Het breistertje Nicolaas Beets
Mooi kniertje staat van dag tot dag
En breit voor haar deur een kwartiertje :
Voor wie dat paar kousen wel wezen mag ,
Mijn allerliefste Kniertje ?
Voor wie dat paar kousen wel mag zijn ,
Voor moedertje of voor vadertje ?
Zeurt dag op dag die bleke Krijn ,
Of zijn ze voor Grietje of Saartje ?
Wel Krijnbuur ! wist je dat zo graag ?
U wil ik het niet verzwijgen .
Je bent niet noor niet zo jentig vandaag ,
Om alles uit me te krijgen .
Beloof maar dat je t niemand zegt ,
Zegt Kniertje , hoe langer hoe zachter ,
De wereld is tegenwoordig zo slecht ;
Ze zoekt er zeker wat achter .
Die kousen zijn voor me moedertje niet ,
En geenszins voor mijn vadertje ;
Ze zijn ook niet voor zuster Margriet ,
Veel minder voor t klein Saartje .
Ze zijn niet voor oompje , niet voor Meui ,
Hoe hoog of laag ze sprongen ;
Ze zijn niet voor een oude kneu ,
En niet voor een laffe jongen .
Ze zijn ze zijn ze zijn ze zijn
Je zult het maar raden moeten !...
Die kousjes , zo witjes , zo netjes , zo fijn ,
Ze zijn voor twee blote voeten .
10-05-2006 om 20:04
geschreven door Joanna
|