Zolang ik niet wordt opgehokt wegens 'vogelgriep' Zolang ik niet de kogel krijg wegens een dominoeffect. Zolang tjilp ik hier vrij en vrank mijn hoogste lied. Mijn verhaal is persoonlijk! Laat het ook zo!
100% 150% 200% Vergroot hier de tekst Of druk op ctrl en het = teken van uw toetsenbord
Over mijzelf
Ik ben Lulu, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Huismusje.
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is Vrouw des huizes.
Ik ben geboren op 21/04/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: o.a. Muziek- Lezen (detectieve)-Dagtrips- Computeren-Shoppen .
Ik heb 1 zoon, 1 dochter en 1 kleindochter.
Ik bekijk het leven realistisch en kordaat. Maar nooit kortzichtig
Alle geweld is zinloos, niet?
Zet daarom dit teken ook op uw blog?
Zoonlief aan 't werk op mijn oude pc
Dochterlief
DE ZES ANTI-STRESS REGELS!
1) Hou van je bed als van jezelf! 2) Rust overdag goed uit zodat je 's nachts goed kan slapen! 3) Doe zo weinig mogelijk, laat anderen het doen! 4) Als je plots de drang voelt opkomen om te werken, ga dan zitten en wacht tot het overgaat! 5) Doe zeker vandaag niet wat morgen ook kan! 6) As je iemand ziet rusten, help hem daarmee!
Heb een huis vol planten.
O.a.deze die prachtig in bloei staat.
huismusje (2 JAAR)
huismusje in Rivierenhof.
Met pleeg-ma aan zee. (De enige foto van ons beide samen.)
MIJN BLOEMENTUINTJE.
HET GELUKKIGE GEZINNETJE! ZO ZIEN JULLIE ZOONLIEF OOK EENS LANGS DE VOORKANT.
De nacht.
En dan is daar de nacht.
Het duister als een warme mantel
Omhuld je gekwetste hart.
Je wandelt door vergetelheid.
Weg van pijn en smart.
Om dan weer te ontwaken,
met bezinning moed en kracht.
Je leeft de dag stil en gelaten.
Want je weet
straks is daar de nacht.
De laatste jaren, heeft drukte mij volledig overmand, 't plezier in 't leven overschaduwd door alle drukte: drukte in huis, maar vooral in mijn hoofd. Een gedachtenstroom die als een vervuilde rivier door mijn hersenen stroomt.
Nog maar pas kreeg ik de tijd om een dam te bouwen die de waterval van gedachten tegen kon houden, en eruit te vissen wat voor mij bruikbaar is.
Sinds kort maakt een innerlijke rust zich langzaam van mij meester. Een rust die mijn handen minder doet trillen, mijn hart langzamer doet kloppen, en mijn ademhaling rustiger doet verlopen.
Een innerlijke rust, die mijn leven levendiger, en mijn liefde liefdevoller maakt.
Een broodnodige rust die mijn geluk compleet maakt.
(auteur onbekend)
22-08-2009
GESCHONDEN BESTAAN / GEDICHT
DOOR DE LITTEKENS OP MIJN LICHAAM EN MIJN GESCHONDEN AANGEZICHT HEEFT MEN IN MIJN BESTAAN MENIGE BLIK OP MIJ GERICHT
MAAR HET LITTEKEN IN MIJN HART ZO PIJNLIJK EN ZO DIEP ZO LIEFDELOOS MIJ TOEGEBRACHT DAT LITTEKEN ZIET MEN NIET
HET IS NOCHTANS EEN OPEN WONDE ÉÉN DIE NIMMER MEER GENEZEN KAN WANT ELKE DAG, ZELFS ELKE STONDE ERVAAR IK NOG DE PIJN ERVAN
Vandaag "Moederdag" in Antwerpen! Steeds een dag met een dubbele impact voor mij.
Enerzijds een gelukkig gevoel als moeder, anderzijds een triest gevoel als
dochter.
Maar vandaag wil ik enkel gaan voor het moeder zijn.
