Ze werden genoemd de ereburgers van het land, stonden in de jaren '70 geregeld in de krant. Onder in de mijn, waren ze kompels voor altijd, daar hadden ze van het zware werk geen spijt.
Ze waren er allemaal vuil en zwart, hadden voor mekaar een groot hart. Droegen allen hetzelfde pak en mijnlamp, moesten er kruipen, en kregen dan weleens een kramp.
Er werkten vele nationaliteiten, elkeen werd geprezen voor zijn kwaliteiten. Grieken, turken en vooral italianen, allemaal spraken ze verschillende talen.
Onder in de put, telde maar een taal, hun maaltijd deelden ze royaal. Kolen houwen, deden ze allemaal, eensgezind waren ze allen optimaal.
Opeens paniek, er ontsnapte gas, de dood, was de onverwachte gast. Velen lieten er hun leven, gingen heen, lieten vrouw en kinderen alleen.
4 december was hun dag, het was de dag van Barbara. Hun patrones die waakte over hen, dan hoorde je er ook bij, dan telde je wel.
Deze dag wordt hier in Eisden nog gevierd, dan staan er de brakediers, hieel fier. Ze denken dan steeds aan vroegere tijden, waar het afzien was, en in stilte lijden.
Deze tijd gaar eens voorbij , want ze sloten onze grote mijn. De jeugd van heden, vind daar geen werk meer, dat waren tijden van weleer.