WELKOM OP HUISMUSJE'S BLOGJE.

Zolang ik niet wordt opgehokt
wegens 'vogelgriep'

Zolang ik niet de kogel krijg
wegens een dominoeffect.

Zolang tjilp ik hier vrij en vrank
mijn hoogste lied.

Mijn verhaal is persoonlijk!
Laat het ook zo!


Page copy protected against web site content infringement by Copyscape


100%
150%
200%
Vergroot hier de tekst
Of druk op ctrl en het = teken
van uw toetsenbord

Over mijzelf
Ik ben Lulu, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Huismusje.
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is Vrouw des huizes.
Ik ben geboren op 21/04/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: o.a. Muziek- Lezen (detectieve)-Dagtrips- Computeren-Shoppen .
Ik heb 1 zoon, 1 dochter en 1 kleindochter. Ik bekijk het leven realistisch en kordaat. Maar nooit kortzichtig
Laatste commentaren


ALS JE WERKELIJK OP ZOEK WIL NAAR EEN OPLOSSING,.....
STOP DAN MET HET VERDEDIGEN VAN HET PROBLEEM.
Alle geweld is zinloos, niet?
Zet daarom dit teken ook op uw blog?
Foto
Foto
Foto
Zoonlief
aan 't werk

op mijn
oude pc
Dochterlief

DE ZES ANTI-STRESS REGELS!

1) Hou van je bed als van jezelf!
2) Rust overdag goed uit zodat je 's nachts goed kan slapen!
3) Doe zo weinig mogelijk, laat anderen het doen!
4) Als je plots de drang voelt opkomen om te werken, ga dan zitten en wacht tot het overgaat!
5) Doe zeker vandaag niet wat morgen ook kan!
6) As je iemand ziet rusten, help hem daarmee!


 


Heb een huis vol planten.
O.a.deze die prachtig in bloei staat.
Foto

huismusje
(2 JAAR)

Foto
huismusje in Rivierenhof.
Foto
Met pleeg-ma aan zee.
(De enige foto van ons beide samen.)
Foto

MIJN BLOEMENTUINTJE.

Foto
Foto

HET GELUKKIGE GEZINNETJE!
ZO ZIEN JULLIE ZOONLIEF OOK EENS LANGS DE VOORKANT.

De nacht.

En dan is daar de nacht.
Het duister als een warme mantel
Omhuld je gekwetste hart.
Je wandelt door vergetelheid.
Weg van pijn en smart.
Om dan weer te ontwaken,
met bezinning moed en kracht.
Je leeft de dag stil en gelaten.
Want je weet
straks is daar de nacht.

(huismusje)

©

BEDANKT VOOR UW BEZOEK UW WAARDERING UW REACTIE. IK HOOP U SNEL WEER TE MOGEN BEGROETEN. KUS VAN MUS
HUISMUJE'S TRIESTE JEUGD
IK HEB GEEN SPIJT VAN DE DINGEN DIE IK DEED!
ENKEL SPIJT VAN DE DINGEN DIE IK NALIET TE DOEN!

28-08-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. MIJN LAATSTE SCHOOLJAREN (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Mijn laatste schooljaar van het lager onderwijs was één grote flop!
Ik spijbelde meer dan ik aanwezig was. En als ik toevallig wel eens in de klas zat, dan ging alles aan mij voorbij hetgeen de juf ons leerde.
Volgen kon ik sowieso niet wegens het ontbreken van het nodige schoolgerief.
En dat hadden ze in de school ook eindelijk door.
Mijn agenda werd nooit getekend, dus had het geen zin om daar een nota in te zetten over mijn afwezigheid, en dus werd mij de gang naar het bureau van de directrice ook bespaard.
Wanneer ik tegen alle regels in tijdens de middagpauze er op uit trok was er geen haan die er naar kraaide. Ook niet wanneer ik daarna veel te laat terug de klas in kwam.
Ik was zo vrij als een vogel in de school.
Wanneer er weer eens een leerzame uitstap werd georganiseerd werd er aan mij zelfs geen inschrijf formulier meer verspilt. Het kwam toch nooit terug! Net zo min als het voor de trip bestemde geld.
 
En toen kwam het einde van het schooljaar!
Iedereen was behoorlijk nerveus want er was dat jaar een speciaal examen voorzien.
Er zouden mensen van het ministerie van onderwijs komen die ons het examen gingen afnemen.
De juf zou wel aanwezig zijn maar moest vanachter in de klas plaatsnemen.
Het examen zou moeten worden afgelegd in een bepaalde tijdspanne.
De examen formulieren waren heel officieel, en wie niet slaagde zou niet naar het middelbaar onderwijs mogen overgaan.
Het was die week daarvoor een gekakel van jewelste in de klas.
De juf deed er nog een schepje bovenop met ons talloze instructies door te geven. Voor haar was het ook belangrijk dat we slaagden, wou ze niet beoordeeld worden als een flut lerares.
Ik liet het zoals met alles onverschillig aan mij voorbijgaan!
Het hing van het weer af of ik de test zou meedoen, want bij mooi weer zou ik vast gaan wandelen, zo nam ik me voor.
Ik leefde liever in mijn mooie fantasie wereldje dan in de harde realiteit die ik wegens te jong in feite niet aankon.

Eén dag voor het bewuste examen riep de juf mij bij haar tijdens de speeltijd.
Ze nam me mee naar de lerarenkamer.
Dat lokaal stond voor ons gelijk als een heiligdom. Wat er achter die gesloten deuren gebeurde konden we alleen maar gissen.
Soms klonk er gelach, soms klonken er luide stemmen.
Maar voor ons leerlingen was het strikt verboden om er naar binnen te gaan. Moesten we een bepaalde leerkracht gaan halen voor iets, dan moesten we aankloppen en wachten tot de deur werd geopend. Die deur ging nooit verder open dan op een kier.
Maar die dag mocht ik met haar dus naar binnen.
Voelde ik mij voor dat feit al heel speciaal, het zou nog beter worden!
Ik kreeg een chocomelk van haar, mocht in een zetel gaan zitten, en onderwijl nam zijzelf een kop koffie en een sigaret.
Het leek of ik plots een andere juf had en ik wist niet wat ik ervan moest denken.
Zoals altijd voelde ik angst. Want dat was nou éénmaal mijn tweede natuur geworden. Steeds voorbereid zijn op het ergste, steeds in de startblokken klaarstaan om te kunnen ontsnappen.
Maar ze stelde me op mijn gemak! Zei dat ze wist hoe het mij verging.
Maar dat ik mij niet mocht laten gaan.
Ze vroeg of ik alsjeblieft het examen wou meedoen? En ik vroeg mij verbaasd af hoe ze kon weten dat ik van plan was geweest om niet te komen opdagen.
Ze zei me dat ik het aankon. Dat ik te slim was om te buizen.
Ze praatte de ganse duur van de speeltijd op mij in, en het gesprek eindigde met een stevige knuffel en twee dikke zoenen!
Dat verwarde mij enorm maar het had wel resultaat, want ik deed het examen mee.
Al was het enkel maar om haar niet teleur te stellen. Omdat zij in mij geloofde, zoals ze me ook nog had gezegd.
En ik slaagde nog ook!

Het officiële papier zouden we krijgen tijdens de proclamatie, maar de juf liet ons de uitslag enkele dagen voordien met een knipoog al halvelings weten.
Die proclamatie zou doorgaan in de "Expohal" te Deurne, een grote sportzaal.
Daar zouden tevens andere laatste lager onderwijs klassen aanwezig zijn.
De burgemeester kwam en nog wat van dat officieel volk.
Het was in onze ogen dan ook een hele plechtige bedoening.
Eerst zouden we gezamenlijk de Brabançonne zingen en daarna een lied dat we wekenlang hadden ingestudeerd. Ook alle ouders zouden aanwezig zijn op deze toch ook belangrijke dag voor hen
Ik vertelde "thuis" wat er te gebeuren stond en vroeg of ze aub wilden meegaan? En of ik aub witte sokjes kreeg en een nieuw kleedje?
Het was boter aan de galg natuurlijk, want ik kreeg op beide vragen een smalend lachen van "ma" terwijl ze veelbetekenend met haar wijsvinger tegen haar voorhoofd tikte.
Mijn pleegvader vertelde het voorval aan zijn zus vermoed ik, want zij gaf mij een te klein geworden paar witte sokken, schoenen en een kleedje van haar dochter die jaren ouder was dan ik.
Het kleed en de schoenen waren danig uit de mode, maar ik voelde mij gloednieuw!

Op de proclamatie zelf werd nog maar eens duidelijk hoe eenzaam ik was!
Verloren stond ik maar wat rond te lummelen, terwijl mijn klasgenoten met hun ouders en grootouders hun plaatsen innamen.
En weer was de juf mijn redding!
Zij nam mij bij haar en week niet van mijn zijde.
Na de proclamatie trakteerde ze mij op een ijsje in wat toen voor mij een poepchique ijssalon leek. Daarna zette ze mij met haar auto af aan mijn deur.
Mijn pleegouders bekeken niet eens mijn uitslag en vroegen evenmin hoe het geweest was.
Mijn pleegmoeder was wel fier over mijn outfit, alsof het haar verdienste was!
En ik... ? Ik was gelukkig door het toedoen van mijn juf.

©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
05-08-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BELLA DE HOND
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mijn pleegbroer kreeg op zijn achtste verjaardag een hond als geschenk.
Het was een Duitse Scheper.
Mijn pleegvader die bang was van grote honden had een poging tot verzet gedaan, maar helaas.

Onze bakker die toen nog het brood aan de deur bracht, fokte in zijn vrije tijd deze honden.
Hij fokte enkel honden die men kon inzetten voor waak en verdediging.
De hond was een reu en kreeg de naam Bella.

Vermits mijn pleegbroer zijn baasje was, kreeg hij niet de opvoeding zoals het bij een waakhond zou moeten . In feite werd hij helemaal niet opgevoed, hetgeen je natuurlijk ook niet kunt verwachten van een achtjarige.

De hond had een sterk karakter en was al vlug heer en meester in huis.
Het resultaat was dat Bella naar niemand luisterde.
Hij gromde naar iedereen en als je pech had beet hij je nog ook.

Op een keer had de hond een zakdoek te pakken gekregen die op de grond was gevallen en kroop ermee onder de tafel.
Van "ma" en Luc mocht de hond dat. Zij maakten er een spelletje van waarbij de hond tot slot een koekje kreeg.
Hierdoor nam Bella elk stuk stof dat hij te pakken kon krijgen!
Elk kledingstuk moest eraan geloven en zelfs overgordijnen trok hij los van de rail en liep er de kamer mee rond. Ze enkel loslatend als hij een koekje kreeg.

Op een dag had hij van "pa" een pantoffel genomen en kroop ermee onder tafel zoals hij gewend was te doen.
"Pa" die niet veel thuis was wist niet van het spelletje   rzei het kommando "los", en dook daarbij onder de tafel om zijn pantoffel te nemen.
 Maar Bella had dat zo niet begrepen, weigerde los te laten zonder koekje en beet luid grommend in de hand en arm van "pa".
De hand bloedde hevig maar de hond liet niet los. Pas toen Luc hem lokte met een koekje liet hij los.
Van die dag af werd de hond pas echt gevaarlijk en  vals.
Er zat niets anders op dan een ren in de tuin te maken en daar zat de hond het grootste gedeelte van de tijd in.
Wanneer je te dicht bij de ren kwam leek het net of Bella ging je verscheuren.
Als "ma" hem zijn eten bracht moest Luc hem steeds met een koekje de andere kant op lokken zodat zij vlug het eten kon binnen schuiven.