Ik vond dit gedicht op Internet en hoewel we het misschien niet zo
uitgesproken aanvoelen als de dichteres, een kern van waarheid zit er toch in.
Want onze kinderen volledig loslaten doen we nooit.
Het valt me
zwaar, mijn kinderen los te laten
die ik gedragen heb, vanaf hun pril begin
onder en in mijn hart
Ik heb ze leren praten ze leren kijken
Gods volmaakte schepping in
Ik mocht met mijn gebeden hen omringen
hen koesteren in mijn liefde,veilig warm en groot
ik mocht ze wijzen op de mooie dingen
als ze verdrietig waren nam ik ze op schoot
Ik wist dat ook voor hen de tijd zou komen
dat ze als man op eigen benen zouden staan
vergeten zouden zijn hun kinderdromen
ze zouden los van mij een andere kant opgaan.
Och ja ik heb het allemaal geweten
ik had me naar ik dacht er goed op voorbereid
Maar waarom wil een moeder liefst vergeten
dat eenmaal ieder kind zijn eigen leven leidt?
(Nel Benschop-1918)
07-08-2009
PAPA / GEDICHT
Ik heb mijn vader nooit gekend. Weet niet wie hij was, of waar hij is. En hoewel ik er bijna nooit over praat, over hem denken doe ik veelvuldig. Zoveel vragen waar ik nooit een antwoord op zal krijgen. Een grote onbekende. Een leegte die nooit zal worden opgevuld.
En toen kwam ik tijdens het surfen op het internet toevallig terecht bij onderstaand gedicht. Las het met enige verbijstering. Want het geeft zo totaal mijn gevoelens weer.
MY DAD
I guess I had a father,
But I didn't have a Dad.
I didn't get the nurturing
That other daughters had.
I didn't learn the things
That he should have taught.
So I really don't know how to get
The love I never got.
It hurt so bad
That he wasn't there,
The little girl in me
Pretended not to care.
I put my need for hugs and kisses
High up on a shelf.
That little girl said,
"I don't need a Dad,
I can take take care of myself."
Nicolette
Woltman
01-08-2009
HOPELOOS/GEDICHT
Ik stap met lege ogen en een verdronken hart, strompelend door het duister weg van pijn en smart. Tot ver achter mijn gedachtengang naar een diep en eindeloos dal. Ik hoor de echo van stille kreten, zie de bodemgloed van stille tranen, en ik stap moedig en verbeten over de rand.....en val.
Keuzes maken ligt mij niet, dat is altijd zo geweest. Telkens weer verdriet. Liefde maakt mij zo bevreesd!
Bij het woord "afscheidsgroet" Voel ik pijn in m'n hart. Ik weet niet wat ik er mee moet. Liefde maakt mij héél verward! Ik wil je niet verliezen, en toch loopt alles fout. Juist daarom moet ik kiezen! Liefde maakt mij oud. Ooit vervaagd die pijn, toch veel blijft onbesproken. Tussen ons zal immer liefde zijn! Liefde heeft mij gebroken.
BIJ GEBREK AAN TIJD OM TE SCHRIJVEN, EVEN EEN GEDICHT. HEB HET OOIT VAN HET NET GEHAALD, IK VOND HET MOOI,EN IK HOOP JULLIE OOK.
