terwijl de zon
te haastig
verdwijnt
aan de einder
naar waar ik
in gedachten
reis
getuigt de maan
van mijn wilde
chaotische
overpeinzingen
die kant noch
wal
raken
waarom kan ik
geen orde
scheppen
in mijn
verlangens
en keuzes maken
tussen de
aangereikte
paden?
waarom zijn mijn
struikelblokken
steeds zo intens
aanwezig
en kan ik geen
hulp aanvaarden
bij het
opruimen?
waarom blijf ik
koppig
volharden
en ga ik verder
op de gekozen
weg
die steeds
zinlozer lijkt
te worden?
zal ik de
oplossing
kunnen ontwarren
midden in mijn
pentagram
of op de omtrek
van mijn
oneindige cirkel?
welke rituelen
blauw wijnrood
zwart of wit
zullen het
zoeken
naar mijn utopia
mogelijk maken
en mij wijsheid
verschaffen?
of blijft ik
achter
zonder kracht
bij het inglijden
van de zon
in de nacht
die te plots
eeuwig wordt?
met moker en
beitel
moet ik
opnieuw leren kappen
naar schoonheid
toe
|