Al gauw gebruikte mijn pleegmoeder Bella als afschrikmiddel voor mij.
Telkens zij mij niet te pakken kon krijgen om mij het zoveelste pak slaag te geven, dreigde zij ermee mij ook in het hondenhok te zetten.
Maar dat lukte haar natuurlijk niet vermits ik harder kon lopen dan zij.
Op een dag echter maakte ik een cruciale fout!

Luc die steeds hielp om mij te grazen te nemen, liep op een keer onverwachts voor mijn voeten.
Meestal kon ik hem ontwijken.
Maar die dag had ik een te grote snelheid vermoed ik.
Mijn pleegmoeder liep achter mij met een nat stuk wasgoed. Vermits ze mij daarmee reeds in mijn arm had geslagen en dat verrekte pijnlijk was, ging ik naar een hogere versnelling.
Daarbij liep ik mijn pleegbroer omver en hij viel tegen de kant van een bijzettafeltje.
Ik weet niet wie van ons drie het meest geschrokken. Maar ik wist wel dat ik moest maken dat ik wegkwam.
Meestal vluchtte ik dan de straat op om de eerste uren niet weer te keren, maar "ma" stak daar deze keer een stokje voor.
Ze draaide de deur op slot en stak de sleutel in haar zak.
In haar ogen stond moordlust want ik had haar oogappel pijn gedaan.
Ik zag geen andere uitweg meer dan naar de tuin te vluchten.
En dat was een verkeerde inschatting van mij!

Mijn pleegmoeder dreef mij al gauw in een hoek, onderwijl meppend met het natte stuk wasgoed.
Ze sleurde mij bij mijn haren naar het hondenkot deed het hek open en liet de hond vrij terwijl ze het commando "attaque" riep tegen de hond.
De hond stoof als een pijl uit een boog op mij af en vloog me aan!
Met beide armen probeerde hem van mij af te duwen.
Het volgende dat ik mij herinner is dat ik bloedend op de grond lag.
Mijn pleegmoeder die in eerste instantie samen met Luc stond te lachen omdat ik in mijn broek plaste van de schrik, moet even later toch tot bezinning zijn gekomen. Want het lukte haar om de hond terug in zijn hok te krijgen.

De buurvrouw die het kabaal had gehoord stond als een gek te kloppen op de deur.
Mijn pleegmoeder kon niet anders doen dan haar binnen laten en deed haar eigen verhaal.
Ze loog de duivels uit de hel door te zeggen dat ik de hond had vrij gelaten.
Maar de buurvrouw zei dat ze het anders gehoord had vanuit haar eigen tuin.
Het was buurvrouw die erop aandrong om de dokter te bellen, want dat was "ma" niet eens van plan geweest.
Toen onze vaste huisarts aankwam is die zonder veel woorden met mij naar het ziekenhuis gereden.
Daar ben ik twee dagen moeten blijven. Ten eerste was ik in shock en ten tweede had ik beetwonden over bijna gans mijn lichaam.

Ik weet niet welke verklaring de huisarts, of mijn pleegmoeder, heeft gegeven in het ziekenhuis over mijn verwondingen.
Van de tijd kort na de aanval van Bella en mijn verblijf in het ziekenhuis ben ik mij niet echt bewust. Maar er is nooit enige reactie gekomen van wie dan ook. Toen ik uit het ziekenhuis "thuis" kwam, was de hond weg en het hondenhok reeds afgebroken en opgeruimd.

Mijn wonden moesten nog dagenlang verzorgt worden, en dat werd gedaan door een non. Het was steeds een pijnlijke bedoening, want de kompressen kleefden steeds vast in die wonden
Mijn pleegmoeder was dan steeds opvallend afwezig.
Wel liet ze mij de blauwe plek op Luc zijn arm zien die hij had opgelopen bij zijn val tegen het tafeltje.  Daarbij smalend zeggend "dat hij toch ook niet jankte."

"Pa" was allang blij dat de hond weg was!
Hij heeft pas jaren later en na de dood van mijn pleegmoeder zijn spijt over het voorval betuigd met de woorden, "ik was niet thuis he!"
Mijn kinderen die op dat moment 14 en 12 jaar oud waren, hoorden het hele verhaal met grote ogen aan.

Het had er waarschijnlijk niets toe gedaan was "pa" wel thuis geweest!
Ten eerste was hijzelf doodsbang van de hond. En ten tweede was hij minstens even bang van mijn pleegmoeder.

Er werd over het voorval nooit meer gepraat.
Niet door de huisarts, niet door de buurvrouwen niet door mijn pleegouders.
Alleen mijn pleegbroer heeft mij nog jarenlang gepest met het feit dat ik toen in mijn broek had geplast.
Tot hij verstand genoeg kreeg om de hele draagwijdte van het voorval in te zien.
Maar dat was pas veel jaren later.

©Huismusje


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
02-08-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. PIJN!
Na het voorval met oom D. begon ik mij raar te gedragen.
Dat wil zeggen, ik wist niet hoe mij te gedragen.
In zijn nabijheid voelde ik mij bang en opgewonden tegelijk en wist me met die gevoelens geen raad.
Omdat ik beloofd had om niets te zeggen, en omdat ik wist dat men mij "thuis" toch niet zou geloven...
...Tevens omdat ik vreesde dat ik zoals altijd de schuld van het gebeurde zou krijgen had ik geen andere uitlaatklep dan verbaal tegen alles en iedereen in het verweer te gaan.
Nichtje S. wist ook geen raad met mijn gedrag!
Ik die anders altijd voor haar op kwam liet haar nu aan haar lot over. Ook kwam ik vrijwel niet meer bij haar thuis over de vloer.

Dat maakte dat ik weer elke avond na school naar "huis" ging.
Maar ik weigerde om naar de winkel te gaan wanneer pleeg-ma me dit vroeg.
Ik weigerde elke klus die ze mij opdroeg en dat ontaarde in een machtsstrijd.
Het enige verschil met de jaren daarvoor was dat ik geen angst meer had van "ma" en dat verwarde haar.
Ik daagde haar integendeel meer en meer uit.
Ik wou klappen krijgen, ik wou pijn voelen.
Op die manier werd ik tenminste niet meer genegeerd. Ook deed ik wat ze mij al zoveel jaren verweet, ik haalde het bloed vanonder haar nagels zoveel ik kon.

Nu weet ik waarom. Maar toen begreep ik mijzelf niet.
Bittere tranen huilde ik meermaals per dag, maar ik lette er wel op dat niemand het zag.
Alles deed ik stiekem. Ook die dingen die ik niet stiekem moest doen.
Ik begon "s nachts te leven en wachtte tot iedereen sliep om mijn was te doen.
Meermaals maakte ik daarbij moedwillig kabaal zodat pleeg-ma wakker werd en waarbij ik minstens een scheldpartij over mij heen kreeg.
Maar dat was nu net mijn opzet. En dus lachte ik haar uit tot ik uiteindelijk klappen kreeg.
Ik was nog niet sterk genoeg om tegen haar op te kunnen en dus moest ik steeds bakzeil halen. Maar ik voelde het toch aan als een overwinning.

Door mijn pleegbroer te plagen kon ik "ma" zeker over de rooie laten gaan. Dat was dan ook een nieuwe uitdaging voor mij.
Op een dag was hij een koek aan het eten. Hij lustte graag "Centwafels" en ik ook.
Maar hij kreeg steeds het ganse pakje en heel soms kreeg ik dan van hem een koekje.
Ik begon het te vertikken om telkens weer te smeken om een koek aan een kind dat zeven jaar jonger was dan ik.
Dus nam ik het stiekem als hij niet keek.

Op een keer had hij het gezien!  Hij brulde als vermoord omdat hij wist dat zijn moeder als een hazewind zou komen aangelopen.
Omdat hij wist dat ik zonder vragen toch in het ongelijk zou worden gesteld.
Maar dat wist ik onderhand ook! Alleen kon het mij niet meer deren.
Ik ging de confrontatie niet meer uit de weg. Integendeel!
Het resultaat was dan ook merkbaar op mijn ganse lijf want pleeg-ma sloeg al lang niet meer met de blote hand.

Maar ik begon van pijn te houden!
Het was mijn manier om aandacht te krijgen!
Lichamelijke pijn werd een deel van mijn leven. Het was een pijn die ik uiteindelijk goed aankon. Een gevoel dat ik kon plaatsen.
Pijn was een zekerheid in mijn bestaan. Het was tenslotte de enige zekerheid die ik had.
Enkel wanneer oom D. op bezoek was voelde ik een andere pijn.
Ook schrik voelde ik, schrik dat hij het voorval zou vertellen.
Dat hij dat zeker niet zou doen besefte ik toen niet.
Maar het besef dat de pijn die ik voelde voortkwam uit het feit dat ik hem kwijt was, had ik wel.
Ik miste hem ondanks alles. Ik miste mijn veilige haven. Ik miste de aandacht die hij me gaf.
En die pijn kon ik enkel vervangen door lichamelijke pijn.
En dat was iets waarmee mijn pleegmoeder me gul bedeelde.

©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
26-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. GESCHONDEN VERTROUWEN.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Op mi' n twaalfde wist ik dat ik op mijn leeftijdsgenoten niet moest rekenen!
Niet voor medeleven of troost in elk geval.
Het leek er eender op dat hoe meer ellende ik thuis meemaakte, hoe meer zij zich verheugden in mijn miserie.
Mijn levensomstandigheden hadden voor hen dan ook meer weg van een SF verhaal vermoed ik omdat zij de realiteit niet konden plaatsen in hun eigen onbekommerde en beschermde leventje.

Als afschrikmiddel kwam ik hen wel al eens van pas.
Als ze geplaagd werden door de jongens bijvoorbeeld, dan werd ik erbij gehaald.
Ik kende dan ook een indrukwekkende waslijst aan scheldwoorden. Maar vooral kon ik de razernij van mijn pleegmoeder perfect imiteren. En daar werden plaaggeesten dan heel erg stil van en dropen ze af.
Maar voor de rest liet men mij links liggen!
Ik zocht dan ook het liefst het gezelschap op van volwassenen.

Na het débâcle van de atlas affaire mocht ik van nichtje S. voortaan mijn huiswerk bij haar thuis maken.
Oom D. (haar vader en broer van mijn pleegvader) had daar geen bezwaar tegen.
Niettegenstaande hij een zware alcoholist was,  verwende hij zijn kinderen mateloos.
Als weduwnaar was hij vader, moeder en kostwinner tegelijk.
Hij werkte in een drie ploegenstelsel zodat we vaak het rijk voor ons alleen hadden.
Als hij een late- of nacht-dienst had konden we lekker laat opblijven.
Enkel als hij de vroege shift had was hij 's avonds thuis.
Dan kookte hij lekker en mocht ik blijven eten.
Ik zat ook vaak bij onze de buren, maar bij oom D was ik het liefst.
Als hij dronken was kon hij echt de clown uithangen. Dan dolde hij met ons of we deden gezelschapsspelletjes.
Ik begon hem allengs meer en meer als een vader te beschouwen dan een oom.
Tot op een dag!