Categorie:TRIESTE JEUGD OP RIJM
14-03-2009
LIEVE ZOON / GEDICHT
LIEVE ZOON,
Het levenspad waarop ik stil moest staan
wandel jij al lachend voor mij af
Veerkrachtig in lichte draf
Trots zie ik je voortgaan
Terwijl ik terugkijk op het verleden
wandel jij naast mij de toekomst binnen
Onze levens ontginnen
een heerlijk gezamenlijk heden
Ooit wordt alles herinnering
op een stukje glanspapier
Maar voorlopig zijn we samen hier
En lieve zoon onthoudt steeds één ding.... DAT IK ZIELSVEEL VAN JE HOU
Ik zal niet de zon
zijn om je nacht te beëindigen, Noch zal ik de muur zijn om je tranen te keren. Maar ik zal met je meekijken tot het licht wordt. Want er zijn geen woorden om dingen recht te zetten, Noch hoop die men onderdompelt in rouw, Ik zal niet de zon zijn om je nacht te beëindigen, Een wijsheid aanbieden, veel te helder, Om je pijn te verzachten of je angsten te laten rusten. Maar ik zal met je meekijken tot het licht wordt. Er moet tijd zijn om te treuren tot het leed Gelijk is aan de liefde van dagen en jaren. Ik zal niet de zon zijn om je nacht te beëindigen, Want verdriet moet zijn hoogte bereiken, alvorens het breekt En getijen moeten keren voor men huiswaarts keert. Maar ik zal met je meekijken tot het licht wordt. Er zijn kwellingen die vriendschap niet kunnen verzachten, Een bitterheid ongekleurd tot de dageraad verschijnt. Ik zal niet de zon zijn om je nacht te beëindigen. Maar ik zal met je meekijken tot het licht wordt.
GEKREGEN VAN MIMI.
Categorie:TRIESTE JEUGD OP RIJM
23-01-2009
MOEDERTROOST (GEDICHT)
Op het blog van KLAPROOSJE( kwam ik
een mooi gedicht tegen. En hoewel het volledig tegen mijn principe is om iets
te gaan jatten op een blog, kon ik dit gedicht niet uit m'n hoofd krijgen. Dus
heb ik vriendelijk de toelating gevraagd en poot ik het hier neer. Voor mijn
dochter:
MOEDERTROOST
Stil maar mijn kind,
ik weet van je verdriet,
huil nu maar uit; je hoeft niet flink te wezen,
het zal wel duren, voor je wonden zijn genezen,
ik weet het....
Stil maar mijn kind,
ik weet wat je behoeft.
Woorden van troost; die om geen uitleg vragen,
een arm die steunt, en die je last helpt dragen,
een hart wat meehuilt om wat jou bedroeft...
Stil maar mijn kind,
de nacht gaat weer voorbij.
Ik strooi het licht uit, waar jouw voeten lopen,
ik doe de dichte deur weer voor je open.
Ik ben er altijd, vertrouw maar op mij...
Stil maar mijn kind,
ik geef je troost en moed.
Meer dan een moeder aan een kind kan geven;
Jouw naam staat in mijn handpalm geschreven...
Vertrouw op mij!...
Je leeft je eigen
leven
wat zij er ook van vindt
je bent allang geen kind meer
al blijf je ook haar kind
je wilt erover praten
maar niet op haar manier
je zult haar best verdriet doen
maar niet voor je plezier
wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag
en dan opeens, dan is-ie er, die dag...
De dag waarop je moeder sterft
dat jij wordt losgelaten
en al haar eigenschappen erft
die jij zo in haar haatte
de scherpe tong, de bokkepruik
de zure schooljuffrouw
die zullen ze dan binnenkort
herkennen gaan in jou
en hoop'lijk ook de and're kant; de aardige, de zachte
maar of je die hebt meegeërft valt nog maar af te wachten
de dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn
de dag waarna je nooit meer kind zult zijn
Wat al die jaren fout ging
komt dan niet meer terecht
en wat je nog wou zeggen
blijft eeuwig ongezegd
de machteloze frasen
van je genegenheid
en dat het niet haar schuld was
en ook dat het je spijt
de dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou
en dan zo graag nog één keer zeggen zou
De dag waarop je moeder sterft
de dag die al je dagen
van dan af aan wat grijzer verft
al hou je niks te klagen
je hebt je goede vrienden nog
die staan je ook dichtbij
en als je soms een minnaar zoekt
dan staan ze in de rij
maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen
en niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen
de dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen kunt en klein
de dag waarna je nooit meer kind zult zijn
Gezongen door Karin
Bloemen
Tekst dichter : Jan Boerstoel.
Componist : Marnix Busstra
Categorie:TRIESTE JEUGD OP RIJM
02-01-2009
SOMBER/GEDICHT
Dit las ik op het internet,
geschreven door een journalist.
