor een nieuw "rendez-vous". Zo-gezegd, zo-gedaan, eerst moet ik drukken op 1 en vervolgens krijg ik het bekende bandje met de: “al onze lijnen zijn in gesprek” stem en dat ik geduld moet hebben en dan volgt er nog een “veuillez-nous excuser”. Een irritant muziekje houdt me in de ban. Ik zie de tijd vooruit tikken.
Een ander bandje verteld mij even later dat de lijnen nog steeds bezet zijn en leidt mij een beetje van het wachten af door te vertellen over de mogelijkheid om mij binnen de 24 uur te laten terugbellen. Maar dat doen we niet. Mijn ervaring is dat dat in de meeste gevallen niet het geval is en als het wel het geval is, dan zul je zien dat je je telefoon niet hebt gehoord, omdat hij ergens op de kast ligt terwijl je elders in huis bezig bent, of dat je op de wc zit en dan moet je toch weer terugbellen. Ik hou liever zelf de touwtjes in handen. Ik wacht dus nog wel even en als gepensioneerde heb ik zeeën van tijd.
Na 29 minuten hoor ik eindelijk een stem “ophtalmologie, bonjour”. Een nieuwe afspraak lukt ten vroegst begin juni. Het is niet anders.
Twee weken geleden heb ik mijn jaarlijkse mammografie laten maken en vergeten ter plekke meteen een nieuwe afspraak vast te leggen voor het volgend jaar. Dus ik weer bellen. De secretaresse vraagt: “22 januari 2027 om 8.45 gaat dat voor u?”
En terwijl die afspraken zich als verre eilanden in mijn agenda nestelen. Denk ik: 22 januari 2027, om 8.45?
Dan is het nog nacht als ik van huis moet vertrekken en ben ik alweer zoveel ouder. Heb ik daar dan nog wel zin in?
Want het wachten mag dan traag zijn, het leven loopt vrolijk verder…
Midden in de nacht om kwart voor zeven opgestaan, wakker geworden van mijn rochelende buurman op zijn terras, ’s morgens vroeg rookt hij daar zijn eerste sigaretje. Het is te vroeg en te donker om te zien wat voor weer het is, maar het is in ieder geval droog, anders had de buurman niet op zijn terras gestaan. Zo simpel is mijn conclusie. Terwijl de koffie passeert maak ik mij twee bruine boterhammen klaar, ééntje met door mij zelfgemaakte pruimenjam en een andere met kaas. Terwijl ik mijn boterham eet en geniet van de eerste slok koffie bedenk ik mij dat het vandaag woensdag is en dus gehaktdag.
Ik kan mij niet herinneren dat wij vroeger thuis op woensdag gehakt aten of dat er over zo’n dag werd gesproken. Misschien was dat wel iets voor “gewone mensen” en mijn ouders waren nu eenmaal geen “gewone mensen”. We aten wel eens een gehaktbal maar of dat nou persé op woensdag was, dat geloof ik niet.
Mijn twijfel bracht mij er toe het eens uit te zoeken en wat bleek, uit die slogan schuilt een heel praktisch ritme van de slagers. Op maandag kwamen de nieuwe dieren binnen, die dezelfde dag nog werden geslacht. Dinsdag stond in het teken van uitbenen, de mooiste, stukken vlees zoals biefstukjes en karbonades, gingen apart. En op woensdag werden de restjes vermalen tot gehakt en die werden samen met de stukken vlees die minder in trek waren, tegen een lage prijs verkocht. Omdat mensen in die tijd nog geen koelkast hadden, kon het gehakt het beste dezelfde dag nog worden opgegeten. Op woensdag dus.
En zoals zo vaak werd het alledaagse pas echt onsterfelijk toen er woorden aan werden gegeven. In 1949 organiseerde de slagersbond een prijsvraag er moest een slogan bedacht worden waar 25 gld. mee te verdienen zou zijn. Het winnende idee was eenvoudig, maar krachtig: ”Woensdag gehaktdag.”
Terwijl ik die woorden herhaal, hoor ik opnieuw het rochelende hoestje van mijn buurman. Zijn sigaret gloeit als een mespunt in de ochtendschemer. Ik bedenk dat dit een ideale dag is om iemand te vermoorden, in stukjes te hakken en de restjes laten verdwijnen in een anonieme massa. Het is de dag waarop vlees zijn identiteit verliest en enkel nog gehakt heet. De ware gruwel van woensdag, het verdwijnen van het individu in de molen. En ik, ik schenk mezelf nog een tweede kop koffie in...