Nichtje S. had door haar ziekte veel verzorging nodig.
Er moesten katheters gestoken en kompressen ververst worden. Maar vooral moest zij verschillende keren per dag gebaad worden doordat zij geen controle had over haar blaas.
Ze had in de plaats een stoma op haar buik. Haar urine liep daarbij in een plastieken zakje. Vermits zij haar urine niet voelde lopen en wij als kinderen door het spelen de tijd niet altijd in het oog hielden, kwam het regelmatig voor dat dit zakje overliep.
Het gevolg was natte kledij en natte windels en kompressen.
Oom D gaf haar dan een bad.

Een bad was voor mij pure luxe. Wij hadden enkel het aanrecht in de keuken of een zinken bad om ons te wassen.
Van badschuim had ik nog nooit gehoord, laat staan gezien. Zelfs tandpasta kende ik niet!
Er was ten huize D geen enkele gêne qua naaktheid. Iets wat bij mijn pleegouders een groot taboe was.
Omdat ik steeds verlangend naar dat lekker geurende badwater stond te gapen, zei oom D. dat ik ook wel in bad mocht als ik wou.
Nichtje S. die tevens huidkanker had aan haar linkervoet en daarom niet veel of lang mocht en kon lopen, ging na haar bad steeds op haar bed liggen rusten.
Dan ging oom D bij haar zitten om te vertellen of naar haar verhalen te luisteren.
Ondertussen ging ik dan al eens een keertje in bad.

Zo ook die dag!
Plots ging de deur van de badkamer open, want een slot was er niet op de deur, en oom D kwam binnen.
Ik was een beetje verlegen.
Niet zozeer voor mijn naaktheid dan wel voor mijn vieze en ouderwetse ondergoed. Want lingerie had ik niet van mezelf, Ik droeg dat van mijn pleegmoeder.
En die liet het niet toe dat ik elke dag schoon ondergoed uit de kast nam.

Oom D ging op zijn knieën naast het bad zitten, nam het washandje en begon mij te wassen.
Tot hiertoe vond ik het nog best omdat hij dit ook bij zijn dochter deed.
Maar dan gingen zijn handen tussen mijn benen en stak  zijn vinger in mijn vagina! Tegelijk trok hij de stop uit het bad.
Ik sprong op als een verschrikt wild dier want hij deed mij pijn! Echter door de schuim in het bad gleed ik uit.
Toen zaten zijn handen overal!
Hij suste mij en zei dat ik niet bang hoefde te zijn.
Maar ik was niet zo naïef om te denken dat dit een gewone wasbeurt was.

Hij vroeg of hij verder mocht gaan?
Zei dat ik hem daar een groot plezier mee zou doen. Verzekerde mij dat ik het ook leuk zou vinden. Hij opende zijn broek.
Ik wist niet wat zeggen! Ik hield van die man als van een vader. Ik had hem nodig als compensatie voor de harde en kille behandeling van mijn pleegouders.
Ik voerde een helse tweestrijd, want ergens wou ik hem ter wille zijn. Maar het voelde toch verkeerd en ik was bang.
Toen hij mij een tongkus gaf, mijn allereerste, knapte er iets in mij.
Zijn adem stonk naar drank en sigaretten. Maar ik vond vooral het tongkussen op zich heel vies en ik vroeg hem om te stoppen.
Op dat eigenste moment wist ik dat door die weigering ik iets ging verliezen dat nooit meer zou terugkomen.
Hij liet mij los, keerde zich van mij af en fatsoeneerde zijn kleren.
Hij vroeg mij nog om nooit iets te zeggen over het gebeurde.
Dat beloofde ik hem.

(Behalve aan mijn pleegvader heb ik het ook nooit aan iemand vertelt zolang oom D leefde.)

Het is nooit meer hetzelfde geworden tussen oom D en mij!
Hij praatte nooit meer over het voorval en ik zweeg ook als vermoord.
Ik had zo graag de ontstane afstand tussen hem en mij teniet gedaan. Maar ik wist dat dit niet kon zonder dat hij dingen van me zou verlangen die ik absoluut niet wilde doen.
Al heb ik nog lang en vaak getwijfeld.
Al was het maar om aandacht te krijgen, hoe verkeerd die aandacht dan ook zou zijn.
Al was het maar om gewenst te zijn en om iets voor iemand te kunnen betekenen!
Want nu voelde ik mij weer eens verstoten.

Wederom was ik een illusie armer!
Eens te meer verdween weer dat fijne gevoel van veilig zijn uit mijn leven.
Mensen rondom mij vonden mij een vroegrijp kind, zowel van geest als van lichaam.
Vroegrijp? Ik voelde mij simpelweg stokoud!

©Huismusje


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
25-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NAAMLOOS KIND
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Gedurende mijn eerste twaalf levensjaren leefde ik  onder een valse naam.
Mijn ware naam hoorde ik voor het eerst toen ik mijn wettelijke identiteitskaart moest gaan halen. Dat was een hele verwarrende toestand. Maar tegelijkertijd vielen ook alle puzzelstukjes  op hun plaats.
In het kleuter-en lager onderwijs stond ik ingeschreven onder de familienaam van mijn pleegouders. De reden daarvoor was dat zij geen last zouden krijgen met kinderbijslag en belastingdienst. Mijn pleegouders kregen kindergeld voor mij, en gaven mij als 'ten laste' op aan de belasting. Toch was ik nooit officieel door mijn moeder of enige instantie aan hen toegewezen. Mijn biologische moeder heeft steeds haar rechten op mij behouden. Zowel mijn biologische moeder evenals mijn pleegouders hadden hun redenen om te zwijgen en dus wisten de instanties van mij niets af.

Ik wist dan ook niet beter (daar ik hun naam droeg) dan dat mijn pleegouders mijn echte ouders waren,  en begreep dan ook niet waarom pleeg-ma mij "die vreemde luis" noemde. Op school had men ook geen enkel vermoeden, hoewel ik dat nu heel vreemd vind.
Zo hield pleeg-ma mij steeds met een smoes thuis wanneer we met de klas naar de jaarlijkse gezondheid keuring gingen. Ook zo wanneer de tandarts naar de school kwam, of de oogarts.De meeste inentingen tegen polio e.d. heb ik ook pas gekregen in mijn tienerjaren.
Op een dag verzwikte ik mijn voet. De schoolverpleegster vreesde dat mijn voet wel eens gebroken kon zijn Maar er was iets niet in orde met de verzekering van de school, er ontbraken enkele gegevens. De school-directrice eiste daarom dat mijn "ouders" zelf met mij naar het ziekenhuis gingen om röntgenfoto's te laten maken. Mijn pleegmoeder weigerde dit. Als argument stelde zij dat hun huisarts ( die reeds jarenlang op de hoogte was van de situatie) dit niet nodig vond. De directrice nam na lang over en weer geklets uiteindelijk genoegen met de verklaring van de huisarts.

Vrijwel alles deed ik alleen zonder dat er ook maar iemand zich om mij bekommerde.Dus toen ik twaalf werd ging ik uiteraard ook alleen naar het gemeentehuis om mijn officiële identiteitskaart te ontvangen. Daar kreeg ik voor het eerst mijn eigen familienaam te horen. Naïef als ik was maakte ik de bediende duidelijk dat zij zich vergiste Men vond het verdacht dat ik mij aan het loket aanbood onder een valse naam, en men riep de 'Jeugdbrigade' erbij.
Ik werd meegenomen naar hun bureau dat eveneens in het gemeentehuis gevestigd was. Er liep veel politie rond en ik was vreselijk bang omdat ik niet wist wat er gaande was. Met een politie combi heeft men mij bij mijn pleegouders afgezet. Van toen af is de bal aan het rollen gegaan denk ik. Er kwam om het half jaar iemand van de jeugdbrigade langs, maar zoals het in die tijd gebruikelijk was werd aan mij nooit wat gevraagd, enkel "ma" mocht praten.
Ik had er een nieuwe angst bij want mijn pleegmoeder kon mij bang maken met nieuwe dreigementen zoals: "ik geef je de volgende keer gewoon met de politie mee."
Maar ik begon de dingen vanaf toen in de juiste context te plaatsen. En wat hel belangrijk was voor mij, ik was ook geen naamloos kind meer.

(© Huismusje)







Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
24-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LAGERE SCHOO (3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Was het zesde leerjaar voor mij slecht begonnen, het zou nog erger worden!

Daar ik geen atlas kreeg van thuis mocht ik die van de juf gebruiken.
Ik moest hem wel telkens na de les aardrijkskunde terug afgeven.
Ook zo voor handwerk, schildergerei en muziekles.
Ik voelde mij dan telkens zeer opgelaten want er werd op die momenten steevast gegiecheld door mijn klasgenoten.
Het hielp mij echter wel om de lessen te kunnen volgen. Ik droomde al van een rapport zonder nullen wegens "niet in orde" en misschien wel eens een voldoende omdat ik mee kon met de leerstof.
Met huiswerk evenwel was het een andere zaak. Daar had ik natuurlijk niet het gerief voorhanden dat ik nodig had.

Op een keer moesten we de landkaart van België tekenen en inkleuren.
Mijn pleegbroer had kleurpotloden en waterverf van de allerbeste merken.
Ik mocht voor een keer de atlas van de juf mee naar huis nemen met de woorden: "Ik reken erop dat je er zorg voor draagt!"

De heisa thuis begon al van toen ik zei dat ik plaats nodig had aan de tafel om te schilderen. Want plotsklaps moest mijn pleegbroer ook schilderen.
En vermits hij, volgens pleeg-ma dan toch, het artistieke talent in zich had om een groot kunstenaar te worden, moest ik plaats ruimen.
Meteen daarop kwam de volgende moeilijkheid want ik had een tekenpapier nodig maar had geen tekenblok.
Dus wachten tot pleeg-ma even uit het zicht verdween om er stiekem twee van Luc te nemen.

Toen mijn tekening af was moest ik ze nog kleuren.
Dus weeral een hoop geruzie met pleeg-ma en Luc om de penselen en de verf te mogen gebruiken.
Natuurlijk moest hij net die kleur gebruiken die ik ook nodig had. En natuurlijk kreeg hij de eerste keuze.
Ik, die niet echt meer zo makkelijk over m'n kop liet gaan, beet behoorlijk van mij af. Luc die wist dat hij bij de minste kik zijn gelijk zou halen, beet behoorlijk terug.
Door het kabaal aan tafel kwam mijn pleegmoeder als een getergde leeuwin uit de keuken.
Zonder ook maar enige uitleg te vragen trok ze mij bij mijn haren van mijn stoelen sloeg met haar vlakke hand in mijn gezicht.
Toen nam ze mijn tekening van de tafel en scheurde ze kapot. Vervolgens  smeet ze de atlas met een smak tegen de grond. "Ziezo" zei venijnig, " je huiswerk is af." zei ze.

Ik stond als aan de grond genageld!
Niet om de klappen die ik kreeg, want dat was ik gewend. Niet om mijn bloedende lip en neus, want dat merkte ik niet eens.
Ook niet wegens de luide schaterlach van Luc, want hij wist niet beter als vijfjarig kind.
Het was omdat de atlas kapot aan mijn voeten lag.

Ik durfde niet naar school de volgende dag. Uren heb ik rondgedoold.
Nadenkend over wat ik moest uitvinden om een plausibele uitleg te kunnen geven voor het gebeurde.