Het klinkt een beetje somber, maar o zo waar.
Ik wil het jullie niet onthouden.
Zo aan het begin van het nieuwe jaar;
Nieuwjaarsgedicht
Knallen die klinken tot diep in de
nacht
blije gezichten,een kind dat hard lacht
vuurwerk dat knalt,wordt afgestoken
de beste wensen worden uitgesproken
armen omarmen,en iedereen kust
dorst wordt met dure champagne geblust
vreugde en feest, gelukkig nieuwjaar
een waanzinnig contrast met daar!!
Knallen weerklinken daar diep in
de nacht
bange gezichten,geen kind dat daar lacht
armen omarmen,een vrouw wordt gesust
ze heeft net haar man....voor t'allerlaatst gekust!!
Ik zou willen wensen voor al die mensen
maar vooral voor de kinderen daar:
in alle oorlogslanden Vredig nieuwjaar!
Morgen zal het heus niet beter
gaan.
Dat doen de trendwatchers mij althans verstaan.
Weer het Westen tegen het Oosten.
Het Noorden tegen armoedig Zuid.
De economie nauwelijks vooruit.
Moeten wij dan op 2007 toosten?
Geldkoersen vallen met een crash.
Het milieu krijgt een zoveelste dodelijke smash.
Moeder Aarde zal koppig blijven
beven.
Miljoenen kinderen die niet overleven.
Politici durven"Het Nieuwe" niet aan.
Corruptie zal meer dan ooit bestaan.
In naam van God zal onschuld sterven.
Valse profeten zullen veel status verwerven.
De stem van het volk wordt vermoord.
Palestijnen en Joden nimmer akkoord.
"Apr?s nous le d?luge",
de zondvloed,
De hebzucht, de razende spoed.
Waanzinnige uren, jaren vechten met de tijd.
De stress, de deadline die aan ons bijt.
Die godverdomse onverschilligheid!
Arbeiden wordt gewoon ijdelheid...
Yankees blijven de wereld terroriseren.
Muzelmannen willen Allah met bloed vereren.
De wapenindustrie zal bloeien,
meer dan ooit.
Het weze gezegd: zo komt de mens ER nooit.
Goedheid en idealen worden krijgsgevangen.
Liefde gefolterd in onderaardse gangen.
Vriendschappen worden opgehangen
Met sombere klaaggezangen.
Wij wachten op de Engelen van Vrede.
"Knuffel elkaar"-2007-Dit is des dichters bede.
24-10-2007
DE ZWEMLES
Hier op de foto een gebreid badpak naar het model dat ik toen droeg.
Mijn kleindochter kon bij manier
van spreken, zwemmen nog voor ze kon lopen. Dat heeft ze te danken aan haar
ouders die elke zondagmorgen met haar naar het zwembad van Merksem gaan.
Zoonlief zwemt als een vis. Ontegensprekelijk een aardje naar zijn vaartje,
want van mij heeft hij het alvast niet. Ik kan niet zwemmen. Wanneer men me de
vraag stelt of ik kan zwemmen, antwoord ik steeds gekscherend: "Ja hoor, recht tot op de
bodem, en de rest doe ik te voet verder."
Maar ik heb altijd met een weinig afgunst gekeken naar al diegene die het wél
kunnen.
Ik herinner mij van toen ik nog
heel klein was dat we vaak met de 'Sint Annekesboot' naar het 'Noordkasteel' of
'St. Anneke's plage gingen. Mijn pleegmoeder kon niet zwemmen, mijn pleegvader
een beetje, zodoende leerde men het mij ook niet. Pootje baden was het gewaagdste
dat we deden.
Later gingen we vanaf het vijfde leerjaar van de lagere school op zwemles, maar ook
dat werd een flop voor mij. De relatie pleegkind/pleegouder was zo erbarmelijk verziekt
dat er voor mij geen zwemgerief werd gekocht en geen geld werd uitgegeven om de
zwemles en het busgeld te betalen.