Categorie:keek op de week Tags:Woensdag_gehaktdag,prijsvraag,slagers,beenhouwers,vleesgeschiedenis,tradities,slogans,jaren_40,slagersbond,ochtendritueel,buurman,sigaret,koffie,boterhammen,pruimenconfituur,pruimenjam,gruwel,identiteit,verdwijnen,molen,slagerspoëzie,ironie,herinneringen,
Dindagmorgen. Wanneer ik om 8.00 uur opsta en de gordijnen opentrek zie ik een blauwe lucht met schapenwolken, een koud zonnetje en het gras is wit. “Tiens, het heeft geijzeld” zeg ik tegen mijzelf, De barometer geeft 1° aan. Ik maak mijn ontbijtje. Een banaan, een paar lepels havermout en yoghurt, een vredige mengeling. Tot een overrijpe kiwi zich aandient, hij barst open onder mijn mes, prikkelt op mijn tong, Ah jakkes.
Cesar is vandaag bij zijn baasje, dus staat er geen lange wandeling op de planning om de dag mee te beginnen maar vrijheid om andere dingen te doen. Zoals stofzuigen, boven en beneden, waar ik op "Cesardagen" niet aan toekom. De stofzuiger is zo’n beetje de ergste vijand van onze Cesar. Zodra ik het ding tevoorschijn haal, begint hij te blaffen. Hij weigert stil te zijn en te gaan liggen op mijn commando. Wanneer ik het apparaat aanzet gaat Cesar in de aanval en verdedigt mij tegen de bedreiging van het monster. Het is niet echt lekker werken zo. En zuchtend zet ik de stofzuiger weer uit. Cesar blijft snuffelend rond het apparaat rondlopen, nog steeds op zijn hoede.
Met de grasmaaier was het in het begin hetzelfde, maar daarmee hebben we ondertussen een compromis, bal of tak erbij, en het wordt een spel. In huis met ballen en takken gaan gooien vind ik een beetje te, en ook voor koekjes doet hij het niet. Dus zuig ik het stof wanneer hij er niet is Het huis ademt rust, maar mist zijn blaffend commentaar.
Maandag, wasdag zo klonk het vroeger, toen de was nog een halve krachtmeting was tussen mens en textiel. Eerst een nachtje weken Op maandag werd de was dan in een grote ketel gekookt met water en zeep. Sop schuim en spierballen. Lakens en schorten kregen een bad van stijfsel, vlekken werden met chloor bestreden en dan hup, alles aan de lijn. In de winter hing de was ook buiten en werd ‘s avonds stijf bevroren binnengehaald om daar verder te drogen op een rekje voor de kachel.
Mijn moeder vertelde altijd hoe blij zij vroeger was met haar eerste “Hoovertje.” Voor haar een wonder van vooruitgang, voor mij nog steeds een halve fitness-sessie. Want de machine kon het water nog niet uit zichzelf verwarmen en afvoeren Het water moest nog steeds op het fornuis worden verwarmd, het bleef sjouwen en ook centrifugeren was een luxe die nog niet bestond. Als het wasgoed gewassen was dan moest het eerst nog door de wringer om het meeste water eruit te wringen.
Wat hebben wij het gemakkelijk tegenwoordig. Je kiest een programma , één druk op de knop en de machine doet het werk, terwijl wij koffiedrinken, boodschappen doen, wandelen, of naar de sportzaal gaan. Of zoals sommigen, iets anders leuks in het huishouden gaan doen.
Maandag is hier ook de dag dat de vuilnis wordt opgehaald. Dan paradeert de stoet van zakken en bakken op de stoep: het gewone vuil, de blauwe zak met pmc, de glasbak, papier en karton, allemaal netjes verpakt tegen de wind. Toch zie je soms dat de straat verandert in een klein circus; plastic bakken rollen als ontsnapte acrobaten door het dorp. ’s Avonds lees je dan op Facebook verontwaardigde berichten als: “Mijn plastieken bak is gestolen!” Want tegenwoordig is men niets meer gewoon kwijt, alles is gestolen. Dat de wind ook wel eens voor diefje speelt, lijkt voor velen onvoorstelbaar.
Zondagochtend, slecht geslapen. Om half negen strompel ik het bed uit en word begroet door een hemel die alle tinten grijs tegelijk wil tonen. Regen als decor, perfect voor een trage dag.
Ik maak een ontbijtje klaar, 2 croissants en 2 chocoladekoeken in de oven, voor het geval de zoon hier binnenvalt. Even later herinner ik mij dat de zoon vandaag moet werken. Ach ja, de croissants zullen hun bestemming wel vinden. Terwijl de croissants in de oven bakken zet ik koffie en pers mij een sinaasappel uit voor de extra vitamientjes.