Na de middag had ik genoeg moed verzameld om naar de klas te gaan en te vertellen dat de atlas van tafel was gevallen. Ik verzon er een gans scenario bij om mijn uitvlucht geloofwaardig te maken.
Ik durfde gewoon de ware toedracht niet vertellen. Ik was er zo van overtuigd dat ik slecht was en dat het allemaal mijn schuld was, dat ik nog liever loog dan de waarheid te zeggen. I
k was er vast van overtuigd dat anderen evenzo over mij dachten.
Tenslotte hoorden men nooit wat goeds over mij zeggen.
De Ooooh's en de Aaaaaah's van de kinderen in de klas deden me meer pijn dan de klappen van mijn pleegmoeder.

De lerares stelde geen verdere vragen.
Ik moest met de kapotte atlas naar de directrice en daar mijn verhaal opnieuw doen.
Daar mocht ik dan voor het bureau tot aan de speeltijd in straf gaan staan.

De directrice schreef een nota in mijn agenda.
Die moest ik thuis laten tekenen om het daarna weer aan haar te laten zien.
Ik maakte mij daar geen zorgen over omdat noch pleeg-ma noch pleeg-pa" ooit mijn agenda las, laat staan dat ze hem tekenden.

©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
22-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LAGERE SCHOOL (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Het was de eerste keer in 3 jaar tijd dat ik genoten had van een vakantie zonder uit werken te moeten gaan.
Ook had ik de zwakke plek van mijn pleegmoeder ontdekt en tevens mijn durf om dat uit te buiten.
Maar na de euforie zou de realiteit weer keihard toeslaan!

Het begon al meteen op de eerste schooldag. De zesde klas van het lager onderwijs.
We hadden een waslijst aan school benodigdheden meegekregen en ik legde die 's avonds op tafel.
"Ma" keek er niet eens naar. Toen ik geld vroeg om het nodige te gaan kopen, tikte ze met haar wijsvinger tegen haar voorhoofd.
"Als jij gaat spelen in plaats van te werken is er geen geld voor jou" Ze zei er nog bij dat ze hoopte dat ik van de vakantie had genoten, want het zou mijn laatste zijn.
Haar haat jegens mij nam alsmaar grotere proporties aan en de mijne tegen haar eveneens.
Elke dag kreeg ik voortaan te horen bij elke vraag die ik stelde "vraag het aan meneer pastoor" of "zoek je moeder en ga daar bedelen."

Al maakte mij zo klein mogelijk in de klas, het was onbegonnen werk want
iedereen wist dat nooit het nodige schoolgerief bij me had. Ook qua hygiëne ging het bergafwaaarts.
Mijn pleegmoeder weigerde om mijn kleding nog te wassen. Ik moest het voortaan zelf doen. Maar haar getreiter ging soms zo ver dat ze mij niet toeliet om waspoeder te gebruiken.
Sokken pikte ik stiekem uit de lade van mijn pleegvader want blootvoets was in die tijd geen mode. Maar zo viel ik nog meer op! Meisjes droegen immers witte sokjes en geen dikke wollen grijze mannensokken.
Soms droeg ik twee paar sokken over mekaar omdat van het éne paar in de linker sok een gat zat en in het andere paar in de rechter sok.
Aan mijn voeten droeg ik plastieken laarzen die pleeg-ma gebruikte om de straat te schuren.
Daar ze mij te groot waren vouwde ik de bovenrand naar buiten. Met als gevolg dat ik pijnlijke striemen op mijn benen had, want op die manier schuurde ze mijn huid kapot. De striemen waren zo diep dat het maanden heeft geduurd voor de littekens verdwenen waren.

De juf van het zesde leerjaar hadden we ook in de vijfde klas gehad. Dus die wist dat ze van mij niets moest verwachten en dat deed ze dan ook niet. Zij negeerde mij zoveel mogelijk. Behalve als er een voorbeeld moest gesteld worden van hoe iets niet moest want dan wees haar vinger naar mij.
Tot grote hilariteit van de klas.
Schoolboeken en sommige schriften hadden we sowieso van de school maar kladschriften en notaboeken moesten de ouders kopen.
Ook de benodigdheden voor tekenen en schilderen, handwerk (haak en breinaalden en wol)muziek (blokfluit), enfin al wat je zo al nodig had om de leerstof onder de knie te krijgen moest worden gekocht door de ouders.
Ik had niets! En ik besefte goed genoeg dat de andere leerlingen mij niet steeds dingen gingen lenen. Trouwens ik moest dan steeds wachten tot zij klaar waren natuurlijk en zo geraakte ik hopeloos achterop.

Zo goed en zo kwaad als ik kon probeerde ik mijn plan te trekken.
Ik had een heel gamma aan smoezen klaar wanneer ik weer eens niet in orde was met iets.
Het geld voor de thee in de lunchpauze had ik zelden of nooit bij me.
Telkens ik wel kon betalen had ik het bijeen gestolen van kleingeld dat "ma" op de kast liet liggen en vergat weg te steken
Ik loog bij elke vraag die volwassenen mij stelden. Dan nog liever doodvallen dan te zeggen hoe het er "thuis" aan toeging.
Omdat ik rotsvast geloofde dat het mijn eigen schuld was.

Alles deed ik stiekem!
Ik wachtte tot iedereen sliep om boterhammen klaar te maken voor op school. Ik deed het in het donker en muisstil.
Dat kon ik doen omdat ik in de woonkamer, vlak naast de keuken, op een zetel sliep.
Ik stak de boterhammen, verpakt in een oude broodzak, dan weg in mijn boekentas met als resultaat enorme vetvlekken op mijn boeken en schriften.

Gelukkig was er nichtje S die haar thee met me deelde.
Je mocht telkens twee koppen thee halen, maar nichtje S. mocht wegens haar stoma niet veel drinken en dus gaf ze haar tweede kop aan mij.
Ook haar boterhammen deelde ze soms.
Doch als de juf van de middagpauze het zag vloog ik de refter uit.

Dat jaar werd ik op heel korte tijd ook heel erg bitter.
Het rare is dat ik mijn pleegbroer erger haatte dan mijn pleegouders. Ik zag hem als de oorzaak van mijn ellende.
Hij mocht en kreeg alles wat hij vroeg.
En natuurlijk buitte hij dat zoveel mogelijk uit. Daarvoor was hij kind.

Ja, het zesde leerjaar was een ware hel!
Mijn leven was een hel en ik had het enkel te danken aan de mensen die bij ons over de vloer kwamen dat ik nog een dak boven mijn hoofd had.
Maar dat was dan ook het enige dat ik had!!!

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
21-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. MENEER PASTOOR
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Vroeger was het de gewoonte dat telkens wanneer je naar een nieuwe parochie verhuisde, meneer pastoor de nieuwe parochianen kwam verwelkomen. Zo ook bij ons.
Meneer pastoor kwam niet persoonlijk, maar stuurde zijn onderpastoor.
Die onderpastoor was een jonge energieke man, Prosper Heylen genaamd.
Hij runde "Het Pleintje".

"Het Pleintje" had tot doel om de kinderen van de straat te houden.
Veel was er niet aanwezig op dat pleintje, maar wij waren in die tijd ook snel tevreden.
Men kon er rolschaatsen huren, of tafelvoetbal spelen. Er stonden een schommel, wip en schuifaf. Gewoon wat kletsen op een bankje, meiden onder mekaar kon ook.
Elke dag had meneer pastoor wel een spel uitgedacht dat we met z'n allen konden spelen, zowel de jongens als de meisjes. En hij deed dan steeds heel enthousiast met ons mee.
Wanneer ik denk aan al die keren dat ik hem heb zien rennen met zijn rokken opgetrokken tot boven zijn knieën krijg ik nog de slappe lach.

Mijn pleegmoeder pakte meteen uit in alleschijnheiligheid.
Want tegenover de pastoor deed ze zich heiliger voor dan de paus.
Luc werd in alle glorie aan de pastoor voorgesteld. En hoewel ik ook aan tafel zat deed ze of ik lucht was.
Doch dat was buiten meneer pastoor gerekend!

Hij luisterde beleefd en geduldig naar de lofzang van pleeg-ma over Luc en wees toen naar mij. Hij vroeg of ik de dochter was?
Pleeg-ma die mij als haar werk van barmhartigheid zag, vertelde hoe ik bij hen in huis was gekomen en wat een opoffering zij zich voor mij getroostten.
"Mooi" zei meneer pastoor "dan kan zij wel naar 't Pleintje komen in de vakantie."
"Daar kan ze aan volksdansen doen als ze wil en kan ze mee op kamp in de grote vakantie. " Meteen noemde hij ook de kostprijs van het plaatje.

Mijn pleegmoeder wist niet meer waar ze het had!
Zij die vol lof haar kind de hemel had ingeprezen en meneer pastoor die enkel aandacht schonk aan mij.
"Zou je dat niet graag doen" vroeg de pastoor aan mij?

Ik durfde niet te antwoorden.
Het was grote vakantie en zoals gewoonlijk hadden mijn pleegouders werk gevonden voor mij.
Ditmaal in een dokters gezin nabij het 'Museum voor Schone Kunsten.' 
Maar dat mocht niemand weten en meneer pastoor al zeker niet!

Ik keek een beetje angstig naar pleeg-ma omdat ik wist wat ze van mij verwachte.  Maar ik wist ook dat ze niets kon doen of zeggen met de pastoor in de buurt.
Dus trok ik mijn stoute schoenen aan en zei: "Ja meneer pastoor, dat zou ik heel graag doen."
Mijn hart bonsde in mijn keel en mijn blaas leek op springen te staan. Het was de allereerste keer dat ik in opstand kwam.
"Oh ja" zei de pastoor nog "hoe zit het met haar plechtige communie?"
Want ik werd bijna twaalf!

Pleeg-ma haar ogen schoten vuur en haar gezicht liep rood aan. Telkens de voorbode van een razernij aanval wist ik.
Ze haalde het argument aan dat zij geen vergoeding voor mij kregen en dat mijn moeder onvindbaar was.
"Arm kind" zei meneer pastoor zacht. Pleeg-ma schrok danig van die uitspraak. Die woorden had nooit eerder   niemand recht in haar gezicht durven uitspreken.

Ik wist dat ik het zou moeten bekopen als het bezoek zou weg zijn maar op dat eigenste moment voelde ik mij gesterkt.
Ik had eindelijk een bondgenoot. Iemand die voor mij opkwam.
Iemand die, en dat geloof ik sterk, de ware situatie meteen doorhad.
Hoe verklaar je anders dat meneer pastoor mij kwam halen met het busje terwijl "'t Pleintje" net om de hoek lag?
Of dat hij opdracht gaf aan een van de leiders  om mij op te halen?
Dat hij er voor zorgde dat pleeg-ma het geld betaalde om mee op verlof te kunnen gaan en daar bovenop zakgeld om een snoepje of drankje te kopen?  Als een pitbull zat hij aan haar vel.

De zomer voor ik naar het zesde leerjaar ging was mijn mooiste zomer.
Het was de eerste zomer dat ik dagelijks kon spelen net als andere kinderen van mijn leeftijd.
De eerste vakantie dat ik niet uit huis hoefde om te gaan werken.