Eén keer op de maand ging die zwemles door en één keer op de maand zat ik dan
straf te schrijven in een lagere klas.
Van pedagogie had men toen nog niet veel kaas gegeten, anders had de school wel
eens een klappeke gedaan met mijn pleegouders, of tenminste gezorgd dat ik toch
in de mogelijkheid was om de les mee te doen ipv van dat ik gestraft werd om
zaken die ik niet kon beïnvloeden.
Enkele jaren later dan gingen mijn
vriendinnen zwemmen naar het open bad in het 'Boekenbergpark'. Maar bibi hier
liep er dan ook altijd maar bij voor spek en bonen, want nog steeds geen badpak. Tot op een dag één van de moeders van een vriendin een badpak opdook uit een
lang vergeten doos op een stoffige zolder.
Het was het badpak geweest van haar grootmoeder vermoed ik. Het was een donkerblauw
gebreid badpak, met op de strategische plaatsen een grote witte bloem. Het
model op zich viel niet eens zo heel erg uit de toon, maar het materiaal was
andere koek.
Maar toch stapte ik fier uit het badhokje en nam melkwit plaats tussen mijn
bruinverbrande vrienden.
Eén van die vrienden wilde mij wel leren zwemmen en kreeg mij uiteindelijk zo ver
dat ik in het water stapte.
Maar o wee, dat heb ik geweten!
Hoe natter het badpak werd, hoe zwaarder, en hoe meer de schouderbanden uitrekten.
Halverwege het ondiepe hing mijn badpak bijna op mijn knieën. Ik had dus
helemaal geen tijd om te leren zwemmen, ik moest constant dat badpak omhoog
trekken. Dus exit water. Maar dat was vlugger gezegd dan gedaan want het badpak
bedekte niet meer wat het moest bedekken en was in tussentijd minstens driemaal
in lengte toegenomen.
Dan maar langs de rand van het water gaan zitten peddelen zodat ik toch een beetje de indruk
kon wekken dat ik daar met een goede reden zat, en ondertussen hard biddend dat het
badpak vlug droog zou zijn. Maar dat was ook al iets dat dik tegensloeg en
beetje bij beetje nam ik de kleur van het badpak aan.
Uiteindelijk kwam dan toch het
moment dat ik met min of meer fatsoen naar de kleedhokjes kon stappen om mij
om te kleden.
Ik wil tegen beter weten in rotsvast blijven geloven dat niemand iets gemerkt
heeft en dat het gegiechel en het gefluister achter hun hand niets met mij te
maken had.
Maar het was de eerste en de laatste keer dat ik ging zwemmen in mijn jonge
jaren.
Vele jaren later heb ik dan toch de euvele moed gehad om nog enkele keren een
zwembad te betreden, dit keer met een degelijk zwempak, maar leren zwemmen heb
ik nooit.
(Met dank aan Ludovicus voor deze
hilarische herinnering.)
10-08-2007
CONTRAST
Moeders! Een dankbaar
frustratie forum voor dochters! Geen groter contrast dan tussen moeders en dochters. Denken we!
Als we kind zijn kijken we naar
haar op. Moeders weten het, moeders kennen het, moeders doen het. En wat ze ook doen, doen ze goed.
Moeder is er steeds voor ons als we ze nodig hebben.
Om ons te prijzen voor wat we goed doen. Om onze pijntjes en traantjes weg te
kussen.
En dan worden we tieners. En plots
is onze moeder niet meer zo ideaal. Integendeel!
Ze kent niets van mode, weet niets van wat er zich in de wereld afspeelt.
Moeder is een kwezel, een oude zeur want niets mag. Alles wat leuk is wordt
verboden en zij heeft kritiek op alles wat we doen.
Moeder begrijpt ons langs geen kanten en wij begrijpen moeder nog veel minder.
De ganse puberteitsperiode zetten we ons tegen haar af, verfoeien haar en wensen haar het liefst naar de
maan.
"Ach mens, laat me met rust!" roepen we veel en graag.
En plots zijn we volwassen jonge vrouwen.
En weer is moeder een dankbare boksbal.