Onze Cesar, de hond van mijn zoon, die tegenwoordig vaker bij mij is dan bij zijn baasje, is ondertussen ook wakker geworden. Dat wil zeggen, hij heeft zich verplaatst. Waarschijnlijk heeft hij het sombere natte weer ook opgemerkt, besluit dat dit geen dag is om heldendaden te verrichten en maft lekker verder. Zijn hondenleven is een warme plaid, een zucht, een dutje…
Straks zal ik zijn hondenleven even onderbreken om hem mee te sleuren voor een blokje om. Een grote wandeling zal er vandaag waarschijnlijk niet in zitten. Gelukkig heeft de wetenschap ons onlangs bevrijd van de tirannie der 10.000 stappen. Zevenduizend zijn ook prima. Duizend extra sluipen er vanzelf vaak bij, mits ik mijn telefoon niet vergeet en zo verdwijnen de croissantcalorieën weer als sneeuw voor de zon.
Ik was net vier geworden en zou voor het eerst naar de kleuterschool gaan. Die dag herinner ik mij nog goed. Hoe ongeduldig ik was, terwijl mijn moeder en mijn twee jaar jongere broertje zich klaar maakten om mij die eerste dag te begeleiden naar school. Al snel ging ik “helemaal alleen” naar de kleuterschool, althans, dat dacht ik, pas vele jaren later, hoorde ik, toen ik mij hierover verbaasde, dat een paar buurvrouwen met mijn moeder hadden afgesproken om een oogje in het zeil te houden.
In die tijd was de buurt trouwens nog rustig, nu loopt de ring tussen de wijk en de school, die volgens mij niet eens meer bestaat. En als ik toevallig aan die kant van Amsterdam rijd, kijk ik met een binnenpretje naar de toren van de kerk vlak bij de school. En dan zie ik haar nog vliegen!
Mijn moeder maakte vroeger mijn kleding zelf, jurkjes en rokjes, soms uit reststoffen, vaak afkomstig van mijn oma, ze maakte ook jassen. Het hoogtepunt van haar creaties was een donkergroene cape, die ik eerst weigerde om aan te trekken. Maar tegen mijn moeders wil was weinig in te brengen. Ik zou en moest de cape dragen die mij zo schattig stond!
Die dag waaide het nogal, en ik ontdekte de mogelijkheden van die afschuwelijke cape. De cape, die best eens een supercape zou kunnen zijn. Als de wind er onder kwam, zou ik wel eens kunnen loskomen van de grond en wie weet zou ik er mee kunnen vliegen, vliegen zoals een vogel, hoog in de lucht! (Een soort van super Loewiesa!)
Het opstijgen lukte niet erg goed, dus maakte ik een paar knopen los. Ik liep sneller. De laatste knopen gingen ook open. En toen gebeurde het onvermijdelijke: de cape vloog weg. Zonder mij helaas. Nog altijd zie ik ze stijgen en rond de kerktoren cirkelen. En natuurlijk kreeg ik op mijn donder toen ik die middag naar huis kwam, zonder cape.
Naar de goelag! Mijn blog is weer een treetje lager gezakt in de ranglijst. Blijkbaar kan ik niet wedijveren met de doden.
De algoritmes van Seniorennet lijken een voorkeur te hebben voor frigiditeit: Verlaten blogs, al jaren niet meer aangeraakt, blijven bezoekers trekken alsof ze een digitaal mausoleum zijn. Het verbaast me telkens weer hoe teksten zonder inhoud, geschreven door iemand die waarschijnlijk al lang niet meer meekijkt, toch bovenaan blijven zweven.
Zou het niet logischer zijn om zulke blogs in een andere categorie te plaatsen? Een plek waar nabestaanden nog eens kunnen terugbladeren, zonder dat actieve schrijvers hoeven te concurreren met digitale geesten.
Tot die tijd blijf ik schrijven, niet om algoritmes te pleasen, maar om de levenden te bereiken. Oehoe is daar iemand?
dit blog ondersteunt oude spelling nieuwe spelling oude nieuwe spelling onnodig Frans onnodig Engels verkeerd geplaatste leestekens stijl en spelfouten
OVER VRIJE MENINGSUITING!
"Het mooie van vrije meningsuiting is dat je altijd weer verrast wordt door de schaamteloosheid van degenen die haar willen beknotten"
THEO VAN GOGH (VERMOORDE COLUMNIST EN CINEAST)
OVER LIEFDE
"LIEFDE IS DAT JIJ HET MES BENT
WAARMEE IK IN MIJZELF WROET"
May the sun. Bring you new energy bij day. May the moon. Softly restore you by night. May the rain. Wash away your worries. May the breeze. Blow new strenght into your being. May you walk. Gently through the world and know. Its beauty all the days of your life.