Ik voelde mij vrij! Ik voelde mij machtig!
Ik had gezien en gehoord hoe zwak mijn pleegouders stonden. Hoe zij moesten buigen wanneer er iemand voor mij opkwam.
Vooral mijn pleegmoeder had het daar zeer lastig mee. "Pa" was zoals steeds weinig van zeggen.

Maar voor mij zou het nu allemaal gaan veranderen!
Niet dat het beter werd. Integendeel! Maar ik maakte het hun niet zo gemakkelijk meer als voorheen.

Het is vreemd hoe machtig je jezelf kunt voelen als je gesteund wordt door iemand die het goed met je meent.
Ik was plots heel wat minder angstig en verdedigde mij wanneer ik nog maar eens de schuld kreeg van iets dat ik niet had gedaan .
Ik liet mij niet meer uitschelden zonder terug te schelden.

Door dat onaangekondigd en kort bezoek van 'meneer Heylen' (zoals alle kinderen hem noemden) had ik plots de laffe en zwakke kant van pleeg-ma ontdekt.
Ik ontdekte meteen ook dat ik verbaal sterker was dan zij. Dat ik haar meermaals met woorden schaakmat kon zetten.
Het kwam mijn situatie niet ten goede want als kind kan je uiteindelijk niet op tegen volwassenen. En ik hing nog steeds van hen af!
Mijn triomf duurde dan ook niet lang want twee jaar nadien werd Meneer Heylen overgeplaatst.

Ik heb nog vaak naar hem geïnformeerd. De mede oprichtster van "Het Pleintje" vertelde me dat hij naar de parochie van 'Sint Andries' was overgeplaatst.
Na de dood van zijn ouders erfde hij de ouderlijke boerderij. Die heeft hij omgebouwd tot opvangtehuis voor drugsverslaafden.
ik heb hem nooit meer weergezien.
Als hij nog leeft moet hij hoogbejaard zijn.
Maar ik vergeet hem nooit!

©Huismusje


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
20-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LAGER SCHOOL (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen Al vanaf het laatste jaar kleuterschool werd ik alleen op pad gestuurd. Soms met lunch, soms gewoon zonder. Maar of ik nu eten bij had of niet, ik moest 's middags overblijven.
Dat maakte dat ik soms een ganse dag zonder eten was, want pleeg-pa maakte zijn boterhammen zelf en was reeds vertrokken wanneer ik opstond.
Pleeg-ma had geen tijd voor mij want al haar aandacht ging naar mijn pleegbroer.Hij was  haar obsessie en zou dat blijven tot aan haar dood!
Niettegenstaande de honger was ik een redelijk goede leerling, dwz, ik was verstandig en kon de leerstof goed aan. Maar....

....Toen de inktpot en pen werd afgeschaft en wij met een vulpen moesten schrijven, behaalde ik al achterstand. Want ik kreeg geen vulpen, maar een gewone goedkope 'Bic.'
Vermits het niet toegelaten was om daar mee te schrijven, werden er punten afgetrokken op mijn rapport.
Sportkledij en zwemgerief kreeg ik ook niet, dus weer zero punten op het rapport.

Het ergste voor mij was dat ik er bovenop nog voor gestraft werd door de juf. Moest dan de hoek in of bij het turnen op de speelplaats onder de bel gaan staan.
Maar de zwemles was pas echt een vernedering voor mij!
Dan moest ik als 10 jarige als straf in het eerste leerjaar gaan zitten.
Waarbij die zes-jarigen mij natuurlijk flink uitlachten!

Voor al het schoolgerief dat moest worden aangekocht en ik van "thuis" niet kreeg, had ik steeds een uitvlucht. Maar die was zo kinderlijk naïef en doorzichtig dat de juf het natuurlijk niet geloofde.
Zeggen dat ik het niet kreeg van "thuis" werd trouwens ook niet geloofd!
Op mijn rapporten stond jaar na jaar steeds dezelfde opmerking: "Zij kan goed mee maar is nooit in orde!" Ik had menige mooie rode O staan!

Vriendinnetjes had ik niet veel want die moesten dan steeds hun gerief delen met mij.
Zoals hun kleurpotloden of verf, hun vulpen wanneer ze die dubbel hadden en zelfs hun handwerkgerief. Iets wat ze enkel deden onder dwang van de juf.
Vermits kinderen wreed zijn tegenover andere kinderen werd ik daarvoor uitgescholden voor "schele" of "arme hond".

Zo werd ik een eenzaat. Mij verdedigen deed ik niet. Durfde ik ook niet!
Ik was bang om klappen te krijgen en die kreeg ik thuis al genoeg. Kwam bij dat ik wel degelijk goed besefte dat ik niet was zoals andere kinderen, ik merkte het verschil elke dagen.
Liever vluchtte ik naar mijn fantasiewereld. In die wereld had ik alles wat ik nodig had.... en véél meer.

Terwijl de anderen met het springtouw en de ballen speelden of de toenmalige gebruikelijke groepspelletjes deden, keek ik steeds van op afstand toe.
Wanneer ik dan weer eens uit de klas werd gezet profiteerde ik van de gelegenheid om met het achtergebleven springtouw of ballen te spelen. Zo leerde ik toch touwtje springen en ballen tegen de muur of in de lucht gooien.
Ik fantaseerde mij er ook een hele resem vriendjes bij. In mijn hoofd was ik nooit alleen en had ik niks tekort!
Zwemmen heb ik mezelf helaas nooit kunnen leren.
©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
09-07-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERLOREN GELOPEN

Ik zal amper zeven zijn geweest toen het gebeurde. Met mijn pleegmoeder aan de wandel, pleegbroer in de kinderwagen. We wonen nog maar net in de buurt en alles is nieuw voor mij. Plots zie ik mijn pleegmoeder niet meer en sta ik alleen in de straat. Ik begin te lopen maar waarschijnlijk de verkeerde richting uit want pleegmoeder is in de verste verte niet te bespeuren. Zo loop ik uren te dolen en het wordt al donker wanneer een man naar me toe komt lopen en vraagt waar mijn mama is. Maar al wat ik doe is beginnen huilen. De man neemt me mee in zijn auto en begint rondjes te rijden.Daarbij steeds vragend: "woon je hier, ken je dit, weet je nu waar je bent"? Maar ik herken niets. Ik woonde er immers pas! En dan schiet mij iets te binnen en vernoem "HetTirolerhof".

Het Tirolerhof is een speeltuin dicht in onze buurt en ik ben er met mijn pleegouders op een zondag naartoe geweest. De man rijdt naar de speeltuin, en gelukkig voor mij is er daar iemand die mij, of mijn pleegmoeder kent en geeft de man mijn adres.

In de straat aangekomen kan ik ons huis aanwijzen want zoveel stonden er toen nog niet in die straat.
Wanneer mijn pleegmoeder de deur opent en de man haar een opmerking geeft, krijgt hij als bedankje de deur in zijn gezicht gesmakt. Ik krijg een flinke pandoering en wordt hardhandig de gang door gesleurt en mag in het hok mijn straf gaan uitzitten. Pas als mijn pleegvader thuiskomt mag ik er weer uit. Het is ondertussen dan ook bijna 23.00h want 'pa' had de late de late schift.

©Huismusje



Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
29-06-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE HUISDOKTER.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Sinds de geboorte van mijn pleegbroer hadden wij wekelijks de huisdokter op bezoek.
Niet noodzakelijk omdat er iemand ziek was, maar meer als afleiding voor mijn pleegmoeder vermoed ik. Ook was zij zo danig geobsedeerd dat wanneer mijn pleegbroer zijn bord een keertje niet leeg at zij in alle staten was.

De dokter waseen hele knappe man.
Lang en slank, donker golvend haar en staalblauwe ogen. Rijk was hij ook! Althans, dat kon je vermoeden aan zijn sportwagen en villa.
Van origine was hij Oostenrijker, maar had al vele jaren zijn praktijk in Deurne-Zuid.
Echt zo een dokter uit een romantische film.


De dokter had twee zonen. Eén daarvan was mentaal gehandicapt. De tweede was het evenbeeld van zijn vader.
Mijn pleegmoeder etaleerde haar adoratie voor de dokter zo openlijk dat het genant was om zien.
Mijn pleegmoeder was helemaal geen mooie of verzorgde vrouw!
Tanden bezat ze bijna niet meer en diegene die ze nog had zagen zwart.
Wel had ze een mooie bos haren, maar ze werden maar heel sporadisch gewassen.

Maar als de dokter kwam werden de krulspelden boven gehaald en trok ze haar "zondagse kleren" aan.
Nylons over haar zwaar behaarde benen, en een streep lippenstift, vervolledigde het plaatje.
Pathetisch ook hoe ze met die man koketteerde.

Mijn pleegvader zag het met lede ogen aan.
Met zijn kleine gestalte, magere figuur en zijn kalende hoofd, kon hij immers niet concurreren met de knappe dokter.

Wanneer de dokter een door haar aangeboden sigaret aannam werd ze euforisch. Ook zo met de aangeboden kop koffie.
Ik heb hem echter nooit die kop zien leegdrinken of die sigaret weten oproken.
Waarschijnlijk was hij te beleefd om te weigeren?

Waren zijn looks super, zijn kunde was dat minder! Althans wat mij betrof.
Ten eerste moet hij toch gemerkt hebben dat ik steeds met blauwe plekken, schrammen en builen rondliep?
Enkele keren heeft hij mij ook moeten oplappen. Een keer zelfs zo serieus dat hij met mij naar het ziekenhuis is moeten rijden.
Maar er een opmerking over maken of de daarvoor bevoegde instanties verwittigen deed hij niet.
Wel zette hij later op papier dat de situatie tussen pleeggezin en pleegkind onhoudbaar was.
Maar het hoe en het waarom liet hij in het midden!

De centen waren vlug verdiend ten huize van.
Even het zoontje de hemel inprijzen en de knip ging open.
Want daar was het pleeg-ma vooral om te doen.
Te horen zeggen dat ze een knappe zoon had. Een die het nog ver zou schoppen.
Ik vraag mij af, wat als ze zou weten dat hij een simpele loketbediende is bij de NMBS? Niet dat dat ik dat beroep te min vind, maar zij had veel grotere dromen voor hem.
Of zou ze dan zichzelf hebben wijsgemaakt dat de spoorwegen van hem waren? We zullen het nooit weten.

©Huismusje


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
24-06-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. HET KONINGSKIND.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mijn pleegbroer leek geboren in een gouden wieg!
Vermoedelijk was die late en onverwachte zwangerschap van mijn pleegmoeder haar in het hoofd geslagen. Want ze behandelde hem als was hij een koningskind.
Niettegenstaande dat pleegvader drie jobs had, was het geld al op nog voor het op tafel lag. Alles ging naar "de kleine"!

Zo liet pleeg-ma voor die driejarige peuter bij "Het Meuleken"(een gekende Antwerpse kleermakerswinkel) zijn pakjes op maat maken. Idem dito met zijn schoentjes die wit met een boord van zwart lakleer moesten zijn.
Zijn hemden moesten wit zijn met aan de kraag een boord van kant of plooitjes en daar horen uiteraard zijden strikjes en gouden manchetknopen bij.
Iedereen vond het een plaatje. Nou ja, het was ook een mooi ventje hoor!
Maar ik snap niet dat er nooit iemand met zijn wijsvinger tegen zijn voorhoofd tikte wanneer pleeg-ma" met hem schouwde.