"Mijn haren zitten niet goed en dat komt omdat ik jouw genen heb!"
Evenzo met onze lichaamsbouw, onze benen die te lang, te kort, te dik of te dun
zijn.
We hebben het van onze moeder. Het is haar schuld dat we niet perfect zijn.
"En kom ons vooral niet vertellen hoe we ons huishouden moeten doen want we
weten het zelf veel beter."
En dan komt het moment dat we zelf
moeder worden.
We luisteren naar wat ze ons vertelt uit haar tijd en haar manier van opvoeden.
We luisteren wel maar we zijn vast besloten om het met onze kinderen hélemaal
anders te doen, het zijn tenslotte andere tijden.
We gaan samen winkelen, het is leuk, voor een dag dan toch, want we hebben het
druk. Zo druk heeft onze moeder het nooit gehad!
En dan komt de dag dat onze
kinderen de deur uit zijn.
We hebben weer tijd over voor onze moeder. Onze ondertussen oud geworden
moeder.
We gaan vaak op bezoek, maar met ons hoofd zitten we al in de dag van morgen.
Eén ding hebben we ondertussen geleerd, we spreken haar niet meer tegen.
We weten dat we fouten hebben gemaakt door niet te luisteren naar haar wijze
raad.
En op een dag komt de schok!
"Jij bent net je moeder" gooit onze partner ons voor de voeten bij
een woordenwisseling.
Of een familielid merkt op "Ik zie in jou helemaal je moeder."
En dat snijd dwars door je hart, want het is waar. Als je echt heel eerlijk wil
zijn, dan heb je net zo gedaan als je moeder, ook al heb je je daar met hand
en tand tegen verzet, verbaal dan toch.
Hadden ze je dat dertig jaar
geleden gezegd, je zou hoog en laag gesprongen hebben om het te ontkennen.
Maar nu wordt je stil, heel stil, verdrietig stil.
Want je moeder is er niet meer. En je wilde haar nog zoveel te vragen, nog zoveel
te vertellen.
Je had nog duizendmaal meer willen zeggen,"Mams, ik houd van jou!" Net
zoveel keer dan dat zij dit tegen jou heeft gezegd.
En je bent trots. Trots dat je haar dochter bent en trots dat je op haar lijkt. En je wilt dat doorgeven aan je eigen dochter. Je geeft haar wijze raad. Maar die heeft het druk. Veel drukker dan jij het ooit hebt gehad! De cirkel is rond.
Ik herinner mij dat wanneer ik
ongeveer een drie a vier jaar oud was, wij een grote brede witte kachel hadden.
Het zou natuurlijk kunnen dat hij in mijn herinnering en gezien met mijn
kinderogen groter lijkt dan hij werkelijk was, maar toch, hij nam behoorlijk
wat plaats in.
Op die kachel werd het eten gekookt, maar werd ook de was afgekookt en het
badwater op verwarmd. Er waren ook verschillende openingen op de kookplaat. Met
een ijzeren haak die steeds omwonden was met een dikke doek als remedie tegen
het verbranden van de handen, kon je die gaten openmaken. Dat ging in trapjes,
er was het deksel dat een klein ijzeren staafje had in het midden waar de haak
onderdoor kon worden geschoven om zo het deksel op te heffen. Maar daar rond
waren ook nog ijzeren ringen. Hoe meer ringen je eraf nam, hoe groter de
openingen werden. Er werd ook vaak in 'gekeutert' met die haak, en dan sloegen
de vlammen tot hoog boven de kachel uit.
In de kachel werden 'eierbollen' gestookt, een kolensoort in de vorm van een
ei.
Ik weet nog perfect hoe men zulke 'stoof' want zo noemde men dat toen, moest
aanmaken.
Eerst werd er krantenpapier in gedaan, dat moest losjes ineen gefrommeld
worden. Vervolgens gingen er dunne latjes hout bovenop, die werden ook gekocht
in een zak, net als de kolen.