Ook het duurste speelgoed was maar net goed genoeg!
Zo had hij Lego blokjes en Meccano bij de vleet.
Tientallen puzzels, stripboeken en kleurboeken bezat hij.
Alles uit de beste speelgoedwinkels en van het duurste merk.
Zo had hij diverse treintjes waar nu nog elke liefhebber jaloers zou op zijn. Alles moest van "Marklin"zijn.
Het beste was nooit goed genoeg. Er was steeds wel iets beter en duurder.

Elke week kwam de huisdokter. Want als hij een keer zijn bord niet leeg at was pleeg-ma totaal in paniek.
Er werd dan ook enkel dat gekookt wat Luc eten wilde.
Het was pathetisch om te zien hoe Luc haar hele doen en laten beheerste!
Maar voor mij was het triest. Want haar haat en nijd jegens mij werd met de dag groter en feller.

Ik herinner mij dat ik op zeker ogenblik een koek van tafel nam die hij maar half opgegeten had.
Razend werd ze daarvoor!
"Wie dacht ik wel dat ik was?" "Jij dikke zeug, jij vreemde luis, jij moet met je poten van die koek afblijven!" En die benamingen waren nog mild ten overstaan van de vele andere die ik dagelijks naar mijn hoofd geslingerd kreeg.
Daar ik steeds rond de tafel liep wanneer er weer klappen gingen vallen en ze mij zodoende niet te pakken kon krijgen omdat ik kleiner en sneller was, nam ze op een keer een hark en sloeg daarmee over de tafel heen naar mij.
Eén van de scherpe punten maakte een diepe wonde op mijn schouder en rug.
Als troost kreeg ik de raad om mijn mond dicht te houden tegen iedereen. "Anders zou ze mij de straat opgooien, voorgoed." Dus zweeg ik!
Ik heb van die klap met die hark een vergroeiing in mijn hals overgehouden..

Naar de kleuterschool is Luc nooit geweest omdat zij hem steeds aan haar zijde hield.
Maar eens schoolplichtig had ze geen keuze meer en waren de beste scholen niet goed genoeg.
Omdat de zonen van onze huisdokter in het Xaverius College school hadden gelopen, moest Luc daar natuurlijk ook naar toe.
Het dure schoolgeld konden mijn pleegouders zich in feite niet permitteren, maar liever maakte mijn pleegmoeder schulden dan haar zoon naar de jongensschool om de hoek te sturen.


Vriendjes werden gekocht met massa's snoep en geschenkjes.
Elke week ging ze naar zijn leraar toe, want ze wou zeker zijn dat hij de punten kreeg die hij volgens haar verdiende.

Mijn pleegvader keek het allemaal met lede ogen aan. Wanneer hij een opmerking maakte, hetgeen een enkele keer gebeurde, werd ze een razende furie. Het schuim kwam letterlijk op haar lippen te staan. Echt doodsbang waren wij van haar wanneer ze weer een aanval van razernij kreeg.
En zulke aanval kwam geheid telkens iemand ook maar iets van commentaar gaf op haar gedrag betreffende Luc.
Mijn pleegmoeder is in de laatste jaren van haar leven dement geworden. Maar volgens mij is die dementie reeds ontstaan bij de geboorte van Luc.

Telkens er geen geld meer was om de boodschappen te betalen stuurde ze mij naar de winkel. Mijn pleegmoeder rekende er immers op dat men een kind niets zou weigeren.
Dan moest ik vragen om alles zolang op de rekening te schrijven.
Meerdere malen kreeg ik dan te horen dat er nog een rekening open stond en dat die eerst moest worden voldaan.
Pleeg-pa wist daar niets van. Zoals later zou blijken!

Soms moest ik te voet van Deurne naar het ziekenfonds in de Ommeganckstraat om de ziekenbons te gaan uitwisselen.
Meerdere malen moest ik zonder geld te voet weerkeren naar huis, omdat de bijdrage niet was betaald en men dus ook niet uitbetaalde.
Op zulke momenten werd het mij vaak echt te moede omdat ik wist wie de dupe ging zijn van die weigering. Dan kreeg ik steeds te horen dat hun te kort aan geld mijn schuld was. Dat als ik er niet was geweest.....enz.

Het was niet zo dat ik het Luc niet gunde hoor, integendeel.
Maar het contrast van de leffomstagheden tussen ons beide was te schrijnend en te groot.

©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
17-06-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE BELONING.
Klik op de afbeelding om de link te volgen Voor al mijn klusjes in het huishouden en mijn vakantiewerk mocht ik als beloning op zondagmiddag naar de bioscoop.
Ik was natuurlijk zo fier als en gieter want ik was het enige elfjarige kind uit de buurt die zulks mocht.
Ik was dol op film want dan kon ik de realiteit ontvluchten. Ik fantaseer mij middenin de film.
Zo zong en danste ik samen met 'Elvis Presley.' Trok ik op avontuur met 'Winnetou.' Op die laatste was ik hopeloos verliefd... en hij natuurlijk ook op mij... of wat had je gedacht!

Op mijn weg van en naar de bioscoop moest ik voorbij verschillende open velden en plekken met struikgewas.
In de winter was het reeds donker toen de film uit was en deed de weg wel een beetje eng aan.
Mijn oplossing was dan luidop in mezelf praten of luidop lopen zingen.

**(Dat was iets dat ik mij eigen had gemaakt in mijn strafkamer.
Telkens pleeg-ma mij daarin stopte zette ze de radio wat luider. Niet voor haar rust want zij kon mij toch niet horen wegens de gesloten tussendeuren, maar voor de buren vermoed ik.
Dat maakte dat ik vrijwel elk liedje van de radio of platendraaier kon meezingen. Zelfs in het Frans, Engels en Duits. Fonetisch weliswaar, want verstaan deed ik het niet.**

Toevallige passanten keken mij na en moeten mij een raar kind hebben gevonden.
Maar ik stapte moedig door in het gezelschap van mijn twee helden van het witte doek!

Mijn buurmeisje, en tevens klasgenootje, wou ook wel graag naar de film en vroeg aan haar ouders of ze met me mee mocht.
Haar ouders zagen dat helemaal niet zitten wegens véél te jong en te gevaarlijk.
Het argument van mijn buurmeisje "dat ik het toch ook mocht" schoot bij de moeder in het verkeerde keelgat en maakte dat die het nodig vond om een dringend praatje te houden met pleeg-ma.

Ik zat een beetje verdoken op de trap te luisteren naar het bewuste gesprek tussen die twee.
De moeder van mijn buurmeisje vond het niet kunnen dat een elfjarig kind
's avonds alleen en in het donker over straat liep.
Ze opperde dat er "van alles" kon gebeuren.
"Of mijn pleegmoeder zich wel bewust was van het gevaar dat ik liep?"
"Of zij nog nooit had gehoord van kinderverkrachters?"
 Het gesprek eindigde met het woest dichtslaan van de voordeur door pleeg-ma.

's Avonds deed mijn pleegmoeder haar verhaal aan pa.
Zij was nog steeds opgewonden en dus  zweeg hij maar.
"En wat dan nog?" raasde  mijn lieve pleegmoeder.
"Dan zijn we meteen van die vreemde luis vanaf, want ze brengt niks dan ellende mee"

Mijn pleegvader bleef zoals altijd zwijgen.
Ik vreesde dat mijn zondagse vluchten uit de harde realiteit wel eens voorbij zou kunnen zijn.

Later op mijn kamer overliep ik in gedachten nog eens de beide gesprekken van die dag. Die van de moeder van mijn buurmeisje, en die van mijn pleegouders.
De bezorgde toon van de éne, en de dreigende van de andere.
En stilletjes kwam het vermoeden dat mijn beloning wel eens helemaal geen beloning zou kunnen zijn.
©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
11-06-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KINDERARBEID!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Daar mijn  biologische moeder geen onderhoudsgeld betaalde voor mij zoals was afgesproken, waren mijn pleegouders van mening dat het dan aan mij was om hen terug te betalen wat zij aan mij besteedden!

Reeds op negenjarige leeftijd moest ik vrijwel elke vakantie uit werken!
Mijn eerste arbeidservaring was bij een naburige boer.
Er waren in dat gezin vier kinderen, één jongen en drie meisjes. Het jongste meisje zat bij me in de klas.
Er was steeds genoeg te doen op die boerderij en dus geen gebrek aan werk voor mij.
Op een keer moesten de serretomaten worden geplukt. Het was niet echt een proper werkje want we zagen groen van boven tot onder. Zelfs in onze oren zat dat groene spul. Of dat nu kwam doordat de tomaten bespoten waren of door de bladeren, weet ik niet.
Wat ik wel weet is dat ik er een bloedvergiftiging aan overhield, en dat kwam zo...

...We mochten van de boer tomaten eten zoveel we wilden. Vermits  ik tomaten heel graag lustte liet ik mij dat geen tweemaal zeggen. Even afvegen aan mijn boek en happen maar.
Dat deden we trouwens ook zo met de wortelen, rapen en braambessen die we plukten of uit de grond trokken.
Maar van de tomaten werd ik dus behoorlijk ziek. Pleeg-ma weer wreed nijdig omdat ze de dokter moest halen voor mij.
Zij wachtte daarmee dan ook tot ik letterlijk door mijn benen zakte.

Wat ik betaald kreeg van de boer weet ik niet want pleeg-ma ging ontvangen. Ze keerde dan steeds weer met een tas vol met gratis aardappelen, groenten en fruit. Misschien werd ik wel vergoed in 'natura' en betaalde ik op die manier mijn kostgeld?
Feit is dat ik er elke vakantie periode weer naar toe moest!

Toen ik elf jaar was hadden mijn pleegouders een nieuwe vakantie job voor mij gevonden. Bij een joods gezin dat een oppas zocht voor hun drie kinderen en daarnaast een "beetje" hulp in de huishouding.
Vader was gescheiden en woonde terug in bij moeder. Hij had zijn eigen chalet achter in de tuin.
Moeder had een Haute Couture zaak en maakte die kleding met de hulp van een leerling naaister. De zaak was gelegen in de 'Diamant wijk' van Antwerpen.

Dat "beetje" hulp was voor mij als kind behoorlijk zwaar.
'S morgens om zes uur opstaan en het ontbijt van de kinderen klaarmaken, ze helpen met wassen en aankleden en ze vervolgens naar een soort van dagcentrum toe te brengen op De Meir.
De oudste van de drie was een jongen en was net als ik elf jaar.

Pas wanneer ik terug was van die trip mocht ik eten. Ik moest steeds apart eten in de keuken. Dat dit een joods gebruik was wist ik toen niet.
Na mijn ontbijt moest ik afwassen, bedden opmaken, de badkamer poetsen en de kamers en de trap stofzuigen. Ook de blokhut van vader opruimen en onderhouden was mijn taak.
Wanneer dat werk gedaan was mocht ik helpen in de winkel. Dat was pas iets dat ik graag deed. Het is daar dat ik mijn interesse voor snit en naad heb opgedaan.

Elke week mocht ik van zaterdagmiddag tot zondagavond naar huis.
Pleeg-pa kwam mij dan ophalen en kreeg gelijk een enveloppe met mijn loon in zijn handen gestopt.
Hoeveel er in die enveloppe zat heb ik nooit geweten. Ik zou later nog vaak moeten werken zonder dat ik het bedrag van mijn loon kende of zelf mocht ontvangen!