Dan werd op verschillende plaatsen de krant aangestoken met een lucifer. Eerst
had je altijd veel rook, kwam doordat het hout niet droog genoeg was hoewel het
steevast naast de kachel stond, net als de 'kolenbus.' Je moest dan met een
stevig karton in de hand, gezeten voor de kacheldeur veel wind maken tot alles goed
in de vlam stond. Dan werden de kolen erop gegooid en op hoop van zegen bleef
hij branden, zoniet kon je alles uitladen en opnieuw beginnen.
De kachel had verschillende deuren, grote en kleine, en allemaal met een
nikkelen handgreep.
Eén grote deur werd gebruikt om de pantoffels in te warmen en daar stonden ook
de ijzeren strijkijzers in waarmee voor het slapen gaan de lakens werden warm
gestreken.
Er was ook een lade in de kachel, dat was de asla, en die moest regelmatig
worden leeggegooid, anders ging de kachel uit. Wanneer het gesneeuwd had, of
wanneer het glad was, dan werd die as op de straat gekieperd, anders ging hij
gewoon in vuilnisbak, of in de tuin als je die had.
In het midden van de kachel had je
een soortement spionnetje. Wanneer je dat opzij schoof, dan kon je de vlammen
zien, het luikje viel vanzelf terug op zijn plaats wanneer je het losliet.
Ik was uitermate gefascineerd door de vlammen die ik kon zien door dat luikje,
en ik opende het dan ook heel vaak. Natuurlijk kreeg ik een tik op mijn handen
daarvoor wanneer mijn pleegmoeder mij snapte want het was gloeiend heet en je
kon je lelijk branden.
Maar vindingrijk en handig als ik was gebruikte ik de ijzeren haak om dat
luikje open te houden, en zo zat ik dan naar mijn gevoel, uren naar die vlammen
te turen.
Op een dag kreeg ik het lumineus
idee om door dat luikje de dunne latjes hout door te steken.
En hoe meer hout ik door dat luikje stak, hoe hoger de vlammen laaiden. De kookplaat
zag rood van de hete gloed, en ik vond dat prachtig. Metershoge vlammen maakte
ik en ik genoot, tot mijn pleegmoeder mij betrapte.
Nu was het net dat tijdstip dat de kleuterjuf het verhaal verteld had van Hans
en Grietje, en dat boekje had ik thuis ook. Al honderden keren had men het me
voorgelezen, maar ik kreeg er niet genoeg van.
Mijn pleegmoeder, die natuurlijk het gevaar van mijn capriolen besefte, wilde
mij een pandoering geven, maar klein en vinnig als ik toen was liep ik rond en
onder de tafel door zodat ze mij niet te pakken kreeg.
Dat maakte haar natuurlijk enkel maar woedender, en toen ze me uiteindelijk
toch kon vatten, pakte ze me op en zei met een boze heksenstem dat ze mij door
dat luikje in de kachel zou steken, net zoals de heks dat met Hans en Grietje
had gedaan.
Geloof me vrij, ik ben nooit meer aan dat luikje geweest, de schrik zat er goed
in.
Wat later kochten ze een kookvuur
op gas, en kwam er een andere kachel.
Dit keer een kleinere en bruin van kleur. Hij had één grote deur aan de
voorkant met venstertjes van plastiek alwaar je de vlammetjes ook kon doorzien,
tenminste als ze niet zwart van de rook zagen.
Maar ik heb het nooit meer geavontuurd om die deur te openen.
Ik heb later nog ontelbare keren in mijn leven zo rond een tafel gelopen met
een razende en tierende pleegmoeder achter me aan. Soms kreeg ze me te pakken,
vaak ook niet.
Vaak liep ik naar buiten en als het avond was had ik dikke pech, want dan duurde
het uren voor ik weer naar binnen mocht, en in het donker lijkt alles veel
akeliger als je kind bent.
Maar zelfs wanneer ze me niet te
pakken kreeg bleef de schrik nog urenlang kleven.
Maar ik heb nooit meer zoveel schrik gehad geloof ik als toen mijn pleegmoeder
met mij Hans en Grietje wilde spelen.