Er kwam abdrupt een einde aan mijn job in dat gezin door een reeks van opeenvolgende ongelukjes!

Op een keer dacht ik een kortere weg gevonden te hebben naar het dagcentrum van de kinderen toen ik hen in de namiddag weer ging ophalen.
Ik ging door het 'Stadspark'.... en liep hopeloos verloren. Toen ik uiteindelijk terug bij de winkel kwam, mede door de hulp van een lieve voorbijganger, waren de kinderen al thuisgebracht.
Mevrouw was zo kwaad op mij dat ik het bijna in mijn broek deed van de schrik. Ik was al hevig onder de indruk door het verdwalen. En nu kreeg ik ook nog af te rekenen met dit.

Mijn verjaardag valt meestal in de paasvakantie. Zo ook op die bewuste dag

 Ik "mocht" met mevrouw mee boodschappen gaan doen. Dat was voor mij een avontuur want ik reed niet vaak in een auto en de 'Grand Bazar' was voor mij een paradijs.
Ik mocht iets uitkiezen voor mezelf als verjaardagsgeschenk. En deze domme gans koos voor een roze afwasborstel en was er nog gelukkig mee ook! Mevrouw zal in haar binnenste hard gelachen hebben! Maar ze lachte alvast niet meer toen ik één van de boodschappentassen met enkele flessen wijn pardoes uit mijn handen liet vallen.

Diezelfde week liet ik ook nog de stofzuiger de trap afdonderen. Hij was finaal naar de knoppen.Toen pleeg-pa mij die zaterdagmiddag kwam ophalen kreeg hij te horen dat ik geen loon kreeg vanwege de aangerichte schade.
"Wel dan komt ze ook niet meer werken" zei hij. 

Mijn pleegmoeder is later op de week nog met mij naar de winkel toegestapt.
Er werd behoorlijk geroepen tussen die twee "dames" want mevrouw was ook geen doetje!
Uiteindelijk moest pleeg-ma afdruipen zonder één cent.
Beide partijen hadden geen poot om op te staan want kinderarbeid is verboden bij wet.
Haar woede koelde mijn pleegmoeder dan maar weer op mij! "Ik deugde voor niks" kreeg ik voor de zoveelste maal te horen.
Ze liet mij staan voor wat ik waard was en stapte in volle vaart verder. "Ik moest maar zien hoe ik thuiskwam, want ze ging geen tram betalen voor een nietsnut zoals ik" riep ze me nog toe.

Uren later ben ik thuisgekomen. Te voet vanuit het centrum van Antwerpen naar het "Eksterlaar." Ik volgde gewoon de sporen van tram elf. Bang dat ik niet zou binnen mogen of dat ik weer klappen zou krijgen.

Maar ik mocht wel binnen en ging gelijk naar mijn kamer!
Weeral een nare ervaring rijker!

©Huismusje


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
10-06-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. DE STRAFKAMER.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

We verhuizen nog maar eens een keer!

Ditmaal naar een kleine eengezinswoning met op de bovenverdieping twee slaapkamers.

Daar mijn pleegbroer nog klein is, wil pleeg-ma hem bij haar op de kamer.

Ik krijg dus mijn eigen kamertje.


Er is geen tuin of koer aan het huis. In de plaats daarvan is er een berghok aan de keuken aangebouwd.

Het hok heeft een dak van zinken golfplaten waardoor het daar in de zomer snikheet en in de winter ijzig koud is.
Het berghok wordt afgesloten met een zware houten deur en ijzeren schuifgrendel.

Er zijn geen ramen en dus het is er stikdonker.
Er huizen talloze spinnen, muizen en ander kruipend ongedierte.

De overbodige rommel, gereedschap en fietsen worden er in opgeborgen.


De weg van en naar school is langer dan voorheen maar dat zal mijn pleegouders een zorg zijn en mij deert het ook niet.

Daarbij, enkele klasgenootjes wonen bij me in de buurt en dus gaan we gezellig allemaal samen op weg.


Er zijn nog veel omliggende velden, weiden en onbebouwde grond in de nabije omgeving van het huis.

Dus het is heerlijk ravotten met de kinderen uit de buurt.

Forten bouwen op de braakliggende grond of pistes maken om te crossen met de fiets.
Of ook gewoon lekker liggen niksen op de wei in de zon en kransjes maken van de madeliefjes, paarde- en boter-bloemen.


Maar dan moet ik naar binnen!

Ik doe er alles aan om bij “ma” in de gunst te komen!
Ik doe de boodschappen en help met poetsen.
Zelfs de was doe ik mee en dat was niet zo simpel want we hadden geen wasmachine en zelfs geen geiser waar warm water uitkwam.
Alles gebeurde met water uit de regenton en daarna werden de emmers met water opgewarmd op de kachel of fornuis.

Hoe jong ik ook was, die klussen had ik al behoorlijk onder de knie.

Eens die klussen geklaard waren was ik weer bij af. Ik kon met geen mogelijkheid haar liefde winnen!


Wanneer pleeg-ma weer eens slecht geluimd is en ik haar in de weg loop stopt ze mij in dat hok.

Doodsangsten sta ik daarin uit!

In mijn kinderfantasie zie ik legers spinnen op mij afkomen.

Ik hoor allerlei vreemde geluiden maar zie geen steek voor mijn ogen.

De grendel van de zware deur zit onwrikbaar vast.
Roepen, schoppen en schreeuwen help niet. Eens de keukendeur achter haar is dichtgevallen kan ze mij niet meer horen.

Ik kan slechts hopen dat “pa” vlug thuiskomt want hij haalt mij er meestal uit.

Ten minste als hij weet dat ik zit opgesloten!

Ik kan enkel wachten en hopen.

©Huismusje


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
03-06-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN EERSTE COMMUNIE
Klik op de afbeelding om de link te volgen Het was mei 1960. Mijn pleegbroer was anderhalf jaar oud en de enige die belangrijk was in huis. Hij was het middelpunt, het voor en na in het leven van mijn pleegouders.
Ik zat in het tweede leerjaar en ging elke dag alleen naar school en moest daarbij steeds over "Het Fortje".
"Het Fortje" was een onbebouwde en beboste vlakte met allerlei sportpleinen. Er stond ook een oud soldatenfort op,een ruïne, vandaar de naam. Het was een speelparadijs voor ons. Vlakbij mijn school werd een nieuwe straat aangelegd en bij regenweer was het daar een echte modderpoel, idem dito op "Het Fortje".
Mijn pleegmoeder vond zichzelf heel vroom mens. Van haar Christelijke naastenliefde heb ik echter nooit wat gemerkt. Naar de kerk ging ze nooit en vloeken en schelden deed ze als een ketter. Maar soit.
Toen meneer pastoor kwam vragen of ik mijn communie mocht doen durfde ze waarschijnlijk niet weigeren. Dat is de enige verklaring die ik heb voor volgende gebeurtenis....

....Ik volgde catechismusles en op zaterdagmiddag moesten we naar de kerk om te repeteren. Van de ouders werd verlangt dat ze daarbij aanwezig waren. Maar zo had pleeg-ma dat niet begrepen. Telkens kreeg ik dan een heel sermoen te horen van meneer pastoor maar ik durfde tegen hem niet zeggen hoe het thuis er werkelijk aan toeging. Thuis durfde ik dan weer niet vertellen dat meneer pastoor eiste dat één van mijn ouders de volgende keer aanwezig moest zijn.
Ook vroeg hij telkens naar mijn doopsel papieren. Ik wist niet wat dat was en pleeg-ma reageerde niet wanneer ik er haar naar vroeg. (Zij heeft die papieren nooit in haar bezit gehad en kon ze ook niet aanvragen omdat ik officieel nooit aan hen toegewezen was.)
Maar dat kon pleeg-ma niet verantwoorden tegen meneer pastoor zonder de waarheid te moeten vertellen en dat wilde ze uiteraard niet.
Ik werd geconfronteerd met een probleem waar een achtjarige geen raad mee weet.

Op een zondagmorgen zei mijn pleeg-ma dat het de dag van mijn communie was en dat ik naar de kerk moest. Zij stuurde mij alleen op weg. Iets waar ik nog niet bij stilstond omdat ik steeds alles alleen moest doen. Tot ik aan de kerk kwam!
Daar zag ik mijn klasgenootjes in hun mooie communie kleedjes samen met hun piekfijn uitgedoste ouders.
Iedereen werd opgesteld zoals bij de repetitie, moeder links, vader rechts en de communicant in het midden. Het opstellen was de taak van de schooljuf die de catechismusles op school gaf.
Ik stond daar alleen in mijn dagdagelijkse kleren en mijn schoenen zaten onder het slijk van over Het Fortje en de opgebroken weg te lopen. Ik zag mijn klasgenootjes fluisteren tegen elkaar en naar mij wijzen.
Hun ouders keken stoicijns over mijn hoofd heen.

De juffrouw vroeg waar mijn ouders waren? Ik antwoordde naar waarheid dat "pa" was gaan werken bij de bakker en "ma" thuis was bij Luc.
Er werd dan besloten dat ik maar met de juffrouw aan de hand naar voor moest gaan maar dan wel als laatste in de rij. Meneer pastoor zei dat ik eerst nog moest gedoopt worden en dat hij dat nu eerst even ging doen in de zijbeuk.
Weer was er gefluister en gegiechel van mijn klasgenoten. Hun ouders waren misnoegd door het oponthoud.
Ik voelde de tranen opkomen en begon te beseffen dat deze dag voor mij niet was wat het had moeten zijn en...ik nam de benen.

Ik liep zo rap als ik kon de kerk uit.
Door de opgebroken weg naar het slijk van "'t Fortje".
En daar ben ik blijven rondslenteren tot laat in de avond.
 
Pa die om 15u thuis was gekomen heeft naar mij lopen zoeken maar hij kon mij niet vinden

Toen ik uiteindelijk thuis aankwam zag je niet meer dat ik urenlang gehuild had!
Natuurlijk vielen er weer klappen omdat ik vies en smerig was van het spelen in het slijk.
Mijn pleegmoeder was nijdig omdat ze nu weer moest wassen, want veel kleren had ik niet en ik moest op dinsdag weer naar school toe.
Mijn pleegvader zeurde omdat hij al zo moe was en nu nog een emmer water moest opwarmen zodat ik mij kon wassen.
Als straf vloog ik naar bed zonder eten.
Ik weet niet of ze zich realiseerden dat ik van de ganse dag nog niets gegeten had?
Maar dat was ook al geen uitzondering meer.

Ik weet niet wat er tussen mijn pleegouders is gezegd over die bewuste dag.
Toen ik er vele jaren later uitleg over vroeg haalden ze hun schouder op en zegden mij dat dit allemaal al zolang geleden was en dat ik er nu toch niet meer moest over zeuren.
Dat ik ook groot was geworden zonder mijn eerste communie.
Hetgeen ik wel nog weet is dat de haat maar groeide en groeide in mij en dat ik daar alle dagen voeding genoeg voor kreeg!

(© Huismusje)


Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
23-05-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEBOORTE VAN ALLE ELLENDE
Klik op de afbeelding om de link te volgen Op 26/12/1958 wordt mijn pleegbroer geboren, twee maanden vroeger dan verwacht. Pleeg-ma wil hem Noël noemen naar aanleiding van kerstmis. Maar Pa hoort liever Luc. Vermits hij diegene was die zijn zoon ging 'aangeven' werd het dus Luc. Dat zou hij tot op haar laatste dag geweten hebben! Maar hij had toch maar lekker zijn slag thuis gehaald.
Was voorheen mijn situatie nog draaglijk geweest,  nu zou pas mijn hellepoort opengaan!
Mijn pleegmoeder zorgde er voorheen altijd voor dat ik netjes voor de dag kwam. Mooi gekleed en mijn haren netjes in de "Pijpenkrullen", maar vanaf nu zou dit ook tot het verleden behoren.
Een totale verwaarlozing kwam in de plaats
Werden er voor de geboorte van Luc nog enkele centjes aan mij besteed, nu zou dat praktisch nihil worden.
Geen nieuwe kleding of speelgoed meer. Maar ook geen schoolgerief zoals ik later mocht ondervinden. Zelfs eten kon ik enkel als ik het zelf nam. Ik werd totaal genegeerd!
Mocht ook niet in dezelfde kamer waar Luc was. Wanneer hij gebaad of verzorgt werd moest ik de kamer uit. Wanneer ik dan toch stiekem naar de baby toeging, kreeg ik klappen.
Het was ook op zulke momenten dat ik te horen kreeg dat ik een "vreemde luis" was... dat mijn moeder een hoer was... en ik een hoerenjong. De lelijkste scheldnamen werden naar mijn hoofd geslingerd. Scheldnamen die nu nog in mijn hoofd gebrand staan.
Het is toen dat ik haat begon te voelen, al kon ik dat nare gevoel toen nog geen naam geven.
Ik was een moeilijk en ondankbaar kind volgens pleeg-ma.
Waar moest ik dankbaar voor zijn, vroeg ik me dan telkens af? Lief zijn hielp niet en opstandig zijn ook niet.
Ik werd een stil en teruggetrokken kind!
Het enige leuke moment was toen de radio of de platendraaier werd opgezet.
Muziek was mijn enige troost terwijl de haat groeide in mij.
Haat tegen Luc ook, hoewel hij van niks wist. Haat ook tegen mijn pleegvader, omdat hij mij niet hielp.
Haat tegen mijn pleegmoeder, hoewel ik toen heel veel van haar hield besef ik nu.
Ik wou niet meer vriendelijk zijn tegen bezoek om de schijn op te houden.
Dat werkte natuurlijk in mijn nadeel en speelde in de kaart van "ma". Maar ik was te klein om dat te beseffen.

Het resultaat van dit alles was dat ik met verschillende tics geplaagd zat en vaak  luidop tegen mezelf praatte.
Ik stond op de drempel van mijn hel. Een hel die jarenlang mijn deel zou zijn.
center>©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
13-05-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE POORT VAN MIJN HEL
Klik op de afbeelding om de link te volgen Pinksteren 1958! Ik ben net zes jaar oud geworden en begin aan de laatste weken kleuterschool.
Een vrolijke ervaring kan ik het niet noemen. Vaak alleen van en naar school, vaak verloren gelopen en daardoor thuis gebracht door diegene die het zich wou aantrekken.
De omgeving kende ik niet want we waren voor de zoveelste keer nog maar eens verhuist.Waarschijnlijk is er in de kleuterscholen wel gereageerd op mijn situatie, maar ik heb er nooit wat van gemerkt.
 
Mijn pleegmoeder komt tot de ontdekking dat ze zwanger is, 22 jaar na haar eerste zwangerschap en dit op tweeënveertig jarige leeftijd. Dat dit haar niet makkelijk viel kan ik nu wel begrijpen Toen uiteraard nog niet.
Mijn pleegvader kreeg de opdracht om mij naar mijn moeder te brengen en mij onder geen enkel beding mee terug te brengen. Maar mijn moeder was onvindbaar maar pleeg-pa vind wel mijn grootmoeder.
Die weet te vertellen dat ik niet welkom ben. Dat mijn moeder eveneens zwanger is. Nog maar eens zonder een vader in de buurt, dus van die kant viel geen hulp te verwachten.
Er bleef mijn pleegvader geen andere keuze dan mij mee terug naar "huis" te nemen. Maar dat heeft hij geweten! En ik ook!  Want er is toen echt slaande ruzie uit ontstaan.
Ik zat ineengedoken van de schrik in een hoek van de kamer en zag hoe mijn pleegvader bloedde aan zijn hoofd door het pijnlijke treffen van rond vliegende huisraad. Plots nam mijn pleegmoeder mij hardhandig bij de hand, sleurde mij met geweld drie trappen naar beneden, zette mij op straat en sloeg de deur dicht. Het was reeds donker en ik was bang! Ik kan tot op vandaag de angst van toen nog proeven, evenzo met tal van andere bange momenten. (Ik woon trouwens vlakbij het bewuste huis en kom er vaak voorbij)  Ik weet niet hoelang ik op die koude drempel heb gezeten, wachtend tot "pa" mij zou komen halen. Want hij was de enige die ik nog een beetje vertrouwde. Hij was steeds diegene waarop ik mijn hoop op vestigde. Maar in zijn plaats kwam de politie! De benedenburen hadden het kabaal natuurlijk gehoord en hadden de politie gebeld. Die dwongen mijn pleegmoeder om mij weer op te nemen en een andere oplossing te zoeken voor het probleem. Uit schrik voor een proces verbaal gehoorzaamde zij. En een oplossing vond ze ook, want vanaf dat moment maakte zij mijn leven pas echt tot een ware hel.
©Huismus

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
27-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KERMIS IN DE STAD.
Klik op de afbeelding om de link te volgen Het is bijna Pinksteren en in Antwerpen noemt men dit Sinksen. Met Sinksen komt de "Sinksefoor" naar de stad, en dat vindt ik nog altijd een fascinerende gebeurtenis . Het brengt bij mij één van de weinige leuke herinneringen naar boven uit mijn kindertijd.
Hoe oud ik precies was weet ik niet meer, in elk geval nog een kleuter. De Sinksefoor stond toen nog op "Den Boulevard" en kind zijnde leek hij mij oneindig te zijn.
Ik weet nog dat mijn pleegvader er met mij naartoe ging. Die man ontsnapte maar al te graag aan de tirannie van pleegmoeder maar kreeg daar weinig kans toe. Maar die dag dus wel!
Van "pa" mocht ik altijd een ietsje meer en dus mocht ik op diverse draaimolens die je op de dorps-kermissen nooit ziet en kreeg ik snoep à volent1è. Wij hebben ons onnoemelijk geamuseerd die dag. Ik denk dat wij ons beide bevrijd voelden! Ik heb geen andere verklaring voor het feit dat "pa" altijd zo lief was als "ma" er niet bij was.

Thuisgekomen was het andere koek! Ik was ziek van het vele snoepen en draaien en wilde daarom niet eten. Wij kregen beide een resem van verwijten en scheldpartijen naar ons hoofd geslingerd.
Maar het gaf niet want die dag kon pleeg-ma niet meer verpesten voor ons.
Het is een heerlijke herinnering gebleven.
Eén die telkens weer terugkomt als de 'Sinksenfoor' staat.

©Huismusje

Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD
25-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFWIJKINGEN!
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik werd geboren met een afwijking aan het linkeroog, wat men scheel zien noemt. Nu geeft dit geen fysieke pijn, maar psychisch des te meer. Op school wordt je er al heel vroeg mee gepest, en dat blijft je ganse leven doorgaan.
Mijn pleegouders hadden dit kunnen voorkomen door mijn oog operatief te laten corrigeren voor mijn zeven jaar, doch er was geen geld voor.
Er was nooit geld voor mij! Ik was tenslotte uitgekozen om geld binnen te brengen en niet andersom hé!
Na die tijd was het te laat voor een operatie, ik was het zicht van dat oog al verloren.
Wat mij nog het meeste pijn deed, was toen ik al wat ouder was, dat ook mijn pleegmoeder me "scheel lon" (Antwerps dialect) als roepnaam gaf.
Zij had ontelbare scheldnamen voor mij, sommige begreep ik maar al te goed, andere weer helemaal niet.
Ik vraag mij nu nog steeds af, wat was haar afwijking?
En is een slecht karakter ook een afwijking?

© Huismusje



Categorie:MIJN TRIESTE JEUGD



Categorieën
  • DIVERSEN (15)
  • MIJN TRIESTE JEUGD (128)
  • NABESCHOUWING (16)
  • TRIESTE JEUGD OP RIJM (12)


  • AAN ALLE JARIGEN VAN VANDAAG! MAAK ER EEN FIJNE DAG VAN!
    NOG EEN LANG, GEZOND EN GELUKKIG LEVEN TOEGEWENST!!!





    Mus fladdert door blogland
  • MYETTE
  • BOJAKO
  • PAZ
  • HOTLIPS
  • THEA
  • LUDOVIKUS
  • NATOKEN
  • ISIS

    EN IK FLADDER VERDER NAAR
  • BLOGTIPS FEBE
  • BLOGFORUM

  • Klik hier voor een bezoek aan mijn dagboekblog

    Blog als favoriet !

    SOEP VAN DE DAG

    DRIE EETLEPELS TRANEN.
    EEN SNUIFJE VERDRIET.
    KLEIN BEETJE WOEDE
    MAAR DAT PROEF JE NIET

    NEEM HET FLESJE INNERLIJK STRIJD
    VOEG TWEE KLEINE DRUPPELS TOE
    MENG HET MET WAT EENZAAMHEID
    WAT IK ALTIJD DOE

    LAAT ALLES ZO LANG STOVEN
    TOT JE EINDELIJK IETS HEBT
     OM WEER IN TE GELOVEN
     DIT IS MIJN SOEPGERECHT
    ©


    Mijn naam is fieke.
    Ik draai het vrouwtje en het baasje
    met gemak rond mijn pootjes.

    Ben ik geen schatje?


    En ik ben snoezepoes.

    Ik heb geen meesters,
    enkel dienaars.
    Het vrouwtje is mijn lievelingsdier.


    De zee van droefenis,
    strekt zich uit tot in het oneindige.
    Maar keer u om,
    aan uw voeten ligt de kust!

    (Boeddhistische spreuk)


     TOT TRANEN TOE BEWOGEN
    EN VOL VAN VREUGDE MIJN GEMOED.
    OMDAT JIJ MIJ LAAT GELOVEN
    DAT IK WEER GELOVEN MOET
    © Huismusje


    IK KWAM TOT HIER EN ZAG.
    IK ZOCHT IETS ANDERS
    MAAR GEEN STERVELING VINDT.
    OOK NIET AAN HET EINDE VAN ZIJN TOCHT
    DE DINGEN DIE HIJ DROOMDE ALS KIND.
    (P.N.van Eyck)


    Archief per jaar
  • 2018
  • 2010
  • 2009
  • 2007
  • 2006
  • 2005

    Foto

    Als deze kaars wordt verplaatst van de ene naar de andere site,zal de vlam van spirituele liefde en genezing doorgaan met de weg te verlichten voor diegene die zoeken naar hun ware ik.Breng dit licht naar je eigen homesite
    Zoeken in blog


    MIJN TROFEEËNKAST.

    Gekregen van Swinging hotlips
    Gewonnen bij haar muziekquiz.




    Ik wandel vaak in de regen.
    Omdat niemand dan mijn tranen ziet.


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!