24-05-2007
EINDE VAN MIJN JEUGD (slot)
Ons huwelijk was zuiver een detail geweest. Hoewel ik het helemaal anders gedroomd had, net als elk ander jong meisje, maalde ik er niet om dat het anders gelopen was. Ik was gelukkig met het feit dat getrouwd was met de man die ik innig liefhad en die de vader van mijn kind (eren) zou worden.
Kort na mijn huwelijk ging ik in zwangerschapsverlof en zoals het toen nog min of meer de gewoonte was keerde ik na de geboorte van onze zoon niet meer terug naar de koffiebranderij, maar werd voltijds huisvrouw.
Ik had dan ook alle tijd om mijn jeugdjaren te herdenken en alles rustig te overlopen. Nu ikzelf moeder zou worden besefte ik
dat mijn jeugd voorgoed voorbij was.
In feite had ik nooit een jeugd gehad.
Och ja, er waren enkele mooie herinneringen. Zoals de vakanties met het "'t
Pleintje" bijvoorbeeld. Dit enkel en alleen dank zij het kordate optreden van de onderpastoor, Menner Heylen, tegenover mijn pleegmoeder. Daar tegenover stonden dan
weer andere vakanties waarbij ik als elfjarig kind dienstmeid moest gaan spelen in
een joods gezin, zogezegd om de onkosten te vergoeden van mijn verblijf bij mijn pleegouders. En op nog jongere leeftijd tomaten moest plukken bij de toenmalige naburige boer.
Ook een leuke herinnering was de periode dat ik majorette was in de harmonie.
Ik beleefde er mijn eerste kalverliefde.
Later zou ik dan via diezelfde harmonie mijn eerste grote liefde leren kennen Maar dat bracht uiteindelijk ook het eerste grote
liefdesverdriet. Nader bekeken en welbeschouwd waren mijn kind-en jeugd-jaren een grote treurnis geweest. Een grote "stuggle for life". Mijn hoofd boven water houden om niet
te verzuipen onder de kwellingen van mijn pleegmoeder en de laksheid van mijn pleegvader.
Vaak heb ik er de brui willen aan geven, tweemaal er effectief ook een poging toe gedaan.
Maar dat was nu allemaal voorbij. Ik stond aan een nieuw begin. Het begin van een toekomst die er heel rooskleurig en veelbelovend uitzag,
Eindelijk had ik mijn leven in eigen handen. Ook al bleek dat achteraf heel
relatief te zijn. Je kunt tenslotte je noodlot niet ontlopen heb ik moeten ondervinden. Ach er is nog zoveel onheil, onrecht, en verdriet op mijn weg gekomen. Zoveel waar ik tegen vechten moest.
Zoveel waarover ik gestruikeld ben en diep over in de put heb gezeten. Maar dat kon ik toen nog niet weten. En misschien gelukkig maar.
Ik had al die narigheden doorstaan en overleefd, en was er sterker uitgekomen. Tijd nu om dat alles achter mij te laten en te bouwen aan een nieuwe toekomst Onze toekomst! Mijn man, mijn kind, wat klonk dat hemels!
En met dit ben ik aan het einde gekomen van dit blog. Wat gebeurt is, is gebeurt en daar kan geen mens wat aan veranderen.
Ik heb lang getwijfeld om dit blog aan te maken en hier mijn verhaal te doen. En
kijk, ik heb er geen moment spijt van moeten hebben. Ik wil jullie daarvoor allemaal heel erg bedanken! Voor alle troost en medeleven. Voor alle lieve
woorden. Voor jullie steun die mij de moed en de kracht gaven om mijn verhaal te kunnen doen tot aan het einde toe.
Jullie hebben geen vermoeden
hoeveel dit voor mij betekent.
IK KWAM TOT HIER EN ZAG. IK ZOCHT IETS ANDERS MAAR GEEN STERVELING VINDT. OOK NIET AAN HET EINDE VAN ZIJN TOCHT DE DINGEN DIE HIJ DROOMDE ALS KIND. (P.N.van Eyck)